Jongveeonderzoek Hooibeekhoeve

Transcriptie

1 Jongveeonderzoek Hooibeekhoeve Studiedag Hooibeekhoeve 14 februari 2017 Els Stevens

2 Jongvee praktijkproef 1.Effect van de kwaliteit en pasteuriseren van biestmelk op de groei en gezondheid/weerstand van kalveren 2.Effect van de leeftijd bij het omschakelmoment van individuele naar groepshuisvesting met kalverdrinkautomaat 3.Effect van het type individuele huisvesting, iglo s of apart geventileerde kalverafdeling op de groei, ontwikkeling en gezondheid van kalveren

3 Biestkwaliteit meten is weten gemeten met brix refractometer meet de breking van licht dat door een oplossing schijnt de mate van breking is gekoppeld aan de hoeveelheid droge stof in de oplossing meer droge stof geeft een hogere brixwaarde. een droge stofgehalte gekoppeld aan de hoeveelheid antistoffen (IgG)

4 biest boven de 23% wordt als goed gekwalificeerd, waarbij hoger dan 26% als zeer goed

5 Biestkwaliteit Biestkwaliteit gemiddeld 22 % brix Aan vaarskalveren (in proef) gegeven: gemiddeld 23 % brix (12-30) Aan stierkalveren gegevens: gemiddeld 19.8 % ( )

6 % b r i x Kwaliteit biestmelk aan vaarskalveren Vaarskalveren in proef

7 Kwaliteit biestmelk aan stierkalveren % b r i x stierkalveren

8 Biest pasteuriseren Pasteurisator Coloquick Standaard biestprotocol Principes: Kalf krijgt biest van gecontroleerde en gepasteuriseerde voorraad uit diepvriezer, niet meer van moederdier, wel nog bedrijfseigen biest opgewarmd in warmwaterbad van 42 C (20 min) 1 x 4 liter Moederdier wordt gemolken, kwaliteitsbepaling en pasteurisatie biestmelk

9 Biestmanagement Biest wordt per 4 l in cassettes gedaan en gepasteuriseerd op 60 C. Kwaliteit genoteerd op cassette en op register biestbank Gepasteuriseerde cassettes worden ingevroren Opbouw biestbank

10 Biestmanagement Bij geboorte kalf: cassette wordt uit biestbank (vriezer) gehaald en in warmwaterbad ontdooid (20 min op 42 C) Kalfje krijgt snel na de geboorte, voldoende biest van goede kwaliteit op gewenste temperatuur

11 Biestmanagement Waarom controle biestkwaliteit en pasteurisatie? Meer zekerheid dat we voldoende kwaliteitsvolle biest verstrekken op gewenste temperatuur gestandaardiseerd protocol Optimaliseren van de start voor alle kalveren Reduceren of afdoden ziektekiemen M. paratuberculosis, Salmonella, Mycoplasma bovis, E. coli, Listeria Worden alle pathogenen voldoende afgedood? meer onderzoek nodig

12 Biestmanagement evalueren Mogelijke problemen? 1. Kwantiteit en/of kwaliteit onvoldoende Kwaliteit en hoeveelheid meten (registreren) 2. Voldoende opname van antistoffen door het kalf evaluatie van hoeveelheden en wijze van toedienen bloedanalyses bij de kalveren voor bepaling antistofgehalte 3. Hoe is de absorptie van antistoffen door het kalf?? antistofgehalte bepalen bij de kalveren bereken de schijnbare efficiëntie van absorptie

13 Biestmanagement evalueren Kalveren getest via de zinksulfaatturbiditeitstest = benaderingstest Serumstalen van kalveren van maximaal 3 dagen oud interpretatie: <10 E slecht E aanvaardbaar >20 E goed Brix-refractometer: antistoffen (g/l) serum = 9.1 x brix -59 > 7.8% brix = goed Elektroforesetest: bepaalt hoeveelheid antistoffen

14 26 24 gemiddelde biestkwaliteit in relatie met het resultaat van de ZST-test stieren vaarzen gemid brix (%) gem ZST Eenheden

15 Proefopzet leeftijd omschakelmoment van individuele naar groepshuisvesting & type huisvesting Praktijkproef waarbij we 4 verschillende regimes testen: 5 dagen in iglo 21 dagen in iglo 5 dagen kalverafdeling 21 dagen kalverafdeling

16 Proef kalverhuisvesting iglo s aparte kalverafdeling

17 Praktijkproef Daarna groepshuisvesting met kalverdrinkautomaat Speenleeftijd is = voor alle kalveren 9 weken opvolging van groei, ontwikkeling en gezondheid van de kalveren Bepaling geboortegewicht + standaard weging om de 14 dagen, extra weging bij verzetten naar de groepsafdeling en bij spenen opstellen groeicurve per dier

18 Voer 1 keer 4 l biestmelk In aparte huisvesting 2 x 3 l melk SprayfoVitesse met een concentratie van 165 g/l Vanaf groepshuisvesting melk via kalverdrinkautomaat Startkorrel via KV-automaten Hooi RV- mengsel koeien

19 Voerschema s groepshuisvesting Voerschema groep 1: op 5 dagen op kalverdrinkautomaat

20 Voerschema s groepshuisvesting Voerschema groep 2: op 21 dagen op kalverdrinkautomaat

21 Groeicurves Adhv gewichten de groeicurves opstellen per kalf Gemiddelde dagelijkse groei berekenen voor de periodes 0-5 dagen 5-14 dagen dagen dagen dagen 0-63 dagen y = x x R² = gewicht (kg) Groeicurve melkperiode leeftijd (dagen)

22 Resultaten jongveeopfok Resultaten variatie in leeftijd bij het omschakelmoment van individuele naar groepshuisvesting met drinkautomaat gemiddelde dagelijkse groei (g) groep op 5 dagen 100 groep op 21 dagen DAGEN 5-14 DAGEN DAGEN DAGEN DAGEN 0-63 DAGEN periode in de melkperiode

23 Resultaten jongveeopfok Resultaten invloed van het type individuele huisvesting op de groei van kalveren 900 groep in iglo groep in kalverafdeling Gemiddelde dagelijkse groei (g) DAGEN 5-14 DAGEN DAGEN DAGEN DAGEN groep in iglo groep in kalverafdeling Periode in de melkperiode 0-63 DAGEN

24 Conclusies Biestmanagement op maat van het bedrijf Biestkwaliteit meten = weten, toch wat variatie! Goede ervaringen met het pasteuriseren van biestmelk Standaard protocol Selectie uit biestbank mogelijk, betere kwaliteit aan vaarskalveren Bestaan verschillende testen om te weten te komen of een kalf voldoende antistoffen opneemt Eerste bevindingen praktijkproef Tendens weinig invloed van het type individuele huisvesting op de gemiddelde dagelijkse groei en gezondheid van kalveren tijdens de melkperiode Tendens weinig verschil in gemiddelde dagelijkse groei en gezondheid bij variatie in leeftijd (5 dagen versus 21) bij het omschakelmoment van individuele naar groepshuisvesting met drinkautomaat (tijdens melkperiode) Proef loopt nog even door!

25 Bedankt! Vragen? HOOIBEEKHOEVE Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T hooibeekhoeve@provincieantwerpen.be e.stevens@provincieantwerpen.be