JUDO SECTIE A OFFICIËLE ONDERDELEN SECTIE B DIVISIONING

Transcriptie

1 JUDO De officiële Special Olympics-sportreglementen voor judo zijn van toepassing op alle Special Olympics-wedstrijden. Als internationale sportorganisatie heeft Special Olympics deze regels opgesteld op basis van de reglementen van de International Judo Federation (IJF). Deze regels zijn te vinden op de site van de wereldjudobond: In principe worden de regels van de IJF of van de nationale judobond (JBN) toegepast, behalve als die in strijd zijn met de officiële Special Olympics sportreglementen voor judo of Artikel 1. In die gevallen zullen de officiële Special Olympics sportreglementen voor judo prevaleren. Sporters met het downsyndroom bij wie atlanto-axiale instabiliteit is vastgesteld, worden uitgesloten van deelname aan judowedstrijden. Voor aanvullende informatie en de procedure voor vrijstelling van deze beperkende regel, zie Artikel 1, Sectie L.7.f. SECTIE A OFFICIËLE ONDERDELEN Alle evenementen zijn bedoeld om sporters met verschillende soorten mogelijkheden in staat te stellen het in competitieverband tegen elkaar op te nemen. Organisaties mogen zelf bepalen welke wedstrijden ze aanbieden en zo nodig regels opstellen voor het organiseren ervan. Coaches verzorgen trainingen en zoeken onderdelen uit die aansluiten bij de capaciteiten en interesses van elke sporter. 1. Bij de World Summer Games is alleen de individuele wedstrijd voor mannen en vrouwen. SECTIE B DIVISIONING 1. Alle sporters die deelnemen aan Special Olympics-judowedstrijden worden eerst onderverdeeld volgens de voorwaarden op het wedstrijdformulier. a. Geslacht b. Leeftijd c. Gewichtsklasse d. Vaardigheidsniveau e. Rang 2. Elke judoka zal vervolgens worden ingedeeld in groepen van gelijkwaardig niveau. Verdere divisioning zal plaats vinden tijdens de verschillende individuele onderdelen die nog gehouden worden. Iedere judoka uit zijn/haar ingedeelde poule moet een inviduele vaardigheids-test in tachi-waza en ne-waza of alleen in ne-waza uitvoeren waarin hij/zij door zijn/haar coach is aangewezen (in het laatste geval zal de judoka gedurende de wedstrijden die hierop volgen alleen in ne-waza mogen uitvoeren) Deze test zal tijdens de training/warming-up uitgevoerd worden, waarbij een divisioningsofficial samen met de tatami-toezichthouder controleren dat de pre-divisioning goed bevonden is. In de trainingsessie zullen de volgende technieken (Waza) aan de orde komen: Twee houdgrepen (Oasae-komi-waza) Twee werptechnieken (Nage-waza). Twee keer een val breken na een neerlegtechniek van de tegenstander (Tori). Twee combinatiewerptechnieken (Renraku-waza). Een overnamewerptechniek (Kaeshi-waza). 3. De beoordeling van bovenstaande vaardigheden wordt gebaseerd op: a. Judogevoel b. Het begrip van een wedstrijd c. Voorspelling van de beweging van de tegenstander d. Voorspelling van gevaar. e. Gevoel van oorzaak en gevolg f. Bewegingstechniek Special Olympics Judo Reglement versie maart 2014 SOI 1

2 g. Uitvoering van de judoka h. Reactie van de judoka i. Strategie De vijf niveaus worden gevormd op basis van vergelijking van de judoka en met het technische niveau van de reguliere wedstrijd gerichte of recreatieve judoka en deze zijn als volgt: 1) Niveau 1: Een niveau-1 judoka kan zeker Shiai maken met een reguliere wedstrijd gerichte judoka. Hij heeft een sterk judogevoel. Deze judoka is zeer snel en krachtig en heeft een instinctief uitstekend reactievermogen en is instaat gedurende de wedstrijd een strategie te ontwikkelen. Hij voldoet geheel aan het boven omschreven criteria. De judoka van niveau 1 heeft weinig assistentie en begeleiding door zijn coach of de scheidsrechter nodig om een wedstrijd te kunnen 2) Niveau 2: Een niveau-2 judoka kan jandorie maken met een recreatieve judoka. Deze judoka is snel/krachtig, hij heeft een goed reactievermogen maar is meestal iets te laat met reageren. Hij heeft een goed judogevoel, maar vaak geen strategie. Hij voldoet redelijk aan het boven omschreven criteria. De judoka van niveau 2 heeft matige assistentie en begeleiding door zijn coach of de scheidsrechter nodig om een wedstrijd te kunnen 3) Niveau 3: Een niveau-3 judoka kan speels jandorie maken met een recreatieve judoka. Deze judoka heeft een tamelijk goed judogevoel, hij is snel/krachtig en heeft een redelijk reactievermogen, maar geen gevoel van strategie. Hij voldoet matig aan het boven omschreven criteria. De judoka van niveau 3 heeft redelijke assistentie en 4) Niveau 4: Een niveau-4 judoka kan speels stoeien en spelen met een recreatieve judoka maar heeft wel hulp nodig van de laatste. Hij is niet snel in zijn bewegingen en reactievermogen en heeft geen gevoel van strategie. Hij voldoet weinig aan het boven omschreven criteria. De judoka van niveau 4 heeft behoorlijke assistentie en 5) Niveau 5: Een niveau 5 judoka kan speels stoeien onder begeleiding met een andere judoka van hetzelfde niveau. Deze judoka is erg passief of reageert heel traag. Hij moet constant gestimuleerd worden om actie te ondernemen. Deze judoka heeft praktisch geen judogevoel. De judoka van niveau 5 heeft continu assistentie en 4. De judoka s worden onderverdeeld op basis van geslacht, leeftijd, gewichtsklasse en vaardigheidsniveau. a. Geslacht man/vrouw b. Leeftijd De organisatie dient bij de indeling van poules rekening te houden met de situatie, uitgaande van leeftijd, in combinatie met niveau en gewicht. Dit moet eerlijk en veilig zijn. c. Gewicht Mannen: Niveau 1, 2 and 3 :< 60kg, -66kg, -73kg, -81 kg, -90kg, -100kg, +100kg Vrouwen: Niveau 1, 2 and 3: < 48 kg, -52 kg, -57 kg, -63 kg, -70kg, -78kg, +78kg De organisator heeft de verantwoordelijkheid en daardoor ook de vrijheid om zelf de gewichtsklassen voor elke gebeurtenis samen te stellen maar wel op een zodanige wijze, in combinatie met de verdere parameters van de toepassingen (niveaus, leeftijd) Special Olympics Judo Reglement versie maart 2014 SOI 2

3 men goede poules samenstelt, wat inhoud eerlijk en veilig voor de deelnemers. Als een judoka na de eerste of tweede divisioning niet in een groep ingedeeld kan worden, wordt de divisioning in overleg met de respectievelijke coaches en de organisatie beëindigd. Criterium hiervoor is dat veiligheid altijd vóór leeftijd, gewicht en vaardigheden van alle atleten in de groep gaat. Meisjes Meisjes Meisjes Vrouwen Jongens Jongens Jongens Mannen kg -24 kg kg kg kg kg kg kg -31 kg kg kg kg kg kg kg kg kg kg -40 kg kg kg kg kg kg kg kg -46 kg kg kg kg -48 kg kg kg kg kg kg kg kg kg -55 kg kg kg kg kg kg kg kg kg kg kg kg kg + 63 kg kg kg kg kg kg + 70 kg kg +73 kg kg kg +78 kg +81 kg kg kg kg SECTIE C WEDSTRIJDREGELS 1. In alle situaties waarin de reglementen niet voorzien, maar waarbij de scheidsrechter wel van mening is dat de veiligheid van een of beide atleten in het geding is, kan hij de wedstrijd stilleggen en maatregelen nemen waarvan hij denkt dat die nodig zijn. Hij mag daarbij een straf opleggen die in verhouding is met de bedoelde actie. 2. De wedstrijden duren 3 minuten, indien nodig, Golden score van 1 minuut. 3. Als een atleet hulp nodig heeft bij het betreden van de mat, dan mogen de coach en de (assistent-)scheidsrechter die verlenen. Niemand mag de mat betreden zonder akkoord van de scheidsrechter. 4. Bij de inschrijving voor een wedstrijd moet op het formulier duidelijk gemaakt worden of de judoka staand start (Tachi-waza), of knielend of zittend (Ne-waza). 5. Bij Ne-waza zijn twee posities waarin een atleet de wedstrijd kan beginnen: a. Op de knieën. b. Naast elkaar zittend, beiden met de handen in de basisgrip (Kumi-kata) en de benen gestrekt naar voren. 6. Als een judoka door zijn beperking de wedstrijd op de grond moet beginnen, dan moet de tegenstander zich daaraan aanpassen. (Ne- waza) 7. Als de scheidsrechter er om veiligheidsredenen niet mee instemt dat de wedstrijd in staande positie (tachi-waza) wordt begonnen, dan kan hij altijd beslissen om zittend te starten (newaza) of daar later toe over te gaan. De atleten en hun begeleiders moeten zich houden aan de beslissing van de scheidsrechter. 8. Als een wedstrijd op de grond (ne-waza) wordt gestart, dan moet die (ne-waza) ook zo worden voortgezet. 9. Als de wedstrijd zittend (ne-waza) is begonnen, of als later op die positie is overgegaan, mogen vanaf de grond altijd punten gemaakt worden met werptechnieken. 10. Als de atleten op de grond (ne-waza) judoën, is het niet toegestaan om de tegenstander achterover te duwen. 11. Als in een wedstrijd de staande (tachi-waza) en de zittende positie (ne-waza) wordt ingenomen, moet de scheidsrechter erop toezien dat de nek van de zittende atleet niet zodanig vast komt te zitten dat dit tot een blessure kan leiden. Special Olympics Judo Reglement versie maart 2014 SOI 3

4 12. Technieken die niet zijn toegestaan, zijn: a. Technieken die de atleet in gevaar kunnen brengen (Sutemi-waza). b. Technieken die de arm op slot kunnen zetten (Ude-kansetsu-waza). c. Verwurgingtechnieken (Shime-waza). d. Driehoektechnieken (Sankaku-waza). e. Een voorwaartse worp op één of twee knieën. f. Meevallen boven op de andere judoka, na het uitvoeren van een goede techniek g. iedere techniek dat de nek van de tegenstander omklemt is niet toe gestaan. Als toevoeging: In Tachi waza zijn de volgende technieken niet toe gestaan: Koshi guruma Kubi nage are prohibited. In Ne-waza, zijn de volgende technieken niet toe gestaan: Hon kesa gatame Makura kesa gatame Kata gatame Tate shiho gatame (uitgezonderd de variatie waarbij een arm ingesloten wordt) Verder is elke techniek waarbij de controle van het hoofd is betrokken alleen toegestaan als Tori tegelijkertijd met een arm van Uke of een van zijn eigen armen controleert. 13. Officiële wedstrijdkleding: a. de judoka s dragen, tijdens de divisioning en de wedstrijden witte judogi b. Het onderscheid tussen twee judoka s tijdens de wedstrijden is zichtbaar d.m.v. een rode- en witte band welke om het middel gedragen wordt die, in verschillende maten, door de organisator verstrekt wordt. Gedurende deze wedstrijden zullen de judoka s geen andere band dragen c. De judo-gi moet schoon en netjes zijn en vrij van welke reclame dan ook. De organisator, zal op verzoek, iedere judoka voorzien van een embleem welke op een duidelijke plaats op de achterzijde van de judogi wordt vast gestikt, welke de judoka dan verplicht wordt te dragen. De bedoeling van het embleem is duidelijkheid te vergemakkelijken in de divisioning en de wedstrijden. d. Dames moeten een blank wit T-shirt dragen. 14. Wedstrijd systeem: a. Iedere klasse, opgesteld na de laatste divisioning, zal uit maximaal 8 deelnemers bestaan b. Tot 5 deelnemers van dezelfde klasse, die samen 1 poule vormen, zal volgens een poule indeling gespeeld worden c. Bij 6,7 of 8 deelnemers van de zelfde klasse, zullen er twee poules gemaakt worden, namelijk A en B (3+3, 4+3 of 4+4), zullen worden gespeeld in de poule waarin zij behoren, volgens het poule systeem. Na het eind van deze gevechten van beide poules, gaan de eerste en tweede plaats in iedere poule door naar de kruisfinale, die de vorm heeft van een elementair knok out systeem, die het totale eindresultaat bepaald d. In geval van een gelijk aantal punten tussen twee judoka s in een poule, (gelijk aantal gewonnen wedstrijden als behaalde punten) waar en indien beide gekwalificeerd zijn om te strijden voor een van de drie onderscheiden plaatsen (1ste, 2de of 3de), de winnaar van het gevecht zal zegevieren in hun classificatie. e. In geval van een gelijk aantal punten tussen drie judoka s in een poule, (gelijk aantal gewonnen wedstrijden als behaalde punten (clinic triancle, ) waar en indien beide gekwalificeerd zijn om te strijden voor een van de drie onderscheiden plaatsen, krijgen zij een tweede kans om tussen henzelf te strijden. Indien de uitslagen zich herhalen na hun tweede kans dan zal de uitslag afhangen van hun gewichtsklasse, in aanmerking nemende dat alleen het gewicht, welke bij aankomst in de sporthal gewogen is op deze bijzondere dag geldt. Special Olympics Judo Reglement versie maart 2014 SOI 4

5 f. In geval dat een deelnemer niet in staat is of wil deelnemen aan enige wedstrijd van welke orde in een poule, worden zijn resultaten voor zover zijn behaald niet voor hem/haar noch voor zijn/haar tegenstanders voor de classificatie van de categorie mee geteld SECTIE D STRAFFEN 1. Als er een ongeoorloofde actie plaatsvindt, geeft de scheidsrechter de judoka een waarschuwing en legt hem uit waarom. Als de judoka daarop nogmaals de fout ingaat, moet de scheidsrechter een strafmaatregel nemen. Straffen zullen alleen worden toegepast bij judoka s van niveau 1 en discreet bij judoka s van niveau 2. In WSG zullen straffen ook worden toegepast bij niveau Als een atleet als gevolg van een ongeoorloofde actie van de tegenstander geblesseerd raakt en niet in staat is de wedstrijd uit te judoën, dan wordt hij als winnaar uitgeroepen. Blessures kunnen op de judomat behandeld worden door iemand van de eerste hulp. Zo nodig kan diegene bijgestaan worden door de begeleider van de atleet. 3. In geval de judoka grabbing/aanraken van zijn tegenstanders been in Tachi- waza doet, wordt geen Hansuku-make gegeven maar alleen een Shido. (zie D1) SECTIE E WEDSTRIJDGEBIED 1. Het gebied waar de wedstrijd wordt gejudood, is minimaal 6 x 6 meter en minimaal 10 x 10 meter. 2. De gevarenzone moet een rood gebied vormen rondom de mat (minimaal 3 meter). 3. Fotografen of anderen mogen niet dichter dan 3 meter van het wedstrijdgebied komen. SECTIE F OFFICIALS Deze toepassing geldt alleen voor wedstrijden van Nationaal Niveau of hoger 1. drie scheidsrechters 2. een competitie recorder (schrijver) 3. een tijdwaaarnemer SECTIE G UITRUSTING Per mat 1. Een scorebord 2. Twee wedstrijdklokken (In geval van een elektronisch scorebord is slechts een tijdklok nodig) 3. Een schrijftafel en drie stoelen voor de staf en voldoende- voor de leiding van de organisatie 4. Twee stoelen voor de scheidsrechters 5. Een rode- en een witte band voor de deelnemers 6. Twee stoelen: een voor iedere coach van de deelnemende judoka s Special Olympics Judo Reglement versie maart 2014 SOI 5