Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven

Transcriptie

1 Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven Jaardocument 2010

2 1. VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR PROFIEL VAN DE STICHTING MISSIE, VISIE EN STRATEGIE GOVERNANCE Raad van Bestuur Raad van Toezicht Het management HET ORGANOGRAM PRESTATIES DOELEN ZOALS GESTELD IN HET JAARPLAN OPLEIDINGSPLAN PRODUCTIE SOCIAAL VERSLAG ARBO KWALITEIT KWALITEIT LABORATORIUM KWALITEIT DAGELIJKS PROCES HET KWALITEITVERBETERINGSPROJECT PRIKKEN EN DOSEREN AAN HUIS KWALITEITSBORGING MIP-MELDINGEN, KLACHTEN, FOUTEN EN FREQUENT VOORKOMENDE AFWIJKINGEN MIP-meldingen Klachten Fouten Frequent voorkomende afwijkingen MEDISCHE KWALITEIT KWALITEITSTEVREDENHEIDS-ONDERZOEK JAARPLAN INLEIDING EXTERNE ONTWIKKELINGEN INTERNE ONTWIKKELINGEN DOELSTELLINGEN OPLEIDINGSPLAN DE JAARREKENING DE BALANS DE EXPLOITATIEREKENING GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS Waardeverloop van de vaste activa Specificatie vorderingen Waardeverloop van het eigen vermogen Specificatie kortlopende schulden...30 pag 2 van 37

3 8.4.5 Niet uit de balans blijkende verplichtingen TOELICHTING OP DE EXPLOITATIEREKENING Specificatie van de baten Specificatie van de lasten Kosten naar indeling volgens NZa Aanvaardbare kosten...36 pag 3 van 37

4 1. Verslag van de Raad van Bestuur Voor u ligt het jaarverslag 2010 van de Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven Het verslagjaar is voor de trombosedienst een jaar om met voldoening op terug te zien. Het voorbereidende traject om te komen tot een overname van de Trombosedienst Weert kon eindelijk worden afgesloten. Met ingang van januari 2011 worden de activiteiten van deze dienst overgenomen. Een onder cliënten/patiënten uitgevoerd imago- en tevredenheidsonderzoek resulteerde in het cijfer 8,4 voor de algemene tevredenheid over de Trombosedienst. Door 99% van de geënquêteerden werd de algehele kwaliteit als zeer goed/uitstekend (67%) of goed (32%) beoordeeld. In het kwaliteitsbeheersingssysteem van de INR-analyse wordt o.a. gebruik gemaakt van de (externe) Relaccontroles. In het verslagjaar werd nooit lager gescoord dan 8,0 met een gemiddelde score over het jaar van 8,4. De ontwikkelingen van nieuwe behandelingsmodaliteiten voor patiënten met een verhoogd stollingsrisico, waarbij een regelmatige controle door een trombosedienst niet langer noodzakelijk zal zijn, lagen ten grondslag aan de opstelling van een relatief conservatieve begroting Anticiperend op een verwachte teruggang in het aantal bepalingen werd begroot op bepalingen (15% lager dan de begroting 2009). Daar de nieuwe middelen in tegenstelling tot eerdere berichten in 2010 nog niet werden vrij gegeven en door een stijging van het aantal ingeschreven cliënten/patiënten met 10% werden in 2011 echter bepalingen/doseringen gerealiseerd. In het kader van het zelfmanagement werden 75 trainingen begroot. Door actieve promotie van deze modaliteit werden echter 254 nieuwe cliënten/patiënten getraind. Van deze groep volgden 123 personen de training via e-learning. Aan het eind van het verslagjaar stonden 984 cliënten/patiënten op zelfmanagement. Voorbereidingen werden getroffen voor de implementatie van de nieuwe CBO-richtlijn, de regeling medicatieoverdracht en het opzetten van zogenaamde regiotafels ter borging van de volledige zorgketen. Opnieuw kijkt de raad van bestuur terug op een zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht uitstekend jaar. Ze dankt de leiding en medewerkers van de Trombosedienst Regio Eindhoven voor hun inzet, die het mogelijk maakt de ambities van de dienst te realiseren. Raad van bestuur, Prof. dr. ir. H.L. Vader dr. J.J. Keyzer pag 4 van 37

5 1.1 Profiel van de stichting De Trombosedienst Regio Eindhoven (TDRE) is in 2001 ontstaan uit een fusie van de trombosediensten van Máxima Medisch Centrum en het Diagnostisch Centrum Eindhoven en ondergebracht in een zelfstandige stichting. De stichting kent een bestuur, bestaande uit prof. dr. ir. H.L. Vader en dr. J. J. Keyzer, en een Raad van Toezicht bestaande uit drs. A. L. de Moel (voorzitter), prof. dr. H.W.C. van der Hart (lid) en prof. dr. J.H. Zwaveling (lid) 1.2 Missie, visie en strategie Missie De Trombosedienst Regio Eindhoven streeft een optimale dienstverlening na die aansluit bij de verwachtingen van haar verwijzers en cliënten. Daarnaast wil zij voor haar medewerkers een goed werkgever zijn en voor alle deelnemers in de ketenzorg een goede partner. Om de antistolling zo goed mogelijk in te kunnen stellen willen we gebruik maken van alle beschikbare eigentijdse hulpmiddelen en onze medewerkers regelmatig kunnen (bij)scholen om het vereiste professionele niveau te garanderen. De eisen die aan de behandeling worden gesteld, willen we getoetst zien door een instantie die toezicht houdt op de kwaliteit te weten CCKL/RvA. De dienst heeft sinds de oprichting het keurmerk van deze instantie. Visie en strategie De dreiging van de komst van nieuwe antistollingsmiddelen wordt met het jaar sterker. Bezien vanuit de patiënt wordt deze ontwikkeling toegejuicht. Anderzijds zijn er bedenkingen over de effecten op langere termijn. Voor een grote categorie patiënten zullen deze middelen geen alternatief zijn en voor de financiering van de nieuwe middelen moet nog een oplossing worden gevonden. Toch zal rekening gehouden moeten worden met een sterke reductie van het aantal trombosedienstpatiënten op korte dan wel middellange termijn. Dit betekent dat we steeds waakzaam moeten blijven ten aanzien van personeelsuitbreiding en investeringen en mogelijkheden tot samenwerking met andere diensten moeten blijven onderzoeken. Daarnaast blijft het een uitdaging te blijven zoeken naar het aanbieden van andere vormen van dienstverlening c.q extra zorg- of medicatieondersteuning zoals het project prikken en doseren aan huis De prominente rol die de trombosediensten toebedeeld hebben gekregen in de ketenzorg is een uitdaging en zal de komende jaren veel extra inzet vragen. De TDRE pikt deze rol om bovengenoemde redenen ook graag en direct op. De TDRE zal zich meer en meer profileren als een kenniscentrum met mogelijk in de toekomst een rol bij de behandeling van de nieuwe middelen. De TDRE heeft met de overname van de Trombosedienst van het Sint Jansgasthuis in Weert, januari 2011, een stap gezet om in de toekomst de behandeling in een groter gebied veilig te stellen. pag 5 van 37

6 Doelstellingen die geformuleerd zijn om aan bovenstaande invulling te geven zijn: - een kwaliteitsniveau dat voor alle patiëntengroepen minimaal op het door de Federatie van Nederlandse Trombosediensten vereiste niveau ligt - een klantgerichte opstelling / benadering, met minimaal een waarderingscijfer van 7 (schaal 0-10) bij tenminste 70 % van de ondervraagden - een adequate en plezierige samenwerking met verwijzers, andere afdelingen en instellingen; inhoudende een waardering van minimaal een voldoende score bij de individuele items uit het tevredenheidsonderzoek bij 70 % van de ondervraagden - een aantrekkelijke en stimulerende werkomgeving waarbij de taken zoveel mogelijk worden afgestemd op persoonlijke kwaliteiten en mogelijkheden; middels jaargesprekken te inventariseren. - een ziektepercentage van < 4 %. - een cultuur scheppen die teamwork mogelijk maakt en waar aandacht en respect is voor elkaar. Eveneens te monitoren aan de hand van de jaargesprekken, tevredenheidsonderzoeken en de (afdelings-)overleggen. - een innovatieve, actieve dienst zijn, waarbij minimaal 80 % van de jaarlijks vastgestelde doelen gerealiseerd en verantwoord worden. Deze doelen vereisen een goede afstemming met de bloedafnamediensten die de bloedafname voor de trombosedienst verzorgen en met alle partners uit de ketenzorg. In overleg met verantwoordelijke zorgverleners en managers vindt afstemming plaats. 1.3 Governance Raad van Bestuur prof. dr. ir. H.L. Vader dr. J.J. Keyzer Raad van Toezicht A.L. de Moel, arts, voorzitter prof. dr. H.W.C. van der Hart prof. dr. J.H. Zwaveling Het management S.J.A.M. Mathay, arts, medisch leider mevr. E.van Eekelen-Vos, manager mevr. L. Tjebbes van Heijningen, subhoofd pag 6 van 37

7 1.4 Het organogram Raad van Toezicht Raad van Bestuur Manager Medisch Leider Subhoofd Kwaliteitsfunctionaris Doseerartsen Doseeradviseurs Coöordinator Zelfmanagement Eerstverantwoordelijke Coördinator Laboratorium Trainers Medewerkers Medewerkers pag 7 van 37

8 2 Prestaties 2.1 Doelen zoals gesteld in het Jaarplan 2010 Doelstelling Gestelde realisatiedatum Status Bijscholing huisartsen Januari 2010 Gerealiseerd januari Faxen, en vanuit TDAS Ultimo 2010 Gerealiseerd april Invoering TDAS SQL April 2010 Gerealiseerd april Overname patiënten trombosedienst Sint Jansgasthuis Weert Medio 2010 Gerealiseerd jan Digitalisering archief Ultimo 2010 Loopt nog a.g.v. beperkte ondersteuning MIT. Is als project aangemeld voor Enquêtering patiënten Ultimo 2010 Gerealiseerd sept Opstarten regiotafels Medio 2010 Aangevangen medio 2010 pag 8 van 37

9 2.2 Opleidingsplan 2010 Gerealiseerde (Bij-) scholingen voor TDRE-medewerkers zoals opgenomen in het jaarplan. Doseeradviseur 8 personen, incl 3 personen Weert, 3 medewerkers TDRE naar 2011 Communicatie met en coaching van patiënten team zelfmanagement Cursus Leiding geven A. Vogels Klantgerichtheid zelfmanagementteam Reanimatie allen Cursus hoofd-hals massage H. Beerens (geëffectueerd maart 2011) Overige bijscholingen die gevolgd werden: FNT Applicatiecursus doseerartsen medisch leider Verscheidene masterclasses manager CCKL/FNT -auditorendagen manager Beheren en ontwikkelen van een kwaliteitssysteem manager Symposium Thuis meten van de antistolling (ISP) manager Skillsevent leiderschapsstijlen en verandermanagement manager Symposium Catharinaziekenhuis, 2 medewerkers Ontruimingsoefening nieuwe vestiging alle medewerkers BHV- herhaling 3 medewerkers Bijscholingsdag FNT 16 medewerkers Informatiebijeenkomsten in kader van medicatieoverdracht en opzetten regiotafels: Kick-off carroussel medicatieoverdracht manager Zuidelijke eerstelijnsdag manager Presentatie en afspraken LESA bij FTO in Tongelre manager Presentatie en afspraken LESA bij FTO Nuenen manager Overleg met FAST ziekenhuisapotheek CZE en MMC dagbehandeling MMC MMC academie Scholing en bijscholing verzorgd door de TDRE Bijscholingsavond voor de medewerkers van de Bloedafnamedienst Regio Eindhoven (BDRE) en TDRE. Scholing nieuwe bloedafnamemedewerkers BDRE CoaguChek-training voor medewerkers van BDRE Bijscholing 120 medewerkers ZuidZorg Scholing medewerkers Severinusstichting pag 9 van 37

10 In de tweede helft van 2010 zijn voorbereidingen getroffen om begin 2011 te kunnen starten met het behandelen van de patiënten van de trombosedienst Weert vanuit het systeem van de TDRE. Een grote klus waar de medewerkers van zowel de TDRE als van de trombosedienst van het St Jansgasthuis zich 100 % voor hebben ingezet. Daarnaast werd het project Near Patiënt Testing (NPT) uitgebreid met Severinus, een instelling voor gehandicaptenzorg. NPT houdt in dat medewerkers van een verzorgingshuis of instelling door de trombosedienst geschoold worden in het bepalen van de INR m.b.v. Point of Care -apparatuur en in het signaleren en doorgeven van voor de antistollingsbehandeling van belang zijnde zaken. De communicatie hiervan gaat via de website van de TDRE. De TDRE verstrekt vervolgens het doseeradvies dat eveneens via de website wordt gecommuniceerd. 3 Productie AANTAL BEPALINGEN Jaar Aan huis Poliklinisch Totaal Aantal patiënten op 1 januari AANTAL PATIËNTEN ZELFMANAGEMENT Op door Trombosedienst m.b.v. e-learning Totaal getraind getraind Gestaakt in 2010 met zelfmanagement: Overleden: 16 Terug naar regulier op eigen verzoek 3 Terug naar regulier p.o. medisch leider 2 Overige redenen (einde indicatie en verhuizing ) 50 Totaal 71 Aantal actuele patiënten binnen het zelfmanagement op 31 dec pag 10 van 37

11 Veranderingen in aard en volume Over 2010 nam de reguliere productie toe met ruim 9 % tot INR-bepalingen. Redenen hiervoor zijn: - het doorvoeren van de nieuwe CBO-richtlijn ten aanzien van de controle van de INR rond ingrepen. - inwerken van 2 nieuwe doseerartsen en 5 doseeradviseurs Het zelfmanagement groeide van 801 (dec 2009) naar 984 participanten (dec 2010), een groei van 22,8 %. Het gebruik van de elektronische doseerbrief nam met 27,5 % toe. Eind december waren er 868 gebruikers. 4 Sociaal verslag In januari werd het nieuwe kantoor ingewijd tijdens de nieuwjaarsborrel. Het nieuwe onderkomen is zeker in het licht van de groei zeer welkom. De aparte kantoren geven meer rust en er is ruimte om alles netjes te archiveren. Een algemeen beleven is het missen van de ziekenhuisomgeving. Om die reden wordt voor activiteiten in de front-office gerouleerd. Voor het juist inregelen van de airco is nog seizoenservaring nodig. Het personeelsbestand groeide met 1 medewerker als gevolg van de toenemende activiteiten t.b.v het zelfmanagement, de voorbereiding van de overname van Weert en het opvangen van een zwangerschapsverlof. Het betrof een stagiaire die aansluitend aan de stage een jaarcontract aangeboden werd. Het vinden van een geschikte opvolger voor doseerarts, mevr. A. Booij met ingang van1 jan 2011, kostte meer tijd dan verwacht. Twee kandidaten zagen na oriënterende gesprekken af van de functie, een derde kandidaat gaf na de proefperiode aan er geen vervolg aan te willen geven. In december werd een geschikte kandidaat aangetrokken. In september vierde Ellen van Eekelen haar 25-jarig jubileum als manager van de TDRE. Alle medewerkers hebben een enorme bijdrage geleverd om tijdig alle patiënten van de trombosedienst Weert met de relevante gegevens in het systeem in te voeren en alle overige voorbereidingen voor een goede overgang te treffen. Zowel de medewerkers van de vestiging Veldhoven als van de vestiging Weert past daarvoor dank. Om de verbroedering van de medewerkers positief te stimuleren en als dank voor alle inzet heeft in november een afdelingsuitje naar Cirque du Soleil plaats gevonden. Een avond waar met veel genoegen op teruggekeken kan worden. pag 11 van 37

12 Het team. (op de foto ontbreken medewerker L. Wijnen en medisch leider S. Mathay) 5 ARBO In febr 2010 is op de nieuwe locatie een RIE uitgevoerd. Op basis daarvan zijn enkele bouwkundige aanpassingen doorgevoerd en heeft er een ontruimingsoefening plaats gevonden. Het klimaat c.q. de temperatuursregeling blijft een punt van aandacht. Bekeken wordt of de leverancier van de airco-installatie nog aanpassingen kan doorvoeren. Er werden geen aspecten gevonden die aanleiding gaven tot bovenmatige werkdruk. Medewerkers wordt jaarlijks de griepprik aangeboden. Met name medewerkers die nauwelijks patiënten contacten hebben, maakten er geen gebruik van. Het verzuim over 2010 bedroeg 1,4 % (excl 0,52 % zwangerschap) en voldeed daarmee ruimschoots aan de doelstelling (< 4,0 %). pag 12 van 37

13 6 KWALITEIT 6.1 Kwaliteit laboratorium De resultaten van het kwaliteitsprogramma van Relac waren als volgt: Reguliere methode: score 100 % binnen 10 rondzendingen, met een gemiddelde score van 8,4 (schaal 1-10) Point of care methode (Coagucheks XS ) : score100 % binnen 5 rondzendingen, met een gemiddelde score van 7 Deze resultaten voldoen uiteraard ruimschoots aan de door FNT gestelde norm. In januari werd wederom een plasmacampagne uitgevoerd ten behoeve van de rondzendingen van stichting SKML / Relac. Door deze bijdrage van de TDRE is het mogelijk landelijk onderlinge controles uit te voeren op materiaal dat representatief is voor antistollingsbepalingen. In maart is er een correlatieonderzoek tussen TDRE en het klinisch laboratorium van het Catharinaziekenhuis uitgevoerd met betrekking tot hoge INR-uitslagen. Conclusie hiervan was dat er geen klinisch relevante verschillen bestonden. 6.2 Kwaliteit dagelijks proces Monitoring turn-around time: In 2010 konden als gevolg van een computerstoring 1 x de doseerbrieven niet tijdig voor distributie worden aangeleverd. Deze zijn de volgende dag bezorgd. 6.3 Het kwaliteitverbeteringsproject Prikken en doseren aan huis. Het project prikken en doseren aan huis is uitgebreid naar 28 patiënten. In dit project worden patiënten geincludeerd waarbij de therapie niet het gewenste doel bereikt en mogelijk zelfs gevaar op zou kunnen leveren. Het betreft patiënten die problemen ondervinden bij het interpreteren van de doseerbrief of het kiezen van de juiste medicatie en niet terug kunnen vallen op mantelzorg. Een doseeradviseur bezoekt deze patiënten aan huis, bepaalt de INR met een POC-apparaat, doseert ter plaatse en vult direct de medicatie uit in een weekdoos. Op deze wijze wordt alles in een hand gehouden en wordt de patiënt a.h.w. gecoacht. Deze werkwijze levert voor verreweg de meeste patiënten een betere instelling op en wordt door patiënten zeer gewaardeerd. Daar waar de patiënt de regie weer in eigen hand kan nemen, wordt daartoe overgegaan. Resultaten: (zie tabel op pagina 14) Overwegingen bij interpretatie. Niet alle patiënten zijn even lang opgenomen in het project, sommigen zijn reeds gestaakt. Voor de presentatie zijn de resultaten tot 2 jaar terug meegenomen. Weergegeven is het aantal dagen dat men goed was ingesteld vóór inclusie in het project en na inclusie. De patiënten die minder dan 60 dagen in het project zaten zijn buiten beschouwing gelaten. Bij de patiënten die voor het project > 50 % van de tijd juist ingesteld waren lijkt inclusie in het project onlogisch. Echter betreft het hier patiënten die na een redelijk stabiele instellingsperiode a.g.v een dementieproces in, soms hele korte tijd, sterk terugvielen in resultaat. pag 13 van 37

14 Overzicht van de bereikte effectiviteit vóór en tijdens het project. dagen goed ingesteld vóór project dagen goed ingesteld tijdens project dagen niet goed ingesteld vóór project dagen niet goed ingesteld tijdens project % tijd goed ingesteld vóór project % tijd goed ingesteld tijdens project % tijd niet goed ingesteld vóór project % tijd niet goed ingesteld tijdens project Patiënt Patiënt 5,7 en 24 zijn te kort geïncludeerd om reële getallen te presenteren. Patiënt 6-23 en 26 zijn inmiddels gestopt. Conclusie Bij de meeste patiënten zien we een sterke verbetering in de tijdsperiode van juiste instelling, met een gemiddelde verbetering van ruim 19 % en een variatie van 5-42 % Die patiënten waarbij na 2 maanden geen verbetering te zien is worden in principe terug geplaatst naar de reguliere behandelingsmethode. In dergelijke situaties wordt aan de huisarts gevraagd een indicatie af te geven voor dagelijks ondersteuning door de thuiszorg bij inname van de medicatie. pag 14 van 37

15 6.4 Kwaliteitsborging In 2010 zijn er 8 interne audits binnen de TDRE en 2 bij de buitendienst (BDRE) uitgevoerd. Daarnaast vond er een intercollegiale toetsing plaats. De herbeoordeling in het kader van de CCKL-certificering, die voor januari 2011 gepland stond, is i.v.m overname trombosedienst Weert op verzoek uitgesteld tot april Over het algemeen genomen kan geconstateerd worden dat medewerkers goed op de hoogte zijn van vigerende protocollen. Voor het raadplegen van documenten via Intranet is nog meer aandacht gevraagd. De resultaten van de audits en de daaruit voortvloeiende acties zijn binnen het management en in de werkoverleggen besproken. Er is overgegaan op een digitale klachten- en foutenregistratie. Deze werkwijze is minder tijdrovend en dus laagdrempeliger. 6.5 MIP-meldingen, klachten, fouten en frequent voorkomende afwijkingen. De TDRE registreert: - Meldingen Incidenten Patiënten (MIP); wanneer een fout kan leiden tot schade bij de patiënt. - Klachten; uitingen van onvrede door patiënten - Fouten en frequent voorkomende afwijkingen die de dienst zelf signaleert. Frequent voorkomende afwijkingen zijn meldingen van onjuistheden waarvan medewerkers van de diensten hinder ondervinden, fouten daarentegen geven ongemak voor de patiënt MIP-meldingen Er werden in MIP-meldingen gedaan tegen 9 in Alle 6 meldingen waren administratieve fouten op grond waarvan 3 x een foutieve dosering werd afgegeven en 1 x een ingreep niet door kon gaan. Alle meldingen en klachten zijn besproken met betrokkenen. Geen van de meldingen heeft tot (herkenbare) schade geleid Klachten Het aantal ontvangen klachten betrof 25 tegen 43 in Uit de klachten kwam behalve de onvrede over het betaald parkeren bij MMC Veldhoven, geen structureel aandachtspunt naar voren. Alle klachten zijn met patiënten besproken en naar ieders tevredenheid c.q. vermogen opgelost. De doelstelling om 90 % van de klachten binnen een maand af te werken is ruimschoots behaald Fouten Het totaal aantal geregistreerde fouten veroorzaakt binnen de trombosedienst bedroeg 113. Er is geen aanwijsbaar item dat er uit springt. Het tweede half jaar was er een lichte toename te zien van het vergeten te veranderen van het incidenteel wijzigen van de priklocatie, t.w. poli of aan huis. De fouten zijn steeds in het werkoverleg besproken en hebben geleid tot verbetervoorstellen. pag 15 van 37

16 Het aantal geregistreerde fouten ten aanzien van de Bloedafnamedienst regio Eindhoven bedroeg in Het merendeel betrof niet geïdentificeerd materiaal en onvoldoende afgenomen materiaal. Op het totaal aantal afnames dat de BDRE op jaarbasis voor de TDRE verricht betreft het 0,18 % Frequent voorkomende afwijkingen Het aantal frequent voorkomende afwijkingen ten aanzien van de activiteiten van de TDRE bedroeg 165. In 2009 bedroeg dit 101. Het grootst aantal meldingen betrof het onvolledig invullen van gegevens in het automatiseringssysteem. De toename kan verklaard worden uit de aanpassing om digitaal te registreren, wat laagdrempeliger is en er in 2009 in de eerste maanden sprake was van onderregistratie. Het aantal frequent voorkomende afwijkingen ten aanzien van activiteiten van de BDRE bedroeg 272 tegen 299 in Hierbij kwam het niet volledig of onduidelijk invullen van gegevens op de doseerstrook verreweg het vaakst voor. Deze afwijkingen zijn zoveel mogelijk direct met veroorzaker besproken dan wel besproken op het overleg van de BDRE Het aantal meldingen ten aanzien van TDRE-activiteiten gedaan door de BDRE, bedroeg 130 tegen 159 in Het correct en tijdig doorgeven van nagekomen prikopdrachten blijft een aandachtspunt. Ook dit wordt zoveel mogelijk direct aan de veroorzaker teruggekoppeld. Het aantal registraties ten aanzien van leveranciers (ICT, TNT, logistieke dienst, HeartsPoint, apotheken, laboratoria) bedroeg 32 t.o.v. 28 in Met name met TNT werd verscheidene malen gesproken i.v.m niet tijdige bezorging van de doseerbrieven. Voor patiënten en de medewerkers trombosedienst levert dit veel ongemak op. pag 16 van 37

17 6.6 Medische kwaliteit Resultaten met betrekking tot instellingen van de INR binnen de therapeutische range: 1 e intensiteit: therapeutische range INR 2,0-3,5 2 e intensiteit: therapeutische range INR 2,5-4,0 Reguliere patiënten Zelfmanagement patiënten Longterm patiënten ( > 6 mnd onder behandeling): eerste intensiteitsgroep 72,4 % (In 2009: 76,2,0 %) 78 % (In 2009 : 81,0 %) tweede intensiteitsgroep 66,3 % (In 2009: 71,3 %) 77 % (In 2009 : 82 %) instel patiënten (< 2 maanden onder behandeling): eerste intensiteitsgroep 63,2 % (In 2009: 63,2 %) nvt tweede intensiteitsgroep 59,1 % (In 2009: 50,1 %) nvt shortterm patiënten ( 2-6mnd onder behandeling): eerste intensiteitsgroep 71,6 % (In 2009: 76,4 %) nvt tweede intensiteitsgroep 59,1 % (In 2009: 69,7 % ) nvt De behaalde resultaten met betrekking tot de instelniveaus voor longterm patiënten voldoen zowel bij de reguliere patiënten als de zelfmanagement patiënten aan de FNT-norm van respectievelijk 70 % voor de eerste intensiteitgroep en 65 % voor de tweede intensiteitsgroep. Ze zijn zowel binnen de reguliere patiëntengroep als de zelfmanagementgroep voor beide groepen gedaald. Een en ander kan verklaard worden uit het feit dat de richtlijnen rond ingrepen stringenter worden toegepast. Dit houdt in dat voor een ingreep, na een stopperiode, te allen tijde een INR gemeten moet worden om de veiligheid voor de ingreep te garanderen. Deze, gewenst, lage INR-uitslagen drukken het gemiddelde niveau. Daarnaast speelt mogelijk het inwerken van 2 nieuwe doseerartsen en een aantal nieuwe doseeradviseurs een rol. Binnen de instelpatiënten lijken de genomen maatregelen effect te hebben gesorteerd voor de 2 e intensiteitsgroep. De scores liggen voor alle groepen hoger dan de landelijke mediaan. Desalniettemin wordt voor 2011 het doseerprotocol volledig aangepast aan de state of the arts zoals verwoord in de Kunst van het doseren, dat door de FNT in 2010 uitgebracht is. Maandelijks worden de resultaten gemonitord en intern besproken. Binnen het netwerk van zes trombosediensten worden de doseerprotocollen en resultaten vergeleken om gezamenlijk tot betere resultaten te komen. Aan de hand van maand- en jaarstatistieken die door de TDAS-software worden gegenereerd, wordt een groot aantal parameters gemonitord en bewaakt, waaronder: - indicatiegebieden - geregistreerde bloedingscomplicaties pag 17 van 37

18 - gemiddelde controlefrequentie - aantal nieuwe patiënten - aantal overleden patiënten - bereikte intensiteit uitgesplitst naar preparaat - % aan huis geprikte patiënten Deze resultaten worden jaarlijks gepubliceerd in een gemeenschappelijk jaarverslag van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten. Hieronder treft u een aantal van de gegevens ten opzichte van de landelijke cijfers over De landelijke cijfers over 2010 zijn nog niet volledig beschikbaar. Resultaat TDRE 2008 Landelijke mediaan 2008 Resultaat TDRE 2009 Resultaat TDRE 2010 % aan huis geprikt 39,5 39,1 40,5 42 % nieuwe patiënten 29,6 27,8 34,1 30,2 % acenocoumarol 82,2 87,5 81,3 84,5 % fenprocoumon 17, ,5 15,1 Controlefrequentie 21,5 19,1 22,7 24,8 % art. indicaties 86,5 88,8 86,5 88,2 % veneuze indicaties 13, ,5 11,8 % Langdurig behandelde patiënten met Fenprocoumon binnen streefgebied INR binnen ther.range INR Kwaliteitsnorm FNT: 70 % 70,8 82,9 64,8 81,4 70, ,5 79 %Langdurig behandelde patiënten met Acenocoumarol binnen streefgebied INR binnen ther. range INR Kwaliteitsnorm FNT: 70 % ,2 76,4 55,5 71,1 % Langdurig behandelde patiënten met Fenprocoumon binnen streefgebied INR binnen ther. range INR Kwaliteitsnorm FNT: 65 % ,8 66, ,1 % Langdurig behandelde patiënten met Acenocoumarol binnen streefgebied INR binnen ther. range INR Kwaliteitsnorm FNT: 65 % ,8 72, ,5 48,9 63,5 * pag 18 van 37

19 Aantal behandelingsjaren per ernstige bloeding * Op de eerste peildag (31 maart) werd een score van 61,9 % gehaald, hiervoor is bij doseerders aandacht gevraagd. De tweede peildag (31 okt ) lag het percentage op 65 %. Bekeken zal worden of dit een protocoleffect of een persoonlijk effect is en hoe dit zich in de toekomst ontwikkeld. Met ingang van 2010 wordt het percentage van de tijd dat een patiënt binnen, boven en onder het streefgebied zat als referentie genomen en binnen de FNT met elkaar vergeleken. Op deze wijze wordt de invloed van het aantal foute INR-uitslagen als gevolg van couperen en/of het frequent controleren bij goede uitslagen, geëlimineerd. De resultaten van deze lineaire interpolatie zijn: Voor de eerste intensiteitsgroep (INR 2,0-3,5) met Acenocoumarol Longterm patiënten (> 6 mnd) 75 % Instel patiënten (< 2 mnd) 68 % Shortterm (2 6 mnd) 75 % Voor de tweede intensiteitsgroep (INR 2,5 4,0) met Acenocoumarol Longterm patiënten (> 6 mnd) 69 % Instel patiënten (< 2 mnd) 59 % Shortterm (2 6 mnd) 64 % Voor de eerste intensiteitsgroep (INR 2,0-3,5) met Fenprocoumon of marcoumar Longterm patiënten (> 6 mnd) 80 % Instel patiënten (< 2 mnd) 63 % Shortterm (2 6 mnd) 71 % Voor de tweede intensiteitsgroep (INR 2,0-3,5) met Fenprocoumon of marcoumar Longterm patiënten (> 6 mnd) 78 % Instel patiënten (< 2 mnd) 64 % Shortterm (2 6 mnd) 66 % Overall genomen liggen de percentages hoger (1 8,7 %) De tweede intensiteit voor acenocoumarol ligt ook hier net beneden de norm van de FNT. pag 19 van 37

20 Bloedingen Hoewel de FNT geen criteria heeft vastgesteld t.a.v. het voorkomen van bloedingen heeft de TDRE zijn registratie van ernstige bloedingen over 2010 beschouwd t.o.v De resultaten binnen de reguliere groep zijn als volgt Ernstige bloedingen (excl. intracraniële en traumatische bloedingen) Aantal overleden patiënten t.g.v. ernstige bl. 1 8 Aantal intracraniële bloedingen Aantal overleden t.g.v. ernstige intracr. bloeding 4 9 Opvallend is de sterke stijging van het aantal overleden patiënten na een ernstige intracraniële bloeding, na een sterke daling in Een verklaring hiervoor kan niet gegeven worden. De controlefrequentie is licht gestegen. De verklaring hiervoor kan gelegen zijn in: - de maatregelen die genomen zijn om instel- en shorttermpatiënten sneller in het streefgebied te krijgen - de toename aan voorgeschreven interacterende medicijnen op grond waarvan de wegzendtermijn bekort wordt. Ook het gegeven dat de populatie steeds ouder wordt en op grond daarvan de maximale wegzendtermijn bij een steeds groter wordende groep op 4 in plaats van 6 weken wordt gesteld, speelt een belangrijke rol. Maandelijks verzorgde de trombosedienst zowel in MMC Veldhoven als in het Catharinaziekenhuis een informatiebijeenkomst voor nieuwe patiënten. Deze wordt zeer gewaardeerd door de belangstellenden maar door slechts % bezocht. De website van de TDRE en het informatieboekje bieden veel nieuwe patiënten voldoende informatie op grond waarvan men besluit de voorlichtingsbijeenkomst niet bij te wonen. De film van de TSN die bij de bijeenkomsten vertoond wordt en die zeer illustratief is, zal in 2010 geactualiseerd worden en op de website worden geplaatst. 6.7 Kwaliteitstevredenheids-onderzoek In 2010 is er in samenspraak met de landelijke cliëntenraad een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder 21 aangesloten trombosediensten. Per dienst werden 750 enquêtes verstuurd. De respons Eindhoven kwam uit op 72 %, wat de hoogste score betekende binnen het totale onderzoek Bevraagde items Scores (indiviueel en t.o.v. totaal van alle deelnemers) - algehele kwaliteit: 67 % zeer goed/uitstekend 32 % goed 1 % matig/slecht - gemiddelde wachttijd prikken 13,0 min (gemiddeld totaal 11,4 min) - gemiddelde wachttijd acceptabel 94 % (gemiddeld totaal 95 %) - goede telefonische bereikbaarheid 96 % (totaal gemiddeld 97 %) - gemiddelde telefonische wachttijd 2.10 min (gemiddeld 2.25 min) - gemiddelde wachttijd tel.acceptabel 97 % (totaal gemiddeld 97 %) pag 20 van 37

21 - tevredenheid na tel. contact 100 % (totaal gemiddeld 99%) - tevredenheid m.b.t. bloedafname altijd 71 % (totaal gemiddeld 66 %) meestal 28 % (totaal gemiddeld 32 %) - voldoende privacy bij prikken 99 % (totaal gemiddeld 87 %) - tevredenheid instelling INR 86 % (totaal gemiddeld 85 %) - kwaliteit doseerkalender 99 % (totaal gemiddeld 99 %) - klachtafhandeling tevredenheid totaal 82 % (totaal gemiddeld 89 %) bekend met klachten cie Ja 28 % (totaal gemiddeld 25 %) serieus genomen 83 % (totaal gemiddeld 90 %) tevreden over duur afhandeling 75 % (totaal gemiddeld 80 %) - bekend met cliëntenraad JA 15 % (totaal gemiddeld 15 %) - tevredenheid totaal mbt zelfmanagement 81 % (totaal gemiddeld 71 %) - info mbt zelfmanagement 44 % (totaal gemiddeld 45 %) - instructie ZM duidelijk 69 % (totaal gemiddeld 69 %) - op de hoogte va website 53 % (totaal gemiddeld 43 %) - aanvullende info op website 96 % (totaal gemiddeld 96 %) - bekend met Trombosenieuws Ja 23 % (totaal gemiddeld 28 %)* Algehele patiënttevredenheid TDRE 8,4 (algeheel landelijk 8,4) Aandachtspunten uit de enquête naar voren komen. Info m.b.t.: - mogelijkheden zelfmanagement -:risico s en complicaties bloedverdunners - wie te benaderen bij? - bekendheid cliëntenraad - bekendheid klachtencommissie - openingstijden en patiëntopvolging (enkele ) prikposten - bestaan van website - verspreiding uitgave Trombosenieuws Middels de jaarlijkse brief zullen alle patiënten in het tweede kartaal 2010 worden geïnformeerd over de belangrijkste aandachtspunten en de ontwikkelingen rond medicatieoverdracht / ketenzorg. * Met de BDRE is afgesproken hoe Trombosenieuws 2 x per jaar verstrekt zal gaan worden. pag 21 van 37

22 7 Jaarplan Inleiding In 2011 zal met name veel aandacht uitgaan naar de locatie Weert en de afspraken met ketenpartners. (regiotafels) Daarnaast wordt een appèl gedaan op ieders inzet m.b.t de audit, het nieuwe programma ter ondersteuning van het zelfmanagement en het elektronisch archiveren. 7.2 Externe ontwikkelingen De dreiging van het beschikbaar komen van de nieuwe middelen blijft aanwezig. Als gevolg daarvan zal de dienst uit blijven kijken naar andere activiteiten en is men terughoudend bij het aangaan van nieuwe contracten. Het project prikken en doseren aan huis blijkt voor een steeds grotere groep wenselijk en voorziet duidelijk in een behoefte. De wens is om dit uit te mogen breiden. Het Near Patient Testing wordt landelijk meer en meer toegepast op grond waarvan het een plaats binnen de verrichtingentabel met een eigen tarief zal krijgen. Ook de groep van het zelfmanagement groeit gestaag. Een behandelingsvorm die in de huidige tijd niet meer weg te denken is. De gevolgen van de richtlijn m.b.t. medicatieoverdracht en de afspraken met ketenpartners trekken een redelijk zware wissel op de bezetting. Hiervoor is voor 2011 formatie voorzien. De Federatie van Nederlandse trombosediensten voert de onderhandelingen om voor deze inspanningen een vergoeding c.q. compensatie te krijgen. 7.3 Interne ontwikkelingen Door de toenemende complexiteit en de groei van de dienst is er een uitbreiding van aandachtsgebieden, waardoor de behoefte aan specialisatie groeit. Aan de hand van persoonlijke profielen wordt gekeken wie over de vereiste competenties beschikt en in aanmerking komt voor bepaalde taken. Een van die uitbreidingen betreft de vertegenwoordiging van de dienst bij overleggen en bijscholingen. Een ander aandachtsgebied dat meer en meer aandacht vraagt zijn de digitale processen. Daar waar nodig wordt ondersteund bij de ontwikkeling ervan. Over het algemeen genomen zijn medewerkers tevreden met hun werk en de werkomgeving. 7.4 Doelstellingen 2011 Implementatie Weert jan maart 2011 Opzetten zelfmanagement Weert jan- juli Medicatieoverdracht jan juli 2011 Doorvoeren richtlijn m.b.t. ingrepen ultimo 2011 Uitrollen e-learning tbv artsen i.o. ultimo 2011 Afspraken ketenzorg (regiotafels) geheel 2011 Audit CCKL/TAB april 2011 Digitaliseren archief utimo 2011 pag 22 van 37

23 7.5 Opleidingsplan Doseeradviseur Track, functioneel beheer Office Zelfmanagement in de gezondheidszorg Zijn en gezien worden Cursus hoofd- halsmassage Reanimatie Klantgericht werken A. de Greef, L Wijnen, A. Eeltink M. van Lier O. Creemers M. Borrenbergs A. van Kuyk en E. van Eekelen H. Beerens Allen Deel van het team dat nog niet deelnam Te verzorgen scholingen door TDRE Jaarlijkse scholing thuiszorgmedewerkers - regio Weert april regio Eindhoven november 2011 Jaarlijkse bijscholing medewerkers BDRE december 2011 Daarnaast wordt op basis van aanbod c.q. behoefte, door de TDRE (bij)scholing georganiseerd afgestemd op de volgende functies: - nieuwe medewerkers BDRE - nieuwe medewerkers TDRE - medewerkers BDRE t.b.v. CoaguChek-gebruik - medewerkers TDRE t.b.v. zelfmanagement - medewerkers TDRE t.b.v. voorlichtingssessies nieuwe patiënten - medewerkers TDRE t.b.v. doseren - medewerkers TDRE t.b.v. systeembeheer - medewerker TDRE t.b.v. taak eerstverantwoordelijke - medewerker TDRE t.b.v. laboratoriumverrichtingen - arts-assistenten t.b.v. doseersystematiek en achtergronden a.s. therapie pag 23 van 37

24 Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven Jaarrekening 2010 Versie: 5.0 Status: Definitief Datum: pag 24 van 37

25 8. De Jaarrekening 8.1 De balans (In EURO'S) BALANS BALANS 31-dec dec-09 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Voorraden Vorderingen TOTAAL ACTIVA PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal In tarieven te verrekenen saldi Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA pag 25 van 37

26 8.2 De Exploitatierekening (In EURO'S) EXPLOITATIE EXPLOITATIE BATEN Doseringen Zelfmetingen Overige opbrengsten TOTAAL BATEN LASTEN Grondstoffen, mat. en uitbesteed werk Afschrijving op vaste activa Overige bedrijfskosten TOTAAL LASTEN OPERATIONEEL RESULTAAT Verrekening voorgaande jaren EXPLOITATIESALDO pag 26 van 37

27 8.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen De stichting heeft de jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de algemeen aanvaardbare richtlijnen. Balans Voor zover niet anders vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffings- of vervaardigingskosten verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op de verwachte economische levensduur, dan wel tegen lagere bedrijfswaarde. Voor de vaststelling van de economische levensduur zijn betreffende NZa beleidsregels als referentie gebruikt. Voorraden verbruiksmaterialen worden gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde. Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met een eventuele voorziening voor oninbaarheid. Het eigen vermogen bestaat uit kapitaal gestort door belanghebbenden en/of het exploitatieresultaat. Gezien het standpunt van de NZa is de opname van het exploitatieresultaat bij het eigen vermogen nog onzeker. De positie nog in de tarieven te verwerken saldi betreft de gecumuleerde in tarieven nog te verrekenen tekorten en overschotten met betrekking tot over-/onderdekking van kosten tot en met Een over-/onderdekking van de kosten in jaar t zal op grond van de huidige NZa beleidsregels via tijdelijke afslag respectievelijk toeslag in het jaar t+2 worden verrekend. Kortlopende schulden zijn schulden met een looptijd van maximaal 1 jaar. Overlopende passiva worden gewaardeerd bij de kortlopende schulden. Exploitatierekening De baten zijn gebaseerd op aan derden gefactureerde of doorberekende bedragen voor aan het verslagjaar toe te rekenen medische verrichtingen, geleverde goederen en/of diensten. De lasten zijn bepaald met inachtneming van de vermelde grondslagen van waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden verantwoord in de periode dat prestaties zijn geleverd; verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. pag 27 van 37

28 8.4 Toelichting op de balans Waardeverloop van de vaste activa (In EURO'S) WAARDE INVEST. DESINVST. AFSCHR. WAARDE 31-dec dec-10 Materiële vaste activa Kantoorinventaris Apparatuur zelfmeting Medische inventaris TOTAAL (In EURO'S) CUM. AW CUM.AFS. 31-dec dec-10 Materiële vaste activa Kantoorinventaris Apparatuur zelfmeting Medische inventaris TOTAAL Gehanteerde afschrijvingspercentages: Kantoor- en laboratoriuminventaris 20,00% Apparatuur zelfmeting 20,00% Medische inventaris 10,00% Specificatie vorderingen (In EURO'S) WAARDE WAARDE 31-dec dec-09 Vorderingen: Debiteuren Te factureren doseringen/zelfmeting Vooruitbetaalde Huurkosten Vooruitbetaalde Bedragen Overige kosten TOTAAL De voorziening voor dubieuze debiteuren bedraagt per 31 december pag 28 van 37

29 8.4.3 Waardeverloop van het eigen vermogen (In EURO'S) WAARDE MUTATIE WAARDE 31-dec dec-10 Eigen vermogen Kapitaalstorting MMC Kapitaalstorting Synergos TOTAAL Het positieve resultaat dient ten laste / ten gunste van in tarieven te verrekenen saldi verantwoord te worden. (In EURO'S) Totaal In tarieven te verrekenen saldi Saldo per Betalingen / Ontvangsten Financieringsverschil boekjaar TOTAAL (SCHULD) pag 29 van 37

30 8.4.4 Specificatie kortlopende schulden (In EURO'S) WAARDE WAARDE 31-dec dec-09 Kortlopende schulden Crediteuren Te factureren MMC Te factureren Diagnostiek voor U Vooruit ontvangen doseringen/zelfmeting Rekening-courant Bank Te betalen verlof / vakantie uren Te betalen Telefoonkosten Te betalen honoraria Te betalen huisvestingskosten Te betalen accountantskosten Te betalen loonkosten Overige schulden TOTAAL Rekening-courant Rabobank. Kredietfaciliteit in rekening-courant bedraagt Het krediet is verstrekt voor onbepaalde tijd. Pandrecht is gevestigd op: - alle huidige en toekomstige voorraden en inventaris - alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen al dan niet voortvloeiende uit huidige en toekomstige rechtsverhoudingen uit hoofde van het bedrijf of beroep van de debiteur, met alle aan deze rechten/vorderingen verbonden rechten en zekerheden en terzake van die vorderingen de rechten uit verzekeringsovereenkomsten Niet uit de balans blijkende verplichtingen Er is een huurcontract onroerend goed afgesloten per 01 juni 2009 met Habomij B.V.. Het betreft de locatie De Run 5421 te Veldhoven. De totale jaarverplichting bedraagt en de resterende looptijd bedraagt 1,5 jaar, met een mogelijke verlenging van een jaar. pag 30 van 37

31 8.5 Toelichting op de Exploitatierekening Specificatie van de baten (In EURO'S) EXPLOITATIE EXPLOITATIE Doseringen Doseringen: aantal Doseringen: gemiddeld tarief 11,91 11,43 Verrekening voorgaande jaren BATEN DOSERINGEN Zelfmeting training Zelfmeting training: aantal Zelfmeting training: gem. tarief 494,28 486,50 ZELFMETING TRAININGEN Zelfmeting begeleiding Zelfmeting begeleiding: gem. aantal Zelfmeting begeleiding: tarief 945,16 930,00 ZELFMETING BEGELEIDING BATEN ZELFMETING Overige opbrengsten TOTAAL BATEN pag 31 van 37

32 8.5.2 Specificatie van de lasten (In EURO'S) EXPLOITATIE EXPLOITATIE Grondstoffen en materiaal Verbruiksmateriaal en reagentia Bloedafname materiaal Onderhoudskosten en gebruik apparatuur Leasekosten apparatuur zelfmeting Overige kosten laboratorium TOTAAL Uitbesteed werk Doorbelast inzake ondersteuning MMC Doorbelast inzake ondersteuning DvU Doorbelast inzake ondersteuning CZE Doorbelast fin. Administratie /KVO Honoraria Kosten Heartspoint Overige personeelskosten TOTAAL Totaal grondstof, mat. en uitbesteed werk Afschrijvingskosten Afschrijvingskosten medische inventaris Afschrijving apparatuur zelfmeting Afschrijvingskosten kantoorinventaris TOTAAL Overige bedrijfskosten Huisvestingskosten Automatiseringskosten Kantoorkosten Algemene kosten TOTAAL Totale kosten pag 32 van 37

33 Specificatie van de lasten (vervolg) (In EURO'S) EXPLOITATIE EXPLOITATIE Huisvestingskosten Huur gebouwen: Prikposten Huur gebouwen: Ruimte MMC Huur gebouwen: Eigen pand Huur gebouwen: Externe vergaderruimte - - Energiekosten Verzekering en OZB Onderhoudskosten Schoonmaakkosten Overige huisvestingskosten TOTAAL Automatiseringskosten Gebruiksrecht en onderhoud Ontwikkelen website - - Overige automatiseringskosten TOTAAL Kantoorkosten Kantoorbenodigdheden Telefoonkosten Drukwerk/verzending Porti TOTAAL Algemene kosten Reis- en verblijfkosten/representatie Accountants- en advieskosten Bestuurskosten Contributies en abonnementen Audit Kerteza/FNT/CCKL Interest Kosten betalingsverkeer Kantinekosten Afvalverwijdering Mutatie voorzieningen Overige algemene kosten TOTAAL pag 33 van 37

34 8.5.3 Kosten naar indeling volgens NZa EXPLOITATIE EXPLOITATIE Materiaalkosten Accountants- en advieskosten Afschrijving apparatuur zelfmeting Afschrijvingskosten kantoorinventaris Afschrijvingskosten medische inventaris Audit Kerteza/FNT/CCKL Bestuurskosten Bloedafname materiaal Contributies en abonnementen Drukwerk/verzending Kantoorbenodigdheden Kosten betalingsverkeer Leasekosten apparatuur zelfmeting Mutatie voorzieningen Onderhoudskosten en gebruik apparatuur Overige algemene kosten Overige kosten laboratorium Porti Reis- en verblijfkosten/representatie Schoonmaakkosten Telefoonkosten Verbruiksmateriaal en reagentia Overige kosten I Afvalverwijdering Energiekosten Huur gebouwen: Eigen pand Huur gebouwen: Externe vergaderruimte - - Huur gebouwen: Prikposten Huur gebouwen: Ruimte MMC Interest Kantinekosten Onderhoudskosten Overige huisvestingskosten Verzekering en OZB pag 34 van 37

35 Kosten naar indeling volgens NZa (vervolg) (In EURO'S) EXPLOITATIE EXPLOITATIE Overige kosten II Doorbelast inzake ondersteuning DvU Doorbelast inzake ondersteuning MMC Doorbelast inzake ondersteuning CZE Doorbelast inzake ondersteuning SJG - - Doorbelast fin. Administratie /KVO Gebruiksrecht en onderhoud Honoraria Kosten heartspoint Onderhoud website - - Overige automatiseringskosten Overige personeelskosten Vervoerskosten Afschrijving op auto's - - Brandstof - - Huur / lease auto's - - Overige vervoerskosten - - Reparatie en onderhoud auto's - - Verzekering en m.r.b TOTAAL pag 35 van 37

36 8.5.4 Aanvaardbare kosten BELEIDSREGELBEDRAGEN I Loonkosten 2010 Per afname 7,61 Per afname 1984, 4,58 voor zover tussen en Zelfmeting training 273,71 Zelfmeting begeleiding 233,00 II Materiële kosten Per afname 2,19 Zelfmeting training 224,63 Zelfmeting begeleiding 713,90 III Vervoerskosten 0,46 Productiegegevens Afnamen Huisbezoeken Kilometers huisbezoeken Trainingen 218 Begeleidingen 820 pag 36 van 37

37 Aanvaardbare kosten (vervolg) Categorie AANTAL BEDRAG TOTAAL Loonkosten per afname , ZM training , ZM begeleiding/controle , Materiële kosten per afname , ZM training , ZM begeleiding/controle , Vervoerskosten per kilometer , Totaal Lasten volgens prognose 2010 BEDRAG Materiële kosten Overige kosten I Overige kosten II Vervoerskosten - Subtotaal Kosten buiten de richtlijn - overige kosten I Totaal Onderschrijding De jaarrekening is vastgesteld door het bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht tijdens de gecombineerde vergadering van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van 11 mei pag 37 van 37