Scorecard Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria

Transcriptie

1 Scorecard Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria Datum 15 augustus 2017 SCORECARD Opgesteld door Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria (GFATM) Directie Sociale Ontwikkeling Redacteuren: Hanke Nubé & Evelien Boersma Afgestemd met PV Genève

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting Institutionele aspecten en functioneren Beleidsrelevantie Inleiding Algemene achtergrond Doelstelling en toegevoegde waarde Organisatie, werkwijze en activiteiten Nederlandse rol en invloed Financiële omvang en bijdragen Institutionele aspecten en functioneren van de organisatie Strategie en verantwoording Resultaatgerichtheid en transparantie Partnerschappen en samenwerking Operationeel management Beleidsevaluatie Human Resource Management Financiële stabiliteit Kostenreductie Corruptiebestrijding Relevantie van de organisatie Relevantie voor Nederlandse BHOS-prioriteiten Overige relevantie Page 2 of 20

3 1 Samenvatting 1.1 Institutionele aspecten en functioneren Het Global Fund heeft een helder mandaat en speelt een belangrijke rol in het behalen van de gezondheid gerelateerde SDG s. De nieuwe strategie ( ), waarin beleidsprioriteiten helder zijn geformuleerd, sluit hierbij aan. Bestuurs- en beheersorganen, het evaluatiesysteem, het financieel beheer en corruptiebestrijding zijn goed opgezet. Het Global Fund is een lerende en vernieuwende organisatie, wat onder andere blijkt uit het toepassen van bevindingen uit evaluaties. De organisatie is een bijzonder wereldwijd partnerschap en werkt nauw samen met multilaterale en bilaterale instellingen, overheden, NGO s, private sector en de doelgroep. Institutionele aspecten en functioneren Score Verandering Strategie en verantwoording 4 Resultaatgerichtheid en transparantie 4 Partnerschappen en samenwerking 4 Operationeel management 3 Beleidsevaluatie 4 Human Resource Management 4 Financiële stabiliteit 4 Kostenreductie 3 Corruptiebestrijding 3 Beoordeling: Onvoldoende = 1, Matig = 2, Voldoende = 3, Goed = 4 Verandering sinds 2015: Neutraal =, Positief =, Negatief = 1.2 Beleidsrelevantie Het Global Fund is een effectieve organisatie die volledig aansluit bij het speerpunt SRGR, met name de strijd tegen hiv/aids. Het fonds is ook van belang voor gendergelijkheid en het behalen van de gezondheidsgerelateerde SDG s en in mindere mate voor vrede en veiligheid, humanitaire hulp en voedselzekerheid. Het Global Fund is gebaseerd op mensenrechten, met name het recht op gezondheid, ook voor gemarginaliseerde groepen als LHBT, sekswerkers en drugsgebruikers. Vanwege toenemende globalisering is bestrijding van aids, TB en malaria relevant voor iedereen overal ter wereld. Met gerichte actie kan onder andere de hiv/aidsepidemie in 2030 worden uitgebannen. Uitvoerend Coördinerend Normatief Relevantie voor de Nederlandse BHOS-prioriteiten SRGR 4 4 Gendergelijkheid 4 4 Overige relevantie De handhaving van Internationale Publieke Goederen (IPG s) Inclusief gezondheidsbeleid Beoordeling: Onvoldoende = 1, Matig = 2, Voldoende = 3, Goed = 4 Page 3 of 20

4 2 Inleiding Scorecards worden opgesteld om het functioneren en de beleidsrelevantie van multilaterale organisaties in kaart te brengen. De Nederlandse inzet in multilaterale organisaties wordt geconcentreerd op organisaties die effectief zijn en die relevant zijn voor het Nederlandse beleid, of een sleutelrol vervullen binnen de multilaterale architectuur als systeemorganisatie. Dit vraagt om zorgvuldige en regelmatige toetsing. Het streven is om scorecards op te stellen voor de VN Fondsen en Programma s, de Internationale Financiële Instellingen (IFI s), de voor Nederlands beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) relevante gespecialiseerde VN-organisaties en kantoren, en de majeure wereldwijde fondsen; multilaterale organisaties waaraan Nederland een substantiële ODA-bijdrage levert. De relevantie wordt primair getoetst aan het Nederlandse BHOS-beleid en de bredere betekenis van multilaterale instellingen voor andere aspecten van Nederlands beleid wordt waar relevant meegenomen. Elke scorecard geeft een overzicht van de doelstellingen, het mandaat en de kernkwaliteiten van de betreffende internationale instelling, van de wijze waarop de organisatie is ingericht en welke activiteiten ze uitvoert, van de financiële omvang en de Nederlandse bijdragen. Op basis van een analyse van de verschillende deelaspecten wordt een appreciatie gegeven van de organisatorische effectiviteit en van de relevantie voor de Nederlandse beleidsdoelstellingen. Er wordt een appreciatie gegeven van de mate waarin organisaties voor het Nederlandse BHOSbeleid relevante resultaten behalen. Deelaspecten van effectiviteit worden beoordeeld op basis van specifieke criteria en gescoord op een vierpuntsschaal van onvoldoende, matig, voldoende en uitstekend. Daarnaast wordt aangegeven of de organisatie een positieve, een negatieve of een neutrale ontwikkeling heeft doorgemaakt sinds de scorecard Beleidsmatige relevantie en impact (resultaten) worden aangeduid met de kwalificaties relevant, beperkt relevant en niet relevant. Een samenvatting van al deze scores is te vinden in de tabellen in hoofdstuk 5. De scorecards zijn samengesteld op basis van rapportages van de organisatie zelf, van de Board of Auditors, interne en externe evaluaties, beoordelingen door andere donoren en van het Multilateral Organisations Performance Assessment Network (MOPAN). 1 Daarnaast wordt om de input gevraagd van betrokken vakdepartementen, de Permanente Vertegenwoordigingen en Kiesgroepkantoren. Ook informatie van ambassades over het functioneren van landenkantoren van multilaterale instellingen zijn in de scorecard verwerkt. De scorecards worden iedere twee jaar geactualiseerd. 1 Binnen MOPAN evalueert Nederland samen met 18 gelijkgezinde landen het functioneren van VN organisaties en Internationale Financiële Instellingen. Vanaf 2015 worden, per keer, in een tweejaarlijkse cyclus, ongeveer 13 organisaties doorgelicht op organisatorisch functioneren en ontwikkelingseffectiviteit. Page 4 of 20

5 3 Algemene achtergrond 3.1 Doelstelling en toegevoegde waarde Het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria (Global Fund) is een multilateraal financieringsinstrument dat in 2002 is opgericht om een substantiële bijdrage te leveren aan het beëindigen van hiv/aids, tuberculose (tbc) en malaria als epidemieën. Om een bredere gezondheidsimpact te realiseren heeft het fonds een sterke focus op versterking van gezondheidssystemen en lokale en nationale belangengroepen. De meerwaarde van het Global Fund is dat het bijdraagt aan de verbetering van nationale en mondiale gezondheidssystemen en van de mensenrechten van vrouwen en risicogroepen als LHBT 2, sekswerkers en drugsgebruikers. Het Global Fund is tot nu toe zeer succesvol gebleken. Dit wordt bevestigd in het MOPAN-rapport en het Britse Multilateral Development Review waarin het Global Fund als een van de drie best presterende en meest effectieve ontwikkelingsorganisaties wereldwijd wordt beschouwd (samen met GAVI en de Wereldbank). Het mobiliseert en investeert bijna USD 4 miljard per jaar in de ondersteuning van programma s die door lokale experts worden gerund, heeft een aanmerkelijke impact op de drie ziekten en is in staat de kostprijs van gezondheidsmiddelen te reduceren en daarmee besparingen op te leveren. Sinds de oprichting heeft het Global Fund bijgedragen aan het redden van ruim 20 miljoen levens. Tussen 2012 en 2015 heeft het bijna 150 miljoen nieuwe hiv, tbc en malaria infecties weten te voorkomen. Het Global Fund is s werelds grootste financier van hiv/aids, tbc en malaria programma s. Van alle internationale financiering voor aidsbestrijding is 21% afkomstig van het Global Fund. Voor malaria is dit 51% en voor tbc zelfs 82%. Daarmee is het Global Fund veruit de belangrijkste financier om deze ziekten te bestrijden. Het Global Fund is een belangrijke partner voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG s). De organisatie draagt met name bij aan SDG 3: de realisatie van gezond leven en het bevorderen van het welzijn van iedereen op alle leeftijden. Volgens het meest recente MOPAN-rapport is het Global Fund gebaseerd op de richtlijnen die door gespecialiseerde VN-agentschappen zoals de World Health Organization (WHO) en de Global Alliance for Vaccines and Immunisation (Gavi) zijn ontwikkeld om de naleving van internationale normen en standaarden te garanderen. 3.2 Organisatie, werkwijze en activiteiten Het Global Fund is een zelfstandige organisatie, gevestigd in Genève, met ongeveer 700 werknemers. De organisatie is een bijzonder wereldwijd partnerschap van multilaterale en bilaterale instellingen, particuliere fondsen, overheden, NGO s, bedrijven en de doelgroep. Het fonds is bovenal een financieringsinstrument, geen uitvoerende organisatie en heeft geen vertegenwoordiging op landenniveau. Het fonds speelt wel een coördinerende rol door op landenniveau verschillende actoren bij elkaar te brengen. Het fonds is een voorloper op het terrein van innovatieve financiering met instrumenten als Debt2Health en de Dow Jones Global Fund 50 Index. 3 Daarnaast 2 Lesbiennes, homoseksuelen, transgenders en biseksuelen 3 Zie voor meer informatie: Page 5 of 20

6 werkt het aan de ontwikkeling van een online e-marktplaats waar vraag en aanbod van gezondheidsproducten en diensten samenkomen. 4 Het bestuur is het hoogste besluitvormingsorgaan. Het telt 20 zetels met stemrecht; 10 worden bezet door donoren (8 door donorlanden,1 door private stichtingen en 1 door de private sector) en 10 door subsidie-ontvangende landen en groepen (7 door ontvangende landen, 1 door NGO s uit ontvangende landen, 1 door NGO s uit de donorlanden en 1 door vertegenwoordigers van groepen die leven met hiv, tbc en malaria). Daarnaast zijn er 6 ambtshalve zetels zonder stemrecht voor WHO, UNAIDS, Wereldbank, partnerorganisaties, Zwitserland (gastland) en de Uitvoerend Directeur van het Global Fund. De verdeling van de bestuurszetels onder de donoren is gebaseerd op hun financiële bijdrage aan het Global Fund, waardoor grote donoren als de VS en Frankrijk een eigen zetel bezetten. Andere donoren, waaronder Nederland, worden vertegenwoordigd in kiesgroepen. Het bestuur bepaalt de strategie en stuurt de organisatie aan. Daarnaast neemt het besluiten over toe- of afwijzingen van financiering. Het bestuur kent drie comités die consensusaanbevelingen voorbereiden voor besluitvorming: de Audit and Finance Committee, de Strategy Committee en de Ethics and Governance Committee. De Coordinating Group, bestaande uit de voorzitters en vicevoorzitters van het bestuur en de 3 comités, faciliteert de samenwerking tussen het bestuur en de comités. Het secretariaat is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en staat onder leiding van de Uitvoerend Directeur. De werkzaamheden van het secretariaat bestaan onder meer uit het beoordelen van aanvragen en het afsluiten van overeenkomsten, conform de besluiten van het bestuur. De Amerikaan Mark Dybul, voormalig hoofd van het President s Emergency Plan for AIDS Relief (PEPFAR), is Uitvoerend Directeur sinds 2013 en zal in 2017 worden opgevolgd. Op landenniveau is het Country Coordinating Mechanism (CCM) verantwoordelijk voor de formulering en uitvoering van voorstellen aan het Global Fund. Een CCM bestaat uit vertegenwoordigers van overheden, multilaterale en bilaterale donoren, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen, bedrijfsleven en belangengroepen van mensen die met (een van) de drie ziekten leven. Voorstellen worden beoordeeld door het Technical Review Panel, een onafhankelijke adviesgroep die advies uitbrengt aan het bestuur. Het bestuur beslist over wel of niet financieren op basis van dit advies en de beschikbare middelen. Na goedkeuring van een landenvoorstel door het bestuur wordt het beheer belegd bij een of meer door de CCM aangewezen Principal Recipients (PR) die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering op landenniveau. Het huidige financieringsmodel legt meer dan voorheen het initiatief bij ontvangende landen, stelt nationale gezondheidsprogramma s centraal, volgt de planningscyclus van de landen zelf en hanteert eenvoudiger richtlijnen voor het indienen van voorstellen en toewijzen van middelen (MOPAN 2017; DFID, 2016). In april 2016 heeft het bestuur de strategie voor goedgekeurd. Prioriteiten in de nieuwe strategie zijn onder andere het verwijderen van barrières die toegang tot diensten met name voor risicogroepen belemmeren, het bevorderen van gender gelijkheid en het versterken van gezondheidssystemen. Rond de 40% van Global Fund investeringen is op dit laatste gericht. Ook is er een grotere focus op landen met de hoogste ziektelast en het laagste Bruto Binnenlands Product en op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. De sterke focus van het fonds op de armste landen leidt wel tot zorgen bij sommige betrokkenen, waaronder 4 Zie voor meer informatie: Page 6 of 20

7 Nederland, dat daardoor onvoldoende aandacht zal zijn voor de middeninkomenslanden (MIC s) waar hiv-infecties, met name onder risicogroepen, toenemen. Verder is er voor het eerst specifiek beleid voor fragiele staten en regio s (challenging operating environments) en zijn seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor het eerst opgenomen als subdoel. Daarnaast is er veel aandacht voor landen in transitie en cofinanciering. Zo worden MIC s bijvoorbeeld verplicht gesteld programma s in hun voorstellen op te nemen die bijdragen aan verwijderen van barrières die toegang tot diensten voor met name risicogroepen belemmeren, terwijl lage inkomenslanden (LIC s) sterk worden aangemoedigd dit te doen. De Technical Evaluation Reference Group (TERG) voert het hele jaar door verschillende evaluaties uit en rapporteert daarover aan het bestuur. Door de TERG is in 2015 een vijfjarige evaluatie en een uitgebreide strategic review uitgevoerd. Aanbevelingen die hieruit zijn voort gekomen zijn meegenomen in de strategie voor , zoals meer differentiatie met betrekking tot de inschrijvings- en rapportagevereisten voor grote en kleinere subsidies, betere planning voor duurzaamheid, meer aandacht voor gezondheidsproblemen in fragiele staten en grotere inzet op mensenrechten (MOPAN, 2017). 3.3 Nederlandse rol en invloed Nederland werkt, mede via de Permanente Vertegenwoordiging in Genève, samen met Noorwegen, Zweden, Denemarken, Ierland en Luxemburg in de Point Seven kiesgroep. Deze kiesgroep wordt sinds de zomer van 2015 vertegenwoordigd door Denemarken als bestuurslid en Noorwegen als vice-bestuurslid. Het bestuurslidmaatschap roteert elke twee jaar. Nederland zal vanaf 1 juli 2017 vicebestuurslid worden en in 2019 bestuurslid. Dat betekent dat Nederland komende vier jaar een belangrijke rol kan spelen in het bestuur van het Global Fund, in nauwe samenwerking met de overige kiesgroepleden. Binnen de kiesgroep maakt Nederland zich vooral hard voor betere integratie van hiv/aids- en tbc-beleid binnen seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, goede aansluiting van Global Fund-plannen op nationaal gezondheidsbeleid, sterkere gezondheidssystemen en consequente aandacht voor mensenrechten, gender en risicogroepen. Nederland vindt dat het fonds zich niet alleen moet blijven inzetten op de armste landen, maar ook op gemarginaliseerde groepen in MIC s. De kiesgroep is lid van de Strategy Committee. Er is een tiental Nederlanders in dienst van het Global Fund, van wie verschillende op sleutelposities. Ook komen EUlanden die vertegenwoordigd zijn in het bestuur voorafgaand aan elke bestuursvergadering samen voor overleg, wat overigens niet noodzakelijkerwijs leidt tot gedeelde EU-standpunten. 3.4 Financiële omvang en bijdragen Het Global Fund ontvangt vrijwillige financiële bijdragen van verschillende financiers: de private sector, stichtingen, individuen en donoroverheden. Daarbij is 95% van alle inkomsten afkomstig van donorlanden. Het Global Fund stelt geen verplichte bijdragen en accepteert geen non-core bijdragen, tenzij het gaat om specifieke private sector initiatieven zoals Debt2Health. Desondanks is een toename zichtbaar in oormerken en het opleggen van voorwaarden, zoals technische assistentie, door een aantal (grotere) donoren wat de kiesgroep nauwlettend in de gaten houdt. Page 7 of 20

8 Het Global Fund heeft tijdens de 5 e middelenaanvulling in 2016 het streefbedrag van USD 13 miljard vrijwel volledig weten te mobiliseren voor de periode Samen met een aanzienlijke toename in nationale financiering en gelijkblijvende overige externe financiering wordt hiermee 80% van de totale benodigde financiering voor de bestrijding van hiv, tbc en malaria in landen waar het Global Fund actief is gedekt. In de volgende tabel zijn de grootste donoren opgenomen op basis van hun totale toegezegde bijdrage (inclusief eventuele technische assistentie) voor de periode Ranking Land Bijdragen (in USD miljoen) 1 Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Frankrijk Duitsland Japan Canada Bill & Melinda Gates Foundation Europese Commissie Zweden Noorwegen Nederland Italië 175 Met een bijdrage van EUR 165 miljoen neemt Nederland voorlopig de 11 e plaats in op de lijst van grootste bilaterale donoren. Nederlandse bijdragen aan GFATM, inclusief technische assistentie KNCV Tuberculosefonds, Aidspan en International Civil Society Support (ICSS), in de periode Jaar EUR miljoen , , ,4 In onderstaande tabel zijn de belangrijkste data opgenomen betreffende inkomen en uitgaven over de periode Statement of activity (in millions of USD) Contributions Grant expenditure Operating expenses (including Provident Fund valuation) Foreign exchange result, net (4) (110) (292) Financial income, net Loss on actuarial valuation of employee benefits (1) (4) (7) Other OCT adjustments (1) (2) - Increase/ (decrease) in funds 1 (2,597) 357 Page 8 of 20

9 Page 9 of 20

10 4 Institutionele aspecten en functioneren van de organisatie 4.1 Strategie en verantwoording Het Global Fund heeft een heldere strategie, waarin het belang van het versterken van gezondheidssystemen en het bevorderen van mensenrechten en gendergelijkheid benadrukt wordt. De context waarop de strategie is gebaseerd is helder beschreven met inbegrip van de veranderende mondiale context, zoals de groeiende ongelijkheid binnen landen, stijgende migratie en escalerende humanitaire situaties. Ook de context voor de drie ziekten en de daaruit voortvloeiende missie, visie en strategie worden uitgebreid beschreven. De strategie is in lijn met de SDG s. Bestuurs- en beheersorganen, het evaluatiesysteem, het financieel beheer en corruptiebestrijding zijn goed opgezet. Het Global Fund is een lerende en vernieuwende organisatie, wat onder andere blijkt uit het toepassen van bevindingen uit evaluaties (DFID, 2016). De strategie ( ) is gebaseerd op vier strategische doelstellingen: 1. Maximaliseren van de impact op hiv, tbc en malaria; 2. Bouwen van veerkrachtige en duurzame gezondheidssystemen; 3. Bevorderen en beschermen van mensenrechten en gendergelijkheid; en 4. Mobiliseren van meer middelen. Deze worden elk ondersteund door een aantal subdoelstellingen. Om de strategie succesvol uit te kunnen voeren richt het fonds zich daarnaast op innovatie en differentiatie langs het ontwikkelingscontinuüm en op ondersteuning van partnerschappen. Sinds de introductie van het financieringsmodel in 2014 is de samenhang versterkt tussen nationaal gezondheidsbeleid, het Global Fund en programma s van andere donoren en NGO s. Dit wordt bevestigd door de Britse MDR (2016) en door het MOPAN-rapport (2017). Echter, samenwerking tussen overheden en andere sectoren is niet altijd eenvoudig, vooral in landen waar het betrekken van gemarginaliseerde groepen als LHBT en sekswerkers politiek gevoelig ligt. Tegelijkertijd zijn met name uitvoerende organisaties en NGO s van mening dat in een aantal landen het NFM nog onvoldoende is afgestemd op nationale prioriteiten. Landenteams van het fonds zijn erop gericht begunstigde groepen te betrekken in planning en programmering gedurende de hele subsidiecyclus. De meerderheid van de door MOPAN geïnterviewde partners hebben een positieve mening over het betrekken van gemarginaliseerde groepen in deze processen (MOPAN, 2017). Het Global Fund legt verantwoording af aan het bestuur en aan de donoren van wie het geld ontvangt. Het steunt op CCM s en Principal Recipients om andere belanghebbenden te informeren. Volgens het rapport Building Resilient and Sustainable Systems for Health: the role of the Global Fund plaatst het fonds al sinds de oprichting gemeenschappen in het hart van de bestuursstructuur en van de uitvoering (MOPAN, 2017). Het maatschappelijk middenveld speelt ook een belangrijke rol in het Partnership Forum - een verantwoordingsmechanisme. Het Key Populations Action Plan beschrijft het betrekken van specifieke risicogroepen bij dialogen op landenniveau en het ontwikkelen van subsidievoorstellen. De aangepaste vereisten voor het ontwikkelen van subsidievoorstellen onder het New Funding Model toont ook de wens rekening te houden met de behoeften van de uiteindelijke begunstigden. Page 10 of 20

11 Onderdeel Kernmandaat / Prioriteiten / Mission Creep 4 Beleidsstrategie 4 Theory of Change - Aansluiting Nationaal beleid / Armoedestrategie 3 Verantwoording 4 Aanspreekbaarheid voor overige belanghebbenden 4 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: positief = 4.2 Resultaatgerichtheid en transparantie Resultaatgerichte financiering vormt een basisprincipe van het Global Fund en houdt in dat financiering van landenprogramma s afhankelijk is van bereikte resultaten op gezamenlijk gestelde doelen. De logische samenhang tussen doelstelling, resultaten, activiteiten en middelen vormt een belangrijk criterium in de beoordeling van voorstellen. Na goedkeuring van een voorstel wordt een resultatenkader uitgewerkt met specifieke doelstellingen voor ieder jaar. Monitoring en evaluatie (M&E) is inherent aan het Global Fund systeem van performance based funding en leunt sterk op de in landen aanwezige M&E-systemen. Het Global Fund investeert in M&E in alle fasen van de subsidiecyclus en benadrukt dataverzameling, -analyse en -gebruik. Op het terrein van Results Based Management gebruikt het Global Fund sinds 2004 een set van prestatie-indicatoren die inzicht geven in de mate waarin de strategische doelen bereikt worden. De indicatoren beschrijven zowel de voortgang van activiteiten op landenniveau als op het functioneren van het Global Fund secretariaat. Het resultatenkader voor de periode bestaat uit twaalf strategische prestatie-indicatoren, zoals minder sterfgevallen ten gevolge van aids, tbc en malaria en grotere toegang tot gezondheidszorg, preventie, zorg en behandeling onder andere voor gemarginaliseerde groepen. Ook zijn er implementatie indicatoren en resultaten geformuleerd. Het Global Fund volgt nauwkeurig de resultaten van zijn investeringen in meer dan 140 lage- en middeninkomenslanden. Sinds de oprichting in 2002 zijn er met hulp van het Global Fund 20 miljoen levens gered, hebben ruim 10 miljoen mensen hivbehandeling ontvangen en zijn 16,6 miljoen mensen behandeld voor tbc. Het fonds publiceert jaarlijks een resultatenrapportage. Programmaresultaten worden ook gebruikt om de prestaties van het fonds te evalueren en om verantwoording af te leggen aan donoren. Het Global Fund heeft zich gecommitteerd aan een hoge mate van transparantie. Gegevens worden daarom openbaar gemaakt, onder andere via het International Aid Transparancy Initiative (IATI) en met de donoren gedeeld. Ook maakt het fonds gegevens en rapporten beschikbaar op de website, zoals documentatie over financiering op landenniveau, externe evaluaties, stukken van bestuursvergaderingen en zelfs alle accountantsrapportages en de interne controlerapporten van de onafhankelijke Inspecteur-Generaal. Daarnaast wordt het fonds kritisch gevolgd door Aidspan, een onafhankelijke organisatie die zich richt op verbetering van de effectiviteit van het fonds door onderzoek en data-analyse. De TERG rapporteert over de voortgang en voert evaluaties uit. Het bestuur wordt regelmatig op de hoogte gehouden van de uitvoering van de strategie. Door de hoge mate van transparantie het Global Fund is nummer 5 op de Aid Transparency Page 11 of 20

12 Index - is voor iedereen goed zichtbaar wat de behaalde resultaten zijn. Via vertegenwoordiging in het bestuur is Nederland direct betrokken bij besluitvorming. Onderdeel RBM en RBB 4 Inzichtelijk maken resultaten 4 Inzichtelijk maken allocatie van middelen (o.a. IATI) 4 Communicatie over resultaten 4 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: neutraal = 4.3 Partnerschappen en samenwerking Het Global Fund heeft de Paris Declaration on Aid Effectiveness ondertekend en het huidige financieringsmodel is ontwikkeld in lijn met deze principes. Het MOPANrapport (2017) bevestigt dat het Global Fund een voorbeeld is van een effectief partnerschap dat veel belang hecht aan de input van partners. Eén van de basisprincipes van het fonds is dat iedereen die betrokken is bij de strijd tegen aids, tbc en malaria dient te worden betrokken bij de besluitvorming. Als mondiaal partnerschap vervult het Global Fund op internationaal niveau een coördinerende rol. Ook op landenniveau werkt het fonds coördinerend door de CCM s en zij worden als belangrijke meerwaarde van het Global Fund gezien. Echter, volgens de 2015 Strategic Review is er ruimte voor verbetering en sluiten Global Fund processen nog steeds niet altijd aan bij nationale processen. Vooral in fragiele staten, zoals Somalië, is het lastiger om aan te sluiten bij nationaal beleid. Ook de terugkoppeling over besluitvorming door de PR naar de overige leden van de CCM kan beter evenals representatie van alle drie de ziekten binnen de CCM waar relevant (Global Fund, 2015). Technische agentschappen en ontwikkelingsorganisaties, zoals de WHO, UNAIDS, Roll Back Malaria en het Stop TB Partnership spelen een cruciale rol en adviseren het Global Fund bij de ontwikkeling en uitvoering van gezondheidsprogramma s in landen en leveren daarnaast technische assistentie aan overheden, CCM s en andere betrokkenen. Het gaat hierbij om o.a. technische kennis, epidemiologische data, toegang tot en informatie over gemarginaliseerde groepen en hun behoeften, waarover het Global Fund zelf niet beschikt. De aanwezigheid van deze organisaties op landenniveau, waar het Global Fund actief is maar geen vertegenwoordigingen heeft, maakt dat deze organisaties van groot belang zijn voor de formulering van financieringsaanvragen en de uitvoering en monitoring van de programma s. Het Global Fund zou zijn resultaten niet kunnen bereiken zonder inbreng van deze organisaties. Ook werkt het Global Fund samen met de Wereldbank en GAVI in een gezamenlijk platform voor ondersteuning van gezondheidssystemen. Daarnaast werkt het Global Fund nauw samen met de private sector die op verschillende manieren een bijdrage levert: Financiële bijdrage: Behalve een financiële bijdrage aan het fonds - tot op heden heeft de private sector al ruim US$1,69 miljard bijgedragen - dragen private sector partners ook bij aan het ontwikkelen van alternatieve financieringsmechanismen ten behoeve van duurzame binnenlandse financiering voor de gezondheid. Dit gaat om bijvoorbeeld sociale impact obligaties, gezondheidsobligaties, Debt2Health (schuld swaps om fondsen voor de gezondheid te werven) en ondersteuning van landengeleide health trust funds. 5 5 Zie voor meer informatie: Page 12 of 20

13 Delen van kennis en technische expertise om gezondheidssystemen te versterken en programma-uitvoering te verbeteren. Door beleidsbeïnvloeding: Aangezien het Global Fund werkt zonder landenkantoren vertrouwt het op partners - waaronder particuliere bedrijven - om bij te dragen aan bewustwording van het werk van het Global Fund. Drie Nederlandse NGO s functioneren als Principal Recipient van Global Fund subsidies: HealthNet TPO, Hivos en Cordaid. Verschillende NGO s functioneren ook als sub-recipients (organisaties die Global Fund programma s uitvoeren), zoals Netherlands Leprosy Relief, KNCV Tuberculosefonds, Cordaid en HealthNet TPO. Onderdeel Partnerschappen met andere organisaties 4 Visie en rol partnerschappen 4 Aansluiting partnerschappen met andere actoren 4 Samenwerking en coördinatie overige actoren 3 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: neutraal = 4.4 Operationeel management Een kracht van het Global Fund is het doorvoeren van significante herstructurering als reactie op door partners geïdentificeerde operationele uitdagingen (MOPAN 2017). Zo wees een in 2011 verschenen rapport op een aantal tekortkomingen in de financiële verantwoording van het fonds, waarop een reeks hervormingen volgde om de effectiviteit van de beheers- en bestuursorganen te vergroten. Tevens heeft een reorganisatie van het secretariaat geleid tot een sterkere focus op het kernmandaat van het fonds als financieringsmechanisme en tot meer aandacht voor en betere scores op indicatoren voor fondsmanagement, risicoanalyse en financieel beheer. Het financieringsmodel dat sinds 2014 operationeel is biedt mogelijkheden voor een meer gedifferentieerde benadering die beter aansluit op de planningscyclus van landen en Global Fund-financiering koppelt aan de specifieke epidemiologie van de drie ziekten per land. Bij de ontwikkeling van de strategie voor de periode werd ook kritisch gekeken naar het functioneren van de bestuurs- en beheersorganen. Op landenniveau fungeren Local Fund Agents (LFA s) als de ogen en oren van het Global Fund. De LFA werkt nauw samen met het secretariaat om activiteiten voor, tijdens en na het uitvoeren van een subsidie te evalueren en te monitoren. LFA s handelen niet uit naam van het fonds en representeren niet de visies van het fonds. Recent is het secretariaat op aandringen van het bestuur ook begonnen het businessmodel van het Global Fund te herzien. Om nog beter de programmarisico s te beheersen verzocht het bestuur tijdens de bestuursvergadering in 2016 om herziening van het Global Fund businessmodel in risicovolle landen. Een mogelijke optie is een vorm van landenaanwezigheid te testen in een klein aantal hogerisicolanden. Page 13 of 20

14 Onderdeel Delegatie van bevoegdheden 3 Projectbeheer en financieel beheer 4 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden decentrale kantoren - Gebruik van lokale partners en systemen 3 TOTAAL 3 Score Verandering sinds 2015: positief = 4.5 Beleidsevaluatie Het Global Fund hecht veel belang aan het uitgangspunt van een lerende organisatie en monitoring en evaluatie (M&E) is dan ook inherent aan het Global Fund systeem van performance based funding. De M&E toolkit die het fonds hanteert is ontwikkeld samen met technische partners. Daarnaast voert de Technical Evaluation Reference Group (TERG) het hele jaar door verschillende evaluaties uit van de strategie en operationele werkzaamheden en rapporteert daarover aan het bestuur. Leden van de TERG komen uit zowel donor- als ontvangende landen en bestaan uit o.a. uitvoerders, onderzoekers en academici. In 2016 werd het mandaat van de TERG herzien om de onafhankelijkheid te specificeren. Het werkplan van de TERG heeft een duidelijke rationale voor de geplande evaluatieactiviteiten. De evaluaties hebben betrekking op alle aspecten van het Global Fund, zoals werkzaamheid van overeenkomsten met partners, de duurzaamheid van de programma's, de besluitvorming binnen de programma's en meerjarige impact reviews. Volgens het MOPAN-rapport (2017) lijken alle belangrijke prioriteiten aan bod te komen en wordt er voldoende opvolging gegeven aan aanbevelingen voortvloeiend uit evaluaties. Het Emergency Fund en de classificatie van een Challenging Operating Environment zijn bijvoorbeeld ontstaan als gevolg van aanbevelingen uit evaluaties. Het MOPAN-rapport stelt echter vast dat een formeel proces om geleerde lessen door te voeren nog ontbreekt en dat een formeel system nodig is voor het identificeren, adresseren en vastleggen van onder presterende interventies. Onderdeel Helder vastgelegd evaluatiebeleid 4 Inrichting evaluatiefunctie 4 Onafhankelijkheid evaluatie-eenheid 4 Reikwijdte en relevantie evaluaties 3 Follow up aanbevelingen evaluaties 3 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: positief = 4.6 Human Resource Management Het Global Fund zet ongeveer USD 4 miljard per jaar om en heeft daarvoor zo n 700 werknemers in dienst. Het Global Fund stelt hoge eisen aan zijn personeel en selecteert op basis van specifieke kennis of vaardigheden. Personeel komt vaak vanuit het bedrijfsleven, overheidsinstanties, maatschappelijke organisaties of andere internationale (VN-) organisaties. Page 14 of 20

15 Het personeelsbeleid van het Global Fund is sterk gericht op resultaten, talent- en leiderschapsontwikkeling en werkdruk. In 2012 werd een veranderingsproces doorgevoerd gericht op het verbeteren van de effectiviteit van het secretariaat en verhoging van de middelen en de omvang van landenteams. Het nieuwe personeelsbeleid heeft niet alleen geleid tot meer transparantie binnen de organisatie, maar ook tot kennisverbetering van personeel onder andere op het gebied van genderkwesties, goed bestuur, mensenrechten en toegang tot de gezondheidszorg voor gemarginaliseerde groepen. De interne cultuur van het secretariaat is gericht op innovatie en samenwerken in multidimensionale teams waarbij personeel beweegt tussen teams en projecten om vaardigheden te verbreden (MOPAN, 2017). Daar staat tegenover dat personeel in sommige gevallen overbelast is en dat er op sommige terreinen onvoldoende personeel is, bijvoorbeeld op het gebied van gender mainstreaming. De verwachting, volgens het MOPAN-rapport (2017), is dat deze druk zal afnemen naarmate personeel beter bekend wordt met het begrip mainstreaming. Het secretariaat monitort de genderbalans van het personeel op verschillende niveaus (56% van het personeel is man en 44% vrouw, die sterker bij lagere rangen zijn vertegenwoordigd) en voert enquêtes uit om gender-gerelateerde verschillen in motivatie en tevredenheid van het personeel beter te begrijpen. Het secretariaat heeft strategieën geïntroduceerd om de werk-privé balans te verbeteren, bijvoorbeeld door meer flexibiliteit te bieden rondom thuiswerken (DFID, 2016). Onderdeel Mobiliteit 4 Kwaliteit 3 Diversiteit 4 Genderbalans 3 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: neutraal = 4.7 Financiële stabiliteit Asset & Liability Management (ALM): ALM is het mechanisme waarmee het secretariaat de bijdragen en de besteding van de fondsen op basis van de geaggregeerde portefeuille voor een allocatieperiode samenbrengt. Historisch gezien werd het ALM niet uitgevoerd door het secretariaat. Echter in de afgelopen periode heeft het secretariaat processen en systemen ontwikkeld voor actief ALM, zoals het definiëren en operationeel maken van de methodologie voor het berekenen van zowel de bijdragen als de bestedingen. De OIG concludeerde in januari 2017 dat het ALM gedeeltelijk effectief is en heeft een drietal gematigde risico's geïdentificeerd: Dit forecasting proces is cruciaal voor ALM. Het resulteert in belangrijke beslissingen die worden genomen over de toewijzing van middelen aan landen over de uitvoeringsperiode. In deze context heeft de OIG opgemerkt dat de effectiviteit van dit proces wordt beperkt door de nauwkeurigheid van de gegevens die door de ontvangende landen en de landenteams wordt doorgegeven. Echter de trend is verbeterd ten opzichte van het afgelopen jaar en de inschatting van het secretariaat is een conservatieve inschatting waardoor het risico van overcommittering van fondsen, de primaire doelstelling van ALM, laag is. Valutarisico management: Het Global Fund gebruikt de Amerikaanse dollar als functionele en rapportage valuta. Als gevolg hiervan ontstaat een valutarisico door Page 15 of 20

16 een deel van de financiële transacties van het Global Fund, bijvoorbeeld door donorbijdragen in een andere valuta dan de Amerikaanse dollar. In 2015 begon het Global Fund met hedging-activiteiten om hiermee het risico op verliezen als gevolg van wisselkoersschommelingen te beperken. De OIG concludeerde begin januari 2017 dat het valutamanagement gedeeltelijk doeltreffend is, maar er nog wel enkele risico s zijn, die zullen worden opgepakt en gemitigeerd door het secretariaat. Het secretariaat identificeerde een paar jaar geleden de behoefte aan multi-currency uitbetalingen (MCD). Dit kan het valutarisico beperken door uitgaven aan landen af te stemmen met de valuta van de gemaakte kosten van Global Fund programma's. Hoewel in juni 2014 goedgekeurd door de Global Fund Board, moeten MCD s nog worden geoperationaliseerd. Overheveling van fondsen: Uit de financieringsperiode is een bedrag van USD 1.1. miljard overgeheveld naar de financieringsperiode Hierover is veel discussie geweest in de 36 ste Board meeting (november 2016). De meeste bestuursleden vinden dit bedrag te hoog; het secretariaat heeft toegezegd er alles aan te doen om de financiering te gebruiken voor de periode waarin de uitgaven gepland staan en overheveling van fondsen aan het einde van deze periode zoveel mogelijk te beperken. Interne auditfunctie: Het Bureau van de Inspecteur-Generaal is verantwoordelijk voor de interne auditfunctie. Door middel van audits, onderzoek en advieswerk, bevordert het Bureau good practices, vermindert de risico s en rapporteert over (vermoedens van) fraude en misbruik. De omvang van het werk voor het bureau van de inspecteur-generaal omvat alle systemen, processen, bewerkingen, functies en activiteiten van het Global Fund en van de programma's die zij ondersteunt. Het Bureau van de inspecteur-generaal functioneert onafhankelijk van het secretariaat en rapporteert rechtstreeks aan de raad van bestuur via de Audit and Finance Committee. Relevante OIG-aandachtspunten zijn: Kwaliteit dienstverlening: het succes van de opschaling is afhankelijk van inzet partnerschappen; Supply chain en inkoop: borgen dat de juiste producten bij de patiënten terecht komen; Risicomanagement en assurance: uitdagingen om risicobeheersing in te bedden in bedrijfsprocessen; Controles en cultuur: hiaten of niet-naleving kan impact verzwakken; Governance: resteren nog belangrijke hiaten ondanks de recente vooruitgang. Externe audit: De externe accountant heeft ook over de afgelopen jaren, inclusief 2016, een goedkeurende verklaring afgegeven. Rapportages: Inhoudelijke (o.a. resultatenrapportage) en financiële c.q. audit rapportages zijn van goede kwaliteit en geven voldoende inzicht in samenhang inhoudelijk/financieel. Onderdeel Verhouding goedgekeurde begroting / ontvangen bijdragen 3 Liquiditeitspositie en/of solvabiliteitspositie 3 Interne auditfunctie 4 Kwaliteit rapportages 4 Samenhang tussen inhoudelijke en financiële rapportages 4 TOTAAL 4 Score Verandering sinds 2015: positief = Page 16 of 20

17 4.8 Kostenreductie Uit o.a. het 2015 Results Report blijkt dat het nieuwe financieringsmodel leidt tot een afname in de operationele uitgaven, beheersing van de kosten, inspanningen om geld te besparen en het vasthouden aan een voorzichtig begrotingskader. In 2016 zijn de operationele uitgaven van het fonds onder de jaarbegroting van USD 305 miljoen gehouden (MOPAN, 2017). De afgelopen jaren schommelde het budget tussen USD miljoen. Voor 2017 is het operationele budget weer op USD 300 miljoen begroot. De operationele kosten bedragen dus ongeveer 8% van het totale jaarlijkse programmabudget. Dit is in vergelijking met andere organisaties een heel redelijk percentage. Er is focus op value for money, onder andere door het in 2014 gelanceerde initiatief Value for Money and Financial Sustainability of Global Fund supported Programs. Dit initiatief is gericht op versterking van de strategische doelstellingen van het Global Fund om de middelen strategisch te investeren, investeringen en de resultaten te meten, binnenlandse financiering te mobiliseren, en de vooruitgang te verduurzamen. Het Global Fund heeft in de periode meer dan US $ 600 miljoen bespaard door samen te werken met partners en rechtstreeks te onderhandelen met de fabrikanten (Global Fund - Impact and Results Summary, 2016). De prijs van een klamboe is afgenomen met 38 procent sinds Dit heeft bijgedragen aan een daling van sterfgevallen als gevolg van malaria met 60% gedurende de laatste 15 jaar (DFID, 2016). De prijs van de combinatie ARV-therapie voor hiv is verminderd met 25 procent sinds De geneesmiddelen en medische producten gekocht via het Pooled Procurement Mechanism werden sneller afgeleverd dan in het verleden. Volgens de Global Fund richtlijnen moeten salarissen en beloningsniveaus in Global Fund subsidies zijn gebaseerd op relevante nationale beloningsniveaus en in overeenstemming zijn met de praktijk op de lokale arbeidsmarkt. Een aanvulling op de salarissen van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de subsidies van het Global Fund, werd twee jaar geleden afgewezen door het fonds. Extra betaling is alleen mogelijk in uitzonderlijke omstandigheden. In sommige landen, bijvoorbeeld fragiele staten, zijn er aanvullende voorwaarden (incentives) om het benodigde personeel te behouden. Onderdeel Verhouding programma-uitgaven/overhead 4 Kosteneffectiviteit programma s 3 Versobering salarissen en secundaire arbeidsvoorwaarden 3 TOTAAL 3 Score Verandering sinds 2015: positief = 4.9 Corruptiebestrijding Risico is inherent aan het Global Fund s businessmodel. Ondanks dat het risicomanagement nog niet volledig is geïmplementeerd is al een stevige basis gelegd op alle niveaus. Volgens de OIG is het Global Fund de afgelopen drie jaar gestaag opgeklommen op de OIG maturity schaal en is het Global Fund in 2016 dichter bij het embedded niveau dan ooit tevoren (OIG. Deze status betekent dat Page 17 of 20

18 de interne controles, bestuur en risicomanagement processen worden gedefinieerd en geleidelijk ingebed worden in de dagelijkse praktijk. Er zijn echter nog steeds lacunes in het actieve beheer van deze processen en ze worden niet altijd consequent uitgevoerd en betrouwbaar gecontroleerd. Als gevolg hiervan is het OIG van mening dat het algemene niveau van volwassenheid nog steeds tussen gestart en ingebed is. Effectieve procedures van het Global Fund om gevallen van fraude, corruptie en andere financiële onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en op te lossen zijn o.a. een Risk and Assurance Framework, risicobeheer rapportages, Asset and Liability Management mechanisme, klokkenluiderssysteem, interne financiële controles, bewustwordingscampagnes en Risico Management Beleid. De toenemende aandacht voor versterking van gezondheidssystemen wordt ook gezien als een risicobeheerstrategie, omdat veel risico's in landen systemisch van aard zijn. Ook zijn externe audits van subsidies mede bedoeld om mogelijke fraude te identificeren. Voor elk contract dat het Global Fund afsluit wordt een Local Fund Agent (LFA) aangesteld, meestal een extern accountantsbureau dat toeziet op financieel beheer tijdens de uitvoering. De LFA voert jaarlijks een audit uit. Voor wat betreft aanbestedingen biedt het fonds landen de mogelijkheid hun inkoopverzoek te bundelen via het Pooled Procurement Mechanism, waarbij het Global Fund direct met de fabrikanten onderhandelt om zo risico s zoals misbruik van fondsen te verminderen. Een onafhankelijke Inspecteur-Generaal (OIG) ziet er door middel van toezicht, audits en onderzoeken op toe dat de organisatie de strategie kan realiseren. De OIG promoot good practices, verkleint risico s en rapporteert over (vermoeden van) fraude en/of malversatie. De OIG rapporteert aan de Audit and Ethics Committee. De Inspecteur-Generaal geeft advies over aanpassingen in procedures om risico s op fraude te verkleinen. Op grond van zijn bevindingen constateert hij dat mismanagement van fondsen daalt. OIG-rapporten evenals overige Global Fund audits, evaluaties en onderzoeken zijn beschikbaar op de website. Ook laat het Global Fund steekproeven of routinecontroles uitvoeren door Principal Recipients, landenteams en andere mechanismen. In gevallen van fraude neemt het Global Fund direct maatregelen, waaronder terugvordering van onrechtmatige uitgaven en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging in samenwerking met nationale autoriteiten. De TERG s thematische beoordeling van fragiele staten identificeerde zwak bestuur met corruptie als een belangrijk risico. Er zijn additionele middelen toegewezen voor het identificeren en aanpakken van financiële en fiduciaire kwesties zoals het verbeteren van CCM s, naleving van procedures en toezicht. Ook kan de ambitie om meer te werken binnen landensystemen het lastiger maken om nauwkeurige gegevens voor rapportagedoeleinden te verkrijgen, aangezien niet alle landen over adequate gegevens beschikken. Onderdeel Maatregelen rechtmatigheidsrisico s 3 Maatregelen doelmatigheidsrisico s 3 Anti-corruptiebeleid 3 Transparantie integriteitsschendingen 4 TOTAAL 3 Score Verandering sinds 2015: positief = Page 18 of 20

19 5 Relevantie van de organisatie Dit hoofdstuk behandelt de relevantie van de organisatie voor de Nederlandse BHOS-prioriteiten. Hierbij wordt een driedeling gemaakt: een organisatie is relevant voor een BHOS-thema indien van direct belang voor een beleidsonderwerp, een organisatie is beperkt relevant als hij deels of indirect van belang is voor het beleidsonderwerp of een organisatie is niet relevant als hij niet van belang is voor het beleidsonderwerp. Ten aanzien van het thema gender geldt dat een organisatie ook als relevant is aangemerkt wanneer het gender in substantiële mate toepast als dwarsdoorsnijdend thema. Het presteren van de organisatie op de relevante thema s wordt vervolgens gescoord op uitvoerende, normerende of coördinerende activiteiten op dat thema. 5.1 Relevantie voor Nederlandse BHOS-prioriteiten Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), incl. HIV/Aids: Relevant. Bestrijding van hiv/aids behoort tot het kernmandaat. Daarnaast is in de strategie het bevorderen van SRGR voor het eerst als subdoelstelling opgenomen. Ook besteedt het fonds aandacht aan de integratie van SRGR en hivprogramma s. Ter illustratie, in 2015 ontvingen met behulp van het Global Fund 9,2 miljoen mensen behandeling tegen hiv; werden meer dan 5,5 miljard condooms verstrekt; zijn meer dan 23,2 miljoen mensen behandeld voor seksueel overdraagbare aandoeningen; en hebben 3,6 miljoen vrouwen die besmet zijn met hiv-behandeling ontvangen om hiv-overdracht op kind te voorkomen. Gendergelijkheid Relevant. Ongeveer 55-60% van Global Fund investeringen komt ten goede aan vrouwen en meisjes. Het bevorderen en beschermen van mensenrechten en gendergelijkheid is opgenomen als een van de vier strategische doelstellingen in de strategie Er zijn o.a. een Gender Equality Strategy en een Sexual Orientation and Gender Identity Strategy en landen zijn verplicht een gender analyse te maken wanneer zij voorstellen voor financiering indienen. Voedselzekerheid Beperkt relevant. Hiv/aids, malaria en tuberculose beïnvloeden de productiviteit van boeren negatief en dragen daardoor bij aan rurale armoede. Het Global Fund financiert activiteiten op het gebied van hiv en aids en voeding. Veiligheid en rechtsorde Beperkt relevant. Ondanks dat het bijdragen aan veiligheid en rechtsorde niet bij het mandaat van het Global Fund hoort, werkt het fonds in toenemende mate in fragiele contexten en draagt daar bij aan verbeterde toegang tot gezondheidszorg en het versterken van gezondheidssystemen. Ter illustratie: een derde van de ziektelast is te vinden in deze fragiele contexten en ongeveer een derde van de investeringen gaat hiernaartoe. Voor het eerst heeft het Global Fund ook beleid ontwikkeld speciaal gericht op werken in fragiele contexten. Humanitaire hulp Beperkt relevant. Voor humanitaire hulp is in 2014 het Emergency Fund opgezet (USD 20 miljoen voor de periode ) om continuïteit van bestaande programma s en diensten op het gebied van hiv, tbc en malaria te waarborgen in noodsituaties. Het noodfonds is o.a. ingezet voor de Ebola crisis in Liberia en Sierra Leone, de aardbeving in Nepal, het conflict in Oekraïne en de Syrische vluchtelingencrisis. Page 19 of 20

20 Relevantie voor de Nederlandse BHOS-prioriteiten Uitvoerend Coördinerend Normatief SRGR 4 4 Gendergelijkheid Overige relevantie De handhaving van Internationale Publieke Goederen (IPG s): Het kernmandaat van het Global Fund is de uitbanning van de drie ziekten hiv/aids, tbc en malaria, die per definitie grensoverschrijdend zijn en ook impact hebben op de gezondheid en veiligheid in Nederland. Bestrijding van deze ziekten is daarmee een internationaal publiek goed. Met gerichte actie kan de hiv/aidsepidemie in 2030 worden uitgebannen. Inclusief gezondheidsbeleid Een inclusief gezondheidsbeleid draagt bij aan stabiliteit en duurzame economische ontwikkeling. De bestrijding van hiv/aids, tbc en malaria is een belangrijk onderdeel van universele gezondheidszorg. Ter illustratie, om hiv-infecties onder adolescente meisjes te voorkomen is het belangrijk dat zij zolang mogelijk onderwijs volgen en gelijke kansen krijgen als het gaat om scholing en betaald werk; om tbc in overvolle sloppenwijken te bestrijden is het belangrijk dat de woonomstandigheden verbeteren; om malaria tegen te gaan is goed beheer van de watervoorzieningen essentieel; en om de mondiale doelstellingen voor hiv, tbc en malaria te halen moeten sterke en veerkrachtige gezondheidssystemen worden gebouwd. De Global Fund strategie sluit hierbij naadloos aan. Programma s die door het fonds worden ondersteund boeken al aantoonbare vooruitgang bij het terugdringen van de drie epidemieën en dragen bij aan andere doelstellingen, zoals het terugdringen van moedersterfte, het bereiken van gendergelijkheid, het beëindigen van vermijdbare sterfgevallen van baby's en kinderen onder de 5 jaar, universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, en het bereiken van de universele dekking van de gezondheidszorg - inclusief toegang tot de kwalitatieve gezondheidszorg en medicijnen en vaccins voor iedereen. Overige relevantie Uitvoerend Coördinerend Normatief De handhaving van Internationale 3 Publieke Goederen (IPG s) Inclusief gezondheidsbeleid 4 3 Page 20 of 20