Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang"

Transcriptie

1 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang

2 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang Enschede, 25 september 07 NV/07/2468/awmo mw. drs. S.J.M. Schutte mw. ir. N.M.H. van Vliet ir. L.E. Drouven

3 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding Vraagstelling Aanpak Leeswijzer Achtergronden van regionale verschillen Inleiding Conclusie Substitutie gemeente AWBZ Inleiding Conclusie Effect voor cliënten in de opvang Inleiding Conclusie Relatie tussen inzet middelen en overlast en veiligheid Inleiding Conclusie Nuancering beeld van eind Traditioneel onderscheid Feitelijke nuanceringen Samenvattende conclusie BIJLAGEN Bijlage 1 Financieel overzicht verdeling middelen over zorgkantoorregio s Bijlage 2 Zorgkantoorregio Friesland Bijlage 3 Zorgkantoorregio Zuid-Limburg Bijlage 4 Zorgkantoorregio t Gooi Bijlage 5 Zorgkantoorregio Zuid-Holland Noord Bijlage 6 Zorgkantoorregio Nijmegen Bijlage 7 Zorgkantoorregio Arnhem Bijlage 8 Overige centrumgemeenten NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 2 van 37

4 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 1. Inleiding 1.1 Aanleiding In deze (concept)rapportage wordt verslag gedaan van het onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de Opvang dat Hoeksma, Homans & Menting organisatieadviseurs B.V. (bureau HHM) in de maanden juli tot en met september 2007 in opdracht van het ministerie van VWS heeft verricht. Aanleiding voor dit onderzoek was een eerder onderzoek van november 2006 naar AWBZ-bestedingen in de opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en opvang voor zwerfjongeren) in relatie tot de grondslag psychosociaal 1. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat er zeer grote verschillen bestaan in de omvang van de productieafspraken tussen de verschillende zorgkantoorregio s en de in de betreffende regio aanwezige instellingen voor opvang (zie bijlage 1). De totale omvang van de bekende productieafspraken met instellingen voor opvang bedroeg per juli 2006 circa 90 miljoen euro. In 2004 was dit 12 miljoen euro (beschikbaar via een aparte subsidieregeling). Dit is een aanzienlijke toename in korte tijd. Naar aanleiding daarvan is het ministerie van VWS geïnteresseerd in de achtergronden van de geconstateerde grote regionale verschillen van de AWBZmiddelen in de opvang. 1.2 Vraagstelling In het onderzoek zijn de volgende hoofdvragen aan de orde geweest: 1. Wat zijn belangrijke achtergronden voor de geconstateerde regionale verschillen in de omvang van AWBZ-middelen voor de opvang? 2. Heeft er een substitutie van financiële middelen vanuit het gemeentelijk domein naar de AWBZ plaatsgevonden? 3. Zijn er meer cliënten in de opvang geholpen en/of is de hulp aan bestaande cliënten geïntensiveerd? 4. In welke mate heeft de inzet van financiële middelen vanuit de AWBZ geleid tot het bereiken van beoogde doelen, namelijk: minder overlast op straat en meer gevoel van veiligheid/geborgenheid bij de doelgroep? 1 Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name in relatie tot de grondslag psychosociaal (Bureau HHM, 15 november 2006, kenmerk LD/06/3400/psmo). NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 3 van 37

5 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 1.3. Aanpak Om de hiervoor vermelde vragen te beantwoorden is de volgende aanpak gehanteerd. WIJZE VAN SELECTIE Om na te gaan welke regio s het meest in aanmerking komen voor nader onderzoek, is allereerst een nadere analyse uitgevoerd van het onderliggende onderzoeksmateriaal van het onderzoek van november 2006 naar de hoogte van de bestedingen. Er zijn daarbij twee zorgkantoorregio s geselecteerd met een relatief hoog volume aan afspraken met instellingen voor opvang en twee zorgkantoorregio s met een relatief laag volume aan afspraken met instellingen voor opvang. Zorgkantoor t Gooi 2 en het Leger des Heils zullen apart worden beschouwd. De vier zorgkantoren voor de G4 zijn buiten beschouwing gelaten bij de selectie. Bij de beoordeling van hoog en laag is het contracteervolume gerelateerd aan de geschatte hoeveelheid cliënten in de opvang binnen de betreffende zorgkantoorregio. Daarnaast is zoveel mogelijk gezocht naar een landelijk evenwicht voor wat betreft de aard van de opvanginstellingen (maatschappelijke opvang - vrouwenopvang opvang zwerfjongeren). De selectie en beargumentering is voorgelegd aan de opdrachtgever, waarna is besloten welke regio s zouden worden onderzocht. Tevens is de selectie voorgelegd aan de Federatie Opvang (FO) om uiteindelijk de belangrijkste instellingen voor opvang uit de betreffende zorgkantoorregio s te selecteren. Een en ander leidde tot de volgende selectie van regio s en instellingen. Tevens is vermeld welke centrumgemeenten en CIZdistricten betrokken zijn. Volume AWBZ Zorgkantoorregio Instellingen Betrokken centrumgemeente(n) Hoog Friesland SMO Friesland (mo) Stichting Limor (mo) VO Fier Fryslan (vo) Hoog Zuid-Limburg St. Rimo Heerlen (mo) St. Zwerfjongeren Limburg St. Xonar (vo) Leeuwarden Maastricht (niet gesproken) Heerlen Betrokken CIZdistrict Noordoost- Nederland Zuidoost- Nederland Hoog t Gooi Leger des Heils (divers) - - Laag Nijmegen Iriszorg (mo) (voormalig St. Konvooi, St. Passade, St. Arcuris) Nijmegen Midden- Nederland Laag / Gemiddeld Zuid-Holland Noord De Binnenvest (mo) Rosa Manus (vo) Leiden Noordwest- Nederland Laag Arnhem Leger des Heils (via t Gooi) Hera (vo) Johanniter Opvang (mo) Arnhem Oost- Nederland Tabel 1. Selectie zorgkantoorregio s en respondenten 2 Via zorgkantoor t Gooi en het Leger des Heils wordt namelijk ongeveer éénderde van het totale landelijke budget aan financiële AWBZ-middelen voor de Opvang gecontracteerd. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 4 van 37

6 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang Er is voor gekozen om de regio Arnhem als reserve te hanteren omdat er tijdens de selectie signalen kwamen dat de regio Zuid-Holland Noord mogelijk geen laag volume aan AWBZ-middelen heeft, maar eerder een middenmoter is. Uiteindelijk is dit ook gebleken. WERKWIJZE Er zijn mondelinge (telefonische) gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de zorgkantoren en instellingen. Tevens zijn telefonische interviews gehouden met vertegenwoordigers van de betrokken centrumgemeenten en CIZ-districten. Daarbij heeft vaak ook een verificatie plaatsgevonden van de opgegeven bedragen per instelling zoals bekend uit het onderzoek van november In een aantal gevallen leidde dat tot een wijziging van de opgave (zie hiervoor hoofdstuk 6). Bij de instellingen is steeds gesproken met de directie of de controller/head. Bij de zorgkantoren is gesproken met de accountmanagers voor langdurige GGz en/of MO. Bij de centrumgemeenten is gesproken met één of meer betrokken beleidsambtenaren en bij de CIZ-districten is gesproken met degenen die langdurige GGz / MO in hun portefeuille hebben. Verder is gesproken met de Federatie Opvang, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Zorgverzekeraars Nederland en het hoofdkantoor van het Centrum Indicatiestelling Zorg voor eventuele algemene beelden en achtergronden en waar nodig voor verificatie van gevonden resultaten. 1.4 Leeswijzer In de navolgende hoofdstukken worden de resultaten nader gepresenteerd. In de hoofdstukken 2 tot en met 5 wordt per onderzoeksvraag een inleiding en een conclusie gegeven. Het achtergrondmateriaal per zorgkantoorregio waarop deze conclusie wordt getrokken, is te vinden in de bijlagen 2 tot en met 7. Hoofdstuk 6 bevat een nuancering van het beeld eind 2006 over de AWBZ productieafspraken per zorgkantoorregio. In hoofdstuk 7 wordt ten slotte een conclusie getrokken. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 5 van 37

7 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 2. Achtergronden van regionale verschillen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op hoofdvraag 1: Wat zijn belangrijke achtergronden voor de geconstateerde regionale verschillen in de omvang van AWBZ-middelen voor de opvang? Bij deze vraag is stilgestaan bij onder meer de volgende aandachtspunten: de mogelijkheden om contractafspraken te maken met het zorgkantoor; de mogelijkheden voor indicatiestelling voor de cliënten van de betreffende instelling voor opvang en de eventuele beïnvloeding vanuit een andere partij; de onderlinge samenwerkingsrelaties tussen partijen binnen één regio; het specifieke op de opvang gerichte beleid van de verschillende partijen; omstandigheden die remmend of bevorderend hebben gewerkt op contractering. Met andere woorden: er is steeds gekeken naar de rol van de verschillende betrokken partijen, te weten de zorgkantoren, de instellingen, de gemeenten en de regionale CIZ-kantoren. Tevens is gevraagd aan een vertegenwoordiger van de Federatie Opvang welke acties de FO heeft ondernomen om de financieringsmogelijkheden die de AWBZ biedt onder de aandacht van haar leden te brengen. Het achtergrondmateriaal per zorgkantoorregio waarop onderstaande conclusie wordt getrokken, is te vinden in de bijlagen 2 tot en met Conclusie Geconcludeerd kan worden dat in die regio s waar relatief veel middelen beschikbaar zijn, de instellingen en het zorgkantoor samen de bepalende factoren waren. In al deze regio s waren partijen vanaf het begin van de modernisering van de AWBZ (en soms al ver daarvoor) de mening toegedaan dat het in de MO/VO vaak gaat om mensen die aanspraak maken op de AWBZ aangezien zij een verstandelijke handicap of een psychiatrische stoornis (wel of niet gediagnosticeerd) hebben en beperkingen op het gebied van de sociale redzaamheid. Door hun bijkomende verslavingsproblematiek en/of asociale houding zitten ze echter niet in een GGZ-instelling. In feite is er sprake van een groep cliënten die al lang bestond en geen recht konden of wilden claimen op de AWBZ, maar dit wel hadden. In de regio s met voorgaande visie is de mogelijkheid voor het verkrijgen van een AWBZ-erkenning voor de opvanginstellingen derhalve direct benut. Illustratief in dit verband is het citaat van één van de respondenten: We zetten AWBZ-middelen in voor mensen die daar recht op hebben; het feit dat andere regio s zo weinig middelen inzetten, betekent niet dat wij teveel hebben, maar dat zij hun werk niet goed doen! NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 6 van 37

8 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang In een regio werd aangegeven dat het zorgkantoor de doelstellingen van de modernisering AWBZ om marktwerking te creëren heeft aangegrepen om ook nieuwe aanbieders, zoals de opvanginstellingen, de kans te geven. Deze opvanginstellingen hebben vervolgens goed geoffreerd en konden scherpe prijzen bieden. Het zorgkantoor was vervolgens niet bang om contracten met traditionele zorgaanbieders (o.a. GGZ) af te bouwen en met nieuwe (opvanginstellingen) op te bouwen. Bovendien konden, wanneer bovenstaande visie werd gedeeld, reeds voordat er sprake was van budgettering door zorgkantoren, middelen worden gereserveerd voor deze doelgroep. Daarbij bleek het veelal van belang dat de samenwerking met andere partijen goed was. Echter, de rollen van het CIZ en de centrumgemeenten zijn minder bepalend. Wel van belang is dat men elkaar weet te vinden en het gesprek aangaat. In één van de regio s gold dat ook het CIZ van meet af aan de visie had dat het om AWBZ-problematiek ging en had men een grote bereidheid dit te onderzoeken. In de andere regio s heeft men dit na verloop van tijd in meer of mindere mate goed kunnen regelen. Wat overigens hierbij opvalt, is dat zorgkantoren verschillend zijn omgegaan met de besteding van AWBZ-middelen. Soms bood men de mogelijkheid om de volledige contracteerruimte af te rekenen, zonder dat aan de gehele productie indicatiebesluiten ten grondslag lagen; soms was men bereid om indicaties met terugwerkende kracht te financieren. Ook nu, nu al deze regio s te maken hebben met budgettering van alle AWBZ-middelen, zijn er verschillen: soms wordt ervoor gekozen om te maximeren op een deel van de indicaties; soms wordt een deel van de indicaties in het geheel niet gefinancierd. Vrijwel overal is nu sprake van aanbesteding. Daarbij is relevant in hoeverre middelen worden geoormerkt voor de MO/VO sector. In beide regio s met een relatief laag volume aan AWBZ-middelen wordt aangegeven dat met name het CIZ de remmende factor is geweest. In een van die regio s wordt aangegeven dat ook het contracteren door een ander zorgkantoor in verband met het statutair gevestigd zijn van instellingen in het verzorgingsgebied van een ander zorgkantoor een belangrijke rol speelt. In het bijzonder voor de instellingen voor vrouwenopvang lijkt het lastiger te zijn geweest om indicaties via het CIZ te verkrijgen, waardoor men het op een bepaald moment ook niet meer probeert. Het CIZ hanteert in beide regio s een relatief strikt indicatiebeleid. In de ene regio wordt hierdoor gecontracteerd op historische gronden. Het zorgkantoor zou meer contracteren als er meer indicaties zouden zijn. In de andere regio worden met het zorgkantoor productieafspraken gemaakt voor deze doelgroep op basis van de zorgvraag van deze doelgroep in de regio. Ook worden er in overleg met gemeente en provincie wel initiatieven ontwikkeld. Het gevolg is dat vanwege achterblijvende indicaties in het jaar daarop men vervolgens maar een gedeelte van de productieafspraken heeft gerealiseerd. Inmiddels lijkt in deze regio een en ander voor wat betreft het CIZ nu te verbeteren. Men heeft geconstateerd dat het betreffende CIZ strikter indiceerde dan in andere regio s en heeft dit aanhangig gemaakt bij het hoofdkantoor CIZ. Dit leidde tot een aantal wijzigingen voor wat betreft de indicatiestelling. Vanuit het hoofdkantoor CIZ is hierover aangegeven NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 7 van 37

9 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang dat men komend najaar een nieuwe systematiek zal uitrollen, waarbij veel aandacht wordt besteed aan scholing. Op dit moment is er weliswaar eenduidig beleid bij het CIZ als het gaat om de doelgroep MO/VO, maar ontbreekt het nog aan een gedeeld beeld van en visie op de doelgroep; in de scholing zal daar met name veel aandacht aan worden besteed. Een en ander laat zien, en zo is ook veelvuldig bevestigd, dat in het algemeen van groot belang is geweest voor het verkrijgen van middelen de persoonlijke overtuigingen en visies van medewerkers binnen de betrokken partijen ten aanzien van deze doelgroep. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 8 van 37

10 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 3. Substitutie gemeente AWBZ 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op hoofdvraag 2: Heeft er een substitutie van financiële middelen vanuit het gemeentelijk domein naar de AWBZ plaatsgevonden? Hiertoe is nagegaan bij de centrumgemeenten die betrokken zijn bij de onderzoeksvraag 1 en waarin de instellingen voor opvang een sterke stijging kennen aan AWBZ-middelen, in welke mate het gemeentebudget voor de betreffende instellingen is veranderd in de loop van 2004 tot en met Tevens is aan de VNG en aan de FO de vraag voorgelegd of en in hoeverre sprake is van substitutie door gemeenten van de middelen uit de doeluitkering naar andere beleidsterreinen. Omdat al vrij snel bleek dat er van substitutie niet of nauwelijks sprake was, is ervoor gekozen om aan alle respondenten de vraag voor te leggen of zij gemeenten kennen waar sprake is van substitutie. Doelstelling hierbij was om daar waar dit het geval was bij de instellingen uit de betreffende regio na te gaan of de betreffende substitutie ook zorginhoudelijk kon worden onderbouwd en om de betreffende centrumgemeenten te vragen naar de achtergronden en eventuele cijfermatige onderbouwingen (zie bijlage 8). Naast substitutie van middelen vanuit het gemeentelijke domein naar AWBZ kan er natuurlijk ook sprake zijn van substitutie tussen AWBZ-instellingen. In alle regio s is derhalve gevraagd of en in hoeverre er sprake is van concurrentie met bijvoorbeeld de GGz. Het achtergrondmateriaal per zorgkantoorregio waarop onderstaande conclusie onder andere wordt getrokken, is te vinden in de bijlagen 2 tot en met Conclusie De conclusie luidt dat er geen sprake is geweest van substitutie, althans in die zin dat centrumgemeenten middelen zouden hebben weggehaald bij de doelgroep (voor de doeluitkering is dit ook niet mogelijk omdat het geld beschikbaar moet blijven voor de doelgroep). Wat wel is gebeurd, is dat centrumgemeenten hun middelen anders zijn gaan besteden. Veelal zijn middelen weggehaald bij de langdurige zorg. Met name de sociaal pensions worden in toenemende mate volledig door de AWBZ gefinancierd in de vorm van RIBW-plaatsen. Centrumgemeenten zijn de vrijgekomen middelen gaan besteden ten behoeve van onder meer preventie, trajectbegeleiding en overlastbestrijding. Dat betekent dat in sommige regio s wel middelen bij de individuele instellingen zijn weggehaald. Op het niveau van instellingen is er dus wel degelijk sprake NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 9 van 37

11 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang van substitutie. In twee regio s is dit expliciet gemeld en voor één van de instellingen heeft dit ook geleid tot een structureel probleem. In een enkele regio heeft het zorgkantoor heel nadrukkelijk als voorwaarde gesteld dat de centrumgemeente geen middelen zou terugtrekken op het moment dat instellingen AWBZ-middelen zouden ontvangen. Er is in meerdere regio s gemeld dat er door gemeenten pogingen zijn gedaan om de gemeentelijke budgetten te verminderen omdat er nieuwe financiering vanuit de AWBZ is gegeven. In beide gevallen is er na overleg besloten de voorgenomen vermindering niet door te voeren. Ook is er van één situatie bekend dat de gemeentebudgetten bevroren zijn op de situatie 2006 en in 2007 niet meegroeiden met uitbreiding van aantal plaatsen en toename van het aantal ambulant in zorg zijnde cliënten. Naast de geselecteerde regio s zijn tevens vier andere centrumgemeenten bevraagd op eventuele substitutie. Dit leidde niet tot wijziging van bovenstaande conclusies. Tot slot is globaal gekeken of er tussen instellingen is gesubstitueerd, in het bijzonder tussen instellingen voor GGz en de MO/VO. Het beeld in de regio s met relatief veel AWBZ-middelen is dat er aanvankelijk niet is gekort op de GGz ten gunste van de MO/VO-instellingen. Voor alle regio s geldt dat er voldoende middelen beschikbaar waren om de indicaties te honoreren. Wel dient opgemerkt te worden dat vanwege achterblijvende indicaties men vervolgens maar een gedeelte van de productieafspraken heeft gerealiseerd. In toenemende mate vindt er, mede onder druk van de budgettering, aanbesteding plaats, waarbij de MO/VO veelal is ingedeeld binnen het perceel van de GGz. Dit betekent dat er moet worden geconcurreerd met de GGz. Desondanks wordt vrijwel overal aangegeven dat er goede relaties zijn met de GGz en dat men elkaar wederzijds nodig heeft om de keten vorm te geven. Dit laatste wordt ook opgemerkt in de regio s met relatief weinig AWBZmiddelen. Door één regio wordt aangegeven dat, voor zover er sprake is van concurrentie, dit eerder de verslavingszorg betreft dan de GGz. Door een enkel zorgkantoor wordt aangegeven dat men voornemens is de sector MO/VO in de toekomst apart te oormerken. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 10 van 37

12 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 4. Effect voor cliënten in de opvang 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op hoofdvraag 3: Zijn er meer cliënten in de opvang geholpen en/of is de hulp aan bestaande cliënten geïntensiveerd? Deze vraag is met name aan de orde geweest in die regio s waar sprake was van een sterke ontwikkeling van AWBZ-middelen. Echter, ook de regio s met een gering volume aan AWBZ-middelen zijn hierop bevraagd. De vooronderstelling dat een nadere objectivering vanuit bestaande registraties niet mogelijk is, bleek terecht. Een vergelijking tussen hetgeen vóór de modernisering AWBZ aan zorg werd geleverd en daarna is niet mogelijk, omdat destijds in de opvang nauwelijks per cliënt werd geregistreerd. Voor zover mogelijk is steeds wel kwantitatief materiaal opgevraagd. Over het geheel genomen wordt echter slechts een globaal beeld weergegeven. Het achtergrondmateriaal per zorgkantoorregio waarop onderstaande conclusie wordt getrokken, is te vinden in de bijlagen 2 tot en met Conclusie Alle regio s geven aan dat met de AWBZ-middelen meer en intensievere zorg is geboden aan cliënten. Kernwoorden zijn individualisering van zorg en professionalisering, zowel van zorg als de administratieve processen er om heen. Genoemd wordt onder meer dat de AWBZ-middelen de gewenste doorstroming hebben kunnen verbeteren en dat er diverse nieuwe zorgvormen zijn ontwikkeld waardoor er meer differentiatie in het aanbod is en de keten beter is te realiseren. Ook zijn in sommige regio s nieuwe doelgroepen bereikt die voorheen buiten de MO vielen of is men zich meer op bepaalde doelgroepen gaan richten, zoals zwerfjongeren, outreachend werk, eerwraak- en loverboyproblematiek. In de regio s waar relatief veel middelen beschikbaar zijn, zijn diverse voorbeelden genoemd van nieuwe zorgvormen met bijbehorende cliëntaantallen. Uit jaarverslagen en dergelijke blijkt ook veelal goed af te leiden wat er aan extra en nieuwe activiteiten is verricht. Lastiger is evenwel te bepalen in welke mate de zorg per cliënt is geïntensiveerd. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 11 van 37

13 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 5. Relatie tussen inzet middelen en overlast en veiligheid 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de laatste hoofdvraag beantwoord: In welke mate heeft de inzet van financiële middelen vanuit de AWBZ geleid tot het bereiken van beoogde doelen, namelijk: minder overlast op straat en meer gevoel van veiligheid/geborgenheid bij de doelgroep? Uiteraard is het verminderen van overlast op zich zelf geen doelstelling van het gebruik van AWBZ-middelen. Echter, zo is de gedachte, door de inzet van AWBZ-middelen kan de individuele zorg worden gewaarborgd en kunnen de centrumgemeenten hun middelen inzetten voor hun taken, zoals onder meer het verminderen van overlast. De verwachting vooraf was dat er gemeenten zouden zijn die in staat zijn hierop een antwoord te geven omdat zij al enkele jaren de doelgroep longitudinaal monitoren (trajecten, uitval, overlast). Bij nadere navraag bij de VNG alsmede bij de betrokken centrumgemeenten uit het onderzoek bleken er nauwelijks gemeenten bekend waar dit het geval is. Bij de verschillende respondenten is derhalve vooral een subjectief beeld gevraagd. Het achtergrondmateriaal per zorgkantoorregio waarop onderstaande conclusie wordt getrokken, is te vinden in de bijlagen 2 tot en met Conclusie Over het geheel genomen blijkt in alle regio s het beeld te bestaan dat het inzetten van AWBZ-middelen leidt tot het verminderen van overlast. Veelal zijn daar ook concrete voorbeelden van te noemen, maar het is vooralsnog niet mogelijk om deze relatie over het geheel van een regio of centrumgemeente hard vast te stellen. Hiervoor ontbreken longitudinale studies en analyses. In enkele gemeenten wordt wel de overlast als zodanig gemonitord, maar of en in hoeverre er een relatie is met de AWBZ is niet bekend. Wel is het algehele beeld dat vanwege de AWBZ-middelen aan cliënten, in tegenstelling tot het in het verleden, nu daadwerkelijk iets kan worden geboden. Er is, zoals door één van de respondenten expliciet gemeld, sprake van een betere synergie tussen Wmo en AWBZ. De AWBZ maakt het mogelijk dat er voor cliënten een meer divers aanbod beschikbaar is waardoor doorstroming kan worden bevorderd. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 12 van 37

14 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 6. Nuancering beeld van eind 2006 In het onderzoek uit het najaar van 2006, het onderzoek dat de aanleiding vormde voor het onderhavige onderzoek, is gekeken naar de AWBZ-bestedingen in de MO en VO en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal. De rapportage over dit onderzoek bevat een tabel waarin per zorgkantoorregio is weergegeven wat het totaalbedrag per zorgkantoorregio is dat wordt besteed aan MO en VO (zie bijlage 1). Gedurende het onderhavige onderzoek is gebleken dat de resultaten uit de betreffende tabel nuancering behoeven. 6.1 Traditioneel onderscheid Een van de belangrijkste nuanceringen betreft het feit dat, doordat de cliënten in de MO/VO één of meer grondslagen hebben voor AWBZ-zorg, er feitelijk geen onderscheid meer kan worden gemaakt met cliënten uit de langdurige GGz (zeker daar waar de grondslag psychiatrie aan de orde is). Ook een deel van de traditionele GGz-instellingen is gericht op de voormalige MO/VO-doelgroep. Dit impliceert dat wel kan worden achterhaald welke cliënten in de als MO/VObekend staande instellingen AWBZ ontvangen, maar niet meer kan worden bepaald welke van oudsher als MO/VO-bekend staande cliënten AWBZ ontvangen in de als GGz-bekend staande instellingen. Er is immers geen sprake meer van onderscheid tussen cliënten in de langdurige GGz en de MO. Een deel van met name de RIBW en zijn zich gaan richten op deze doelgroep en omgekeerd zijn met name de sociale pensions in toenemende mate AWBZerkenningen gaan aanvragen. In het onderzoek zijn hiervan verschillende voorbeelden benoemd. In regio s waar weinig middelen worden ontvangen, is het wel mogelijk dat de betreffende zorg wordt geboden vanuit GGz en/of verslavingszorginstellingen. Naast de GGz is ook de V&V-sector (oudere verslaafden) en de Gehandicaptensector (zwerfjongeren) genoemd als sector waar MO-cliënten zich kunnen bevinden. Dergelijke ontwikkelingen maken dat de vraag naar hoeveel AWBZ middelen uitgegeven worden aan de doelgroep MO en VO minder nauwkeurig is te beantwoorden. Er wordt overigens niet verwacht dat, wanneer dit nauwkeurig wordt onderzocht, dit de verschillen tussen de regio s zal verminderen. Het zou derhalve interessant zijn om in 2008, op het moment dat de overheveling van GGz en verslavingszorg naar de Zvw een feit is, nog eens te onderzoeken wat nu het totaal aan AWBZ-middelen is dat wordt besteed aan MO/VO, langdurige GGz en sociale verslavingszorg. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 13 van 37

15 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 6.2 Feitelijke nuanceringen Naast bovengenoemde algehele nuancering is tijdens het onderhavige onderzoek ook gebleken dat op een aantal punten de oude cijfers uit 2006 niet helemaal juist waren: destijds zijn de cijfers van de verschillende zorgkantoren opgevraagd. De verdeling van de financiële middelen die het Leger des Heils vanuit het zorgkantoor t Gooi ontvangt over de verschillende regio s, was op dat moment nog niet bekend; daarnaast bleek dat door het feit dat gegevens van diverse zorgkantoren vanuit dezelfde zorgverzekeraar en dezelfde contactpersoon werden doorgegeven, er in twee gevallen omwisselingen hebben plaatsgevonden: het betreft enerzijds West-Brabant en Zuid-Hollandse eilanden en anderzijds Amstelland en Zuid-Holland Noord; in de regio Zuid-Holland Noord is daarenboven gebleken dat in de cijfers van het in het najaar van 2006 uitgevoerde onderzoek de middelen voor de functie verblijf van één van de instellingen niet was meegenomen; tot slot waren de gegevens die door de zorgkantoren waren doorgegeven betreffende de RIBW en van het Leger des Heils onvolledig. Dit is vermoedelijk veroorzaakt door het feit dat, omdat specifiek is gevraagd naar de doelgroep MO en VO, door een deel van de zorgkantoren de RIBW en niet zijn herkend als leverancier van zorg aan MO/VO-cliënten. Dit heeft dan te maken met de algehele nuancering zoals hierboven aangegeven. Inmiddels is door het Leger des Heils een overzicht gegeven van alle RIBW en die zij exploiteren en de AWBZ middelen. De betreffende RIBW'en zijn volledig AWBZ gefinancierd. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 14 van 37

16 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang 7. Samenvattende conclusie Bij het onderhavige onderzoek naar de geconstateerde verschillen tussen de inzet in 2006 aan financiële middelen vanuit de AWBZ via de zorgkantoren voor de opvang zijn vier hoofdvragen gesteld. Onderstaand wordt per hoofdvraag een samenvattende conclusie weergegeven. Verder is er een nuancering aangebracht met betrekking tot het cijfermateriaal dat als uitgangspunt diende voor dit onderzoek. 1. Wat zijn belangrijke achtergronden voor de geconstateerde regionale verschillen in de omvang van AWBZ-middelen voor de opvang? Geconcludeerd wordt dat in de regio s waar relatief meer AWBZ-middelen beschikbaar zijn, het volgende vaker aan de orde is dan in de regio s waar relatief minder AWBZ-middelen beschikbaar zijn: Het erkennen van de doelgroep als AWBZ-doelgroep door alle partijen. Hierin is het van belang dat alle betrokkenen ook persoonlijk hiervan overtuigd zijn en deze visie delen. De samenwerking tussen alle partijen voor deze doelgroep. In de onderzochte regio s waar relatief veel AWBZ-middelen beschikbaar zijn, waren de instellingen en het zorgkantoor met name de stimulerende partijen. Van groot belang is dat men ook de andere partijen heeft weten te vinden en via onderling overleg tot goede afspraken is gekomen. In de regio s met een relatief laag volume aan AWBZ-middelen wordt aangegeven dat niet alle partijen dezelfde visie delen. Hierdoor kunnen minder productieafspraken worden gemaakt tussen zorgkantoor en instellingen en/of kunnen de productieafspraken niet worden gerealiseerd, doordat het CIZ een relatief strikt indicatiebeleid voert. In de meeste regio s wordt aangegeven dat de samenwerking inmiddels wel beter wordt. 2. Heeft er een substitutie van financiële middelen vanuit het gemeentelijk domein naar de AWBZ plaatsgevonden Er is niet geconstateerd dat gemeenten ten gevolge van de inzet van AWBZmiddelen in de opvang minder middelen zijn gaan inzetten voor de doelgroep van de opvang. Wel zijn er bewegingen om de 24-uurs zorg voor de LZAcliënten zo veel mogelijk onder het AWBZ-regime te krijgen zodat de vrijkomende middelen voor andere producten binnen de doelgroep kan worden ingezet. Dit is met name de preventie en de OGGz. Overigens kan niet worden geconcludeerd dat in regio s met relatief meer AWBZ-middelen, de gemeente meer met de middelen is gaan schuiven richting andere doelgroepen binnen de opvang dan in de andere regio s. Blijkbaar is er in deze regio s geen noodzaak voor instellingen, op een enkeling na, om zich ook op andere financieringsbronnen te gaan richten, doordat de gemeente met de middelen is gaan schuiven. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 15 van 37

17 Onderzoek naar regionale verschillen in de AWBZ-middelen in de opvang Eerder kan worden geconcludeerd dat als gevolg van het beschikbaar stellen van meer AWBZ-middelen de gemeenten met de middelen zijn gaan schuiven. 3. Zijn er meer cliënten in de opvang geholpen en/of is de hulp aan bestaande cliënten geïntensiveerd? Er mag zeker worden aangenomen dat de hulp aan bestaande cliënten is geïntensiveerd naar het niveau dat past bij de problematiek en beperkingen van de doelgroep. Ook kunnen meer cliënten worden geholpen en is de doorstroming van cliënten verbeterd. Bovendien zijn er nieuwe zorgvormen ontwikkeld en kon men onder andere daardoor ook nieuwe doelgroepen bereiken. Er kan niet worden geconcludeerd of in regio s met relatief meer AWBZmiddelen, meer cliënten zijn geholpen en/of de hulp meer geïntensiveerd is, aangezien hier geen kwantitatief onderzoek naar plaats kon vinden. 4. In welke mate heeft de inzet van financiële middelen vanuit de AWBZ geleid tot het bereiken van beoogde doelen, namelijk: minder overlast op straat en meer gevoel van veiligheid/geborgenheid bij de doelgroep? Het is vooralsnog niet mogelijk om deze relatie over het geheel van een regio of centrumgemeente hard vast te stellen. Hiervoor ontbreken longitudinale studies en analyses. Wel is het aannemelijk dat de inzet van financiële middelen vanuit de AWBZ heeft geleid tot het verminderen van de overlast op straat en meer gevoel van veiligheid/geborgenheid bij de doelgroep. Aangezien hier dus geen kwantitatief onderzoek naar plaats kon vinden of heeft gevonden, kan niet worden geconcludeerd of in regio s met relatief meer AWBZmiddelen, minder overlast op straat is en er meer gevoel van veiligheid/geborgenheid bij de doelgroep bestaat. 5. Nuancering met betrekking tot het cijfermateriaal dat als uitgangspunt diende voor dit onderzoek naar grote verschillen. Er is bij de zorgkantoren gevraagd naar de bestedingen van AWBZ-middelen in de traditionele instellingen voor opvang. De doelgroep van de instellingen voor opvang is voor een onbekend deel in zorg bij GGZ instellingen (veelal RIBW s), V&V instellingen (dakloze ouderen) en soms bij instellingen voor verstandelijk gehandicapten (jongeren). Dit maakt dat niet bekend is hoeveel er totaal aan AWBZ-middelen voor de doelgroep beschikbaar is. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 16 van 37

18 Bijlage 1. Financieel overzicht verdeling middelen over zorgkantoorregio s en provincies OORSPRONKELIJKE OPGAVE PER ZORGKANTOORREGIO 3 CODE Zorgkantoor Bedrag uit onderzoek eind Groningen Friesland Drenthe Zwolle Twente Apeldoorn Arnhem Nijmegen Utrecht Flevoland t Gooi Noord-Holland Noord /14 Zaanstreek Waterland en Kennemerland Amsterdam Amstelland de Meerlanden Zuid-Holland Noord Haaglanden Delft West- en Oostland Midden-Holland Rotterdam Nieuwe Waterweg Noord Zuid-Hollandse eilanden Waardenland Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noord-Oost Brabant Zuid-Oost Brabant Noord- en Midden-Limburg Zuid-Limburg Midden-IJssel Totaal contractering Tabel 1. Oorspronkelijke opgave per zorgkantoorregio 3 Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name in relatie tot de grondslag psychosociaal (Bureau HHM, 15 november 2006, kenmerk LD/06/3400/psmo). NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 17 van 37

19 Bijlage 2. Zorgkantoorregio Friesland Zorgkantoorregio Friesland ACHTERGRONDEN VAN REGIONALE VERSCHILLEN Door één van de respondenten is vooraf gewezen op het feit dat een groot deel van de AWBZ-middelen die worden besteed aan deze doelgroep mogelijk niet meer als zodanig herkenbaar zijn. Ook traditionele AWBZ-instellingen gaan zich richten op deze doelgroep. In een RIBW zijn bijvoorbeeld de traditionele MO-cliënten niet meer als zodanig te traceren: ze hebben dan immers een grondslag voor AWBZ en ontvangen zorg die vergelijkbaar is met traditionele GGz-cliënten. Door een andere respondent is dit beeld nog eens bevestigd: via de verblijfserkenning van een verzorgingshuisinstelling wordt verzorging geleverd aan dakloze ouderen, een combinatie van de MO-doelgroep en de V&V-doelgroep. Dergelijke ontwikkelingen nuanceren feitelijk de resultaten van het in het najaar van 2006 uitgevoerde onderzoek naar de door de zorgkantoren gecontracteerde middelen ten behoeve van instellingen voor MO en VO. Dit onderzoek vormde de aanleiding voor onderhavig onderzoek. Op dit aspect wordt dan ook separaat ingegaan in hoofdstuk 6. Door een instelling werd aangegeven dat ook de tegengestelde beweging gaande is, namelijk dat traditionele GGz-cliënten in de opvang worden geholpen. Er zijn door de respondenten twee hoofdfactoren benoemd voor het verkrijgen van AWBZmiddelen in Friesland, namelijk: actieve en ondernemende instellingen die er veel aan gelegen lieten liggen om de problematiek van hun cliënten (ook in AWBZ-termen) in kaart te brengen en om daartoe de benodigde partijen (CIZ, zorgkantoor en centrumgemeente) bijeen te brengen. De instellingen zijn van mening dat hun doelgroep bestaat uit mensen die recht hebben op AWBZ-geld, aangezien zij tenminste een psychosociale grondslag hebben, maar in veel gevallen ook een psychiatrische grondslag en dat de zorg die wordt verleend AWBZ-zorg is. Deze visie had men reeds voor de modernisering van de AWBZ. De vraag/problematiek van cliënten is vervolgens met hulp van het toenmalige RIO omgezet in indicatiebesluiten. De instellingen hebben zich niet laten tegenhouden door eventuele sectorgrenzen en hebben bijvoorbeeld wanneer de GGZ-instellingen op zich lieten wachten met bijvoorbeeld hulp bij de diagnoses voor hun cliënten, zelf een psychiater in dienst genomen om hun cliënten te diagnosticeren; een zorgkantoor dat hiervoor zeer ontvankelijk was: de betrokken accountmanagers staan open voor deze doelgroep en erkenden van meet af aan dat niemand er voor kiest om dakloos te zijn of geslagen te worden; hier liggen problemen aan ten grondslag. De houding die wordt ingenomen is dat het feitelijk niet uitmaakt of de benodigde zorg wordt geboden in een instelling voor opvang of in een GGz/verslavingszorg-instelling, als deze maar wordt geboden waar die nodig is. Het moment waarop een cliënt in een opvanginstelling verblijft of verkeert is daarbij veelal het juiste moment, volgens de betrokken. Bovendien wordt door een van de respondenten gewaardeerd dat het zorgkantoor een relatief klein kantoor is dat daardoor makkelijk is te benaderen. Dezelfde respondent geeft aan dat het Friese zorgkantoor meer stuurt op kwaliteit en minder op prijs dan andere zorgkantoren. Door het zorgkantoor wordt overigens gemeld dat men wel degelijk zowel op kwaliteit als prijs stuurt. Een en ander leidde er toe dat binnen de regio Friesland ruim voor de budgettering van 2005 AWBZ-middelen voor de doelgroep MO zijn verkregen. Toen de budgettering een feit werd, NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 18 van 37

20 Bijlage 2. Zorgkantoorregio Friesland waren deze middelen min of meer al veilig gesteld. Inmiddels wordt door partijen wel aangegeven dat de markt concurrerender wordt. Eén van de instellingen geeft aan door het zorgkantoor te zijn gemaximeerd op een bepaald percentage van het gemiddelde van alle indicaties, waardoor men de indicaties niet volledig kan verzilveren. De rollen van de overige partijen zijn als volgt beschreven. Het CIZ Door alle partijen wordt aangegeven dat ook het CIZ een zeer positieve rol speelde en speelt. De instellingen hebben daarbij zelf een actieve rol gespeeld om het CIZ naar binnen te halen, maar er was een grote bereidheid tot overleg. Ten behoeve van één de instellingen heeft men proefindiceringen gedaan, waaruit bleek dat er inderdaad sprake was van AWBZproblematiek. Op dit moment is nog steeds sprake van openheid en een bereidwillige houding. Ook de huidige werkwijze, waarin pre-indicaties worden afgegeven en in later stadium onderzoek wordt gedaan, wordt gewaardeerd. Echter, in vergelijking met het verleden is er ook enige kritiek: zo wordt ervaren dat de afstand groter wordt vanwege de districtsvorming, en, vindt men verschillen tussen indicatiestellers soms groot, hetgeen zorgt voor uitvoeringsproblemen. Daarnaast, zo wordt door een van de respondenten opgemerkt, ziet men het indicatiebeleid krapper worden (er worden lagere klassen geïndiceerd) en men ondervindt problemen bij het verkrijgen van indicaties voor OB-dag vanwege de discussie over wat nu wel of niet voorliggende voorzieningen zijn. Vanuit het CIZ wordt dit laatste punt ook herkend. Het betreft specifiek de UWV en gemeentelijke voorzieningen betreffende reintegratietrajecten. Dit is in principe geen AWBZ-zorg. Door het landelijk bureau van het CIZ wordt dit bevestigd: als cliënten eenmaal dagbesteding hebben gehad en kunnen doorstromen naar de WSW mag in principe geen AWBZ meer worden ingezet. Echter, vanwege de wachtlijsten die hier zijn, zijn cliënten tegen de tijd dat ze aan de beurt zijn, vaak hun vaardigheden kwijtgeraakt. Dit maakt uitstroom uit AWBZ-dagbesteding voor deze doelgroep moeilijk. Overigens wordt ook aangegeven, dat over dergelijke knelpunten, regelmatig overleg plaatsvindt met de instellingen. Lastiger verloopt het overleg met gemeenten aangaande de afstemming van trajecten voor cliënten. Vanuit het CIZ wordt aangegeven dat het inzetten van zorg zonder dat het vervolg goed geregeld is, niet effectief is. De centrumgemeente De rol van de centrumgemeente wordt eveneens benoemd als positief ondersteunend. Aanvankelijk was, volgens een van de instellingen, de centrumgemeente minder geporteerd van het verkrijgen van AWBZ-middelen, vanwege eventuele risico s van overheveling bij de komst van de Wmo, maar inmiddels is men zeer positief. De centrumgemeente is evenwel niet verantwoordelijk voor de AWBZ. Haar activiteiten richten zich met name op het elkaar weten te vinden en op overleg en overtuigen. Door het zorgkantoor wordt aangegeven dat men met de centrumgemeente op één lijn zit. Een enkele instelling ervaart richting de centrumgemeente dat de markt voor wat betreft de doeluitkeringmiddelen weinig open is; er is sprake van oude verhoudingen en verdelingen. Door de centrumgemeente zelf wordt dit erkend en herkend: onder invloed van de ontwikkelingen in de AWBZ doet zich ook daar steeds meer de vraag voor in hoeverre aanbesteding wenselijk is. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 19 van 37

21 Bijlage 2. Zorgkantoorregio Friesland Tot slot wordt door één van de respondenten nog genoemd dat de regiovisie die de 31 gemeenten met elkaar delen en de infrastructuur van Sociale Teams in Friesland zeer positief heeft gewerkt. Bevorderende factoren algemeen: ondernemingsgeest bij instellingen en inhoudelijke gedrevenheid; partijen geven onder meer aan dat er in Friesland een bereidheid bestaat om naar de cliënt te kijken en niet primair naar de financieringskaders. Wel wordt opgemerkt dat er in toenemende mate sprake is van een concurrerende markt; in Friesland was het zorgkantoor bereid om een zekere overgangsperiode te financieren, zodat het CIZ met terugwerkende kracht kon indiceren (omdat men niet alle indicaties direct kon stellen). Later is dit ook wel de Friese werkwijze genoemd; er is bereidheid tot samenwerking. De strategie van de verschillende instellingen is daarbij overigens divers. Waar de ene instelling nadrukkelijk ervoor kiest om geen zorg te verlenen die door de andere partijen in de regio kan worden geleverd, doet de andere instelling dat wel (met name als de andere partijen gaten laten vallen door niet adequaat en snel reageren bij deze doelgroep); er is sprake van een grote continuïteit voor wat betreft de verantwoordelijke mensen. Men kent elkaar al jaren en kan het op inhoud goed met elkaar vinden; doordat er voldoende middelen zijn, is er geen sprake van concurrentie met de GGz. Dit ligt iets genuanceerder voor wat betreft de verslavingszorg. SUBSTITUTIE GEMEENTE AWBZ De betrokken partijen zijn unaniem van mening dat er geen sprake is geweest van substitutie van financiële middelen vanuit het gemeentelijk domein naar de AWBZ. Het zorgkantoor geeft ook aan van meet af aan de insteek te hebben gehanteerd dat extra AWBZ-middelen niet ten koste mogen gaan van gemeentelijke middelen. Dit betekende dat van instellingen werd geëist dat in de financiële verantwoording zichtbaar moest zijn dat het ging om begeleiding in termen van OB/AB of om BH. Ook door de centrumgemeente wordt bevestigd dat er geen sprake was van substitutie. Aanvankelijk had men wel het idee dat dit wellicht mogelijk was. Men is dan ook zeer kritisch geweest op eventuele dubbele financiering, maar toen bleek dat hiervan geen sprake was, was er ook geen neiging meer om eventueel te substitueren. De centrumgemeente verwacht wel dat instellingen hun middelen intern anders zijn gaan besteden. De op handen zijnde herverdeling van de doeluitkering is door een aantal partijen als risico benoemd voor substitutie. EFFECT VOOR CLIËNTEN IN DE OPVANG Door alle instellingen wordt aangegeven dat er intensievere en nieuwe zorg wordt geboden aan meer cliënten met de AWBZ-middelen. Met name het ambulante aanbod, en daarmee de doorstroming, is vergroot. Enkele voorbeelden van nieuwe zorg: Tweedelijns ambulante zorg in de VO; Kinder & Jeugdtraumacentrum (met erkenning voor BH) binnen de VO; Diagnostiek en behandelin in de VO; Ambulante woonondersteuning voor 400 cliënten in de MO. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 20 van 37

22 Bijlage 2. Zorgkantoorregio Friesland Vanuit de centrumgemeente wordt aangegeven dat de doelstellingen ten aanzien van in- en doorstroom die naar aanleiding van het IBO-rapport De opvang verstopt waren beoogd met de inzet van AWBZ-middelen in de MO/VO in Friesland zeer goed zijn geslaagd. Door het zorgkantoor wordt gewezen op het feit dat er aan de onderkant een rem zit op de groei, doordat de centrumgemeente verantwoordelijk blijft voor de basisvoorzieningen. Hier zit geen verdere groei in. Meer in het algemeen wordt aangegeven dat men grote knelpunten verwacht bij een korting op de functie OB. Over in hoeverre met de huidige AWBZ-middelen de grens is bereikt, zijn de partijen het niet helemaal met elkaar eens. In meerderheid wordt aangegeven dat er vooralsnog voldoende zorg is. Anderzijds zijn er wachtlijsten voor de ambulante woonbegeleiding en wordt aangegeven dat hier nog behoefte is aan zo n 200 tot 300 plaatsen. Vanuit het CIZ wordt aangegeven dat de GGZ in het verleden zijn werk niet altijd goed heeft gedaan, waardoor er veel mensen op straat zijn beland. Die kunnen nu weer in zorg bij de MO organisaties via de AWBZ middelen. Tevens wordt aangegeven dat aanvankelijk de instellingen voor MO/VO meer lucht kregen door de AWBZ-middelen. In tweede instantie kregen cliënten in toenemende mate een eigen gezicht: de zorg kon individueler worden ingezet. De middelen hebben daarmee geleid tot een professionaliseringsslag binnen de instellingen en een differentiatie in het aanbod. RELATIE TUSSEN INZET MIDDELEN EN OVERLAST EN VEILIGHEID Aangegeven wordt dat het lastig is een link te leggen tussen de AWBZ-middelen en de gevolgen voor overlast van de doelgroep en het stoppen van geweld tegen de doelgroep. Hierover is nu nog geen kwantitatief materiaal beschikbaar. De centrumgemeente verwacht dit wel over enkele jaren te kunnen leveren, onder meer via evaluatieonderzoeken. Tevens wordt opgemerkt dat de MO sterk conjunctuurafhankelijk is en dat daarmee ook de effecten op overlast op den duur kunnen verschillen. Gevraagd naar beelden hierover, wordt door een enkele respondent aangegeven dat de overlast eerder beheersbaar dan minder is geworden. De meerderheid is echter van mening dat er wel degelijk sprake is van vermindering van overlast. Als zichtbare effecten worden onder meer genoemd: de specifieke aanpak van de Sociale Teams in Friesland, waarin elk van de deelnemende partijen kan signaleren als er problemen dreigen en er meteen bemoeizorg wordt ingezet. Dit kan uithuisplaatsingen voorkomen; het feit dat met name het ambulante aanbod enorm is vergroot, heeft er toe geleid dat de druk op de MO-instellingen is afgenomen; de vestiging van Pension Willemstate, een zogenaamde dubbel diagnose voorziening. Dit betreft een samenwerkingsverband van GGZ en MO, waardoor een aantal notoire overlastveroorzakers van straat is gehaald. Ook wordt in de vrouwenopvang steeds vaker het geweld tegen deze doelgroep gestopt en ontstaat er meer veiligheid voor de doelgroep. Doordat nu zowel hulp kan worden geboden bij de psychosociale problematiek en de psychiatrische problematiek verdwijnt het risico dat behaalde resultaten teniet worden gedaan voor de psychiatrische problematiek door alleen hulp te bieden bij de psychosociale problematiek en vice versa. Door één respondent wordt hierover aangegeven dat er sprake is van een betere synergie tussen Wmo en AWBZ. Cliënten kunnen worden doorgeleid en er kan hen daadwerkelijk iets NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 21 van 37

23 Bijlage 2. Zorgkantoorregio Friesland worden geboden. Door een andere respondent wordt gemeld dat er bij enkel bed-bad-brood te veel blijft liggen, terwijl de AWBZ mogelijk maakt individueel te werken. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 22 van 37

24 Bijlage 3. Zorgkantoorregio Zuid-Limburg Zorgkantoorregio Zuid-Limburg ACHTERGRONDEN VAN REGIONALE VERSCHILLEN Belangrijke factoren voor de relatief hoge productieafspraken in deze regio zijn volgens de respondenten: dat deze regio van oudsher relatief meer opvangcliënten heeft dan andere regio s; dat de samenwerking tussen zorginstellingen, gemeenten, zorgkantoor en CIZ over het algemeen goed is. Men heeft een gezamenlijk project gericht op het in kaart brengen van alle cliënten en hun problematiek achter de rug waardoor onder andere de problematiek van de doelgroep goed bekend is bij alle partijen. Ook wordt aangegeven dat er een competitieve markt is, onder andere tussen GGZ-instellingen (met name verslavingszorg) en tussen instellingen voor opvang. Door een respondent is opgemerkt dat de samenwerking functioneel goed verloopt, maar dat wel iedereen op zijn eigen domein blijft: de kwaliteit van de ketensamenwerking verschilt tussen de subregio s; dat het zorgkantoor de doelgroep goed in het oog heeft. Het zorgkantoor heeft in 2003 proactief alle instellingen benaderd om hen uit te nodigen voor een gesprek. De opvanginstellingen hebben goed geoffreerd en konden scherpe prijzen bieden. Het zorgkantoor was niet bang om contracten met traditionele zorgaanbieders (o.a. GGZ) af te bouwen en met nieuwe (opvanginstellingen) op te bouwen. Het zorgkantoor heeft een van de doelstellingen van de modernisering AWBZ om marktwerking te creëren aangegrepen om ook nieuwe aanbieders de kans te geven. Het zorgkantoor heeft de dynamiek in de markt willen bevorderen; de instellingen voor opvang zijn actief en voortvarend aan de slag gegaan met de mogelijkheden van de AWBZ-financiering. Opgemerkt dient te worden dat er toch ook remmende factoren in een regio met relatief hoge productieafspraken voor komen: onduidelijkheid bij sommige instellingen waarom zij geen toelating/afspraken hebben voor verblijf en/of dagbesteding; ook zijn de AWBZ producten/prestatie beschrijvingen ten behoeve van de tarieven niet goed van toepassing op deze doelgroep, waardoor het lastig is om de geleverde zorg te verantwoorden; daarnaast is het lastig om per uur zorg te verantwoorden bij deze doelgroep. Het gaat om individuele zorg die wordt gegeven op een locatie waar meer cliënten aanwezig zijn: de hulp aan verschillende mensen loopt dan door elkaar, want het zijn niet alleen geplande gesprekken. Deze punten hoeven geen belemmering te zijn, maar door een respondent wordt aangegeven dat het zorgkantoor hier bij de verantwoording niet flexibel mee omgaat. Het CIZ heeft geen doorslaggevende rol gespeeld in de hoogte van de productieafspraken. Bij de start van de functiegerichte indicatiestelling was er over de doelgroep bij het CIZ onduidelijkheid. Dit leidde in die tijd tot verschillen tussen besluiten: er zat veel spreiding in de indicatiebesluiten voor vergelijkbare cliënten. Op dit moment wordt de indicatiestelling steeds beter, mede door de komst van protocollen voor deze doelgroep. NV/07/2468/awmo, HHM 2007 Pagina 23 van 37

Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal

Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal Enschede, 15 november 2006 LD/06/3400/psmo ir L.E. Drouven

Nadere informatie

Totaal geleverde zorg per zorgkantoor. DWH Bijgewerkt: 28 juli 2006

Totaal geleverde zorg per zorgkantoor. DWH Bijgewerkt: 28 juli 2006 Totaal geleverde zorg per zorgkantoor ** Het totaal aantal unieke personen wat in de eerste vijf periodes van het zorgjaar zorg heeft ontvangen. code Zorgkantoor 2004* 2005* 2006* Groei 2005 501 Zorgkantoor

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Onderzoek Marktaandelen Hulp bij het Huishouden pagina 1 van 12

Inhoudsopgave. Onderzoek Marktaandelen Hulp bij het Huishouden pagina 1 van 12 Rapportage Onderzoek marktaandelen Hulp bij het Huishouden Inhoudsopgave Inleiding Onderzoeksopzet. Verantwoording. Definities Tabellen en Cirkeldiagrammen. Uitleg tabellen in de bijlagen. Cirkeldiagram

Nadere informatie

Wachtlijsten WLZ op Zorg op de kaart

Wachtlijsten WLZ op Zorg op de kaart Wachtlijsten WLZ op Zorg op de kaart De gegevens van de wachtlijsten zijn afkomstig van het Zorginstituut Nederland. Voor Zorg op de kaart zijn gegevens geaggregeerd per zorgkantoorregio. Waarbij de stand

Nadere informatie

Aan de besturen van AWBZ-instellingen: - voor geestelijke gezondheidszorg (120) - voor gehandicaptenzorg (600) - voor verpleging en verzorging (650)

Aan de besturen van AWBZ-instellingen: - voor geestelijke gezondheidszorg (120) - voor gehandicaptenzorg (600) - voor verpleging en verzorging (650) Aan de besturen van AWBZ-instellingen: - voor geestelijke gezondheidszorg (120) - voor gehandicaptenzorg (600) - voor verpleging en verzorging (650) en de zorgkantoren Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DLZ-CB-U sep. 08

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DLZ-CB-U sep. 08 De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 26 sep. 08 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Beleidsdebat 30-9-2008

Nadere informatie

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Eerstelijns verblijf 15 juli Agenda Indicatiestelling subsidieregeling ELV Toetsing achteraf indicatiebesluiten ELV Resultaten toetsing Conclusies en blik

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum ---- ---- 14 september 2011. Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer CCZ/2011080189 J. Knollema (020) 797 86 22

Uw brief van Uw kenmerk Datum ---- ---- 14 september 2011. Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer CCZ/2011080189 J. Knollema (020) 797 86 22 De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum ---- ---- 14 september 2011 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer CCZ/2011080189

Nadere informatie

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang Amersfoort, maart 2015 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Respons en achtergrondkenmerken 3 Inkoop 4 Administratieve lasten en kwaliteitseisen 5 Gevolgen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42913 1 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 november 2015, kenmerk

Nadere informatie

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen 2 mei 2018 Stand van zaken Implementatie i-sd standaarden Jeugdwet per regio Peildatum maart 2018 Verdeling Jeugdregio s per maart 2018 Mate van

Nadere informatie

Analyse databestanden ten behoeve van verblijfszorg thuis. Eindrapportage

Analyse databestanden ten behoeve van verblijfszorg thuis. Eindrapportage Analyse databestanden ten behoeve van verblijfszorg thuis Eindrapportage Analyse databestanden ten behoeve van verblijfszorg thuis Eindrapportage Enschede, 18 juni 2007 NV/07/1673/afp mw. ir. N.M.H. van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68102 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Monitor begeleid wonen Twente 2012 Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015 Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum

Nadere informatie

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft?

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft? AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft? De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) regelt dat u de zorg krijgt die u bijvoorbeeld nodig heeft als u langdurig ziek bent. Of als

Nadere informatie

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur 2 november 2017 Geachte heer, mevrouw, Per abuis heeft u in de mailing van 29 september jl. alleen de link naar de ledenbrief ontvangen en niet de link naar de

Nadere informatie

Regionale taskforces. De eerste inzichten. Congres Meer grip op de wachttijden in de GGz. 12 april 2018

Regionale taskforces. De eerste inzichten. Congres Meer grip op de wachttijden in de GGz. 12 april 2018 Regionale taskforces Wachtti j d en GGz De eerste inzichten Congres Meer grip op de wachttijden in de GGz 12 april 2018 1 Regionale aanpak om complex probleem aan te pakken Achtergrond Uitdaging Doel Aanhoudende

Nadere informatie

2004. Nr. : Dnst. : C&E. Eénmalige subsidie Stichting De Binnenvest in verband met AWBZtoelating. Leiden, 11 mei 2004.

2004. Nr. : Dnst. : C&E. Eénmalige subsidie Stichting De Binnenvest in verband met AWBZtoelating. Leiden, 11 mei 2004. Nr. : 04.0076. Dnst. : C&E Eénmalige subsidie Stichting De Binnenvest in verband met AWBZtoelating. Leiden, 11 mei 2004. 2004. Per 1 januari 2004 zijn de wachtlijstmiddelen waarop stichting De Binnenvest

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Perceelbeschrijving Beschermd wonen Perceelbeschrijving Beschermd wonen Inhoud 1. Beschermd wonen... 3 1.1 Gevraagd product... 3 1.2 Eisen aan aanbieder... 4 1.3 Basisprotocol... 5 Pagina 2 van 5 1. Beschermd wonen 1.1 Gevraagd product De

Nadere informatie

REGELING CA/NR-100.045

REGELING CA/NR-100.045 Bijlage 1 bij ACON/khes/Care/AWBZ/06/23c REGELING Aanlevering en verspreiding scoregegevens zorgzwaartepakketten (ZZP's) ten behoeve van de Nederlandse Zorgautoriteit Gelet op artikel 68, eerste lid, Wet

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Behandeling Behandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van houdende wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling

Nadere informatie

Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ

Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ Onderzoeksrapport Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ Op 19 juni 2006 uitgebracht aan het hoofd van de afdeling Geschillen van het College voor zorgverzekeringen Uitgave College voor zorgverzekeringen

Nadere informatie

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft?

AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft? AWBZ-zorg in 2012: hoe krijgt u de zorg waar u recht op heeft? De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) regelt dat u de zorg krijgt die u bijvoorbeeld nodig heeft als u langdurig ziek bent. Of als

Nadere informatie

Zelf zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB)

Zelf zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB) Zelf zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB) Inleiding In Nederland bent u door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verzekerd voor zorg die u nodig heeft bij onder meer langdurige ziekte,

Nadere informatie

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Onderwerp: Samenvatting: Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk

Nadere informatie

Trend- en signaleringsrapportage 2P

Trend- en signaleringsrapportage 2P TP PT Het P helft Trend- en signaleringsrapportage 2P e 2007 Inleiding 1 De signaleringsfunctietp PT is één van de collectieve taken van MEE. Elke MEE-organisatie geeft op eigen wijze invulling aan deze

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66219 21 november 2017 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 november 2017, kenmerk 1252572-169905-I-LZ,

Nadere informatie

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Colofon tekst: JB Lorenz vormgeving: de Beeldsmederij mei 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Federatie Opvang: Flyer tabellen 2003

Federatie Opvang: Flyer tabellen 2003 Baten lasten MO (mln. Euro) Jaar Gemeente subsidie Federatie Opvang: Flyer tabellen 2003 Balans MO Baten Lasten Totalen Overige Overige Totaal Exploitatie Totaal GGZ Clienten AWBZ Personeel Huisvesting

Nadere informatie

Verpleging en verzorging (V&V)

Verpleging en verzorging (V&V) Bijlage 1 : Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen Op verzoek van VWS zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor de AWBZ inhoudelijk aangescherpt en de algoritmen in het ZZP-registratieprogramma

Nadere informatie

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Menzis Marktanalyse Sectoraal Inkoopplan AWBZ 215 GZ 1.5 1 Marktanalyse Gehandicaptenzorg In dit document wordt de intramurale Gehandicaptenzorg (GZ) kwantitatief

Nadere informatie

Aan de commissie Inwonerszaken

Aan de commissie Inwonerszaken Vergaderdatum 29 augustus 2007 Made, 14 mei 2007 Agendapunt Aan de commissie Inwonerszaken Onderwerp Leesstuk indicatie en levering Hulp bij het huishouden Voorstel Financiële paragraaf Ter kennísname:

Nadere informatie

Analyse NVM openhuizendag

Analyse NVM openhuizendag Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58757 22 oktober 2018 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 oktober 2018, kenmerk 1426739-181372-LZ,

Nadere informatie

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014 Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014 Amersfoort, 2 oktober 2014 Contactpersoon: Hester van den Bergh Kenmerk: KV/lybe/rall/154090/2014 Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids-

Nadere informatie

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker Memo Aan Van Doorkiesnummer AOZW Onderwerp Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker (071) 516 73 66 (071) 516 57 54 Datum Laatste nieuws rond budgetten Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang 29-6-2016

Nadere informatie

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2009 A VERSLAG VAN

Nadere informatie

Volgno. : 25-2008 Domein : SCZ Datum : 4 maart 2008 Raadscie : Breed Welzijn Korr.no. : 2008-7443 Steller : Karin Martens/350 3131

Volgno. : 25-2008 Domein : SCZ Datum : 4 maart 2008 Raadscie : Breed Welzijn Korr.no. : 2008-7443 Steller : Karin Martens/350 3131 Volgno. : 25-2008 Domein : SCZ Datum : 4 maart 2008 Raadscie : Breed Welzijn Korr.no. : 2008-7443 Steller : Karin Martens/350 3131 Stedelijk Kompas Gemeente Maastricht:centrumgemeente voor de regio Maastricht-

Nadere informatie

Zilveren Kruis Zorgkantoor

Zilveren Kruis Zorgkantoor Zilveren Kruis Zorgkantoor Contractering subsidieregelingen Extramurale behandeling 2016 EXTRAMURALE BEHANDELING Recent is de subsidieregeling Extramurale Behandeling (EB) in de Staatscourant gepubliceerd.

Nadere informatie

Telefoonnummer

Telefoonnummer Zorgautoriteit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus 20350 2500 AJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Bestand aanlevering indicatiegegevens WLZ indiceerbaren geen toegang per

Bestand aanlevering indicatiegegevens WLZ indiceerbaren geen toegang per Bestand aanlevering indicatiegegevens WLZ indiceerbaren geen toegang per 1-7-2017 Inleiding: In 2014 is een bepaalde groep thuiswonende cliënten niet overgegaan van de AWBZ naar de jeugdwet of de WMO.

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006

Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006 Contractering AWBZ-zorg 2006 Nederlandse Zorgautoriteit Contractering AWBZ-zorg 2006 Referentiemateriaal voor zorgkantoren en zorgaanbieders ten behoeve van de zorgcontractering 2007 Oktober 2006 Nederlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8942 14 juni 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 2010, nr. R&P/RA/2010/11430,

Nadere informatie

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur Van: VNG Aan: Stadhuis Onderwerp: Rectificatie: Lbr. 17/054 Regeling zorginfrastructuur Datum: donderdag 2 november 2017 13:54:47 Bekijk deze nieuwsbrief in uw browser VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur

Nadere informatie

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur

VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur Van: VNG Aan: OW-Info Onderwerp: Rectificatie: Lbr. 17/054 Regeling zorginfrastructuur Datum: donderdag 2 november 2017 13:54:47 Bekijk deze nieuwsbrief in uw browser VNG Ledenbrief Regeling zorginfrastructuur

Nadere informatie

Hoofdlijnen. van het

Hoofdlijnen. van het Hoofdlijnen van het BELEIDSPLAN Terug naar de samenleving December 2013 Stichting De Overbrugging Graaf van Egmondstraat 48 KvKnummer 000024369104 www.deoverbrugging.nl Inhoud 1 Doel... 2 2 Doelgroep...

Nadere informatie

Stuurgroep Wachttijden 16 juli Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis

Stuurgroep Wachttijden 16 juli Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis Aan: Stuurgroep Wachttijden 16 juli 19 Van: Doorkiesnummer: Guus de Ruiter, Vektis 0 8008 39 Kwartaalrapportage wachttijden ggz Q2 19 1. Samenvatting landelijke beeld In deze notitie staat een overzicht

Nadere informatie

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c. Zoefermeer VERGADERING B&W ó.d. IJ NOV 2009 B&W DM^nr. 2009/20150 Advies 090641 Datum: 03-11-2009 Versie: 1 Conform advies bésldtëh Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen Verantwoordelijk Portefeuille

Nadere informatie

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost Bijlage Informatiedocument Brabant Noordoost-oost 1 Inleiding: Vanaf 1 januari 2015 zal de huidige langdurige intramurale Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) niet langer meer onderdeel zijn van de AWBZ.

Nadere informatie

Toelichting. : Wendy van Neer. Datum : 20 mei Betreft : verantwoorde inkoop zorg en ondersteuning Kenmerk :

Toelichting. : Wendy van Neer. Datum : 20 mei Betreft : verantwoorde inkoop zorg en ondersteuning Kenmerk : Toelichting Van : Wendy van Neer Datum : 20 mei 2016 Betreft : verantwoorde inkoop zorg en ondersteuning 2015 Kenmerk : 16.0004452 De gemeenten Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren,

Nadere informatie

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord- en Midden Limburg 22 juni 2011

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord- en Midden Limburg 22 juni 2011 Regionale bijeenkomsten overheveling Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord- en Midden Limburg 22 juni 2011 1 Programma extramurale begeleiding en Cliënten Omvang Zorgaanbieders Budgetten 2

Nadere informatie

Mee kunnen doen in Hengelo

Mee kunnen doen in Hengelo Mee kunnen doen in Hengelo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Aanbesteding Uitwerkingsnotitie IV Concept ten behoeve van de inspraak Gemeente Hengelo, april 2006 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aanbesteding

Nadere informatie

Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg

Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg Regeling spoedzorg Gehandicaptenzorg Zorgkantoorregio Noordoost Brabant 1 Regeling spoedzorg Dit document beschrijft de regeling spoedzorg, zoals deze is overeengekomen en wordt uitgevoerd door de verschillende

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding

Decentralisatie begeleiding Decentralisatie begeleiding Zorgkantoor Delft Westland Oostland / Nieuwe Waterweg Noord 31 januari 2012 Inhoudsopgave pagina Inleiding 3 Leeswijzer 4 Bijlage: rapportage per gemeente Rapport decentralisatie

Nadere informatie

Rapportage over de betrokkenheid van cliëntenraden bij de implementatie van de Participatiewet in hun gemeente

Rapportage over de betrokkenheid van cliëntenraden bij de implementatie van de Participatiewet in hun gemeente Rapportage over de betrokkenheid van cliëntenraden bij de implementatie van de Participatiewet in hun gemeente Uitgave Landelijke Cliëntenraad www.landelijkeclientenraad.nl info@lcr-suwi.nl Ieder(in) www.iederin.nl

Nadere informatie

Onderwerp Dekking coalitieakkoord 2014 vanuit maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid

Onderwerp Dekking coalitieakkoord 2014 vanuit maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid Collegevoorstel Sector : MO Reg.nr. : 4432920 Opsteller : H. Pesser Telefoon : (033) 469 4802 Datum : 1 oktober 2013 User-id : PES1 www Onderwerp Dekking coalitieakkoord 2014 vanuit maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015 Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015 V&V en GZ Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid

Nadere informatie

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Publicatiedatum: 31 december 2017 Inleiding CZ zorgkantoor

Nadere informatie

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord Holland Noord juli 2011

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord Holland Noord juli 2011 Regionale bijeenkomsten overheveling Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Noord Holland Noord juli 2011 1 Programma extramurale begeleiding en Cliënten Omvang Zorgaanbieders Budgetten 2 Opening:

Nadere informatie

Langdurige zorg: evaluatie van het eerste jaar onafhankelijke ondersteuning van cliënten met een WLZ-indicatie of hun vertegenwoordigers

Langdurige zorg: evaluatie van het eerste jaar onafhankelijke ondersteuning van cliënten met een WLZ-indicatie of hun vertegenwoordigers Langdurige zorg: evaluatie van het eerste jaar onafhankelijke ondersteuning van cliënten met een WLZ-indicatie of hun vertegenwoordigers Sinds 1 januari 2015 hebben cliënten met een WLZ-indicatie het recht

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 29 september 2017 Ons kenmerk TIP/U201700697 Lbr: 17/054 Telefoon (070) 373 8421 Bijlage(n) - Onderwerp Regeling zorginfrastructuur Samenvatting De

Nadere informatie

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Publicatiedatum: 24 oktober 2017 Inleiding CZ zorgkantoor

Nadere informatie

Uw eigen bijdrage bij verblijf in een AWBZ-instelling

Uw eigen bijdrage bij verblijf in een AWBZ-instelling Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) coördineert en financiert de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CVZ, Postbus 320, 1110 AH Diemen www.cvz.nl

Nadere informatie

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018

Pagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Vraag en antwoord inkoop Tijdelijk Beschermd Wonen LVB 18+ ISD Bollenstreek-Gemeente Katwijk Vragen Antwoord Algemeen

Nadere informatie

Wegwijzer naar de AWBZ

Wegwijzer naar de AWBZ Wegwijzer naar de AWBZ Kinderen met een psychiatrische stoornis hebben soms veel zorg nodig. Als dat bij uw kind het geval is, dan kunt u gebruikmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Deze

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. : Ondersteunende begeleiding op grondslag psychosociaal en de pakketmaatregel AWBZ. Onderwerp

RAADSVOORSTEL. : Ondersteunende begeleiding op grondslag psychosociaal en de pakketmaatregel AWBZ. Onderwerp RAADSVOORSTEL Onderwerp : Ondersteunende begeleiding op grondslag psychosociaal en de pakketmaatregel AWBZ Raadsvergadering : 2 december 2009 Politieke markt d.d.: 18 november 2009 Agendapunt : 11 Portef.houder

Nadere informatie

Geachte mevrouw Mete en heer Spoeltman,

Geachte mevrouw Mete en heer Spoeltman, Aan de leden van Provinciale Staten, mevrouw F. Mete en de heer H. Spoeltman Datum : 23 juni 2009 Briefnummer : 2009-37.030/25/A.6, CW Zaaknummer : 181452 Behandeld door : R.J. Vos Telefoonnummer : (050)

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015 FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015 Nr. Vraag / categorie Antwoord Algemeen 1 Algemeen; de zorgaanbieder twijfelt of de klant correct is geoormerkt, waar kan hij dit laten controleren?

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Projectvoorstel Borging Programma Lokale Versterking GGz Project B: Regionale borgingsactiviteiten

Projectvoorstel Borging Programma Lokale Versterking GGz Project B: Regionale borgingsactiviteiten Projectvoorstel Borging Programma Lokale Versterking GGz Project B: Regionale borgingsactiviteiten 20 april 2009 Landelijk Platform GGz Postbus 13223 3507 LE Utrecht 1 Inleiding Op 1 januari 2007 trad

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/ Inleiding. Het transitieproces sociaal domein

Raadsstuk. Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/ Inleiding. Het transitieproces sociaal domein Raadsstuk Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/271414 1. Inleiding Het transitieproces sociaal domein De raad heeft vanaf 2012 de kaders voor de transitie van

Nadere informatie

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015 Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015 V&V en GZ Disclaimer De documenten opgesteld door het zorgkantoor ten behoeve van de inkoop van langdurige zorg 2015 zijn onder voorbehoud van wijzigend beleid

Nadere informatie

RAPPORTAGE MONITOR DECENTRALISATIE AWBZ BEGELEIDING MO/VO, JUNI 2013

RAPPORTAGE MONITOR DECENTRALISATIE AWBZ BEGELEIDING MO/VO, JUNI 2013 1 RAPPORTAGE MONITOR DECENTRALISATIE AWBZ BEGELEIDING MO/VO, JUNI 2013 1. ALGEMEEN INLEIDEND De Federatie Opvang heeft in 2013 vervolg gegeven aan het project Ondersteuning decentralisatie begeleiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz Per 1 januari 2015 worden grote veranderingen in de zorg van kracht. De Hervorming Langdurige Zorg is één van de ingrijpendste veranderingen in het zorgstelsel

Nadere informatie

= = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr. 15. No.ZA.14-28270/DV.14-354, afdeling Samenleving.

= = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr. 15. No.ZA.14-28270/DV.14-354, afdeling Samenleving. *ZE9A51840CC* = = Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 Agendanr. 15. Aan de Raad No.ZA.14-28270/DV.14-354, afdeling Samenleving. Sellingen, 19 juni 2014 Onderwerp: Continuïteit van AWBZ zorg in 2015 1. Inleiding

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Marktanalyse 2018 Zuid-Limburg

Marktanalyse 2018 Zuid-Limburg Marktanalyse 2018 Zuid-Limburg 28-03-2018 Marktanalyse regio Zuid-Limburg Voor u ligt de marktanalyse 2018 Verpleging en Verzorging van CZ zorgkantoor regio Zuid- Limburg. In de marktanalyse vindt u informatie

Nadere informatie

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant

Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant Marktanalyse 2018 Zuidoost-Brabant 28-03-2018 Marktanalyse regio Zuidoost-Brabant Voor u ligt de marktanalyse 2018 Verpleging en Verzorging van CZ zorgkantoor regio Zuidoost-Brabant. In de marktanalyse

Nadere informatie

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman

METINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman METINGEN 2014, 2015 EN 2016 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen

Nadere informatie

Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018

Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018 Postbus 21000 (058) 233 83 88 8900 JA info@sdfryslan.nl Leeuwarden www.sdfryslan.nl Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018 Versie: 1 september 2017 1. Inleiding en aanleiding Eén van de beleidsterreinen waarvoor

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Publicatiedatum: 14 november 2018 Inleiding CZ zorgkantoor informeert u hierbij

Nadere informatie

AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM. Harddrugsgebruikers geregistreerd. S. Biesma. J. Snippe. B.

AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM. Harddrugsgebruikers geregistreerd. S. Biesma. J. Snippe. B. AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM Harddrugsgebruikers geregistreerd S. Biesma J. Snippe B. Bieleman SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Rotterdam is de

Nadere informatie

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015

Wet langdurige zorg (Wlz) 2015 Wet langdurige zorg (Wlz) 2015 Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoor wijst u de weg Voordat u deze brochure leest Hebt u langdurige zorg nodig? Per 1 januari 2015 is er veel veranderd. In deze brochure

Nadere informatie

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Nijmegen 27 juni 2011

Regionale bijeenkomsten overheveling begeleiding en dagbesteding. Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Nijmegen 27 juni 2011 Regionale bijeenkomsten overheveling Univé-VGZ-IZA-Trias Zorgkantoren Zorgkantoor Nijmegen 27 juni 2011 1 Programma extramurale begeleiding en Cliënten Omvang Zorgaanbieders Budgetten 2 Opening: UVIT Zorgkantoren

Nadere informatie

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp. 17 misverstanden over de Wet langdurige zorg (Wlz) Per 1 januari 2015 komt de Wet langdurige zorg (Wlz) in de plaats van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is van toepassing op cliënten

Nadere informatie

Samen maken we de zorg persoonlijk

Samen maken we de zorg persoonlijk Samen maken we de zorg persoonlijk Wij zien uw passie om goede zorg mogelijk te maken voor klanten in de Wlz. En we begrijpen dat dit niet altijd eenvoudig is in een complexe omgeving. Daarom willen we

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010 Wachttijden in ggz-instellingen 2009 GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: 2010-365 juli 2010 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 2 INVENTARISATIE WACHTLIJSTEN GGZ-INSTELLINGEN...4 2.1

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 63949 29 november 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2016, kenmerk

Nadere informatie