rijkswaterstaat stand van zaken ministerie van verkeer en waterstaat riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling
|
|
- Gustaaf Adam
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling institute for inland water management and waste waler treatment WmVmOmvergunningverlening in de land- en tuinbouw stand van zaken )ta nr
2 W.KO.- IN DE LAND- EN TUINBOUW. -STAND VAN ZAKE" G. Niebeek Hoofdafdeling REA april 1991 nota nr RijluwatentaadRIZA Rijksinstituut voor Integml Zoecwrterbehwr en Afvilwaterbehandeling Documentatie Postbus AA Lelystad
3 INHOUDSOPGAVE. Samenvatting. 1. Inleiding. 2. Algemeen waterkwaliteitsbeleid. 2.1 Beleidsuitgangspunten. 2.2 Vermindering van de verontreiniging Emissie-aanpak Waterkwaliteitsaanpak. 2.3 Stand-still beginsel. 2.4 Streefbeelden en Algemene milieukwaliteit. 3. Beleid t.a.v. bestrijdingsmiddelen en nutriënten. 3.1 Beleid t.a.v. bestrijdingsmiddelen. 3.2 Beleid t.a.v. nutriënten. 4. Uitvoering waterkwaliteitsbeleid. 4.1 Stand van zaken. 4.2 Vollegrondsteelt Spoelplaatsen. 4.3 Beschermde teelten. 5. Tot slot Champignonteeltbedrijven Kasteelten. 6. Geraadpleegde literatuur Bijlage I.
4 Samenvatting. In deze notitie wordt aandacht gegeven aan de problematiek met betrekking tot vergunningverlening in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor land- en tuinbouwbedrijven. Vanwege de beperkte reikwijdte van de WVO is deze niet van toepassing op alle emissies naar het oppervlaktewater vanuit de land- en tuinbouw. Voor die situaties waarin de WVO van toepassing is wordt aangegeven hoe aan het beleid t.a.v. lozingen in het algemeen en die van nutriënten en bestrijdingsmiddelen in het bijzonder uitvoering kan worden gegeven. In de bijlage wordt e.e.a. uitgewerkt aan de hand van een viertal voorbeeldsituaties. Onlangs zijn een tweetal CUWO-studies gestart (Glastuinbouw en Bloembollenteelt) waarin het in deze notitie beschreven onderwerp nader zal worden uitgewerkt. Deze notitie moet worden gezien als een inventarisatie op hoofdlijnen.
5 1 1. INLEIDING. In de Derde Nota Waterhuishouding (Derde Nota) is het beleid geschetst voor de periode m.b.t. het landelijke integrale waterbeheer. Hierbij worden tevens de doelstellingen op langere termijn weergegeven. Het beleid t.a.v afvalwaterlozingen zoals is aangegeven in de Derde Nota komt overeen met het beleid, zoals weergegeven in het IMP-water , met dien verstande dat nu voor fosfaat en stikstof de emissie-aanpak moet worden gevolgd. Het realiseren van de doelstellingen van dit beleid voor de stoffen welke vanuit de land- en tuinbouw in het aquatisch milieu terecht komen is niet eenvoudig. In deze notitie wordt geprobeerd daartoe een aanzet te geven, voortbouwend op de aanbevelingen zoals deze in het CUWVO-rapport "Emissie problematiek agrarische bedrijven en bestrijdingsmiddelen" zijn gedaan. 2. ALGEMEEN WATERKWALITEITSBELEID. Om vanuit de huidige toestand (1990) de streefbeelden voor de waterhuishoudkundige systemen te bereiken wordt in de Derde Nota een strategie gegeven. Eén van de punten is het versneld terugdringen van de verontreiniging. 2.1 Beleidsuitgangspunten De beleidsuitgangspunten ten aanzien van lozingen zijn: de vermindering van de Verontreiniging en het stand-still beginsel. 2.2 Vermindering van de verontreiniging Het uitgangspunt, vermindering van de verontreiniging, houdt in dat de verontreiniging, ongeacht de stofsoort die wordt geloosd, zoveel mogelijk wordt beperkt. Voor bedrijven betekent dit dat proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop zoveel mogelijk moeten worden afgestemd. Indien een wezenlijke saneringsinspanning (bijv. het bouwen van een zuiveringsinstallatie) noodzakelijk is, wordt afhankelijk van de stofsoort onderscheid gemaakt tussen een tweetal sporen: de emissie-aanpak en de waterkwaliteitsaanpak Emissie-aanpak De emissie-aanpak houdt in eerste instantie in dat onafhankelijk van de te bereiken waterkwaliteitsdoelstelling een inspanning moet worden geleverd om verontreiniging te voorkomen. Hierbij wordt afhankelijk van de eigenschappen van een stof (zoals toxiciteit, persistentie, carcinogeniteit, bioaccumulatie) onderscheid gemaakt tussen zwarte-lijststoffen (bijv. kwik, cadmium) en de overige stoffen die qua eigenschappen relatief wat minder schadelijk zijn (bijv. koper, zink). Voor zwarte-lijststoffen geldt in beginsel dat de verontreiniging door deze stoffen moet worden beëindigd. Geurobeerd
6 2 moet worden om zo dicht mogelijk bij een nullozing te komen. Sanering aan de bron dient te geschieden door toepassing van de beste bestaande technieken. Mocht na toepassing van deze technieken de restlozing tot onaanvaardbare concentraties in het oppervlaktewater leiden, dan zijn verdergaande maatregelen nodig, hetgeen kan leiden tot een lozingsverbod. Voor de overige stoffen, is een saneringsinspanning vereist door toepassing van de best uitvoerbare technieken. Indien na toepassing van deze technieken de restlozing leidt tot het niet voldoen van de kwaliteit van het oppervlaktewater aan de gestelde waterkwaliteitsdoelstellingen, kunnen evenzo verdergaande maatregelen worden geëist Waterkwaliteitsaanpak De waterkwaliteitsaanpak wordt gevolgd voor relatief onschadelijke verontreinigingen: van nature in het oppervlaktewater voorkomende stoffen met een geringe mate van toxiciteit (zoals chloride en sulfaat). De mate waarin maatregelen ter beperking van de lozingen van deze stoffen moeten worden genomen, is primair afhankelijk van de heersende waterkwaliteit in relatie tot de waterkwaliteitsdoelstellingen. Wordt de waterkwaliteitsdoelstelling overschreden, dan dient te worden bezien welke saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn om wel aan de voor dat water geldende waterkwaliteitsdoelstellingen te voldoen. In situaties waarin de waterkwaliteit in belangrijke mate wordt bepaald door de waterkwaliteit bovenstrooms van de lozing, dan wel door diffuse lozingen kan het strikt hanteren van dit uitgangspunt voor individuele lozingen ter plaatse leiden tot te extreme eisen. De te treffen maatregelen zullen in dergelijke situaties dan ook bezien moeten worden in relatie tot de saneringsmaatregelen die elders noodzakelijk en te voorzien zijn. Dit geldt ook indien verdergaande maatregelen op basis van de emissie-aanpak overwogen worden. 2.3 Stand-still beginsel Evenals voor het uitgangspunt vermindering van de verontreiniging is het stand-still beginsel uitgewerkt voor zwarte-lijststoffen en voor overige stoffen. Het stand-still beginsel voor zwarte-lijststoffen houdt in dat emissies van deze stoffen, gerekend over een bepaald beheersgebied, niet mogen toenemen. Onder het totaal aan lozingen wordt in dit geval verstaan de som van de direkte - en indirekte lozingen. Aan het stand-still beginsel kan overigens voor de zwarte-lijststoffen geen absolute betekenis worden gehecht, daar een dergelijke uitleg in extremo er toe kan leiden dat een nieuwe lozing ook al is deze gezuiverd met de beste bestaande techniek ontoelaatbaar zou zijn. Er is wel een goede argumentatie nodig om van het beginsel af te wijken. Voor de overige stoffen geldt dat de waterkwaliteit niet significant mag verslechteren. De betekenis van het stand-still beginsel voor de overige stoffen is vooral gelegen in de verplichting van de waterkwaliteitsbeheerder om de kwaliteit van het oppervlaktewater dat in zijn beheer is te volgen, eventuele significante verslechteringen op het spoor te komen, te onderzoeken wat daarvan de oorzaken en gevolgen zijn en om
7 3 vervolgens te bezien of een verslechtering al dan niet beïnvloedbaar c.q. aanvaardbaar is. Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt in een toetsing vooraf en achteraf. Ingeval van toekomstige lozingen dient vooraf te worden nagegaan, in hoeverre de lozing de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater zal beïnvloeden. Wordt verwacht dat de waterkwaliteit inderdaad significant achteruit zal gaan, dan wil dit nog niet zeggen dat een dergelijke achteruitgang steeds onacceptabel is; de diverse belangen zullen dan moeten worden afgewogen. Bij een toetsing achteraf wordt een beoordeling gemaakt van de ontwikkeling van de waterkwaliteit over een bepaalde periode. Qua uitwerking komt dit er op neer dat de verandering van de waterkwaliteit voor iedere parameter afzonderlijk moet worden bezien. Ingeval van een gekonstateerde verslechtering van de waterkwaliteit dient de waterkwaliteitsbeheerder onderzoek in te stellen naar de oorzaken hiervan. Op grond van dat onderzoek zal bepaald moeten worden of en zo ja welke stappen moeten worden ondernomen om de toestand te herstellen. 2.4 Streefbeelden en Algemene milieukwaliteit. Voor verschillende waterhuishoudkundige systemen zijn in de Derde Nota streefbeelden aangegeven. Deze streefbeelden zijn richtinggevend voor het beleid, zij omvatten meer dan alleen de kwaliteit van het water (integraal waterbeheer). In land- en tuinbouwgebieden hebben we veelal te maken met relatief kleine opperviaktewateren. Het streefbeeld voor gegraven wateren en in het bijzonder voor sloten is dat sloten helder water bevatten zonder dominantie van kroos, met een grote diversiteit aan flora en fauna. Verder wordt aangegeven dat de mate van natuurlijkheid van de levensgemeenschap in de sloot gedifferentieerd moet zijn, afhankelijk van de aard en intensiteit van het landgebruik in het gebied en het slootbeheer. Voorts wordt aangegeven dat landelijk gezien alle variëteiten van meer naar minder natuurlijk, voorkomen. Voor één individuele landbouwsloot kan men dit streefbeeld moeilijk vertalen naar getalsmatige normdoelstellingen, maar voor een (deel van) een beheersgebied kunnen zij toch aanleiding geven tot maatregelen. Voor het bereiken van de streefbeelden is ondersteuning nodig van andere beleidsterreinen. Dit geldt met name voor het reduceren van de belasting van het oppervlaktewater ten gevolge van het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Het beleid dat hiervoor gevoerd moet worden is onder meer geformuleerd in het kader van de Structuurnota Landbouw (SNL), het Nationaal Milieubeleidsplan Plus (NMP +) en het Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G). Op basis van de maatregelen die in deze nota's zijn voorzien wordt een reductie van de belasting van het oppervlaktewater en het grondwater met nutriënten en bestrijdingsmiddelen in de komende jaren verwacht. De streefbeelden voor de verschillende waterhuishoudkundige systemen zijn vertaald in toetsbare doelstellingen voor het beleid, zoals de algemene milieukwaliteit.
8 4 In de Derde Nota worden de getalswaarden welke behoren bij deze algemene milieukwaliteit (AMK, kwaliteitsdoelstelling 2000) voor water en waterbodem weergegeven. De kwaliteitsdoelstelling 2000 beoogt op grond van de beschikbare ecotoxicologische gegevens een eerste schatting te geven van een minimaal algemeen beschermingsniveau. Dit houdt in dat deze waterkwaliteitsdoelstelling in elk geval moet worden nagestreefd (inspanningsbeginsel). Afhankelijk van de aard en functie van een oppervlaktewater kan ook een bijzondere milieukwaliteit worden vastgesteld, welke (evt. op onderdelen) strenger is dan de algemene milieu kwaliteit. In de Derde Nota wordt overigens aangegeven dat sommige getalswaarden in de planperiode ( ) niet gehaald zullen worden en dat dit met name geldt voor nutriënten en gehalten aan bepaalde bestrijdingsmiddelen in lokale watergangen grenzend aan agrarische percelen, onmiddellijk na de toepassing van de betreffende middelen. 3. BELEID T.A.V. BESTRIJDINGSMIDDELEN EN NUTRIËNTEN. 3.1 Beleid t.a.v. bestrijdingsmiddelen. Bestrijdingsmiddelen worden in de land- en tuinbouw op grote schaal gebruikt ( tot ton per jaar 0.b.v. aktieve stof). Voor organische microverontreinigingen, waaronder bestrijdingsmiddelen, is in de Derde Nota voor 1995 een reductiedoelstelling voor de emissie naar het oppervlaktewater aangegeven van tenminste 50 % en voor een aantal stoffen van 90 % t.o.v In internationaal verband (Derde Noordzeeconferentie) is afgesproken dat voor een aantal geselecteerde verbindingen, waaronder bestrijdingsmiddelen, een reductie in de toevoer via rivieren en estuaria naar de Noordzee van 50 % of meer gerealiseerd dient te worden Van de 132 (potentiële) zwarte lijst-stoffen, welke voorkomen op lijst I van de EG behoren er meer dan 50 tot de categorie bestrijdingsmiddelen. Veel van de overige bestrijdingsmiddelen kunnen gezien hun aard eveneens als zodanig worden aangemerkt. Hiervoor geldt in principe dat in ieder geval de beste bestaande technieken moet worden toegepast om een lozing te saneren. Een probleem hierbij is dat een belangrijk deel van de bestrijdingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw veelal diffuus "geloosd" worden. De WVO biedt op dit moment maar beperkte mogelijkheden om deze emissies te reguleren. De bescherming van het oppervlaktewater tegen deze emissies is momenteel in grote mate afhankelijk van het beleid dat reeds gevoerd wordt of nog moet worden ontwikkeld voor andere milieucompartimenten en/of voor andere beleidsterreinen. In het onlangs verschenen beleidsvoornemen MJP-G wordt aangegeven welke maatregelen getroffen gaan worden om o.a. een reduktie in de emissie van bestrijdingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw naar het oppervlaktewater en grondwater te realiseren. De beleidsstrategie wordt in het MJP-G in drie hoofdlijnen samengevat;
9 vermindering van de afhankelijkheid van chemische gewasbescherming. vermindering van de omvang van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. vermindering van de emissie van chemische bestrijdingsmiddelen naar het milieu. Verder wordt aangegeven dat in aanvulling daarop op basis van de Milieucriterianotitie, door stofgericht beleid in het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet, de vanuit milieu- en arbeidshygiënische overwegingen noodzakelijke sanering van het bestrijdingsmiddelenpakket zal worden gerealiseerd. De emissie van bestrijdingsmiddelen naar het oppervlaktewater is te onderscheiden in een emissie vanuit de vollegrondsteelten en een emissie vanuit de beschermde teelten (o.a. kasteelten). Voor de vollegrondsteelten geldt dat een reduktie van emissies van bestrijdingsmiddelen wordt verwacht door afname van het gebruik en door invoering van maatregelen die verspilling, onzorgvuldig en ondoelmatig gebruik zullen voorkomen. Daarnaast zullen emissie beperkende maatregelen worden getroffen. Voor de kasteelt is het beleid er met name op gericht om over te gaan op substraatteelten met recirculatie van het proceswater. Hierbij zullen "gesloten" systemen verplicht worden. De maatregelen moeten t.o.v. de huidige emissie volgens het MJP-G in 1995 resulteren in een reduktie van de emissie naar het oppervlaktewater voor alle teeltsektoren van meer dan 70 % tot meer dan 90 % in het jaar Voor de beschermde teelten wordt volgens het MJP-G in 1995 een emissie reductieniveau verwacht van ca. 85 %. Voor de emissie naar het grondwater wordt verwacht dat deze in het jaar 2000 nog slechts enkele procenten van de huidige emissie zal bedragen. 3.2 Beleid t.a.v. nutriënten. Voor nutriënten (stikstof en fosfaten) wordt in de Derde Nota gesteld dat ook voor deze stoffen in plaats van de waterkwaliteitsaanpak, de emissie-aanpak geldt, zodat in ieder geval de best uitvoerbare technieken moeten worden toegepast om een lozing te saneren. In internationaal verband is tevens een reductiedoelstelling afgesproken van 50 % van de fosfaat- en stikstofemissies die vanuit de verschillende bronnen het oppervlaktewater belasten per 1995 t.o.v Tevens wordt aangegeven dat het beleid is gericht op het reduceren van de uitspoeling van nutriënten naar grondwater. Evenals voor de bestijdingsmiddelen geldt ook dat nutriënten vanuit de land- en tuinbouw veelal diffuus worden geloosd. Ook hier biedt de WVO beperkte mogelijkheden om de emissie te reguleren en is men in belangrijke mate afhankelijk van het beleid dat reeds gevoerd wordt of nog ontwikkeld moet worden voor andere milieucompartimenten en/of voor andere beleidsterreinen. Hierbij kan b.v. worden gedacht aan maatregelen in het kader van de Wet Bodembescherming (bemestingsnormen). In het volgende hoofdstuk zal worden ingegaan welke mogelijkheden de waterkwaliteitsbeheerder heeft om het in de Derde Nota aangegeven beleid uit te voeren.
10 4. UITVOERING WATERKWALITEITSBELEID Zoals in de inleiding reeds is vermeld, wordt in de Derde Nota het beleid geschetst voor de komende jaren m.b.t. het integrale waterbeheer. Een instrument dat de waterkwaliteitsbeheerder ter beschikking staat om aan dit beleid daadwerkelijk invulling te geven is de vergunningverlening in het kader van de WVO. 6 Ingevolge artikel 1, lid 1 van de WVO geldt een vergunningsplicht voor lozingen via een werk direkt op het oppervlaktewater en indirekte lozingen via een werk voor zover het bij AMvB aangewezen categoriën van inrichtingen betreft. Ook is bij AMvB op basis van art. 1 derde lid WVO bepaald dat het zonder vergunning verboden is om afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook, op andere wijze dan met behulp van een werk in oppervlaktewater te brengen. In het uitvoeringsbesluit bij artikel 1, lid 3 van de WVO wordt onder artikel 2, lid 1 aangegeven dat dit laatste niet van toepassing is op "gedragingen waaromtrent voorschriften zijn gesteld bij of krachtens o.a. de Bestrijdingsmiddelenwet; voor de lozingen via een werk volgens art. 1, lid 1 geldt een dergelijke uitsluiting niet. Bij de uitvoering van de WVO zijn verschillende instanties direkt en indirekt betrokken. Om tegemoet te komen aan de wens van een coördinerend overleg tussen vertegenwoordigers van verschillende bestuurslagen belast met het waterkwaliteitsbeheer is in 1973 de Coördinatiecommissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (CUWVO) ingesteld. De CUWVO heeft tot taak het bevorderen van de nodige eenheid van beleid ten aanzien van onderwerpen die bij de uitvoering van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren door de daarmee belaste overheidsorganen een gelijke benadering vragen. In maart 1988 is door werkgroep VI van de CUWVO een subwerkgroep "Agrarische bedrijven en bestrijdingsmiddelen" ingesteld. In april 1990 is het rapport van de door genoemde subwerkgroep uitgevoerde voorstudie verschenen. In dit rapport worden naast de resultaten van een aantal inventarisaties tevens aanbevelingen gedaan hoe met de problematiek moet worden omgegaan. Teneinde meer grip te krijgen op het gebruik van bestrijdingsmiddelen heeft de waterkwaliteitsbeheerder sinds kort ook een opsporingsbevoegdheid in het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet. Door deze opsporingsbevoegdheid kan samen met de AID het toezicht op het terugdringen van het onzorgvuldig gebruik en de evt. lozing van bestrijdingsmiddelen geïntensiveerd worden.
11 7 4.1 Stand van zaken. Voor bedrijven in de land- en tuinbouw die zijn opgericht vóór de inwerkingtreding van de WVO (1970) geldt dat, voor zover zij direkt d.w.z. via een "werk" lozen op het oppervlaktewater, er sprake is van een historische lozingsvergunning. Voor bedrijven welke zijn opgericht na 1970 of waar de lozingssituatie wezenlijk is veranderd een veelal passieve "gedoogsituatie". Redenen dat nog niet tot vergunningverlening is overgegaan zijn onder meer: - het niet of onvoldoende onderkennen van de omvang van de problema- - - tiek in het verleden. het grote aantal bedrijven dat vergunningplichtig is. voorziene problemen met de formulering van passende voorschriften en de handhaving van de evt. te verstrekken vergunningen. de wijze van lozen (soms indirekte lozing via af- en/of uitspoeling). Het is gewenst om in deze situatie verandering te brengen. De problematiek betreffende emissies van nutriënten en bestrijdingsmiddelen naar het oppervlakte- en grondwater vanuit de land- en tuinbouw kan ruwweg worden verdeeld in emissies vanuit: - de vollegrondsteelt. - de beschermde teelt (kasteelt + champignonteelt). In de gevallen waarin de WVO van toepassing is kunnen achtereenvolgens de volgende afwegingen worden gemaakt. Allereerst moet worden bezien of er door maatregelen aan de bron mogelijkheden zijn om de emissie van nutriënten en bestrijdingsmiddelen te voorkomen of te verminderen. Hierna moet de mogelijkheid worden onderzocht of de resterende afvalwaterstroom gezuiverd kan worden (butbbt). Van de eventueel gezuiverde afvalwaterstroom moet worden beoordeeld of deze geloosd kan worden op het oppervlaktewater. Hierbij speelt ook de aktuele - en de gewenste kwaliteit van, alsmede de functie die aan het oppervlaktewater is toegekend een rol. Bij nieuwe bedrijven, waaronder uitbreidingen van bestaande bedrijven, zal de restlozing, ook al is het afvalwater gezuiverd met de beste bestaande technieken, veelal een verslechtering van de bestaande waterkwaliteit geven. Dit kan leiden tot een (verdergaande) normoverschrijding. Een dergelijke lozing dient in principe te worden vermeden, tenzij er goede argumenten zijn om hiervan af te wijken. Bij deze afweging kunnen onder meer zaken een rol spelen als: betreft het een herinrichting van een bestaand bedrijf. wordt een nieuw bedrijf opgericht vanwege een gedwongen verplaatsing. levert de verplaatsing van het bedrijf voor het gebied in totaliteit een verbetering van de waterkwaliteit op. wordt een nieuw bedrijf opgericht vanwege omschakeling naar een ander soort bedrijf (bv. grasland naar bloembollenteelt). betreft het een tijdelijke of permanente lozing.
12 Tot slot moet worden bepaald welke voorschriften (doel- en/of middelvoorschriften) aan de vergunning moeten worden verbonden en hoe deze in verband met de handhaafbaarheid moeten worden geformuleerd. Hieronder wordt de uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid voor de vollegrondsteelt en de beschermde teelt nader uitgewerkt. 4.2 Vollegrondsteelt. Bij bedrijven met vollegrondsteelt worden voor bestrijdingsmiddelen de volgende emissie-routes onderscheiden: 1. Uitspoeling 5. Afspoeling 2. Overwaaien 6. Verdamping 3. Winderosie 7. Atmosferische depositie 4. Spoelen tanks 8. Spoelen land- of tuinbouwprodukten Voor nutriënten zijn met name de routes 1 en 5 van belang. Bij bedrijven met vollegrondsteelt kan onderscheid worden gemaakt tussen bedrijven waar een drainagesysteem aanwezig is en bedrijven waarbij dit niet het geval is. De eerstgenoemde bedrijven lozen water via een werk op oppervlaktewater en zijn derhalve WVO-plichtig. Hierbij moet wel de vraag gesteld worden of het WVO-spoor gevolgd moet worden. Met name in verband met problemen die kunnen worden verwacht m.b.t. de praktische uitvoerbaarheid van de WVO-vergunningverlening. Teneinde de eenheid in beleid voor de vollegrondsteelten te handhaven gaat de voorkeur uit naar het beperken van de emissies naar oppervlaktewater via maatregelen op andere beleidsterreinen. Een en ander dient wel te worden gestuurd vanuit het waterkwaliteitsbeleid. Een aanzet voor de beperking van de emissie van bestrijdingsmiddelen naar het oppervlaktewater wordt gegeven in het MJP-G. Via de Bestrijdingsmiddelenwet is het mogelijk om bestrijdingsmiddelen die sterk uitspoelen naar grondwater niet (meer) toe te laten. De emissie van nutriënten naar het grondwater wordt beperkt in het kader van de Wet Bodembescherming (bemestingsnormen, aanwijzing van bodem- of grondwaterbeschermingsgebieden). Momenteel zijn voor fosfaat reeds normen beschikbaar. De verwachting is dat in het kader van de Wet Bodembescherming ook normen voor stikstof zullen worden opgesteld. Het bijhouden van een meststoffenboekhouding kan hierbij van nut zijn Spoelplaatsen Spoelen van machines. Om overdracht van ziekten te beperken en zo mogelijk te voorkomen worden land- en tuinbouwmachines regelmatig uitwendig gereinigd. Dit geschiedt veelal op een spoelplaats. Het spoelwater afkomstig van deze spoelplaatsen kan ondermeer verontreinigd zijn met onopgeloste bestanddelen, nutriënten en bestrijdingsmiddelen. In zijn
13 9 algemeenheid zou lozing dienen plaats te vinden na passage van een bezinkinrichting. Er is hiervoor evenwel nog geen landelijk beleid uitgezet. In het geval dat op de spoelplaats ook in- en uitwendige reiniging van spuitmachines plaatsvindt moeten voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat spuitrestanten en spoelwater in het oppervlaktewater terecht komen. Het passeren van alleen een bezinkinrichting is voor dit spoelwater geen adequate saneringsmethode, wel kan het dienen als eerste behandeling voor verdergaande sanering. Momenteel wordt door het IMAG uitgewerkt hoe een spoelplaats voor machines h a inrichting en voorzieningen uitgevoerd moet worden. Tevens vindt onderzoek plaats naar de mogelijkheden voor fysisch-chemische zuivering van het spoelwater en spuitrestanten (Carbo-flo). De resultaten van dit onderzoek zijn positief, maar het is nog niet bekend of de Carbo-flo voor alle sectoren kan worden toegepast. In CUWVO-kader (subwerkgroep bloembollenteelt) wordt bezien of en zo ja onder welke voorwaarden lozing van het effluent eventueel mag plaatsvinden. Zolang adequate sanering van de lozing niet mogelijk is ligt het voor de hand om lozing op oppervlaktewater niet toe te staan. Spoelen van land- en tuinbouwprodukten. Ook bij het spoelen van land- en tuinbouwprodukten komt spoelwater vrij dat mogelijk verontreinigd is met onopgeloste bestanddelen, nutriënten en bestrijdingsmiddelen. In het CUWO-rapport "Emissieproblematiek agrarische bedrijven en bestrijdingsmiddelen" wordt aangegeven dat bij het spoelen van deze produkten zoveel mogelijk gewerkt moet worden met recirculerende systemen. Indien vanwege andere aktiviteiten dan het spoelen van land- en tuinbouwprodukten het bedrijf een WVO-vergunning bezit kan in deze WVO-vergunning worden opgenomen dat lozing van het spoelwater van land- en tuinbouwprodukten op het oppervlaktewater niet wordt toegestaan. Indien het bedrijf geen WVO-vergunning heeft voor andere aktiviteiten, kan van vergunningverlening in het kader van de WVO worden afgezien. 4.3 Beschermde teelten Champignonteeltbedrijven. Door de subwerkgroep Champignonteeltbedrijven van de CUWVO zijn aanbevelingen gedaan t.a.v. lozingen afkomstig van champignonteeltbedrijven. Voor de vergunningverlening wordt verwezen naar het CUWVO-rapport Afvalwaterproblematiek van Champignonteeltbedrijven.
14 Kasteelten. Bij de kasteelten zijn de volgende emissie routes voor bestrijdingsmiddelen te onderscheiden: 1. Uitspoeling via ondergrond 2. Drainagewater afkomstig uit drainagesystemen. 3. Spuiwater van recirculerend proceswater. 4. Condenswater Schoonspuiten kasopstanden en reiniging van het glasdek. Vervluchtiging en ventilatie van de kas. 7. Afloop regenleidingen. 8. Spuit- en spoelwaterrestanten Bij bedrijven waar snijbloemen worden gekweekt kan er tevens een emissie zijn van water dat voorbehandelingsmiddelen bevat. Voor nutriënten zijn met name de routes 1, 2 en 3 van belang. Bij de kasteelten is een aanmerkelijk deel van de belasting van het oppervlaktewater niet diffuus, maar afkomstig van één of meerdere puntlozingen per bedrijf. De WVO is derhalve op deze lozingen van toepassing. De aanpak zoals dat onder 4.1 is weergegeven kan ook hier worden gevolgd. Ook bij de kasteelten kan voor de reductie van de emissie van nutriënten naar het oppervlaktewater worden gedacht aan minimalisering van de bemesting teneinde uitspoeling van nutriënten tegen te gaan. Het bijhouden van een meststoffenboekhouding kan hierbij van nut zijn. Verwacht wordt dat in het kader van de Wet Bodembescherming verdere normstelling voor nutriënten zal plaatsvinden. Om een reductie in de emissie van bestrijdingsmiddelen naar het oppervlaktewater te realiseren zullen in eerste instantie bronmaatregelen moeten worden genomen. Een aanzet hiertoe wordt gegeven in het MJP-G. Hierin staat dat het beleid er op is gericht over te gaan op substraatteelt met recirculatie van het proceswater. "Gesloten -" of emissie arme kassystemen zullen verplicht worden gesteld. Dit laatste zal in de nabije toekomst waarschijnlijk nog niet zijn gerealiseerd. Van een aantal emissies kan nu al worden aangegeven dat een rechtstreekse lozing op het oppervlaktewater naar onze mening niet meer toegestaan behoeft te worden. Dit geldt met name voor: - de afvoer van schrobputjes vanuit ruimten waar bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen, aangemaakt en toegepast, alsook vanuit ruimten waar toepassingsapparatuur voor bestrijdingsmiddelen wordt schoongemaakt. - spui van recirculatiesystemen. - het condenswater. - het van de kas afstromend en door bedrijfsactiviteiten verontreinigd regenwater.
15 11 - het water dat vrijkomt bij het m.b.v. chemische reinigings- en/of ontsmettingsmiddelen uitwendig reinigen van het glasdek of inwendig reinigen van het glasdek en de kasopstanden. Het drainagewater afkomstig uit kassen waar geen recirculatie plaatsvindt zal verzameld moeten worden op bedrijfsniveau. Een vraag die beantwoord moet worden is of het afvalwater, waarin nutriënten en bestrijdingsmiddelen voorkomen, gezuiverd kan worden. In opdracht van het RIZA is recent door Haskoning een literatuurstudie uitgevoerd naar de emissies van nutriënten en mogelijke saneringsmaatregelen voor het drainagewater vanuit de glastuinbouw. Gebleken is dat de emissie van nutriënten jaarlijks gemiddeld zo n 350 kg N/ha en 16 kg P/ha bedraagt bij een gemiddeld volume drainagewater van ca m3/ha. In kwel- en infiltratie gebieden kunnen significante afwijkingen optreden. Overgang naar substraatteeltsystemen levert als zodanig geen beperking van de emissie op. Het kan de emissie zelfs aanzienlijk (faktor 2-3) vergroten tot wel 900 kg N/ha en 30 kg P/ha. Toepassing van recirculatie van drainagewater zorgt wel voor een aanzienlijke reduktie van de emissie. Realisatie van de beleidsuitgangspunten van de Struktuurnota Landbouw zullen in 1995 naar verwachting resulteren in een emissiereduktie van resp. 20 en 30 % voor N en P t.o.v. de huidige situatie. Toepassing van zuiveringstechnieken op bedrijfsniveau zijn vrij kostbaar. Een zuivering op lokaal niveau (30 ha) of regionaal niveau (700 ha) wordt daarentegen haalbaar geacht. Voor de substraatteeltsystemen waar recirculatie van het drainagewater plaatsvindt en voor de zuiveringssituaties waarin er sprake is van concentrering in een kleine restfraktie (bijv. bij hyperfiltratie) is afvoer naar een RWZI een mogelijkheid. Nadere uitwerking van deze opties zal in CUWO-kader plaatsvinden. Het voorschrijven van een adequate saneringsmethode t.a.v. nutriënten is dus vooralsnog niet mogelijk. Naar het zuiveren van bestrijdingsmiddelenhoudend afvalwater (spuit- en spoelwater restanten) wordt momenteel onderzoek gedaan (Carbo-flo). Het onderzoek is nog niet afgerond en het is nog niet duidelijk of deze methode in alle gevallen bruikbaar is. Vanuit het oogpunt van doelmatigheid voor wat betreft zuivering, controle etc. bestaat de voorkeur voor het centraal zuiveren van de afvalwaterstromen boven zuivering op bedrijfsniveau. Hierna zal van de resterende emissies beoordeeld moeten worden of de lozing op oppervlaktewater kan worden toegestaan in relatie tot de kwaliteit en een eventuele speciale functie die aan het oppervlaktewater is gegeven. Tot slot moeten, als tot vergunningverlening wordt overgegaan, de doel- en/of middelvoorschriften welke aan de vergunning moeten worden verbonden worden geformuleerd. Gezien het feit dat nog niet duidelijk is welke zuiveringstechnische maatregelen moeten worden voorgeschreven om het drainagewater te zuiveren is het opnemen van een voorschrift voor deze emissie route vooralsnog niet goed mogelijk. Voor de andere emissie routes (b.v. condenswater, verontreinigd regenwater) kunnen concrete maatregelen (recirculatie, regenwaterbassin + hergebruik als gietwater) worden voorgeschreven. -...
16 . 12 Opgemerkt kan nog worden dat bij een aanvraag van een WVO-vergunning voor een nieuw op te richten glastuinbouwbedrijf in een zo vroeg mogelijk stadium aangegeven moet worden dat de teelt, indien mogelijk, moet worden uitgevoerd op substraat, waarbij recirculatie van het proceswater moet plaatsvinden. In het voorgaande is geprobeerd aan te geven welke mogelijkheden de waterkwaliteitsbeheerder heeft om lozingen vanuit de land- en tuinbouwbedrijven te reguleren. In een bijlage zullen een aantal voorbeelden nader worden uitgewerkt. 5. TOT SLOT. Uit het voorgaande blijkt dat de problematiek m.b.t. vergunningverlening in de landen tuinbouw niet eenvoudig is op te lossen. De WVO is, vanwege de beperkte reikwijdte, niet van toepassing op alle emissies naar het oppervlaktewater afkomstig van bedrijven in de land- en tuinbouw. Voor de reductie van de emissie van bestrijdingsmiddelen zal veel gerealiseerd moeten worden via bronmaatregelen zoals deze o.a. zijn aangegeven in het MJP-G. Indien wordt besloten tot vergunningverlening in het kader van de WVO over te gaan voor die bedrijven met een lozing waarop de WVO van toepassing is, heeft dit tot gevolg dat door een groot aantal bedrijven een WVO vergunning moet worden aangevraagd. Dit zal vooral voor de waterkwaliteitsbeheerders die een grote concentratie land- en tuinbouwbedrijven in hun beheersgebied hebben een grote hoeveelheid werk met zich meebrengen. Hieraan kan enigszins tegemoet worden gekomen door standaardisatie van de in de WVO-vergunning voor deze bedrijfstak op te nemen voorschriften. De verwachting is dat vanaf 1992 de WVO de mogelijkheid biedt om naast individuele vergunningen te gaan werken met Algemene Regels voor categoriën van vergelijkbare bedrijven. De land- en tuinbouw is een categorie van bedrijven waarvoor Algemene Regelgeving een goed instrumentarium zou kunnen zijn. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor het afsluiten van een convenant. Duidelijk is dat dit in de praktijk geen volledig alternatief voor vergunningverlening is, maar een nuttige voorloper van algemene regelgeving. Tot slot kan nog worden vermeld dat er door de CUWVO vervolgstudies uitgevoerd gaan worden naar de emissieproblematiek van agrarische bedrijven en bestrijdingsmiddelen. In één vervolgstudie zal de aandacht zich richten op de glastuinbouw, tenvijl bij de andere studie de aandacht zal zijn gericht op de bloembollenteelt. De in deze notitie beschreven problematiek m.b.t. de vergunningverlening zal bij beide studies zeker aan de orde komen.
17 13 6. GERAADPLEEGDE LITERATUUR Derde Nota Waterhuishouding, Tweede Kamer, vergaderjaar , nrs 1-2 Regeringsbeslissing Derde Nota Waterhuishouding, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr 3. Indicatief Meerjarenprogramma Water , Tweede Kamer, vergaderjaar , nrs Structuurnota Landbouw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Meerjarenplan Gewasbescherming. Beleidsvoomemen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, CUWVO-Rapport Emissieproblematiek agrarische bedrijven en bestrijdingsmiddelen, april Wagemaker, F.H. en H. de Heer. Inventarisatie van de routes en de omvang van de emissie van bestrijdingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw naar het milieu. DBW/RIZA werkdocumentnr.: X, juni Haskoning Koninklijk Ingenieurs- en architektenbureau, Emissiereductie van nutriënten vanuit de glastuinbouw. DBW/RIZA juni CUWVO-Rapport Afvalwaterproblematiek van champignonteeltbedrijven, augustus CUWVO-Rapport Afvalwaterproblematiek van champignonteeltbedrijven; Aanvullende nota, februari Reaktie RIZA op concept-convenant Hoogheemraadschap Delfland en Gewestelijke Raad voor Zuid-Holland van het Landbouwschap. Oktober 1990, Ing. F. Wagemaker.*-. -._._
18 BIJLAGE I. 14 VOORBEELD SITUATIES Vollegrondsteelten. Bedrijf I. - bedrijf met vollegrondsteelt - geen drainage systeem In deze situatie heeft de waterkwaliteitsbeheerder, vanwege het ontbreken van een werk, geen mogelijkheden om via de WVO regulerend op te treden. Reduktie in de emissie dient te worden gerealiseerd door beleid dat in andere kaders wordt gevoerd. Dit beleid is geformuleerd in o.a. het NMP+, de SNL en het MJP-G en omvat o.a. maatregelen die moeten leiden tot een vermindering van het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen, het beperken of verbieden van bestrijdingsmiddelen voor bepaalde toepassingen of het verbieden van toedieningsmethoden. 1.2 Bedrijf bedrijf met vollegrondsteelt - wel drainage systeem De waterkwaliteitsbeheerder kan het drainage systeem beschouwen als een werk en kan in dit geval in beginsel via de WVO regulerend optreden. In hoofdstuk 4.2 is reeds aangegeven dat de voorkeur wordt gegeven aan een aanpak die gelijk is als bij de bedrijven zonder drainagesysteem. Zie hiervoor voorbeeld bedrijf I.
19 Beschermde teelten. Champignonteeltbedrijven. Voor de aanpak van champignonteeltbedrijven wordt verwezen naar het rapport van de CUWVO: Afvalwaterproblematiek van champignonteeltbedrijven, alsmede de hierna verschenen aanvullende nota over het zelfde onderwerp Kasteelten. Bedrijf bedrijf met kasteelt - geen drainage systeem cq. het ontbreken van een werk In dit geval heeft de waterkwaliteitsbeheerder, vanwege het ontbreken van een werk geen mogelijkheden om regulerend op te treden. Reduktie in emissies dient te worden gerealiseerd door beleid dat in andere kaders wordt gevoerd. Dit beleid is geformuleerd in o.a. het NMP+, de SNL en het MJP-G en omvat o.a. maatregelen die moeten leiden tot een vermindering van het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, het beperken of verbieden van gewasbeschermingsmiddelen voor bepaalde toepassingen of het verbieden van toedieningsmethoden. Verder wordt in het MJP-G aangegeven dat er naar wordt gestreefd om over te gaan op substraatteelten en recirculatie van het proceswater Bedrijf IV. - bedrijf met kasteelt - wel drainage systeem cq. het aanwezig zijn van een werk De waterkwaliteitsbeheerder kan het drainage systeem beschouwen als een werk en in dit geval dus via de WVO regulerend optreden. Bij de beoordeling van de emissie naar het oppervlaktewater kan de volgende aanpak worden gevolgd. Ook hier zal allereerst moeten worden gekeken of door aanpassing in de bedrijfsvoering een reduktie in de emissie van nutriënten en bestrijdingsmiddelen naar het oppervlaktewater kan worden gerealiseerd. Er kan hierbij worden gedacht aan het minimaliseren van de bemesting teneinde uitspoeling van nutriënten tegen te gaan. Een meststoffen-boekhouding kan hierbij van nut zijn. Door het laten bijhouden van een bestrijdingsmiddelen-boekhouding kan inzicht worden verkregen in het gebruik van deze middelen. Van een aantal emissies kan nu al worden gezegd dat een rechtstreekse lozing op het omervlaktewater niet meer toenestaan kan worden.
20 16 Dit geldt met name voor: - de afvoer van schrobputjes vanuit ruimten waar bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen, aangemaakt en toegepast, alsook vanuit ruimten waar toepassingsapparatuur voor bestrijdingsmiddelen wordt schoongemaakt. - spui van recirculatiesystemen. - het condenswater. - het van de kas afstromend en door bedrijfsactiviteiten verontreinigd - regenwater. het water dat vrijkomt bij het m.b.v. chemische reinigings- en/of ontsmettingsmiddelen uitwendig reinigen van het glasdek of inwendig reinigen van het glasdek en de kasopstanden. Door de waterkwaliteitsbeheerder moet in een zo vroeg mogelijk stadium aangegeven worden dat er naar gestreefd wordt om voor de kasteelten over te gaan op substraatteelt met recirculatie van het proceswater. Het drainagewater afkomstig uit kassen waar geen recirculatie plaatsvindt zal verzameld moeten worden op bedrijfsniveau. Na het nemen van bronmaatregelen zal het water gezuiverd moeten worden. Momenteel wordt onderzoek uitgevoerd naar de zuivering van bestrijdingsmiddelen houdend afvalwater. Nog niet duidelijk is wat hiervoor de beste methode is. Vanuit het oogpunt van doelmatigheid voor wat betreft zuivering, controle etc. bestaat de voorkeur voor het centraal zuiveren van de afvalwaterstromen boven zuivering op bedrijfsniveau. Het voorschrijven van een zuiveringsmethode op bedrijfsniveau t.b.v. de reduktie van de emissie van nutriënten vanuit de glastuinbouw is momenteel ook nog niet mogelijk. Onderzoek zal moeten worden uitgevoerd om op dit punt een antwoord te kunnen geven. Vervolgens zal beoordeeld moeten worden of de lozing van het drainagewater op het oppervlaktewater in relatie tot de kwaliteit en een evt. specifieke functie hiervan kan worden toegestaan. Bij deze afweging kunnen een aantal zaken een rol spelen (zie hfst 4.1) Als tot WVO-vergunning verlening wordt overgegaan kunnen aan de vergunning middel- en/of doelvoorschriften worden verbonden om de emissie van verontreinigingen naar het oppervlaktewater te reduceren. Hierbij valt te denken aan een voorschrift dat: - de rechtstreekse lozing van het spoelwater afkomstig van het spoelen van land- en tuinbouwprodukten op het oppervlaktewater verbiedt. - de vergunninghouder verplicht een bestrijdingsmiddelenboekhouding bij te houden. - de rechtstreekse afwatering op oppervlaktewater verbiedt van schrobputten in de bedrijfsruimten waar bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen, aangemaakt en toegepast danwel waar toepassingsapparatuur voor bestrijdingsmiddelen wordt gereinigd.
21 17 - de rechtstreekse lozing op oppervlaktewater van het door bedrijfsaktiviteiten verontreinigde regenwater verbiedt. - de rechtstreekse afvoer van condenswater vanuit kassen naar oppervlaktewater verbiedt. - de rechtstreekse afvoer van een evt. spuistroom van recirculerende substraatteeltsystemen verbiedt. - de rechtstreekse lozing van voorbehandelingsmiddelen voor snijbloemen verbiedt. - meting en bemonstering van de afvalwaterstromen mogelijk maakt. Bij nieuw op te richten bedrijven in de glastuinbouw moet aangegeven worden dat, indien mogelijk, de teelt op substraat met recirculatie van het proceswater moet worden uitgevoerd.
Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen.
Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Aan: Van: Bibliotheek S.v.p.../.. keer kopieeren (^KELZIJDIG^Dt^ELZIJPTG VpQrkant/achterkant orfdlkz (W> papier daai-ria^nde-te^)/
Nadere informatieOntwerp Watervergunning
Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen
Nadere informatieRegelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd
Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieBeschikking. ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten d.d.28 november 2005 (nummer 84849)
Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten d.d.28 november 2005 (nummer 84849) Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E] waterschap@veluwe.nl
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Algemene regels en maatwerkbeschikking voor de lozingssituatie van: VOF Hoekstra Lozingsadres: Lisdoddeweg 61 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus
Nadere informatieSamenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit
Nadere informatiesectorplan 27 Industrieel afvalwater
sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen
Nadere informatieWatervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:
Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van
Nadere informatieBesluit lozing afvalwater huishoudens
Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: G.J., G. en R. Luimes Lozingsadres: Bomenweg 20 Emmeloord Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE
Nadere informatieBesluit lozing afvalwater huishoudens
Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: C. Straver Lozingsadres: Ketelweg 34 Dronten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon:
Nadere informatieMeldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw
Meldingsformulier Activiteitenbesluit glastuinbouw Lees voor het invullen eerst de toelichting. Toelichting Per 1 nuar1 2013 is het Activiteitenbesluit voor agrarische activiteiten in werking getreden.
Nadere informatieBesluit lozing afvalwater huishoudens
Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: W.R. Bouma Lozingsadres: Luttelgeesterweg 21 Luttelgeest Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE
Nadere informatieBeleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven
Beleidslijn toezicht en handhaving Wassen van machines op agrarische bedrijven Samenwerking Noordoostelijke waterschappen Eenheid Techniek en Diensten Team agrarisch VTH Roel Koekoek Henk Langeler Renske
Nadere informatieBesluit lozing afvalwater huishoudens
Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: «Naam_SD» Lozingsadres: «Straat» «HuisNrLt» «Woonplaats1» Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB2492
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieMeldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907
Meldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907 Sinds 1 november 1994 is het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw van kracht voor lozingen afkomstig van glastuinbouwbedrijven, op het
Nadere informatieFrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet
Ontwerpbeschikking FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen Veranderingsvergunning (nr. 14-02) op grond van de Waterwet FrieslandCampina Domo Beilen, veranderingsverg. nr. 14-02 Inhoud 1. Aanhef...
Nadere informatieRWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Mts. Bavar lozingsadres: Hopweg 46 Rutten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures
Nadere informatieInhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)
Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) 1. Enkele uitgangspunten 2. Criteria probleemstoffen 3. Belangrijkste sectoren en hun probleemstoffen 4. Drie-deling in aanpak
Nadere informatieDeze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries.
VW Regeling meldingen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Regeling houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot gegevens, die bij een melding van voorgenomen agrarische activiteiten
Nadere informatieFiguur 1 Zuiveringsinstallatie
Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf
Nadere informatieWeigeren Watervergunning HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST. Besluit
Groningen, 10 juli 2018 Nummer Z/18/014985 Weigeren Watervergunning HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST Besluit Het verzoek om een watervergunning te verlenen voor het gebruik en verlies
Nadere informatieISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,
ISG De heer P. Carton Oostpolder 4 9979 XT EEMSHAVEN Uw brief van: 2 maart 2016 Groningen, 29 maart 2016 Uw kenmerk: PC 001 Ons kenmerk: Z/16/000375/1 Behandeld door: I.F. (Iris) Nijhof Bijlage(n): - Onderwerp:
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Van Gelder Elburg BV lozingsadres: Voorsterweg 31 Marknesse Waterschap Zuiderzeeland
Nadere informatieBesluit lozen buiten inrichtingen
Besluit lozen buiten inrichtingen Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Waterschap Zuiderzeeland lozingsadres: Karel Doormanweg ter hoogte van de Johannes
Nadere informatieBesluit lozing afvalwater huishoudens
Besluit lozing afvalwater huishoudens Algemene regel en beschikking met maatwerkvoorschriften voor de lozingssituatie van: D.H. van den Hul Lozingsadres: Mosselweg 15 Biddinghuizen Waterschap Zuiderzeeland
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Tennet TSO BV lozingsadres: Ramsweg 8A Ens Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures
Nadere informatieVergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011
Vergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011 Energie Totaal Projecten BV adres van handeling: Esplanade 10 Almere Waterschap Zuiderzeeland Team
Nadere informatieBesluit lozen buiten inrichtingen
Besluit lozen buiten inrichtingen Maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing van Knipscheer Infrastructuur BV lozingsadres: De Gilden Dronten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures
Nadere informatieDe volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:
Bijlage bij oefeningen agrarische lozingen. De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Riolering: Lozen in vuilwaterriool: toegestaan,
Nadere informatieRWS-2017/25854 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van koelwater op het Beerkanaal waaraan in beperkte mate hulpstoffen worden toegevoegd. Zaaknummer
Nadere informatieONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z
Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:
Nadere informatieNetwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017
Het verbeteren van de waterkwaliteit; de rol van de landbouw Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Broos Water BV Als praktijkgericht kennis- en adviesbureau werken wij aan
Nadere informatieBesluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ
Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ2016-00017552 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing aanvraag
Nadere informatieHandvatten voor terugbrengen emissie gewasbeschermingsmiddelen
Glastuinbouw Waterproof - Kennisdag Water 3 juni, Wageningen UR Glastuinbouw Bleiswijk Presentaties van discussiebijeenkomst Watermanagement en bedrijfsuitrusting 1. Handvatten voor terugbrengen emissie
Nadere informatieVergunning op grond van de Waterwet
Vergunning op grond van de Waterwet Van der Valk Hotel Almere BV adres van handeling: Veluwezoom 45 Almere Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274
Nadere informatieDoelmatigheid hergebruik drainagewater en maatwerk gietwatervoorziening
Doelmatigheid hergebruik drainagewater en maatwerk gietwatervoorziening Versie: 11-09-2014 INLEIDING Op grond van artikelen 3.66 en 3.71 van het Activiteitenbesluit kan bij substraatteelten respectievelijk
Nadere informatieWaterdagen april, Moerkappele 20 april, Made 26 april, Burgerveen 28 april, Beek en Donk 11 mei, Maasdijk
Waterdagen 2016 14 april, Moerkappele 20 april, Made 26 april, Burgerveen 28 april, Beek en Donk 11 mei, Maasdijk Waterdagen 2016 Mede mogelijk gemaakt door: Aan de slag met de zuiveringsplicht Webversie
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften: Zwaneveld Lozingsadres: Kubbeweg 24 Biddinghuizen Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon:
Nadere informatiecoördinatiecommissie uitvoering wet verontreiniging oppervlaktewateren cuwvo
coördinatiecommissie uitvoering wet verontreiniging oppervlaktewateren cuwvo - afvalwaterproblematiek glastuinbouw tussenrapportage Overzicht CUWVO VI-rapporten Door CUWVO VI zijn reeds eerder rapporten
Nadere informatieHet dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.
Gedoogbeschikking Nummer HAS2013_4258 Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Aanvraag Op 1 november 2013 heeft
Nadere informatieDuurzaam omgaan met Water. Margreet Schoenmakers Programmamanager/ innovatiespecialist Water
Duurzaam omgaan met Water Margreet Schoenmakers Programmamanager/ innovatiespecialist Water Programma Water - Eisen omgeving/wetgeving - Hoe nu verder? Rol bedrijf en sector - Onderzoeksprogramma water
Nadere informatieWaterzuivering glastuinbouw
Waterzuivering glastuinbouw 17 oktober 2017 Informatiebijeenkomst Zuiveringsplicht 'kleinere bedrijven' Programma Opening (Aad Vernooy en Ruud van Velzen) Zuiveringsplicht & stappenplan (Daan van Empel)
Nadere informatieHet dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove.
Gedoogbeschikking Nummer: Z/16/000383 Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove. Aanvraag Op 2 maart
Nadere informatieNieuwe stoffen, nieuwe wetten?
Nieuwe stoffen, nieuwe wetten? Ontwikkelingen lozingsbeleid industrie Roy Tummers, 6 april 2017 Kommer en kwel? PBL: waterkwaliteit sinds 1980 significant verbeterd Kwaliteit oppervlaktewater voldoende
Nadere informatieStroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens
Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn
Nadere informatieRWS-2017/34489 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor Evides N.V., Dolfijnweg 21 te Rotterdam, voor het lozen van ketelspuiwater waaraan chemicaliën
Nadere informatieBijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en
Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat
Nadere informatieDe Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems
De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet
Nadere informatieDe vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.
Watervergunning waterschapscheldestromen Datum Documentnummer Case nr. 2016005620 WV116.0080 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 2 februari 2016 een aanvraag ontvangen
Nadere informatie32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
32627 (Glas)tuinbouw 27858 Gewasbeschermingsbeleid Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Mede
Nadere informatieVraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatiePakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen
Pakket van maatregelen emissiereductie gewasbescherming open teelten: acties algemeen Communicatie 2018 georganiseerd bopstellen communicatieplan (éénduidige boodschap, kennisoverdracht incl onderwijs
Nadere informatieHet verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Rozenburg, voor het lozen van totaal fosfor op de Nieuwe Waterweg. Zaaknummer RWSZ2016-00019680
Nadere informatieAfwegingen bij Afvalwaterzuivering
Afwegingen bij Afvalwaterzuivering Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu De uitgangspunten voor de bescherming van het milieu tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater zijn
Nadere informatieDe vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.
Watervergunning waterschapscheldestromen Datum Documentnummer Case nr. 14 juni 2016 2016021081 WV116.0080 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 2 februari 2016 een aanvraag
Nadere informatieWatervergunning II. De aanvraag met bijlagen deel uit te laten maken van de vergunning; : WV
Watervergunning Datum : 27 februari 2014 Documentnummer : 2014002204 Case nr. : WV113.0765 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 20 december 2013 een aanvraag ontvangen
Nadere informatieBeleidsregels Wvo gedragslijn lozing bronneringswater
CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271460_1 9 februari 2016 Beleidsregels Wvo gedragslijn lozing bronneringswater Hoofdstuk 1 Inleiding Op grond van nationale verplichtingen en
Nadere informatie(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984
17. 3. 84 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 74/49 II (Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden
Nadere informatieBP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ
Onderwerp BP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ2016-00019879 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Toetsing
Nadere informatieNummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;
Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP Definitieve wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Beschikkende op de aanvraag van Wematech Milieu Adviseurs B.V. namens Brabant Water
Nadere informatieVOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm
VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV
Nadere informatieAntwoorden oefeningen agrarische lozingen
Antwoorden oefeningen agrarische lozingen 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of de genoemde lozingsroute is
Nadere informatieWatervergunning. Inhoudsopgave
Watervergunning Datum: Veendam, 3 december 2018 Nummer: HAS2018_11359 Onderwerp: Loonbedrijf Noordenbos C.V. te Overschild; vergunning op grond van de Waterwet voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam.
Nadere informatieOverzicht regelgeving. Emissieloos Telen:oplossing voor zuiveringsplicht? - Aantal installaties nu goedgekeurd door BZG. - Aantal in pijplijn
Emissieloos Telen:oplossing voor zuiveringsplicht? Ellen Beerling & Erik van Os, Jim van Ruijven, Jan Janse, Chris Blok, Romain Leyh Overzicht regelgeving 2013 Emissienorm stikstof fase 1 2014 Zuiveringstechniek
Nadere informatieWerkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]
Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van
Nadere informatie6.1 Regels specifiek voor teelt onder glas
6.1 Regels specifiek voor teelt onder glas De regels voor lozen ten gevolge van de teelt onder een permanente opslag van glas of kunststof (glastuinbouw) bouwen voort op de regels die sinds 1994 golden
Nadere informatieOntwerp Watervergunning
Ontwerp Watervergunning Datum : 27 mei 2015 Documentnummer : 2015016403 Case nr. : WV115.0282 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 15 april 2015 een aanvraag ontvangen
Nadere informatieMelding Activiteitenbesluit. Substraatteelt buiten
Melding Activiteitenbesluit Substraatteelt buiten Om welke bedrijven gaat het? Alle bedrijven met een nieuw aan te leggen of uit te breiden substraatteelt buiten (containervelden, aardbeitrayvelden, stellingenteelt
Nadere informatieMeldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij
Let op: lees voor het invullen eerst de toelichting. Sinds 1 maart 2000 is het Lozingenbesluit van kracht geworden voor lozingen in het oppervlaktewater afkomstig van agrarische activiteiten. Naar aanleiding
Nadere informatieWelkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar
Welkom bij LTO afdeling Oldambt Presentatie door: Marja Nauta Wim Verhaar 1 Totaal gebied Deel gebied 2 Gegevens waterkwaliteit meetnet Oldambt. Overschrijdingen GBM hele gebied 3 Overschrijding GBM per
Nadere informatieWaterevent Waterkwaliteit en GBM
Waterevent Waterkwaliteit en GBM 5 oktober 2017 Guus Meis, beleidsspecialist Water & Omgeving Aanleiding 2015 Waterkwaliteit is nog onvoldoende door normoverschrijdingen Maatschappelijke discussie Tweede
Nadere informatieVragen & Antwoorden over bodemverontreiniging
Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Hieronder staan veel gestelde vragen en antwoorden over bodemverontreiniging en spoedlocaties. Het gaat om algemene vragen en vragen over de specifieke Rotterdamse
Nadere informatieVragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad
Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad Water is een kostbaar goed en vormt één van de basisbehoeften in onze maatschappij. Wereldwijd wordt water steeds schaarser.
Nadere informatieActiviteitenbesluit milieubeheer
Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Waterschap Zuiderzeeland lozingsadres: Lindelaan 20 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland
Nadere informatieWatervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154
Watervergunning Voor het aanpassen van de waterhuishouding t.b.v. de uitbreiding van de carpoolvoorziening op de locatie Streektransferium Linielanding te Nieuwegein Datum 15 mei 2017 Zaaknummer 11154
Nadere informatiestortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER
stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET
Nadere informatieWestland/Oostland, samen op weg naar de emissieloze kas in 2027
Westland/Oostland, samen op weg naar de emissieloze kas in 2027 Afsprakenkader waterkwaliteit en glastuinbouw Context afsprakenkader Het doel van dit afsprakenkader is: het op een zo efficiënt mogelijke
Nadere informatieWatervergunning. Inhoudsopgave
Watervergunning Datum: Veendam, 6 september 2018 Nummer: HAS2018_10545 Onderwerp: 220kV transformatorstation Weiwerd; wijzigingsvergunning op grond van de Waterwet voor het lozen van mogelijk hemelwater
Nadere informatieReport 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.
Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 37 Besluit van 23 januari 1995, houdende regelen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Besluit milieutoelatingseisen
Nadere informatie0 9 FEB. 2015. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu beschikking Onderwerp 0 9 FEB. 2015 RWS-2015/4402 T Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet
Nadere informatiei\an: Repro Van: Bibliotheek S.v.p. -A. keer kopieeren ENKELZIJDIG T^BUBBELZIJ IG Voorkant/achterkant op (pik,^ WIT / papier daarna NfETJ^/ INBINDEN
ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat Mogelijkheden voor zilverterugwinning bij ziekenhuizen Beleid en implementatie riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling
Nadere informatieBesluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)
(Tekst geldend op: 06-01-2010) Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE
ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1
Nadere informatieOntwerp-besluit. Nummer: 07-17
Ontwerp-besluit Nummer: 07-17 LOZINGSVERGUNNING, OP GROND VAN DE WET VERONTREINIGING OPPERVLAKTEWATEREN, VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP REEST EN WIEDEN AAN LOOMET SMELTERIJ BV TE HOOGEVEEN
Nadere informatieGegevens te verstrekken bij een aanvraag tot het verlenen van een Wvo-vergunning
Bezoekadres Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel Telefoon (0344) 64 90 90 Fax (0344) 64 90 99 E-mail info@wsrl.nl Internet www.waterschaprivierenland.nl Bank 63.67.57.269 Gegevens
Nadere informatie14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN
1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn
Nadere informatieWatervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570
Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen
Nadere informatie6. Het bedrijf valt onder de type C inrichtingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Gelet hierop is het bedrijf vergunningsplichtig.
Nummer : ** Barcode : ** Wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta; beschikkende op de wijzigingsaanvraag van Rijksvastgoedbedrijf, Postbus 16169, 2500 BD te s-gravenhage
Nadere informatieWatervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584
Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer
Nadere informatieOntwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23603 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 18juli 1994 In het voorstel
Nadere informatieSchakel Activiteitenbesluit in beweging
Schakel Activiteitenbesluit in beweging Oefeningen agrarische lozingen. 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;
Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen
Nadere informatieRWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.
Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van Archer Daniëls Midland B.V. Zaaknummer RWSV2016-00012124 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit
Nadere informatie2 3 FEB, 2075. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking Nummer Onderwerp 2 3 FEB, 2075 Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid van het Besluit lozen buiten
Nadere informatie