Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur. Versie: 1.1 Mei 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur. Versie: 1.1 Mei 2017"

Transcriptie

1 Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur Versie: 1.1 Mei 2017 Auteurs: A.M. Bolderdijk R.W. Bouwman R.E. van Engen O.M. van der Helm H. Lelivelt J. Peulen J. van Immerseel

2 Dutch reference centre for screening Postbus GJ Nijmegen Tel:

3 Voorwoord Sinds juli 2014 is het Landelijk Referentie Centrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van het vergunningsplichtige, radiologische deel van de Nederlandse tuberculose screening. Deze screening wordt in Nederland uitgevoerd door de Gemeentelijke GezondheidsDienst (GGD) onder risico groepen, waarbij thoraxfoto s worden gemaakt door Medisch- Technisch medewerkers (MTM er) en beoordeeld door een arts. De cliënten bestaan bij de tuberculose screening uit zowel baby s tot volwassenen en zowel mannen als vrouwen. Deze variatie in cliënten stelt specifieke eisen aan de apparatuur en insteltechniek door de MTM er. De onderzoeken worden uitgevoerd op een vaste locatie of in een mobiele röntgen unit (MRU). Dit protocol heeft als doel de fysisch-technische kwaliteit van de beeldvormende systemen te controleren en te borgen. Het is opgesteld op basis van de Europese normen aan de kwaliteit van thoraxsystemen die worden gesteld in Radiation Protection No 162: Criteria for Acceptability of Medical Radiological Equipment in Diagnostic Radiology, Nuclear Medicine and Radiotherapy, uitgegeven door de EU. Ook zijn andere relevante protocollen, zoals het WAD protocol van de Nederlandse Vereniging van Klinisch Fysici en de IEC norm geraadpleegd. Tenslotte heeft de ervaring die het LRCB bezit in het meten van mammografie röntgensystemen een rol gespeeld in de ontwikkeling van dit protocol. Het wordt geadviseerd dat elk systeem tenminste jaarlijks wordt getest en dat nieuw geplaatste apparatuur een acceptatietest krijgt. 3

4 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 INLEIDING... 5 OPZET MEETPROTOCOL... 5 REVISIE-OVERZICHT... 7 EISEN EN VOORWAARDEN... 7 FILOSOFIE EN MEETOMSTANDIGHEDEN... 8 DEEL A: BEELDACQUISITIE... 9 A1. LEKSTRALING A2. BUISSPANNING A3. HALFWAARDEDIKTE A4. BEELDOPNEMER A4.1 Detector responsie A4.2 Gereconstrueerde pixels A4.3 Afwijkende pixelwaarden na detector correcties A4.4 Geometrische vervorming A4.5 Restbeeld na uitlezing A4.6 Overeenkomst in gevoeligheid van fosforplaten A4.7 Geschiktheid van de opslagplaats van fosforplaten A4.8 Vervaging van latent beeld A5. GEOMETRIE A5.1 Röntgenbundel-beeldrand afstand A5.2 Lichtbundel-röntgenbundel overeenkomst A6. BELICHTINGAUTOMAAT A6.1 Automaatstanden A6.2 Korte termijn stabiliteit A6.3 AEC-protocollen A6.4 Stabiliteit buisstroom- en tijdcombinaties A6.5 Beveiliging op (over)exposie A6.6 Overeenkomst AEC sensoren A6.7 Controle weergegeven DAP/KAP waarden A6.8 Roosterfactor A8. BEELDKWALITEIT A8.1 Minimale contrast waarneembaarheid A8.2 Toegepaste lineaire systemen theorie (optioneel) A9. ARTEFACTEN EVALUATIE A10. STANDAARDOPNAMEN EN STABILITEIT DEEL B: FYSISCHE METINGEN GEDURENDE DE KLINISCHE FASE VAN EEN TYPEKEURING DEEL C: NIET VAN TOEPASSING IN DIT PROTOCOL DEEL D: BEELDBEWERKING D1. BEELDBEWERKING DEEL E: BEELDWEERGAVE E1. MONITOR E1.2 Weergavecurve monitor BIJLAGEN BIJLAGE 1: VERKLARENDE WOORDENLIJST BIJLAGE 2: BESCHRIJVING VAN DE TESTBENODIGDHEDEN BIJLAGE 3: ADVIEZEN STRUCTUUR BIJLAGE 4: BRONVERMELDING

5 Inleiding Opzet meetprotocol Dit protocol is onderverdeeld in drie onderdelen: Beeldacquisitie, beeldbewerking en beeldweergave, waarbij deel B en C in dit protocol worden overgeslagen omdat deze onderdelen alleen van toepassing zijn voor het mammografie meetprotocol. Ieder deel bestaat uit meerdere kwaliteitstesten, waarbij iedere kwaliteitstest in een apart hoofdstuk wordt besproken. De hoofdstukken zijn elk steeds opgebouwd uit zes paragrafen die hieronder nader worden toegelicht. In deze paragraaf wordt beschreven wat het doel van de meting is. In deze paragraaf wordt aangegeven met welke frequentie de metingen herhaald worden. Hier wordt ook aangegeven indien een meting alleen voor bepaalde type systeem (bijvoorbeeld alleen voor CR-systemen) uitgevoerd moet worden. In deze paragraaf wordt aangegeven welke apparatuur, fantomen, software of testbeelden benodigd is om de metingen uit te kunnen voeren. IV. Meetprocedure In deze paragraaf wordt aangegeven hoe de metingen worden uitgevoerd. De metingen worden zoveel mogelijk onder standaardomstandigheden uitgevoerd. Wat de standaard omstandigheden zijn wordt in dit hoofdstuk onder 5

6 Filosofie en meetomstandigheden beschreven. In deze paragraaf wordt aangegeven hoe de metingen worden uitgevoerd en welke grootheden gemeten en berekend worden. Bij de te berekenen grootheden wordt de berekeningsmethode weergegeven. In deze paragraaf worden de criteria genoemd waaraan de gemeten en berekende grootheden moeten voldoen. Indien van toepassing wordt alleen een aanbeveling voor de optimale waarde van een bepaalde grootheid gedaan of wordt de gebruikelijke waarde van de grootheid genoemd. 6

7 Revisie-overzicht Het revisie-overzicht is voor deze versie niet van toepassing maar zal in volgende versies dienen om de aangebrachte wijzigingen aan te geven. Eisen en voorwaarden De metingen in dit protocol zijn beperkt tot metingen op het gebied van de fysisch-technische kwaliteit van de gebruikte apparatuur. Tests op het gebied van functionaliteit en systeemintegratie zijn niet beschreven. Dit neemt echter niet weg dat de apparatuur aan een aantal randvoorwaarden zal moeten voldoen om goed te kunnen functioneren binnen de Nederlandse tuberculosescreening. Deze zijn hieronder beschreven. Belichtingsautomaat (1) : Het systeem dient uitgerust te zijn met een belichtingsautomaat. Dit is noodzakelijk om een optimale belichting bij de grote diversiteit aan cliënten te kunnen waarborgen. Tevens dient de lokatie meetvelden van de belichtingsautomaat zichtbaar te zijn op de detector. Diafragma (1) : Het moet mogelijk zijn de röntgenbundel zodanig te collimeren dat alleen het gebied van interesse afgebeeld kan worden. In praktijk blijkt dat het noodzakelijk is om de röntgenbundel in vier richtingen te kunnen collimeren. Strooistralenrooster (1) : Het dient mogelijk te zijn het strooistralenrooster te verwijderen. Voordraaifilter (1) : Indien het systeem gebruikt wordt voor beeldvorming bij kinderen dient er een voordraaifilter van 0.1 mm Cu beschikbaar te zijn of dient de totale filtratie tenminste 3.5 mm Al te bedragen. Dosisaanduiding (1) : Het systeem dient te beschikken over een dosisaanduiding. DICOM standaard: De apparatuur dient te voldoen aan de laatste versie van de DICOM-standaard. Onbewerkte beelden: De metingen beschreven in dit protocol worden, tenzij anders vermeld, uitgevoerd in onbewerkte beelden, in de DICOM header aangeduid als for processing. Beelden van systemen waarbij de responsie niet lineair is moeten in sommige gevallen eerst gelineariseerd worden, voordat metingen op beelden verricht kunnen worden. Dit staat bij de betreffende metingen vermeld. Beoordelingsstation: Voor een diagnostisch beoordelingsstation geldend dat de bitdiepte van de grafische kaart tenminste 10 bits moet zijn. 7

8 Filosofie en meetomstandigheden Er kan onderscheid gemaakt worden in de testitems tussen systeem gerelateerde metingen of klinisch gerelateerde metingen. Systeem gerelateerde metingen hebben als doel onderling vergelijk van systemen mogelijk te maken. Deze metingen worden zo veel mogelijk volgens de IEC standaard uitgevoerd. Bij klinisch gerelateerde metingen zal zo veel mogelijk de klinische praktijk benaderd worden. Op deze manier wordt duidelijk hoe het systeem klinisch presteert. Deze opnamen worden veelal met behulp van de belichtingsautomaat gemaakt volgens onderstaande standaard instellingen. Standaard instellingen: - Focusgrootte: Groot focus (1.2 mm) - Focus-detector afstand: Zoals klinisch gebruikelijk, volwassene PA - Anode: Zoals klinisch gebruikelijk, volwassene PA - Filter: Zoals geadviseerd, volwassene PA - Buisspanning: Zoals klinisch gebruikelijk, volwassene PA - Belichting: Automatische belichting - Automaatstand: Zoals klinisch gebruikelijk, volwassene PA - Strooistralenrooster: Aanwezig - AEC-sensor belichtingsautomaat: Twee buitenste meetvelden - Cassette (bij CR-systemen): Referentiecassette - Beeldbewerking: Geen - Fantoom 163x163x25 mm Al fantoom Dosismeting: Indien een dosismeting wordt uitgevoerd bij gebruik van automatische belichting mag de dosismeter niet in het AEC-sensorgebied liggen, omdat dit de exposie kan beïnvloeden. Opnametijd en scantijd: Bij de meeste systemen is de opnametijd de duur van de opname. Bij Scanning Slot systemen is er sprake van een opnametijd en van een scantijd. De opnametijd is hierbij gedefinieerd als de tijd waarbij een individueel punt van het af te beelden object röntgenstraling ontvangt. De scantijd is de tijd tussen het uitzenden van de eerste en het laatste röntgenquant van een opname door het systeem. Voorkomen van ghost images : Indien een opname gemaakt wordt, zonder dat het beeld voor de meting noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij het meten van de buisspanning, is het beter om de beeldopnemer te beschermen om restbeelden ( ghost images ) die nog enige tijd in het beeld zichtbaar blijven te voorkomen. Acceptatie- en periodieke testen: De meetresultaten van de eerste test die op een systeem uitgevoerd wordt, zullen als referentie dienen voor de resultaten van de opvolgende testen. 8

9 DEEL A: BEELDACQUISITIE 9

10

11 A1. Lekstraling Met deze meting wordt gecontroleerd of er, na het volledig afsluiten van het diafragma van de röntgenbuis een stralingslek aanwezig is. Indien er een stralingslek wordt waargenomen zal het dosistempo van de lekstraling worden gekwantificeerd. - Jaarlijks - Dosismeter, die geschikt is voor het meten van lekstraling. - Loodplaat ter afsluiting van het diafragma. IV. Meetprocedure - Voer de meting uit met handmatige belichting, bij het hoogste kv en hoogste ma, bij een mas-waarde zodat de opname tijd voldoende lang is. - De exposie moet voldoende hoog zijn om het dosistempo zo nauwkeurig mogelijk te kunnen bepalen. - Sluit het diafragma van de röntgenbuis volledig af. - Bepaal het niveau van de achtergrondstraling. - Plaats de dosismeter op positie 1. Noteer de afstand van de dosismeter tot het focus van de röntgenbuis. - Maak een exposie en noteer het gemeten maximale dosistempo. - Herhaal de meting voor de overige posities (posities 2 t/m 5). Figuur A1.1: Schematische weergave van de posities van de lekstralingsmeter van de zijkant en van voren gezien. - Bereken de gemeten dosistempi voor de posities 1 t/m 5 om naar dosistempi op een afstand van 1 meter tot het focus met behulp van de kwadratenwet. - Het bedekende dosistempo van de lekstraling mag in geen geval hoger zijn dan 1 msvh -1 bij maximale buisbelasting en moet voldoen aan het ALARA-principe (2). - A1. Lekstraling - 11

12

13 A2. Buisspanning Tijdens deze meetserie wordt gecontroleerd of de gemeten buisspanning voldoende overeenkomt met de ingestelde waarde. Hierbij wordt de gemeten piek waarde vergeleken met de ingestelde waarde. Bij scanning slot systemen wordt de gemeten gemiddelde waarde vergeleken met de ingestelde waarde. Tevens wordt de stabiliteit en de wavevorm van de buisspanning gecontroleerd. - Jaarlijks - Buisspanningsmeter en software die de wavevorm kan weergeven. - Plaat ter bescherming van de detector IV. Meetprocedure - Gebruik handmatige belichting. - Meet zonder voordraai filter. - De buisspanning wordt gemeten voor een buisspanningsbereik van ca kv, in stappen van 10 kv. - Bescherm de detector voor ghost images. - Plaats de sensor van de buisspanningsmeter op de bucky en collimeer de bundel zo dat de sensor van de meter binnen het röntgenveld valt. - Noteer de ingestelde buisstroom-tijd product [mas]. - Noteer de ingestelde en gemeten buisspanningen. - Bepaal de procentuele afwijking van de gemeten waarden t.o.v. de ingestelde waarden van de buisspanning. - Meet 5 maal de buisspanning van de standaardinstelling. - Bereken de gemiddelde waarde en de relatieve variatie van deze buisspanning. - Controleer de wavevorm die gemaakt is van de buisspanning op inschakel effecten en rimpel. - Afwijking tussen ingestelde en gemeten buisspanning: 5 % (3) - Variatie in de referentie buisspanning (als ingestelde waarde): 5 % (3) - De bevindingen van de controle van de wavevorm worden alleen gebruikt om mogelijke afwijkingen te kunnen verklaren. - A2. Buisspanning - 13

14

15 A3. Halfwaardedikte De halfwaardedikte (HVL) geeft aan wat de stralenkwaliteit is bij een bepaalde buisspanning. Bij een te lage HVL zal de straling meer bijdragen aan de huiddosis voor de cliënt. - Acceptatietest - Een meetinstrument geschikt om de HVL-waarden mee te meten - Plaat ter bescherming van de detector IV. Meetprocedure - Gebruik handmatige belichting. - Draai het voordraaifilter weg en verwijder indien nodig de DAP meter. - Bescherm de detector met de RVS-plaat of het loodschort. - Plaats de sensor van de meter op de bucky en collimeer de bundel zo dat de sensor van de meter binnen het röntgenveld valt. - Meet de HVL-waarden voor een buisspanningsbereik van ca kv, in stappen van 10 kv. - Herhaal indien nodig de meting voor de diverse voordraaifilters en voor het geadviseerde voordraaifilter inclusief de DAP-meter. - Noteer de waarden en vergelijk deze met de minimale limiet en gebruikelijke waarden. - Voor de HVL waarden gelden de volgende voorgeschreven waarden: Buisspanning Minimale waarde (1) [kv] eerste HVL [mmal] De HVL waarden die gemeten zijn bij gebruik van een voordraaifilter worden vergeleken met de HVL-waarden die gemeten zijn op vergelijkbare systemen met hetzelfde voordraaifilter. - A3. Halfwaardedikte - 15

16

17 A4. Beeldopnemer A4.1 Detector responsie Het bepalen van de responsie van de beeldopnemer en het bepalen van de ruiskarakteristieken van de beeldopnemer in het spatiële domein. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Plaat ter bescherming van de detector - Een geschikte dosismeter IV. Meetprocedure - Verwijder alle verwijderbare onderdelen (voordraai filter, DAP-meter, strooistralen rooster enz.) uit de röntgenbundel. - Stel, voor zover mogelijk, een FD-afstand van 150 cm in. Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de detector en zet de veldgrootte zo dat de gehele detector er binnen valt. - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis en stel 70 kv in. - Meet eenmalig de HVL (zie meting A3) voor deze opstelling. - Maak een nul dosis meting, door de beeldopnemer tijdens de opname te bedekken met de plaat en de kleinst mogelijke buisstroom-tijd product [mas] in te stellen. - Verwijder de plaat. - Plaats de sensor van de dosismeter ca. 1.0 cm boven het midden van de detector. - Maak een reeks opnamen met verschillende buisstroom-tijd producten [mas], van het kleinst instelbare buisstroom-tijd product [mas] tot het maximaal instelbare buisstroom-tijd product [mas] of nabij verzadiging van de detector. Let er hierbij op dat de geschakelde buisstroom voor alle opnamen gelijk is. - Noteer voor iedere opname de gemeten intreedosis. A4.1.1 Detector responsie curve - De referentie ROI is een vierkant van 1.0x1.0 cm 2 in het midden (CS) van het beeld. - Meet op alle opnamen de gemiddelde pixelwaarde en standaard deviatie (SD) in de referentie ROI. - Maak een grafiek waarbij de gemiddelde pixelwaarde tegen de intreedosis wordt uitgezet. - Bepaal de lineariteit door toepassing van lineaire regressie door alle meetpunten, gebruik makend van de kleinste kwadraten methode. - A4. Beeldopnemer - 17

18 A4.1.2 Detector ruis evaluatie - Lineariseer de pixelwaarden door gebruik te maken van de onder A4.1.1 bepaalde detector responsie. - Maak een grafiek waarbij SD 2 tegen de intreedosis wordt uitgezet. Controleer of de relatie tussen SD 2 tegen dosis is zoals verwacht. - De HVL-waarde gemeten bij 70 kv met het aluminiumblok aan de röntgenbuis dient de HVL-waarde van het RQA5 spectrum te benaderen (4). Radiation quality Buisspanning Gebruikelijke waarde [kv] eerste HVL [mmal] RQA (5)-7.1 (6) - Detector responsie: De responsiecurve moet zoals verwacht zijn voor dit type apparatuur. - Detector ruis evaluatie: De detector ruis evaluatie moet zoals verwacht zijn voor dit type apparatuur. - A4. Beeldopnemer - 18

19 A4.2 Gereconstrueerde pixels Indien van toepassing, het controleren van het aantal en de positie van pixels, waarvan de waarden gereconstrueerd worden. - Jaarlijks - Een recent overzicht van gereconstrueerde pixels in het systeem IV. Meetprocedure - Verkrijg een recent gereconstrueerde pixel overzicht van het systeem. - Inspecteer het gereconstrueerde pixel overzicht en vergelijk deze, indien beschikbaar, met een eerder gereconstrueerde pixel overzicht. - Bepaal het aantal individuele pixels en cluster pixels waarvan de waarden gereconstrueerd worden. Bepaal van de clusters ook de grootte en de vorm. Hierbij worden twee pixels tot hetzelfde cluster gerekend indien deze in horizontale, vertikale of diagonale richting aan elkaar grenzen. - Controleer of het aantal pixels en de grootte van de clusters voldoen aan de limieten die de fabrikant hanteert. - Controleer of er ten gevolge van de reconstructie van de pixels geen artefacten ontstaan. - De pixels waarvan de waarden gereconstrueerd worden mogen geen storende artefacten veroorzaken. - De aantallen en grootte van de clusters pixels waarvan de waarden gereconstrueerd worden moeten voldoen aan de limieten van de fabrikant. - A4. Beeldopnemer - 19

20 A4.3 Afwijkende pixelwaarden na detector correcties Het controleren op de aanwezigheid van defecte detectorelementen, waarbij de waarde van de pixels in het beeld niet of onvoldoende gecorrigeerd wordt. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Maak ten minste drie opnamen met standaard instellingen, waarbij het aluminiumblok van positie veranderd wordt door het bijvoorbeeld te draaien of iets te schuiven tussen de opnamen. - Controleer de opnamen visueel op artefacten en onregelmatigheden. Bekijk of het verloop in pixelwaarden als verwacht is met oog op het geometrisch- en het hiel effect (7). - Controleer of er pixels zijn die meer dan 20% afwijken van de pixels binnen een gebied van 1.0 x 1.0 cm 2 om de betreffende pixel heen. - Registreer de pixels die op alle opnamen meer dan 20% of op één opname meer dan 50% afwijken. Dergelijke pixels kunnen duiden op een afwijkend of een defect detectorelement. - Bij voorkeur bevinden zich geen afwijkende pixels ten gevolge van defecte detectorelementen in het beeld. Indien dit toch het geval is dient op basis van grootte en locatie een schatting gemaakt te worden van de mate waarop de zichtbaarheid op klinische beelden van invloed is. Hierop dient het advies te worden afgestemd. - A4. Beeldopnemer - 20

21 A4.4 Geometrische vervorming Het controleren van de beelden op geometrische vervorming. - Jaarlijks - Geometrische vervorming testobject IV. Meetprocedure - Plaats het testobject voor geometrische vervorming op de bucky. - Maak een opname. - Herhaal indien nodig de procedure zodat de gehele detector bedekt is geweest door het fantoom. - Beoordeel de opnamen visueel op vervormingen. - Er dient geen geometrische vervorming aanwezig te zijn. - A4. Beeldopnemer - 21

22 A4.5 Restbeeld na uitlezing Het controleren op de mogelijkheid tot het ontstaan van restbeelden ( ghostbeelden ) in een klinisch relevante opstelling. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis, zodanig dat de helft van de röntgenbundel afgeschermd wordt. - Maak een opname met de instellingen van een standaardopname. - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis zodanig dat deze zich voor de volledige bundel bevindt. - Maak zodra het systeem wordt vrijgegeven een opname met dezelfde instellingen. - Beoordeel visueel of op de tweede opname een ghost-beeld zichtbaar is. - Visueel dient geen restbeeld zichtbaar te zijn. Indien dit toch het geval is dient een schatting gemaakt te worden van de mate waarop dit in de klinische praktijk van invloed kan zijn. Hierop dient het advies te worden afgestemd. - A4. Beeldopnemer - 22

23 A4.6 Overeenkomst in gevoeligheid van fosforplaten Het controleren van de overeenkomst in gevoeligheid van de fosforplaten die als groep bij elkaar gebruikt worden. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Plaat ter bescherming van de detector - Een geschikte dosismeter - Een overzicht van gereconstrueerde pixels in het systeem - Geometrische vervorming testobject IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat, zoveel mogelijk in het midden op de bucky. - Maak met iedere cassette (fosforplaat) een opname bij standaard instellingen. - Noteer voor iedere opnamen het identificatie nummer van de fosforplaat, het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Meet op alle opnamen de gemiddelde pixelwaarde en standaard deviatie (SD) in de referentie ROI. - Bereken voor alle opnamen de signaal-ruisverhouding (SNR) met de volgende vergelijking: Gemiddeldepixelwaarde - Pixelwaarde offset (indienvantoepassing) SNR (A4. 1) SD - Bereken de relatieve variatie in dosis [µgy] en de SNR. - Beoordeel de opnamen visueel op artefacten. - Variatie in dosis 10%, wenselijk 5% - Variatie in SNR 15% - Er mogen geen storende artefacten zichtbaar zijn. - A4. Beeldopnemer - 23

24 A4.7 Geschiktheid van de opslagplaats van fosforplaten Het controleren van de opslagplaats van de fosforplaten op gevoeligheid voor (strooi-)straling. - Acceptatietest - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Twee munten IV. Meetprocedure - Wis een fosforplaat - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Maak een opname bij gebruik van de cassette en de gewiste fosforplaat met standaardinstellingen. - Bevestig een munt aan beide zijden van de cassette (niet exact tegenover elkaar). - Leg de cassette gedurende de testdag op de gebruikelijke opslagplaats. - Lees aan het einde van de testdag de fosforplaat uit. - Beoordeel visueel de zichtbaarheid van de munten. - De munten mogen niet zichtbaar zijn op het beeld (8). - A4. Beeldopnemer - 24

25 A4.8 Vervaging van latent beeld Het bepalen van de vervaging van een latent beeld over tijd op een fosforplaat. - Deze meting wordt niet uitgevoerd - Aluminiumblok 163x163x25 mm IV. Meetprocedure - Wis een fosforplaat - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Maak een opname met standaardinstellingen. - Lees de cassette 1 minuut na de exposie uit. - Maak een opname met standaardinstellingen met dezelfde cassette en fosforplaat. - Lees de cassette 2 minuten na de exposie uit. - Herhaal dit steeds met dezelfde cassette en fosforplaat met een wachttijd voor de uitlezing van 5, 10 en 30 minuten na de exposie. - Meet op alle opnamen de gemiddelde pixelwaarde in de referentie ROI. - Maak een grafiek waarbij de gemiddelde pixelwaarde wordt uitgezet tegen de exposie-tot-uitleestijd. - De gemiddelde pixelwaarde in de referentie ROI mag niet merkbaar afnemen met de exposie-tot-uitleestijd. - A4. Beeldopnemer - 25

26 A5. Geometrie A5.1 Röntgenbundel-beeldrand afstand Het controleren of de lichtbundel en daarmee de röntgenbundel voldoende overeenkomen met de afmetingen en positie van het beeldvlak. - Jaarlijks - Liniaal of meetlint - Loodliniaaltjes IV. Meetprocedure - Meet en noteer de focus-bucky afstand. - Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de bucky. - Zet het diafragma volledig open. - Plaats op elke zijde van het lichtveld een loodliniaaltje, waarbij een loodmarkering in het midden van het liniaaltje samenvalt met de licht markering. - Maak een opname. - Lees in de beelden voor elke zijde de afstand van het lichtveld tot de beeldrand af. Noteer deze afstand als negatieve waarde indien de lichtbundel binnen de beeldrand valt. - Corrigeer de waarden met de gegevens uit meting A5.2 om de röntgenbundelbeeldrand afstand te verkrijgen. - De afwijking van de röntgenbundel t.o.v. de beeldrand per zijde < 1% van de focusdetector afstand. - De röntgenbundel mag niet buiten het beeldvlak vallen. - A5. Geometrie - 26

27 A5.2 Lichtbundel-röntgenbundel overeenkomst Het controleren of de afmetingen en positie van de röntgenbundel en de lichtbundel voldoende overeenkomen. - Jaarlijks - Liniaal of meetlint - Loodliniaaltjes IV. Meetprocedure - Meet en noteer de focus-bucky afstand. - Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de bucky. - Diafragmeer een veld kleiner dan de gehele detector. - Plaats op elke zijde van het lichtveld een loodliniaaltje, waarbij een loodmarkering in het midden van het liniaaltje samenvalt met de licht markering. - Maak een opname. - Herhaal de meting voor een aantal collimatie formaten. - Lees in de beelden voor elke zijde de afstand van het lichtveld tot de röntgenbundel af. Noteer deze afstand als negatieve waarde indien de lichtbundel binnen de röntgenbundel valt. - De afwijking van de lichtbundel t.o.v. de röntgenbundel per zijde < 1% van de focusdetector afstand (3). - A5. Geometrie - 27

28 A6. Belichtingautomaat A6.1 Automaatstanden Het controleren van de stapgrootte van de belichtingsautomaatstanden. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Dosismeter IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat, zoveel mogelijk in het midden op de bucky. - Maak, bij standaard instellingen, voor iedere automaatstand een opname. - Noteer voor iedere opname het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Bereken de absolute en relatieve toename van de detectordosis per automaatstand. - Er moet een logisch verband zitten in de dosistoename per automaatstand. - A6. Belichtingautomaat- 28

29 A6.2 Korte termijn stabiliteit Het controleren van de stabiliteit van de röntgenbuis en de belichtingsautomaat bij opeenvolgende opnamen. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Dosismeter IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat, zoveel mogelijk in het midden op de bucky. - Maak 10 maal een opname bij standaard instellingen. - Noteer voor iedere opname het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Bereken de relatieve variatie in dosis. - Variatie in dosis 10%, wenselijk is 5%. - A6. Belichtingautomaat- 29

30 A6.3 AEC-protocollen Inzicht krijgen in de verschillende opname protocollen die op het systeem beschikbaar zijn. - Acceptatie - Jaarlijks controleren - Aluminiumblok 163x163x25 mm IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Maak opnamen voor alle klinisch instelbare opname protocollen. - Noteer voor iedere opname de protocolnaam, de automaatstand, de gebruikte meetcel van de belichtingsautomaat, de ingestelde buisspanning, het gekozen focus, de buisstroom, het buisstroom-tijd produkt en de focus-detector afstand. - Maak een overzicht van de opname protocollen en de bijbehorende instellingen. - Bereken de intreedosis voor een standaard patiënt aan de hand van het geregistreerde buisstroom-tijd produkt en de buisopbrengst zoals bepaald bij eenzelfde spectrum (bijvoorbeeld bij meting A6.4). - De instellingen bij de opname protocollen dienen logisch en/of als gebruikelijk voor dat type systeem te zijn. - Een toelichting van de afregeling door de leverancier is gewenst. - Indien de opnameprotocollen veranderd zijn dient deze meting als acceptatietest uitgevoerd te worden. - De intreedosis voor een standaard patiënt wordt alleen geregistreerd. - A6. Belichtingautomaat- 30

31 A6.4 Stabiliteit buisstroom- en tijdcombinaties Het controleren of eenzelfde buisstroom-tijd product, waarvan de buisstroom- en tijdcombinaties verschillend zijn, een gelijke dosis geeft. Tevens wordt de ingestelde opnametijd gecontroleerd. - Jaarlijks - Dosismeter - Meter waarmee opname tijden gemeten kunnen worden - Plaat ter bescherming van de detector IV. Meetprocedure - Bevestig de plaat ter bescherming van de detector. - Bevestig de sensor van de dosismeter en de sensor van de opnametijdmeter binnen de röntgenbundel in het midden op de bucky. - Maak opnamen met verschillende buisstroom- en tijdcombinaties met steeds eenzelfde klinisch relevant buisstroom-tijd product. - Noteer de gemeten dosis [µgy], opnametijd [ms] en het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas]. - Bereken de relatieve variatie in dosis. - Bereken het relatieve verschil tussen de ingestelde opnametijd en de gemeten opnametijd. - Bereken de gemiddelde buisopbrengst. Laat, indien de variatie in dosis te groot is, de opnamen met een korte opnametijd weg. - Variatie in dosis 10%, wenselijk is 5%. - De overeenkomst tussen ingestelde en gemeten tijd dient binnen de 30% te liggen (1). - De gemiddelde buisopbrengst wordt alleen geregistreerd en dient voor berekening van de dosis bij andere metingen. - A6. Belichtingautomaat- 31

32 A6.5 Beveiliging op (over)exposie Het controleren van de beveiliging op overexposie. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Loodplaatjes IV. Meetprocedure A6.5.1 Beveiliging op overexposie - Bevestig het 163x163x25 mm aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Selecteer één van de meetcellen en collimeer zo dat de meetcel slechts voor een deel in het röntgenveld valt. - Maak een opname bij standaard instellingen. - Controleer of de meting automatisch wordt beëindigd en noteer de waarde waarbij dit gebeurd en de eventuele melding die het systeem geeft. - Herhaal de meting indien deze niet automatisch wordt beëindigd bij een kleiner veld, met extra verzwakking of bij een lagere buisspanning. A6.5.2 Geopende toegangsdeur - Controleer of het mogelijk is de ruimte onbedoeld te betreden of dat er plaatsen zijn waar personen zich onbedoeld zonder afscherming kunnen bevinden. - Controleer indien van toepassing of het mogelijk is een opname te maken met geopende toegangsdeur. - Noteer de bevindingen. - Maak een overzicht van de bevindingen. - De opname dient automatisch te worden afgebroken indien deze tot een, voor thoraxopnamen, ongebruikelijk hoog buisstroom-tijd produkt zal leiden. Dit is afhankelijk van het gebruikte systeem en dient in overleg met de fabrikant te worden vastgesteld. - Het is wenselijk dat er geen opnamen gemaakt kunnen worden terwijl een toegangsdeur, die tevens fungeert als afscherming, geopend is. - A6. Belichtingautomaat- 32

33 A6.6 Overeenkomst AEC sensoren Het controleren van de afregeling van de aanwezige meetvelden van de belichtingsautomaat. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Dosismeter IV. Meetprocedure - Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de detector en zet de veldgrootte zo dat de gehele detector er binnen valt. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat zo veel mogelijk in het midden op de bucky. - Bevestig het 163x163x25 mm aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Selecteer een van de meetcellen als actieve cel. - Maak een opname bij standaard instellingen. - Noteer het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Herhaal dit voor de andere meetcellen. - Herhaal de meting, indien de focusseringsafstand van het rooster niet overeenkomt met de klinisch gebruikte focus-detectorafstand, bij een focus-detectorafstand overeenkomstig met het gebruikte rooster. - Bereken de relatieve variatie in dosis. - Variatie in dosis 10%, wenselijk is 5%. - A6. Belichtingautomaat- 33

34 A6.7 Controle weergegeven DAP/KAP waarden Het controleren van de weergegeven patiëntdosis indicatie. - Jaarlijks - Dosismeter IV. Meetprocedure - Zorg ervoor dat de DAP-meter van het systeem zich in de röntgenbundel bevindt. - Collimeer de röntgenbundel tot ca. 20x20 cm op de bucky. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel. - Maak opnamen bij diverse spectra en bijbehorende klinische mas-waarden. Zorg er voor dat hierbij rekening wordt gehouden met de specificaties van de DAP-meter. - Noteer voor elke opname de weergegeven DAP-waarde van het systeem en de gemeten dosis. - Bereken de DAP-waarde aan de hand van de gemeten dosis en de afmetingen van het röntgenveld. - Reken eventueel de weergegeven DAP-waarden om naar de eenheden van de gemeten waarden. - De aanwezigheid van een patiëntdosis indicatie is verplicht (3). - DAP-waarde systeem: 10 % voor een berekende DAP-waarde en 25 % voor een gemeten DAP-waarde (3). - A6. Belichtingautomaat- 34

35 A6.8 Roosterfactor Het bepalen van de roosterfactor. - Acceptatietest - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Dosismeter IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat, zoveel mogelijk in het midden op de bucky. - Maak een opname bij standaard instellingen. - Verwijder het rooster en maak nogmaals een opname. - Noteer voor iedere opname het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Herhaal de meting voor standaardinstellingen, maar dan voor een kind protocol. - Bereken de roosterfactor met de formule: Roosterfac tor Dosis opname met rooster Dosis opname zonder rooster - De roosterfactor wordt alleen geregistreerd. - A6. Belichtingautomaat- 35

36

37 A8. Beeldkwaliteit A8.1 Minimale contrast waarneembaarheid Het bepalen van de minimale contrast-detail waarneembaarheid. - Jaarlijks - CD-Rad fantoom - Software om opnamen van het CDrad fantoom te scoren - Aluminiumblok 163x163x25 mm IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig het CDRad-fantoom op de bucky. - Maak 4 opnamen met standaard instellingen. Verschuif na iedere opname het CDrad fantoom een klein beetje, zodat de positie van de details in het fantoom t.o.v. de detectorelementen op iedere opname anders is. - Noteer voor iedere opname het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas]. - Bereken de intreedosis aan de hand van het geregistreerde buisstroom-tijd produkt en de buisopbrengst zoals bepaald bij eenzelfde spectrum (bijvoorbeeld bij meting A6.4). Bepaal de gemiddelde intreedosis voor een opname van het CDrad fantoom. - Scoor de opnamen van het CDrad fantoom met behulp van de software. Indien er gerede twijfel bestaat aan de, met de software gescoorde, resultaten dienen de CDrad opnamen door menselijke waarnemers gescoord te worden. Hierbij dient iedere opname door twee menselijke uitlezers te worden gescoord. - Bepaal, aan de hand van het toepassen van naaste buren correctie (zie hieronder), voor iedere opname de grens van de CD-curve. Naaste buren correctie: - Een goed dient tenminste twee goede buren te hebben om goed te blijven. - Een fout wordt als goed beschouwd indien deze drie goede buren heeft. - Een goed in de hoeken van het fantoom heeft slechts één goede buur nodig om goed te blijven. - Een fout in de hoeken van het fantoom heeft twee goede buren nodig om als goed beschouwd te worden. - De resultaten van de acceptatietest dienen als referentie. Bij reguliere testen kan de stabiliteit van de beeldkwaliteit beoordeeld worden (8). - De resultaten van deze meting worden vergeleken met de resultaten van vergelijkbare systemen. - A8. Beeldkwaliteit- 37

38 A8.2 Toegepaste lineaire systemen theorie (optioneel) Het bepalen van de detector kwaliteit. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - MTF fantoom - Software voor de berekening van de MTF en NPS volgens IEC IV. Meetprocedure A8.2.1 Modulation Transfer Function (MTF) - Verwijder alle verwijderbare onderdelen (voordraai filter, DAP-meter, strooistralen rooster enz.) uit de röntgenbundel. - Stel, voor zover mogelijk, een FD-afstand van 150 cm in. Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de detector en zet de veldgrootte zo dat de gehele detector er binnen valt. - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis en stel 70 kv in. - Bevestig het MTF fantoom, horizontaal onder een hoek van 1.5 tot 3, in het midden aan de bucky. - Maak een opname met een buisstroom-tijd produkt welke een pixelwaarde geeft overeenkomstig aan die van een opname gemaakt met standaard instellingen. - Bevestig het MTF fantoom, vertikaal onder een hoek van 1.5 tot 3, in het midden aan de bucky. - Maak een opname met een buisstroom-tijd produkt welke een pixelwaarde geeft overeenkomstig aan die van een opname gemaakt met standaard instellingen. Horizontaal Verticaal Figuur A8.2: MTF-fantoom in horizontale richting (links) en in verticale richting (rechts) - A8. Beeldkwaliteit- 38

39 A8.2.2 Noise Power Spectrum (NPS) - Verwijder alle verwijderbare onderdelen (voordraai filter, DAP-meter, strooistralen rooster enz.) uit de röntgenbundel. - Stel, voor zover mogelijk, een FD-afstand van 150 cm in. Lijn het midden van de röntgenbundel uit met het midden van de detector en zet de veldgrootte zo dat de gehele detector er binnen valt. - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis en stel 70 kv in. - Bevestig het MTF fantoom, horizontaal onder een hoek van 1.5 tot 3, in het midden aan de bucky. - Maak een tiental opnamen met een buisstroom-tijd produkt welke een pixelwaarde geeft overeenkomstig aan die van een opname gemaakt met standaard instellingen. A8.2.1 Modulation Transfer Function (MTF) De MTF wordt volgens IEC in twee richtingen bepaald met behulp van een MTF fantoom. Hierbij wordt de Edge Spread Function (ESF) bepaald aan de rand van het MTF fantoom, in het midden van de opname. Uit de ESF wordt vervolgens de Line Spread Function (LSF) berekend met behulp van onderstaande vergelijking: d LSF( x) ESF ( x) dx De MTF wordt verkregen door een Fourier Transformatie van de LSF: MTF( u) F LSF( x) - Lineariseer de pixelwaarden van de opnamen, indien de onder A4.1.1 bepaalde detector responsie geen lineair verloop heeft. - Bereken de MTF met behulp van de software. A8.2.2 Noise Power Spectrum (NPS) De NPS wordt volgens IEC bepaald in twee richtingen in een gebied van 100 x 100 mm 2 met behulp van de volgende formule: NPS ( u, v) x y M M m 1 i 1 j 1 ( I( x, y ) S( x, y)) e i j 2 i( u x v y ) n i k j 2 Waarin: M = het aantal ROI s Δx = pixel spacing in de x-richting Δy = pixel spacing in de y-richting I(x i,y j ) = de pixel data S(x i,y j ) = pixel data gefit door een tweedimensionale polynomische functie - Lineariseer de pixelwaarden van de opnamen, indien de onder A4.1.1 bepaalde detector responsie geen lineair verloop heeft. - Bereken de 1D en 2D NPS met behulp van de software. - A8. Beeldkwaliteit- 39

40 - De waarden van de MTF en NPS worden geregistreerd. De resultaten van halfjaarlijkse testen worden vergeleken met die van de acceptatietest en voorgaande testen. - Indien de afname van een van de curven op 0.5 mm -1 en op 2.0 mm -1 > 15% is bij een halfjaarlijkse test vergeleken met de acceptatietest of de vorige halfjaarlijkse test dient de oorzaak onderzocht te worden (8). - A8. Beeldkwaliteit- 40

41 A9. Artefacten evaluatie Het controleren van beelden van een systeem op de aanwezigheid van (storende) artefacten. - Jaarlijks - Alle beelden uit de kwaliteitstesten IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Maak een opname met ieder voor te draaien filter. - Beoordeel alle opnamen op eventuele artefacten. Gebruik window-leveling om de eventuele artefacten zichtbaar te maken. - Probeer de oorzaak van een eventueel artefact te achterhalen. - Er mogen op de opnamen geen storende artefacten zichtbaar zijn. Bij twijfel worden de opnamen door een team van experts beoordeeld. - A9. Artefacten evaluatie- 41

42 A10. Standaardopnamen en Stabiliteit Het controleren van de stabiliteit van een systeem en de homogeniteit van de opnamen gedurende een kwaliteitstest. - Jaarlijks - Aluminiumblok 163x163x25 mm - Dosismeter IV. Meetprocedure - Bevestig het aluminiumblok aan de röntgenbuis. - Bevestig de sensor van de dosismeter binnen de röntgenbundel, maar buiten de meetvelden van de belichtingsautomaat, zoveel mogelijk in het midden op de bucky. - Maak een opname bij standaard instellingen. - Noteer voor iedere opname het geschakelde buisstroom-tijd produkt [mas] en de gemeten dosis [µgy]. - Herhaal dit een aantal maal gedurende de test, tussen de meetseries door. Ter beoordeling van de stabiliteit: - Bepaal van iedere opname de gemiddelde pixelwaarde en standaard deviatie (SD) in de referentie ROI. - Bereken per opname de SNR in de referentie ROI met behulp van de volgende vergelijking: Gemiddeldepixelwaarde - Pixelwaarde offset (indienvantoepassing) SNR SD - Bereken de relatieve variatie van het buisstroom-tijd product en de dosis. - Bereken de relatieve variatie van de gemiddelde pixelwaarde en SNR in de referentie ROI van alle opnamen. Ter beoordeling van de homogeniteit: - Controleer van elk beeld de homogeniteit door een ROI van 1.0 x 1.0 cm² over het gehele beeld te verplaatsen met stappen van 0.5 cm. Bepaal bij iedere stap in het ROI de gemiddelde pixelwaarde en standaard deviatie (SD) en bereken de SNR. Bekijk in een 3D-plot het verloop van de pixelwaarde en de SNR over het gehele beeld. - Variatie in dosis 10%, wenselijk is 5%. - A10. Standaardopnamen en Stabiliteit - 42

43 DEEL B: FYSISCHE METINGEN GEDURENDE DE KLINISCHE FASE VAN EEN TYPEKEURING Niet van toepassing voor deze versie van dit protocol. 43

44 DEEL C: Niet van toepassing in dit protocol 44

45 DEEL D: BEELDBEWERKING 45

46

47 D1. Beeldbewerking Het beoordelen van de kwaliteit van de beeldbewerking. - Indien er gerede twijfel bestaat over de kwaliteit van de beeldbewerking of indien het vermoeden bestaat dat er een mogelijkheid is om de beeldbewerking te optimaliseren. Dit zal in samenspraak met de gebruiker en leverancier van de apparatuur gaan. - Set klinische beelden van ca. 25 cliënten/patiënten waarvan, bij voorkeur, beelden beschikbaar zijn, die gemaakt zijn op het te evalueren systeem en op een ander systeem. - Een door de fabrikant aan te leveren beschrijving van de beeldbewerking in algemene termen. - Een diagnostisch werkstation, dat voldoet aan alle eisen m.b.t. de beeldweergave zoals gesteld in dit protocol. - Het formulier klinische evaluatie. IV. Meetprocedure - De opnamen worden beoordeeld op het diagnostische werkstation aan de hand van het formulier klinische evaluatie. Dit wordt gedaan door een panel van experts, met daarin minimaal twee fysici, een laborant en op verzoek een radioloog, allen met ervaring op het gebied van kwaliteitsevaluatie van röntgenbeelden. Deze beoordeling gebeurd gezamenlijk met overleg. - De bevindingen worden genoteerd in het formulier klinische evaluatie. - De beschrijving van de beeldbewerking kan gebruikt worden om observaties in de klinische test te kunnen verklaren. - Maak een samenvatting van de bevindingen. - De bevindingen worden indien nodig met de leverancier van het systeem besproken. - D1. Beeldbewerking - 47

48 Formulier evaluatie beeldpresentatie en beeldbewerking Datum: Lokatie: Beoordelaar: Opn. nr Systeem Contrast Scherpte Ruis Artefacten - D1. Beeldbewerking - 48

49 DEEL E: BEELDWEERGAVE 49

50

51 E1. Monitor E1.1 Omgevingslicht en reflecties Het controleren van de bekijkomstandigheden. - Jaarlijks - Illuminantie meter IV. Meetprocedure - Voer deze meting uit onder klinische bekijkomstandigheden en noteer de situatie. - Zorg ervoor dat de monitor een donker beeld toont of op stand-by staat. - Plaats de sensor van de illuminantie meter in het centrum van de monitor, met de achterzijde tegen het oppervlak. - Noteer het omgevingslicht [Lux]. Indien het omgevingslicht niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, dient geprobeerd te worden de bekijkomstandigheden zodanig te modificeren dat wel aan de voorgeschreven waarde wordt voldaan en dient de situatie opnieuw genoteerd te worden. - Beoordeel visueel of er reflecties zichtbaar zijn op de monitor en noteer deze. - Maak een overzicht van de bevindingen. - Omgevingslicht: < 20 lux - Er mogen geen storende reflecties op de monitor zichtbaar zijn. - E1. Monitor - 51

52 E1.2 Weergavecurve monitor Het controleren van de inregeling van de monitor. - Jaarlijks - testbeelden TG18-LN12-01 tot en met 18 (9) - telescopische luminantiemeter IV. Meetprocedure - De monitor dient minimaal 20 minuten aan te staan voordat de weergavecurve gemeten wordt. - Geef het TG18-LN12-01 testbeeld weer op de monitor. - Meet de luminantie [Cd/m 2 ] in het centrum van het beeld, met behulp van de telescopische luminantiemeter. - Noteer de gemeten luminantie. - Herhaal de meting voor de testbeelden TG18-LN12-02 tot en met TG18-LN Bepaal de contrast responsie curve van de monitor en bepaal in hoeverre deze curve overeenkomt met de DICOM Greyscale Standard Display Function (GSDF) curve. - De contrast respons curve van de monitor moet binnen 10% van GSDF curve liggen. - E1. Monitor - 52

53 E1.3 Luminantie bereik Het controleren van het luminantie bereik van de monitor. - Jaarlijks - testbeelden TG18-LN12-01 tot en met 18 (9) - telescopische luminantiemeter IV. Meetomstandigheden - Geef het TG18-LN12-01 testbeeld weer op de monitor. - Meet de luminantie [Cd/m 2 ] in het centrum van het beeld, met behulp van de telescopische luminantiemeter. - Noteer de gemeten luminantie. - Herhaal de meting voor het testbeeld TG18-LN Bereken de luminantie ratio met de volgende vergelijking: 2 luminantie TG18- LN12-18 [Cd/m ] luminantie ratio 2 luminantie TG18- LN12-01 [Cd/m ] - Bereken de relatieve afwijking in luminantie tussen beide monitoren, gemeten van beeld TG18-LN12-18, ten opzichte van de laagste waarde. - Luminantie ratio: > 250, gewenst >350 - Verschil in maximale luminantie tussen monitoren van een diagnostisch werkstation: < 5 % t.o.v. de laagste. - E1. Monitor - 53

54 E1.4 Luminantie uniformiteit Het controleren van de uniformiteit van de luminantie op een monitor. - Jaarlijks - testbeelden TG18-UNL10 en 80 (9) - telescopische luminantiemeter IV. Meetomstandigheden - Geef het TG18-UNL10 testbeeld weer op de monitor. - Meet de luminantie [Cd/m 2 ] in het centrum en in de vier hoeken van het beeld, met behulp van de telescopische luminantiemeter. - Herhaal de meting voor het TG18-UNL80 testbeeld. - Bereken de relatieve variatie van de luminantie voor beide testbeelden. - Variatie in luminantie: < 30 % - E1. Monitor - 54

55 E1.5 Spatiële resolutie monitor Het controleren van de resolutie van een monitor. - Jaarlijks - testbeelden TG18-LPH10, 50 en 89 (9) - testbeelden TG18-LPV10, 50 en 89 (9) IV. Meetomstandigheden - Geef het TG18-LPH10 testbeeld weer op de monitor. - Beoordeel de zichtbaarheid van de horizontale lijnen. - Herhaal de meting voor de TG18-LPH50 en TG18-LPH89 testbeelden. - Geef het TG18-LPV10 testbeeld weer op de monitor. - Beoordeel de zichtbaarheid van de verticale lijnen. - Herhaal de meting voor de TG18-LPV50 en TG18-LPV89 testbeelden. - Noteer per beeld de zichtbaarheid van de lijnen. - De lijnen uit de resolutiepatronen moeten alle zichtbaar zijn. Opmerking: Het is bekend dat bij CRT monitoren de lijnen bijna nooit zichtbaar zijn (voornamelijk in de verticale richting). - E1. Monitor - 55

56 E1.6 Laag contrast weergave monitor Het controleren van de weergave van lage contrasten op een monitor. - Jaarlijks - testbeeld TG18-QC (9) IV. Meetomstandigheden - Geef het TG18-QC testbeeld weer op de monitor. - Beoordeel de zichtbaarheid van de laag contrast vlakjes in de vier hoeken van ieder luminantie vlak, van de 5 % en 95 % vlakken en van de letters QUALITY CONTROL in de drie rechthoekige blokken (zie de figuur hieronder). - Noteer welke laag contrast vlakjes in de vier hoeken van ieder luminantie vlak zichtbaar zijn. - Noteer welke letters van het woord QUALITY CONTROL in de drie rechthoekige blokken zichtbaar zijn. - Alle hoekjes in de luminantie vlakken, de 5% en 95% vlakken en alle letters van QUALITY CONTROL moeten zichtbaar zijn. - E1. Monitor - 56

57 E1.7 Weergave artefacten Het bepalen van de aanwezigheid van storende artefacten op de monitor. - Jaarlijks - testbeelden TG18-UNL10 en 80 (9) IV. Meetomstandigheden - Geef de testbeelden één voor één weer op de monitor. - Beoordeel de beelden op de aanwezigheid van artefacten, veroorzaakt door de monitor. - Noteer de bevindingen. - Er mogen geen storende artefacten zichtbaar zijn. - E1. Monitor - 57

58 E1.8 Geometrische vervorming monitor Het controleren van de weergave van beelden op geometrische vervorming. - Jaarlijks, alleen voor CRT monitoren - testbeeld TG18-QC (9) IV. Meetomstandigheden - Geef het TG18-QC testbeeld weer op de monitor. Het testbeeld moet hierbij beeldvullend worden weergegeven. - Beoordeel visueel de mate van geometrische vervorming aan de hand van de lijnen en randen op het beeld. - Noteer of er geometrische vervormingen zichtbaar zijn in het testbeeld op de monitor. - Op de opnamen mogen geen storende vervormingen zichtbaar zijn. - E1. Monitor - 58

59 BIJLAGEN BIJLAGEN 59

60 Bijlage 1: Verklarende woordenlijst Absolute afwijking Absolute afwijking Gemeten waarde Referentie waarde Absolute variatie Absolute variatie Maximale waarde Minimale waarde Achtergrondstraling Acquisitiestation AEC ALARA Beeldopnemer Bewerkt beeld CR DEL Detectorcorrecties Achtergrondstraling is afkomstig uit het universum (kosmische straling), van de zon en van het verval van radioactieve elementen in de aardkorst, zoals Thorium, Uranium en Radon. In Nederland is de bijdrage van de achtergrondstraling ongeveer 2 msv per jaar. Beoordelingsstation waarop juist gemaakte beelden worden gepresenteerd voornamelijk ter controle van de insteltechniek. Meestal heeft dit station geen diagnostische beeldkwaliteit. Automatic Exposure Control: In de automatische belichtingsmode wordt de uiteindelijke exposie bepaald met behulp van de sensor(en) van de belichtingsautomaat. ALARA is de afkorting voor: As Low As Reasonably Achievable. Het ALARA-principe houdt in dat de straling die een persoon ontvangt, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, wordt beperkt. Het deel van het systeem dat de (interacties van de) röntgenstraling registreert en eventueel omzet naar een uit te lezen signaal, zodat een beeld ontstaat. In het geval van een CR-systeem is dit de fosforplaat. In het geval van een DR-systeem is dit de detector. Het beeld na beeldbewerking, dat gereed is voor presentatie op een beeldscherm. In DICOM-termen wordt dit beeld for presentation genoemd. Computed Radiography. Digitaal röntgensysteem met behulp van fosforplaten. Detector element. Kleinste eenheid van een detector. Correcties aan een beeld, die uitgevoerd worden om voor de individuele eigenschappen van de detectorelementen te corrigeren en om waarden van uitgevallen detectorelementen en gebiedjes van de detector waar (door het ontwerp van de detector) geen detectorelementen aanwezig zijn te reconstrueren. Tevens worden vervormingen van het beeld bij bepaalde typen beeldopnemers gecorrigeerd. BIJLAGEN 60

Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur. versie 2.0: november 2017

Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur. versie 2.0: november 2017 Meetprotocol: Fysisch-technische testen van thorax-apparatuur versie 2.0: november 2017 Pagina 2 van 58 Voorwoord Sinds juli 2014 is het Landelijk Referentie Centrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) verantwoordelijk

Nadere informatie

Voorgeschreven waarden aan apparatuur gebruikt in de Nederlandse borstkankerscreening

Voorgeschreven waarden aan apparatuur gebruikt in de Nederlandse borstkankerscreening Voorgeschreven waarden aan apparatuur gebruikt in de Nederlandse borstkankerscreening In het algemeen geldt dat de apparatuur aan de voorgeschreven waarden moet voldoen en moet worden bijgesteld als dit

Nadere informatie

MEETPROTOCOL. Fysisch-technische testen van digitale mammografie-apparatuur. Versie: 2.32 September Auteurs:

MEETPROTOCOL. Fysisch-technische testen van digitale mammografie-apparatuur. Versie: 2.32 September Auteurs: MEETPROTOCOL Fysisch-technische testen van digitale mammografie-apparatuur Versie: 2.32 September 2016 Auteurs: A.M. Bolderdijk R.W. Bouwman O.M. van der Helm J. van Immerseel H. Lelivelt J. Peulen R.E.

Nadere informatie

Zorg voor kwaliteit is samenwerken Kwaliteit bewaken in de Digitale Screening

Zorg voor kwaliteit is samenwerken Kwaliteit bewaken in de Digitale Screening Zorg voor kwaliteit is samenwerken Kwaliteit bewaken in de Digitale Screening Ruben van Engen 2009 Detector calibraties - flat field calibratie Aandachtspunten Kwaliteitscontrole - wekelijkse kwaliteitstest

Nadere informatie

Mammografie. Fysische kant van de insteltechniek. Fysische Groep LRCB, Nijmegen

Mammografie. Fysische kant van de insteltechniek. Fysische Groep LRCB, Nijmegen Mammografie Fysische kant van de insteltechniek Fysische Groep LRCB, Nijmegen Inhoud Collimatie Collimatie Collimatie Compressie Compressie Compressie Borst fixeren Minder onscherpte (beweging en geometrisch)

Nadere informatie

Nieuwsbrief oktober 2007

Nieuwsbrief oktober 2007 Implementatie QC Light protocol op de afdelingen Radiologie In november 2004 is het QC Light protocol geïntroduceerd door de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica. Het protocol is geschikt voor

Nadere informatie

Iets met Mensen.. Bert Haak congres Medusin 24 januari 2019

Iets met Mensen.. Bert Haak congres Medusin 24 januari 2019 Iets met Mensen.. Iets met Mensen.. Iets met Mensen.. Iets met Mensen.. Iets met Mensen.. Cesium-jodide scintillator Fotonen Sensitive area/ pixel Detector Signaal Black box Post-processing -LUT curves

Nadere informatie

MEETPROTOCOL Testen van diagnostische bekijkstations voor bevolkingsonderzoek Versie: 1.0 november 2016 Auteurs:

MEETPROTOCOL Testen van diagnostische bekijkstations voor bevolkingsonderzoek Versie: 1.0 november 2016 Auteurs: MEETPROTOCOL Testen van diagnostische bekijkstations voor bevolkingsonderzoek Versie: 1.0 november 2016 Auteurs: R.E. van Engen O.M. van der Helm Dutch Reference Centre for Screening Postbus 6873 6503

Nadere informatie

Syllabus Fysische aspecten bij digitale thoraxopnamen t.b.v. de medisch technisch medewerkers van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Tuberculose

Syllabus Fysische aspecten bij digitale thoraxopnamen t.b.v. de medisch technisch medewerkers van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Tuberculose Pagina 1 van 31 Syllabus Fysische aspecten bij digitale thoraxopnamen t.b.v. de medisch technisch medewerkers van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Tuberculose september 2018, versie 0.9 Pagina 2

Nadere informatie

Beginselen beeldbewerking en beeldreconstructie. Basiscursus Fysica in de Mammografie Datum: donderdag 15 januari 2015

Beginselen beeldbewerking en beeldreconstructie. Basiscursus Fysica in de Mammografie Datum: donderdag 15 januari 2015 Beginselen beeldbewerking en beeldreconstructie Basiscursus Fysica in de Mammografie Datum: donderdag 15 januari 2015 Inhoud Beeldbewerking Beeldreconstructie Inhoud Beeldbewerking Beeldreconstructie Beeldbewerking

Nadere informatie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R Januari 2015 Inhoudsopgave Inleiding en verantwoording... 3 Bedieningshandleiding... 4 Verstrooiing van röntgenstraling... 4 Invloed afstand op

Nadere informatie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R Oktober 2009 Inleiding en verantwoording Voor u ligt de syllabus: Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5R. Deze syllabus is ontwikkeld

Nadere informatie

Beeldvormende keten radiologie. Belichtingsaspecten digitale bucky. Beeldvormende keten radiologie. Patiënt. Parameters röntgenapparatuur

Beeldvormende keten radiologie. Belichtingsaspecten digitale bucky. Beeldvormende keten radiologie. Patiënt. Parameters röntgenapparatuur Belichtingsaspecten digitale bucky De relatie tussen (intree)dosis patiënt en diagnostische beeldkwaliteit RÖNTGENBUIS intreespectrum stralings beeld fysisch beeld BEELDVORMEND PROCES PATIËNT WEERGAVE

Nadere informatie

Veterinaire röntgentechniek

Veterinaire röntgentechniek kv s en mas-sen November 6, 2016 Agenda Straling 2 De röntgenbuis De röntgenbuis zet electriciteit om in ioniserende straling. Het rendement waarmee dit gebeurt ligt erg laag, in de grootorde van 0.01

Nadere informatie

Beeldkwaliteit in digitale mammografie en tomosynthese. Ramona Bouwman

Beeldkwaliteit in digitale mammografie en tomosynthese. Ramona Bouwman Beeldkwaliteit in digitale mammografie en tomosynthese Ramona Bouwman Inhoud Beeldacquisitie Lineaire systemen theorie (A4 en A8.2) Contrast detail analyse (A8.1) Belichtingsautomaat (A6 en A10) Overige

Nadere informatie

Syllabus: Fysische aspecten bij digitale mammografie t.b.v. de laboranten van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Borstkanker

Syllabus: Fysische aspecten bij digitale mammografie t.b.v. de laboranten van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Borstkanker Syllabus: Fysische aspecten bij digitale mammografie t.b.v. de laboranten van het Nederlandse Bevolkingsonderzoek op Borstkanker Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek te Nijmegen uitgave:

Nadere informatie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A December 2012 Inhoudsopgave Inleiding en verantwoording... 3 Programma... 4 Bedieningshandleiding... 5 Verstrooiing van röntgenstraling... 6 Doelen...

Nadere informatie

Stralingsbelasting in de neonatologie in België

Stralingsbelasting in de neonatologie in België Stralingsbelasting in de neonatologie in België Algemene aanbevelingen De resultaten, bekomen door de observatiestudie PREDOS (Premature newborns dosimetry) uitgevoerd in 17 van de 19 erkende Belgische

Nadere informatie

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron Examen stralingsbescherming deskundigheidsniveau 4A/4B p. 1 Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron De activiteit van een 106 Ru/ 106 Rh bron is opgedampt op een zeer dun folie. Bij de jaar lijkse

Nadere informatie

Belgisch Protocol voor Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Digitale Mammografie

Belgisch Protocol voor Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Digitale Mammografie Belgisch Protocol voor Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Digitale Mammografie Société Belge des Physiciens d Hôpital Belgische Vereniging van Ziekenhuis Fysici Voorwoord Dit protocol specifieert

Nadere informatie

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur Société Belge des Physiciens d Hôpital Belgische Vereniging van Ziekenhuis Fysici Klassieke toestellen voor radiografie 2 Belgisch

Nadere informatie

Richtlijnen Scannen Microfilms

Richtlijnen Scannen Microfilms Richtlijnen Scannen Microfilms Versie 1.0, mei 2010 Hans van Dormolen Koninklijke Bibliotheek Den Haag Richtlijnen Scannen Microfilms Versie 1.0, mei 2010 Auteur: Hans van Dormolen Met dank aan: Corine

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE Aanbevelingen betreffende het gebruik en de kwaliteitscontrole van PET-scanners gebruikt in de nucleaire geneeskunde. HOOFDSTUK I Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A Januari 2015 Inhoudsopgave Inleiding en verantwoording 3 Programma...4 Bedieningshandleiding..5 Verstrooiing van röntgenstraling 6 Invloed afstand

Nadere informatie

RIVM rapport 265021002/2004. Acceptatie- en statustesten van radiodiagnostische apparatuur Aanbevelingen voor te inspecteren parameters

RIVM rapport 265021002/2004. Acceptatie- en statustesten van radiodiagnostische apparatuur Aanbevelingen voor te inspecteren parameters RIVM rapport 265021002/2004 Acceptatie- en statustesten van radiodiagnostische apparatuur Aanbevelingen voor te inspecteren parameters H. Bijwaard en M.J.P. Brugmans Dit onderzoek werd verricht in opdracht

Nadere informatie

Digitale mammografie vraagt nieuwe methoden kwaliteitscontrole

Digitale mammografie vraagt nieuwe methoden kwaliteitscontrole Tanya Geertse, Marc Swinkels en Ruben van Engen Digitale mammografie vraagt nieuwe methoden kwaliteitscontrole Binnen de Nederlandse borstkankerscreening zal binnen afzienbare tijd de overgang plaatsvinden

Nadere informatie

Kwaliteitsborgingsprogramma. Joris Nens

Kwaliteitsborgingsprogramma. Joris Nens Kwaliteitsborgingsprogramma Joris Nens Overzicht 1. Kwaliteitsborging kwaliteitsbeheersing klinische audit 2. Hoe meten we beeldkwaliteit? 3. Hoe meten we patiëntendosis? 4. Kwaliteitsbeheersing (QC) in

Nadere informatie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A Oktober 2009 Inhoudsopgave Inleiding en verantwoording...3 Programma...4 Verstrooiing van röntgenstraling...5 Doelen...5 Middelen...5 op een kruk...5

Nadere informatie

Dosisregistratie: check! Maar wat nu?

Dosisregistratie: check! Maar wat nu? Dosisregistratie: check! Maar wat nu? Liesbeth Eloot AZ Sint-Lucas Gent Studiedag verpleegkundigen medische beeldvorming 23 maart 2018 Noodzaak voor dosisregistratie Ioniserende straling 5.1 msv per caput

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities BS 04/03/2016 3 FEBRUARI 2016. - Besluit houdende de aanvaardbaarheidscriteria voor PET-scanners voor gebruik in de nucleaire geneeskunde alsook de procedures dienaangaande 1 HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Nadere informatie

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie 9 februari 2012 Versie 1.0 (bèta) 1 Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie Société Belge des Physiciens d Hôpital Belgische Vereniging

Nadere informatie

@ATerinzagelegging 7802858

@ATerinzagelegging 7802858 Octrooiraad @ATerinzagelegging 7802858 Nederland @ NL @ < j) @ @ Röntgenfluorescopie-inrichting. Int.CI 2.: A61 B6/00. Aanvrager: N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Gem.: Ir. R.A. Bijl c.s.

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.5.2015 C(2015) 2874 final ANNEXES 5 to 10 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

ALL SKY FOTO'S PROCEDURE

ALL SKY FOTO'S PROCEDURE ALL SKY FOTO'S Naast het meten van de zenitluminantie via foto s is het ook mogelijk om van elke locatie de hele hemel te meten. Dit gebeurt via een all sky foto, waarbij de gehele hemel in een locatie

Nadere informatie

RIVM-rapport 300080001/2007. Kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur Overzicht van publicaties sinds 2004

RIVM-rapport 300080001/2007. Kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur Overzicht van publicaties sinds 2004 RIVM-rapport 300080001/2007 Kwaliteitsborging van radiodiagnostische apparatuur Overzicht van publicaties sinds 2004 H. Bijwaard en P. Stoop Contact:H. Bijwaard Laboratorium voor Stralingsonderzoek harmen.bijwaard@rivm.nl

Nadere informatie

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie

Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie 12 oktober 2012 Versie 0.18 1 Belgisch Protocol voor Jaarlijkse Kwaliteitscontrole van X-stralenapparatuur: Systemen voor fluoroscopie Société Belge des Physiciens d Hôpital Belgische Vereniging van Ziekenhuis

Nadere informatie

LOODSCHORTEN: BELEID INZAKE STRALINGSBESCHERMING. Peter Immesoete Vinçotte Controlatom

LOODSCHORTEN: BELEID INZAKE STRALINGSBESCHERMING. Peter Immesoete Vinçotte Controlatom LOODSCHORTEN: BELEID INZAKE STRALINGSBESCHERMING Peter Immesoete Vinçotte Controlatom Waarom? Heel belangrijk om defecten op te sporen en om het correcte gebruik te verzekeren Inleiding Verschillende

Nadere informatie

Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg

Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg Toetsingskader Inspectie voor de Gezondheidszorg Programma: Mondzorg: radiologie Versie: 1 Datum: april 2017 Inleiding Dit toetsingskader vormt het kader voor de uitvoering van het toezicht van de Inspectie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21763 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortes, Wagner Rodrigues Title: Error bounds for discrete tomography Issue Date:

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities BS 04/03/2016 3 FEBRUARI 2016. - Besluit houdende de aanvaardbaarheidscriteria voor gammacamera's voor gebruik in de nucleaire geneeskunde alsook de procedures dienaangaande 1 HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Nadere informatie

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert Samenvatting Deeltjes Detectie in Hoge Energie Fysica De positie waar de botsing heeft plaatsgevonden in een versneller

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen

Nieuwe ontwikkelingen Nieuwe ontwikkelingen Synthetische 2D opnamen Dual energy mammografie - Zonder contrastmiddelen - Met contrastmiddelen (CESM) Densiteitsbepalingen Synthetische 2D beelden Wat is het doel van synthetische

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h

Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 7 opgaven, per deelvraag staat uitgesplitst hoeveel punten deze vraag maximaal kan opleveren. In totaal zijn er 44 punten

Nadere informatie

Tentamen Beeldverwerking TI2716-B Woensdag 28 januari 2015 14.00-17.00

Tentamen Beeldverwerking TI2716-B Woensdag 28 januari 2015 14.00-17.00 Tentamen Beeldverwerking TI2716-B Woensdag 28 januari 2015 14.00-17.00 De 2D Gaussische fimctie e-' = 037 e'^ =0.14 e"'' = 0.082 e-' =0.018 deze toets bestaat uit 4 opgaven en 8 pagina's Opgave 1 en 2

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht zaterdag 17 november 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica http://fys.kuleuven.be/alon

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

Informatie over Lenzen

Informatie over Lenzen Informatie over Lenzen Camera CCD Sensor: De grootte van de camerabeeld sensor (CCD) beïnvloed ook de kijkhoek, waarbij de kleinere beeldsensoren een smallere kijkhoek creëren wanneer gebruikt met eenzelfde

Nadere informatie

Voorwoord 1. Auteurs en leescommissie 3

Voorwoord 1. Auteurs en leescommissie 3 Inhoud Voorwoord 1 Auteurs en leescommissie 3 1 Techniek 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Conventionele thoraxfoto 6 1.3 Meest gebruikte projecties 6 1.4 Overwegingen 9 2 De normale thoraxfoto 11 2.1 Inleiding 11

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39638 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pelt D.M. Title: Filter-based reconstruction methods for tomography Issue Date:

Nadere informatie

Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10)

Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10) Pagina 1 van 6 Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10) Inleiding De Röntgen diffractie foto van DNA (Figuur 1), gemaakt in het laboratorium van Rosalind Franklin, staat bekend als Photo

Nadere informatie

BIJLAGE bij Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

BIJLAGE bij Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming BIJLAGE bij Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming Nuclear Research and consultancy Group Technische Universiteit Delft Boerhaave Nascholing/LUMC Rijksuniversiteit Groningen Radboudumc TU

Nadere informatie

Invullen van het gegevensregistratieformulier m.b.t. de patiëntendoses bij radiologische onderzoeken.

Invullen van het gegevensregistratieformulier m.b.t. de patiëntendoses bij radiologische onderzoeken. Invullen van het gegevensregistratieformulier m.b.t. de patiëntendoses bij radiologische onderzoeken. 16 oktober 2014 Contact: Thibault VANAUDENHOVE Katrien VAN SLAMBROUCK Federaal Agentschap voor Nucleaire

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Materiaaldiktemeter PCE-TG 50

GEBRUIKSAANWIJZING Materiaaldiktemeter PCE-TG 50 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Materiaaldiktemeter

Nadere informatie

Röntgenstraling. Medische beeldvorming

Röntgenstraling. Medische beeldvorming Röntgenstraling Medische beeldvorming Röntgenstralen dringen in wisselende mate door het menselijke lichaam heen. Ter vergelijking kan zonlicht wel door een vensterglas dringen, maar niet door de spijlen

Nadere informatie

Beeldacquisitie. FFDM en tomosynthese

Beeldacquisitie. FFDM en tomosynthese Beeldacquisitie FFDM en tomosynthese Inhoud Beeldopnemers FFDM systemen Belichtingsautomaat in FFDM Tomosynthese (DBT) systemen Belichtingsautomaat in DBT Beeldopnemer Typen beeldopnemers CR Computed Radiography

Nadere informatie

Compositie op basis van geometrische vormen

Compositie op basis van geometrische vormen Om goed heen en weer te kunnen springen tussen dia en afbeeldingen moet je dit bestand openen met Acrobat Reader. Voor het bekijken van de voorbeelden klik je op de blauwe link. Om terug te keren naar

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na 1 Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O.1. 1. Op een wateroppervlak vallen drie rode lichtstralen op de manier zoals weergegeven in onderstaande figuur. Teken het

Nadere informatie

zet uw blik op scherp

zet uw blik op scherp zet uw blik op scherp HOME DVT FOV ONTWERP thinking ahead, focused on life DVT SCOUTOPNAME < DIGITALE VOLUME TOMOGRAFIE De voorpagina toont alle informatie van deze brochure, echter afgebeeld op één bladzijde.

Nadere informatie

De herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

De herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie Principes van stralingsbescherming De herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie Ontwikkeld door de ICRP (International Commission on Radiological Protection): Rechtvaardiging ALARA dosislimieten Onderwerpen

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Vraagstuk 1: Bepaling 51 Cractiviteit

Vraagstuk 1: Bepaling 51 Cractiviteit Examen stralingsbescherming deskundigheidsniveau 4A/4B p. 1 Vraagstuk 1: Bepaling 51 Cractiviteit Een bron bestaat uit een dunne laag radioactief 51 Cr. Om de activiteit van de laag te bepalen, wordt het

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Radiologie in de (tandarts) praktijk

Radiologie in de (tandarts) praktijk Radiologie in de (tandarts) praktijk Niels van der Werf 10 oktober 2017 Email: nrvdwerf@gmail.com LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/niels-van-der-werf-15505936/ GoedeVraag.nl Patiënt krijgt loodschort

Nadere informatie

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en

Nadere informatie

Morenaments Ornamenten met symmetrie. Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen

Morenaments Ornamenten met symmetrie. Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen Morenaments Ornamenten met symmetrie Fien Aelter, Liesje Knaepen en Kristien Vanhuyse, studenten SLO wiskunde KU Leuven Werkblad vooraf met begeleidende tekst en oplossingen Dit werklad is een voorbereiding

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS 12 juli 2000 72 --- 13 de internationale olympiade De magnetische schijf 2,5 uur Geef in dit experiment een schatting

Nadere informatie

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 4 PROEFWERK HOOFDSTUK 3: AUTOMATISCHE SYSTEMEN OOFDSTUK 3: A 11/3/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

Tentamen 8D040 - Basis beeldverwerking. 24 juni 2011, uur

Tentamen 8D040 - Basis beeldverwerking. 24 juni 2011, uur Tentamen 8D040 - Basis beeldverwerking 24 juni 2011, 14.00-17.00 uur 1 Algemeen: Maak opgave 4 op een apart vel, en de overige opgaven op een andere set vellen. Alle vragen tellen even zwaar mee in het

Nadere informatie

+31 (0)900 1200 003 E:

+31 (0)900 1200 003 E: Precisie krachtmeter PCE-FB serie Precisie krachtmeter voor kracht en drukkracht / interne Mini SD kaart geheugen / grafische display / alarm meting / PEAK functie / USB-interface / software meegeleverd

Nadere informatie

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem. Inleiding. Methode

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem. Inleiding. Methode Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem I. NAUWKEURIGHEID De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform ISO 15197. Inleiding Het doel van deze

Nadere informatie

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding) De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in

Nadere informatie

Basisbegrippen in de fotografie

Basisbegrippen in de fotografie Basisbegrippen in de fotografie Met betrekking tot belichting Aanleiding: De aanleiding voor het houden van deze presentatie zijn de verzoeken die gedaan zijn tijdens de introductie op de eerste clubdag

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

Flying Sensor Rapport

Flying Sensor Rapport Flying Sensor Rapport Locatie: Dintelse Gorzen Noord-Brabant Nederland Vluchtdatum: 21-mei-2014 Flying Sensor: Pelican Client: Natuurmonumenten HiView Costerweg 1V 6702AA Wageningen www.hiview.nl info@hiview.nl

Nadere informatie

IWEX 3D imaging. Content 11/03/2015

IWEX 3D imaging. Content 11/03/2015 IWEX 3D imaging Content Introductie Imaging (beeldvorming) technologieën in andere veld applicaties Principe van ultrasoon imaging met IWEX: Full matrix capture Data display 2D en 3D IWEX imaging in de

Nadere informatie

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)}

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)} Kringnet Vereffening Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Vereffening. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite. Doelstelling Het doel van deze zelfstudie is om te laten

Nadere informatie

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd.

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd. Uitwerkingen HiSPARC Air-showers, events en coïncidenties N.G. Schultheiss 1 Inleiding Op de HiSPARC site is RouteNet te vinden. Hierin staan modules die als verdieping gebruikt kunnen worden. Klik bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Solico. Brugdekpaneel 500x40. Solutions in composites. Mechanische eigenschappen. Versie : 2. Datum : 16 januari 2013

Solico. Brugdekpaneel 500x40. Solutions in composites. Mechanische eigenschappen. Versie : 2. Datum : 16 januari 2013 Solico B.V. Everdenberg 5A NL-4902 TT Oosterhout The Netherlands Tel.: +31-162-462280 - Fax: +31-162-462707 E-mail: composites@solico.nl Bankrelatie: Rabobank Oosterhout Rek.nr. 13.95.51.743 K.v.K. Breda

Nadere informatie

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2 Röntgenstraling Röntgenstralen dringen niet overal even goed door het menselijke lichaam heen. Zoals de zon wel door het glas maar niet door de spijlen van een raam kan schijnen. Zo ontstaat een schaduw

Nadere informatie

Waar kijkt de radioloog naar op het mammogram? Ruud Pijnappel

Waar kijkt de radioloog naar op het mammogram? Ruud Pijnappel Waar kijkt de radioloog naar op het mammogram? Ruud Pijnappel Introduc8ecursus Klinische fysica LRCB 15 januari 2015 DOEL MAMMOGRAFIE Screening Klinische mammografie Geen klachten Verklaring klacht Vroege

Nadere informatie

Nauwkeurige dieptemetingen

Nauwkeurige dieptemetingen Nauwkeurige dieptemetingen overwegingen & een methode drs. ir. Eric Weijters www.weijters.net Het inmeten van een wrakveld Een in onze Nederlandse wateren goed bruikbare methode om scheepswrakken in te

Nadere informatie

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft TNO-rapport MON-RPT-033-DTS-2008-00750 Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies www.tno.nl T +31 15 269 20 00 F +31 15 269 21 11 Datum 5 maart 2008

Nadere informatie

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 1. Productomschrijving: De Wolff V1-D4 vochtmeter is een niet-destructieve vochtmeter voor het meten van diverse ondergronden zoals beton, dekvloeren,

Nadere informatie

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen Lesbrief: Correlatie en Regressie Leerlingmateriaal Je leert nu: -een correlatiecoëfficient gebruiken als maat voor het statistische verband tussen beide variabelen -een regressielijn te tekenen die een

Nadere informatie

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa Samenvatting Het netvlies van het oog is niet gevoelig voor deze straling: het oog dat vlak voor het

Nadere informatie

+31 (0)900 1200 003 E:

+31 (0)900 1200 003 E: USB-Microscoop PCE-MM 200 USB - microscoop voor 'live' presentatie op de computer / 1600 x 1200 pixel resolutie / Microscoop met tot 200x vergroting / meetfunctie op de microscoop De USB-microscoop toont

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Het tablet is om vele redenen een populaire toedieningsvorm van geneesmiddelen. Het gebruikersgemak en het gemak waarmee ze grootschalig kunnen worden geproduceerd zijn slechts twee van de

Nadere informatie

KWALITEITSDOCUMENT MBB ER IN DE SCREENING

KWALITEITSDOCUMENT MBB ER IN DE SCREENING Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek National Expert and Training Centre for Breast Cancer Screening KWALITEITSDOCUMENT MBB ER IN DE SCREENING Bezoekadres/ Visiting address Sanadome Weg

Nadere informatie

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN Hoogspringen is een behoorlijk technisch onderdeel bij atletiek. Er zijn allerlei trucs om hoger te springen. Als je zelf zo hoog mogelijk probeert

Nadere informatie

Toets 2 Hogere Vacuümtechniek 2002 Dinsdag 10 december 2002, uur

Toets 2 Hogere Vacuümtechniek 2002 Dinsdag 10 december 2002, uur Toets 2 Hogere Vacuümtechniek 2002 Dinsdag 10 december 2002, 16.00-17.30 uur Vraagstukken voorzien van een * uitsluitend voor HV Vraagstuk 1 (30/25 punten) Er zijn met twee verschillende massaspectrometers,

Nadere informatie

Docentenhandleiding omvallend melkpak:

Docentenhandleiding omvallend melkpak: Docentenhandleiding omvallend melkpak: Nodig: Melkpak 0,5L, waarvan bovenkant is afgesneden. Water 0,7L Zand 0,7L, droog en fijn Maatcilinder 0,5L en maatbeker 1,0L Meetlint Kopie op papier van een geodriehoek,

Nadere informatie

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Juni 2014 Versie 1 Voor voedselveiligheid is de borging van de koelketen een belangrijk onderwerp. De temperatuur

Nadere informatie