Congresvoorstellen. Verenigingsaangelegenheden 73 t/m 114 Collectieve belangenbehartiging 114 t/m 132

Transcriptie

1 Congresvoorstellen Verenigingsaangelegenheden 73 t/m 114 Collectieve belangenbehartiging 114 t/m 132

2

3 CONGRESVOORSTELLEN VERENIGINGSAANGELEGENHEDEN Leeswijzer Congresvoorstel 1 is door de bondsraad al inhoudelijk besproken en positief ontvangen, met de toezegging van het dat het voorstel ter finale besluitvorming formeel aan het congres in Amsterdam zou worden voorgelegd. Vanwege zijn bijzondere karakter zal hij echter apart van de overige congresvoorstellen behandeld worden. Congresvoorstellen die inhoudelijk varianten van elkaar zijn (bijvoorbeeld voorstel 15A en 15B over het aantal vertegenwoordigers per afdeling in de bondsraad) worden tijdens het congres in samenhang behandeld, waarbij het meest vergaande voorstel (het voorstel dat de grootste verandering tot gevolg kan hebben) het eerst in stemming wordt gebracht. Datzelfde geldt bij de behandeling van de amendementen. Stel: het voorstel is om als mascotte voor de NPB binnen twee jaar een olifant aan te schaffen en daarop worden drie amendementen ingediend: het moet binnen een jaar, het moet een vrouwtjesolifant zijn en het moet een nijlpaard zijn. Voordat het oorspronkelijke voorstel in stemming wordt gebracht, wordt dan eerst gestemd over de amendementen. Daarbij wordt de volgorde bepaald door de mate waarin zij het oorspronkelijke voorstel inhoudelijk veranderen. Het meest ingrijpende amendement wordt het eerst in stemming gebracht. Wordt dat aangenomen, dan is het oorspronkelijke voorstel op dat punt onherroepelijk veranderd en wordt het volgende amendement in stemming gebracht. Uiteindelijk komt het oorspronkelijke voorstel aan de beurt, maar dan wel veranderd op de punten waarover amendementen zijn aangenomen. In het genoemde voorbeeld zou het amendement over het nijlpaard dus als eerste in stemming worden gebracht, daarna het amendement over het geslacht en tot slot het amendement over de aankooptermijn. Het zou dus kunnen gebeuren dat van het ingediende voorstel overblijft dat er binnen twee jaar (amendement aankooptermijn verworpen) een vrouwtjesnijlpaard gaat worden gekocht (andere amendementen aangenomen). Uiteraard zou dat voor de indieners van het oorspronkelijke voorstel aanleiding kunnen zijn om het voorstel in te trekken en niet in stemming te laten brengen (tenzij het ze vooral ging om de komst van een mascotte). Omwille van de leesbaarheid en begrijpelijkheid zijn in dit congresboek de amendementen niet altijd weergegeven in volgorde van impact op het oorspronkelijke voorstel en dus in de volgorde waarop ze tijdens het congres in stemming zullen worden gebracht. Daar zal de dagvoorzitter tijdens het congres indien nodig een ordevoorstel voor doen. Ook zal het u opvallen dat het HB in een aantal gevallen een eigen voorstel heeft aangepast door zelf ook amendementen in te dienen. (Het oorspronkelijke voorstel kon niet meer worden gewijzigd omdat de afdelingen en adviesorganen daar hun amendementen al op hadden afgestemd.) Het is goed om te beseffen dat het aannemen van een bepaald congresvoorstel het stemmen over een ander voorstel overbodig kan maken. Dat voorstel kan door de indieners tijdens het congres worden ingetrokken en wordt dan niet in stemming gebracht. Tot slot: er is voor gekozen om in dit congresboek consequent te spreken over levensfasebewust personeelsbeleid en dus niet over leeftijdsbewust of leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. Amendementen over deze formuleringskwestie zijn niet apart opgenomen voor behandeling tijdens het congres. Dat geldt ook voor een aantal andere redactionele suggesties en aangemelde vergissingen; die zijn simpelweg gecorrigeerd in de teksten van de betreffende voorstellen en/of amendementen. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

4 CONGRESVOORSTEL 1 het UITSTELLEN VERKIEZING ONBEZOLDIGDE HOOFDBESTUURDERS Het stelt het congres voor de onbezoldigde leden van het niet te kiezen op het congres van 13 en 14 mei 2014, maar op een moment niet later dan een half jaar na 14 mei In afwijking van lid 2 van artikel 18 van de statuten blijven de zittende leden van het gedurende de overbruggingsperiode aan als slid. Wens van het is om de onbezoldigde leden van het voortaan rechtstreeks door de leden te laten kiezen. Ten tijde van het congres op 13 en 14 mei zijn de huidige statuten nog van kracht en die schrijven een andere procedure voor. Om te voorkomen dat pas drie of vier jaar na mei 2014 voor het eerst sprake kan zijn van een directe verkiezing van de onbezoldigde HB-leden stelt het voor de verkiezing van de onbezoldigde bestuurders een half jaar uit te stellen. Tijdens het congres in Amsterdam blijven de huidige onbezoldigde HB-leden dan zitten. Tijdens die bijeenkomst zal ook blijken of het congres instemt met een vermindering van het huidige aantal van veertien onbezoldigde ders. Uitstellen van de verkiezing met een half jaar betekent ook dat op dat moment bekend is hoeveel onbezoldigde HB-leden er gekozen moeten worden. CONGRESVOORSTEL 2 afdeling Limburg-Zuid UITROL ORGANIZING De afdeling Limburg-Zuid stelt het congres voor het op te dragen het onderwerp organizing uit te rollen naar de andere eenheden/afdelingen binnen de NPB. De afdeling Limburg-Zuid heeft de afgelopen jaren positieve ervaringen opgedaan met dit fenomeen. n Preadvies Het adviseert het congres dit voorstel aan te nemen met inbegrip van het onderstaande amendement. Het stelt het congres voor om organizing als werkwijze definitief te implementeren binnen de werkorganisatie én vereniging van de NPB. Op grond van de ervaringen van de afgelopen twee jaar is het van mening dat organizing zoals toegepast binnen de NPB een positieve bijdrage levert aan het brede dienstverleningspakket van onze bond en leidt tot een versterking van de positie en zichtbaarheid van de NPB op de werkvloer. Eerder heeft het al de ambitie uitgesproken om verder te gaan met organizing, wat door de bondsraad is bekrachtigd. Tegelijkertijd vindt het dat organizing niet slechts bij twee functionarissen dient te worden belegd, maar als methodiek veel breder moet worden toegepast. Om organizing als werkwijze beter in te bedden stelt het voor om organizing bij de gehele buitendienst (organizers én regiobestuurders) van de werkorganisatie NPB te 74 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

5 beleggen en te komen tot één brede buitendienstfunctie, waarbij organizing als methodiek onderdeel wordt van het takenpakket. Iedere buitendienstfunctionaris krijgt enkele nieuw te vormen afdelingen in zijn/haar taakgebied, waardoor wordt geborgd dat organizing straks binnen de gehele vereniging landelijk wordt toegepast. De concrete toepassing van dit congresvoorstel zal de komende periode door het en de buitendienst worden uitgewerkt, waarbij ruimte is voor een specifieke invulling op afdelingsniveau. Amendement 2 Noord-Holland De afdeling Noord-Holland ziet het amendement van het HB graag aangevuld met een structurele evaluatiemogelijkheid. Wij stellen voor dat te realiseren door een toevoeging aan de tekst van sub f van artikel 17 van het HRR. OUD: artikel 17 HHR Taak van het f. Binnen zes maanden na afloop van een verenigingsjaar aan de bondsraad uitbrengen van een jaarverslag. artikel 17 HHR Taak van het f. Binnen zes maanden na afloop van een verenigingsjaar aan de bondsraad uitbrengen van een jaarverslag, waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan de activiteiten waar de leden zelf bij betrokken zijn geweest. CONGRESVOORSTEL 3 FREQUENTIE CONGRES Het stelt het congres voor eenmaal in de vier jaar een congres te houden in plaats van eenmaal in de drie jaar. Het congres vindt nu eens in de drie jaar plaats. Ervaring is dat drie jaar niet lang genoeg is om besluiten die op een congres zijn genomen uit te voeren. Bovendien is het organiseren van een congres eens in de drie jaar een grote belasting voor de werkorganisatie. Door het congres eens in de vier jaar te houden blijft er meer tijd over om te besteden aan de collectieve en individuele belangenbehartiging en voor de uitvoering en inbedding van congresvoorstellen. Tegelijkertijd worden beleidsmatige beslissingen tussentijds door de bondsraad afgehandeld. Voor die beslissingen geldt dat drie jaar vaak te lang is om ontwikkelingen bij te benen. Minder vaak een congres houden hoeft niet te leiden tot aantasting van het democratische karakter van onze vereniging. Het zal op dat punt bewust tegengas geven, onder andere door het uitbreiden van de jaarlijkse verantwoording van de activiteiten van de bond aan de bondsraad met een rechtstreekse jaarlijkse terugkoppeling aan de leden. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

6 OUD: Artikel 12, lid 1 en lid 5 Statuten Bijeenkomsten van het congres 1. Eenmaal in de drie jaar komt het congres bijeen. Artikel 12, lid 1 en lid 5 Statuten Bijeenkomsten van het congres 1. Eenmaal in de vier jaar komt het congres bijeen. Het stelt voor de tekst van Congresvoorstel 3 te wijzigen in: Het stelt het congres voor vanaf 2014 eens in de vier jaar een statutair vastgelegd verenigingscongres te houden en eens in de twee jaar een themacongres over een in die periode actueel, voor de NPB relevant onderwerp. CONGRESVOORSTEL 4 BEKENDMAKING CONGRESGEGEVENS Het stelt het congres voor in artikel 12 van de statuten de bekendmaking van de congresgegevens in het door de bond uitgegeven bondsblad te vervangen door de bekendmaking via de gebruikelijke communicatiemiddelen. De NPB communiceert allang niet meer alleen via een bondsblad, maar ook via een website, een digitale nieuwsbrief, Twitter en Facebook. OUD: Artikel 12, lid 5 Statuten Bijeenkomsten van het congres 5. De datum, tijd en plaats alsmede de agenda van de bijeenkomst van het congres worden tenminste vier weken voor het begin van de bijeenkomst in het door de bond uit te geven bondsblad opgenomen, terwijl tevens mededeling wordt gedaan aan: a. de leden van de bondsraad; b. de afdelingsbesturen. Artikel 12 lid 5 Statuten Bijeenkomsten van het congres 5. De datum, tijd en plaats alsmede de agenda van de bijeenkomst van het congres worden tenminste vier weken voor het begin van de bijeenkomst bekend gemaakt via de gebruikelijke communicatiemiddelen, terwijl tevens mededeling wordt gedaan aan a. de leden van de bondsraad; b. de afdelingsbesturen. 76 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

7 Brabant Zuid-Oost De afdeling Brabant Zuid-Oost stelt voor lid 5 van artikel 12 te wijzigen in: artikel 12 lid 5 Statuten Bijeenkomsten van het congres 5. De datum, tijd en plaats alsmede de agenda van de bijeenkomst van het congres worden tenminste vier weken voor het begin van de bijeenkomst bekend gemaakt via een publicatie op de website van de Nederlandse Politiebond. De vindplaats van de uitnodiging dient voor de leden duidelijk te zijn. CONGRESVOORSTEL 5 OVERZICHT VERKOZEN BONDSRAADLEDEN Het stelt het congres voor lid 7 van artikel 14 van de statuten te laten vervallen. In lid 7 van artikel 14 van de statuten wordt bepaald dat aan de deelnemers aan het NPB-congres samen met de vergaderstukken (= congresboek) ook een overzicht van de door de afdelingen verkozen bondsraadleden wordt toegestuurd. Dat laatste is echter een achterhaalde en inmiddels afgeschafte praktijk, vandaar dat dit lid geschrapt kan worden. vtspn De afdeling vtspn stelt voor in de statuten op te nemen dat de lijst met verkozen bondsraadleden blijvend gepubliceerd wordt op de website van de NPB. In het congresvoorstel wordt geadviseerd om informatie (de verkozen bondsraadleden) niet meer toe te zenden. Dat is inderdaad een oude methode, maar het onthouden van informatie is in het kader van transparantie onwenselijk. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

8 CONGRESVOORSTEL 6 afdeling Midden- en West-Brabant ELKE AFDELING RECHT OP EEN HOOFDBESTUURDER De afdeling Midden- en West-Brabant stelt het congres voor de statuten zodanig te wijzigen dat elke (nieuwe) NPB-afdeling het recht krijgt op een onbezoldigde vertegenwoordiger in het. Nu het aantal NPB-afdelingen sterk gaat teruglopen van achtentwintig naar (ruim) tien is de tijd rijp om elke afdeling het recht te geven om met een eigen afgevaardigde in het vertegenwoordigd te zijn. Hoe stellen we ons dat voor? Voorafgaand aan een congres houdt elke (nieuwe) NPB-afdeling verkiezingen voor één onbezoldigde afgevaardigde naar het en (eventueel) een reserve-kandidaat. Deze verkiezingen kunnen op diverse manieren plaatsvinden, bijvoorbeeld op een ledenvergadering of digitaal. Door deze procedure komt de samenstelling van het democratischer tot stand. Ook zorgt zij binnen het voor een betere spreiding over de verschillende delen van het land en de verschillende landelijke organisaties binnen de politie. Daardoor zal het meer herkenbaar en benaderbaar worden voor de achterban, wat dan weer een bijdrage levert aan het streven naar meer verbondenheid tussen de bond en zijn leden. n Preadvies Het adviseert het congres dit voorstel niet aan te nemen. Ook wij streven ernaar zie congresvoorstel 7 dat de NPB-leden voortaan rechtstreeks de onbezoldigde ders kiezen, maar dan wel tijdens landelijke verkiezingen. Dat betekent niet dat we geen oog hebben voor het belang van een duidelijke verbinding tussen de leden en de ders. Die verbinding vinden wij zelfs van cruciaal belang. Vandaar ons congresvoorstel om elk slid voortaan nauw betrokken te laten zijn bij de vergaderingen en andere activiteiten van één of meerdere afdelingen, zodat hij voor de betreffende (kader)leden een duidelijk herkenbaar aanspreekpunt wordt. Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor de teksten van artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR zodanig te wijzigen dat daarin vastgelegd wordt dat de onbezoldigde leden van het niet door directe landelijke verkiezingen worden gekozen, maar door directe verkiezingen per afdeling (één onbezoldigd HB-lid per afdeling). Amendement 2 Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor de teksten van artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR zodanig te wijzigen dat vastgelegd wordt dat alleen de afdelingen kandidaten kunnen voordragen voor de verkiezingen voor de onbezoldigde der namens hun afdeling. 78 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

9 Amendement 3 Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor dat in artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR NIET wordt vastgelegd dat de kandidaatstelling van de onbezoldigde bestuurders plaatsvindt op basis van een door de bondsraad vastgestelde profielschets. Amendement 4 Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor dat in artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR NIET wordt vastgelegd dat de kandidaten bij de verkiezingen voor de onbezoldigde bestuurders worden beoordeeld door een selectiecommissie. Amendement 5 Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor dat in artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR blijft staan dat de kandidaten bij de verkiezingen voor de onbezoldigde bestuurders gevraagd worden om een bereidverklaring. Amendement 6 Zeeland, Midden- en West-Brabant De afdelingen Zeeland en Midden- en West-Brabant stellen voor dat in artikel 18 van de statuten en artikel 20 van het HHR wordt vastgelegd dat bij het tussentijds wegvallen van de HB-vertegenwoordiger van een afdeling opnieuw verkiezingen plaatsvinden, tenzij andere kandidaten bij de vorige verkiezingen nog beschikbaar en bereid zijn om tot het HB toe te treden. De kandidaat met de op-een-na meeste stemmen bij de vorige verkiezingen komt dan als eerste in aanmerking. Concrete uitwerking van de bovenstaande zes amendementen: OUD: artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en maximaal 14 onbezoldigde leden. Slechts leden van de bond zijn verkiesbaar als onbezoldigd lid van het. De leden van het worden gekozen door het congres, uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De kandidaat dient op uiterlijk de door het vastgestelde datum zijn geloofsbrieven bij het in te dienen. De wijze van stellen van kandidaten en de wijze van verkiezing wordt geregeld bij huishoudelijk reglement, artikel 20. Artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en evenveel onbezoldigde bestuurders als de bond afdelingen heeft. De leden kiezen per afdeling een onbezoldigd der uit de door hun afdeling gestelde kandidaten. De kandidaten voor het onbezoldigde lidmaatschap van het moeten lid zijn van de bond. De bezoldigde ders worden door het congres benoemd uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De wijze van kandidaatstelling en verkiezing worden geregeld in het huishoudelijk reglement. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

10 OUD: artikel 20 HHR Verkiezing 1. De termijnen in de verkiezingsprocedure worden vastgesteld door het congres. 2. De afdelingen van de bond alsmede het worden uitgenodigd kandidaten voor te dragen voor de verkiezing van het, met dien verstande dat de afdelingen alleen maar kandidaten kunnen voordragen die ingedeeld zijn bij hun afdeling zoals vermeld in artikel 21 van de statuten. 3. Aan de voorgedragen kandidaten wordt een bereidverklaring gevraagd. Indien een ingediende kandidaat geen bereidverklaring afgeeft, wordt dat gemeld aan het kandiderende orgaan. 4. Het congres kiest in een schriftelijke stemming uit de voorgedragen kandidaten het. 5. Indien na het aantreden van het in het een vacature ontstaat, wordt daarin voorzien door de bondsraad middels verkiezingen, waarbij zowel het als afdelingen kandidaten kunnen stellen, conform artikel 18 van de statuten. Artikel 20 HHR Verkiezing onbezoldigde leden 1. Elke afdeling van de bond presenteert kandidaten voor de verkiezing van de onbezoldigde namens de afdeling. Afdelingen kunnen alleen kandidaten voordragen die zijn ingedeeld bij hun afdeling zoals vermeld in artikel 21 van de statuten. Aan de voorgedragen kandidaten wordt een bereidverklaring gevraagd. 2. De leden van de afdelingen kiezen de onbezoldigde der namens hun afdeling via een schriftelijke of digitale stemming. 3. Als na het aantreden van het een vacature ontstaat, wordt daarin voorzien overeenkomstig het eerste en tweede lid van dit artikel, tenzij er nog een of meer niet-verkozen gekandideerde leden zijn binnen de betreffende afdeling. In dat geval treedt de kandidaat met de meeste stemmen toe tot het voor de resterende zittingsperiode. Amendement 7 Amsterdam De afdeling Amsterdam stelt voor om elke afdeling zelf te laten bepalen op welke manier de verkiezingen voor de onbezoldigde der namens de afdeling plaatsvinden. De afdeling zelf kan het beste inschatten wat het meest geëigende instrument is om een goede kandidaat te selecteren die door de leden van de afdeling gedragen wordt: de ledenvergadering, digitale verkiezingen of papieren verkiezingen. 80 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

11 CONGRESVOORSTEL 7 DIRECTE VERKIEZING ONBEZOLDIGDE HB-LEDEN Het stelt het congres voor de onbezoldigde leden van het niet langer te laten kiezen door de vertegenwoordigers van de leden tijdens een congres, maar rechtstreeks door de leden zelf. Het zou graag zien dat de leden meer betrokken raken bij de bond. Dat willen we bevorderen door hen de mogelijkheid te geven rechtstreeks invloed uit te oefenen op de benoeming van de onbezoldigde leden van het. Dat zal ertoe leiden dat de achterban een scherper beeld krijgt van de collega s die binnen het actief zijn, wat de belangstelling voor hun doen en laten zal vergroten. Ook zal hun grotere bekendheid ertoe kunnen leiden dat ze eerder door de leden benaderd worden met vragen of problemen. Al met al zorgt het laten kiezen van de onbezoldigde sleden door de leden zelf voor een versterking van het democratische karakter van onze vereniging en vergroting van de herkenbaarheid op de werkvloer. Deze directe verkiezing geldt voor de onbezoldigde leden van het. Voor de verkiezing van de bezoldigde leden geldt sinds het congres van 2008 een nieuwe procedure via de selectiecommissie van twee leden uit het en drie leden uit de bondsraad. Zij worden in functie gekozen en kennen een groot afbreukrisico bij openbare verkiezingen. Vandaar dat voor de functies van het bezoldigd telkens slechts één kandidaat wordt voorgedragen. Rechtstreekse verkiezing door alle leden van de NPB voor de bezoldigde leden van het is daarom niet geschikt. Kandidaten voor het onbezoldigde zullen via een selectiecommissie voorgedragen worden. In deze fase vervullen afdelingsbesturen de belangrijke rol mogelijke kandidaten te benaderen en voor te dragen aan de selectiecommissie. Ook het blijft bevoegd om kandidaten voor te dragen. De profielschets voor slid zal voor elke verkiezing door de bondsraad worden vastgesteld. Verkiezing kan digitaal plaatsvinden. Het congres blijft bevoegd tot het ontslaan van bestuursleden. Het voorstel is om het eerste lid van artikel 18 van de statuten aan te passen en artikel 20 van het Huishoudelijk Reglement te vervangen door twee nieuwe artikelen 20 en 20a. artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en maximaal 14 onbezoldigde leden. Slechts leden zijn verkiesbaar als onbezoldigd lid van het. De leden van het worden gekozen door de leden, uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De wijze van stellen van kandidaten en de wijze van verkiezing wordt geregeld in het huishoudelijk reglement. artikel 20 HHR Verkiezing onbezoldigde leden 1. De afdelingen van de bond zoals genoemd in artikel 21 van de statuten, alsmede het worden uitgenodigd kandidaten voor te dragen voor de verkiezing van de onbezoldigde leden van het. Afdelingen kunnen alleen kandidaten voordragen die zijn ingedeeld bij hun afdeling zoals vermeld in artikel 21 van de statuten. 2. Een selectiecommissie van vijf leden beoordeelt de voordracht aan de hand van een profielschets. De selectiecommissie brengt advies uit aan de leden over de voordracht van een kandidaat. De profielschets, de selectiecommissie, de werkwijze van de CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

12 selectiecommissie en de termijnen in de verkiezingsprocedure worden per verkiezing vastgesteld door de bondsraad. De selectiecommissie kan ook uit leden bestaan die geen zitting in de bondsraad hebben. 3. De onbezoldigde leden van het worden door de leden gekozen via een schriftelijke of digitale stemming. 4. Als na het aantreden van het een vacature ontstaat, wordt daarin voorzien overeenkomstig het eerste en tweede lid van dit artikel. De verkiezing gebeurt in dat geval door de bondsraad. artikel 20a HRR Verkiezing bezoldigde leden 1. De afdelingen van de bond zoals genoemd in artikel 21 van de statuten, alsmede het worden uitgenodigd kandidaten voor te dragen voor de verkiezing van de bezoldigde leden van het. 2. Bij een vacature van een bezoldigd bestuurder van het wordt een selectiecommissie benoemd, bestaande uit twee leden van het en drie leden van de bondsraad. De leden van de bondsraad in de selectiecommissie zijn afkomstig uit verschillende afdelingen. De selectiecommissie draagt bij voorkeur meer dan één kandidaat aan het voor. Het draagt één kandidaat voor aan het bondscongres. De verkozen bezoldigd bestuurder wordt in functie gekozen. 3. Bij een tussentijdse vacature van een bezoldigd bestuurder van het wordt een selectiecommissie benoemd, bestaande uit twee leden van het en drie leden van de bondsraad. De leden van de bondsraad in de selectiecommissie zijn afkomstig uit verschillende afdelingen. De selectiecommissie draagt bij voorkeur meer dan één kandidaat aan het voor. Het draagt één kandidaat voor aan de bondsraad. De verkozen bezoldigd bestuurder wordt in functie gekozen. De verkiezing van de bondsvoorzitter geschiedt door het congres. Het stelt voor in het nieuwe artikel 18 van de statuten vast te leggen dat het congres de uitkomst van de verkiezingen van de onbezoldigde bestuurders bekrachtigd. Amendement 2 Het stelt voor in lid 1 van het nieuwe artikel 20 van het HRR vast te leggen dat het (alleen) kandidaten kan voordragen als een afdeling geen kandidaten voordraagt. Amendement 3 Het stelt voor in lid 2 van het nieuwe artikel 20 van het HRR de aanduiding selectiecommissie te wijzigen in de aanduiding adviescommissie. Amendement 4 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor in lid 1 van het nieuwe artikel 18 van de statuten vast te leggen dat de onbezoldigde leden niet door directe landelijke verkiezingen worden gekozen, maar door directe verkiezingen per afdeling (één onbezoldigd HB-lid per afdeling). 82 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

13 Amendement 5 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor in lid 1 van het nieuwe artikel 18 van de statuten vast te leggen dat alleen de afdelingen kandidaten kunnen voordragen voor de verkiezingen voor de onbezoldigde der namens hun afdeling. Amendement 6 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor de kandidaatstelling van de onbezoldigde bestuurders niet te laten plaatsvinden op basis van een door de bondsraad vastgestelde profielschets en deze bepaling dus te schrappen uit lid 2 van het nieuwe artikel 20 HHR. Amendement 7 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor de kandidaten bij de verkiezingen voor de onbezoldigde bestuurders niet te laten beoordelen door een selectiecommissie en deze bepaling dus te schrappen uit lid 2 van het nieuwe artikel 20 HHR. Amendement 8 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor de kandidaten bij de verkiezingen voor de onbezoldigde bestuurders om een bereidverklaring te blijven vragen en dus deze bepaling (lid 3) dus niet te schrappen uit artikel 20 HHR zoals het voorstelt. Amendement 9 Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor bij het tussentijds wegvallen van de HB-vertegenwoordiger van een afdeling opnieuw verkiezingen te laten plaatsvinden, tenzij andere kandidaten bij de vorige verkiezingen nog beschikbaar en bereid zijn om tot het HB toe te treden. De kandidaat met de op-een-na meeste stemmen bij de vorige verkiezingen komt dan als eerste in aanmerking. artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en evenveel onbezoldigde bestuurders als de bond afdelingen heeft. De leden kiezen per afdeling een onbezoldigd der uit de door hun afdeling gestelde kandidaten. De kandidaten voor het onbezoldigde lidmaatschap van het moeten lid zijn van de bond. De bezoldigde ders worden door het congres benoemd uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De wijze van kandidaatstelling en verkiezing worden geregeld in het huishoudelijk reglement. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

14 artikel 20 HHR Verkiezing onbezoldigde leden 1. Elke afdeling van de bond presenteert kandidaten voor de verkiezing van de onbezoldigde namens de afdeling. Afdelingen kunnen alleen kandidaten voordragen die zijn ingedeeld bij hun afdeling zoals vermeld in artikel 21 van de statuten. Aan de voorgedragen kandidaten wordt een bereidverklaring gevraagd. 2. De leden van de afdelingen kiezen de onbezoldigde der namens hun afdeling via een schriftelijke of digitale stemming. 3. Als na het aantreden van het een vacature ontstaat, wordt daarin voorzien overeenkomstig het eerste en tweede lid van dit artikel, tenzij er nog een of meer niet-verkozen gekandideerde leden zijn binnen de betreffende afdeling. In dat geval treedt de kandidaat met de meeste stemmen toe tot het voor de resterende zittingsperiode. CONGRESVOORSTEL 8 AANTAL LEDEN HOOFDBESTUUR Het stelt het congres voor de omvang van het vast te stellen op maximaal dertien leden: in ieder geval drie bezoldigde en maximaal tien onbezoldigde. Volgens de huidige statuten kan het uit maximaal zeventien leden bestaan, wat de afgelopen jaren ook steeds het geval is geweest. De verwachting van het is dat een kleiner bestuur efficiënter en effectiever zal functioneren. De lijnen zijn korter en de beraadslaging kan mogelijk sneller. Bovendien sluit een kleiner bestuur beter aan bij de voorgestelde nieuwe structuur van de verenigingen. Van het nieuwe, kleinere bestuur wordt volledige commitment en inzet verwacht. Primaire taak zal zijn de verbinding en ondersteuning van de afdelingen. OUD: artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en maximaal 14 onbezoldigde leden. Slechts leden van de bond zijn verkiesbaar als onbezoldigd lid van het. De leden van het worden gekozen door het congres, uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De kandidaat dient op uiterlijk de door het vastgestelde datum zijn geloofsbrieven bij het in te dienen. De wijze van stellen van kandidaten en de wijze van verkiezing wordt geregeld bij huishoudelijk reglement, artikel 20. artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 1. Het bestaat uit de bezoldigde bestuurders en maximaal tien onbezoldigde leden. Slechts leden zijn verkiesbaar als onbezoldigd lid van het. De leden van het worden gekozen door de leden, uit de kandidaten gesteld door de afdelingen en het. De wijze van stellen van kandidaten en de wijze van verkiezing wordt geregeld in het huishoudelijk reglement. 84 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

15 Amsterdam De afdeling Amsterdam stelt voor in artikel 18 van de statuten vast te leggen dat het bestaat uit drie bezoldigde bestuursleden en uit één onbezoldigd bestuurslid per afdeling. Het aantal onbezoldigde sleden moet afhankelijk gemaakt worden van het aantal afdelingen en niet worden beperkt tot een vooraf vastgesteld aantal. Het is van belang om te kunnen inspelen op de wens van de leden om ook een afdeling voor landelijke diensten op te richten, zoals de Landelijke Eenheid, de Politieacademie en/of het Politiedienstencentrum. Logischerwijs moeten deze afdelingen moeten dan ook door een onbezoldigd bestuurslid vertegenwoordigd worden in het. Amendement 2 vtspn De afdeling vtspn stelt voor het nieuwe artikel 18 van de statuten zo te wijzigen dat het aantal onbezoldigde HB-leden gelijkgesteld wordt aan het aantal afdelingen. Het congresvoorstel van het stelt voor het aantal HB-leden te beperken. Dat gebeurt door het maximale aantal onbezoldigde bestuurders vast te stellen op tien, zonder te onderbouwen waarom voor dat aantal gekozen is en niet voor negen of elf. Als de keuze van het bestuur gebaseerd is op de wens om het maximum aantal onbezoldigde HB-leden te laten aansluiten bij de nieuwe structuur van de vereniging, zet dat dan ook in de statuten. Dat leidt ertoe dat bij een wijziging van het aantal afdelingen automatisch het aantal onbezoldigde ders wordt aangepast. CONGRESVOORSTEL 9A INDELING LEDEN IN REGIONALE AFDELINGEN Het stelt het congres voor dat de afdelingen van de NPB uiterlijk op 1 januari 2015 zijn ingericht overeenkomstig de regionale eenheden van de Nationale Politie. Binnen de NPB zijn we al jaren bezig om het contact met de leden te intensiveren. Niet alleen door een volledig pakket aan diensten aan te bieden, maar vooral door als NPB herkenbaar en zichtbaar te zijn op de werkvloer. Ook willen we het gevoelde onderscheid tussen leden die werkzaam zijn binnen de operationele en niet operationele taakgebieden wegnemen. De NPB is er immers voor iedereen! Door een nieuwe en bij deze tijd passende afdelingsstructuur is de NPB in staat deze doelstellingen te bereiken en zijn sterke positie als vakbond te behouden. Om dit te bereiken stelt het het congres voor de leden van de NPB in te delen in overeenstemming met de regionale eenheden van de Nationale Politie, waarmee tien krachtige afdelingen ontstaan. De leden die werken bij de landelijke eenheden PDC, Politieacademie en LE worden op basis van hun woonplaats ingedeeld in deze regionale afdelingen. Op deze manier wordt de verbinding tussen werk en bondsafdeling behouden en is de afdeling altijd dichtbij. Ook wordt voorkomen dat bij een verplaatsing op het werk binnen de eenheid de bondsafdeling niet meer passend is en anoniem wordt. Met de indeling van alle leden in regionale afdelingen wordt uitwisseling van informatie tussen CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

16 ledengroepen bevorderd. Bovendien wordt bij besluitvormingstrajecten het belang van alle leden evenwichtig meegewogen. Ledenbijeenkomsten worden in principe dicht bij huis georganiseerd. Over onderwerpen die specifiek van belang zijn voor medewerkers van de Landelijke Eenheid, het PDC of de Politieacademie kunnen uiteraard altijd speciale bijeenkomsten worden georganiseerd of verbanden worden aangelegd. Het bovenstaande vereist een aanpassing van artikel 21 van de Statuten. OUD: Artikel 21, lid 1 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in een regiokorps of landelijke dienst. Artikel 21, lid 1 en 2 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in regionaal vastgestelde eenheden. 2. Bij aanstelling anders dan in een regionale eenheid vindt indeling bij een afdeling plaats op basis van de woonplaats. Het stelt voor dat leden die niet bij een regionale eenheid werken ook de mogelijkheid krijgen om zich desgewenst aan te sluiten bij de regionale NPB-afdeling die het meest overeenkomt met de locatie van hun werkplek. Artikel 21, lid 1 en 2 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in regionaal vastgestelde eenheden. 2. Bij aanstelling anders dan in een regionale eenheid vindt indeling bij een afdeling plaats op basis van de woonplaats, tenzij het lid de bond laat weten de voorkeur te geven aan indeling bij een afdeling op basis van zijn werkplek. Amendement 2 Noord-Holland De afdeling Noord-Holland stelt voor artikel 21 van de statuten te wijzigen in: Artikel 21, lid 1 en 2 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in regionaal vastgestelde eenheden. 2. Bij aanstelling anders dan in een regionale eenheid vindt indeling bij een afdeling plaats naar keuze van het lid zelf. 86 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

17 Er verandert veel aan de werkplekken binnen politie Nederland. Niet alleen door geografische schaalvergroting, maar ook door een andere organisatie van het werk. De medewerkers bij de landelijke eenheden bij een NPB-afdeling indelen op basis van hun woonplaats zal het gevoel van onderlinge saamhorigheid niet altijd ten goede komen. Door de betreffende leden zelf te laten kiezen bij welke afdeling ze willen horen komen we daaraan maximaal tegemoet. Amendement 3 vtspn De afdeling vtspn stelt voor de statuten zo te wijzigen dat er in aanvulling op de tien geografische NPB-afdelingen een elfde afdeling komt, ontstaan uit een fusie van de huidige afdelingen Landelijke Eenheid, vtspn en Politieacademie. De leden van deze afdeling zijn in beginsel alle NPB-leden die nu werken binnen de centraal georganiseerde politie-eenheden. Genoemde leden kunnen ervoor kiezen hun indeling bij de landelijke afdeling te verruilen voor indeling bij de afdeling in de regio van hun woonplaats en/of plaats van tewerkstelling. De afdeling Landelijke politieorganisaties krijgt de opdracht de leden te begeleiden en hun vertegenwoordiging in te bedden in de geografische afdelingen. Na twee jaar zal het resultaat tussentijds worden geëvalueerd. Voor het volgende congres zal een congresvoorstel worden ingediend over het al dan niet opheffen van de afdeling. Congresvoorstel 9A richt zich op een gewenste situatie zonder rekening te houden met de werkelijke situatie en de emotionele gebondenheid van leden met hun oude afdeling/werkgebied. Waar afdelingen fuseren kunnen die gevoelens geleidelijk worden gekanaliseerd door binnen een afdeling subafdelingen te laten bestaan tot deze volledig zijn vergroeid. Als de landelijke afdelingen worden versnipperd over de nieuwe geografische eenheden, ontbreekt voor hen de mogelijkheid deze beweging geleidelijk te laten verlopen. Ook deze leden verdienen een overgangssituatie. Amendement 4 Amsterdam De afdeling Amsterdam stelt voor het beoogde nieuwe lid 2 van artikel 21 van de statuten zodanig te wijzigen dat medewerkers van een landelijke eenheid in principe worden ingedeeld bij een NPB-afdeling die deze eenheid vertegenwoordigt en een extra derde lid toe te voegen dat hen de mogelijkheid geeft voor indeling bij een andere afdeling te kiezen. Artikel 21, lid 1 tot en met 3 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in regionaal vastgestelde eenheden. 2. Bij aanstelling anders dan in een regionale eenheid vindt indeling bij een afdeling in beginsel plaats overeenkomstig de afdeling die de betreffende dienst/landelijke eenheid vertegenwoordigt. 3. Op verzoek van het lid vindt indeling bij de afdeling van zijn voorkeur plaats. Onze verwachting is dat de werkomgeving sterk bepalend is voor de betrokkenheid van leden bij werkgerelateerde zaken. Als er afdelingen opgericht worden die landelijke diensten vertegenwoordigen zullen leden in actieve dienst zich daar eerder gehoord voelen dan in de afdeling die samenhangt met hun woonplaats. Desondanks moet een lid de mogelijkheid hebben om te kiezen voor indeling bij een andere afdeling, bijvoorbeeld omdat de reisafstand van de woning naar de vergaderlocatie van de afdeling korter is. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

18 Amendement 5 Midden- en West-Brabant De afdeling MWB stelt voor het eerste lid van artikel 21 van de statuten te veranderen in: Artikel 21, lid 1 en 2 Statuten Afdelingen 1. De leden worden ingedeeld in afdelingen overeenkomstig hun aanstelling in een regionale eenheid of een centraal onderdeel van de Nationale Politie. Alhoewel het een bevoegdheid is van het om leden in te delen in afdelingen, dient het zich daarbij te houden aan lid 1 en lid 3 van artikel 21 van de statuten. In lid 1 van artikel 21 wordt de basis gegeven voor indeling van afdelingen. Sedert mensenheugenis (= sinds de vorige grote politiereorganisatie begin jaren negentig) is daarbij het leidende principe dat de NPB de structuur van de Nederlandse politie volgt. Amendement 6 Politieacademie De afdeling Politieacademie stelt voor in ieder geval tot aan het volgende bondscongres (dus voor een periode van drie à vier jaar) de eenheidsstructuur van de Nationale Politie te volgen en dus niet te kiezen voor een eigen, puur geografische afdelingsstructuur. Op basis van artikel 21 van de statuten van de NPB berust de bevoegdheid tot het oprichten, samenvoegen en opheffen van afdelingen bij het. Het bekendgemaakte voornemen van het om de huidige 28 afdelingen terug te brengen naar tien geografische ingedeelde afdelingen is (ook) bij de leden van de NPB-afdeling Politieacademie slecht gevallen. Het bestuur van de afdeling PA voelt zich overvallen door het congresvoorstel 9A, omdat het hier vooraf niet met het afdelingsbestuur over gesproken heeft. Wij betreuren deze werkwijze van het en voelen ons niet serieus genomen in deze ontwikkelingen binnen de NPB. Het afdelingsbestuur heeft in de voorbereidingen voor de Algemene Ledenvergadering de leden om een reactie gevraagd. Twee derde van de respondenten bleek TEGEN opheffing van de afdeling. Tijdens de Algemene Ledenvergadering sprak de meerderheid van de aanwezigen zich uit tegen opheffing van de afdeling. Naar voren gebrachte argumenten: - De belangenvertegenwoordiging voor de Politieacademie zal verwateren als we bij een eenheid worden ondergebracht. Het is belangrijk dat de afdeling PA blijft bestaan, juist nu de positie van de Politieacademie in het bestel nog niet helder is. - Onderwijs, Kennis en Onderzoek is een aparte tak van sport binnen de politie. Leden van de afdeling Politieacademie moeten bijgestaan kunnen worden door mensen die snappen hoe het werkt binnen de PA. - Groot risico dat signalen van de medewerkers van de Politieacademie zullen ondersneeuwen ten opzichte van de geluiden uit de geografische eenheid, die altijd beter vertegenwoordigd zijn(operatie versus opleiden); - Versnippering leidt ertoe dat iedereen (alle afdelingen van eenheden) verantwoordelijk zijn met als gevolg dat niemand het is; - Ledenpotentieel versnippert over tien eenheden, doet afbreuk aan de herkenbaarheid van het eigen kader binnen de Politieacademie. 88 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

19 Het afdelingsbestuur heeft in de afgelopen verkiezingscampagne voor de OR binnen de totale Politieacademie een zichtbaar en herkenbaar geluid naar voren gebracht en daardoor acht van de vijftien zetels binnengehaald! In de periode tot aan het volgend congres kan de NPB zich (her)oriënteren op zijn bondsstructuur en het bestaansrecht van afdelingen onderzoeken. Is de Politieacademie eenmaal binnen de NP gepositioneerd, dan kan de NPB-afdeling Politieacademie zich in samenspraak met het oriënteren op welke wijze de belangen van de leden van de PA het beste gewaarborgd kunnen worden. CONGRESVOORSTEL 9B KLPD/Landelijke Eenheid AFDELINGSSTRUCTUUR NPB De afdeling KLPD/Landelijke Eenheid stelt het congres voor het op te dragen bij de hervorming van de afdelingsstructuur van de NPB de eenheidsstructuur van de Nationale Politie te volgen en dus niet te kiezen voor een eigen, puur geografische afdelingsstructuur. Op basis van artikel 21 van de statuten berust de bevoegdheid tot het oprichten, samenvoegen en opheffen van afdelingen bij het. Het bekendgemaakte voornemen van het om de huidige 28 afdelingen terug te brengen naar tien geografisch ingedeelde afdelingen is bij de leden van de huidige afdeling KLPD/ Landelijke Eenheid slecht gevallen. Wij pleiten voor het behoud van een verenigingsstructuur met specifieke afdelingen voor de leden die werkzaam zijn bij de Landelijke Eenheid, de Politieacademie en het Politiedienstencentrum. Volgens ons is het in het belang van de vereniging dat deze collega s zich op die manier erkend en vertegenwoordigd kunnen blijven voelen. Wij dringen er dan ook op aan dat de NPB dezelfde opbouw krijgt als de Nationale Politie en gaat bestaan uit dertien afdelingen: tien regionale afdelingen, een afdeling Politieacademie, een afdeling Politiedienstencentrum en een afdeling Landelijke Eenheid. n Preadvies Het adviseert het congres dit voorstel niet aan te nemen. Zoals blijkt uit ons eigen congresvoorstel voor de herinrichting van de afdelingen willen wij juist naar een verenigingsstructuur die zo veel mogelijk een eind maakt aan wij/zij-tegenstellingen. Een structuur die gericht is op het delen van belangen en het streven die samen zo goed mogelijk te verdedigen. En met samen bedoelen we dan niet alleen binnen de afdelingen, maar ook tussen de afdelingen onderling en tussen de afdelingen en de werkorganisatie. Dat vraagt uiteraard een flinke investering op het gebied van afstemming en coördinatie, vandaar ons voorstel om aan het standaard afdelingsbestuur een coördinerend bestuurslid toe te voegen (Congresvoorstel 22) en ons voornemen om voor de professionele begeleiding vijf fulltime buitendienstfunctionarissen in te zetten (zie amendement Congresvoorstel 2). CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

20 CONGRESVOORSTEL 10 OR-VERKIEZINGEN LANDELIJKE EENHEDEN Het stelt het congres voor in het Huishoudelijk Reglement vast te leggen dat de deelname aan OR-verkiezingen binnen de landelijk eenheden van de Nationale Politie wordt georganiseerd door het dagelijks bestuur van de NPB. Als congresvoorstel 9A wordt aangenomen, zijn de Landelijke Eenheid, de Politieacademie en het Politiedienstencentrum door de geografische inbedding geen aparte afdelingen meer, maar een zichtbaar onderdeel van de regionale afdelingen. In dat geval zal het dagelijks bestuur van de NPB voortaan de verkiezingen voor de medezeggenschap van deze landelijk georganiseerde eenheden op zich nemen. Uiteraard worden de leden die werkzaam zijn binnen de eenheden maximaal betrokken bij deze verkiezingen Bovenstaande vraagt een aanpassing van lid 4 van artikel 14 van het Huishoudelijk Reglement. OUD: Artikel 14 lid 4 HRR De ledenvergadering 4. Tot de bevoegdheden van de ledenvergadering behoren voorts: h. het vaststellen van de kandidatenlijsten voor verkiezing van leden voor medezeggenschapsorganen; i. het verkiezen van de afgevaardigden naar het congres en de bondsraad; j. het verkiezen van een lid en een plaatsvervangend lid in de delegatie die naast de bestuurder deelneemt aan de onderhandelingen in het regionaal georganiseerd overleg; k. het uit zijn functie ontheffen van een lid van het bestuur van de afdeling. Artikel 14 lid 4 HRR De ledenvergadering 4. Tot de bevoegdheden van de ledenvergadering behoren voorts: h. het vaststellen van de kandidatenlijsten voor verkiezing van leden voor medezeggenschapsorganen van de regionale eenheden; i. het bij het dagelijks bestuur van de NPB aanleveren van kandidaten voor medezeggenschapsverkiezingen in de landelijke eenheden; j. verkiezen van de afgevaardigden naar het congres en de bondsraad; k. het uit zijn functie ontheffen van een lid van het bestuur van de afdeling. Midden- en West-Brabant De afdeling Midden- en West-Brabant stelt voor in lid 4 van artikel 14 van het HHR vast te leggen dat de OR-verkiezingen binnen de landelijke eenheden van de Nationale Politie indien nodig worden georganiseerd door het van de NPB. 90 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN

21 Artikel 14, lid 4 HRR De ledenvergadering 4. Tot de bevoegdheden van de ledenvergadering behoren voorts: h. het vaststellen van de kandidatenlijsten voor verkiezing van leden voor medezeggenschapsorganen van de regionale eenheden; i. het bij het van de NPB aanleveren van kandidaten voor medezeggenschapsverkiezingen in de landelijke eenheden; j. verkiezen van de afgevaardigden naar het congres en de bondsraad; k. het uit zijn functie ontheffen van een lid van het bestuur van de afdeling. Welk verenigingsorgaan stelt de kandidatenlijst vast bij OR-verkiezingen binnen eenheden waarvoor de NPB geen eigen afdeling heeft? Dat dient geen taak van het dagelijks bestuur van de NPB te zijn, maar van het als geheel. Amendement 2 vtspn De afdeling vtspn stelt voor het HRR zo te wijzigen dat in de beschreven situatie de bondsraad de kieslijst bij de OR-verkiezingen binnen een landelijke eenheid vaststelt en het dagelijks bestuur van de NPB het ondersteunen van de verkiezingen op zich neemt. Dit congresvoorstel wil het vaststellen van de kandidatenlijsten bij OR-verkiezingen voor landelijke eenheden regelen, ervan uitgaande dat er voor die eenheden geen aparte NPBafdeling meer is. Mocht voorstel 9A worden aangenomen nadat het door de vtspn ingediende amendement is verworpen, dan ontstaat die situatie. In dat geval moet een centrale instantie van de NPB de kieslijst vaststellen. Dat behoort te gebeuren op een manier die overeenkomt met de manier waarop dat ten behoeve van de geografische eenheden gebeurt en die recht doet aan het democratische karakter van onze vereniging. CONGRESVOORSTEL 11 ZITTINGSTERMIJN HOOFDBESTUURDERS Het stelt het congres voor de maximale zittingstermijn van een der in dezelfde functie vast te stellen op maximaal twee achtereenvolgende congresperioden van vier jaar/drie achtereenvolgende congresperioden van drie jaar. Aan de huidige zittingstermijn in het is geen maximale termijn verbonden. Na afloop van de periode van drie jaar zijn aftredende leden terstond herkiesbaar. Het streeft ernaar om bij het maken van beleid vernieuwend te zijn. Dit kan volgens het alleen maar worden bereikt als er frequent sprake is van nieuw bloed en nieuwe ideeën. Daar staat tegenover dat continuïteit en kennis van de historie net zo belangrijk zijn voor het functioneren van de NPB. Deze stabiliteit wordt mede gewaarborgd door de jarenlange stabiele werkorganisatie van de NPB/FNV Veiligheid. Het wil de maximale zittingsperiode op twee congresperioden stellen, waarbij we ervan uitgaan dat het congres voortaan eens in de vier jaar wordt gehouden overeenkomstig congresvoorstel 3. De maximale termijn wordt dan acht jaar per functie, zodat vernieuwing en verjonging kunnen worden gerealiseerd. Blijft de congresfrequentie eens in de drie jaar, dan stellen we een maximum van drie congresperioden voor. CONGRESVOORSTELLEN NPB-CONGRES

22 Deze maximale termijn geldt per sfunctie. Dat wil zeggen dat als een bezoldigd bestuurder van functie wisselt de termijn van acht jaar opnieuw gaat lopen. Dat is ook het geval als een onbezoldigd lid wordt gekozen als bezoldigd slid. Beoogde ingangsdatum is het congres van Kandidaten die op dat moment de maximale periode van acht jaar nog niet hebben bereikt kunnen zich herkiesbaar stellen voor het congres van OUD: Artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 2. De leden van het worden gekozen voor een periode van drie jaar. Aftredende leden zijn terstond herkiesbaar. Een slid, benoemd in een tussentijdse vacature, treedt af als de zittingsperiode van degene die hij is opgevolgd, eindigt. Artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 2. De leden van het worden gekozen voor een congresperiode. Aftredende leden zijn terstond herkiesbaar in dezelfde functie, met een maximum van één [of twee] aansluitende congresperiode[n]. Een slid, benoemd in een tussentijdse vacature, treedt af als de zittingsperiode van degene die hij is opgevolgd, eindigt. Deze zittingsperiode telt echter niet mee voor de maximale zittingstermijn van twee [of drie] congresperiodes. Brabant Zuid-Oost De afdeling Brabant Zuid-Oost stelt voor de tekst van lid 2 van artikel 18 van de statuten te veranderen met inachtneming van de verschillende positie van bezoldigde en onbezoldigde ders. Artikel 18 Statuten Benoemen, aftreden, ontslag van leden van het 2. De leden van het worden gekozen voor een congresperiode. Een lid dat wordt benoemd in een tussentijdse vacature treedt af aan het einde van de zittingsperiode van degene die hij opvolgt. Aftredende leden zijn terstond herkiesbaar in dezelfde functie, waarbij voor onbezoldigde leden een maximum geldt van één aansluitende congresperiode. Een zittingsperiode ter vervulling van een tussentijdse vacature telt niet mee voor de maximale zittingstermijn van twee congresperiodes. Wij vinden dat onderscheid gemaakt moet worden tussen bezoldigde en onbezoldigde ders. Bezoldigde ders worden na een zorgvuldige selectie voorgedragen en dan gaat het over een baan die in het levensonderhoud moet voorzien. Het gevaar bestaat dat de voorgestelde restrictie in de toekomst zal leiden tot minder gekwalificeerde kandidaten. We vinden dat zo n constructie een vakbond niet siert. Ook als de congresperiode drie jaar blijft vinden wij een maximum van twee zittingsperiodes voor onbezoldigde ders nodig om de gewenste vernieuwing te realiseren. 92 NPB-CONGRES 2014 CONGRESVOORSTELLEN