VERSLAG.OVER DE TOESTAND DER OEVERS E^ ' ii.li»' iii 1.-..I..M...III. É.. w.1» Il '.^..Il' -' vm'v^' - " I

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG.OVER DE TOESTAND DER OEVERS E^ ' ii.li»' iii 1.-..I..M...III. É.. w.1» Il '.^..Il' -' vm'v^' - " I"

Maurits Tobias Vedder
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 VERSLAG.OVER DE TOESTAND DER OEVERS E^ ' ii.li»' iii 1.-..I..M...III. É.. w.1» Il '.^..Il' -' vm'v^' - " I STRANDEN IN ZEELAND VII. Schouwen Duiveland. Oeye;r lang;s het Brouwershavensche Gat en de GrevellnRen. A, Oever lang;s het Brouwershavensche Gat, van Renesse tot het Qssehoofd, (overzichtsbladj oevergrafieken bladen 1 en 2) 1. De hoofdgeul van het zeegat van Brouwershaven, het Brouwershavensche Gat, loopt hier dicht onder de oever. In het westen vindt deze stroom voldoende geleiding tegen de vaste punten voor de haven van Scharendijke (Schalkwijksnol en Kloosternól), en de nol van Oost Repart, de resten van oude bestortlngen van de nol van West Repart, en langs de bezonken koppen van een aantal strandhoofden op het Noorderstrand van het V/aterschaji Schouwen. De oever blijft langs dit gedeelte reeds geruime tijd in betrekkelijk evenwicht, (oevergrafieken, blad 1) 2. Tussen het awaar verdedigde Ossehoofd met in het westen de daarop aansluitende ca, 5OO m lange onderzese oeververdediging en de reeds genoeimde nol van West Repart ligt ruim 2 km onverdedigde oever welke zwaar wordt aangevallen. De stroom is hier - sinds Hogerwaard in IÖ9Ö zijn beduchtheid voor dit oevervak uitsprak - zoveel verder naar de dijk opgedrongen, dat het zeer de vraag is of de waterkering hier nu nog door uitbreiding van het stelsel vaste punten zeker kan worden gesteld, Vi/aarschijnlijk zal over de lengte van ca m tot een aaneengesloten oeververdediging moeten worden overgegaan - vooral indien nog veel langer met ingrijpen wordt getalmd - tenzij men bereid is op de duur enig polderland prijs te geven en een inlaagdijk bouwt, (oevergrafieken, blad 2) Qever, van het Ossehoofd. tot de Hoek van Bommenede. "" (overzichtsblad, oevergrafieken bladen 3 en k) 3. De smalle geul langs dit oevervak, welke toegang biedt tot Brouwershaven vormde vroeger - in de löe eeuw -

2 ^ 2 - een ernstige bedreiging voor de waterkering, zodat raen zelfs enkele mislukte pogingen ondernam om deze geul af te dammen of te beteugelen (bij dijkpaal 25 van het district Brouwershaven van het waterschap Schouwen en bij dijkpaal 6 van het waterschap Nieuw Bommenede). Later, op het eind van de 19e eeuw, heeft men nog ten westen van eerstgenoemde afdamming een steenbestorting aangebracht tegen de holle oever bij de havengeul naar Brouwershaven, (oevergrafieken, blad 3) il-. Hoewel de geul in de laatste tientallen Jaren voor het district Brouwershaven over het algemeen nog iets verruimde - waarbij b.v. de bovengenoemde bestorting o.a, in raai 6 ca. 5 m gezakt is - is haar ligging toch betrekkelijk stabiel te noemen, en loopt de veiligheid van de oever geen gevaar. Er is geen reden om tot verbetering of uitbreiding van de bestaande oeverwerken over te gaan. 5. De toestand van het brede drerapelgebied tussen deze geul en de Grevelingen is veel wisselvalliger, doch mogelijk te achten veranderingen kunnen bij de tegenwoordige situatie - een zeer breed voorland - geen gevaar voor de daarlangs gelegen waterkering opleveren, (oevergrafieken, blad 4) Oever lan^s de Grevelingen, van de Hoek van Bommenede tot de -Hoe^ van de Stoofpolder. (overzichtsblad, oevergrafieken, bladen 5-7) 6. De oever langs de Grevelingen behoefde alleen langs de schaardijk van de Dreischorpolder verdedigd te worden. De hier op het eind der vorige eeuw aangebrachte onderzeese oeververdediging, gelegen tussen de dijkpalen 16 en 31 houdt goed stand, de stroom vindt hier blijkbaar voldoende geleiding en weerstand. 7. De geringe inscharing van de geul ten westen van de genoemde oeverwerken voor de polder Dreischor, o.a, in de raaien 1 en 4, behoeft nog niet te verontrusten; hier is nog ruim voldoende voorland aanwezig, terwijl de schaardijk door deze achteruitgang - nog - niet noemenswaard sterker aan de stroom is blootgesteld, {oevergrafieken, blad 5)

3 Ö. Ook elders langs deze oever worden de dijken door een breed voorland beschermd. 9, Voor de polder Oost er»-en Sirjansland is dit voorland - althans sinds begin der peilingen - geleidelijk verlaagd, hetgeen hier tot een landwaarts opdringen van do laagwaterlljn leidde, zodat deze thans de dijksteen op enkele plaatsen dicht is genaderd. Dit proces schijnt echter de laatste tijd tot stilstand te komen; het werd overigens enigermate gecompenseerd door een gelijktijdige verwijdering van de geul uit de oever (verloop van de 5 m lijn), waardoor de vlakke vooroever breder is geworden, (oevergrafieken,, bladen 6 en 7) 10< De sterke achteruitgang van de oever tussen 'de haven van Bruinisse en de hoek van de Stoofpolder, welke tientallen jaren heeft geduurd, is in het oosten reeds geruime tijd tot staan gekomen. Voor de havendam dringt de geul nog op, doch vindt ook hier nog ruim voldoende voorland. (oevergrafieken, blad 7) Vlissihgen, Maart 19^2 De hoofdingenieur, (ir H,A. Ferguson)

4 LIJST VAN BIJLAGEN Overzichtsblad Schouwen Duiveland Oever langs het Brouwershavensche Gat en de Grevelingen Formaat en stamboek No A3.5.f- ^*'> Blad No Oever?yrafieken Formaat, en stamboek No 1 ^ Pr. Oosteren Ban(R.W. ) en Wp, ' A Schouwen, District Noorderstrand Z Wp, Schouwen, Districten A6.50,3I9 Scharendijke en Langendijk 3 Wp. Schouwen, Districten A4o Langendijk en Brouwershaven en Pr,. Borrenbrood 4 Wp, Schouwen, District Brouwers- A6.51.4Ö6 haven, Pr, Borrenbrood en Wp. Nw. Bommenede 5 Wp. Nw, Bommenede, Zonnemairepr, en Dreischorpolder A7.51.4Ö5' 6 Dreischorpolder en Wp, Oosteren Sir Jansland A4.51.4Ö4 7 Wp. Ooster- en Sir Jansland en Cal, Wp. Bruinisse A6.51,403

Vergelijkbare documenten

RECENTE EN TE VERWACHTEN ONTWIKKELING

RIJKSWATERSTAAT STUDIEDIENST VLISSINGEN MEMO 74.6 rijkswaterstaat dienst getljdewateron bibliotheek gronsdlorsweg 31-4338 PG RECENTE EN TE VERWACHTEN ONTWIKKELING van het oevergedeelte bij de Zuidbout