Strafrecht. Strafrecht. Chrisje Brants

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Strafrecht. Strafrecht. Chrisje Brants"

Transcriptie

1 Strafrecht Chrisje Brants Lopende Zaken Een aantal strijdpunten houdt nog altijd de gemoederen bezig, hetgeen moge blijken uit het feit dat men er niet alleen artikelen in de vakbladen over aantreft, maar vooral ook op de opiniepagina's van de dagbladen, terwijl ook de Tweede Kamer zich met vragen aan de minister niet onbetuigd laat KATERN 62

2 De positie van het Openbaar Ministerie Zo is er om te beginnen de strijd om en binnen het Openbaar Ministerie: is het OM slechts 'buitenpost van het ministerie' en de officier vooral uitvoerende ambtenaar, of juist onafhankelijke magistraat? De ingewikkelde en enigszins ambivalente structuur die in Nederland de verhouding tussen OM en minister kenmerkt, weerspiegelt zich in de verschillende posities die in dit debat worden ingenomen. Het OM vecht voor onafhankelijkheid en vreest vooral ministeriële inmenging in individuele strafzaken. Daarover gaat ook de brief van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak aan de Tweede Kamer van 17 september 1996 (zie NJB 1996, nr. 34, p e.v.). Er is wel gewezen op artikel 12 Sv, op grond waarvan de toetsing van beslissingen om niet te vervolgen in individuele zaken aan de rechter is en uitdrukkelijk niet aan de minister. Zie hieronder bij 'Jurisprudentie': HR 25 juni 1996, NJ 1996, 714, waarin ook op het hiërarchische verband tussen minister en OM wordt ingegaan. C. Schuyt, in een beschouwing naar aanleiding van de justitiebegroting (Stilte na de storm: Justitiebegroting 1997, Delikt en Delinkwent 26 (1996) 8, p. 719 e.v.) betreurt de ontwikkeling die in de richting van een grotere gebondenheid van het OM aan de minister lijkt te duiden: juist in het kader van de begroting, waaruit 'een geest van kalmte en controle' ademt en die vol beleidsvoornemens is op tal van ingewikkelde punten, met name ook het wat betreft herstel van het vertrouwen van de burger in justitie, zou een blijk van vertrouwen van justitie in haar eigen dienaren hebben gepast. Anderen zijn evenwel van mening dat, nu de minister politiek verantwoordelijk is voor de handelwijze van officieren van justitie, het niet aangaat dat deze geen opdrachten zou kunnen geven, ook niet in individuele zaken, zij het dat hier terughoudendheid past (P.G. Wiewei, De bijl aan de wortel, NJB 1996, nr. 40, pp ; prof. mr. DJ. Elzinga, Openbaar Ministerie raakt in Gordiaanse knoop, NJB 1996, nr. 40, p e.v.). De positie van het OM is ook in het geding bij twee andere kwesties die telkens terugkeren in de publieke belangstelling: euthanasie en het drugsbeleid. Wat de euthanasie betreft heeft de commissie die de praktijk van euthanasie moest onderzoeken inmiddels rapport uitgebracht (zie voor een uitgebreide samenvatting: NJB 1996, nr. 45/46, rubriek Actualiteiten). De commissie komt tot de conclusie dat, hoewel de controle op het handelen van artsen voor verbetering vatbaar is, is er geen sprake is van een hellend vlak: het meldingsgedrag van de artsen is juist verbeterd. Het rapport gaat vergezeld van een uitvoering statistisch onderzoek. Over drugs en het gedoogbeleid eeuwig twistappel tussen Nederland en de rest van de Europese Unie heeft de minister van Justitie een nota aan de Tweede Kamer doen toekomen (Grenzen aan gedogen, TK , , nrs. 1 en 2) waarin zij enerzijds niet volledig afstand neemt van het bestaande beleid, maar anderzijds ook duidelijk maakt dat gedogen aan strakke criteria moet voldoen: uitzonderingssituaties, beperkt in omvang en/of tijd, pas na zorgvuldige en kenbare afweging en aan controle gebonden. Tenslotte, en zeer belangrijk, is er de nasleep van de Commissie Van Traa, ook niet zonder implicaties voor het OM. Op 14 januari 1997 kwam het concept-wetsvoorstel gereed naar aanleiding van de voorstellen van de Commissie. Dit voorziet in wettelijke regelingen van bijzondere opsporingsmethoden en methoden die een inbreuk op fundamentele rechten maken, onder andere in de vorm van een zeer forse uitbreiding van artikel 126 Sv. Proactieve opsporing wordt daardoor onder het regime van het Wetboek van Strafvordering gebracht, terwijl voor het opsporen van georganiseerde criminaliteit een versoepeld verdenkingscriterium wordt geïntroduceerd. Een wettelijke regeling van deals met criminelen volgt spoedig (denk aan de kroongetuige die zoveel stof deed opwaaien in de zaak tegen 'de Hakkelaar'). Zie over de problematiek van de kroongetuige het uiterst kritische artikel van Ties Prakken, Over kroongetuigen en deals met criminelen, NJB 1996, nr. 39, p e.v.). Strafvervolging van de overheid De arresten van 23 april 1996 (Pikmeer, Waterschap West- Friesland en provincie Noord-Hol-land), waarbij voorlopig definitief kwam vast te staan dat ook de lagere overheid een zeer grote mate van strafrechtelijke immuniteit geniet, terwijl ambtenaren die als feitelijke leidinggever kunnen worden beschouwd evenmin als zodanig vervolgbaar zijn, hebben menigeen in de pen doen klimmen. Van de betreffende arresten zijn er twee in de NJ inmiddels gepubliceerd (1996, nrs. 512 en 513, Waterschap West-Friesland resp. Pikmeer) met een uitvoerige en kritische noot van 't Hart. Op 12 november 1996 is ove- KATERN

3 rigens de ambtenaar die in het Pikmeer-arrest als feitelijke leidinggever niet kon worden vervolgd, door het Hof Leeuwarden veroordeeld op grond van zijn eigen individuele aansprakelijkheid. Ook deze beslissing is gepubliceerd: TMA , m.nt. Fransen. Over het Pikmeer-arrest en de aansprakelijkheid van de ambtenaar ook: P. Osinga, IUST 27 (1996) 5/6. Inmiddels gaan stemmen op om tot wetswijziging te komen, teneinde aan de strafrechtelijke immuniteit van de overheid een eind te maken. In Crimineel overheidsgedrag in de doofpot. Een ongeschreven titel van het Wetboek van Strafrecht, bepleit A.M. Fransen, milieu-officier te Amsterdam, wijziging van artikel 51 Sr, in de zin dat daaraan wordt toegevoegd een verwijzing naar artikel 1, boek 2 BW, een gelijkstelling met rechtspersonen van organisaties of diensten die zelf niet rechtspersoon zijn maar wel tot een rechtspersoon behoren, en de mededeling dat vervolging kan plaatsvinden ook indien het de uitvoering van een publieke taak betreft. Daarmee wil Fransen het probleem ondervangen dat vele tot de overheid behorende entiteiten niet rechtspersoon zijn, alsmede dat de Hoge Raad thans de 'publieke taak' als deel van de vervolgingsuitsluitingsgrond ziet. In Strafvervolging van overheden. Gouda Quint, Deventer 1996, komen Chr. Brants en R. de Lange eveneens tot de conclusie dat wetswijziging noodzakelijk is. Ook zij gaan uit van wijziging van artikel 51 Sr, zij het dat zij de oplossing voor het probleem van de overheidsorganisatie zonder rechtspersoonlijkheid zoeken in een verruimde uitleg van het functionele daderschap, en de publieke taak niet in de wet opgenomen willen zien, maar in de overwegingen van de rechter ten aanzien van het bestaan van een eventuele rechtvaardigingsgrond (in eerste instantie: wettelijk voorschrift). Vooralsnog heeft de minister verklaard geen heil in wetswijziging te zien. Over niet al te lange tijd kan een gedachtenwisseling met de Kamer worden verwacht. Het is dus afwachten welke partijpolitieke standpunten deze kwestie zullen gaan beheersen en of de wetgever een oplossing wil bieden. Wetgeving Ondertussen is in 1996 veel werk door de wetgever verricht. Soms betreft het de laatste loodjes in een lang wetgevingstraject, soms is met gezwinde spoed aan wetgeving gewerkt waarvan men meende dat er haast bij was. Tot de eerste categorie behoort de tweede tranche van de fraudewetgeving, i.c. harmonisering van de bepalingen t.a.v. uitkeringsfraude: deze wordt thans (in actieve vorm: het verstrekken van valse informatie anders dan door valsheid in geschrift en in passieve vorm: het nalaten gegevens te verstrekken) als overtreding strafbaar gesteld in artikel 447c respectievelijk 447d Sr. Verder zijn eindelijk in werking getreden op 2 november 1996 de Wet van 26 september 1996, Stb. 1996, 487 (Kopstaart-vonnis), alsmede de Wet van 14 september 1996, Stb. 1996, 441 (Vormverzuimen). Beide legaliseren reeds bestaande praktijken. De wet vormverzuimen, gebaseerd op het rapport Recht in Vorm, beperkt het aantal verzuimen dat met nietigheid is bedreigd en verschaft de rechter een wettelijke grondslag voor andere sancties dan nietigheid in het geval van niet-herstelbaar vormverzuim: zo hebben strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid allemaal een plaats gekregen in het Wetboek van Strafvordering. Voorts is het grondslagstelsel versoepeld: de officier van justitie krijgt ruimere bevoegdheden om de tenlastelegging te wijzigen. Over het grondslagstelsel het proefschrift van J. Boksem, Op den grondslag der telastelegging. Beschouwingen naar aanleiding van het Nederlandse grondslagstelsel. Ars Aequi Libri, Nijmegen Ook gebaseerd op de Commissie Moons zijn twee wetsvoorstellen die thans nog in behandeling zijn: herziening van het gerechtelijk vooronderzoek (K ), een kwestie die al heel lang sleept en waarin nu wordt voorgesteld een regeling van de zogenaamde mini-instructie op te ne men, alsmede voorafgaand verlof van de rechtercommissaris bij spoeddoorzoeking in een woning; stroomlijning van het onderzoek ter terechtzit ting (K ), ingediend op 18 april 1996, voorziet in belangrijke wijzigingen in de wet telijke regeling ten aanzien van het oproepen van getuigen en in de verstekregeling (nodig geworden sinds de Nederlandse praktijk door het EHRM in de zaken Lala en Pelladoah in strijd met het EVRM werd geoordeeld). Tot de tweede categorie, de zaken waar kennelijk haast mee is, behoort de Wet van 7 oktober 1996 (verhoging van het strafmaximum bij mensensmokkel), Stb. 1996, 505, in werking getreden op 15 november De straf waarin artikel 2964 KATERN 62

4 197a Sr voorziet wordt van 1 jaar tot 6 jaar verhoogd en, in geval het feit als beroep of gewoonte of in vereniging wordt begaan), tot acht jaar. Daarmee is ook artikel 46 Sr (strafbare voorbereidingshandelingen) van toepassing. Jurisprudentie Er is in de tweede helft van 1996 een aantal belangrijke arresten gepubliceerd, naast de reeds hierboven genoemde jurisprudentie op het gebied van de vervolging van overheden. Het korte bestek van dit katern laat niet toe op allemaal uitgebreid in te gaan. Daarom, heel in het kort een drietal door de Hoge Raad besliste zaken, waarna ik iets dieper wil ingaan op een geval van cassatie in belang der wet en op twee belangrijke beslissingen van het EHRM. (Wat de hoeveelheid strafzaken betreft die de Hoge Raad te verwerken krijgt, zie NJB 1997, nr. 1, p. 43 e.v., voor een samenvatting van het rapport 'Werkbelasting Strafkamer Hoge Raad' van de Commissie Haak, dat voorstellen bevat om de stroom zaken in te dammen.) HR 7 mei 1996, NJ 1996, 557 (behandeling in twee instanties): indien in eerste aanleg sprake is van een tot nietigheid leidend verzuim, hoeft de appelrechter niet terug te wijzen, tenzij het verzuim eruit bestaat dat de rechter in eerste aanleg niet onpartijdig was of in eerste aanleg de officier van justitie, de raadsman of verdachte niet is verschenen terwijl de laatsten niet op de wettelijk voorgeschreven wijze op de hoogte van zitting zijn gebracht (of anderszins daarmee bekend waren). In alle andere gevallen is er geen recht op een volwaardige berechting in twee instanties, ook niet in zaken die in eerste aanleg in het pre- Lala tijdperk zijn berecht. Daarmee is een behoorlijke ongelijkheid ontstaan (zie hierover de noot van 't Hart bij dit arrest). HR 14 mei 1996, NJ 1996, 644 (Onpartijdige rechter?): een bevestiging van een reeds eerder door de Hoge Raad ingenomen standpunt dat een rechter die reeds in een zaak over een medeverdachte heeft geoordeeld, toch niet partijdig moet worden genoemd en ook niet de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Dat geldt zelfs wanneer het, zoals hier, om medeplegen van een verkrachting gaat, waarbij de eerst berechte verdachte schuldig is bevonden. De annotator is uiterst kritisch. HR 7 mei 1996, NJ 1996, 687 (Fotoboeken): Een arrest met implicaties voor de reikwijdte van de interne openbaarheid van het strafproces. Fotoboeken bij de politie zijn geen processtukken en hoeven niet aan het dossier te worden toegevoegd. Toch mag kennisneming ervan, indien de betrouwbaarheid of rechtmatigheid van dit bewijs wordt aangevochten, niet aan de verdediging worden onthouden, wat niet wil zeggen dat ook de verdachte zelf automatisch recht op inzage heeft. In HR 25 juni 1996, NJ 1996, 714 (cassatie in belang der wet) staat de vraag centraal hoe ver de toetsingsbevoegdheid van het Hof reikt als het om een beklagprocedure gaat ex artikel 12 Sv. In casu werd erover geklaagd dat het OM een inleidende dagvaarding, gebaseerd op artikel 36 WWV (dood door schuld in het verkeer) had ingetrokken en, zo er al een nieuwe dagvaarding zou volgen, deze in ieder geval niet op 287 Sr (doodslag) zou baseren, hetgeen klagers de ouders van een bij een verkeersongeval omgekomen kind verlangden. Het Hof was van mening dat klagers niet-ontvankelijk waren: er kon immers niet worden gezegd dat van vervolging was afgezien (de kans op een nieuwe dagvaarding lag nog uitdrukkelijk open), alleen dat de officier niet wegens doodslag wilde dagvaarden; en een oordeel voer dat laatste achtte het Hof kennelijk niet tot zijn bevoegdheid. De Hoge Raad oordeelt echter, conform de voordracht van de P-G, dat, aangezien de wetgever uitdrukkelijk heeft gewild dat klagers zich tot de rechter en niet bijvoorbeeld de minister zouden wenden, het Hof een beklag ex artikel 12 Sv in volle omvang dient te toetsen. Met andere woorden: op de stoel van het OM moet gaan zitten en, op grond van het opportuniteitsbeginsel, ook moet beoordelen ter zake van welke wettelijke strafbaarstelling de vervolging had moeten worden ingesteld. Overigens is bepaald niet uitgesloten dat degene die een dodelijk verkeersongeval veroorzaakt inderdaad wegens doodslag wordt veroordeeld, hoewel de Wegenverkeerswet slechts een culpose bepaling kent. Het zal van de omstandigheden afhangen. Zo wijdde de Hoge Raad in zijn arrest van 15 oktober 1996, NJ nr. 97, waarbij het om een dronken bestuurder ging die door zeer roekeloos rijgedrag een ongeval veroorzaakte waarbij vijf doden vielen, een uitvoerige passage hieraan. Als echter de bewijsmiddelen ruimte voor twijfel laten of inderdaad de rag- KATERN

5 dunne grens tussen bewuste schuld en voorwaardelijke opzet is overschreden, behoeft de bewezenverklaring nadere motivering, hetgeen in dit geval achterwege was gebleven. Tenslotte twee beslissingen van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, EHRM 26 maart 1996, NJ 1996, 741 (Doorson v Nederland) betreft een Nederlandse drugsdealer. Er waren in totaal acht getuigen (gebruikers) die de verdachte als dealer hadden aangewezen aan de hand van politiefoto's. Hoewel twee van hen niet anoniem wensten te blijven, trok één zijn verklaring ter zitting in en verscheen de ander überhaupt niet. Twee anonieme getuigen waren in aanwezigheid van de raadsman door de rechtercommissaris gehoord. De overige vier, die eveneens anoniem wilden blijven, niet. Hoewel justitie wel veel moeite had gedaan om het bewijs bij elkaar te krijgen, was het resultaat dus niet echt indrukwekkend. De vraag die het Europese Hof kreeg voorgelegd was of deze veroordeling de toets van het eerlijke proces van artikel 6 EVRM wel kon doorstaan, nu de veroordeling vrijwel uitsluitend gebaseerd op anonieme getuigeverklaringen en de verdediging maar zeer ten dele van het ondervragingsrecht gebruik had kunnen maken. In zijn bevestigende antwoord verduidelijkt het Hof zijn standpunt ten aanzien van een aantal belangrijke aspecten van het gebruik van anoniem getuigenbewijs. Ten eerste, dat artikel 6 EVRM impliciet tot een afweging dwingt van de belangen van de verschillende participanten in een strafproces. Ten tweede wordt nogmaals bevestigd dat veroordelingen niet in beslissende mate mogen zijn gebaseerd op anonieme verklaringen. Tegelijk meende het Hof dat daarvan in dit geval geen sprake was. Aangezien van de niet-anonieme verklaringen de ene niet ter zitting was afgelegd en de ander ter zitting was ingetrokken, is dit niet geheel vanzelfsprekend. Immers, de eerste kon niet door de verdediging worden aangevochten en de tweede was in strijd met wat in het vooronderzoek was verklaard. De verklaring uit het vooronderzoek mocht echter voor het bewijs worden gebruikt (zie hierover de noot van Knigge bij dit arrest over de best evidence rule). Al met al heeft het Hof hier zijn oordeel kennelijk gebaseerd op zijn, al eerder geëxpliciteerde standpunten, dat het om het naleven van procedurele garanties in de procedure als geheel gaat en dat de nationale rechter in de waardering van het bewijs een zeer ruime vrijheid heeft. De on- dergrens daarvan begint sterk te lijken op het criterium dat onze eigen Hoge Raad reeds lang geleden formuleerde dat van de uiterste behoedzaamheid. Voorts is van belang dat Doorson is veroordeeld voordat de Wet Getuigenbescherming in werking was getreden. In haar noot bij dit arrest (Ars Aequi 1996, p. 585 e.v.) gaat Cleiren in op de betekenis ervan voor de toepassing van de nieuwe wet. Een rechtsvergelijkende studie naar de wijze waarop men in verschillende rechtsstelsels rekening houdt met de belangen van getuigen, vindt men in het zojuist verschenen proefschrift van Annemarieke Beijer, Bedreigde getuigen in het strafproces. Een rechtsvergelijkende studie naar de bescherming van getuigen in het Nederlandse, Duitse en Amerikaanse recht (Pompe Reeks 22). Gouda Quint, Deventer Wat de Wet Getuigenbescherming betreft kunnen zich verschillende problemen van overgangsrecht voordoen. Eén ervan heeft de Hoge Raad inmiddels opgelost. Als de inleidende dagvaarding na de inwerkingtreding van de nieuwe wet is uitgebracht (dus na 1 februari 1994), is de nieuwe procedure van toepassing, ook al vond het verhoor van de getuige door de rechter-commissaris vóór die tijd plaats (HR 5 maart 1996, NJ 1996, 733). Zoals zo vaak in zaken tegen het Verenigd Koninkrijk, gaat het in EHRM 8 februari 1996, NJ 1996, 725 (Murray v Verenigd Koninkrijk) om een Noord-Ierse zaak waarbij de verdachte op basis van de Prevention of Terrorism Act (PTA) werd vastgehouden. Door de PTA worden veel rechten die verdachten in het 'normale' Engelse recht hebben, tijdelijk opgeschort. Een daarvan is het zwijgrecht, in de zin dat de verdachte erop gewezen wordt dat hij niets hoeft te zeggen, maar dat dit zwijgen later tegen hem gebruikt zal kunnen worden als het om feiten gaat waarop de verdediging later ter zitting een beroep zou doen. Het belang van dit arrest betreft intussen niet alleen deze regeling van noodrecht: inmiddels geldt zij namelijk voor alle strafzaken in Engeland (Criminal Justice and Public Order Act 1994), terwijl het bovendien in wezen gaat om de reikwijdte van het nemo tenetur beginsel. Murray, verdacht van IRA-activiteiten (waaronder een moord en een kidnap), bleef zwijgen tot en met de terechtzitting. Het Europese Hof blijkt van mening dat het zwijgrecht, hoewel 'de kern van het eerlijke proces rakend', niet absoluut is. Wanneer de verdachte op de gevolgen van het zwijgen is gewezen, wordt dit niet per definitie als 2966 KATERN 62

6 Criminologie ontoelaatbare druk beschouwd. Of conclusies uit het zwijgen mogen worden getrokken hangt van de situatie af (onder andere de mate van druk die is uitgeoefend en het belang dat nationale rechters bij de bewijswaardering aan het zwijgen hechten). In dit geval vond het Hof niet dat het oneerlijk of onredelijk was uit het zwijgen van Murray conclusies te trekken. Murray beklaagde zich echter ook over het feit dat hij 48 uur lang de toegang tot een raadsman was ontzegd. In combinatie met de doorbreking van het zwijgrecht leverde dit volgens het Hof schending van artikel 6.3c EVRM op. Murray was voor een fundamenteel dilemma geplaatst: spreken zonder assistentie van een raadsman, waardoor hij zijn verdediging zou kunnen schaden, en zwijgen, wat eveneens zijn verdediging zou kunnen schaden. Zie overigens voor uitgebreide besprekingen van dit arrest en van de betekenis ervan ook voor Nederland: de noot van Knigge in de NJ, van Taru Spronken, Advocatenblad 1996, p. 420 e.v. en van Egbert Myjer, NJCM-bulletin 1996, p. 706 e.v. KATERN

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen This is a postprint of De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen Wilde, B. de Nederlands Juristenblad, 2009(44/45), 2885-2886 Published version: no link

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING gegeven naar aanleiding van diverse verzoeken van de verdediging in de strafzaak in

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Internationale bewijsgaring in strafzaken

Internationale bewijsgaring in strafzaken Internationale bewijsgaring in strafzaken Nederland, Engeland & Wales S.K. de Groot Gouda Quint Deventer 2000 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen V VII XI Hoofdstuk 1: Inleiding

Nadere informatie

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85 Trefwoordenregister A Accusatoir versus inquisitoir 71-76, 137, 149-153 Afgeschermde getuige 524-527 Afluisteren van telefoongesprekken 233-235, 235-236, 336-342, 366, 380-381, 383, 387-388, 415, 432-433

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: ARWM, geboren te curaçao, wonende te Sint Maarten. 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Dit reglement geldt in aanvulling op het bepaalde in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 c.q. in aanvulling op de Wet Dieren (nadat de daarin

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320 ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude

Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude Rechtbank Amsterdam 13 april 2017 Inhoud presentatie Traject modernisering werkgroep Van Dijk en IJzerman in preconsultatie;

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

Prof.mr. F.G.H. Kristen

Prof.mr. F.G.H. Kristen Webinar Jurisprudentie Strafrecht 29 mei 2015 Prof.mr. F.G.H. Kristen Programma Even teruggaan naar een uitspraak van 7 april 2015 Nog even stilstaan bij witwassen Uitspraken van de Hoge Raad van 26 mei

Nadere informatie

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt. R e g i s t r a t i e k a m e r Minister van Justitie..'s-Gravenhage, 30 april 1999.. Onderwerp Wijziging van het Wetboek van Strafvordering Bij brief met bijlage van 9 maart 1999 (uw kenmerk: 750136/99/6)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie)

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie) Over dit document: Jurisprudentie, gepubliceerd Bron: JOR JOR 2017/224 Gerechtshof Amsterdam, 07-06-2017, 23-003027-16, ECLI:NL:GHAMS:2... Wetsbepaling(en): BW BOEK 2 artikel 394, BW BOEK 2 artikel 395A,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de korpschef van het regionale politiekorps Haaglanden in zijn brief van 31 januari 2005 niet inhoudelijk is

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Datum 20 december 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32045 Wijziging

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ Vastgesteld door de algemene ledenvergadering van VastgoedPRO op 12-11-2013, op grond van het bepaalde in de statuten van VastgoedPRO. Ingaande per 1-1-2014. Begripsomschrijving

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2015 P.15.0073.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0073.F 1. P. D., 2. L. D., Mrs. Jean-Pierre Dardenne, advocaat bij de balie te Charleroi, en Régine Ceulemans, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:643. 1 Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2015:643. 1 Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2015:643 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-03-2015 Datum publicatie 20-03-2015 Zaaknummer 13/03959 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:521, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:1943,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: RH, geboren te Curaçao, wonende te Sint Maarten 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen.

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen. Week 1 Inleiding in het strafrecht Het karakter van het strafrecht. De geschiedenis van de codificatie van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Waarom bestaat het strafrecht? Hoe verwordt een bepaalde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN Categorie : opsporing Rechtskarakter : aanwijzing in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO Afzender : College van procureurs-generaal Adressaat : Hoofden van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe; Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop de Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam zijn klacht van 29 juli 2008 heeft behandeld. Met name klaagt verzoeker erover dat de Raad voor Rechtsbijstand:

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

Datum 4 juli 2013 Onderwerp Betekenis nieuwe jurisprudentie over anonieme getuigen in strafzaken

Datum 4 juli 2013 Onderwerp Betekenis nieuwe jurisprudentie over anonieme getuigen in strafzaken 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

College van Procureurs-Generaal

College van Procureurs-Generaal Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620. Noot van M.J.

HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620. Noot van M.J. HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620 Noot van M.J. Borgers 1. De tenlastelegging in de hierboven afgedrukte zaak is toegesneden

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 Rapport Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071 2 Klacht Op 18 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Groningen, met een klacht over een gedraging van regionale

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

«JOR» Bank- en effectenrecht

«JOR» Bank- en effectenrecht 169 NOOT 1. Bovenstaand arrest is gewezen door de Hoge Raad als belastingrechter. Centraal staat de vraag of bewijsmiddelen waarvan in een eerdere strafprocedure door de strafrechter is geoordeeld dat

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De Nederlandse Strafvordering

De Nederlandse Strafvordering De Nederlandse Strafvordering MrA. Minkenhof Zesde druk, herzien door Prof. mrj.m. Reijntjes met medewerking van mrm.p. Bart en mrja. W. Lensing Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie