nr. 444 van MARTINE TAELMAN datum: 5 februari 2015 aan LIESBETH HOMANS Vlaamse overheid - Arbeidsongevallen

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 444 van MARTINE TAELMAN datum: 5 februari 2015 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING Vlaamse overheid - Arbeidsongevallen Cijfers omtrent diverse (sub)thema s m.b.t. de Vlaamse overheid (o.a. over het personeel en het welzijn op het werk) zijn publiek beschikbaar op de website Een van de indicatoren binnen de thematiek van welzijn op het werk is de indicator arbeidsongevallen. Personeelsleden kunnen immers niet alleen door ziekte, maar ook door een arbeidsongeval onverwacht afwezig zijn op de werkplek. Afhankelijk van het opgelopen letsel kan het personeelslid tijdelijk of blijvend arbeidsongeschikt zijn. Arbeidsongevallen hebben dan ook een impact op de personeelsorganisatie van een bepaalde Vlaamse overheidsdienst of -instelling. In 2012 werden in totaal 1013 arbeidsongevallen geregistreerd binnen de Vlaamse overheid. Dit is een stijging met 3% ten opzichte van In 2013 was er een verdere toename van het arbeidsongevallen tot 1177 (+16% t.o.v. 2012). Deze stijgende trend wijkt af van die in de privésector, waar volgens het jaarverslag van het Fonds voor Arbeidsongevallen het aantal arbeidsongevallen in 2013 met 4,2% daalde in vergelijking met Gemiddeld 4,2% van de personeelsleden van de Diensten van de Vlaamse overheid werden in 2013 slachtoffer van een arbeidsongeval. In 2012 was dat nog 3,6%. Zo staat te lezen op de website bestuurszaken. Sinds 2012 wordt bij de Vlaamse overheid een onderscheid gemaakt tussen arbeidsongevallen die gebeuren op het werk en arbeidsongevallen die plaatsvinden bij de verplaatsing van of naar het werk (tijdens het woon-werkverkeer), zoals een autoongeluk. Daar waar in 2012 relatief meer arbeidsongevallen met blijvende ongeschiktheid werden veroorzaakt tijdens het woon-werkverkeer, werden in 2013 relatief meer ongevallen met een blijvende ongeschiktheid veroorzaakt door arbeidsongevallen op het werk geregistreerd. De cijfers omtrent de arbeidsongevallen van het personeel bij de Vlaamse overheid over het jaar 2014 zijn thans nog niet op de website bestuurszaken raadpleegbaar. 1. Hoeveel bedraagt per beleidsdomein dat onder de bevoegdheid van de minister ressorteert voor 2014 het totale aantal arbeidsongevallen, uitgedrukt in absolute aantallen alsook in percentage van het aantal personeelsleden? 2. Hoeveel van de arbeidsongevallen uit deelvraag 1 betrof een: - dodelijk arbeidsongeval;

2 - arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid; - arbeidsongeval met tijdelijke arbeidsongeschiktheid? 3. Kan de minister voor alle instellingen, departementen, DAB s, agentschappen (IVA, EVA, andere) die onder de bevoegdheid van de minister ressorteren een overzicht geven van het aantal arbeidsongevallen over de periode per instelling, departement, DAB, agentschap enzovoort en opgesplitst naar: - aantal dodelijke arbeidsongevallen; - aantal arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid; - aantal arbeidsongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid? 4. Van de 1177 arbeidsongevallen in 2013 gebeurden er in totaal 466 tijdens het woonwerkverkeer (40%) en 711 arbeidsongevallen gebeurden op het werk zelf (60%). Kan de minister voor alle instellingen, departementen, DAB s, agentschappen (IVA, EVA, andere) die onder de bevoegdheid van de minister ressorteren een overzicht geven van het aantal arbeidsongevallen over de periode per instelling, departement, DAB, agentschap enzovoort, en opgesplitst naar de locatie van het ongeval: - ongeval woon-werkverkeer; - ongeval op het werk? 5. Hoeveel van de ongevallen uit het antwoord op deelvraag 4 die gebeurden tijdens het woon-werkverkeer hadden tot gevolg: - tijdelijke arbeidsongeschiktheid; - blijvende arbeidsongeschiktheid; - dodelijk ongeval? 6. Heeft de minister per instelling, departement, DAB s, agentschap enzovoort zicht op het ongevalrisico, uitgedrukt in aantal ongevallen t.o.v. het aantal personeelsleden en dit voor wat betreft het risico op: - een dodelijk arbeidsongeval; - een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid; - een arbeidsongeval met tijdelijke arbeidsongeschiktheid? 7. Kan de minister per instelling, departement, DAB s, agentschap (IVA, EVA, andere) die onder de bevoegdheid van de minister ressorteren voor de periode een overzicht geven van de totale afwezigheidsduur (uitgedrukt in kalenderdagen) van personeelsleden van de Vlaamse overheid ten gevolge van een ongeval met tijdelijke arbeidsongeschiktheid, veroorzaakt tijdens: - woon-werkverkeer; - op het werk? 8. Op de website bestuurszaken staat te lezen: Om arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid en dodelijke ongevallen te kunnen duiden en te vergelijken met andere organisaties moet in plaats van de duur van de arbeidsafwezigheid eerder de ernst van deze arbeidsongevallen in kaart gebracht worden. Immers, het personeelslid kan na een arbeidsongeval misschien wel terug komen werken, maar de impact van dat arbeidsongeval blijft wel aanwezig doorheen het verdere leven. Hetzelfde geldt a fortiori bij een dodelijk ongeval. De ernst wordt berekend a.d.h.v. het forfaitair bepaald aantal afwezigheidsdagen die verschillen naargelang de mate van ongeschiktheid van het personeelslid na het ongeval. De gegevens om deze berekening te maken zijn momenteel nog niet allemaal beschikbaar, maar zouden in de toekomst aan de webpagina worden toegevoegd.

3 a) Welke stappen dienen nog te worden gezet opdat de berekening kan worden gemaakt? b) Wanneer verwacht de minister dat de gegevens, die nodig zijn om de afwezigheid door arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid en dodelijke ongevallen te berekenen, beschikbaar zullen zijn? c) Wat is het tijdpad voor de publicatie van deze cijfers op de website van bestuurszaken? Deze vraag werd gesteld aan de ministers Geert Bourgeois (157), Hilde Crevits (241), Annemie Turtelboom (157), Liesbeth Homans (444), Ben Weyts (647), Jo Vandeurzen (346), Philippe Muyters (324), Joke Schauvliege (402), Sven Gatz (108).

4 LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING GECOÖRDINEERD ANTWOORD op vraag nr. 444 van 5 februari 2015 van MARTINE TAELMAN Het totale aantal arbeidsongevallen in 2014 wordt samen met de impact ervan in de loop van het voorjaar 2015 in kaart gebracht en nadien gepubliceerd op de webpagina van Bestuurszaken: 3. Als bijlage 1 vindt u voor het toepassingsgebied Diensten Vlaamse overheid per jaar vanaf 2010 (voorheen geen cijfers beschikbaar) het totale aantal arbeidsongevallen opgedeeld volgens de impact op de arbeidsgeschiktheid van de betrokkene. Dit toepassingsgebied bevat alle entiteiten die onder het Vlaams personeelsstatuut (VPS) ressorteren Als bijlage 2 vindt u voor de jaren 2012 en 2013 voor het toepassingsgebied Diensten Vlaamse overheid het totaal aantal arbeidsongevallen opgedeeld volgens locatie en het aantal arbeidsongevallen die tijdens het woon-werkverkeer gebeurden opgesplitst volgens de impact ervan op de arbeidsgeschiktheid van de betrokkene. 6. Als bijlage 3 vindt u voor de Diensten Vlaamse overheid voor 2013 het ongevalsrisico uitgedrukt in aantal ongevallen t.o.v. het aantal personeelsleden. Er waren in 2013 geen dodelijke arbeidsongevallen. 7. Als bijlage 4 vindt u voor de jaren 2012 en 2013 voor de Diensten van de Vlaamse overheid de totale afwezigheidsduur in kalenderdagen van de arbeidsongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid opgedeeld volgens locatie. 8. Bij elk arbeidsongeval legt de federale instantie Medex of het Agentschap voor Onderwijsdiensten, de bevoegde instantie voor arbeidsongevallen binnen de Vlaamse overheid, de ernst van een arbeidsongeval vast op het moment dat het opgelopen letsel niet meer evolueert. Indien na verloop van tijd dit letsel geen impact meer heeft op de permanente arbeidsgeschiktheid, zal dit geconsolideerd worden als een arbeidsongeval met een tijdelijke arbeidsongeschiktheid. In het andere geval wordt de ernst van het arbeidsongeval vastgelegd aan de hand van een bepaald percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid dat wordt omgezet in aantal forfaitaire dagen op basis van een wettelijk vastgelegde berekeningswijze. Beide uitkomsten leiden in ieder geval tot op voorhand niet te voorspellen doorlooptijden waarmee structureel rekening moet gehouden worden bij de wijze waarop informatie over de ernst van arbeidsongevallen wordt verzameld, verwerkt en ontsloten. Op dit moment heeft mijn administratie een werkwijze uitgewerkt hoe ze hiermee in de toekomst zal rekening houden zodat de rapportering op de website in de loop van 2015 hiermee verder kan worden verfijnd.

5 BIJLAGEN 1. Totale aantal arbeidsongevallen volgens de impact op de arbeidsgeschiktheid van de betrokkene. 2. Totaal aantal arbeidsongevallen volgens locatie en het aantal arbeidsongevallen die tijdens het woon-werkverkeer gebeurden opgesplitst volgens de impact ervan op de arbeidsgeschiktheid van de betrokkene. 3. Het ongevalsrisico uitgedrukt in aantal ongevallen t.o.v. het aantal personeelsleden. 4. De totale afwezigheidsduur in kalenderdagen van de arbeidsongevallen met tijdelijke arbeidsongeschiktheid opgedeeld volgens locatie.