STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2013-2014"

Transcriptie

1 STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 17 juni 2013 vastgesteld door het College van Bestuur op 20 juni 2013

2 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen Juridische achtergrond en leeswijzer Reikwijdte Inhoud en openbaarmaking van het statuut TOEGANG EN TOELATING De opleidingen van de TU/e Vereiste vooropleiding en bijkomende toelatingseisen voor de bacheloropleiding Eisen vooropleiding bacheloropleiding Eisen vakkenpakket; deficiënties Kennis van de Nederlandse of de Engelse taal Colloquium doctum Toegang tot de opleiding na de propedeuse Toegang tot de universitaire lerarenopleiding Toelatingseisen masteropleidingen INSCHRIJVING EN DAARAAN VERBONDEN RECHTEN EN PLICHTEN Inschrijving Procedure Inschrijving als extraneus Inschrijving als contractant Beëindiging van de inschrijving Collegegeld en examengeld Betaling collegegeld en collegegeldkrediet College- en examengeld Vermindering en vrijstelling van collegegeld Terugbetaling van collegegeld Notebookregeling Clickers Profileringsfonds Regeling Profileringsfonds TU/e Bijzondere vormen van financiële ondersteuning Schadevergoeding c.q. nabetaling college-/examengeld ONDERWIJS Aanbod en inrichting opleidingen Recht op een studeerbaar programma Studielast en studiepunten Studiebegeleiding Studeren met een functiebeperking Studievoortgang en studiefinanciering Bindend studieadvies aan het eind van het eerste studiejaar Harde knip Onderwijs in het Nederlands of Engels Studeren in het buitenland in het kader van studie aan TU/e Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs Kwaliteitszorg onderwijs TENTAMENS EN EXAMENS

3 5.1 Examencommissie en examinatoren Afleggen tentamens en examens Onderwijs- en examenregeling (OER) Getuigschriften en verklaringen Bi-diplomering Bi-diplomering interne opleidingen Bi-diplomering op basis van afspraken met een buitenlandse instelling (double degree) Graden en titels DEELNAME STUDENTEN AAN UNIVERSITAIRE EN FACULTAIRE ORGANEN Medezeggenschap studenten Bestuursstructuur TU/e Instellingsniveau Facultair niveau Opleidingsniveau RECHTSBESCHERMING De faciliteit Geschillen Beroepen Procedure bij College van beroep voor de examens Bezwaren Procedure bezwaarschrift College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Procedure bij College van beroep voor het Hoger Onderwijs Beroepschrift Klachten Klachtenregeling psychosociale arbeidsbelasting TU/e Behandeling van een klacht Het voortraject Nationale Ombudsman GEDRAGSREGELS Huisregels en ordemaatregelen Veiligheid, Arbeidsomstandigheden en Gezondheid Bescherming van persoonsgegevens Auteursrecht Octrooirecht OVERZICHT ADRESLIJST

4 1 ALGEMENE BEPALINGEN Wat is een studentenstatuut en waarom is het er? In het studentenstatuut staan de rechten en plichten die de TU/e en de student ten opzichte van elkaar hebben; de wet schrijft voor dat er een studentenstatuut moet zijn en dat dit bekend gemaakt moet worden aan de studenten. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: een instellingsdeel (geldt voor de gehele TU/e) en een opleidingsdeel (is per opleiding verschillend); het opleidingsdeel is opgenomen in de opleidingsgids. Het nu voor je liggende deel is het instellingsdeel van het studentenstatuut van de TU/e. Het is voornamelijk gebaseerd op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), maar ook andere wetten komen soms zijdelings ter sprake. Je kunt het studentenstatuut ook raadplegen op de website van de TU/e. 1.1 Begripsbepalingen In dit studentenstatuut wordt verstaan onder: Awb Algemene wet bestuursrecht bsa bindend studieadvies CBE College van Beroep voor de Examens (zie h 7) CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (zie h 2) CvB het College van Bestuur van de TU/e DUO-IB-Groep Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen IB-Groep) ER Examenreglement extraneus degene die is ingeschreven aan de TU/e en slechts tentamens/examens van een opleiding mag afleggen, maar geen colleges of praktische mag volgen of begeleiding ontvangt FR faculteitsraad hoger onderwijs wetenschappelijk onderwijs (WO) en hoger beroepsonderwijs (HBO) instelling de Technische Universiteit Eindhoven, afgekort TU/e major het verplichte disciplinespecifieke deel van de opleiding met een omvang van 90 sp minister de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) OER onderwijs- en examenregeling: een regeling m.b.t. het onderwijs en de tentamens/examens die het faculteitsbestuur (dan wel de penvoerder) voor haar opleiding of groep van opleidingen vaststelt opleiding: een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken OASE Online Active Study Environment SP Studiepunt volgens het European Credit Transfer System. Een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie. 60 studiepunten is gelijk aan 1680 uren studielast STU Onderwijs en Studenten Service Centrum student iemand die een studie volgt in het hoger onderwijs en is ingeschreven voor een opleiding conform de Regeling Inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e studiejaar het tijdvak dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus 4

5 van het daarop volgende jaar studiepakket de verzameling van onderwijseenheden die voor een student het studieprogramma vormt UR Universiteitsraad verkorte opleiding het schakelprogramma (voor HBO ers) in de bacheloropleiding en de daarop aansluitende masteropleiding. WHW Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek WSF 2000 Wet Studiefinanciering 2000 Daar waar in het studentenstatuut hij wordt gebruikt, wordt ook zij bedoeld. 1.2 Juridische achtergrond en leeswijzer De in het studentenstatuut beschreven rechten of verplichtingen vloeien rechtstreeks voort uit de WHW zelf of op basis van de WHW getroffen regelingen en genomen besluiten. Aan het eind van elk hoofdstuk of zo nodig aan het eind van elke paragraaf wordt onder het kopje wetgeving aangegeven welke WHW-artikelen voor het behandelde onderwerp van belang zijn en onder het kopje regelgeving welke TU/e-regelingen op dat onderwerp betrekking hebben. Wie gerichte vragen heeft of nadere toelichting wil krijgen, kan zich wenden tot één van de afdelingen of functionarissen die onder het kopje inlichtingen bij vermeld staan. De adressen en telefoonnummers van die afdelingen of functionarissen zijn achterin het studentenstatuut opgenomen. Achterin het studentenstatuut is ook een overzicht opgenomen van alle TU/e-regelingen die in het studentenstatuut genoemd worden; tevens is vermeld waar deze ter inzage liggen. 1.3 Reikwijdte De reikwijdte van het studentenstatuut is beperkt tot de studenten van de TU/e. Daar waar de bepalingen tevens gelden voor extraneï wordt dit expliciet vermeld. 1.4 Inhoud en openbaarmaking van het statuut Het studentenstatuut is een beschrijving van de rechten en plichten van de studenten van de TU/e, die voortvloeien uit wettelijke bepalingen en regelingen die het CvB heeft vastgesteld. Zo kunnen studenten hun weg vinden naar regelingen die voor hen van belang zijn. Ook heeft het statuut tot doel om elke student bij de inschrijving voor een nieuw studiejaar te informeren over wat hij van de instelling mag verwachten aan onderwijs en daarmee samenhangende voorzieningen en wat de instelling van hem verwacht. Het statuut bevat daarnaast een overzicht van de rechtsbescherming van studenten. In het geval het statuut in strijd zou zijn of worden met de wet kan de student daar geen rechten aan ontlenen: de formele wet gaat voor het statuut. Daarom ziet het CvB er op toe dat het statuut in overeenstemming is met de wet of aan wetswijzigingen wordt aangepast. Wijzigingen in de inhoud van het studentenstatuut en van regelingen die in het studentenstatuut beschreven zijn, die zich in de loop van het studiejaar voordoen, worden bekend gemaakt. De TU/e acht het van groot belang dat de studenten op de hoogte (kunnen) zijn van de inhoud van het studentenstatuut. Alle studenten ontvangen bij inschrijving een begeleidende brief waarin zij worden gewezen op het studentenstatuut, het belang ervan, de vindplaats op de website van de TU/e en de mogelijkheid om dit statuut uit te draaien dan wel bij het STU of een van de faculteitssecretariaten of onderwijsadministraties te vragen om een uitgeprinte versie. 5

6 Nadere informatie over studentenstatuut Wetgeving: - art WHW Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 47 47, 6

7 2 TOEGANG EN TOELATING Dit hoofdstuk beschrijft welke opleidingen de TU/e aanbiedt en met welke vooropleiding een student daaraan kan beginnen. 2.1 De opleidingen van de TU/e De TU/e biedt onderwijs aan in de vorm van 3-jarige bacheloropleidingen en 2-jarige masteropleidingen. Meer informatie over het onderwijs in de bachelor-masterstructuur staat in Hoofdstuk 4. Het onderstaande heeft geheel betrekking op het initiële onderwijs dat de TU/e verzorgt, dat wil zeggen het onderwijs dat volgt op het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: de bachelor- en masteropleidingen. De TU/e verzorgt echter ook postinitieel onderwijs, dat pas gevolgd kan worden na het met succes voltooien van een masteropleiding. Postinitiële opleidingen van de TU/e zijn de Ontwerpersopleidingen van het Stan Ackermans Instituut en de opleidingen van TIASNimbas. Aan de TU/e kunnen de volgende bacheloropleidingen nieuwe stijl volgens het Bachelor College worden gevolgd: Opleiding Naam major Biomedische Technologie Biomedische Technologie Medische Wetenschappen en Technologie Bouwkunde Bouwkunde Electrical Engineering Automotive Electrical Engineering Industrial Design Industrial Design Industrial Engineering Technische Bedrijfskunde Innovation Sciences Psychology and Technology Sustainable Innovation Scheikundige Technologie Scheikundige Technologie Technische Informatica Software Sciene Web Science Technische Natuurkunde Technische Natuurkunde Technische Wiskunde Technische Wiskunde Werktuigbouwkunde Werktuigbouwkunde Voor de bacheloropleidingen oude stijl is met ingang van 1 september 2012 geen instroom meer mogelijk. Deze opleidingen zijn thans in afbouw. De zittende studenten worden tot en met 31 augustus 2014 in de gelegenheid gesteld hun propedeutische examen te behalen. Tot en met 31 augustus 2016 is het mogelijk het bachelor examen af te leggen. De overgangsregelingen zijn opgenomen in de modellen OER voor de bacheloropleidingen. De zittende studenten, die hun propedeutisch examen nog niet hebben behaald kunnen een verzoek bij de examencommissie indienen om over te stappen naar de bacheloropleidingen nieuwe stijl volgens het Bachelor College. De regels die hiervoor gelden zijn opgenomen in de OER van de bacheloropleidingen volgens het Bachelor College. 7

8 De bacheloropleidingen oude stijl zijn: Biomedische Technologie Bouwkunde Electrical Engineering Industrial Design Scheikundige Technologie Technische Bedrijfskunde Technische Informatica Technische Innovatiewetenschappen Technische Natuurkunde Technische Wiskunde Werktuigbouwkunde Aan de TU/e kunnen de volgende masteropleidingen worden gevolgd: Applied Physics Architecture, Building and Planning Automotive Technology Biomedical Engineering Business Information Systems Chemical Engineering Computer Science and Engineering Construction Management and Engineering Electrical Engineering Embedded Systems Human-Technology Interaction Industrial and Applied Mathematics Industrial Design Innovation Management Innovation Sciences Mechanical Engineering Medical Engineering Operations Management and Logistics Science Education and Communication Science and Technology of Nuclear Fusion Sustainable Energy Technology Systems and Control Er zijn ook enkele speciale masterprogramma s, die formeel geen masteropleiding zijn. (omdat dit geen formele opleidingen zijn, worden studenten bij DUO-IB-Groep geregistreerd bij (een van) de masteropleiding(en) die na het programma tussen haakjes is vermeld): Broadband Telecommunication Technologies (masteropleiding Electrical Engineering en masteropleiding Applied Physics) Care and Cure (masteropleiding Electrical Engineering) Fluid and Solid Mechanics (masteropleiding Mechanical Engineering) Information Security Technology (masteropleiding Computer Science and Engineering) 8

9 Regenerative Medicine & Technology (masteropleiding Biomedical Engineering) De masteropleidingen Construction Management and Engineering, Embedded Systems, Science Education and Communication, Sustainable Energy Technology, en Systems and Control zijn gezamenlijke opleidingen van de TU/e, de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Twente. Deze opleidingen zijn 3TU-masteropleidingen. Het CROHO is een landelijk register waarin alle opleidingen die door Nederlandse instellingen van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs worden verzorgd, zijn opgenomen. Een opleiding die niet in het CROHO wordt vermeld, is geen opleiding in de zin van de WHW. Het CROHO wordt beheerd door de DUO-IB-Groep. Een opleiding kan voltijds, deeltijds of duaal zijn ingericht. Ook dit is vastgelegd in het CROHO. De inrichting van een opleiding is neergelegd in de OER van de opleiding (zie ook de desbetreffende opleidingsgids). Er is nog één masteropleiding duaal ingericht. Het betreft de masteropleiding Chemical Engineering (specialisatie Polymers and Composites en Process Engineering). Voor deze duale variant van de masteropleiding Chemical Engineering is er sinds 1 september 2010 geen instroom meer mogelijk. De zittende studenten worden tot en met 31 augustus 2014 in de gelegenheid gesteld hun opleiding af te ronden. De deeltijdse en voltijdse masteropleiding blijven bestaan. Instroom HBO De toelating van afgestudeerde HBO-ers tot aansluitende masteropleidingen kan plaatsvinden door na het afronden van de opleiding bij het HBO een schakelprogramma van max. 40 SP binnen de bacheloropleiding van de TU/e te volgen. Er bestaan schakelprogramma s voor bijna alle masteropleidingen van de TU/e. Ook biedt de TU/e in samenwerking met de Fontys Hogescholen zogenaamde excellentietrajecten aan. Deze excellentietrajecten staan open voor uitmuntende HBO-studenten, die naast hun HBOopleiding extra vakken doen aan de TU/e. Op deze manier kunnen zij tijdens hun HBOopleiding (een deel van het) schakelprogramma afronden, hetgeen tijdwinst oplevert voor de deelnemende studenten. Ook voor de schakelprogramma s geldt dat deze moeten zijn afgerond alvorens te kunnen instromen in een masteropleiding. Voor de HBO-studenten die op of na 1 september 2012 instromen in een schakelprogramma, geldt dat zij 75% van het schakelprogramma binnen één jaar moeten hebben afgerond. Haalt de student dit niet, dan kan hij zich het jaar erop niet inschrijven voor hetzelfde schakelprogramma of andere schakelprogramma s die tot dezelfde bacheloropleiding behoren. Het is mogelijk het schakelprogramma met maximaal 20 SP uit te breiden met masteronderwijseenheden. De examencommissie toetst of de student de benodigde voorkennis heeft om bepaalde masteronderwijseenheden te volgen. Behaalde masteronderwijseenheden worden niet meegerekend bij het beoordelen of de student 75% van zijn schakelprogramma binnen één jaar heeft behaald. Dit geldt voor alle studenten die een schakelprogramma volgen. De masteronderderwijseenheden die de student met toestemming tijdens het schakelprogramma zijn gevolgd en behaald, gelden als vrijstelling binnen het masterprogramma. Meer informatie over de schakelprogramma s en over de instroom van HBO ers is te vinden in de desbetreffende opleidingsgids of de OER van de opleiding. 9

10 Nadere informatie over de opleidingen. Wet- en regelgeving: - art. 7.3, 7.3a, 7.3b, 7.3c, 7.7 en 7.13 WHW; - OER van de opleidingen Publicaties: - opleidingsgidsen (te vinden op internet) Inlichtingen bij: - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst - STU, tel. (040)(247) 47 47, - studievoorlichting (Communicatie Expertise Centrum), tel. (040)(247) meer informatie over het duaal ingerichte programma van de masteropleiding Chemical Engineering bij het faculteitssecretariaat en/of de onderwijsadministratie van faculteit Scheikundige Technologie. 2.2 Vereiste vooropleiding en bijkomende toelatingseisen voor de bacheloropleiding Eisen vooropleiding bacheloropleiding Wie zich als student of extraneus wil inschrijven voor een van de universitaire bacheloropleidingen van de TU/e moet voldoen aan een van de volgende vooropleidingseisen: a. VWO-diploma; b. HBO-getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen; c. WO-getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen; d. door de minister aangewezen diploma, al dan niet in Nederland afgegeven, dat als tenminste gelijkwaardig aan een VWO-diploma wordt aangemerkt; e. door het CvB aangewezen diploma, al dan niet in Nederland afgegeven, dat naar het oordeel van het CvB tenminste gelijkwaardig is aan een VWO-diploma; f. colloquium doctum beschikking Eisen vakkenpakket; deficiënties Bij de toelating van studenten heeft de TU/e te maken met studenten met een VWO-diploma met een bepaald profiel. Er zijn vier profielen: Natuur en Techniek (N+T), Natuur en Gezondheid (N+G), Economie en Maatschappij (E+M) en Cultuur en Maatschappij (C+M). Door de minister van OCW zijn de profielen aangewezen waarop een VWO-diploma betrekking moet hebben om te kunnen worden toegelaten tot een bepaalde bacheloropleiding. Voorts zijn door de minister vakken aangewezen die deel moeten hebben uitgemaakt van het VWO-eindexamen. Voor de TU/e betekent dit dat, uitgaande van de VWO-profielen zoals die gelden per 1 augustus 2007: het profiel Natuur en Techniek zonder meer toegang geeft tot alle bacheloropleidingen; de profielen Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij geen toegang geven tot de TU/e bacheloropleidingen, tenzij vóór aanvang van de studie is voldaan aan de nadere vooropleidingseisen, zoals opgenomen in de desbetreffende ministeriële regeling. Ook voor bezitters van een diploma als genoemd bij onder b t/m e geldt de eis van voldoende vooropleiding. Ook zij kunnen niet worden ingeschreven voordat de desbetreffende deficiëntie(s) is (zijn) opgeheven. 10

11 2.2.3 Kennis van de Nederlandse of de Engelse taal Wie een getuigschrift bezit dat in het buitenland (in de hierboven bij onder d en e genoemde gevallen) is behaald en zich wil inschrijven in een bacheloropleiding dient aan te tonen dat hij voldoende kennis van de Nederlandse en Engelse taal bezit. Voor toelating tot de bacheloropleidingen Industrial Design (major Industrial Design), Technische Informatica (majoren Software Science en Web Science), Electrical Engineering (majoren Electrical Engineering en Automotive) en Innovation Sciences (majoren Psychology and Technology en Sustainable Innovation geldt de eis van voldoende kennis van de Nederlandse taal niet; deze opleidingen worden in het Engels gegeven). Het CvB kan bepalen, dat de bezitter van dat diploma geen examens of tentamens kan afleggen, tenzij hij tegenover de desbetreffende examencommissie heeft aangetoond dat hij voldoende kennis van de Nederlandse en Engelse taal bezit om het onderwijs met succes te kunnen volgen. Het CvB kan tevens bepalen dat betrokkene niet wordt toegelaten tot de gewenste opleiding, zolang het bedoelde bewijs niet is geleverd. Voor toelating tot een masteropleiding dient de student aan te tonen dat hij voldoende kennis van de Engelse taal bezit. In de OER van de masteropleiding zijn de eisen die aan het niveau van de Engelse taal worden gesteld, opgenomen. Dit geldt niet voor de Nederlandstalige master Science Education and Communication. STU verzorgt cursussen in de Nederlandse en Engelse taal. Op het gebruik van de Nederlandse taal dan wel een vreemde taal bij het onderwijs wordt nader ingegaan in paragraaf 4.8 van Hoofdstuk Colloquium doctum Het bij onder f vermelde colloquium doctum is een mondeling of schriftelijk, aanvullend onderzoek dat een examen vervangt. Deze colloquium doctum beschikking wordt afgegeven door het CvB, nadat door een commissie van de universiteit (de Centrale Commissie Toelating) onderzoek is verricht naar de geschiktheid om de betreffende studie te volgen. Hierbij is kennis van de Nederlandse taal een vereiste voor toelating tot een Nederlandstalige bacheloropleiding: de beschikking wordt pas afgegeven indien is aangetoond dat iemand over voldoende kennis van de Nederlandse taal beschikt om het onderwijs met succes te kunnen volgen. Om een colloquium doctum te kunnen afleggen moet een student minstens 21 jaar oud zijn. Deze leeftijdsgrens geldt niet voor bezitters van een buitenlands diploma, dat in het eigen land toegang geeft tot het WO. De eisen die aan het toelatingsonderzoek worden gesteld, als bedoeld in artikel 7.29 van de wet zijn: - het in het bezit hebben van een certificaat van een met een voldoende (6.0 of hoger) afgesloten toets Wiskunde B op VWO-eindexamenniveau; - wanneer de opleiding geheel of gedeeltelijk in het Engels wordt gegeven, een voldoende beheersing van de Engelse taal op het niveau van het Nederlandse VWO-examen (voor de norm van de toetsen zie artikel 2.3, onderdeel b). Voor de bacheloropleidingen Automotive, Bouwkunde, Biomedische Technologie, Elektrotechniek, Industrial Design, Technische Natuurkunde, en Werktuigbouwkunde geldt als aanvullende eis - het in het bezit hebben van een certificaat van een met een voldoende (6.0 of hoger) afgesloten toets Natuurkunde op VWO-eindexamenniveau. 11

12 Voor de bacheloropleidingen Scheikundige Technologie geldt als aanvullende eis - het in het bezit hebben van een certificaat van een met een voldoende (6.0 of hoger) afgesloten toets Natuurkunde en Scheikunde op VWO-eindexamenniveau. Een colloquium doctum beschikking afgegeven door het CvB geeft uitsluitend toegang tot de desbetreffende bacheloropleiding aan de TU/e. Nadere informatie over vereiste vooropleiding en bijkomende toelatingseisen voor de bacheloropleiding Wet- en regelgeving: - art t/m 7.29 WHW; - Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 februari 2011, tot wijziging van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007 in verband met vervanging van de bijlagen, tot wijziging van de Regeling aanvullende eisen hoger onderwijs en kunstonderwijs in verband met de vervanging van de bijlagen en tot wijziging van de Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007; - colloquium doctum: zie artikel in de OER van de verschillende bacheloropleidingen Publicaties: Inlichtingen bij: - opleidingsgidsen; - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst; - STU, tel. (040)(247) 47 47, - Cluster for Languages and Intercultural Communication, tel. (040)(247) 29 12; - Centrale Commissie Toelating (040)(247) Toegang tot de opleiding na de propedeuse Alle bacheloropleidingen, zoals vermeld in paragraaf 2.1, hebben een eigen propedeutische fase, die wordt afgesloten met een propedeutisch examen. Als hoofdregel geldt dat een student wordt toegelaten tot de postpropedeutische fase van een bacheloropleiding wanneer hij in het bezit is van zijn propedeutische diploma. In het kader van het bindend studieadvies is bepaald dat een student tweedejaars onderwijseenheden mag volgen en tentamens mag afleggen, wanneer hij een positief bindend studieadvies heeft ontvangen. Zie paragraaf 4.7. Wie in het bezit is van een Nederlands of buitenlands diploma, dat volgens het CvB tenminste gelijkwaardig is aan het propedeutisch examen van een bacheloropleiding, kan vrijstelling krijgen van dat examen van de betreffende bacheloropleiding. Nadere informatie over toegang tot de opleiding na de propedeuse Wetgeving: - art WHW Publicaties: - opleidingsgidsen Inlichtingen bij: - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst - STU (040)(247) 47 47, Toegang tot de universitaire lerarenopleiding De TU/e biedt de mogelijkheid een bevoegdheid te verwerven als leraar voorbereidend hoger onderwijs (vho) voor de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde of informatica. Er zijn twee mogelijkheden: - een tweedegraads lesbevoegdheid kan worden behaald als onderdeel van de bachelor opleiding door het met succes volgen van de twee coherente keuzepakketten (samen 30ec) 12

13 die samen vorm geven aan de zogenaamde wettelijke educatieve minor. De pakketten als zodanig zijn breed toegankelijk maar de lesbevoegdheid kan alleen worden behaald door studenten van bachelor richtingen die zijn genoemd in de door OCW opgestelde z.g. verwantschapstabel; - een eerstegraads lesbevoegdheid is gekoppeld aan de masteropleiding Science Education and Communication (SEC) met specialisatie: leraar vho wiskunde, leraar vho natuurkunde, leraar vho scheikunde of leraar vho informatica. Deze masteropleiding omvat 120 SP. De masteropleiding SEC (leraren opleiding) is op verschillende manieren toegankelijk: 1. Na de bachelor is de masteropleiding SEC (leraren opleiding) is direct toegankelijk vanuit de bacheloropleidingen Technische Wiskunde, Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie of Technische Informatica (Computer Science and Engineering). Ook vanuit de vele andere bachelor opleidingen zoals Electrical Engineering en Mechanical Engineering is toelating goed mogelijk met beperkte aanvullende vakeisen die vaak binnen de master SEC kunnen worden voldaan. 2. Via bi-diplomering waarbij de master SEC (leraren opleiding) wordt gecombineerd met een vak-master aan de TU/e. De totale omvang voor de bi-diplomering is afhankelijk van de vakrichting en ligt tussen de ec voor twee master studies samen. 3. Voor studenten met een afgeronde technische/exacte masteropleiding is er een verkort programma van principe 1 jaar, omdat de student mogelijk in aanmerking komt voor vrijstellingen. Voor de masteropleiding SEC (lerarenopleiding) zijn aanvullende studiefinancieringsmogelijkheden omdat de master opleidt voor een educatief beroep. Inlichtingen over het volgen van de universitaire lerarenopleidingen bij de TU/e zijn te verkrijgen bij onderstaande personen. Zie ook Nadere informatie over de universitaire lerarenopleiding Wet- en regelgeving: - art c WHW; Inlichtingen bij: - Eindhoven School of Education, tel. (040)(247) dr. H.J.M. Sterk (opleider wiskunde) - dr. PDEng L. de Putter-Smits (opleider natuurkunde) - ir. P.F.A.M. Janssens (opleider scheikunde) - dr. C. Huizing (opleider informatica) - ir. Elise Quant (coördinator master SEC) 2.5 Toelatingseisen masteropleidingen Bacheloropleiding oude stijl Aansluitende masteropleiding 1. Biomedische Technologie Biomedical Engineering Medical Engineering 2. Bouwkunde Architecture, Building and Planning Construction Management and Engineering 3. Electrical Engineering Automotive Technology 13

14 4. Industrial Design Industrial Design Electrical Engineering Science and Technology of Nuclear Fusion Sustainable Energy and Technology Embedded Systems Systems and Control 5. Scheikundige Technologie Automotive Technology Chemical Engineering Sustainable Energy Technology Science Education and Communication (specialisatie scheikunde) 6. Technische Bedrijfskunde Operations Management and Logistics Innovation Management Business Information Systems Construction Management and Engineering 7. Technische Informatica Computer Science and Engineering (Computer Science and Engineering) Business Information Systems Embedded Systems Science Education and Communication (specialisatie informatica) 8.Technische Innovatiewetenschappen Innovation Sciences Human-Technology Interaction Business Information Systems 9. Technische Natuurkunde Applied Physics Automotive Technology Sustainable Energy Technology Science and Technology of Nuclear Fusion Science Education and Communication (specialisatie natuurkunde) 10.Technische Wiskunde Automotive Technology Industrial and Applied Mathematics Systems and Control Science Education and Communication (specialisatie wiskunde) 11. Werktuigbouwkunde Automotive Technology Mechanical Engineering Science and Technology of Nuclear Fusion Systems and Control Sustainable Energy and Technology 14

15 Bacheloropleidingen nieuwe stijl volgens het Bachelor College 1. Biomedische Technologie Biomedische Technologie Medische Wetenschappenen Technologie Aansluitende masteropleiding Biomedical Engineering Medical Engineering Industrial Design Innovation Sciences Biomedical Engineering Industrial Design Innovation Sciences 2. Bouwkunde Architecture, Building and Planning Construction Management and Engineering Industrial Design Innovation Sciences 3. Electrical Engineering Electrical Engineering Automotive Automotive Technology Electrical Engineering Sustainable Energy Technology Embedded Systems Science Education and Communication Science and technology of Nuclear Fusion Industrial Design Innovation Sciences Automotive Technology Industrial Design Innovation Sciences 4. Industrial Design Industrial Design Innovation Sciences 5. Scheikundige Technologie Automotive Technology Chemical Engineering Sustainable Energy and Communication (specialisatie scheikunde) Sustainable Energy Technology Industrial Design Innovation Sciences 6. Technische Bedrijfskunde Operation Management and Logistics Innovation Management Business Information Systems Construction Management and Engineering Industrial Design 15

16 Innovation Sciences 7. Technische Informatica Software Science Web Science 8. Technische Innovatiewetenschappen Sustainable Innovation Psychology & Technology Computer Science and Engineering Business Information Systems Embedded Systems Science Education and Communication (specialisatie Informatica) Industrial Design Innovation Sciences Computer Science and Engineering Business Information Systems Science Education and Communication (specialisatie Informatica) Industrial Design Innovation Sciences Innovation Sciences Human-Technology Interaction Industrial Design Human-Technology Interaction Industrial Design Innovation Sciences 9. Technische Natuurkunde Applied Physics Automotive Technology Sustainable Energy Technology Science Education and Communication (specialisatie Natuurkunde) Science and technology of Nuclear Fusion Industrial Design Innovation Sciences 10. Technische Wiskunde Automotive Technology Industrial and Applied Mathematics Systems and Control Science Education and Communication (specialisatie Wiskunde) Industrial Design Innovation Sciences 11. Werktuigbouwkunde Automotive Technology Mechanical Engineering Systems and Control Sustainable Energy Technology Science and technology of Nuclear Fusion Industrial Design 16

17 Innovation Sciences Voor de inschrijving voor een van de bovenvermelde aansluitende masteropleidingen geldt als toelatingseis: a. de graad bachelor van de voorafgaande bacheloropleiding; met deze graad heeft de afgestudeerde zonder meer recht op toegang tot de aansluitende masteropleiding. Wel kan het voorkomen dat wordt geëist dat een bepaalde afstudeerrichting (major bij de bacheloropleidingen nieuwe stijl) deel heeft uitgemaakt van de bacheloropleiding. Dit moet in de OER van de desbetreffende masteropleiding zijn opgenomen. b. voor wie niet de graad van bachelor van de voorafgaande bacheloropleiding bezit en ook niet bezig is met de opleiding zoals bedoeld onder a., is een bewijs van toelating nodig, af te geven door het faculteitsbestuur. Met betrekking tot de onder a. bedoelde toelatingseis kan nog worden opgemerkt dat iedere student zijn bachelordiploma dient te hebben behaald, voordat kan worden begonnen met een masteropleiding, de zogenaamde harde knip. Voor de (HBO)-schakelstudent geldt dat het schakelprogramma moet zijn afgerond alvorens met de masteropleiding te kunnen starten (zie ook 2.1, instroom HBO). In de OER zijn de regels inzake de harde knip opgenomen, waaronder een hardheidsclausule. Het CvB heeft op grond van het bepaalde in de WHW een Regeling Toelating masteropleidingen TU/e vastgesteld, waarin wordt geregeld op welke wijze een toelatingsbewijs kan worden verkregen. Om een toelatingsbewijs te kunnen verkrijgen moet de betrokkene schriftelijk een aanvraag indienen bij de TU/e; dat moet hij doen vóór de aanvang van het studiejaar waarop het betrekking heeft, tenzij het faculteitsbestuur anders beslist. De aanvraag voor het toelatingsbewijs moet worden ingediend bij het STU, waar ook de administratieve afhandeling van het (al dan niet) verstrekken van het toelatingsbewijs plaatsvindt. STU verstrekt - indien aan alle voorwaarden is voldaan - namens het faculteitsbestuur het toelatingsbewijs. Het toelatingsbewijs wordt afgegeven als: a. De betrokkene voldoet aan de eisen voor toelating tot de masteropleiding. De eisen komen overeen met de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die zijn verworven bij de afronding van de voorafgaande bacheloropleiding. b. In het geval er een capaciteitsbeperking is ingesteld, het maximum aantal toe te laten studenten niet wordt overschreden. Het toelatingsbewijs is beperkt geldig. In het bewijs is vermeld binnen welke termijn de inschrijving voor de daarin vermelde masteropleiding moet hebben plaatsgevonden. Buitenlandse studenten kunnen op meer informatie vinden over het aanmelden voor een TU/e masteropleiding. 17

18 Nadere informatie over toelatingseisen masteropleidingen Wet- en regelgeving: - art. 7.30a, 7.30b, 7.30c, 7.30d, 7.30e en 7.31 WHW; - Regeling toelating masteropleidingen TU/e 2012, vastgesteld door het CvB op 21 juni Inlichtingen bij: - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst - STU, tel. (040)(247) 47 47, 18

19 3 INSCHRIJVING EN DAARAAN VERBONDEN RECHTEN EN PLICHTEN In de WHW zijn twee inschrijvingsvormen geregeld: als student (voor een voltijdse of een deeltijdse opleiding) en als extraneus (alleen voor het afleggen van tentamens en examens). Aan deze inschrijvingsvormen zijn verschillende rechten en plichten verbonden. Ook is er verschil in de hoogte van het collegegeld en het examengeld. Tussentijds uitschrijven met restitutie van collegegeld is in bepaalde gevallen mogelijk. 3.1 Inschrijving Procedure De inschrijving als eerstejaarsstudent voor een bacheloropleiding kan beschouwd worden als een voortzetting van de aanmeldingsprocedure voor a.s. eerstejaarsstudenten, die aanvangt met het inschrijfverzoek dat wordt gedaan via Studielink. Aankomende studenten kunnen zich via de site van Studielink ( aanmelden voor een studie in het hoger onderwijs. Wanneer een student zich aanmeldt via Studielink voor een opleiding meldt hij zich tevens aan bij het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP) van de DUO-IB- Groep. Iedereen die zich voor de eerste keer en tijdig via Studielink heeft aangemeld aan de TU/e, ontvangt begin juli automatisch een inschrijvingsfomulier van de TU/e. Op het inschrijfformulier is de volgende afstandsverklaring in verband met intellectuele eigendomsrechten opgenomen: Door ondertekening van dit formulier wordt afstand gedaan t.b.v. de TU/e van alle intellectuele eigendomsrechten op in het kader van de opleiding gemaakt werk, modellen, etc. etc. gedurende mijn TU/e-opleiding. N.B. meer informatie over intellectuele eigendomsrechten vind je op de website Op de website wordt de volgende tekst vermeld: Door het ondertekenen van het inschrijfformulier doe je afstand ten behoeve van de TU/e van alle intellectuele eigendomsrechten op door jou gemaakte werken, modellen, tekeningen of gedane uitvindingen in het kader van je opleiding (en/of in het kader van de opleiding door de TU/e of derden uitgevoerde projecten waarbij je betrokken bent) gedurende de periode dat je als student bij de TU/e ingeschreven staat (of anderszins voor of met de TU/e werkzaam bent). Als de TU/e op een later tijdstip bepaalde (formele) procedures moet doorlopen om rechthebbende te worden of te blijven, dan kan de TU/e je vragen om hier aan mee te werken. In dergelijke gevallen ben je verplicht mee te werken zonder nadere voorwaarden te stellen. Ingeval daarvoor kosten moeten worden gemaakt door derden, (w.o. door officiële instanties), dan zijn die voor rekening van de TU/e. In verband met stage, afstuderen en betrokkenheid van o.a. bedrijven tijdens de opleiding zal vaak nog een aanvullende verklaring in verband met eigendomsrechten worden opgesteld. Die aanvullende verklaring gaat dan voor de algemene afstandsverklaring van intellectuele eigendomsrechten. Alle reeds ingeschreven studenten ontvangen in juni automatisch een waarin ze worden gewezen op de mogelijkheid via Studielink hun herinschrijving voor het komende studiejaar te regelen. Aanmelden via Studielink voor studiejaar kan tot en met 30 september Het collegegeld (of 1/5 ervan wanneer een student toestemming heeft om in termijnen te betalen) dient uiterlijk 30 september 2013 betaald zijn. Studenten die zich na 1 oktober 2013 nog willen inschrijven voor het studiejaar dienen zich rechtsreeks bij de TU/e aan te melden. De aanmelding gaat vergezeld van een brief, waarin wordt 19

20 aangegeven waarom een eerdere aanmelding niet heeft plaatsgevonden. Het CvB besluit of inschrijving op dat latere moment wordt toegestaan. Iedereen die gebruik wil maken van onderwijsvoorzieningen, examenvoorzieningen of andere voorzieningen van de TU/e moet zich aan de TU/e inschrijven. Dit kan als student of als extraneus. Rechten en plichten verschillen per vorm van inschrijving. Inschrijving vindt plaats per opleiding en geschiedt voor een heel studiejaar. Het studiejaar begint formeel op 1 september 2013 en eindigt op 31 augustus Indien de inschrijving plaatsvindt tijdens het studiejaar, geldt deze voor de rest van het studiejaar. Voorwaarden voor inschrijving: beschikken over voldoende vooropleiding (zie paragraaf 2.2 van dit Statuut); zo nodig, voor inschrijving voor een masteropleiding: beschikken over een bewijs van toelating (zie paragraaf 2.5 van dit Statuut) dan wel beschikken over de graad van bachelor van de voorlopende bacheloropleiding; bij eerste inschrijving: retourneren inschrijfformulier na aanmelding in Studielink betalen van collegegeld, dan wel examengeld; voor extraneus: toestemming CvB; deze wordt altijd impliciet gegeven tenzij de aard of het belang van het onderwijs zich daartegen verzet; voor student bij eerste inschrijving voor de propedeuse: centrale aanmelding; bij de eerste inschrijving: het overleggen van alle benodigde bescheiden, te weten: o Recent uittreksel uit het persoons- of geboorteregister * o Gewaarmerkte kopie van einddiploma vooropleiding * o Gewaarmerkte kopie van bijbehorende cijferlijst o Kopie geldig paspoort of identiteitsbewijs * o Voor neveninschrijver (openen tweede inschrijving): Bewijs Betaald Collegegeld hoofdinstelling o Voor personen buiten Europese Economische Ruimte: kopie geldige verblijfsvergunning. (*) Indien Studielink de nationaliteit respectievelijk vwo-vooropleiding vast kan stellen (de zogenaamde centrale verificatie), hoeft de student de betreffende bewijsstukken niet te overleggen. Wanneer deze verificatie niet heeft plaatsgevonden, wordt de student gevraagd dit (alsnog) te doen. Hoofdregel is dat studenten per 1 september kunnen instromen in een bacheloropleiding en per 1 september dan wel 1 februari in een masteropleiding. Voor TU/e bachelorstudenten, die hun bachelordiploma hebben behaald, en schakelstudenten die hun schakelprogramma hebben afgerond, geldt een uitzondering. Zij kunnen iedere eerste dag van de maand instromen in een TU/e masteropleiding, mits er sprake is van een aaneengesloten periode van inschrijving én de student toelaatbaar is voor een masteropleiding. Inschrijven in juli en augustus is niet mogelijk. Het verzoek tot (her)inschrijving aan de TU/e moet worden ingediend via studielink. Dit kan tot uiterlijk 30 september. Eerstejaarsstudenten ontvangen vervolgens een inschrijfformulier waarmee zij hun inschrijving kunnen afronden. Studenten die zich per 1 september willen inschrijven dienen uiterlijk 30 september een verzoek daartoe te hebben ingediend en hun collegegeld hebben betaald. Een herinschrijving laten starten na september is in beginsel niet mogelijk. Wanneer het verzoek wordt afgekeurd, kan het zijn dat een student pas het 2 e semester of volgend collegejaar weer verder kan met zijn studie. Na september is het ook niet meer mogelijk om een student alsnog per 1 september in te schrijven. 20

21 Voor verzoeken die toch na 30 september van het studiejaar binnenkomen, geldt het volgende: de student dient gemotiveerd aan te geven waarom hij zich niet per 1 september heeft kunnen inschrijven. Dit schriftelijke verzoek wordt, samen met het inschrijvingsformulier, ingediend bij STU. Het College van Bestuur besluit vervolgens om al dan niet tot inschrijving over te gaan. Slechts in gevallen waar sprake is van duidelijk aantoonbare overmacht kan de latere herinschrijving worden goedgekeurd. De inschrijving wordt geëffectueerd met ingang van de eerste van de maand waarin verzoeker zijn verzoek heeft ingediend. De door het CvB vastgestelde Regels inschrijving en beëindiging inschrijving TU/e 2012 zijn te downloaden via de website van STU Inschrijving als student Degene, die als student (voor een voltijd, deeltijd of duale opleiding) aan de TU/e staat ingeschreven heeft de volgende rechten: deelname aan het onderwijs binnen de opleiding; afleggen van examens, tentamens en het doen van praktische oefeningen binnen de opleiding; toegang tot de bibliotheken, laboratoria e.d., tenzij naar het oordeel van het CvB de aard of het belang van het onderwijs of het onderzoek zich daartegen verzet; gebruik van studentenvoorzieningen, waaronder de diensten van de studentenadviseurs van STU; studiebegeleiding (zie Hoofdstuk 4.4); in geval van een besluit tot beëindiging van de opleiding door de minister of de TU/e: de mogelijkheid om de opleiding binnen een redelijke tijd te kunnen afmaken aan de TU/e of aan een andere instelling voor hoger onderwijs; actief en passief kiesrecht. Studenten aan voltijd- en duale opleidingen hebben in beginsel gedurende enige tijd recht op studiefinanciering (zie ook paragraaf 4.6 van hoofdstuk 4 van dit Statuut). Een student aan een deeltijd opleiding heeft nooit recht op studiefinanciering. Een student kan zich inschrijven voor één opleiding maar ook voor meerdere opleidingen, al dan niet bij dezelfde instelling. Aan de instelling van de eerste inschrijving betaalt de student dan het volledige collegegeld; bij de instelling van de tweede inschrijving kan de student in bepaalde omstandigheden vermindering of vrijstelling van collegegeld krijgen (zie paragraaf 3.3 van dit Statuut). De eerste inschrijving wordt ook wel hoofdinschrijving genoemd en de tweede inschrijving neveninschrijving. Dit onderscheid is bijvoorbeeld van belang bij het recht op aanschaf bij de TU/e van een notebook; studenten zonder hoofdinschrijving bij de TU/e komen daarvoor niet in aanmerking (zie paragraaf 3.4 van dit Statuut) Inschrijving als extraneus Degene, die als extraneus aan de TU/e staat ingeschreven, heeft de volgende rechten: afleggen van examens en tentamens binnen de opleiding; toegang tot de bibliotheken, laboratoria e.d. tenzij naar het oordeel van het CvB de aard of het belang van het onderwijs of het onderzoek zich daartegen verzet. Een extraneus mag geen onderwijs bijwonen en heeft geen recht op studiebegeleiding. Als gevolg hiervan is afstuderen als extraneus praktisch gezien onmogelijk. Een extraneus heeft 21

22 geen recht op studiefinanciering. Voor een duale opleiding is inschrijving als extraneus niet mogelijk Inschrijving als contractant Naast de in de WHW geregelde vormen van inschrijving als student en als extraneus kent de TU/e nog de mogelijkheid van inschrijving als contractant. Voor deze vorm van inschrijving heeft het CvB op 21 juni 2012 een nieuwe contractantenregeling vastgesteld. In de regeling is één aparte vorm van inschrijving op contractbasis te onderscheiden, namelijk de contractant. Aan deze vorm van inschrijving op contractbasis zijn verschillende rechten en plichten verbonden en de kosten zijn afwijkend ten opzichte van het collegegeld. Dit studentenstatuut is niet van toepassing voor personen ingeschreven op contractbasis. Voor meer informatie over de inschrijving op contractbasis wordt verwezen naar de contractantenregeling. Deze regeling is te downloaden via de website van het STU. Nadere informatie over procedure inschrijving Wet- en regelgeving: - art t/m 7.37 WHW; - Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012, per 1 juli 2012 in werking getreden); - Contractantenregeling 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012). Inlichtingen bij: - STU, tel. (040)(247) 47 47; Beëindiging van de inschrijving Beëindiging door de student: Degene die is ingeschreven voor een opleiding kan een verzoek doen om de inschrijving tijdens het studiejaar te beëindigen via het daarvoor bestemde uitschrijfformulier, dat te verkrijgen is via de servicedesk van STU. Let hierbij op de volgende uitgangspunten: 1) Uitschrijven met terugwerkende kracht is niet mogelijk. Het is daarom van belang dat het uitschrijfformulier zo spoedig mogelijk bij STU wordt ingeleverd. 2) Uitschrijving vindt altijd plaats aan het begin van de maand volgend op het verzoek tot uitschrijving. Bijvoorbeeld wanneer een verzoek wordt ingediend op 19 januari 2013, wordt de student uitgeschreven per 1 februari ) Uitschrijven via Studielink is niet mogelijk. De student dient hiervoor het uitschrijfformulier te gebruiken.. Annulering van een inschrijving en volledige terugbetaling van het reeds betaalde college- of examengeld kan slechts tot 1 september van het kalenderjaar waarin het studiejaar aanvangt. Zie ook paragraaf van dit Statuut voor terugbetaling van collegegeld indien de inschrijving is beëindigd. Beëindiging door het College van Bestuur De inschrijving van de student voor een bepaalde bacheloropleiding wordt door de instelling beëindigd op het moment dat de student een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen aan het einde van het eerste studiejaar. Wanneer de student een negatief bindend studieadvies heeft gekregen, mag hij zich gedurende drie jaar niet opnieuw voor dezelfde opleiding aan de TU/e inschrijven. Hetzelfde geldt voor de schakelstudent. Wanneer de schakelstudent in het eerste jaar niet heeft voldaan aan de studievoortgangseis van 75%, mag hij het schakelprogramma niet voortzetten. Verder wordt de student gedurende drie jaar niet 22

23 toegelaten tot datzelfde schakelprogramma alsmede eventueel andere schakelprogramma s die behoren bij dezelfde bacheloropleiding. In bijzondere gevallen kan de examencommissie hiervan wel afwijken. Wanneer de student nalaat het collegegeld tijdig te betalen en de student ook na daartoe te zijn aangemaand niet tot betaling van het collegegeld overgaat, kan het College van Bestuur de inschrijving beëindigen. De wet bepaalt dat de inschrijving wordt beëindigd met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning. Met andere woorden: wanneer de student in oktober de aanmaning ontvangt, kan hij per 1 december worden uitgeschreven. Het College van Bestuur kan de inschrijving eveneens beëindigen wanneer de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. Een voorbeeld is een persoon met pedofiele neigingen die de opleiding pedagogiek volgt of wil gaan volgen en na zijn studie met kinderen gaat werken. Nadere informatie over beëindiging inschrijving. Wet- en regelgeving: - art WHW; - Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012, in werking getreden op 1 september 2012) Inlichtingen bij: - STU, tel. (040)(247) 47 47; Collegegeld en examengeld Betaling collegegeld en collegegeldkrediet Eén van de voorwaarden om te worden ingeschreven is de betaling van collegegeld (voor de student) of examengeld (voor de extraneus). Er zijn voor het collegegeld bij inschrijving als student aan een voltijd opleiding verschillende tarieven: het wettelijke collegegeld, dat is bepaald op 1.835,- voor het studiejaar , en het door het CvB vastgestelde collegegeld (instellingstarief), dat in het studiejaar twee tarieven kent: het lage instellingscollegegeld voor EER-studenten dat gelijk is aan 1.835,- en een hoger instellingscollegegeld voor niet-eer studenten (zie ). 23

24 3.3.2 College- en examengeld Hoogte en type collegegeld A 1.835,- (wettelijk tarief) Voorwaarden Bachelor-, master- of schakelstudent die: voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde B 8.266, - (instellingstarief bachelor hoog ) C , - (instellingstarief schakel / master hoog ) D 917,50 (examengeld voor extraneï) E 4.113, - (examengeld voor bachelor extraneï) F 6.458, - (examengeld voor schakel / master extraneï) G 500, - (tarief contractant per collegereeks) Bachelorstudent die: niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde Overgangsregeling (CvB-besluit d.d. 16 juli 2010): Bachelorstudent die niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde, maar de bacheloropleiding op de TU/e is gestart vóór 1 september 2011, betaalt (instellingstarief bachelor overgang ). Master- en schakelstudent die: niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde Overgangsregeling (CvB-besluit d.d. 16 juli 2010): Master- en schakelstudent die niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde, maar de masteroropleiding op de TU/e is gestart vóór 1 september 2011, betaalt (instellingstarief master overgang ). Bachelor-, master- en schakelextraneus die: voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde Bachelorextraneus die: niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde Master- en schakelextraneus die: niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde Op de TU/e gelden voor inschrijvingen als deeltijd student dezelfde tarieven als voor een voltijd student Voorwaarden Collegegeld Nationaliteitsvoorwaarde: 1. Een student heeft de nationaliteit van één van de EU-landen of van Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Liechtenstein of Suriname, of 24

25 2. Een student heeft een andere nationaliteit, maar zijn verblijfsvergunning geeft wel recht op studiefinanciering. Om vast te stellen of dit voor een student geldt, kan de student het nationaliteitenschema doorlopen op de website van DUO-IB-Groep: Indien de verblijfsvergunning van de student recht geeft op studiefinanciering, ontvangt STU graag een kopie van de brief van DUO-IB-groep waaruit blijkt dat de student recht heeft op studiefinanciering. Door Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF ondersteunde vluchtelingstudenten hebben het recht op het betalen van het lage instellingstarief, ook al zijn ze ingeschreven bij een bachelor- of masteropleiding ( 1.835,- in plaats van 8.266,- of ,-). Er zijn verschillende EM-programma s (Erasmus Mundus) van de Europese Unie. Daarnaast zijn er ook verschillende KIC-programma s (Knowledge and Innovation Communities) van het EIT (European Institute of Innovation and Technology). Voor meer informatie over deze programma s inclusief het daarvoor geldende collegegeld wordt verwezen naar STU. De TU/e biedt de mogelijkheid aan om het collegegeld in termijnen te betalen. Voor het examengeld geldt deze regeling niet. Bij de toezending van de inschrijvingsbescheiden maakt de TU/e bekend op welke wijze en onder welke condities het collegegeld gespreid betaald kan worden. Voor het studiejaar biedt de TU/e de mogelijkheid om via een machtiging het collegegeld te betalen in vijf termijnen van 367,-. Het termijnbedrag voor bachelorstudenten die het collegegeld van 8.266,- verschuldigd zijn, bedraagt 1.653,20. Het termijnbedrag voor masterstudenten die het collegegeld van ,- verschuldigd zijn, bedraagt 2.583,20. De administratiekosten die voor het betalen in termijnen in rekening gebracht worden, bedragen 24,-. Van de mogelijkheid om in termijnen te betalen kan gebruik gemaakt worden door afgifte van een machtiging tot incasso aan STU. Dat kan zowel voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar als in de loop van het studiejaar. Gebruik maken van de mogelijkheid tot betaling middels incasso kan alleen wanneer betrokkene in het bezit is van een Nederlandse bank- of girorekening en wanneer die rekening wordt ingezet voor de incasso. De inschrijving mag niet afhankelijk worden gesteld van een andere geldelijke bijdrage dan de in de WHW genoemde of op basis van de WHW vastgestelde college- of examengelden. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van de deelname aan het onderwijs, de tentamens of de examens van de opleiding zijn steeds voor rekening van de student of extraneus. Collegegeldkrediet Het is voor studenten in het hoger onderwijs mogelijk een lening aan te vragen bij de DUO- IB-Groep voor het betalen van het collegegeld. Deze lening wordt collegegeldkrediet genoemd en is een onderdeel van de studiefinanciering. Het collegegeldkrediet wordt, net als de rest van de studiefinanciering, per maand uitbetaald. Studenten kunnen collegegeldkrediet krijgen voor zowel het wettelijk collegegeld als het instellingscollegegeld. De student kan het hele bedrag aan collegegeld lenen óf een deel ervan. Hij kan altijd het bedrag van het wettelijk collegegeld lenen als collegegeldkrediet. Wil hij een hoger collegegeldkrediet, dan kan dat als hij een instellingscollegegeld betaalt dat hoger is dan het wettelijk collegegeld. De student kan dan een collegegeldkrediet krijgen ter hoogte van het collegegeld dat hij betaalt tot maximaal vijf keer het bedrag aan wettelijk collegegeld. 25

26 Nadere informatie over college- en examengeld Wet- en regelgeving: - Art t/m 7.47 WHW; - Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012, in werking getreden op 1 september 2012); - Brieven ministerie van OCW van 26 juli 1989 en 25 augustus 1994 over eigen bijdrage studenten. Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 47 47; Vermindering en vrijstelling van collegegeld Het wettelijk en instellingscollegegeld wordt met 1/12 e deel verminderd voor elke maand dat de betrokken student niet is ingeschreven: voor degene die in de loop van het studiejaar wordt ingeschreven; voor degene wiens inschrijving op zijn verzoek in de loop van het studiejaar door of namens het instellingsbestuur is beëindigd in de gevallen als bedoeld in paragraaf 3.2 onder b van dit statuut en die in de loop van hetzelfde studiejaar opnieuw voor een opleiding wenst te worden ingeschreven. Vermindering dan wel vrijstelling van het wettelijk dan wel instellingscollegegeld is mogelijk in geval van een tweede of volgende inschrijving aan een Nederlandse universiteit of hogeschool. Dit kan dezelfde of een andere universiteit betreffen. Indien de tweede inschrijving duurder is dan de eerste, betaalt hij het verschil bij. Indien de tweede inschrijving goedkoper is dan de eerste (b.v. de eerste inschrijving is voor een voltijdse opleiding en de tweede voor een deeltijdse opleiding) kan nooit teruggave van het meer betaalde plaatsvinden: de student krijgt vrijstelling van de betaling van collegegeld voor de tweede opleiding. Indien een student zich voor een tweede of volgende inschrijving wendt tot een andere universiteit of hogeschool, waar hij het instellingscollegegeld verschuldigd is, doet hij er goed aan daar eerst te informeren naar de bij die instelling geldende regels t.a.v. vermindering dan wel vrijstelling van instellingscollegegeld. Nadere informatie over vermindering en vrijstelling collegegeld Wet- en regelgeving: - art WHW; - Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012, in werking getreden op 1 september 2012) Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 47 47; Terugbetaling van collegegeld Terugbetaling van (een deel van) het wettelijk en het instellingscollegegeld is mogelijk in de volgende gevallen: Bij uitschrijving wordt voor elke maand vanaf de beëindiging van de inschrijving 1/12e deel van het collegegeld terugbetaald. Wanneer de inschrijving wordt beëindiging met ingang van 1 juli of 1 augustus is er geen aanspraak op restitutie van collegegeld over die maanden. bij overlijden van een student in de loop van het studiejaar wordt voor elke daaropvolgende maand na het overlijden 1/12e deel van het betaalde collegegeld terugbetaald aan de nabestaanden. In deze situatie is er wel restitutie van collegegeld over de maanden juli en augustus. 26

27 Het CvB heeft een procedure met betrekking tot de terugbetaling vastgesteld. Deze is opgenomen in de Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving. Terugbetaling vindt alleen plaats indien een verzoek tot beëindiging van de inschrijving is ingediend én is ingewilligd (zie ook paragraaf 3.2 van dit Statuut); terugbetaling geschiedt dan automatisch. Nadere informatie over terugbetaling van collegegeld Wet- en regelgeving: - art WHW; - Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving van de TU/e 2012 (vastgesteld door het CvB op 21 juni 2012, in werking getreden op 1 september 2012); Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 47 47; Notebookregeling Voor het volgen van onderwijs aan de TU/e is het wenselijk dat studenten de beschikking hebben over een notebook. De TU/e biedt daarom aan bepaalde categorieën studenten de mogelijkheid een notebook aan te schaffen. Dit notebook wordt geleverd met een pakket accessoires, software, verzekering, garantie en ondersteuning. De voorwaarden zijn als volgt: Doelgroep: De doelgroep wordt gevormd door de studenten die zich in het betreffende studiejaar voor het eerst op de TU/e (voltijd of deeltijd) inschrijven en daar hun collegegeld betalen. Dit laatste betekent dat de TU/e hun hoofdinschrijving is. (Zie voor dit begrip ook paragraaf van dit Statuut). Neveninschrijvers en extraneï hebben geen recht op deelname aan de notebookregeling. Ook voltijd- en deeltijdstudenten die in het betreffende jaar aan de TU/e hun collegegeld betalen en daar dus hun hoofdinschrijving hebben, maar die (in een deel van) het jaar daarvoor als neveninschrijver of als extraneus al aan de TU/e verbonden waren, komen in aanmerking. Het gaat dan bijvoorbeeld om studenten die in hun laatste jaar aan een HBOinstelling of een andere universiteit alvast wat vakken willen volgen aan de TU/e, en daarom voor neveninschrijving hebben gekozen. Studenten die zich na een studieonderbreking weer inschrijven aan de TU/e, kunnen een verzoek richten tot de directeur van het STU ter beoordeling of zij in aanmerking komen voor een notebook. Daarnaast kunnen studenten die in de afstudeerfase zitten of recentelijk afgestudeerd zijn aan een HBO instelling en toch al met een neveninschrijving studeren aan de TU/e een verzoek indienen voor deelname aan het notebookregeling. Ook schakelstudenten kunnen een verzoek tot deelname indienen. Participatieovereenkomst: Aan de studenten die onder de doelgroep vallen wordt, als zij gebruik willen maken van het notebookvoorziening van de TU/e, een participatieovereenkomst ter ondertekening aangeboden, waarin alle rechten en plichten t.a.v. het notebook zijn opgenomen. Daarin is o.m. bepaald dat de studenten om in aanmerking te komen voor het notebook, een bedrag moeten overmaken aan de TU/e (onder bepaalde voorwaarden kan de student hiervoor een renteloze lening afsluiten bij de bank) en daarnaast een schuldbekentenis moeten ondertekenen om in aanmerking te komen voor een notebook. Elke student die zich in het betreffende studiejaar voor het eerst aan de TU/e (voltijd of deeltijd) inschrijft en daar zijn collegegeld aanbetaalt, komt eenmalig in aanmerking voor 27

28 een gesubsidieerd notebook. Voltijd- en deeltijdstudenten van zowel de bacheloropleiding als de masteropleiding, dienen het bedrag ( 780,-) over te maken en een schuldbekentenis te tekenen voor het bedrag ( 720,-). Het in de schuldbekentenis opgenomen bedrag wordt, zowel voor bachelor- als masterstudenten, jaarlijks verminderd met een in de participatieovereenkomst vermeld bedrag en het restant bedrag wordt kwijtgescholden als de student de bachelor- cq. de masteropleiding met goed gevolg heeft afgerond of als hij gedurende drie aaneengesloten jaren als student met een hoofdinschrijving bij de TU/e ingeschreven is geweest. Voortijdige beëindiging inschrijving: Studenten die voortijdig hun inschrijving als student met een hoofdinschrijving beëindigen kunnen kiezen of zij het notebook willen behouden of aan de TU/e willen verkopen. De TU/e koopt het notebook dan van de student tegen kwijtschelding van het bedrag dat dan nog op de schuldbekentenis openstaat. Tevens zal het eventueel teveel betaalde bedrag verrekend worden met de student. Indien de student het notebook wil behouden moet het bedrag dat dan nog openstaat op de schuldbekentenis aan de TU/e worden betaald en wordt de lening, mits afgesloten, direct geëffectueerd. Het behouden van het notebook is alleen mogelijk na verwijdering van de software. De student moet zich hiervoor melden bij het Notebook Service Centrum. Verkoop van het notebook aan de TU/e is alleen aan de orde indien het notebook in goede staat verkeert. In het geval van afstuderen vervalt de mogelijkheid van terugverkoop aan de TU/e. Bij studiebeëindiging dient de student binnen 5 werkdagen na beëindiging van de studie het notebook in te leveren bij het Notebook Service Centrum, dan wel de software te laten verwijderen bij het Notebook Service Centrum. Bij te laat inleveren van het notebook, dan wel software verwijderen, wordt 50,- administratiekosten per maand of deel van een maand in rekening gebracht. Tweede deelname: Het is mogelijk voor studenten een tweede keer een notebook aan te schaffen. Voorwaarde hiervoor is dat de vorige deelname minstens drie jaar geleden heeft plaatsgevonden en dat de student zich op de TU/e (voltijd of deeltijd) ingeschreven heeft en daar zijn collegegeld betaalt. Voor een tweede deelname komt een student niet in aanmerking voor een subsidiebedrag. De student heeft recht op ondersteuning van maximaal één notebook, m.a.w. neemt de student vervolgens nog een keer deel aan het notebookregeling, dan vervalt het recht op ondersteuning op de eerdere notebook. Bij het afhalen van de nieuwe notebook dient de software van het oude notebook te worden ingeleverd. Bij de tweede deelname ontvangt de student een notebook zonder aanvullende accessoires. De software dient de student zelf te installeren. Het notebook kost dan 1.100,-. Wel kan de student rekenen op garantie, service en ondersteuning gedurende de periode van de fabrieksgarantie. Een aanvraag voor tweede deelname dient uiterlijk 1 augustus voorafgaande aan het studiejaar ingediend te worden bij het STU. Nadere informatie over notebook Inlichtingen bij: - STU tel. (040) (247) Notebook Service Centrum tel. (040) (247) 88 88; 28

29 3.5 Clickers Voor het volgen van onderwijs in het Bachelor College is het noodzakelijk dat studenten de beschikking hebben over een clicker. Deze clickers zijn bedoeld om het onderwijs interactiever te maken en zullen onder andere gebruikt worden voor tussentoetsen. De student dient een clicker voor de start van het onderwijs aan te schaffen bij STU. Aanschaf en vragen Voor de aanschaf van de clicker en alle technisch inhoudelijke vragen kan de student terecht bij het Notebook Service Centrum. Voor alle overige vragen over de clicker kan de student terecht bij het STU. Denk bijvoorbeeld aan terugbetaling van een x bedrag bij het staken van de studie. Kosten: De kosten bedragen 60,-. Dit bedrag dient de student voor aanvang van de studie over te maken op de rekening van de TU/e. Garantie Bij aankoop van een nieuwe clicker ontvangt de student drie jaar garantie. Op moment dat de clicker defect is, kan de student terecht bij het Notebook Service Centrum. Deze zullen een vervangende clicker ter beschikking stellen. Mocht het defect onder de garantie vallen zullen er geen kosten aan verbonden zitten. Indien het defect niet onder de garantie valt zal via een factuur de kosten in rekening worden gebracht. Daarnaast zijn er, indien voorradig, 2e hands clickers beschikbaar. Op basis van resterende garantie wordt de prijs bepaald. Bij 2 jaar garantie bedraagt de prijs 40,- euro. Bij 1 jaar garantie bedraagt de prijs 20,- Valschade is uitgesloten van garantie, dit wordt door de TU/e beoordeeld. Leenclickers voor niet-bachelor Collegestudenten Niet-Bachelor Collegestudenten, die in voorkomende gevallen een clicker nodig hebben voor het volgen van onderwijs, kunnen bij de facultaire onderwijsadministraties terecht voor een leenclicker Deze zijn te leen voor een periode van één kwartiel en worden zo geregistreerd. Mocht de clicker aansluitend aan de leenperiode nog een kwartiel nodig zijn, dan kan de leenperiode worden verlengd. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor een leenclicker is dat een niet-bachelor Collegestudent minder dan drie vakken volgt waarvoor een clicker noodzakelijk is. Volgt een student drie of meer vakken, dan dient hij een clicker aan te schaffen via het Notebook Service Centrum. Studiestakers: Een student die zijn of haar studie aan de TU/e staakt, kan de clicker inleveren bij het Notebook Service Centrum. Het retourbedrag word bepaald aan de hand van de resterende garantie. Hierin zijn vier situaties te onderscheiden: Als een clicker binnen 1 kwartaal na uitgifte wordt geretourneerd, krijgt een student 50 terug. Als een clicker voor het einde van het 1e studiejaar na uitgifte wordt geretourneerd, krijgt een student 40 terug. Als een clicker voor het einde van het 2e studiejaar na uitgifte wordt geretourneerd, krijgt een student 20 terug. Als een clicker na meer dan 2 studiejaren na uitgifte wordt geretourneerd, krijgt een student niets terug. De financiële afhandeling wordt geregeld door het STU. 29

30 Niet TU/e clickers: De student dient de clicker via de TU/e aan te schaffen. Aanschaf via Amerika of andere landen buiten Europa is niet mogelijk, aangezien er sprake is van een heel andere markt. Deze clickers werken met andere software. Hoewel de clickers er hetzelfde uitzien zijn ze anders geprogrammeerd door de fabrikant. Het is dus feitelijk een ander type clicker. Daarnaast is de initiële aanschafprijs van deze buitenlandse clickers weliswaar lager, maar moet de koper per zes maanden een bedrag betalen om die clicker te mogen gebruiken. Dit is binnen de Europese markt niet het geval. Let op: support en garantie van de clickers geldt alleen voor de bij TU/e aangeschafte clickers. 3.6 Profileringsfonds Regeling Profileringsfonds TU/e In deze Regeling Profileringsfonds TU/e (afgekort RP ) zijn twee vormen van financiële ondersteuning geregeld, waarop studenten een beroep kunnen doen, geregeld: Afstudeertoelage, te verstrekken aan studenten die het afsluitend examen nog niet met goed gevolg hebben afgelegd, gemengde studiefinanciering genieten of genoten hebben en in de periode van gemengde studiefinanciering te maken hebben met één of meer bijzondere omstandigheden, tengevolge waarvan zij studievertraging hebben opgelopen of dat naar verwachting zullen doen (art WHW). Voltijdstudenten van de verkorte opleiding kunnen voorts aanspraak maken op een afstudeertoelage, indien zij geen recht meer hebben op gemengde studiefinanciering en binnen de termijn van de nominale studieduur van de verkorte opleiding studievertraging oplopen ten gevolge van bijzondere omstandigheden. De bestuursbeurs, te verstrekken aan studenten die hun propedeuse hebben behaald en in de jaren voorafgaand aan het studiejaar waarin de bestuursfunctie wordt vervuld minimaal 75% van het nominale studietempo hebben behaald. Dit percentage blijft voor het studiejaar gelijk. De komende jaren wordt het studietempo verhoogd naar 80% in en naar 90% in Tijdens het vervullen van de bestuursfunctie dient de student te voldoen aan een in de regeling opgenomen studievoortgangseis. Per studiejaar kan maximaal 9 maanden financiële ondersteuning voor het vervullen van een bestuursbeurs worden toegekend. Deze nieuwe regels zullen worden geëvalueerd. De bijzondere omstandigheden op grond waarvan studenten in aanmerking komen voor een afstudeertoelage zijn: a. ziekte; b. een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; c. zwangerschap en bevalling; d. bijzondere familieomstandigheden; e. het lidmaatschap van een opleidingscommissie, het studentadviseurschap van het faculteitsbestuur, de universiteitsraad, de faculteitsraad, een en ander als vermeld in bijlage 1; f. studievertraging die het gevolg is van de wijze waarop de instelling de opleiding feitelijk verzorgt; g. studievertraging die het gevolg is van het beoefenen van topsport. 30

31 Buitenlandse studenten kunnen in aanmerking komen voor een afstudeertoelage in geval van ziekte, mits aan de voorwaarden is voldaan. In de situaties, zoals opgenomen onder b tot en met g, kunnen buitenlandse studenten, ter beoordeling aan de studentendecaan, in aanmerking komen voor een afstudeertoelage, mits aan de overige voorwaarden van deze regeling wordt voldaan. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan studenten in aanmerking kunnen komen voor een bestuursbeurs: a. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid; b. activiteiten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar het oordeel van het College van Bestuur mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt. Ook buitenlandse studenten hebben recht op een bestuursbeurs, mits aan de voorwaarden is voldaan. Contact met en melding bij studieadviseur en/of studentendecanen van STU De voorwaarden voor het verkrijgen van een afstudeertoelage en de procedure voor het aanvragen daarvan zijn opgenomen in de RP De uitvoering van deze regeling is door het CvB opgedragen aan de studentendecanen van het STU. Studenten die door bijzondere omstandigheden, zoals genoemd onder a, b, c, d, en f verwachten studievertraging op te zullen lopen, dienen zich onverwijld, maar in ieder geval binnen vijf maanden te melden of te laten melden bij de studieadviseur van de opleiding dan wel de studentendecaan van het STU. Indien de bijzondere omstandigheden langer dan vijf maanden gelden, heeft een latere melding consequenties voor de duur van de toelage uit het afstudeerfonds. Ook zijn studenten verplicht, indien zij besluiten de studie (tijdelijk) te staken contact op te nemen met de studentendecaan. Ook daarvoor gelden bepaalde termijnen. Let op: de aanvraag voor een toelage uit het afstudeerfonds dient uiterlijk op 31 december van het studiejaar volgend op dat waarin de bijzondere omstandigheid zich heeft voorgedaan te zijn ingediend. Voor bestuursbeurzen geldt dat de aanvraag uiterlijk voor 1 mei in het studiejaar waarin de bestuursfunctie wordt vervuld, moet zijn ingediend. Zie voor verdere voorwaarden de regeling zelf die te vinden is op de website van de TU/e. Nadere informatie over financiële ondersteuning Wet- en regelgeving: - art WHW; - Regeling Profileringsfonds TU/e Publicaties: - diverse brochures van STU Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 47 47; Bijzondere vormen van financiële ondersteuning Er bestaan de volgende bijzondere vormen van financiële ondersteuning. Nadere informatie hierover is te verkrijgen bij het STU. Particuliere fondsen Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI NIRIA) beheert het Studie- en Reisfonds. Het KIVI NIRIA Studie- en Reisfonds keert financiële tegemoetkomingen uit aan studenten die hun afstudeerproject in het buitenland (buiten Europa) uitvoeren. Een aanvraag voor een KIVI NIRIA-toelage kan alleen via het STU op individuele basis worden ingediend. Het KIVI 31

32 NIRIA-fonds verleent alleen eenmalige uitkeringen, waarbij als gift in het algemeen een bedrag van 350,- niet te boven wordt gegaan. Voor het aanvragen van een KIVI NIRIAuitkering moet een student zich wenden tot het STU, tel. (040) (247) 4747, waar de voorwaarden en het aanvraagformulier te verkrijgen zijn. De aanvraag kan alleen in behandeling worden genomen als aan alle voorwaarden wordt voldaan zoals die op het aanvraagformulier zijn vermeld. Aanvragen moeten altijd via het STU worden ingediend. Beurzen voor studie en stage in het buitenland De TU/e biedt volop mogelijkheden om gedeeltelijk een studie- of stageverblijf in het buitenland te financieren. Voor informatie hierover kunnen studenten terecht bij het STU. Ook de Nuffic Beurs Opener biedt gedetailleerde informatie over beurzen en fondsen voor studie, stage en onderzoek in het buitenland ( Fondsenboek Het Fondsenboek (FondsenDisk 2011) bevat een adreslijst van alle particuliere fondsen op het gebied van onderwijs en cultuur. Het FondsenDisk 2011 is te vinden in de leeszaal van de Centrale Bibliotheek onder code AEH00FON (bij de CD-afdeling) in het Metaforum. tel. (040) (247) Stichting Universiteitsfonds Eindhoven De stichting heeft haar zetel in de gemeente Eindhoven en heeft de volgende doelen: - het bevorderen van de technische wetenschappen en het technisch hoger onderwijs in het algemeen, zomede de belangen van de TU/e en de studenten in het bijzonder. De stichting zal zich bijzonder inspannen voor de ontplooiing van de studenten en voor het behoud en de verhoging van het niveau van de opleiding, en - voorts al hetgeen met het vorenstaande in verband staat of daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting dient met de verwezenlijking van haar doel het algemeen belang en beoogt niet het maken van winst. De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het bevorderen van een goede samenwerking tussen het Nederlandse bedrijfsleven en de TU/e; b. het bevorderen van een goed contact tussen Nederlandse ingenieurs en de TU/e; c. het bevorderen van een goed contact tussen alumni van de TU/e en de TU/e; d. het bevorderen van studiereizen en van wetenschappelijke onderzoekingen door aan Nederlandse Technische Universiteiten verbonden hoogleraren en dergelijke; e. het bevorderen en vergemakkelijken van wetenschappelijke onderzoekingen door hoogleraren, docenten, assistenten en studenten van de TU/e; f. het verlenen van subsidies aan de Universiteitsgemeenschap van de TU/e; g. het verlenen van subsidies aan de studenten van de TU/e en andere, naar het oordeel van het bestuur van de stichting daarvoor in aanmerking komende personen; h. Eindhoven als studentenstad op de kaart te zetten; i. i. alle andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn. Nadere informatie kan worden opgevraagd via ufe@tue.nl. Universiteitsfonds, Dienst Algemene Zaken, telefoon

33 3.7 Schadevergoeding c.q. nabetaling college-/examengeld Iemand die, als bewijs van een afgelegd examen, een getuigschrift wil ontvangen, moet hiertoe een verzoek indienen bij het CvB. Met het verzoek moet hij overleggen de bewijzen van inschrijving over de jaren, dat gebruik is gemaakt van onderwijs- dan wel examenvoorzieningen. Indien geconstateerd wordt, dat hij in enig jaar niet (correct) ingeschreven heeft gestaan en toch onderwijs heeft gevolgd dan wel tentamens heeft afgelegd, kan het CvB bepalen dat het getuigschrift toch wordt afgegeven, maar pas nadat het desbetreffende collegegeld dan wel examengeld is betaald. Wie niet staat ingeschreven en gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen is een schadevergoeding verschuldigd. Het bedrag dat betaald moet worden, is het collegegeld dat bij de juiste inschrijving verschuldigd zou zijn. Bovendien kan degene die gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen zonder daartoe gerechtigd te zijn, strafrechtelijk worden vervolgd en op grond daarvan bestraft worden met een geldboete van de tweede categorie (op dit moment kan die boete oplopen tot 3.900,-). Nadere informatie over schadevergoeding c.q. nabetaling college- en examengeld Wetgeving: en 15.3 WHW Inlichtingen bij: - STU, tel. (040) (247) 4747; 33

34 4 ONDERWIJS Het onderwijs komt uitvoerig aan de orde in de opleidingsgidsen; daarin worden de specifieke aspecten van een opleiding behandeld. In dit hoofdstuk worden alleen de algemene zaken besproken die alle opleidingen gemeen hebben. 4.1 Aanbod en inrichting opleidingen De TU/e verzorgt in bacheloropleidingen en 22 masteropleidingen. De duale variant van de masteropleiding Chemical Engineering wordt afgebouwd. Instroom in deze duale variant is vanaf 1 september 2010 niet meer mogelijk. Bacheloropleidingen De bacheloropleidingen hebben een cursusduur van drie jaar (180 SP). Ze bestaan uit een propedeutische fase van één jaar (60 SP), die wordt afgesloten met een propedeutisch examen en een postpropedeutische fase van twee jaar (120 SP) die wordt afgerond met het afsluitend examen (bachelor examen). Studenten, die instromen op of na 1 september 2012 volgen de bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College. Deze bacheloropleiding voldoet aan het gestelde in de vorige alinea. Met het Bachelor College wil de TU/e aansluiten op de verschillen die er zijn tussen individuele studenten. Deze verschillen hebben bijvoorbeeld te maken met motivatie voor het kiezen van een technische opleiding of het eigen doel dat studenten met die opleiding willen bereiken. Daarom is het onderwijs zo ontworpen dat studenten volop de gelegenheid krijgen om hun eigen ambities te ontdekken en hun eigen uitdagingen vorm te geven. Concreet betekent dit dat studenten veel keuzevrijheid hebben en hun eigen studiepad kunnen uitstippelen en zowel voor verdieping als verbreding kunnen gaan, om uit te komen bij hun gewenste professionele identiteit. Dit werkt positief op motivatie en inzet, en naar verwachting uiteindelijk op studiesucces. Dit nieuwe perspectief van eigen ambities, keuzevrijheid en uitdagingen vraagt van de instelling om begeleiding hierop aan te bieden en vraagt van de student om zich maximaal in te zetten. Alle studenten worden door een docentcoach gecoacht op hun beroepsbeeld, het waarmaken van hun ambities en de keuzes die hieruit voortvloeien. Daarnaast krijgen studenten nog begeleiding van een studentmentor (ouderejaars student) in ieder geval het eerste semester van de studie. Deze begeleiding is vooral gericht op de overstap van leren op het vwo naar studeren aan de universiteit, en het wegwijs maken in de faculteit en universiteit. Tenslotte kan iedere student (of docentcoach) bij behoefte aan specifieke expertise een beroep doen op de studieadviseur van de eigen major of een studentenadviseur van STU. De taken van de docentcoach, studentmentor, studieadviseur en studentenadviseur zijn beschreven in paragraaf 4.4. Van de studenten wordt maximale inzet voor de studie verwacht. Dit vertaalt zich in het motto aanmelden = meedoen = afronden. Concreet betekent dit dat als een student zich aanmeldt voor een onderwijseenheid, hij automatisch ook is aangemeld voor de tussentoetsen en de eindtoets van die onderwijseenheid en het de verwachting is dat hij het tentamen zal behalen. De bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College kent verschillende componenten die hieronder kort worden toegelicht: majoronderwijseenheden, basisonderwijseenheden, keuzeonderwijseenheden en keuzepakketten, en USEonderwijseenheden (User, Society en Enterprise). Alle vakken die door de TU/e worden verzorgd zijn opgenomen in de elektronische vakkengids, die via Internet te bereiken is onder 34

35 De majoronderwijseenheden omvatten het disciplinespecifieke deel van de opleiding en hebben samen een omvang van 90 SP. De zes basisonderwijseenheden (samen 30 SP) zijn voor alle studenten verplicht: Calculus, Natuurwetenschappen, Modelleren, USE-basis, Design en Professionele Vaardigheden. Professionele Vaardigheden is geen afzonderlijke onderwijseenheid, maar is verweven in het majoronderwijs. In de OER is opgenomen om welke vaardigheden het gaat, en hoe ze worden beoordeeld en afgerond. De basisonderwijseenheden bereiden studenten voor op zowel hun eigen major als op onderwijseenheden in de keuzeruimte. De keuzeruimte beslaat 45 SP. Voor het invullen van de keuzeruimte kunnen studenten kiezen uit het totale aanbod van losse keuzeonderwijseenheden van 5 SP en coherente keuzepakketten (van veelal 15 SP). In de OER is vastgelegd aan welke voorwaarden de invulling van de keuzeruimte moet voldoen. Naast de basisonderwijseenheid USE moeten studenten een USE-leerlijn van 15 SP doen. Een USE-leerlijn bestaat uit onderwijseenheden waarbij de discipline uit de major geplaatst wordt in het perspectief van de gebruiker (user), de maatschappij (society) en/of de onderneming (enterprise). Voor de invulling van de USE-leerlijn kunnen studenten kiezen uit alle USEpakketten die worden aangeboden. Nadere informatie over de bacheloropleidingen nieuwe stijl volgens het Bachelor College Wet- en regelgeving: - OER en Beleid: - Richtlijn Bachelor College vastgesteld op 2 mei 2013 Inlichtingen bij: - STU Masteropleidingen De masteropleidingen hebben een cursusduur van twee jaar (120 SP). Informatie over studieopbouw en afstudeerrichtingen is onder andere te vinden in de opleidingsgidsen en op de website van de TU/e. 4.2 Recht op een studeerbaar programma De OER wordt regelmatig beoordeeld, waarbij met name het uit de studielast voortvloeiende tijdsbeslag wordt gewogen. Dit is de verantwoordelijkheid van het faculteitsbestuur. De tekst van de OER van een opleiding is opgenomen in de (desbetreffende) opleidingsgids, die te raadplegen is op internet. Het CvB draagt er zorg voor dat tijdig voor de aanvang van het studiejaar openbaar worden gemaakt: het onderwijsaanbod; ten aanzien van welke opleidingen een verwijzing naar afstudeerrichtingen kan plaatsvinden en de regels die ter zake gelden. De vorm van openbaarmaking dient zodanig te zijn dat de aanstaande student zich een goed oordeel kan vormen over de inhoud en inrichting van het onderwijs en van de examens. Een opleiding dient zodanig te worden ingericht dat de student in redelijkheid in staat wordt gesteld om te voldoen aan de norm voor de studievoortgang van de WSF

36 4.3 Studielast en studiepunten Elke opleiding bestaat uit bepaalde onderwijseenheden. Afhankelijk van het aantal onderwijseenheden en de zwaarte daarvan kent een opleiding een bepaalde studielast. De studielast van de opleidingen en de daartoe behorende onderwijseenheden worden door het faculteitsbestuur uitgedrukt in studiepunten. In de OER is de studielast van de opleiding als geheel en van de afzonderlijke onderwijseenheden opgenomen. In het bovenstaande en ook elders in dit Statuut wordt het begrip studiepunten (SP) gebruikt volgens het European Credit Transfer System. Dit is een studiepuntensysteem dat in de Europese Unie wordt gebruikt en dat bij de invoering van de bachelor-masterstructuur in de wet is opgenomen. De berekening volgens het SP-systeem is als volgt: de studielast van een studiejaar bedraagt 60 studiepunten, waarbij één studiepunt staat voor 28 uur studie. 60 SP is dus gelijk aan 1680 uren studie. 4.4 Studiebegeleiding Studenten hebben recht op studiebegeleiding en op de diensten van een studentenadviseur en/of studentendecaan. Bij de studiebegeleiding moet op grond van de wet bijzondere zorg besteed worden aan studenten die behoren tot een bepaalde etnische of culturele minderheid. Elke faculteit kent voor de begeleiding van studenten één of meer studieadviseurs. De individuele studiebegeleiding moet in de OER geregeld worden. Studenten die deelnemen aan het Bachelor College (instroom ) hebben naast begeleiding door een studieadviseur van de eigen major en door een studentenadviseur/studentendecaan van het STU, ook recht op coaching door een docentcoach en in het eerste semester na inschrijving tevens recht op begeleiding door een studentmentor (ouderejaars student van de eigen opleiding). In de OER is vastgelegd waar deze coaching en verschillende vormen van begeleiding zich op richten. De taken van de docentcoach, studentmentor, studieadviseur en studentenadviseur zijn opgenomen in onderstaand overzicht. Taken docentcoach De docentcoach coacht de student op: de ontwikkeling van een eigen professionele identiteit als toekomstig ingenieur; het keuzeproces dat hier voor nodig is. Het gaat om keuzes zoals het invullen van de keuzeruimte inclusief een USE-pakket, het al dan niet deelnemen aan een honors programma en het kiezen van een masteropleiding; het sturen en vormgeven van het eigen keuzeproces, dus leren hoe studiegerelateerde keuzes te maken in het licht van te realiseren ambities; De docentcoach verwijst de student naar de studieadviseur (eigen major) bij problemen die de studievoortgang belemmeren. Taken studentmentor De studentmentor begeleidt de student in groepjes en individueel op: Sociale en academische binding met de opleiding, de faculteit en de universiteit, Contact met medestudenten, de studie en het studeren, Samenwerkend leren, Ontwikkelen van studievaardigheden. De studentmenor verschaft informatie en beantwoordt vragen over major, faculteit en universiteit. Daarnaast geeft de studentmentor advies over naar wie toe te gaan bij vragen of 36

37 problemen. Waar nodig signaleert de studentmentor problemen en verwijst hij de student naar de studieadviseur. Taken studieadviseur (eigen major) De studieadviseur adviseert de student gevraagd of ongevraagd over alle aspecten van zijn opleiding; voert (individuele) gesprekken met studenten over studievoortgang, studieplanning en BSA; houdt het overzicht op de coaching en begeleiding van studenten en is van hieruit aanspreekpunt voor alle betrokken partijen (student, docentcoach, studentmentor en studentenadviseur); geeft, afhankelijk van zijn of haar inhoudelijke deskundigheid, informatie over studieopbouw, volgorde en samenhang van onderwijseenheden, mogelijkheden binnen de keuzeruimte, mogelijkheden na de bachelor, mogelijkheden tot overstappen naar andere majoren binnen de TU/e of andere bacheloropleidingen buiten de TU/e; bespreekt op initiatief van de student eventuele problemen met de coaching / docentcoach en onderneemt actie waar dat nodig is; adviseert de student en docentcoach over doorverwijzing naar een studentenadviseur/studentendecaan (STU) als er bijzondere omstandigheden zijn of als zich problemen voordoen met betrekking tot studie- en studeervaardigheden, gestagneerd keuzeproces of persoonlijke problemen die het studeren beïnvloeden. Taken studentenadviseur (STU) De studentenadviseur begeleidt en ondersteunt de student bij: (problemen met) studie- en studievaardigheden (o.a. motivatie, faalangst, studiehouding, studeergedrag, uitstelgedrag), persoonlijke problemen die studeren beïnvloeden, gestagneerd keuzeproces: de studentenadviseur verwijst de student naar externe instanties waar nodig, loopbaanbegeleiding en voorbereiding op de arbeidsmarkt (CareerCenter). Taken studentendecaan (STU) De studentendecaan begeleidt en ondersteunt de student bij: persoonlijke omstandigheden (o.a. functiebeperkingen zoals dyslexie, autisme, chronische ziekte e.d.), administratieve zaken, zoals toelating, studiefinanciering, regeling voor topsport, 4.5 Studeren met een functiebeperking Studenten met een functiebeperking of chronische ziekte (in het vervolg samengevat onder de noemer functiebeperking ) ondervinden door deze omstandigheid vaak vertraging in hun studie. Door de gevolgen van hun functiebeperking kan het zijn dat zij minder tijd en energie aan hun opleiding kunnen besteden dan de gemiddelde student. De TU/e dient voorzieningen te treffen die het mogelijk maken dat studenten met een functiebeperking redelijkerwijs aan het onderwijs en de tentamens kunnen deelnemen. Studenten die aanspraak willen maken op deze voorzieningen kunnen een schriftelijk verzoek indienen voor aanpassing van het onderwijs, de tentamens of de praktische oefeningen of extra faciliteiten. Het is mogelijk om bij de examencommissie of het faculteitsbestuur een verzoek daartoe in te dienen zo mogelijk drie maanden voordat de student zal deelnemen aan 37

38 het onderwijs, tentamens of praktische oefeningen. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van de bescheiden die redelijkerwijze nodig zijn voor de beoordeling van het verzoek. Daaronder wordt in ieder geval begrepen een recente verklaring van een medicus of een psycholoog of van een BIG-, NIP-, of NVO-geregistreerd testbureau. Indien een student gebruik wil maken van de bovenstaande voorzieningen, dan gebeurt dit doorgaans via de studentendecaan. De studentendecaan dient namens de student een verzoek voor een speciale voorziening in bij de examencommissie. Nadere informatie over aanbod en inrichting opleidingen, studielast, studiebegeleiding, studeren met een functiebeperking e.d. Wet- en regelgeving: - art. 7.3, 7.3a, 7.4, 7.4a, 7.7, 7.8, 7.13, 7.15, 7.34 WHW; - OER en Beleid: - TU/e Beleidsnotitie Studeren met een functiebeperking, vastgesteld door het CvB bij besluit van 27 juni Publicaties: - opleidingsgidsen Inlichtingen bij: - STU, tel. (040)(247) 47 47; - Studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst 4.6 Studievoortgang en studiefinanciering Volgens de WSF 2000 heeft een student recht op studiefinanciering als hij als voltijds student Hoger Onderwijs (HBO of WO) volgt en de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. Hoe lang een student recht heeft op studiefinanciering wordt bepaald door de studieduur van de opleiding en het aantal jaren dat hij al studiefinanciering in het hoger onderwijs heeft ontvangen. Voor studenten met een functiebeperking, die daardoor studievertraging oplopen, bestaat de mogelijkheid één jaar extra studiefinanciering aan te vragen. Hiervoor dient een afspraak gemaakt te worden met de studentendecaan van het STU. Studiefinanciering bestaat uit een basisbeurs, een mogelijke aanvullende beurs (afhankelijk van het inkomen van de ouders), het recht op een rentedragende lening (die dus later moet worden terugbetaald) en het recht gebruik te maken van de studenten OV-chipkaart. Ook kunnen studenten gebruik maken van het Collegegeldkrediet (zie art 3.3.1). Bij een driejarige bacheloropleiding en een tweejarige masteropleiding bedraagt het aantal beursjaren maximaal 5, op voorwaarde dat de student binnen de diplomatermijn van 10 jaar afstudeert. De prestatiebeurs wordt automatisch omgezet in een gift als het masterdiploma is behaald. Behaalt de student binnen de diplomatermijn alleen het bachelorexamen dan worden maximaal 36 maanden omgezet in een gift. Het aantal beursmaanden is immers gelijk aan de wettelijke cursusduur. De omzetting in een gift gebeurt dan echter niet automatisch maar alleen op verzoek van de student. Een student met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis kan op grond daarvan eenmalig verlenging van de prestatiebeurs met één jaar aanvragen. De aanvraag daarvoor moet ingediend worden bij de DUO-IB-Groep en ondersteund worden door de instelling. Neem hiervoor contact op met de studentendecaan van STU. Studenten die na 31 augustus 1996 voor het eerst studiefinanciering ontvangen voor een opleiding in het hoger onderwijs, vallen onder de prestatiebeurs. De student op wie de prestatiebeurs van toepassing is, ontvangt zijn beurs eerst in de vorm van een rentedragende lening. Pas wanneer de vereiste prestatie is geleverd (te weten: het diploma binnen 10 jaar is behaald) wordt de lening omgezet in een beurs. 38

39 Voor alle prestatiebeursstudenten geldt dat hun prestatiebeurs wordt omgezet in een gift, als ze het afsluitend examen binnen de diplomatermijn behalen. De diplomatermijn is een periode van 10 jaren. Deze periode vangt aan op de eerste dag van de maand waarover voor het eerst studiefinanciering is toegekend voor het volgen van hoger onderwijs en schort niet op, ook niet als een student zich tijdelijk uitschrijft en later weer inschrijft bij een hoger onderwijsinstelling of bij ziekte. Wanneer een student echter deze diplomatermijn niet dreigt te halen, kan in sommige gevallen wel verlenging van de diplomatermijn gevraagd worden. Hiervoor kan contact worden opgenomen met een studentendecaan bij STU. Nadere informatie over studievoortgang en studiefinanciering Wet- en regelgeving: - art. 7.4, 7.9a, 7.9c, 7.9d WHW; - WSF 2000 Publicaties: - brochures van STU - diverse brochures van DUO-IB-Groep, gratis verkrijgbaar bij STU en studieadviseurs faculteiten - informatiekrant van DUO-IB-Groep; wordt rechtstreeks aan studenten toegezonden. Inlichtingen bij: - STU, tel. (040)(247) 47 47, - Studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst - DUO-IB-Groep, tel. (050) Bindend studieadvies aan het eind van het eerste studiejaar Zoals hiervoor al aangegeven geldt binnen de bacheloropleidingen van de TU/e een bindend studieadvies (bsa). Na het eerste semester van de propedeuse ontvangt de student een voorlopig positief of een voorlopig negatief advies, het zogenaamde preadvies. Wanneer de student een voorlopig negatief studieadvies heeft ontvangen, is hem een redelijke termijn gegund om alsnog tijdig aan de bsa norm te voldoen. Wanneer de student aan het einde van het eerste jaar minder dan 40 SP heeft behaald krijgt hij een negatief bindend studieadvies. Wanneer de student 40 SP of meer heeft behaald, krijgt hij een positief studieadvies. De bsa-norm zal met ingang van het studiejaar studiepunten bedragen. Voor de opleiding Industrial Design geldt met ingang van het studiejaar een bsanorm van 60 studiepunten. De propedeuse heeft drie wettelijke functies: oriëntatie, selectie en verwijzing. Het eerste studiejaar dient onder meer een antwoord op te leveren op de vraag of opleiding en student bij elkaar passen en of de student onder normale omstandigheden naar verwachting binnen een redelijke termijn de opleiding kan afronden. Het totale studiebegeleidingssysteem vervult een belangrijke rol bij deze functies. De aan de student uitgebrachte adviezen komen gefaseerd en op een zorgvuldige wijze tot stand. Daarbij worden categorieën gehanteerd die een onderscheid maken tussen enerzijds studenten die volgens de door de opleiding gestelde objectieve studievoortgangsnormen met geen of weinig vertraging de opleiding kunnen voltooien, en anderzijds studenten die dit naar verwachting niet zullen gaan doen. Het bsa heeft een dwingend karakter, en dat geldt zowel voor de student als voor de instelling. Voor de student, omdat hij gedwongen wordt een zodanige studievoortgang in het eerste jaar van de bacheloropleiding te boeken dat er een gerede kans is de opleiding binnen redelijke termijn af te ronden (op straffe van het zich niet opnieuw mogen inschrijven voor dezelfde opleiding). Voor de instelling, omdat die de plicht heeft goede voorwaarden te creëren voor 39

40 het boeken van voldoende studievoortgang en om de studenten optimaal te begeleiden met het oog op het voldoen aan de studievoortgangsnormen (op straffe van het verliezen van beroepszaken en het oplopen van reputatieschade). De student die in deeltijd wenst te studeren, dient voor aanvang van de studie of direct daarna contact op te nemen met de examencommissie om afspraken te maken over de voor hem geldende bsa-norm. Nadere informatie over studieadvies Wetgeving: art. 7.8b WHW Inlichtingen bij: - OER van de bacheloropleiding - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst - STU, tel. (040) (247) Harde knip Met ingang van 1 september 2012 dient de student eerst zijn bachelordiploma te hebben behaald alvorens hij kan beginnen met zijn masteropleiding, de zogenaamde harde knip. De harde knip gaat gelden voor alle studenten: zowel eigen studenten die na de bacheloropleiding een masteropleiding gaan volgen, als voor zij-instromers. (Eigen) universitaire bachelorstudenten dienen hun bacheloropleiding afgerond te hebben voordat ze tot de masteropleiding kunnen worden toegelaten. De harde knip geldt ook voor schakelstudenten: deze groep moet eerst het schakelprogramma afronden voordat ze een inschrijving in de masteropleiding kunnen openen. Het is niet meer mogelijk om via de contractantenregeling al masteronderwijseenheden te volgen. De wijze van inschrijving (voltijd-, deeltijd-, hoofd-, of neveninschrijving) is niet van belang: alle studenten krijgen met de harde knip te maken ongeacht hun type inschrijving. Studenten die vóór 1 september 2012 reeds zijn ingeschreven voor een masteropleiding (en die eventueel hun bacheloropleiding nog niet hebben afgerond, de zogenaamde zachte knip ), vallen niet onder de harde knip. Zij hebben immers gebruik gemaakt van de zachte knip en ze behouden deze rechten. Instroommomenten masteropleidingen Per september 2012 kennen alle masteropleidingen van de TU/e minimaal 2 instroommomenten: in september en in februari (begin kwartiel 1 en 3).. De instroommomenten zijn bedoeld voor externe instroom in de masteropleidingen. Het faculteitsbestuur is ervoor verantwoordelijk dat de instroommomenten studeerbaar zijn. Onder studeerbaar wordt verstaan dat de masteropleiding bij voldoende inspanning in twee jaar na inschrijving afgerond kan worden. Studenten die op de TU/e hun bacheloropleiding hebben afgerond, kunnen met ingang van de maand volgend op de maand waarin zij het bachelorexamen hebben afgerond, ingeschreven worden bij de masteropleiding. Zij hoeven dus niet te wachten tot het volgende formele startmoment. Echter, wanneer deze studenten beginnen met de masteropleiding op een ander moment dan de formele instroommomenten, wordt niet gegarandeerd dat de faculteit een studieprogramma kan aanbieden waarmee de masteropleiding in twee jaar na aanvang kan worden afgerond. Een verzoek tot inschrijving in de masteropleiding wordt gehonoreerd op grond van de Regeling inschrijving en beëindiging inschrijving. 40

41 Scheiding bachelor- en masteronderwijseenheden Om de bachelor- en masteropleiding te scheiden, dienen de onderwijsadministraties alle studenten te voorzien van een studiepakket met daarin de onderwijseenheden waaruit hun opleiding bestaat. Op die manier is een feitelijke scheiding gerealiseerd tussen de bachelor- en masteropleidingen. Onderwijseenheden die geen onderdeel uitmaken van het studiepakket, mogen niet worden gevolgd en getentamineerd. Het Onderwijs en Studenten Service Centrum dient ervoor te zorgen dat de aanmeldingen voor deze tentamens (eindtoetsen) worden geblokkeerd. Daarnaast dienen studenten zich aan te melden voor het volgen van onderwijs van de onderwijseenheden (dus ook voor praktische oefeningen, onderwijseenheden die op een andere wijze dan schriftelijk worden getentamineerd). Enerzijds is dit praktisch in verband met de organisatie en administratie, anderzijds is het gewenst voor controle en handhaving. Zonder aanmelding voor de onderwijseenheid is het voor de student niet mogelijk zich aan te melden voor het tentamen. De wet schrijft voor dat een student alleen onderwijseenheden mag volgen en daarin tentamen mag afleggen die tot zijn opleiding behoren. Uiteraard kan een student onderwijseenheden buiten de opleiding om volgen en daarin tentamens afleggen. Dit kan door een verzoek hiertoe in te dienen bij de examencommissie. (HBO)-schakelprogramma s Het (HBO)-schakelprogamma omvat maximaal 40 SP. Het (HBO)-schakelprgramma kan qua inhoud variëren door een andere (HBO)vooropleiding en de gewenste masteropleiding of mastertrack. Voor deze studenten wordt dus een individueel studiepakket gemaakt. In verband met de invoering van de harde knip moet dit pakket volledig afgerond zijn voordat de student zich in een masteropleiding kan inschrijven. Is het vanwege de studeerbaarheid beter dat de (HBO)-schakelaar in het 1e jaar op de TU/e meer onderwijsonderdelen kan behalen, dan kan het (HBO)-schakelprogramma met maximaal 20 SP aan masteronderwijseenheden worden uitgebreid, die in het individuele studiepakket opgenomen kunnen worden. Verder geldt de hoofdregel dat 75% van het (HBO)-schakelprogramma binnen één jaar dient te worden afgerond. Is dit niet het geval dan kan de student zijn HBO-schakelprogramma niet voorzetten. Van deze hoofdregel kan door de examencommissie in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken. Een en ander is vastgelegd in de OER. Hardheidsclausule Er is voorzien in een hardheidsclausule voor schrijnende gevallen die door bijzondere omstandigheden onevenredig worden getroffen door de invoering van de harde knip. De hardheidsclausule wordt decentraal uitgevoerd door de Examencommissies op basis van centraal vastgelegde richtlijnen. De hardheidsclausule is opgenomen in de OER van de bacheloropleiding. De examencommissies van de faculteiten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de hardheidsclausule. Zij worden hierbij bijgestaan door de Centrale Commissie Persoonlijke Omstandigheden (dit is dezelfde commissie die de persoonlijke omstandigheden beoordeeld in het kader van het bindend studieadvies). De hardheidsclausule is opgesteld aan de hand van de volgende uitgangspunten: - studenten met schrijnende persoonlijke omstandigheden of studenten die (bijna) nominaal studeren (3-3,5 jaar) én maximaal 6 studiepunten missen, kunnen bij de examencommissie een extra herkansing aanvragen voor de ontbrekende bacheloronderwijseenheden; - bij (bijna) nominaal studerenden kan de Examencommissie rekening houden met bestuurlijke activiteiten binnen de studieverenigingen; 41

42 - de procedure rondom de schrijnende persoonlijke omstandigheden is dezelfde als die bij het bindend studieadvies; - studenten die onder de hardheidsclausule vallen maar bij wie nog niet alle tentamencijfers van de bacheloronderwijseenheden bekend zijn bij aanvang van de masteropleiding in het eerste of tweede semester, mogen met toestemming van de examencommissie masteronderwijseenheden volgen waarvoor voldoende voorkennis aanwezig is. Echter, zij krijgen geen masterinschrijving. Het is niet de bedoeling dat deze studenten binnen een masteropleiding starten met projecten. Wanneer de student zijn bachelordiploma namelijk niet heeft behaald, mag hij de masteronderwijseenheid die hij volgde, niet meer voortgezet worden. Nadere informatie over harde knip Inlichtingen bij: - OER van de bacheloropleiding - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst STU, tel. (040) (247) Onderwijs in het Nederlands of Engels De wet gaat er van uit dat het onderwijs in het Nederlands wordt gegeven. Hiervan mag in de volgende gevallen worden afgeweken: wanneer het een opleiding in die taal betreft; bij een gastcollege door een anderstalige docent; als de specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode. Het CvB heeft daarvoor een Gedragscode vreemde talen vastgesteld, die het mogelijk maakt dat als instructietaal bij het geven van onderwijs en het afnemen van examens naast het Nederlands uitsluitend Engels kan worden gebruikt. Op grond van die gedragscode kan het faculteitsbestuur besluiten dat het onderwijs geheel of gedeeltelijk wordt aangeboden en de tentamens en examens geheel of gedeeltelijk worden afgenomen in het Engels indien: de internationalisering van de opleiding hiertoe noodzaakt, of de kwaliteit van het onderwijs en de specifieke expertise op het vakgebied er toe noodzaken niet-nederlandstalige docenten aan te trekken, of het onderwijs mede is gericht op niet-nederlandstalige studenten. Het desbetreffende besluit van het faculteitsbestuur moet vermelden welk deel van het onderwijs in het Engels wordt verzorgd, moet worden opgenomen in de OER en tijdig kenbaar worden gemaakt. De bacheloropleidingen van de TU/e worden verzorgd in het Nederlands, met uitzondering van de opleidingen Industrial Design en Technische Informatica (Computer Science and Engineering) (instroom vanaf ) die in het Engels worden verzorgd. Voor studenten in de bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College (instroom ) wordt het onderwijs in de majoren verzorgd in het Nederlands, met uitzondering van de majoren Automotive, Electrical Engineering, Industrial Design, Psychology and Technology, Software Science, Sustainable Innovation en Web Science, die in het Engels worden verzorgd. Studenten worden geacht de onderwijseenheden te volgen, zoals die binnen hun opleiding worden aangeboden. Met andere woorden, studenten die een Engelstalige opleiding volgen, worden geacht ook het Engelstalige onderwijs te volgen. De masteropleidingen van de TU/e worden verzorgd in het Engels, met uitzondering van Science Education and 42

43 Communication. Bij de masteropleiding Medical Engineering zijn de stage en de klinische modules in het Academisch Ziekenhuis Maastricht in het Nederlands. Nadere informatie over onderwijs in het Nederlands Wet- en regelgeving: - art. 7.2 WHW; - Gedragscode vreemde talen TU/e van 8 juli 2010 Inlichtingen bij: - STU, tel (040)(247) 47 47, - studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst Studeren in het buitenland in het kader van studie aan TU/e De TU/e acht het van belang haar studenten de mogelijkheid te bieden om tijdens hun studie kennis te maken met het onderwijs en de cultuur van buitenlandse instellingen. Een verblijf in het buitenland tijdens de opleiding betekent voor de student het opdoen van kennis en ervaring, die binnen de TU/e niet kan worden opgedaan en zorgt voor een verrijking en verbreding van de academische opleiding aan de eigen instelling. Dat kan door het volgen van stages in het buitenland of door het met goedkeuring van de examencommissie volgen van keuzevakken aan een buitenlandse instelling van hoger onderwijs. In verband hiermee zijn diverse samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen aangegaan. TU/e studenten die in het kader van hun opleiding naar het buitenland gaan, kunnen in veel gevallen aanspraak maken op fondsen ter ondersteuning van de additionele kosten die zij maken tijdens hun studie/stage in het buitenland. Dit geldt overigens niet voor internationale studenten. Studiefinanciering en opleiding in het buitenland Als een student in het buitenland studeert, dan loopt zijn studiefinanciering gewoon door, mits hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dit geldt ook als hij tijdelijk in het buitenland gaat studeren of stage gaat lopen. Bij een tijdelijke studie of stage in het buitenland, kan de student de studiefinanciering behouden als hij als voltijdstudent ingeschreven blijft staan aan een Nederlandse opleiding en zijn studie of stage in het buitenland onderdeel is van zijn Nederlandse opleiding. Behalve een tijdelijke studie of stage, kan hij ook een volledige opleiding in het buitenland volgen met studiefinanciering. Het aanvraagformulier en de brochure voor studiefinanciering in het buitenland voor hoger onderwijs zijn aan te vragen bij de DUO-IB-Groep. Dit aanvraagformulier dient ook gebruikt te worden als de student al studiefinanciering in het buitenland ontvangt en een wijziging door wil geven. Voor de bepaling van het recht op studiefinanciering is de duur van de vergelijkbare Nederlandse opleiding van belang. Voor meer informatie zie de DUO-IB-Groep. Ook voor een opleiding in het buitenland is het mogelijk collegegeldkrediet aan te vragen. Nadere informatie over studeren in het buitenland Inlichtingen bij: - internationaliseringscoördinatoren faculteiten, zie adreslijst - studieadviseurs faculteiten, zie adreslijst - DUO-IB-Groep (050) STU / International Relations Office, tel. (040)(247) 47 47, 43

44 4.11 Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs Op 1 mei 2006 is de Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs in werking getreden. Deze is herzien op 4 december 2009 en 1 maart Buitenlandse studenten die zich aanmelden voor een studie bij een onderwijsinstelling die de code heeft ondertekend, komen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in aanmerking voor een versnelde procedure voor het aanvragen van een verblijfsvergunning. De TU/e heeft deze code ondertekend. Dat betekent dat de TU/e garandeert dat zij buitenlandse studenten goed zal begeleiden. In de code zijn afspraken gemaakt over het minimale niveau van Engelse taalbeheersing waarover buitenlandse studenten moeten beschikken voordat zij in Nederland mogen komen studeren. De gedragscode bevat voorts richtlijnen voor de werving van studenten in het buitenland. Ondertekening van de gedragscode betekent ook dat de TU/e gebruik kan maken van de officiële Nederlandse steunpunten hoger onderwijs in het buitenland (NESO s). De aangepaste code bevat een aantal positieve elementen, waaronder de uitzondering voor uitwisselingsstudenten en de studenten met een vooropleiding in het Engels. Wet- en Regelgeving: Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs van 28 februari 2006 (herziene versie van 1 maart 2013) 4.12 Kwaliteitszorg onderwijs Het realiseren van een hoge kwaliteit, gemeten naar externe, (inter-)nationale maatstaven, ziet de TU/e als een noodzakelijke randvoorwaarde voor al haar activiteiten. Dit geldt derhalve ook voor het onderwijs. In het verlengde daarvan heeft de TU/e een centrale commissie kwaliteitszorg onderwijs (CCKO) ingesteld om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen. In ieder geval bewaakt het CCKO of blijvend voldaan wordt aan de voorwaarden voor het bindend studieadvies. De TU/e zal blijven werken aan het verbeteren van de kwaliteit en studeerbaarheid van haar opleidingen. Binnen STU (maar ook bij de faculteiten) richt de medewerker kwaliteitszorg zich onder meer op het uitvoeren van interne programma-evaluaties en op de onderwijskundige ondersteuning van projecten ter verbetering van kwaliteit en studeerbaarheid van het onderwijs. Voor een adequate bewaking en gerichte stimulering van de onderwijskwaliteit vindt de TU/e externe evaluaties onmisbaar. Didactische scholing en certificatie van docenten is onderdeel van het takenpakket van de dienst Personeel en Organisatie. Kwaliteitszorg binnen het Bachelor College In verband met de start van het Bachelor College en de implementatie van een aantal ontwerpregels gericht op het aantrekken van een grotere en diversere groep studenten (vergroting en verbreding instroom), het verhogen van de rendementen en doorstroom, het beter voorbereiden van studenten op vervolgtrajecten (masters) en toekomstig werk, i.e. opleiden tot ingenieurs van de toekomst en het verhogen van commitment van studenten (meer in het bijzonder studenten leren zelfstandig te studeren en vanzelfsprekend laten vinden daaraan sturing te kunnen geven) zal er vanuit het Bachelor College in samenwerking met de kwaliteitszorgfunctionarissen van de faculteiten middels managementrapportages van evaluatieresultaten de kwaliteit van het onderwijs gemonitord worden en besproken worden met de stakeholders binnen de faculteiten. Daarnaast zal het Bachelor College in samenwerking met het SAO zorg dragen voor bijeenkomsten met collegevolgers bij de 44

45 basisvakken. De informatie uit deze bijeenkomsten zal direct teruggekoppeld worden naar de uitvoerders van het onderwijs. Inlichtingen: Centrale commissie kwaliteitszorg onderwijs: drs H.M. Peters, secretaris, tel. (040) (247) 3011 Bachelor College: dr. G.A. van de Watering, beleidsmedewerker, tel. (040) (247)

46 5 TENTAMENS EN EXAMENS In dit hoofdstuk wordt ingegaan op tentamens en examens in het algemeen. Specifieke aspecten daarvan en een nadere uitwerking per opleiding zijn te vinden in de opleidingsgidsen, die te raadplegen zijn op internet; daarin is ook de tekst opgenomen van de OER van de desbetreffende opleiding. 5.1 Examencommissie en examinatoren Ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de tentamens heeft het faculteitsbestuur voor elke opleiding of groep van opleidingen van haar faculteit een examencommissie ingesteld. Het faculteitsbestuur benoemt de leden van de examencommissie op basis van hun deskundigheid op het terrein van de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen. Ten minste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of een van de opleidingen die tot de groep van de opleidingen behoort. De examencommissie wijst voor het afnemen van de tentamens examinatoren aan. Als zodanig kunnen ook deskundigen van buiten de instelling worden benoemd. De examencommissie stelt regels en richtlijnen vast voor de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens en daarmee verband houdende maatregelen (het zogenaamde Examenreglement). Daarin komen ook aan de orde de aanmelding voor tentamens en examens en fraude bij tentamens met de daarbij behorende strafmaatregelen. In geval van fraude kan de examencommissie bepalen dat de student gedurende ten hoogste één jaar niet mag deelnemen aan een of meer aan te wijzen tentamens of examens. Bij ernstige fraude kan het faculteitsbestuur besluiten, op voorstel van de examencommissie om de inschrijving van de betrokken student definitief te beëindigen. De examencommissie geeft aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen met betrekking tot de beoordeling van degene die het tentamen/examen aflegt en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van het tentamen/examen. 5.2 Afleggen tentamens en examens Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. Een tentamen is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student of extraneus betreffende een bepaalde onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Tentamens kunnen op verschillende wijze worden afgelegd: mondeling, schriftelijk of op een andere wijze. Op welke wijze een bepaald tentamen moet worden afgelegd is te vinden in de OER. In de OER moet ook worden vermeld op welke wijze de student van de vragen en opdrachten in het kader van een schriftelijk tentamen en van de beoordelingsnormen kennis kan nemen. Ook de beoordelingsnormen van een praktische oefening dienen bij aanvang daarvan bekend te zijn gemaakt. Voor studenten die deelnemen aan de bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College) bestaat in het eerste jaar van de opleiding een tentamen uit minimaal twee tussentoetsen en een eindtoets. Voor het tweede en derde jaar geldt dat een tentamen uit minimaal één tussentoets en een eindtoets bestaat, waarbij de tussentoets een voorbereiding moet zijn op de eindtoets. Dit geldt niet voor het bacheloreindproject. De beoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in een eindcijfer. In de OER wordt aangegeven welk deel van het eindcijfer voor een onderwijseenheid maximaal wordt bepaald door het cijfer voor de eindtoets. In bijlage 1 van de OER wordt ook voor elke onderwijseenheid aangegeven welke tussentoetsen er zijn. Tussentoetsen en eindtoetsen kunnen op verschillende wijze worden afgelegd: mondeling, schriftelijk of op een andere wijze. Op welke wijze een bepaalde eindtoets moet worden afgelegd is te vinden in de OER. In de OER moet ook worden vermeld 46

47 op welke wijze de student van de vragen en opdrachten in het kader van een schriftelijke eindtoets en van de beoordelingsnormen kennis kan nemen. Ook de beoordelingsnormen van een praktische oefening dienen bij aanvang daarvan bekend te zijn gemaakt. De wijze waarop een bepaalde tussentoets moet worden afgelegd en de beoordelingsnormen zijn te vinden in de studeerwijzer van de betreffende onderwijseenheid. In deze studeerwijzer is ook opgenomen hoe het cijfer van de tussentoetsen en het cijfer van de eindtoets meewegen in het eindcijfer voor de onderwijseenheid. Voor de basisonderwijseenheid Professionele Vaardigheden is er geen eindtoets. Een professionele vaardigheidstoets wordt beoordeeld als tussentoets van de onderwijseenheid waarin deze vaardigheid is opgenomen. De student heeft de basisonderwijseenheid Professionele Vaardigheden behaald wanneer hij alle vaardigheidstoetsen (en daarmee dus alle vaardigheidslijnen) met een voldoende heeft afgerond. In de OER is vastgelegd hoeveel vaardigheidstoetsen er in totaal zijn, hoe de beoordeling van een vaardigheidstoets wordt vastgelegd, en hoe de beoordeling van een bepaalde vaardigheidstoets meeweegt in het eindcijfer voor de onderwijseenheid waar de vaardigheid deel van uit maakt. De examencommissie bepaalt de uitslag van het examen door vast te stellen of alle tentamens die tot een bepaalde opleiding (of een bepaalde fase daarvan) behoren met succes zijn afgelegd dan wel, voor zover dat niet het geval is, in voldoende mate zijn gecompenseerd op grond van de OER van de opleiding (zie daarvoor het examenreglement van de examencommissie). Is dat het geval dan is het examen van de totale opleiding of dat van een fase daarvan behaald, tenzij de examencommissie bepaalt dat er nog een door haar zelf te houden onderzoek aan het examen verbonden is (b.v. een referaat dat in het openbaar verdedigd moet worden). In de OER moet worden vastgelegd welke examens de opleiding kent. Bij de TU/e zijn er, zoals uiteengezet in hoofdstuk 2, in het studiejaar bacheloropleidingen, masteropleidingen en de eenjarige postinitiële lerarenopleidingen. Voor de bacheloropleidingen geldt dat zij een propedeutische fase van één jaar hebben, die wordt afgesloten met een propedeutisch examen en een postpropedeutische fase van twee jaar, die wordt afgerond met een afsluitend examen. De masteropleidingen kennen één examen, het afsluitend examen. Nadere informatie over de inhoud van het propedeutisch examen en afsluitend examen van een bacheloropleiding is te vinden in de desbetreffende opleidingsgids en te verkrijgen bij de studieadviseur van die opleiding. Tot het afleggen van de tentamens en examens zijn alleen diegenen bevoegd die voldoen aan de toelatingseisen voor de desbetreffende opleiding en die aan de instelling staan ingeschreven als student of extraneus. Een student kan ook zelf uit onderwijseenheden een programma samenstellen waaraan een examen is verbonden, het zogenaamde vrije onderwijsprogramma. Indien de examencommissie haar goedkeuring hieraan verleent, geeft zij tevens aan tot welke opleiding het programma behoort. Quarantaine regeling Verschillende faculteiten hebben een zogenaamde quarantaine regeling. Dit betekent dat studenten onder bepaalde voorwaarden in de gelegenheid worden gesteld om eindtoetsen die 47

48 tegelijkertijd zijn ingeroosterd na elkaar te kunnen afleggen. Voor meer informatie kan de student zich wenden tot de studieadviseur van de opleiding. 5.3 Onderwijs- en examenregeling (OER) De OER is te beschouwen als een reglement dat het faculteitsbestuur, na voorafgaande instemming van de universiteitsraad (UR) en de faculteitsraad (FR) (over het hieronder genoemde punt a. t/m g heeft de FR echter geen instemmingsrecht), voor elke opleiding of groep van opleidingen van haar faculteit moet vaststellen. Met opleiding wordt hier bedoeld: een bacheloropleiding of een masteropleiding. De wet schrijft voor dat er een aantal zaken, voornamelijk voor de rechtszekerheid van de student, tenminste in de OER moet worden opgenomen: a. de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens; b. de inhoud van de afstudeerrichtingen binnen een opleiding; c. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven; d. waar nodig de inrichting van praktische oefeningen; e. de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deeluitmakende onderwijseenheden; f. indien de opleiding een bindend studieadvies kent of verwijzing in de postpropedeutische fase, de nadere regeling daarvan; g. aan welke masteropleidingen door de instelling een hogere studielast dan 42 studiepunten oude stijl ofwel 60 SP is toegekend; h. het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden; i. de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding; j. waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid moet worden geboden tentamens en examens af te leggen; k. waar nodig, de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie die geldigheid te verlengen; l. of de tentamens mondeling of schriftelijk of op een andere wijze moeten worden afgelegd, waarbij de examencommissie de bevoegdheid heeft die geldigheidsduur te verlengen; m. de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld tentamens af te leggen; n. de openbaarheid van mondelinge tentamens, waarbij de examencommissie in bijzondere gevallen anders kan bepalen; o. de termijn waarbinnen de uitslag van tentamens bekend gemaakt moet worden en ook of en hoe van deze termijn kan worden afgeweken; p. hoe en wanneer de student die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd, inzage kan krijgen in zijn beoordeelde werk; q. binnen welke termijn en hoe de student inzage kan krijgen in de vragen van zijn schriftelijk afgelegd tentamen en de daarbij gehanteerde beoordelingsnormen; r. op grond van welke elders in het hoger onderwijs succesvol afgelegde tentamens en op grond van welke kennis of vaardigheden die buiten het hoger onderwijs zijn verworven, door de examencommissie vrijstelling van tentamens gegeven kan worden; s. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot het afleggen van andere tentamens; 48

49 t. indien er praktische oefeningen zijn, moet worden bepaald of de studenten verplicht zijn daaraan deel te nemen om bepaalde tentamens te kunnen afleggen; daarbij behoudt de examencommissie het recht om vrijstelling van de praktische oefeningen te geven of vervangende eisen op te leggen; u. de bewaking van studievoortgang en individuele studiebegeleiding. In de OER zijn ook de eisen opgenomen die gesteld worden bij het colloquium doctum (zie paragraaf van Hoofdstuk 2 van dit Statuut) en bij het aanvullend onderzoek op grond waarvan vrijstelling kan worden verkregen van de vakkenpakketeisen. Op grond van de WHW moet met het oog op de doorstroming van personen die een bacheloropleiding hebben voltooid, in de OER voor elke bacheloropleiding of als zich dat voordoet voor een afstudeerrichting binnen een bacheloropleiding- tenminste één masteropleiding worden aangegeven die aansluit op die bacheloropleiding (of afstudeerrichting binnen die bacheloropleiding). In paragraaf 2.5 is opgenomen welke masteropleidingen direct aansluiten op de diverse bacheloropleidingen van de TU/e. In de OER van de aansluitende masteropleidingen moet ook worden opgenomen welke toelatingseisen tot de desbetreffende masteropleiding gelden als de betrokken student wel de voorafgaande bacheloropleiding volgt maar deze nog niet helemaal heeft afgerond, en welke eisen gelden voor degene die de voorafgaande bacheloropleiding niet volgt of gevolgd heeft maar via een bewijs van toelating in aanmerking wil komen voor inschrijving voor de masteropleiding. Zie m.b.t. het toelatingsbewijs ook paragraaf 2.5. Met ingang van 1 september 2012 dient iedere student (dus ook de (HBO)-schakelstudent) eerst zijn bacheloropleiding moeten hebben behaald, alvorens te kunnen worden toegelaten tot een masteropleiding. Wanneer een bachelor- of masteropleiding voor de eerste keer wordt verzorgd, dient de OER uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het studiejaar te zijn vastgesteld. Voordat het faculteitsbestuur na voorafgaande instemming van de FR (op bepaalde onderdelen van) de OER vaststelt, brengt de opleidingscommissie advies uit over de vaststelling of wijziging van de OER. Voor elke opleiding is er een opleidingscommissie; deze bestaat voor de helft uit voor die opleiding ingeschreven studenten en voor de helft uit personeel. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de OER; ook houdt het faculteitsbestuur toezicht op de uitvoering van de OER. De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de OER. Binnen de TU/e is het gebruik van de model OER en voor de bachelor- en masteropleidingen in grote lijnen als richtlijn door het CvB voorgeschreven. Die delen van de OER, die als richtlijn worden voorgeschreven, worden ter instemming aan de UR voorgelegd. Dit betekent dat deze regels voor alle opleidingen gelijk luidend zijn. Op de website van de TU/e zijn de modellen OER te vinden. 5.4 Getuigschriften en verklaringen De uitslagen van tentamens worden via aan de studenten meegedeeld. Als extra service aan de studenten bestaat ook de mogelijkheid om via internet met behulp van een persoonlijke toegangscode de eigen tentamenresultaten op te vragen. De uitslagen kunnen ook bekend worden gemaakt via de officiële mededelingenborden. Zij die slagen voor een examen ontvangen als bewijs hiervan een getuigschrift. De student dient zich ter verkrijging van een 49

50 getuigschrift aan te melden voor een examencommissievergadering via OASE. De examencommissie zal dit verzoek zo snel mogelijk behandelen. Op het getuigschrift van het propedeutisch examen moet op grond van de wet worden vermeld op welke opleiding het getuigschrift betrekking heeft en welke onderdelen het examen omvatte. Het getuigschrift van de universitaire lerarenopleiding bevat daarnaast nog de bekwaamheidseisen waaraan betrokkene heeft voldaan. De getuigschriften van de examens die verbonden zijn aan de bacheloropleiding en aan de masteropleiding moeten de volgende gegevens bevatten: de naam van de instelling en welke opleiding (zoals vermeld in het CROHO) het betreft; welke onderdelen het examen omvatte; in voorkomende gevallen welke bevoegdheid daaraan is verbonden (bijvoorbeeld onderwijsbevoegdheid); welke graad is verleend (zie hierover meer in paragraaf 5.6); op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd. De getuigschriften worden op dit moment zowel in het Nederlands als het Engels opgesteld en uitgereikt. Daarnaast wordt er bij het getuigschriften van de examens die verbonden zijn aan de bacheloropleiding en aan de masteropleiding een supplement toegevoegd. Het supplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het supplement bevat in elk geval de volgende gegevens: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt; b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, én d. de studielast van de opleiding. Het supplement van de TU/e wordt opgesteld in het Engels. Degene die minstens twee tentamens heeft behaald, maar niet het examen, waarvan die tentamens deel uitmaken, ontvangt op zijn verzoek een verklaring van de examencommissie die in elk geval inhoudt welke tentamens behaald zijn. 5.5 Bi-diplomering Bi-diplomering interne opleidingen Bacheloropleidingen Bij interne bi-diplomering gaat het om situaties waarin een student tegen beperkte extra inspanningen diploma s van meerdere verwante deels overlappende bacheloropleidingenvan de TU/e wil verkrijgen. Dit betekent dat de student twee diploma s ontvangt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. Om in aanmerking te komen voor interne bi-diplomering dient de student ten minste 45 SP aan majoronderwijseenheden bovenop de reguliere studielast van een opleiding met succes af te ronden, teneinde te voldoen aan de eindtermen van beide opleidingen. Gevallen waarin de extra inspanning van de student de 90 SP te boven gaat, vallen niet onder het begrip interne 50

51 bi-diplomering en zullen sowieso in aanmerking komen voor twee bachelor getuigschriften. Voor het behalen van twee bachelordiploma s in het kader van interne bi-diplomering geldt derhalve een totale studielast van tenminste 225 SP en ten hoogste 270 SP. Als er sprake is van één afsluitend project moeten daarin de kernfacetten van beide betrokken opleidingen duidelijk herkenbaar zijn. Dit wordt getoetst door de betrokken examencommissies. Masteropleidingen Bij interne bi-diplomering gaat het om situaties waarin een student tegen beperkte extra inspanningen diploma s van meerdere verwante deels overlappende masteropleidingen- van de TU/e wil verkrijgen. Dit betekent dat de student twee diploma s ontvangt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. Om in aanmerking te komen voor interne bi-diplomering dient de student tenminste 30 SP aan onderwijseenheden bovenop de reguliere studielast van een opleiding met succes af te ronden, teneinde te voldoen aan de eindtermen van beide opleidingen. Gevallen waarin de extra inspanning van de student de 60 SP te boven gaat, vallen niet onder het begrip interne bidiplomering en zullen sowieso in aanmerking komen voor twee master getuigschriften. Voor het behalen van twee masterdiploma s in het kader van interne bi-diplomering geldt derhalve een totale studielast van tenminste 150 SP en ten hoogste 180 SP. Als er sprake is van één afstudeerproject of afsluitend project moeten daarin de kernfacetten van beide betrokken opleidingen duidelijk herkenbaar zijn. Dit wordt getoetst door de betrokken examencommissies. Nadere informatie over bi-diplomering interne opleidingen Wet- en Regelgeving: Richtlijn van het CvB van 24 april 2008 met betrekking tot interne bidiplomering binnen de TU/e Bi-diplomering op basis van afspraken met een buitenlandse instelling (double degree) Bi-diplomering houdt in dat op basis van een samenwerkingsovereenkomst met een buitenlandse instelling van hoger onderwijs een deel van de opleiding bij die instelling kan worden gevolgd; op basis van de zowel bij de Nederlandse als bij de buitenlandse instelling behaalde resultaten heeft de student, die de opleiding met goed gevolg afsluit, recht op twee diploma s: het Nederlands getuigschrift en het buitenlands diploma. Informatie over de mogelijkheden van bi-diplomering is te verkrijgen bij de studieadviseurs van de verschillende opleidingen. 5.6 Graden en titels In de wet inzake de bachelor-masterstructuur is aan het met goed gevolg afgelegd hebben van het afsluitend examen van een bacheloropleiding of van een masteropleiding verbonden dat de betrokkene daarmee een graad verwerft: de graad Bachelor respectievelijk de graad Master. Afhankelijk van het vakgebied waarin het afsluitend examen is afgelegd wordt daaraan toegevoegd of Arts dan wel of Science. Voor de TU/e bachelor- en masteropleidingen geldt dat daaraan de graad Bachelor of Science dan wel Master of Science verbonden is. Deze graad kan de afgestudeerde in zijn eigen naamsvermelding tot uitdrukking brengen. De graden worden afgekort tot BSc respectievelijk MSc en achter de naam geplaatst. Degene aan wie bij de TU/e de graad Master of Science verleend is, is tevens gerechtigd de titel ingenieur (afgekort tot ir., vóór de naam geplaatst) te voeren. Uitzondering hierop vormt 51

52 de masteropleiding Science Education and Communication. Deze opleiding behoort tot het domein onderwijs en geeft daarmee recht op de titel drs. De betrokkene moet een keuze maken of hij in de eigen naamsvermelding de graad MSc of de titel ir. of drs. tot uitdrukking wil brengen, doch niet gelijktijdig. Nadere informatie over tentamens en examens Wet- en Regelgeving: - art. 7.3, 7.3d, 7.8, 7.10 t/m 7.14, 7.20 WHW Publicaties: - opleidingsgidsen Inlichtingen bij: - STU, tel. (040 )(247) 47 47, - Studieadviseurs van de faculteiten, zie adreslijst 52

53 6 DEELNAME STUDENTEN AAN UNIVERSITAIRE EN FACULTAIRE ORGANEN Studenten hebben medezeggenschap in verschillende universitaire organen. Hieronder staat kort uitgelegd welke organen dat zijn en wat hun bevoegdheden zijn. 6.1 Medezeggenschap studenten De TU/e kent twee medezeggenschapsorganen waarin studenten en personeel gezamenlijk overleggen: op centraal niveau de Universiteitsraad (UR) en op facultair niveau de Faculteitsraad (FR). Studenten kunnen via verkiezingen kiezen en verkozen worden voor de UR en de FR: als student heb je zowel het actief kiesrecht (stemrecht) als het passief kiesrecht (recht om verkozen te kunnen worden). De verkiezingen voor de UR en de FR vinden plaats op basis van het Kiesreglement van de TU/e. Hierin staan bepalingen over de procedures voor bijvoorbeeld kandidaatsstelling, de wijze van stemmen, het bepalen van de verkiezingsuitslag, enzovoorts. De zittingstermijn voor studenten is zowel voor de UR als de FR één jaar. Daarnaast hebben studenten inspraak in: studentenadviesorgaan (SAO); per opleiding één studentvertegenwoordiger (uitgaande van de bacheloropleidingen); faculteitsbestuur: één student die een adviserende stem heeft; opleidingscommissie: de helft van het aantal leden bestaat uit studenten van de opleiding. Hieronder wordt de bestuursstructuur van de TU/e uiteengezet, zodat de positie van bovengenoemde organen in deze structuur duidelijk is; daarbij wordt tevens nader ingegaan op samenstelling en taken van bovengenoemde organen. 6.2 Bestuursstructuur TU/e Instellingsniveau Op topniveau is er één bestuursorgaan, het CvB en een toezichthoudend orgaan, de Raad van Toezicht. De UR is een medezeggenschapsorgaan. De taken en bevoegdheden van deze organen staan beschreven in de WHW en in het Bestuurs- en Beheersreglement van de TU/e. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is een toezichthoudend orgaan, dat bestaat uit drie tot vijf leden die worden benoemd door de minister van OCW. Een van de leden wordt benoemd op voordracht van de UR, welke voordracht ten minste twee namen bevat. Deze Raad toetst het CvB op hoofdlijnen en is o.a. verantwoordelijk voor benoemingen binnen het CvB. De Raad van Toezicht pleegt tenminste twee keer per jaar overleg met de UR. College van Bestuur Het CvB is het bestuursorgaan op instellingsniveau. Het CvB draagt de verantwoordelijkheid voor het strategisch beleid en de dagelijkse gang van zaken van de instelling als geheel, en kan daarop ook worden aangesproken. Die verantwoording is het CvB verschuldigd aan de Raad van Toezicht, die op hoofdlijnen toetst. Het CvB bestaat uit drie leden, onder wie de rector magnificus, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. Alvorens tot benoeming of ontslag van een lid van het CvB over te gaan, hoort de Raad van 53

54 Toezicht vertrouwelijk de UR. Het CvB stelt o.a. het Bestuurs- en Beheersreglement vast ter regeling van het bestuur, het beheer en de inrichting van de universiteit, maar ook het instellingsplan en de begroting. De Secretaris van de Universiteit staat het CvB bij, maar is er geen lid van. Dean van het Bachelor College De Dean van het Bachelor College (Dean BC) coördineert namens het CvB de bacheloropleidingen binnen het Bachelor College. Hij is primair belast met - de zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van het instellingsbeleid en bestuurlijke richtlijnen ten aanzien van het bacheloronderwijs; - de kwaliteitszorg ten aanzien van het bacheloronderwijs; en - de zorg voor de vernieuwing en versterking van het bacheloronderwijs. Nadere regels omtrent het TU/e Bachelor College en de Dean worden gesteld in het Reglement TU/e Bachelor College. De Dean BC wordt voor de duur van vier jaar benoemd door het CvB. Dean van de Graduate School De Dean van de Graduate School (Dean GS) coördineert namens het CvB de masteropleidingen binnen de Graduate School. Hij is primair belast met - de zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van het instellingsbeleid en bestuurlijke richtlijnen ten aanzien van het masteronderwijs; - de kwaliteitszorg ten aanzien van het masteronderwijs; en - de zorg voor de vernieuwing en versterking van het masteronderwijs. Nadere regels omtrent de Graduate School zullen in het komende studiejaar worden opgesteld. De Dean GS wordt voor de duur van vier jaar benoemd door het CvB. Bestuurlijk overleg Het Bestuurlijk overleg is een niet op de wet gebaseerde, maar door het CvB ingestelde overlegvorm van het CvB met de decanen van de faculteiten. Het Bestuurlijk Overleg komt regelmatig bijeen. Het CvB overlegt in het Bestuurlijk Overleg met de decanen over o.m. het voorgenomen instellingsbeleid op het gebied van onderwijs en wetenschapsbeoefening. Universiteitsraad De UR bestaat uit negen studenten en negen personeelsleden. In de wet is bepaald welke de algemene bevoegdheden zijn van de UR. Globaal gesproken heeft de UR het instemmingsrecht, het adviesrecht, het initiatiefrecht en het recht op informatie. De UR heeft bijvoorbeeld het instemmingsrecht ten aanzien van: het studentenstatuut; het Bestuurs- en Beheersreglement; het instellingsplan; de Regeling Profileringsfonds. Deze opsomming is niet volledig; in het Bestuurs- en Beheersreglement van de TU/e is precies omschreven in welke gevallen het CvB de voorafgaande instemming van de UR nodig heeft. In de WHW en het Reglement Universiteitsraad TU/e is beschreven waarover de UR advies dient uit te brengen. In ieder geval moet het CvB elk voorgenomen besluit met betrekking tot de aangelegenheden die het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de universiteit betreffen aan de UR voorleggen voor advies. Dit geldt ook voor de begroting. De personeelsgeleding heeft instemmingsrecht t.a.v. een aantal onderwerpen op 54

55 personeelsgebied. De studentengeleding heeft daarbij adviesrecht. College voor Promoties Voor de besluitvorming t.a.v. promoties is een College voor Promoties ingesteld. Dit college hoort het CvB over het verlenen van het doctoraat honoris causa (eredoctoraat). De gezamenlijke decanen o.l.v. de rector fungeren als zodanig. Studenten Advies Orgaan (SAO) Het SAO is een door het CvB ingestelde commissie. Iedere bacheloropleiding wijst een student aan als SAO-lid. Namens de UR leveren de beide studentenfracties iedere één lid, dat de vergaderingen van het SAO als toehoorder bijwoont. Het SAO heeft voorts twee functies, te weten: het uitbrengen van adviezen, gevraagd en ongevraagd, aan het CvB op het gebied van onderwijs en studentenbeleid; het voeren van overleg tussen studenten en het CvB. Het SAO wordt voorgezeten door de rector. De directeur STU en de Dean BC zijn respectievelijk vice- dan wel tweede vice-voorzitter. Overleg Opleidingsdirecteuren (OO) Het OO is een overlegorgaan, dat wordt gevormd door de opleidingsdirecteuren van de bacheloropleidingen, de directeur van het STU, de Dean BC en de rector magnificus. Het OO vergadert maandelijks over onderwijsbeleidszaken en onderwijsmanagementvraagstukken onder voorzitterschap van de rector magnificus. Het OO brengt desgevraagd of uit eigen beweging advies uit over onderwijszaken aan het CvB, betreffende het bacheloronderwijs. Centrale adviescommissie bachelor onderwijs De Centrale adviescommissie Bacheloronderwijs draagt zorg voor een optimale samenwerking tussen de facultaire opleidingscommissies, wat leidt tot samenhang in het beleid ten aanzien van het bacheloronderwijs. In het Reglement TU/e Bachelor College staat genoemd wat de specifieke taken zijn van de adviescommissie. De Centrale adviescommissie bacheloronderwijs bestaat uit één staflid (uit het wetenschappelijk personeel) en één studentlid uit de Opleidingscommissie van iedere bacheloropleiding. De adviescommissie komt eenmaal per semester bijeen. Centrale adviescommissie examens bacheloropleidingen De Centrale adviescommissie examens bacheloropleidingen draagt zorg voor een goede samenwerking tussen de facultaire examencommissies, wat leidt tot borging van de kwaliteit van de bachelordiploma s. In het Reglement TU/e Bachelor College staat genoemd wat de specifieke taken zijn van de adviescommissie. De Centrale adviescommissie examens bacheloropleidingen bestaat uit één lid van het wetenschappelijk personeel van de Examencommissie van iedere bacheloropleiding. De adviescommissie komt eenmaal per semester bijeen. Overleg Graduate School (OGS) Het OGS is een overlegorgaan, dat wordt gevormd door de directeuren van de graduate programs binnen de TU/e (zij zijn o.a. de opleidingsdirecteuren van de masteropleidingen), de directeur van het STU en een faculteitsdecaan. Het OGS vergadert maandelijks over 55

56 onderwijsbeleidszaken en onderwijsmanagementvraagstukken onder voorzitterschap van de faculteitsdecaan. Het OGS brengt desgevraagd of uit eigen beweging advies uit over onderwijszaken aan het CvB, betreffende het onderwijs na de bachelor. Organogram 56

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2014-2015

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2014-2015 STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2014-2015 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 17 juni 2014 vastgesteld door het College van Bestuur op 19 juni 2014 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2010-2011

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2010-2011 STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2010-2011 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 5 juli 2010 vastgesteld door het College van Bestuur op 8 juli 2010 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE 1

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2004-2005

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2004-2005 STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2004-2005 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad vastgesteld door het College van Bestuur op 10 juni 2004 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2009-2010 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 29 juni 2009 vastgesteld door het College van Bestuur op 9 juli 2009 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE 1

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2015-2016

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2015-2016 STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2015-2016 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 15 juni 2015 vastgesteld door het College van Bestuur op 18 juni 2015 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2003-2004 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad vastgesteld door het College van Bestuur op 26 juni 2003 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek 1 Inhoud 1. Bepalingen... 3 2. Vooropleidingseisen... 3 2.1. Vooropleidingseisen Bachelor Humanistiek... 3 2.2. Vooropleidingseisen premaster

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2016-2017 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 13 juni 2016 vastgesteld door het College van Bestuur op 23 juni 2016 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015 Highlights Nationale Studenten Enquête 2015 De Nationale Studenten Enquête (NSE) is een grootschalig landelijk onderzoek waarin jaarlijks alle Bachelor en Master studenten in het hoger onderwijs gevraagd

Nadere informatie

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2009-2010

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2009-2010 Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2009-2010 Vastgesteld door het College van Bestuur op 7 april 2009 Hoofdstuk I Inschrijving Artikel 1 Reikwijdte van deze regeling 1. Deze regeling heeft

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit: Faculteit A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel

STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel STUDENTENSTATUUT TU/e Instellingsdeel 2017-2018 Na verkregen instemming van de Universiteitsraad op 19 juni 2017 vastgesteld door het College van Bestuur op 29 juni 2017 STUDENTENSTATUUT INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek 1 1. Bepalingen... 3 2. Vooropleidingseisen... 3 2.1. Vooropleidingseisen Bachelor Humanistiek... 3 2.2. Vooropleidingseisen Premaster (schakelprogramma

Nadere informatie

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2013-2014

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2013-2014 Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2013-2014 Hoofdstuk I Inschrijving Artikel 1 Reikwijdte en begripsbepalingen 1. Deze regeling heeft betrekking op studenten en extraneï van reguliere (in

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Datum: 23.04.2014 Ingevuld door: Yvonne Smeets Faculteit: BÈTA Betreft opleiding(en): Built Environment DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek 1 1. Bepalingen... 3 2. Vooropleidingseisen... 3 2.1. Vooropleidingseisen Bachelor Humanistiek... 3 2.2. Vooropleidingseisen Premaster (schakelprogramma

Nadere informatie

Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e

Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 2012 Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e gelet op artikel 7.31 van de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

De onderwijs- en examenregeling

De onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op

Nadere informatie

de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld 2015-2016 Hoofdstuk I Inschrijving Artikel 1 Reikwijdte en begripsbepalingen 1. Deze regeling heeft betrekking op studenten en extranei van reguliere (in

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft 1 van de Bacheloropleidingen Life Science & Technology

Nadere informatie

Regeling contractonderwijs 2015-2016 webversie 13 februari 2015

Regeling contractonderwijs 2015-2016 webversie 13 februari 2015 Regeling contractonderwijs 2015-2016 webversie 13 februari 2015 Tilburg University (TiU) verzorgt naast het onderwijs van initiële opleidingen contractonderwijs. Deze regeling bevat een explicitering van

Nadere informatie

Inschrijfbesluit Wageningen University 2015-2016

Inschrijfbesluit Wageningen University 2015-2016 Inschrijfbesluit Wageningen University 2015-2016 Corporate Education, Research & Innovation Regulier: student, extraneus en schakelstudent DATUM 28 mei 2015 AUTEUR Michèle Gimbrère STATUS defintief Wageningen

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2014-2015 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) TECHNISCHE

Nadere informatie

Drempelloze doorstroommogelijkheden in 3TU-verband in 2010

Drempelloze doorstroommogelijkheden in 3TU-verband in 2010 Drempelloze doorstroommogelijkheden in 3TU-verband in 2010 Toelichting: In het onderstaande overzicht is per technische masteropleiding aangegeven welke bacheloropleidingen drempelloos worden toegelaten.

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.30b, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde.

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde. 1 Deficiënties bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde Januari 2005 Uitgave VSNU Informatiecentrum Aansluiting vwo-wo, in samenwerking met

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2014-2015 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) TECHNISCHE

Nadere informatie

Inschrijfbesluit Wageningen University

Inschrijfbesluit Wageningen University Inschrijfbesluit Wageningen University 2016-2017 Corporate Education, Research & Innovation Regulier: student, extraneus en schakelstudent DATUM 7 juni 2016 AUTEUR Michèle Gimbrère STATUS definitief Wageningen

Nadere informatie

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2014

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2014 1 Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2014 Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e gelet op artikel 7.31b, 7.33, eerste lid,

Nadere informatie

Toelating tot de opleiding

Toelating tot de opleiding DEEL 3: Toelating tot de opleiding Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende opleiding

Nadere informatie

Algemene informatie

Algemene informatie Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

[Geef tekst op] Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

[Geef tekst op] Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld Hoofdstuk I Inschrijving Artikel 1 Reikwijdte en begripsbepalingen 1. Deze regeling heeft betrekking op studenten en extranei van reguliere (in het CROHO opgenomen) opleidingen. 2. De hoofdstukken III

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Regeling contractcursisten aanschuifonderwijs 2014-2015

Regeling contractcursisten aanschuifonderwijs 2014-2015 Regeling contractcursisten aanschuifonderwijs 2014-2015 Tilburg University (TiU) onderscheidt binnen het contractonderwijs twee varianten, te weten het aanschuifonderwijs en het overig contractonderwijs.

Nadere informatie

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Onderwijs- en examenregeling 2003 van de Masteropleiding Computer Science Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Regeling Aanmelding, Toelating, Inschrijving, Uitschrijving en Collegegeld

Regeling Aanmelding, Toelating, Inschrijving, Uitschrijving en Collegegeld Regeling Aanmelding, Toelating, Inschrijving, Uitschrijving en Collegegeld Hoofdstuk 1: Aanmelding, toelating en inschrijving Artikel 1.1 Beslissing op verzoek tot inschrijving Bureau Studentenzaken (hierna:

Nadere informatie

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 mei 2011

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 mei 2011 Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 mei 2011 Hoofdstuk I Inschrijving Artikel 1 Reikwijdte en begripsbepalingen 1 Deze regeling heeft betrekking op studenten en extraneï van reguliere (in het

Nadere informatie

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008 1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008 Paragraaf 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK 1 De inhoud van de Onderwijs- en Examenregelingen Hoofdstuk 1 ALGEMEEN 1.1 Algemene bepalingen 1 Avans Hogeschool kent, conform artikel 7.59. van

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2015-2016 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) VERSIE UNIVERSITEIT

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Technische

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs-

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemene bepalingen...

Nadere informatie

BIJLAGE 3 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 3 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 3 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) Locatie specifieke bijlage TU/e 2013-2014 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404)

Nadere informatie

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016 REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016 Inhoud Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 1: Begripsbepalingen... 3 Artikel 2: Relatie met de wet en overige regelgeving...

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 222 Wet van 28 april 2005, houdende tijdelijke regels betreffende experimenten in het hoger onderwijs op het gebied van vooropleidingseisen aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 024 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de

Nadere informatie

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor) Studiejaar 2017-2018 Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor) De model-oer is een hulpmiddel voor faculteiten bij het opstellen van de onderwijs- en examenregelingen. Ter bevordering van (het bewaken

Nadere informatie

Algemene toelichting op de model Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de bacheloropleiding voor het studiejaar 2015-2016

Algemene toelichting op de model Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de bacheloropleiding voor het studiejaar 2015-2016 Algemene toelichting op de model Onderwijs- en Examenregeling (OER) voor de bacheloropleiding voor het studiejaar 2015-2016 Medezeggenschap: De faculteitsraad heeft instemmingsrecht ten aanzien van de

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemene bepalingen...

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding Onderwijs- en examenregeling Deel 1 - Bacheloropleiding Inhoud: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Paragraaf 3 Onderwijs Paragraaf 4 Tentamens Paragraaf 5 Vooropleiding

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase Door het College van Bestuur vastgesteld op 23 maart 2017 na verkregen instemming van de CMR op 15 maart 2017 Inhoud Artikel 1. Doel... 2 Artikel

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit Educatie A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student is

Nadere informatie

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf bureau van de universiteit abjz REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf 2019-2020 Dit reglement is opgesteld op grond van artikel 7.53, derde lid, van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2013-2014 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) TECHNISCHE

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.31 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek juncto

Nadere informatie

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling Profileringsfonds RUG Regeling Profileringsfonds RUG 2017-2018 Deel B - Financiële ondersteuning internationale studenten bij studievertraging door bijzondere omstandigheden. Inleiding Paragraaf 2a van de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar Christelijke Hogeschool Windesheim

Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar Christelijke Hogeschool Windesheim Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar 2018-2019 Christelijke Hogeschool Windesheim Inhoud Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 1: Begripsbepalingen... 3 Artikel 2: Relatie met de wet en overige

Nadere informatie

BIJLAGE 2 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING UITVOERINGSREGELING. 3TU Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404)

BIJLAGE 2 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING UITVOERINGSREGELING. 3TU Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) BIJLAGE 2 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING UITVOERINGSREGELING 3TU Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) 2016-2017 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT UNIVERSITEIT TWENTE TECHNISCHE

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BIJLAGE 1 BIJ 3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 3TU.Onderwijs (Masteropleiding) UITVOERINGSREGELING 2013-2014 Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404) TECHNISCHE

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3. Inschrijving 15 Inschrijvings- en opleidingsvormen 16 Collegekaart 19

Inhoudsopgave. 3. Inschrijving 15 Inschrijvings- en opleidingsvormen 16 Collegekaart 19 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) 4 Aanvragen faciliteiten in geval van handicap of functiebeperking 5 Aanvragen faciliteiten in geval van topsport 5 Opleidingsgids

Nadere informatie

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool 2017-2018 Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool 2017-2018 pagina 1 van 27 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 4 Artikel 1.1

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Inschrijvingsregeling Universiteit Twente 2011-2012

Inschrijvingsregeling Universiteit Twente 2011-2012 Inschrijvingsregeling Universiteit Twente 2011-2012 Deze regeling bevat een nadere uitwerking van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), waarin de hoofdregels voor de inschrijving

Nadere informatie

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2015

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2015 1 Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2015 Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, TU/e gelet op artikel 7.31b, 7.33, eerste lid,

Nadere informatie

Inschrijvingsbesluit 2002/2003. transnationale. Universiteit Limburg

Inschrijvingsbesluit 2002/2003. transnationale. Universiteit Limburg Inschrijvingsbesluit 2002/2003 transnationale Universiteit Limburg Dit inschrijvingsbesluit is niet van toepassing op de Vlaamse (en ermee gelijkgestelde) studenten die onder de regels van het Vlaams collegegeld

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding Onderwijs- en examenregeling Inhoud: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Paragraaf 3 Onderwijs Paragraaf 4 Tentamens Paragraaf 5 Vooropleiding Paragraaf 6 Studiebegeleiding

Nadere informatie

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon:

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon: VRAGENLIJST HBO Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon: E-mail: Vooraf: bij de beantwoording van de onderstaande vragen wordt verwacht dat u aangeeft of die situatie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

C. Regeling schakelprogramma 2011 voor HBO-afgestudeerden voor de aansluitende masteropleidingen Human-Technology Interaction en Innovation Sciences

C. Regeling schakelprogramma 2011 voor HBO-afgestudeerden voor de aansluitende masteropleidingen Human-Technology Interaction en Innovation Sciences Bijlage 2 bij artikel 1.1.2, tweede lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2011 van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen C. Regeling schakelprogramma 2011

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding Molecular Science & Technology

Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding Molecular Science & Technology Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs-

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.31 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek juncto

Nadere informatie

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING bureau van de universiteit abjz REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Dit reglement is opgesteld op grond van artikel 7.53, derde lid, van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) met

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [66056] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding American Studies Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

STATISTISCH JAARBOEK STUDENTEN 2006 / 2007 D E R T I G S T E U I T G A V E

STATISTISCH JAARBOEK STUDENTEN 2006 / 2007 D E R T I G S T E U I T G A V E STATISTISCH JAARBOEK STUDENTEN 2006 / 2007 D E R T I G S T E U I T G A V E Eindhoven, Juni 2007 1 2 INHOUDSOPGAVE Pagina Algemeen Inleiding 5 Definities 6 Gebruikte afkortingen 7 Technische toelichting

Nadere informatie

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de opleiding Technische Wiskunde Het bestuur van de faculteit Wiskunde en Informatica

Nadere informatie

REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING 2015-2016

REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING 2015-2016 REGELING AANMELDING & INSCHRIJVING 2015-2016 Regeling ter uitwerking van de wettelijke bepalingen inzake inschrijving en collegegeld in de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, die op grond

Nadere informatie