OU s en gebruikers. Lab 3.8. Doel: Je weet hoe je users kan aanmaken en hoe je het overzichtelijk houdt met OU s.

Transcriptie

1 OU s en gebruikers 8 Lab 3.8 Doel: Je weet hoe je users kan aanmaken en hoe je het overzichtelijk houdt met OU s.

2 Hoofdstuk 8 OU s Andere OU s Voordelen van het gebruik van OU s is dat deze overzichtelijkheid creëert. Organizational Unit Voor de systeembeheerder is het handig als je in de AD de organisatie herkent. Daarvoor worden o.a. OU s gebruikt. Vaak is de ou-structuur een afspiegeling van de organisatie. In een OU Container kunnen de volgende objecten worden ondergebracht: Computer accounts Contacts (contactpersonen) Group accounts User accounts Shared folders Printers Applications Nesten Een OU opnemen in een OU heet nesten. De OU erft dan group policies van de OU waarin deze is genest. 74

3 OU verwijderen Een OU kan je niet zomaar verwijderen. Deze is tegen per ongeluk verwijderen beveiligd. Deze beveiliging is uit te zetten via View --> Advanced settings. Daarna kan je bij de properties --> Object het vinkje ter beveiliging uitzetten. 75

4 Hoofdstuk 8 User account Wachtwoorden zijn secure passwords (ook wel complex of strong password genoemd) Ze mogen geen gebruikersnaam bevatten en zijn minimaal 7 karakters, incl een combinatie van tenminste 3 van de volgende 4 categorieën: User account in een OU hoofdletters Een user account moet in een domein uniek zijn. kleine letters De naam van het user account heet User Logon Name en niet hoofdlettergevoelig. getallen Afspraken overige symbolen Binnen een bedrijf maak je afspraken omtrent de User Logon Name. Zodat er eenduidigheid is, bij janssenn. Je legt ook vast wat er moet gebeuren bij dubbele namen. Dit staat bepaald in de Default Domain Policy. Ook wachtwoorden zijn bebonden aan regels. Wachtwoorden hebben standaard een geldigheidsduur van 42 dagen. 76

5 Nieuwe user account G ALERIE 8.1 User account properties Canonical name UPN (User Principal Name) = volledige logon-name bijv.: n.janssen@poliforma.nl 77

6 Gebruikersprofiel Bij het aanmaken het UNC-pad kan je gebruik maken van de variable %USERNAME%. Homefolder In het gebruikersprofiel worden persoonsgebonden bestanden en instellingen bewaard (Denk aan drive mappings, persoonlijke map Documents, persoonlijke beeldscherm- en muisinstellingen). Local profile Standaard wordt het profiel bewaard op de locale machine zelf (c:\users\<user name>). Instellingen staan dan lokaal en worden niet op alle machines gesynchroniseerd. De homefolder is een map op de server speciaal voor de gebruiker. Ook hier gebruik je tijdens het UNC-pad de variable %USERNAME%. Dit is een permanente drivemapping. Roaming profile (zwevend profiel) Wanneer je bij profile path een lokatie per user op de server toewijst, wordt elke keer als de user inlogt en uitlogt het profiel gesynchroniseerd op en aan de server. 78

7 Meerdere users accounts bewerken Template user account Je kan meerdere accounts bewerken door deze allemaal te selecteren. Bij de properties kan je vervolgens een beperkt aantal wijzigingen aanbrengen die doorgevoerd worden. Het is verstandig om een template user account te maken. Dat wil zeggen een user account waarbij je zoveel mogelijk eigenschappen ingevuld hebt. Je kan dan nieuwe user accounts maken door deze template (sjabloon) steeds te kopiëren. Het is wel verstandig om dit template user account uitgeschakeld te hebben, zodat niemand er mee kan inloggen. 79

8 Hoofdstuk 8 Het account van de ICT-beheerder Daarvoor waardeer je je eigen account op zodat deze administrator bevoegdheden krijgt. Dit doe je door je account lid te maken van de groep Domain Admins. Administrator bevoegdheden Jij als ICT-beheerder heeft natuurlijk ook een user account in de AD. Je bent namelijk ook gewoon een user die op het systeem werkt. Je hebt nu steeds het Administrator account gebruikt om de server te beheren. Omdat je als ICT-beheerder niet continu achter de server zit te werken is het handig om de server remote te benaderen via je eigen user account. 80

9 Hoofdstuk 8 Remote Desktop Services Remote Desktop Connection Met RDC kan je verbinding maken met de server. Remote sessies In een remote sessie worden commando s met toetsenbord en muit vanaf een werkstation (remote client) naar een remote desktop server gezonden. Remote verbindingen toestaan Op de server moet je aangeven dat deze remote verbindingen mag toestaan. 81

10 Je kan aangeven wie er remote toegang krijgt tot de server. Dat is wel zo veilig. Alle users die lid zijn van de groep Administrators hebben automatisch al remote-toegang. 82