1 Privatisering van het ABP

Transcriptie

1 1 Privatisering van het ABP 1 Wat waren de consequenties van de privatisering van het ABP? De pensioenregeling voor het overheidspersoneel was geregeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet. Omdat het een wettelijke regeling betrof, werd de inhoud van de pensioenregeling in wezen bepaald door het parlement. Gewenste veranderingen in de regeling moesten dus goedgekeurd worden door het parlement. Als gevolg van de privatisering van het ABP is de ABP-wet per 1 januari 1996 ingetrokken. De pensioenen voor het overheidspersoneel zijn sindsdien in een privaatrechtelijk reglement geregeld. De inhoud van die privaatrechtelijke regeling wordt bepaald door werkgevers en werknemers binnen de overheidssector. Daardoor kan de regeling sneller aan wensen van werkgever en werknemer aangepast worden, rekening houdend met beschikbare loonruimte. De bepalingen van de Pensioen- en Spaarfondsenwet waren van toepassing op het pensioenreglement. Sinds 1 januari 2007 valt het pensioenreglement onder de werking van de Pensioenwet. Veranderingen in het pensioenreglement ten opzichte van de voormalige ABP-wet zijn: wijzigingen in het pensioensysteem: a. invoering van een peildatumsalaris (12 het januarisalaris, inclusief vakantietoeslag en andere vaste toeslagen als basis voor de premiegrondslag en de pensioengrondslag; b. omrekening van de diensttijd indien sprake is van een knip, zodat alle (omgerekende) diensttijd naar het laatste eindloon wordt vergolden; c. het loslaten van de maximering van 40 dienstjaren voor de pensioenopbouw. introductie van enkele flexibiliseringselementen: a. vrijwillige deelneming in de regeling indien sprake is van een dienstverband dat ingaat na de 65-jarige leeftijd; b. vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling na ontslag, onder bepaalde voorwaarden. O.g.v. artikel 16.2 van het Pensioenreglement 19

2 antwoordwijzer ambtenarenpensioenen 2011/2012 is dit gedurende drie jaar mogelijk tegen de doorsneepremie. Wanneer iemand 62 jaar of ouder is geworden, geldt de individuele premie; c. aanvullende vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling over de periode waarin wachtgeld wordt genoten of invaliditeitspensioen; d. versnelde individuele opbouwmogelijkheden binnen het reglement voor een flexibel pensioen. 2 Wie bepaalt de inhoud van de pensioenregeling? De sociale partners bepalen de inhoud van de regeling. Pensioen is namelijk een onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. De inhoud van de pensioenregeling ligt vast in het pensioenreglement. Er wordt over de pensioenregeling onderhandeld op centraal niveau. Er is in beginsel één pensioenregeling voor de hele overheid. ABP deelt de overheidswerkgevers, die bedoeld zijn in de Wet Privatisering ABP, in een sector in. Deze staan genoemd staan in artikel 1.10 van het Pensioenreglement. 3 Wat is het belang van een pensioenregeling? Pensioen is een toezegging van de werkgever aan de werknemers, waarvoor tijdens het arbeidzame leven gespaard wordt. Die toezegging voorziet in een uitkering aan de (gewezen) werknemers bij: het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (ouderdomspensioen); arbeidsongeschiktheid (invaliditeitspensioen); overlijden (nabestaandenpensioen). In het pensioenreglement wordt die werkgeverstoezegging vastgesteld. Daarnaast geeft de pensioenregeling aan wat de overige rechten en verplichtingen van de werkgever en werknemers zijn, zoals: het deelnemerschap; de premiebetaling door werkgever en werknemer; de rechten bij een tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap. De FPU-regeling maakt in tegenstelling tot de vroegere VUT (tot 1 april 1997) onderdeel uit van de pensioenregeling. De financiering van de FPU het pensioengedeelte vóór het 65ste jaar geschiedt volgens een apart financieringssysteem. 20

3 privatisering van het abp Gedeeltelijk wordt de uitkering kapitaalgedekt en voor een groot deel via het omslagstelsel. Dit komt sinds 1 januari 2006 tot uiting door de inhouding VUT/ FPU basisdeel op het salaris. Sinds 1 januari 2006 kan alleen nog door deelnemers, die geboren zijn vóór 1 januari 1950 en dan nog onder bepaalde voorwaarden van de FPU gebruik gemaakt worden. 21

4

5 II Werkingssfeer 4 In hoeverre zijn de overheidswerkgevers verplicht aangesloten bij het ABP? Het ABP deelt de overheidswerkgevers in sectoren, zoals aangegeven in artikel 1.10 van het Pensioenreglement. Werkgevers, niet behorende tot de genoemde sectoren kunnen vanaf 1 januari 1996, onder voorwaarden, uit het ABP treden. Daarnaast kunnen werkgevers ook vrijwillig hun pensioenvoorziening bij het ABP onderbrengen. 5 Waarom ben ik verplicht aan een pensioenregeling deel te nemen? Iedereen die werkzaam is in de branche waarvoor een verplicht gestelde pensioenregeling geldt, is verplicht aan die pensioenregeling deel te nemen. Een uitzondering wordt gemaakt voor degenen die gemoedsbezwaren hebben. Deze verplichting is er tot behoud van de solidariteit tussen de werkgevers in die branche en tussen de individuele werknemers. Immers, ongeacht geslacht, leeftijd, inkomen en grootte van het bedrijf is er sprake van een doorsneepremie. Deze premie wordt zo vastgesteld dat ook op de lange termijn zekerheid kan worden gegeven ten aanzien van de uitbetaling van de pensioenen (inclusief indexering). 6 Moeten ook werknemers met een zogenaamd nuluren- of oproepcontract aan de ABP-regeling deelnemen? Vanaf mei 1994 valt iemand met een nulurencontract ook onder de werking van het pensioenreglement. Het kan daardoor voorkomen dat voor een dergelijk persoon elke maand een andere deeltijdfactor moet worden vastgesteld (zie vraag 34). 23

6 antwoordwijzer ambtenarenpensioenen 2011/ Wanneer wordt men overheidswerknemer in de zin van de Wet Privatisering ABP? In het algemeen wordt men overheidswerknemer bij het aanvaarden van een betrekking bij een publiekrechtelijk lichaam (de overheid), bij het bijzonder onderwijs of bij een zogenoemde B3-instelling. Bepaalde (groepen van) personen zijn echter uitgezonderd vanwege hun bijzondere arbeidsvoorwaarden of de bijzondere aard van hun werkzaamheden. De uitzonderingen worden opgenomen in een in overleg met het ABP-bestuur genomen ministerieel besluit. 8 Wordt iemand bij vervanging wegens ziekte overheidswerknemer? De vervanger wegens ziekte dient op dit punt te worden beoordeeld als iedere andere medewerker; hier geldt geen bijzondere status. 9 Wat is een B3-instelling? Dit is een nv, bv, stichting of vereniging die op verzoek door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koningsrijksrelaties is aangewezen als ABP-instelling. Artikel 3 van de WPA biedt daartoe de mogelijkheid. Het personeel van een dergelijke instelling is overheidswerknemer en in die zin verzekerd bij het ABP. 10 Hoe verloopt de aanvraagprocedure bij B3? Een verzoek om aanwijzing moet door de instelling onder overlegging van de concept-statuten worden gericht aan het bestuur van het ABP. Op basis van die statuten toetst het bestuur het verzoek en adviseert het de Minister van Binnenlandse Zaken of al dan niet tot aanwijzing kan worden overgegaan. Het is vervolgens de minister die tot aanwijzing overgaat. 11 Wanneer verkrijgt een werkgever de B3-status? Een aanwijzing vindt plaats nadat is gebleken dat de instelling aan een aantal voorwaarden voldoet, zoals: 24

7 werkingssfeer de instelling is zonder winstoogmerk actief op het zorggebied van de overheid; de overheid heeft invloed op de instelling, bijvoorbeeld via wettelijke regels, statuten, subsidieregels, vertegenwoordiging in het bestuur middels de financiële verantwoording; de arbeidsvoorwaarden komen zoveel mogelijk overeen met die van de overheid; de nieuw gehanteerde CAO moet geen dwingende bepaling bevatten tot aansluiting bij een ander bedrijfspensioenfonds; de nv of bv staat in een zodanige financiële verhouding tot de overheid, dat gewaarborgd is dat de aandelen in overwegende mate in handen zijn van de overheid; bij stichtingen en verenigingen dienen de uitgaven van die instellingen, voor zover niet gedekt door inkomsten uit opbrengsten van goederen en diensten enz.,jaarlijks in overwegende mate te worden gefinancierd door de overheid; mede-aansprakelijkheid van de betrokken overheid voor de betaling van de pensioenbijdrage. 12 Welke werkgevers kunnen zich vrijwillig aansluiten bij het ABP? Een instelling kan zich vrijwillig aansluiten bij het ABP op grond van: 1. doelstelling en financiële verhouding tot een overheidsinstelling, of; 2. de werkgever was oorspronkelijk aangesloten bij het ABP, of; 3. de werknemers van de instelling waren oorspronkelijk deelnemers aan het ABP. Hierdoor kan ook na privatisering de instelling bij het ABP blijven. 13 Wat moet ik als werkgever doen bij privatisering van een dienstonderdeel? Bij privatisering van een gedeelte van een bij het ABP aangesloten werkgever is het mogelijk dat dit geprivatiseerde onderdeel als B3-instelling of als vrijwillig aangesloten instelling bij het ABP blijft. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met een van de accountmanagers van het ABP. 25

8 antwoordwijzer ambtenarenpensioenen 2011/ Is vrijwillige aansluiting ook mogelijk zonder FPU? Bij vrijwillige aansluiting is deelname aan de FPU-regeling verplicht. De FPUregeling is namelijk onderdeel van het ABP-pensioenreglement. Sinds 1 januari 2006 zal hiervan nog slechts sporadisch gebruik gemaakt kunnen worden door de gewijzigde regelgeving met betrekking tot vroegpensioen. 15 Wat is het verschil tussen een vrijwillige aangesloten instelling en een B3-instelling? Bij een B3-instelling vallen de werknemers ook onder het socialezekerheidsstelsel voor werknemers bij de overheid. Bij een vrijwillig aangesloten instelling vallen de werknemers onder de sociale zekerheidswetten van de marktsector. 16 Kunnen de werknemers van een vrijwillig aangesloten instelling gebruik maken van de producten van Loyalis Verzekeringen? Sinds 1 januari 2002 is Loyalis Verzekeringen een verzekeringsmaatschappij net als alle andere maatschappijen en kan iedereen van hun producten profiteren. Uiteraard richt Loyalis zich in het bijzonder op de overheid. Vanaf 1 januari 2006 is Loyalis verzekeringen een volwaardige dochteronderneming van ABP. 17 Kan een vrijwillig aangesloten werkgever zich verzekeren tegen mogelijke suppletie-uitkeringen? Ja, er bestaat een speciale suppletieverzekering voor de werkgever, waardoor zijn werknemers bij Loyalis-Verzekeringen dezelfde collectieve WAO-gatverzekering kunnen sluiten als de overige overheidswerknemers. 18 Wie zijn er uitgezonderd van de ABP-regeling? Niet iedereen die werkzaam is bij de overheid, bij het bijzonder onderwijs of een zogenoemde B3-instelling verkrijgt de status overheidswerknemer. Zo zijn bij de 26

9 werkingssfeer overheid personen, die bepaalde politieke ambten vervullen, uitgesloten. Ministers, staatssecretarissen, kamerleden, gedeputeerden en wethouders vallen onder de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. Verder zijn bepaalde (groepen van) personen uitgezonderd wegens hun bijzondere arbeidsvoorwaarden of de bijzondere aard van hun werkzaamheden. Deze categorieën zijn opgenomen in een in overleg met het ABP- bestuur genomen ministerieel besluit. 19 Is een wachtgelder/ww-er ook deelnemer in de pensioenvoorziening? De wachtgelder blijft na toekenning van het wachtgeld deelnemer zolang het recht op wachtgeld duurt. Tijdens de wachtgeldperiode wordt de pensioenopbouw voor de helft voortgezet. De wachtgelder kan de andere helft zelf geheel of voor de helft ook voortzetten. De extra premie komt geheel voor zijn rekening. De WW-er kent een opbouw van 3/8 ten laste van de voormalige werkgever en kan op eigen kosten de andere 5/8 geheel of gedeeltelijk bijsparen. 27