RUP Zonevreemde woningen en functies stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Oostkamp September 2016

Transcriptie

1 RUP Zonevreemde woningen en functies stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Oostkamp September 2016

2

3 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Dit RUP vervangt de bestemming of vult de bestemmingen aan van het gewestplan Brugge-Oostkust (K.B. 7 april 1977 en latere wijzigingen). De voorschriften opgenomen in dit RUP vervangen de algemene voorschriften van het gewestplan of vullen deze verder aan. VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART.1.: ALGEMENE BEPALINGEN a. Bestaande gebouwen Aan bestaande vergunde of vergund geachte woningen of gebouwen die in strijd zijn met de voorschriften van dit RUP, kunnen stabiliteitswerken en verbouwingswerken uitgevoerd worden. Bij uitbreidingen of herbouwen gelden de voorschriften van dit RUP. Bij herbouw van bestaande woningen en gebouwen kan afgeweken worden van de bestaande voorbouwlijn rekening houdende met de lokale goede ruimtelijke ordening of indien de woning getroffen is door een rooilijn. De bestaande vergunde activiteiten/functies kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten/functies moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP. b. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu-technische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu-technische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. c. Afvalwater Stedenbouwkundige aanvragen voor woningen of gebouwen aangemeld als individueel te optimaliseren volgens de zoneringsplannen worden afgeleverd op voorwaarde dat de aanvrager het afvalwater van het gebouw en/of de woning aansluit op een individuele afvalwaterbehandeling (IBA). BIJKOMENDE TOELICHTING EN VERDUIDELIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Deze algemene bepalingen zijn van toepassing op alle bestemmingszones binnen de perimeter van dit RUP. Dit omvat eveneens de rooilijnen zoals vastgesteld in de stedenbouwkundige verordening inzake voorbouwlijn zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 23 januari Het betreft de zoneringsplannen opgesteld door de Vlaamse Milieumaatschappij. 1

4 ART.2.: ZONEVREEMDE WONINGEN IN WOONLINTEN OF WOONKORRELS De bestemming wonen van deze zone geldt als aanvulling op de bestaande grondkleur van het gewestplan. De bestemming volgens het gewestplan blijft gelden. Binnen de aangeduide perimeter zijn bepaalde werken, handelingen en functiewijzigingen toegelaten. De toegelaten nevenbestemmingen aansluitend op een aanwezige hoofdzakelijk vergunde woonfunctie worden bepaald in de specifieke zonevoorschriften. De algemene voorwaarden voor de nevenbestemmingen zijn: de woonfunctie is aanwezig en hoofdzakelijk vergund binnen het gebouw of gebouwencomplex de nevenbestemmingen zijn enkel toegelaten binnen de hoofdzakelijk vergunde gebouwen indien de nevenfunctie is voorzien in het woongebouw, wordt het volume ingenomen door deze functie gerekend bij het totale volume van het woongebouw de nevenbestemmingen kunnen enkel worden toegestaan indien het gebouw of gebouwencomplex bouwfysisch geschikt is voor de nieuwe functie. Een gebouw of gebouwencomplex is bouwfysisch geschikt voor een nieuwe functie als aan het gebouw of gebouwencomplex geen ingrijpende werken dienen uitgevoerd te worden voor de nieuwe functie. Daarmee wordt bedoeld dat de functie gerealiseerd kan worden als de bestaande structuur van het gebouw grotendeels benut en gevaloriseerd, waarbij het gebouw aangepast kan worden aan hedendaagse comfort-, energieof milieueisen. het uitbreiden van het hoofdzakelijk vergund volume van de bijgebouwen in functie van de nevenfunctie is niet toegelaten. De maximale vloeroppervlakte geldt voor alle nevenbestemmingen samen. De oppervlaktes kunnen niet voor verschillende nevenfuncties gecumuleerd worden. De vloeroppervlakte van de woonbestemming dient eveneens groter te zijn dan de vloeroppervlakte van de nevenbestemming. Deze inrichtingsprincipes zijn enkel van toepassing bij hoofdzakelijk vergunde gebouwen met een residentiële functie binnen het plangebied, de erbij horende woningenbijgebouwen en de huiskavel. Bij het verbouwen, herbouwen en uitbreiden van de zonevreemde woningen dient met volgende inrichtingsprincipes rekening gehouden te worden: De bestaande woningen kunnen uitbreiden tot een maximaal volume van 1.000m³, indien het bestaande bouwvolume meer dan 1.000m³ bedraagt, is het maximale volume van de herbouwde woning beperkt tot 1.000m³. Het aantal woongelegenheden kan niet vermeerderd worden met uitzondering van het zorgwonen. Bij herbouw dient het grondoppervlak van de nieuwe woningen voor 3/4 de te overlappen met het grondoppervlak van de bestaande hoofdzakelijk vergunde woning. Hiervan kan worden afgeweken in het kader van een goede lokale ruimtelijke ordening, of indien de woning getroffen wordt door een rooilijn. Dit omvat eveneens de rooilijnen zoals vastgesteld in de stedenbouwkundige verordening inzake voorbouwlijn 2

5 Per woonkavel mogen bijgebouwen met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 40 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 30 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw horende tot de woonkavel waarop de bijgebouwen betrekking hebben. Het bouwvolume van het bijgebouw dient worden gerekend bij het totale bouwvolume indien het bijgebouw fysiek aansluit op het hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de perceelsgrenzen of tot op de perceelsgrens. Bestaande losstaande bijgebouwen niet conform de voorschriften van voorliggend RUP kunnen verbouwd worden binnen het bestaande volume of herbouwd worden tot het hoofdzakelijk vergund volume, in geval van vernietiging door vreemde oorzaak. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Specifieke voorschriften categorie I Als nevenbestemming zijn volgende functies toegelaten aansluitend op een aanwezige vergunde woonfunctie: Kantoor- en dienstenfunctie met een max. vloeroppervlakte van 100 m² Handelsfunctie met een max. vloeroppervlakte van 100 m² bestemd als bruto-verkoopsruimte Horecafunctie: hierbij is de oppervlakte bestemd voor restaurant en/of café beperkt tot 100 m²; daarnaast kunnen tot max. 8 tijdelijke verblijfseenheden voorzien worden. Opslag van allerlei goederen en materialen waarbij max. 100 m² vloeroppervlakte mag aangewend worden voor het occasioneel bewerken van materialen. Landbouwaanverwante activiteiten: para-agrarische bedrijven, een paardenhouderij, een manège, een dierenasiel, een dierenpension, een dierenartsenpraktijk, jeugdlogies, een tuinaanlegbedrijf, een kinderboerderij, een centrum voor dierentherapie of een instelling waar personen al dan niet tijdelijk verblijven en bij wijze van therapie, onderwijs, opleiding of voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt landbouwactiviteiten of aan de landbouw verwante activiteiten uitoefenen, telkens met inbegrip van de gedeelten van het gebouw of gebouwencomplex die worden aangewend voor ondergeschikte functies (handel, horeca, kantoorfunctie of diensten) die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie. De volledige vloeroppervlakte die door de eventuele ondergeschikte functies (zowel binnen het hoofdgebouw als binnen de bijgebouwen) in beslag genomen wordt, ten hoogste gelijk is aan 100 m². De nevenbestemming kan ingericht worden in het hoofdgebouw of in een bij inwerking treding van dit RUP bestaand vergund of vergund geacht bijgebouw. De nevenbestemming kan slechts toegelaten worden indien voldaan is aan volgende randvoorwaarden: De activiteiten blijven beperkt tot het lokale niveau; zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 23 januari Binnen de maximale totale grondoppervlakte dienen ook de bestaande bijgebouwen meegerekend te worden. Onder bruto-verkoopsruimte wordt begrepen: de kassa s, gangpaden, binnen- én buitenverkoopsruimte; maar niet de magazijnen voor opslag, parking of kantoorruimte in functie van de handelszaak. De oppervlakte van horeca houdt in: verbruiksruimte, keuken, sanitair klanten. De parkeerruimte en opslagruimte is hierbij niet inbegrepen. 3

6 De activiteit heeft een beperkt verkeersgenererend karakter; De activiteit is niet-hinderlijk voor de omliggende woningen. Specifieke voorschriften categorie II In aanvulling op de grondkleur is de woonfunctie toegelaten binnen hoofdzakelijk vergunde woningen. Als nevenbestemming zijn volgende functies toegelaten aansluitend op een aanwezige vergunde woonfunctie: Kantoor- en dienstenfunctie met een max. vloeroppervlakte van 100 m² Horecafunctie: bestaande uit max. 8 tijdelijke verblijfseenheden met uitzondering van enige vorm van restaurant of café; Opslag van allerlei goederen en materialen. Landbouwaanverwante activiteiten: para-agrarische bedrijven, een paardenhouderij, een manège, een dierenasiel, een dierenpension, een dierenartsenpraktijk, jeugdlogies, een tuinaanlegbedrijf, een kinderboerderij, een centrum voor dierentherapie of een instelling waar personen al dan niet tijdelijk verblijven en bij wijze van therapie, onderwijs, opleiding of voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt landbouwactiviteiten of aan de landbouw verwante activiteiten uitoefenen, telkens met inbegrip van de gedeelten van het gebouw of gebouwencomplex die worden aangewend voor ondergeschikte functies (handel, horeca, kantoorfunctie of diensten) die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie. De volledige vloeroppervlakte die door de eventuele ondergeschikte functies (zowel binnen het hoofdgebouw als binnen de bijgebouwen) in beslag genomen wordt, ten hoogste gelijk is aan 100 m². De nevenbestemming kan ingericht worden in het hoofdgebouw of in een bij inwerking treding van dit RUP bestaand vergund of vergund geacht bijgebouw. 4

7 ART.3.: VERSPREIDE ZONEVREEMDE WONINGEN IN KWETSBARE OPEN RUIMTE De bestemming van deze zone geldt als aanvulling op de bestaande grondkleur van het gewestplan. De bestemming volgens het gewestplan blijft gelden. Binnen de aangeduide perimeter zijn bepaalde werken, handelingen toegelaten. In aanvulling op de grondkleur is de woonfunctie toegelaten binnen hoofdzakelijk vergunde niet verkrotte woningen. Er zijn geen nevenfuncties toegelaten. Specifieke voorschriften categorie V Deze inrichtingsprincipes zijn enkel van toepassing bij hoofdzakelijk vergunde niet verkrotte gebouwen met een residentiële functie binnen het plangebied, de erbij horende woningenbijgebouwen en de huiskavel. Bij het verbouwen, herbouwen en uitbreiden van de zonevreemde woningen dient met volgende inrichtingsprincipes rekening gehouden te worden: De bestaande woningen kunnen uitbreiden met 20% t.o.v. vergund volume bij inwerkingtreding van dit RUP tot max. 750m³, indien het bestaande bouwvolume minder dan 750 m³ bedraagt. Herbouwen is toegelaten tot het hoofdzakelijk vergund volume indien deze < m³ bedraagt. Bij een hoofdzakelijk vergund volume > m³ is het volume van herbouw beperkt tot m³. Het aantal woongelegenheden kan niet vermeerderd worden met uitzondering van het zorgwonen. Bij herbouw dient het grondoppervlak van de nieuwe woningen voor 3/4 de te overlappen met het grondoppervlak van de bestaande hoofdzakelijk vergunde woning. Hiervan kan worden afgeweken in het kader van een goede lokale ruimtelijke ordening, of indien de woning getroffen wordt door een rooilijn. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven bij herbouw. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume Per woonkavel mag één bijgebouw met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 25 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 15 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw horende tot de woonkavel waarop de bijgebouwen betrekking hebben. Het bouwvolume van het bijgebouw dient worden gerekend bij het totale bouwvolume indien het bijgebouw fysiek aansluit op het hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de Binnen de maximale totale grondoppervlakte dienen ook de bestaande bijgebouwen meegerekend te worden. 5

8 perceelsgrenzen of tot op de perceelsgrens. Voor het oprichten van het bijgebouw is geen bijkomende ontbossing toegestaan. Bestaande losstaande bijgebouwen niet conform de voorschriften van voorliggend RUP kunnen verbouwd worden binnen het bestaande hoofdzakelijk vergund volume of herbouwd worden tot het hoofdzakelijk vergund volume, in geval van vernietiging door vreemde oorzaak. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. Specifieke voorschriften categorie VI Deze inrichtingsprincipes zijn enkel van toepassing bij hoofdzakelijk vergunde niet verkrotte gebouwen met een residentiële functie binnen het plangebied, de erbij horende woningenbijgebouwen en de huiskavel. Bij het verbouwen, herbouwen en uitbreiden van de zonevreemde woningen dient met volgende inrichtingsprincipes rekening gehouden te worden: Uitbreiden is niet toegelaten. Herbouwen is toegelaten tot het hoofdzakelijk vergund volume indien deze < m³ bedraagt. Bij een hoofdzakelijk vergund volume > m³ is het volume van herbouw beperkt tot m³. Het aantal woongelegenheden kan niet vermeerderd worden met uitzondering van het zorgwonen. Bij herbouw dient het grondoppervlak van de nieuwe woningen voor 3/4 de te overlappen met het grondoppervlak van de bestaande hoofdzakelijk vergunde woning. Hiervan kan worden afgeweken in het kader van een goede lokale ruimtelijke ordening, of indien de woning getroffen wordt door een rooilijn. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven bij herbouw. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume Bestaande bijgebouwen niet conform de voorschriften van voorliggend RUP kunnen verbouwd worden binnen het bestaande hoofdzakelijk vergund volume. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. 6

9 ART.4.: LAAGDYNAMISCHE ZONE VOOR WONEN Bestemming Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder aan het wonen verwante activiteiten worden verstaan: handel, horeca, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene ruimten en openbare verharde ruimten, socioculturele voorzieningen en recreatieve voorzieningen. Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: De relatie met de in de omgeving aanwezige functies; De invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; De relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen; De bestaande of gewenste woondichtheid; De inpassing in de omgeving. Bijkomend moet minstens aan volgende voorwaarden worden voldaan: Voor woningen: Het aantal woongelegenheden op perceelsniveau mag niet toenemen m.u.v. het zorgwonen. De woning dient worden opgericht op 6,00 m van de rooilijn, de maximale bouwdiepte bedraagt 20,00 m op het gelijkvloers en 15,00 m op de verdieping. De woningen bestaan uit open of halfopen bebouwing bestaande uit max. twee bouwlagen + eventueel een hellend dak. De bouwvrije afstand tot de laterale perceelsgrenzen bedraagt minstens 3,00 m; behalve bij de gemeenschappelijke muur voor halfopen bebouwing. Bijgebouwen in de achtertuin kunnen worden opgericht op 1,0 m van de perceelsgrens of tot op de perceelsgrens indien gekoppeld met een vergelijkbaar bijgebouw op het terrein van de aanpalende eigenaar. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Voor aan woningen verwante functies: De maximale vloeroppervlakte in functie voor aan wonen verwante functies bedraagt 150 m². Categorie gebiedsaanduiding: 1.1 Woongebied De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. Onder wonen wordt begrepen: woningen en de bijhorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, hobbylandbouw. Wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan wonen verwante activiteiten zijn evenwaardig of nevengeschikt. Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft (dit geldt voor alle toegelaten activiteiten, ook het wonen). De te beschouwen omgeving is afhankelijk van de voorgestelde ingreep. Met inpassing in de omgeving wordt bedoeld de inplanting, het reliëf en de bodemgesteldheid, het bouwvolume en het uiterlijk. 7

10 ART.5.: ZONE VOOR RESTAURANT/CAFÉ Deze zone is bestemd voor de functies van restaurant of café. Als nevenbestemming is wonen en een toeristisch logies met maximaal acht tijdelijke verblijfsgelegenheden toegelaten. Bestemmingscategorie: wonen Algemeen inrichtingsvoorschrift: Bij elke horecazaak kan een terrasconstructie van 100 m² voorzien worden. Dit terras kan een permanente constructie zijn, maar steeds onder een open vorm. Bij een gesloten constructie dient het volume gerekend te worden bij het maximaal toegelaten volume van het gebouw. Deelzone A De bebouwing dient worden gerealiseerd binnen de aangeduide zone in overdruk. Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie en herbouw toegelaten. Een capaciteitsuitbreiding van het restaurant wordt niet toegelaten. Het volume kan enkel uitgebreid vanuit de noodzaak om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Binnen de zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van het bedrijfsgebouw. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven bij herbouw. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume Bij het hoofdgebouw mag één bijgebouw met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 40 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 30 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de perceelsgrenzen. Het parkeren dient op eigen terrein opgevangen te worden. Bij een stedenbouwkundige aanvraag tot wijziging of uitbreiding van de horecazaak of van de parkeerruimte, dient een parkeernota gevoegd te worden, die de nood t.o.v. het huidige of nieuwe aanbod afweegt. De parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. Een uitbreiding van de parkeergelegenheid kan enkel toegestaan worden indien het groene en landelijke karakter van de horecazaak behouden blijft. De onverharde en groene ruimte moet primeren boven de parkeerruimte. Kampveldhoeve Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS kan een capaciteitsuitbreiding niet toegelaten worden. Enkel een uitbreiding om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. 8

11 De horecazaak dient landschappelijk worden afgeschermd door middel van een streekeigen groenafsluiting, met uitzondering naar de straatzijde. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte, met uitzondering voor de parking die volledig door middel van een streekeigen inheemse haag wordt afgeschermd. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. Slechts één lichtgevende publiciteitsinrichting in functie van de zaak is toegelaten aan de voorgevel van het hoofdgebouw. Deze is beperkt tot max. 4 m². Deelzone B Als nevenbestemming is de functie van feestzaal/vergaderzaal toegelaten. t Merelnest Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie en herbouw toegelaten. Een capaciteitsuibreiding is enkel mogelijk binnen het bestaande vergunde volume. Het volume kan enkel uitgebreid vanuit de noodzaak om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Binnen de zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van het bedrijfsgebouw. Bij herbouw dient het grondoppervlak van de bebouwing voor 3/4 de te overlappen met het grondoppervlak van de bestaande hoofdzakelijk vergunde bebouwing. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven bij herbouw. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume Bij het hoofdgebouw mag één bijgebouw met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 40 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 30 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de perceelsgrenzen. De horecazaak dient landschappelijk worden afgeschermd naar de aanliggende open ruimte. Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS is een capaciteitsuitbreiding toegelaten. Vermits het gebouw reeds groter is dan 1000 m³ kan de uitbreiding enkel binnen het bestaande volume toegelaten worden. Een volume uitbreiding is enkel toegelaten om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. 9

12 Deelzone C Het parkeren dient op eigen terrein opgevangen te worden. Bij een stedenbouwkundige aanvraag tot wijziging of uitbreiding van de horecazaak of van de parkeerruimte, dient een parkeernota gevoegd te worden, die de nood t.o.v. het huidige of nieuwe aanbod afweegt. De parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. Een uitbreiding van de parkeergelegenheid kan enkel toegestaan worden indien het groene en landelijke karakter van de horecazaak behouden blijft. De onverharde en groene ruimte moet primeren boven de parkeerruimte. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. Ten opzichte van de Rivierbeek, dient een streekeigen groenscherm in functie van visuele inbuffering worden voorzien. Dit dient aangelegd te worden in de vorm van een houtkant. Bij stopzetting van de horecafunctie kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. De bebouwing dient worden gerealiseerd binnen de aangeduide zone in overdruk. Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie en herbouw toegelaten. Uitbreiding van het volume i.k.v. het realiseren van een capaciteitsuitbreiding is mogelijk voor zover dit beperkt blijft tot 50% van het bestaande volume met een maximum van 1000m³. Deze beperking geldt niet in de uitbreiding noodzakelijk is om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Binnen de zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van het bedrijfsgebouw. Bij het hoofdgebouw mag één bijgebouw met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 40 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 30 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de perceelsgrenzen. Het parkeren dient op eigen terrein opgevangen te worden. Bij een stedenbouwkundige aanvraag tot wijziging of uitbreiding van de horecazaak of van de parkeerruimte, dient een parkeernota gevoegd te worden, die de nood t.o.v. het huidige of nieuwe aanbod afweegt. De parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. Ter Daele Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS is een capaciteitsuitbreiding toegelaten. Cfr. het PRS is deze beperkt tot 50% met een max. van 1000m³. Daarnaast is een uitbreiding toegelaten om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. 10

13 Bij stopzetting van de horecafunctie kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. Deelzone D De bebouwing dient worden gerealiseerd binnen de aangeduide zone in overdruk. Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie en herbouw toegelaten. Uitbreiding van het volume i.k.v. het realiseren van een capaciteitsuitbreiding is mogelijk voor zover dit beperkt blijft tot 50% van het bestaande volume met een maximum van 1000m³. Deze beperking geldt niet in de uitbreiding noodzakelijk is om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Binnen de zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van het bedrijfsgebouw. Bij het bedrijfsgebouw mag één bijgebouw met een max. gezamenlijke totale grondoppervlakte van 40 m² en nokhoogte van max. 3,00m worden voorzien binnen een straal van 30 m van het hoofdzakelijk vergunde hoofdgebouw. Dit bijgebouw wordt opgericht in hout of in dezelfde materialen als het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt opgericht op minstens 1,00m van de perceelsgrenzen. Het parkeren dient op eigen terrein opgevangen te worden. Bij een stedenbouwkundige aanvraag tot wijziging of uitbreiding van de horecazaak of van de parkeerruimte, dient een parkeernota gevoegd te worden, die de nood t.o.v. het huidige of nieuwe aanbod afweegt. De parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Bij stopzetting van de horecafunctie kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. Vogelzang Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS is een capaciteitsuitbreiding toegelaten. Cfr. het PRS is deze beperkt tot 50% met een max. van 1000m³. Daarnaast is een uitbreiding toegelaten om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. Deelzone E Als nevenbestemming is de functie van feestzaal/vergaderzaal toegelaten. Cowboy Up Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie toegelaten. Een capaciteitsuibreiding is enkel mogelijk binnen het bestaande vergunde volume. Het volume kan enkel uitgebreid vanuit de noodzaak om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS is een capaciteitsuitbreiding toegelaten. Vermits het gebouw reeds groter is dan 1000 m³ kan de uitbreiding enkel 11

14 brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). De bebouwing dient worden gerealiseerd in de zone aangeduid in overdruk. Binnen de zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van de bedrijfsgebouwen. Een uitbreiding van het volume i.f.v. de bedrijfswoning is niet mogelijk. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume De ontsluiting van de horecazaak gebeurt via 1 gebundelde ontsluiting op de Kortrijksestraat. Het parkeren dient volledig op eigen domein worden opgevangen. De parking heeft een maximale oppervlakte van 1000 m² en dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. Een bijkomende occasioneel te gebruik parking kan max. 60 dagen per jaar aangewend worden. Deze mag niet groter zijn dan 1000 m², mag niet worden verhard en dient voor het overig gebruikt te worden als weide. Ze dient ontsloten te worden via de permanente parking en niet rechtstreeks op de Lariksdreef. Het groene en landelijke karakter van de horecazaak dient behouden te blijven. De onverharde en groene ruimte moet primeren boven de parkeerruimte. De parkeerzones dienen landschappelijk worden afgeschermd door middel van een streekeigen groenafsluiting. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. binnen het bestaande volume toegelaten worden. Een volume uitbreiding is enkel toegelaten om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. 12

15 ART.6.: ZONE VOOR SOCIALE HORECA De bestemming van deze zone geldt als aanvulling op de bestaande grondkleur van het gewestplan. De bestemming volgens het gewestplan blijft gelden. Binnen de aangeduide perimeter zijn bepaalde werken, handelingen toegelaten. t Roodhof In aanvulling op de grondkleur is de bestemming van horeca met inbegrip van feestzaal en verblijf toegelaten mits deze gekoppeld is aan sociale functie zijnde een instelling waar personen al dan niet tijdelijk verblijven en bij wijze van therapie, onderwijs, opleiding of voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt horeca-activiteiten beoefenen. Bij het wegvallen van deze koppeling vervalt de bestemming van horeca en verblijf. Algemeen inrichtingsvoorschrift: Bij elke horecazaak kan een terrasconstructie van 100 m² voorzien worden. Dit terras kan een permanente constructie zijn, maar steeds onder een open vorm. Bij een gesloten constructie dient het volume gerekend te worden bij het maximaal toegelaten volume van het gebouw. Het behoud van de erfgoedwaarde laat deze horecafunctie toe zolang deze gekoppeld is aan de sociale functie. Indien de koppeling wegvalt, herneemt de bestemming van de grondkleur. Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen en renovatie toegelaten. Herbouw van het hoofdzakelijk vergund volume is enkel toegelaten bij vernietiging door vreemde oorzaak. Een capaciteitsuitbreiding van de horecazaak wordt niet toegelaten. Het volume kan enkel uitgebreid vanuit de noodzaak om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Het verblijfscentrum mag max. 60 personen huisvesten, al of niet met overnachting. Bij herbouw dient het grondoppervlak van de bebouwing voor 3/4 de te overlappen met het grondoppervlak van de bestaande hoofdzakelijk vergunde bebouwing. Het karakter en de verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing dient behouden te blijven. Hiermee wordt bedoeld: Gelijkaardige lengte/breedteverhouding van de footprint van het gebouw; Gelijkaardige inplanting van het gebouw op het terrein; Gelijk aantal bouwlagen Zelfde dakvorm van het hoofdvolume Behoud van de erfgoedkundig waardevolle elementen Het parkeren dient op eigen terrein opgevangen te worden. Bij een stedenbouwkundige aanvraag tot wijziging of uitbreiding van de horecazaak of van de parkeerruimte, dient een parkeernota gevoegd te worden, die de nood t.o.v. het huidige of nieuwe aanbod afweegt. Deze parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding waarbij enkel de toerit Cfr. het beleidskader in het GRS en het PRS kan een capaciteitsuitbreiding niet toegelaten worden. Enkel een uitbreiding om te voldoen aan sectorale wetgeving is toegelaten. 13

16 ingericht kan worden met kasseien. Een uitbreiding van de parkeergelegenheid kan enkel toegestaan worden indien het groene en landelijke karakter van de horecazaak behouden blijft. De onverharde en groene ruimte moet primeren boven de parkeerruimte. De parkeerzones dienen landschappelijk worden afgeschermd door middel van een streekeigen groenafsluiting. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. Bij stopzetting van de horecafunctie kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. 14

17 ART.7.: ZONE VOOR KLEINHANDEL Deze zone is bestemd voor kleinhandel op lokaal niveau. DC Drinks Bestemmingscategorie: bedrijvigheid Bij stopzetting van de bestaande handelsactiviteiten kunnen er zich nieuwe lokale kleinhandelsactiviteiten vestigen op voorwaarde dat de dynamiek en de hinder van de nieuwe activiteiten niet groter zijn dan de dynamiek en hinder van de bestaande activiteiten. De nieuwe activiteiten moeten ruimtelijk en landschappelijk integreerbaar zijn. Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie en herbouw toegelaten. Bij herbouw is de hoogte beperkt tot 3 m op de perceelsgrens. Bij elke bijkomende meter afstand tot de perceelsgrens kan de hoogte met 1 m toenemen tot een max. hoogte van 9m. De verkoopsoppervlakte blijft beperkt tot de hoofdzakelijk vergunde oppervlakte. Het volume kan enkel uitgebreid vanuit de noodzaak om te voldoen aan sectorale wetgeving (bvb. brandveiligheid, milieuvoorwaarden, gezondheidsredenen, maatregelen opgelegd door de sociale inspecteurs). Binnen deze zone is één bedrijfswoning toegelaten binnen het volume van het bedrijfsgebouw. De bedrijfswoning dient zowel ruimtelijk als functioneel steeds één geheel uit te maken met de bedrijfsactiviteiten. Het parkeren dient volledig op eigen domein worden opgevangen. Deze parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. De handelszaak dient landschappelijk worden afgeschermd door middel van een streekeigen groenafsluiting naar de achterliggende open ruimte toe, met uitzondering van de straatzijde. Perceelsafsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte in de zijtuin en de achtertuin. In de voortuin zijn open afsluitingen beperkt tot 2 m en gesloten afsluitingen zijn beperkt tot 1 m hoogte. Bij stopzetting van de handelsfunctie kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. 15

18 ART.8.: ZONE VOOR KASTEELPARK MET ONDERWIJSVOORZIENINGEN Deze zone is bestemd als een kasteelpark met onderwijsvoorzieningen. School Klimop Bestemmingscategorie: Gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut Binnen het hoofdzakelijk vergund volume is verbouwen, renovatie toegelaten. Herbouw is enkel toegelaten voor de gebouwen zonder kenmerkende erfgoedwaarden of in geval van vernietiging door vreemde oorzaak. Uitbreiding van de bestaande gebouwen is toegelaten met een bijkomende max. vloeroppervlakte van 250m² t.o.v. de situatie bij inwerkingtreding van dit RUP. De uitbreiding dient te gebeuren in een volume die wat betreft schaal en hoogte ondergeschikt blijft aan het hoofdvolume. De uitbreiding kan niet gebeuren aan de voorzijde van het kasteel. Binnen de overdruk zone voor bebouwing kan eveneens een nieuwbouwvolume met een vloeroppervlakte van max. 850 m² voorzien worden. Deze uitbreiding mag worden opgericht in functie van een polyvalente ruimte met sanitaire voorzieningen. Deze nieuwbouw dient naar architectuur, schaal en materiaalgebruik in te passen binnen de eigenheid van de kasteelsite. Het parkeren dient volledig op eigen domein worden opgevangen met minstens 1 parkeerplaats per klas. Deze parking dient worden ingericht als een groene parking met waterdoorlatende verharding. De parkeerzone dient landschappelijk worden afgeschermd door middel van een streekeigen groenafsluiting. De niet bebouwde zone dient worden ingericht als parkzone. In de bouwvrije zone worden geen bebouwing of constructies toegelaten. Afsluitingen zijn beperkt tot 2 m hoogte. Enkel afsluitingen bestaande uit streekeigen en inheemse hagen of houtkanten, al dan niet gecombineerd met een afsluiting bestaande uit palen en draad of draadgaas zijn toegelaten. Bij stopzetting van de onderwijsvoorzieningen kan de functie gewijzigd worden in maximaal 1 woongelegenheid. Per gebouw of gebouwengroep kan slechts 1 woongelegenheid aanwezig zijn. De woongelegenheid kan niet bijkomend bij een bestaande bedrijfswoning voorzien worden. 16

19 ART.9.: WAARDEVOL GEBOUW (INDICATIEF) Voor de waardevolle gebouwen aangeduid op het grafisch plan gelden volgende bijzondere bepalingen: De gevels palend aan het openbaar domein kunnen, behoudens bij overmacht niet gesloopt of herbouwd worden; Bij renovatie, verbouwing of uitbreiding dienen volgende elementen gerespecteerd te worden: Bij restauratie, renovatie en verbouwing dient zoveel mogelijk het karakter en de verschijningsvorm behouden te blijven. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd worden dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen. Het gebruik van een moderne eigentijdse vormentaal is mogelijk; Bij restauratie, renovatie en verbouwing kunnen naast de authentieke materialen en kleuren ook een moderne eigentijdse materiaal- en kleurgebruik toegepast worden op voorwaarde dat ze integreerbaar zijn of dat ze het karakter van het gebouw versterken (accenten leggen). Het volledig wegstoppen van de voorgevel is niet integreerbaar. zijn toegelaten in de gevel(s) en daken zichtbaar van af het openbaar domein, tenzij herstel in de oorspronkelijke toestand beoogd wordt: o het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel; o Nieuwe gevelopeningen op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de verticale of horizontale geleding van de gevel; o Nieuw materiaalgebruik voor het schrijnwerk; Van het behoud van het bouwkundig erfgoed kan afgeweken worden indien in een gemotiveerde nota bij de bouwaanvraag kan aangetoond worden dat de werken voor het behoud te ingrijpend zijn vanuit bouwtechnisch oogpunt en niet in verhouding staan tot de erfgoedwaarde van het gebouw. ART.10.: ZEER WAARDEVOL GEBOUW (INDICATIEF) Voor de zeer waardevolle gebouwen aangeduid op het grafisch plan gelden volgende bijzondere bepalingen: De gevels palend aan het openbaar domein kunnen, behoudens bij overmacht niet gesloopt worden; Bij renovatie, verbouwing of uitbreiding dienen volgende elementen gerespecteerd te worden: o Bij restauratie, renovatie en verbouwing dient zoveel mogelijk terug gegaan te worden naar de authentieke toestand voor wat de voorgevel betreft. Storende ingrepen moeten weggewerkt worden of zodanig ingepast of verbouwd worden dat ze het geheel van het bouwwerk ondersteunen; o Bij restauratie, renovatie en verbouwing van de gevels dienen de authentieke kleur en materialen toegepast te worden. Bij werken aan hellende daken zijn enkel de oorspronkelijke of soortgelijke kleur en materialen toegelaten. Bij de waardevolle gebouwen is het vertrekpunt niet zozeer een beschermingsreflex van de individuele bouwkundige kernmerken, maar wel het respect voor het karakter en de verschijningsvorm. Onder respect voor het karakter en de verschijningsvorm wordt verstaan dat de hoofdeigenschappen die karakteristiek zijn voor de bestaande gebouwengroep, zoals het globaal uitzicht en de typologie dienen gerespecteerd te worden. Dit sluit echter niet uit dat bij verbouwing of uitbreiding een moderne eigentijdse vormentaal en/of materiaalgebruik kan gebruikt worden. Het geven van een meer open karakter aan de gevels om meer licht, lucht en ruimte te hebben is dus zeker toegelaten, evenals het plaatsen van dakvlakvensters mits dit op een esthetisch verantwoorde manier gebeurt, met respect voor de verschijningsvorm van de bestaande gebouwengroep. Bij de zeer waardevolle gebouwen wordt gestreefd om de authentieke situatie te bewaren of te herstellen. Hierbij moeten alle ingrepen gebeuren met respect voor het authentieke karakter van het gebouw. 17

20 o zijn verboden in de gevel(s) zichtbaar vanaf het openbaar domein, tenzij herstel in de oorspronkelijke toestand beoogd wordt: het bepleisteren of schilderen van de gevel; het aanbrengen, vervangen (tenzij restauratie-herstel), afdekken of wijzigen van decoratieve elementen, smeedijzer of beeldhouwwerk; het vergroten of verkleinen van raam- en deuropeningen. ART.11.: UITSLUITING LANDBOUWBEDRIJFSWONING (OVERDRUK) Binnen deze zone blijft de grondkleur van het gewestplan van toepassing. Volgende bijkomend voorschrift is van toepassing: Binnen deze zone is het uitgesloten dat een landbouwbedrijfswoning wordt opgericht. De opname van het café Cowboy-Up in het RUP mag er niet toe leiden dat bij de afgesplitste landbouwbedrijfsgebouwen een nieuwe woning kan opgericht worden. 18