VERSLAG VAN DE RAADSSESSIE VAN DE RAAD DER GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 1 DECEMBER 2011

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE RAADSSESSIE VAN DE RAAD DER GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 1 DECEMBER 2011 Onderwerp: Bestuurlijke Voortgangsrapportage Wonen 2011 ( ) Voorzitter: A. Koster De leden: P.J. de Baat, mw. C.H.M. Berk, A.J. van Bezooijen, mw. Y. Butter, mw. M.P. van der Helm- Chandansingh, A. Noomen, B.A. Puls, mw. A. de Rooij, mw. M.M. Setz, A. Slotboom, H.P. Spijker, C.H. Vonk, mw. E.A. Wensing-Weber Griffie: mw. A.M.R. Bentschap Knook Portefeuillehouders: A.Th.H. van Dijk, J.J. Nobel Insprekers: Geen De VOORZITTER: Goedenavond, collega s en belangstellenden op de publieke tribune. Ik open deze raadssessie van het thema wonen. We gaan het met elkaar en met het college hebben over de Bestuurlijke Voortgangsrapportage Wonen, ook wel de BVR genoemd. Er hebben zich geen insprekers gemeld dus wie van u mag ik als eerste het woord geven? De heer De Baat van de VVD. De heer DE BAAT: Dank u, voorzitter. Het is evident dat het op de woningmarkt op dit moment complex en lastig is. Toch is het belangrijk om periodiek met elkaar de lokale foto van het moment te maken. Aansluitend op de afspraak die we vorige week bij de behandeling van het rapport van de Rekenkamer hebben gemaakt willen we op een ander moment nog wel een keer bepalen hoe, hoe vaak en in welke vorm we deze rapportage willen krijgen en hoe we die met het college gaan bespreken. Ook staan we op een ander moment nog stil bij de beleidsvorming. Dan over deze rapportage. Het is volgens ons wat te gemakkelijk om te zeggen dat de oorzaak van de lage nieuwbouwproductie in deze gemeente alleen bij de huidige crisis ligt. Wij stellen ons dan ook de vraag hoe erg het eigenlijk is dat er in 2010 maar 176 woningen zijn opgeleverd. Enerzijds is dat voor onze gemeente, gelet op de historisch hoge bouwvolumes, helemaal niet erg, anderzijds zou het goed zijn om te weten of er misschien een specifieke, lokale reden is voor de lage nieuwbouwproductie. En dan wordt het wat lastiger, want daar geeft deze rapportage eigenlijk niet voldoende antwoord op. Daardoor gaan wij aarzelen of er wel voldoende sturing plaatsvindt om projecten van de grond te krijgen. Kan het college ons duidelijk maken wat het werk van de woningbouwregisseur hierin heeft opgeleverd in het afgelopen jaar. Het bouwen van aantallen is op zichzelf geen doel, maar in het kader van het behalen van huisvestingsdoelen voor starters, jongeren, senioren en doorstromers is het wenselijk dat er toch gebouwd blijft worden in de regio. Vertraging in de nieuwbouw levert namelijk uiteindelijk wel een probleem op. We hebben een paar opmerkingen en een paar vragen. Eigenlijk vinden we dat een goed overzicht ontbreekt van de projecten die doorgang vinden, zijn gestopt of in herontwikkeling zijn met als basis de BVR In 2008 zijn meer dan zestig projecten aan ons gepresenteerd met de prognose dat in woningen zouden worden geproduceerd. Wij zouden graag een goed overzicht krijgen van hoe en waarom bij bepaalde projecten dat aantal niet is gehaald. Bijvoorbeeld over Lugano, hier aan de overkant, wordt niets gerapporteerd terwijl wij het belangrijk vinden dat project wel in de rapportage te zetten. Met een beetje puzzelen kom je best heel ver, dat moeten we ook eerlijk zeggen, maar het kan altijd beter en professioneler. 1

2 Ook in de tmpg staat zeker wel wat, maar wij zouden toch een wat beter beeld willen krijgen want een aantal projecten komt eigenlijk nauwelijks aan bod. In de BVR van eind 2010 hebben we kunnen lezen dat er gesproken zou worden over flankerend beleid en over afspraken die met de corporaties gemaakt zouden worden over de woningzoekenden met een inkomen tussen ,00 en ,00. Kan de wethouder vertellen wat hieraan gedaan is in het afgelopen jaar? Tegelijkertijd is publiekelijk vaak gezegd dat er regionale afspraken gemaakt moeten worden. Nu lezen we dat er een plan van aanpak ligt en wij vragen ons af hoe dat eruitziet. Wat opvalt, is dat in het uitvoeringsprogramma van de Woonvisie op veel plekken hetzelfde staat als in de rapportage van vorig jaar. We winden dat een beetje te opvallend: of het is afgemaakt, of het is gereed of het is klaar, maar precies dezelfde tekst opnemen moeten we eigenlijk niet willen. Vaak, ongeveer beetje acht keer, wordt in het stuk verwezen naar een evaluatie die voor het einde van dit jaar komt. Wij zitten op dit moment aan het einde van 2011 dus vroegen wij ons af of we binnenkort weer een BVR krijgen of hoe we dat dan anders met elkaar gaan afspreken. We hebben voor de zomer kennis genomen van het samenwerkingsconvenant met Ymere. Ook hebben we dit voorjaar de monitor zien langskomen. Er blijft bij ons altijd een ambivalent gevoel over de SMART geformuleerde afspraken die gemaakt zijn, het nakomen daarvan en de rapportage daarover. Daar willen we binnenkort nog wel wat schriftelijke vragen over stellen. Tot slot leeft bij ons over de stedelijke vernieuwing nog de vraag hoe het staat met het plan voor de Ewijkstraat. Is dat inmiddels concreet aangeboden? De VOORZITTER: Dank u wel, mijnheer De Baat. Mevrouw Van der Helm van het CDA. Mevrouw VAN DER HELM: Dank u, voorzitter. Ook het CDA heeft er begrip voor dat de ingezakte markt een enorme, nadelige invloed heeft op de realisatie van de in het verleden gemaakte plannen. Gevolg daarvan is uitstel of nog erger afstel. Maar waar niets is verliest de keizer zijn recht en we zijn dan ook heel benieuwd of Tom Poes, in dit geval het college, een list bedenkt. Misschien is het mogelijk het middel erfpacht creatief in te zetten. We hadden het daar onlangs al met elkaar over bij het bespreken van de nota Strategisch Grondbeleid en we wachten daarom in deze decembertijd vol verwachting op de Woonvisie We zijn benieuwd naar een eventuele rol van de provincie op het gebied van wonen en willen bijvoorbeeld weten hoe de woonvisie van de provincie Noord-Holland per besluit van 12 juli 2011 tot stand is gekomen. En hoe sluit onze Woonvisie straks aan op een nog vorm te geven woonvisie van de stadsregio? Wat kunnen we op het gebied van wonen nog van de stadsregio verwachten als die hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2013 wordt opgeheven. Het CDA is ernstig teleurgesteld vanwege het afblazen van de 55-plus woongemeenschap te Vijfhuizen, nota bene een initiatief van deze raad. Daar hebben we het al eerder over gehad. Het CDA zou graag meer inzicht willen krijgen in het verloop en het falen van dit project en in het bijzonder in de rol van Ymere daarbij. Kan het project trouwens alsnog in de ijskast worden geplaatst in afwachting van betere tijden? In Hoofddorp lijkt zoiets nu wel te lukken, namelijk met het AQUAradius project volgens collectief particulier opdrachtgeverschap dat van een veel jongere datum is. Hoe staat het college tegenover dit initiatief? De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Van der Helm. Het woord is aan mevrouw Butter van Forza!. Mevrouw BUTTER: Dank u wel, voorzitter. Hartelijk dank voor deze Bestuurlijke Voortgangsrapportage Wonen. We zien een zorgelijk beeld van de woningmarkt in onze gemeente, maar in tabel 1 op pagina 4 zien we tot onze verbazing dat het aantal verkochte huizen in het tweede kwartaal van 2011 ten opzichte van het tweede kwartaal van % van elkaar is afgeweken. Dat lijkt ons sterk en wij constateren dan ook een rekenfout, want in een vergelijkbare periode blijken 5% minder huizen te zijn verkocht en blijkt de woningprijs te zijn gedaald met 4%. Dat is wellicht prettig nieuws voor de starters, maar minder goed voor de huizenbezitters, bovendien stagneert het de doorstroming. Starters bijvoorbeeld kunnen weliswaar goedkopere huizen kopen en profiteren mee van een lage overdrachts- 2

3 belasting, maar dat weegt niet op tegen de hoge hypotheekeisen van de hypotheekverstrekkers. Een verbetering van de woningmarkt zien wij op korte en middellange termijn dan ook niet optreden. Voor alle andere huizenverkopers is de verlaging van de overdrachtsbelasting hopelijk een positieve prikkel. De gemeente heeft in 2009 besloten om aan woningeigenaren met twee koopwoningen en dus dubbele woonlasten een vergunning voor tijdelijke verhuur op basis van de leegstandswet af te geven als zij een van de twee huizen willen verhuren. Wij zijn van mening dat deze regeling meer bekendheid moet worden gegeven, zodat meer mensen er gebruik van kunnen maken om de gevolgen van dubbele woonlasten te beperken. Wij zien graag dat binnen de stadsregio opnieuw de discussie gevoerd gaat worden over een nieuw model voor woonruimtebemiddeling, met daaraan gekoppeld de discussie over de regionale woonruimteverdeling. Het is niet uit te leggen dat 30% van de sociale huurwoningen in onze gemeente toebedeeld wordt aan inwoners van andere gemeenten terwijl maar 17% van onze woningzoekenden in andere gemeenten een woning betrekt. Forza! vindt dat deze verhouding niet klopt en hoopt dat de wethouder onze woningzoekenden in hun eigen gemeente gerust kan stellen. Forza! heeft zich ernstige zorgen gemaakt over de inkomensgrens van ,00 voor sociale huurwoningen die per 1 januari jl. is ingegaan. Onze fractie heeft afgelopen januari ook het Huur op Maat al aangedragen om de doorstroming te bevorderen. De bevordering van de doorstroming zien we wel terug in de rapportage, maar we zien dat de woningcorporatie die woningen heeft onttrokken aan de voorraad sociale huurwoningen, of de huren heeft verhoogd zodat de woningen beschikbaar komen voor deze doelgroep. Wij zijn verheugd dat de gevolgen van de invoering van de grens van ,00 beperkt zijn gebleven. Wel rest nu de vraag hoe er wordt gereageerd op de verschuiving in de verhouding van starter en doorstromer. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Butter. Mevrouw De Rooij van de PvdA. Mevrouw DE ROOIJ: Dank u wel, voorzitter. Hartelijk dank voor deze Bestuurlijke Voortgangsrapportage Wonen die een zeer grote wens was van collega De Baat van de VVD. Wij constateren dat het een mooi plaatje is van de situatie van een aantal maanden geleden en wij zien ook heel erg uit naar de Woonvisie. We hebben geprobeerd een beeld te krijgen van alle projecten die lopen, gestart zijn, niet gestart zijn, afgesteld zijn, etc. maar het erg ingewikkeld om daar een goed beeld van te krijgen. Mijn vraag is of het college op basis van deze BVR wel een ontwikkeling ziet die wij nog niet kunnen constateren. De discussie over het volgende punt hoeven we hier niet te voeren, maar we willen u toch wel even meegeven dat wij vinden dat er binnen het MPG en tmpg mogelijkheden zijn om goed met elkaar van gedachten te wisselen over bijvoorbeeld de woningbouwopgave. Wij zien dan ook graag dit soort analyses daarin terug. Als laatste nog een opmerking over pagina 19. Daar staat over het project Kalverlaantje in Abbenes met zestien woningen in het dure segment dat daar een subsidie aan is toegekend. Onze vraag is eigenlijk sinds wanneer en om welke reden er subsidies worden toegekend aan projecten in het dure segment terwijl wij volgens mij met elkaar hebben afgesproken dat wij BLS-middelen en dergelijke subsidies zouden inzetten voor woningen in het goedkopere segment of voor huurwoningen. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw De Rooij. Mijnheer De Baat wil interrumperen, gaat uw gang. De heer DE BAAT: De PvdA heeft weleens in het openbaar gevraagd naar wat het college heeft gedaan om in de behoefte aan woningen voor de middeninkomens te voorzien. Bent u tevreden met wat daarover in de rapportage staat? Bent u nu op de hoogte van wat daaraan gedaan is? De VOORZITTER: Mevrouw De Rooij. 3

4 Mevrouw DE ROOIJ: Wij constateren dat er in verhouding heel weinig woningen zijn gebouwd en dus ook niet voor de middeninkomens. Het is natuurlijk zo dat onze gemeente voor een heel groot deel een middeninkomengemeente is en dat we hier in verhouding heel veel koopwoningen hebben. Wij constateren dat de ideeën die er waren over de hoeveelheid woningen niet waargemaakt zijn. Dat is volgens mij niet aan het college te wijten, maar aan de economische crisis. Of dit een antwoord is op uw vraag weet ik niet, maar dat is wat k u hierover kan meedelen. De heer DE BAAT: Het gaat niet alleen om nieuwbouw, maar ook om bestaande bouw. Dus dat woningcorporaties geen sociale huurwoningen meer mag aanbieden aan mensen met een inkomen tussen de ,00 en ,00. In de rapportage kom ik eigenlijk niet zoveel tegen over wat daaraan gedaan is. Ik vroeg me af of u daar dan tevreden over bent. Mevrouw DE ROOIJ: U constateert zelf dat er in de rapportage niet veel over te vinden is, dus ik luister straks goed naar het college. Als onze vraag niet voldoende beantwoord wordt dan zal ik daar zeker wat van vinden. De VOORZITTER: Dank u wel. Nu echt mevrouw Wensing van de HAP. Mevrouw WENSING: Dank u wel, voorzitter. Op 20 januari 2011 hebben we de BVR Wonen 2010 behandeld en toen heeft mijn fractie al gesteld dat de Woonvisie vroeg om heroriëntatie. En als we kijken naar de prijsontwikkelingen en het aantal verkochte woningen in het tweede kwartaal 2010 in vergelijking tot het tweede kwartaal 2011 is het wel duidelijk waar we in de komende periode op moeten inzetten en dat kunt u waarschijnlijk in de Woonvisie prachtig verwerken. Maar dan hebben we het over koopwoningen. Er is nog een ander segment en dat zijn de sociale huurwoningen. Het is teleurstellend dat in het afgelopen jaar alleen sociale huurwoningen zijn opgeleverd in het project Nieuw-Vennep Noordrand. We zien in gemeenten om ons heen dat er prachtige nieuwbouwprojecten worden opgeleverd door Ymere, maar in de Haarlemmermeer lukt het maar niet. Wat is daar nu precies de oorzaak van? We hebben toch al jaren mooie projecten op stapel staan? We stellen BLSmiddelen beschikbaar en dan nog wil het niet van de grond komen. Kunnen we met erfpacht niet nog iets van de grond krijgen? Tijdens de behandeling van de BVR 2010 hebben we het uitgebreid gehad over de verkoop van sociale huurwoningen. Het afgesproken aantal was toen overschreden en daarna zijn nieuwe afspraken gemaakt. Hoeveel zijn er inmiddels verkocht en komen daar ook nieuwe woningen in de Haarlemmermeer voor terug? Want dat was iets wat we destijds in de motie verwoord hebben. Wij zijn blij te lezen dat er eind 2011 een plan komt voor de Ewijkstraat mijnheer De Baat juichte dat ook al toe maar er zijn al eerder plannen geweest die in de prullenbak verdwenen. We hopen van harte dat dit keer de plannen eindelijk tot uitvoering kunnen worden gebracht zodat dit mooie stukje Hoofddorp krijgt wat het verdient. De bouw van seniorenwoningen is in deze BVR wat aan de magere kant. We zien er wat in Vijfhuizen en in Zwanenburg. Locaties als de Binnenweg in Hoofddorp en het nieuw te ontwikkelen La Terrazza zijn wellicht locaties waar gekeken kan worden naar appartementen voor deze doelgroep want ze liggen dichtbij winkels en openbaar vervoer en dat is belangrijk voor deze doelgroep. Bent u het met ons eens dat voor de grote groep ouderen die er in de komende jaren zeker aankomt meer aandacht moet zijn in deze BVR? Alle hulp aan het project AQUAradius is meer dan nodig, want daar zijn in ieder geval 80 appartementen voor senioren gepland. We hopen dat u daar echt heel goed naar blijft kijken. Voorzitter, wat is de inzet van het college met betrekking tot de LIB-locaties? Die staan al vele jaren in de BVR, maar komen maar niet tot uitvoering. We zien dat de bouw van het Kalverlaantje eindelijk is begonnen, maar bij de andere projecten wacht Zwanenburg nog op de actualisatie van het bestemmingsplan en Buitenkaag en Rijssenhout laten ook nog op zich wachten. Kan de woningbouwregisseur daar dan niet een aanjagende rol in spelen? 4

5 De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Wensing. Mevrouw Setz van D66. Mevrouw SETZ: Dank u, voorzitter. De financiering van nieuwbouw is een soort doemscenario aan het worden, zo lezen we. De gemeentelijke financiën drogen op, de rijksbudgetten vallen weg, corporaties teren in op hun vermogen, de positie van de grondbedrijven is niet rooskleurig, de woningmarkt zit op slot, maar over de BVR zelf wil ik graag nog wat vragen en opmerken. Er wordt gezegd dat voor de toekomst uitsluitend publiekrechtelijk met een verordening kan worden onderhandeld met Ymere in plaats van zoals nu privaatrechtelijk met een convenant. Wat heeft dat voor gevolgen voor de verhouding tussen gemeente Haarlemmermeer en Ymere? Verder heb ik nog een opmerking over starterswoningen in het goedkope segment. De starterslening is daarbij onmisbaar, maar er is wel vraag naar starterswoningen dus laten we die dan bouwen. We lezen op pagina 6 dat we moeten aansluiten bij de vraag op de woningmarkt en dat uitgangspunt wordt door D66 ondersteund. Het inzetten van BLS-subsidies zou daarbij mogelijk zijn en ik heb begrepen dat er nog 4 miljoen ligt om te worden gebruikt. Wellicht kan dat voor starterswoningen worden gebruikt. We lezen dat de wachttijd/zoektijd voor starters ruim vier jaar is. Het aantal actieve woningzoekenden neemt af, maar het gaat toch nog om ongeveer tweeduizend mensen. Ik lees over het bouwproject Aprisco, hier vlakbij met 86 flats waar niets mee gebeurt en over de locatie van de oude bibliotheek. Misschien is daar iets voor starters te verzinnen bijvoorbeeld met huurwoningen. We moeten tenslotte toch proberen iets te bereiken. Dan wordt er gesproken over de woningbouw in Toolenburgs zuidrand waar het gaat om een ontwikkeling op basis van collectief particulier opdrachtgeverschap. D66 steunt dat volledig want we vinden het een goede zaak als mensen zelf kunnen bepalen hoe ze willen wonen. Ook het cpo-project AQUAradius wordt genoemd. Wij hopen dat dat succesvol kan worden afgerond. Dan heb ik nog een losse opmerking. Op pagina 10 staat in een tussenzinnetje dat de urgentieregeling voor woningzoekenden wordt herzien per 1 januari Wie is bevoegd die regeling op te stellen, wat gaat er veranderen en wordt de raad daarover geïnformeerd? Bij de woningbouwproductie op pagina 15 staat bij Stellinghof dat er nog 22 woningen gebouwd kunnen worden. Dat lijkt mij niet juist want uit eigen waarneming blijkt dat er nog maar negen kavels beschikbaar zijn voor negen vrijstaande woningen. Kort samengevat: wij vinden dat we moeten gaan werken aan goedkope starterswoningen, zowel koop als huur. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Setz. De heer Van Bezooijen van de ChristenUnie/SGP. De heer VAN BEZOOIJEN: Dank u wel, voorzitter. En ook dank voor deze nota die wij als fractie hebben beoordeeld als een duidelijk stuk. In het grootste deel van de inhoud van deze nota kunnen wij ons ook vinden en onze dank gaat daarbij ook uit naar de steller. We hebben twee opmerkingen die voor een deel en misschien wel helemaal al zijn gemaakt. We constateren zeker een stagnatie bij de bouw van woningen en in het bijzonder bij de sociale huurwoningen. Dat is iets waar wij ons zorgen over maken. Een en ander is mede een gevolg, of misschien wel het gevolg van de Europese regelgeving. Nou zijn wij als partij wat Eurokritisch en in dit geval zijn wij ook niet zo blij met deze regelgeving en de effecten daarvan. Forza! maakte daar ook al een opmerking over. Wij hebben ook een opmerking met betrekking tot het project Slingertuin. De VOORZITTER: Ik moet u onderbreken voor mevrouw De Rooij. Mevrouw DE ROOIJ: Mijnheer Van Bezooijen, ik begrijp dat u Eurokritisch bent en dat mag. Ik begrijp ook dat u zich zorgen maakt over de regels die Brussel ons oplegt, maar hebt u ook een voorstel voor hoe wij om kunnen gaan met de mogelijke problemen die ontstaan voor huurders met een inkomen tot ,00? Het is interessant die problemen te constateren, maar ik hoor graag van de Christen- Unie/SGP welke oplossing die partij ziet. 5

6 De VOORZITTER: De oplossing, mijnheer Van Bezooijen. De heer VAN BEZOOIJEN: Ja, als ik die had dan zou ik u die onverwijld meedelen, maar die oplossing hebben wij ook niet. Wij kunnen, en zo heb ik het zojuist ook ingebracht, slechts constateren dat dit een van de effecten is. Natuurlijk kunnen we zeggen dat het mede het gevolg is van wat zich in de financiële markten in zijn algemeenheid voordoet, maar deze doelgroep waar u en wij ook voor willen staan lijkt hier toch wel extra de dupe van te worden. Dat was de constatering en zodra ik de oplossing heb hoort u die van mij. Ik was begonnen met een opmerking over het project Slingertuin en die opmerking gaat inderdaad over die dure koopwoningen en de subsidie. Verbazingwekkend vinden we dat en we horen graag van het college wat daar nu de diepere motivering van is. Dure woningbouw is uiteraard prima, maar dan wel zelf te financieren en niet met subsidie namens de belastingbetalers. Dat is onze stellingname. De PvdA had het over de ontwikkeling. Wij zien ook graag wat meer over de ontwikkeling in het geheel en dat had dus ook onze vraag kunnen zijn. En ik sluit af met een citaat dat zegt: geduld heeft grenzen, als je die overschrijdt wordt het lafheid. De VOORZITTER: Dank u, mijnheer Van Bezooijen. De heer Spijker van Trots op Nederland. De heer SPIJKER: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie is blij dat we eindelijk een concreet inzicht hebben gekregen in de stand van zaken met betrekking tot het huidige woonbeleid. We ondersteunen de geplande concrete acties om het woningbouwprogramma tegen het licht te houden en dan te beslissen over continueren, uitstel of eventueel annuleren. De huidige statische markt en de economische recessie vragen om een andere aanpak en zeker om een die meer gebaseerd is op vraag. En er is daarbij meer interactie nodig met de toekomstige bewoners zoals op 30 november jl., gisteravond, is besproken in de woondiscussie bij Pier K. Wij ondersteunen dan ook de inzet van de woningbouwregisseur omdat die een juiste vertaling kan maken van vragen uit de markt en het beleid naar concrete acties. Particulier opdrachtgeverschap is bijvoorbeeld een van de middelen om de middendure markt te bedienen. Wij kijken dan ook uit naar de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek dat nu gehouden wordt en wij hopen dat AQUAradius een mooi voorbeeld van collectief particulier opdrachtgeverschap wordt Het is duidelijk dat de BLS-middelen nodig zijn voor het haalbaar maken van specifieke projecten. We kunnen ons dan ook zeker vinden in het voorstel om de BLS-middelen te reserveren in een bestemmingsreserve. De markt moet in beweging worden gebracht met financieringsmogelijkheden zoals Huur op Maat en Koopgarant, maar ook met concrete oplossingen voor het middenkader, de groep Die valt namelijk nog steeds buiten de boot. Het is inmiddels wel duidelijk dat corporaties en andere betrokkenen voor deze groep specifieke oplossingen moeten gaan bouwen. Ymere zei gisteravond dat er een administratieve aanpassing gedaan kan worden. Het was mij niet helemaal duidelijk welke aanpassing dat was, maar laten ze die dan alstublieft doen. Wat betreft de getransformeerde kantoorpanden hebben we begrepen dat de startersmarkt nog niet erg enthousiast daarop ingesprongen is. Zijn deze woningen dan niet beter aan te passen voor een doelgroep die werkelijk vraagt om ruimte? Ter afsluiting wil ik zeggen dat wij het jammer vinden dat er geen inzicht is gegeven in de opbouw van de markt. Zoals we allemaal weten moeten we nu gaan ontwikkelen gebaseerd op vraag en minder op aanbod. Ik had dan ook wat meer demografische gegevens willen zien zodat te zien is welke groep echt een doelgroep is die woonruimte zoekt en waar we dan concreet ons beleid op zouden kunnen aanpassen. De VOORZITTER: Dank u, mijnheer Spijker. Mevrouw Berk van GroenLinks. 6

7 Mevrouw BERK: Dank u, voorzitter. Deze Bestuurlijke Voortgangsrapportage Wonen is een kort, sober en technisch verhaal. Hij geeft de resultaten en de stand van zaken weer en als we de rapportage goed lezen draait eigenlijk alles om de doorstroming. Zolang we geen doorstroming krijgen, lukt het ons nooit om de boel aan te jagen. Als we deze BVR Wonen zien dan missen wij toch op een aantal punten de echte stand van zaken. Juist voor die doorstroming hebben wij zo n woningbouwregisseur aangesteld, maar wat die precies gedaan en bereikt heeft, ontbreekt. Dat missen we. Als we kijken naar de belangrijke, maar wat kleinere, doelgroepen die extra zorg nodig hebben dan missen we daar überhaupt de stand van zaken, dus inzicht in de geschiktheid van de woningvoorraad voor ouderen en mensen met een beperking en het wonen in beschermde omgeving. Die zaken worden wel genoemd, maar we krijgen totaal geen overzicht van hoe we er daarin voorstaan. Dat vinden we een gemis in deze BVR. Buiten wat mijn collega s al gezegd hebben en ik denk dat we wat dat betreft redelijk op dezelfde lijn zitten heeft GroenLinks voor de toekomst de behoefte om terug te gaan naar meer een beleiduitvoeringsnota zoals we die vroeger hadden, in plaats van een technisch-bestuurlijke Voortgangsrapportage en een Woonvisie. Voorheen was er een duidelijker koppeling, waardoor we naast de stand van zaken ook meteen konden zien in hoeverre die overeenkwam met het beleid. We konden zien in hoeverre wij daadwerkelijk de doelen die we in de Woonvisie en in ons beleid hadden vastgelegd echt behaalden. Die resultaten kunnen we met deze BVR eigenlijk niet aan elkaar koppelen. Bij de komende Woonvisie verwachten wij daar dus heel veel van. Op dit moment kunnen we er dus niet veel meer over zeggen omdat we de Woonvisie nog niet hebben. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Berk. De heer Puls van Sociaal Rechts Haarlemmermeer. De heer PULS: Dank u, voorzitter. De SRH-fractie maakt zich zorgen over het aanbod van sociale huurwoningen. Als je in de krant leest dat op een 24 uursaanbod van woningen 1600 inschrijvingen volgen dan denken wij dat er een tekort is aan sociale huurwoningen. Er worden koopwoningen gebouwd die later weer te huur worden aangeboden. Het lijkt dus wel of het voor huurwoningen beter is meer koopwoningen te bouwen! De VOORZITTER: Dank u, mijnheer Puls. Dan is de eerste termijn van de raad verstreken en is het college aan zet. Ik geef als eerste het woord aan wethouder Nobel. Wethouder NOBEL: Dank u wel, voorzitter. Het is inderdaad een redelijk beperkte BVR. We hebben in onze brief van juni 2011 ook al aangegeven dat we er op een andere manier mee om zouden willen gaan en naar de toekomst toe de koppeling willen aanbrengen met de tmpg en de Voortgangsrapportage Wonen als bijlage gebruiken. Zoals de heer De Baat al zei moeten we daarover nog met elkaar in gesprek, maar het lijkt mij in ieder geval een goede oplossing. En daar waar het om beleid gaat zou ik het willen koppelen aan de PCC-producten, dus de jaarrekening en de begroting, zodat het zich in de systematiek goed ontrolt. Daar wil ik even mee beginnen. De VOORZITTER: Ik moet u nu al onderbreken voor mevrouw Berk. Mevrouw BERK: Dank u, voorzitter. Op zich zou dat een heel logische stap zijn, maar het punt waar we nu ook al tegenaan lopen met de jaarrekening, de programmabegroting en dergelijke is dat de weergave op een dusdanig hoog niveau ligt dat de kleine woningbouwprojecten wat op dit moment juist de projecten zijn die wel doorgaan op een te laag niveau zitten om nog zichtbaar te zijn. Dan wordt het voor ons dus eigenlijk onmogelijk om aan de hand daarvan goed te kunnen zien of de woningbouwprojecten op de gewenste lijn zitten. De VOORZITTER: Wethouder Nobel 7

8 Wethouder NOBEL: Dat hoeft niet want als we afspreken dat we op een ander segregatieniveau gaan zitten, dan is dat heel goed voor elkaar te krijgen. En dat kunt u vragen bij het vaststellen van nieuwe parameters binnen zo n onderdeel van de PCC. Dus dat is een kwestie van de wijze waarop wij binnen de PCC-cycli de gegevens aan u presenteren en u hebt volgens mij alle kansen om ons daarop te sturen en te bevragen. Dat segregatieniveau kunnen we dus afspreken op het moment dat we het gaan hebben over hoe we de presentaties al dan niet gaan doen. Wat veel belangrijker is eigenlijk de woningbouwopgave waar u het over hebt. Woningbouwopgaves hebben wij namelijk niet meer. Dat klinkt misschien een beetje gek, maar de Vinex is afgelopen en die is eigenlijk ook de oorsprong geweest van de BVR. De BVR is voortgekomen uit het Vinex-programma om de raad blijvend te informeren over dat woningbouwprogramma. Het ging ook over nogal wat, want het ging over meer dan woningen. Om u blijvend te kunnen informeren op zowel het gebied van de bouwprestaties in de breedste zin van het woord als de financiële kant is de BVR Wonen ingevoerd. Die zaken waren namelijk van belang omdat er in het verleden binnen de Vinex-woningbouwopgave een koppeling was met wanneer het klaar moest zijn en dat had weer te maken met de verfijningsuitkering. Op die programma s zat de mogelijkheid te sturen dus wat strakker. We wisten waar het ging gebeuren, de programma s waren afgesproken en het was een tijd waarin het aanbod gewoon ging. Het was een tijd waarin alles mogelijk was. Die tijd is voorbij. Dat is misschien maar goed ook want het gaat nu veel meer over de vraag. Maar het gaat dus ook over het sturingsmechanisme dat wij ook het college van B&W hebben en dat is op de huidige markt gewoon veel minder geworden. Dat is ook de reden waarom wij op een gegeven moment hebben gezegd dat als wij nog zouden willen ingrijpen in een aantal projecten dus dingen tot stand laten komen, we dat in ieder geval bestuurlijk en via onze organisatie op een andere manier zouden moeten aanpakken. Daarom hebben wij gezegd dat er een woningbouwregisseur moet komen die kan interveniëren bij individuele projecten waar het verkeerd gaat. Het gaat dan om projecten waar we zien dat de projecteigenaar, ontwikkelaar, corporatie Ymere of een andere betrokkene er in dit tijdgewricht niet meer uitkomt om te doen wat we afgesproken hebben. De woningbouwregisseur kan dan kijken hoe een dergelijk project uit het slop te halen is. Het is inderdaad waar dat een aantal projecten terug op de plank is gegaan, maar het is nog veel meer waar dat sinds het aantreden van de woningbouwregisseur in die rol want hij werkte hier gelukkig al ook heel veel projecten uit het slop zijn gehaald. Daarbij hebben we gelukkig gebruik kunnen maken van de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, namelijk via de BLS. Daarmee kom ik gelijk op de vraag waar de BLS-gelden voor ingezet worden. De BLS-gelden zijn destijds beschikbaar gesteld voor de woningbouwproductie en dus niet alleen voor de sociale woningbouwproductie. Wij hebben dan ook besloten om voor een aantal projecten dat niet in die sociale of in de lagere koopsfeer zit die middelen in te zetten. Dat doen we omdat wij de woningmarkt in de breedste zin willen blijven stimuleren. We willen de middelen daar inzetten waar projecten eigenlijk al in een heel ver stadium zijn, maar net dat zetje nodig hadden om de koper zover te krijgen de woning te gaan kopen. Natuurlijk ontstaan er dan situaties waar de een er wel voor is en de ander niet, maar we hebben ook nog zoiets als een doorverkoopbeding. De afgelopen tijd is dat niet veel gebruikt omdat er maar heel weinig huizen verkocht worden, maar we proberen daar wel greep op te houden. We doen ons best om de middelen die wij als gemeente inzetten ook daarvoor te gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn. En dan vind ik het wel een beetje wonderlijk dat sommige fracties vraagtekens zetten bij het gebruik van die middelen in de middeldure of dure koopmarkt, maar tegelijkertijd vinden dat we voor een project als AQUAradius van alles en nog wat moeten doen. U hebt dat stuk inmiddels liggen en ik hoop dat u daar snel een besluit over neemt. De initiatiefnemers hopen dat ook want dan kunnen ze aan de slag. Wat wij dus proberen te doen is de productie in stand te houden of op gang te brengen door daar waar mogelijk als gemeente een bijdrage te leveren. Bij een nieuw initiatief zoals collectief particulier opdrachtgeverschap gaan we de grenzen opzoeken van wat wij met elkaar toelaatbaar achten. Het is nieuw, maar we proberen dat nieuwe met elkaar op te pakken en te leren van zo n proces. Er is een vraag gesteld over het niet doorgaan van Vijfhuizen. Ik vind het een beetje te makkelijk om alleen te kijken naar Ymere, want die heeft er een fors bedrag op moeten neerleggen. Ymere was dus 8

9 echt niet blij toen het project niet doorging. Er zitten in het geval van het project in Vijfhuizen echter heel veel kanten aan het bekende dubbeltje. Laten we daar een andere keer maar eens over spreken, want het lijkt mij niet handig om in deze sessie de ene of de andere partij in een verkeerd daglicht te zetten. Door beide partijen zijn dingen gedaan waardoor het project uiteindelijk niet uitvoerbaar is gebleken. De VOORZITTER: Mevrouw Van der Helm. Mevrouw VAN DER HELM: Voorzitter, het is niet de bedoeling iemand de schuld te geven, maar we willen wel hoe het proces verlopen is en waar dingen zijn blijven liggen of zijn fout gegaan. Ik denk dat de portefeuillehouder daar wat meer inzicht in moet geven. Wethouder NOBEL: U vraagt dat aan mij, maar wij zijn slechts faciliterend bezig geweest in de omgeving met het maken van het bestemmingsplan, etc. Die twee partijen hebben met elkaar een traject doorlopen; waar wij overigens ook middelen bij toegevoegd hebben om te kijken hoe dat project tot stand zou kunnen worden gebracht. Er is gekeken naar het wel of niet bijdragen van subsidies en de gemeente heeft er een bestemmingsplan voor gemaakt. Dus wij waren al een heel eind met elkaar op weg en uiteindelijk is het niet gelukt en dan zijn het wel die twee partijen die daar de eerste verantwoordelijkheid voor hebben. Wij konden alleen faciliterend optreden en dat hebben wij in hoge mate gedaan en daar hebben we ook een prijs voor moeten betalen zoals u hebt kunnen lezen. Ik ga echter nu niet met u overleggen over wat er daar precies gebeurd is. Ik kan daar ook nooit de vinger helemaal achter krijgen omdat ik niet altijd bij die gesprekken ben geweest. Laten we in ieder geval met elkaar constateren dat het nieuwe cpo-project aan de Zuidrand voor zover het er nu naar uitziet een betere kans heeft dan het project in Vijfhuizen. Er is door de heer De Baat een vraag gesteld over het regionaal beleid. U wordt volgens mij op uw wenken bediend want binnenkort volgens mij op 6 december 2011 is er een bijeenkomst waarvoor u bent uitgenodigd. Twee keer zelfs, want ik heb begrepen dat tot vorige week maar drie raadsleden zich hadden aangemeld en dus is de uitnodiging nog een keer is rondgestuurd. Tijdens die bijeenkomst wordt u geïnformeerd over wat er in de stadsregio allemaal gebeurt op het gebied van het hele woondossier en krijgt u wellicht een paar kapstokjes aangereikt die we in onze eigen woonvisie een vertaling kunnen geven. De Ewijkstraat. Ik kan u melden dat we op een haar na klaar zijn met de planvoorbereiding. Ik heb u volgens mij in een ander overleg al kunnen meedelen dat ze nu ook plannen en ideeën hebben om het plan verder uit te rollen en wel via de Ewijkstraat in de eerste fase en door tot de Boslaan in fase twee. Ik heb er alle vertrouwen in dat we eind deze maand, en misschien wordt dat januari 2012, weten wat de plannen precies gaan inhouden en wanneer daar van start gegaan wordt. Daar hebben we nu dus een resultaat te pakken waar we allemaal al jaren op zaten te wachten. De rol van de woonvisie van de provincie. Wij nemen de visie van de provincie natuurlijk wel mee, maar de provinciale woonvisie gaat over provinciale gebieden en niet zozeer over de gebieden waar de stadsregio over gaat. We lopen mee in de zin dat er ambtelijk mensen van ons luisteren naar wat daar gezegd wordt, maar wij baseren ons vooral op de positie die wij hebben in de regionale woningmarkt in Amsterdam, de stadsregio. We kunnen daarop terugkomen als we onze Woonvisie gaan behandelen. Er is door D66 nog iets gezegd over de starterswoningen en de vraag daarnaar en de wachttijd van vier jaar. Ik moet zeggen dat we het dan eigenlijk in de afgelopen periode wel goed gedaan hebben, want ik kan me herinneren dat er een periode was waarin de wachttijd acht jaar was en meer. We hebben gisteren in het woondebat ook besproken of die vraag er daadwerkelijk is. Er is altijd vraag, maar het is ook maar de vraag of de gemeente die kan invullen. Ik heb zelf een project in Vijfhuizen meegemaakt waar we een tijd mee bezig zijn geweest. We zouden er starterswoningen van maken, maar Ymere heeft onderzoek gedaan waaruit duidelijk is gebleken dat de jongeren uit Hoofddorp lie- 9

10 ver een jaar langer wachten om een woning in Hoofddorp te krijgen dan bijvoorbeeld naar Vijfhuizen te gaan. Hoewel je zou zeggen dat als ze een woning kunnen krijgen ze die vooral moeten aannemen, blijken jongeren die bijvoorbeeld in Amsterdam een woning kunnen krijgen eerder te verhuizen dan jongeren die bijvoorbeeld in Abbenes een woning kunnen krijgen. Dat laat onverlet dat juist het onderdeel starterswoningen, ook door de inzet van de woningbouwregisseur, in de afgelopen periode nog een zekere stimulans heeft kunnen krijgen. De herziening van urgentieregeling komt binnenkort in het college en is ook een bevoegdheid van het college. De herziening komt binnen twee weken naar u toe. Trots op Nederland heeft nog iets gezegd over starterswoningen in daarvoor omgezette kantoren. U zegt het! Wij, of sterker nog de ontwikkelaar dacht een markt te hebben voor de locatie tegenover het station. Je zou zeggen dat het niet beter kan voor jongeren. Als ze bijvoorbeeld in Amsterdam studeren en in Hoofddorp wonen, kunnen ze vanuit dat gebouw oversteken en bij wijze van spreken in het centrum van Amsterdam uitstappen. Het loopt dus niet. Het zijn koopwoningen, maar wel in een prijsklasse die relatief laag is en volgens mij mag je dat best een starterswoning noemen. Ik heb inmiddels doorgekregen dat er wat telfoutjes zijn gemaakt, maar daar gaat mijn collega straks iets mee doen want die is van de cijfers! Afsluitend wil ik nog een keer zeggen dat de koppeling met beleid noodzakelijk is, maar dat we wel even moeten kijken op welk moment we dat gaan doen. Volgens mij heb ik daarmee de meeste vragen wel beantwoord. De VOORZITTER: Dan geef ik het woord door aan de heer Van Dijk namens het college. Wethouder VAN DIJK: Het gaat over pagina 4 en er wordt terecht geconstateerd dat daar sprake is van een telfoutje: het moet 307 zijn. Dat is bij dezen hopelijk rechtgezet maar het getal doet niets af aan het feit dat er sprake is van een afname. Er is een vraag gesteld over het project Stellinghof, volgens mij door D66. Er wordt bedoeld dat het totale project uit 22 woningen bestaat. Terecht hebt u geconstateerd dat een aantal kavels al is uitgegeven. De ChristenUnie/SGP had een vraag over de Slingertuin en over de rijksgelden die daarin gestoken zijn. We moeten ons wel realiseren dat het specifiek geoormerkt geld is en dat als we het niet uitgeven het teruggaat naar het rijk. Als je kijkt naar de derde tranche is het niet eens zozeer een vraag of wij wel aan dergelijke projecten geld mogen uitgeven want het is nadrukkelijk een woningbouwstimuleringsprogramma. De gelden zijn door ons ingezet waarvoor ze zijn gekregen en anders zouden we ze weer hebben moeten teruggeven. De VOORZITTER: Mevrouw Berk? Mevrouw BERK: Voorzitter, ik had nog gevraagd naar de stand van zaken over aangepaste woningen voor mensen met een beperking en het beschermd wonen. Daar heb ik nog geen antwoord op gehad. De VOORZITTER: De heer Nobel. Wethouder NOBEL: Dat antwoord ga ik u schriftelijk doen toekomen want dat weet ik niet uit mijn hoofd. Ik weet wel dat we heel hard bezig zijn geweest met de maatschappelijke opvang om als fatsoenlijke plusgemeente nu uiteindelijk in plaats van die containers een goede voorziening te kunnen aanbieden. De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan de tweede termijn van de raad en ik kan u gelukkig meedelen dat u allemaal nog enige tijd over hebt. Ik begin bij de VVD, de heer De Baat. 10

11 De heer DE BAAT: Dank u, voorzitter. We danken de wethouder voor zijn antwoorden. Er zijn echter ook vragen niet beantwoord. Een belangrijke vraag die niet is beantwoord is de vraag over wat er door het college is gedaan aan het maken van afspraken of het formuleren van flankerend beleid voor de woningzoekenden in de inkomensgroep tussen ,00 en ,00. De PvdA vroeg over dat onderwerp of de ChristenUnie/SGP voorstellen had. De VVD heeft oplossingen en zal die ook aan u en het college geven. Ik heb in de monitor van Ymere kunnen lezen dat er in 2010 ongeveer 100 woningen beschikbaar zijn gesteld aan mensen met inkomens tussen de ,00 en ,00. Als wij een opdracht zouden meegeven om te zoeken naar oplossingen voor die categorie dan denken wij aan het volgende. De woningcorporaties mogen de middeninkomens namelijk wel helpen en dan zouden we kunnen bedenken dat de corporatie 50 woningen beschikbaar stelt en te koop aanbiedt aan woningzoekenden met een inkomen van rond de ,00. De prijs van die woning zou tussen de ,00 en ,00 moeten liggen in de bestaande markt want dat kunnen die mensen financieren. De corporaties zouden die woningen kunnen halen uit wat vrijkomt aan woningen doordat mensen hun woning verlaten. Een ander deel kunnen zij te huur aanbieden want zij mogen best woningen aanbieden, maar dan mogen ze ook een iets hogere huur vragen. En dan wil ik graag nog aan mijn collega s meegeven dat wij in deze gemeente voldoende sociale huurwoningen hebben. We hebben namelijk sociale huurwoningen en als je naar de doelgroepen kijkt en de groep met een inkomen tot ,00 dan zou je volgens de normale berekeningen eigenlijk woningen nodig hebben. Het probleem is echter vaak dat er mensen met een hoger inkomen in sociale huurwoningen wonen. Die zijn daar vrij in, maar we zouden eigenlijk prikkels mogelijk moeten maken om de mensen die dat willen naar een andere woning te krijgen. De VOORZITTER: Was dat ook uw vraag, mevrouw Berk? Mevrouw BERK: Het punt hierbij is juist de doorstroming. Dat is wat gisteravond in het debat ook naar voren is gekomen. Ymere kan een hoop doen op het moment dat een woning vrij komt, maar het probleem is dat als er geen andere woningen zijn de mensen niet doorstromen en we dus nergens komen. Uw oplossing is heel leuk op het moment dat we ervoor zorgen dat mensen ook echt door kunnen stromen, maar ik zie u daar nog geen oplossing voor geven, behalve prikkels geven aan mensen te vertrekken uit de woning waarin ze zitten als die misschien te goedkoop is. Maar dan lost u het probleem voor die mensen toch niet op als er niets anders voor ze is? De VOORZITTER: Mijnheer De Baat. De heer DE BAAT: We halen een paar zaken door elkaar. Er komen 800 woningen per jaar vrij uit de bestaande voorraad doordat mensen overlijden, verhuizen of doorstromen naar een koopwoning. En met die woningen kan wat gedaan worden. Dat is in ieder geval een van de oplossingen. Er zijn nog wel meer oplossingen zoals Huur op Maat, etc. maar als we ten minste die afspraken met elkaar zouden willen maken dan komen we ongeveer waar we willen zijn en dat mis ik nu in het antwoord van de wethouder. Hij zou namelijk aan kunnen geven dat hij het met Ymere gaat bespreken. Dat had hij al kunnen doen want dat is mogelijk. Dat is mijn antwoord in tweede termijn, maar ik wil ook nog wel even verdergaan. Naar aanleiding van de opmerking over AQUAradius vroeg de wethouder of we even snel over dat plan willen besluiten. De raad heeft anderhalf jaar gewacht op een reactie van het college en met het stuk dat we vorige week kregen zullen we inderdaad haast maken. Wij hebben er haast mee, maar om dat nu even zo neer te zetten vond ik wel een beetje bijzonder. Graag maken we van de gelegenheid gebruik om bij die regionale bijeenkomst te zijn. Er staat een aantal toezeggingen in de nota waarbij gerefereerd wordt aan een evaluatie die eind 2011 komt. Graag hoor ik hoe we die met elkaar gaan bespreken. Nog een laatste punt: de opmerking van de wethouder dat we geen woningbouwopgave meer hebben en de uitleg die hij daarbij geeft begrijp ik voor een deel wel, maar het is toch ook niet zo dat het nu 11

12 vrijblijvend is en het dus niet uitmaakt of we hier wel of geen woningen neerzetten. We hebben namelijk in de toekomstvisie afspraken met elkaar gemaakt over Toolenburg-Zuid, de Zuidrand, kleinschalige woningbouw, LIB-locaties en over Badhoevedorp. We gaan dus toch nog wel woningen neerzetten en anders heb ik het punt niet goed begrepen. Het kwam op mij over dat er wat druk af moest. De portefeuillehouder mag het nog een keer proberen, maar ik vond het moeilijk te begrijpen. De VOORZITTER: Daarmee bent u nu ook helemaal door uw spreektijd heen, mijnheer De Baat. Mevrouw Van der Helm van het CDA. Mevrouw VAN DER HELM: Dank u, voorzitter. Wij bedanken de portefeuillehouder voor de beantwoording van de vragen en ook voor de toelichting naar aanleiding van onze vraag over de 55 pluswoongemeenschap. Wij horen daar natuurlijk graag in een later stadium wat meer over omdat we er natuurlijk van kunnen leren voor andere projecten, zoals het AQUAradius project. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Van der Helm. Mevrouw Butter van Forza!. Mevrouw BUTTER: Dank u wel, voorzitter, maar wij hebben verder geen vragen. We hebben enkele kaders meegegeven zoals de tijdelijke verhuur op basis van de leegstandswet en we hebben aangegeven wat we mee willen geven voor de discussie in de stadsregio. Verder kan misschien aan Ymere gevraagd worden, als extra stimulans voor Huur op Maat, of de proef die Ymere al anderhalf jaar in Almere heeft lopen geëvalueerd kan worden. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Butter. Mevrouw De Rooij van de PvdA. Mevrouw DE ROOIJ: Dank u wel, voorzitter. Wij danken de portefeuillehouder voor het beantwoorden van onze vragen. Wij denken dat het zinvol is om op basis van deze BVR een aantal elementen mee te geven voor de Woonvisie, omdat wij verwachten dat een aantal resultaten wellicht meegenomen kan worden in de Woonvisie. We vinden het belangrijk dat u in de Woonvisie veel aandacht besteedt aan de sociale huurwoningen en woningen voor de groep met inkomens tussen ,00 en ,00. Ik verwacht dat u mooi beleid zult gaan uitstippelen om er goed voor te zorgen dat die mensen niet buiten de boot vallen. Met mevrouw Berk deel ik de opmerking over aangepaste woningen, woningen voor mindervaliden en voor specifieke doelgroepen. Ik denk dat het heel goed zou zijn als in de komende Woonvisie speciaal aan deze groepen aandacht wordt besteed en dat u ook goed beleid voorstelt om deze groepen in onze gemeente te kunnen blijven huisvesten. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw De Rooij. Mevrouw Wensing van de HAP. Mevrouw WENSING: Ik zou de portefeuillehouder willen bedanken voor de vragen die hij niet heeft beantwoord! Twee vragen hebt u nog niet beantwoord. Hoeveel woningen zijn er nu verkocht en gaan we die woningen inderdaad terugkrijgen van Ymere? Het gaat om woningen van Ymere en vorig jaar hebt u keurig aangegeven hoeveel dat er waren. Het waren er niet zoveel, maar het zouden er dit jaar meer moeten zijn en dat kon ik niet terugvinden. Ik heb u ook gevraagd of u met ons van mening bent dat juist de groeiende groep ouderen een beetje beter onder de aandacht moet komen. Wilt u daar wat aan gaan doen, want buiten AQUAradius zijn er nog heel veel andere projecten mogelijk. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Wensing. Mevrouw Setz van D66. Mevrouw SETZ: In de BVR staat dat we moeten aansluiten bij de vraag op de woningmarkt en in dat kader hebben we nog even een vraag over de starterswoningen. De wethouder zegt dat jongeren die in Hoofddorp willen wonen liever op de wachtlijst blijven staan dan dat ze in een kleine kern als Vijf- 12

13 huizen gaan wonen. Maar als mensen willen wonen in een starterswoning in Hoofddorp dan moeten we daar starterswoningen bouwen en niet in de kleine kernen. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Setz. De heer Van Bezooijen van de ChristenUnie/SGP u hebt nog een minuut. De heer VAN BEZOOIJEN: Ik zal heel snel praten, voorzitter! Ik begrijp het antwoord van de portefeuillehouder met betrekking tot het project Slingertuin. Alleen moest ik op dat moment toch wel even denken aan een project in het particulier opdrachtgeverschap waarbij ik in het verleden betrokken was en waar een omgekeerde motivering werd gebruikt. Ik ga daar niet inhoudelijk op in want dan ga ik over de grens van belangenverstrengeling en dat wil ik zeker niet. De VOORZITTER: Dat is verstandig, mijnheer Van Bezooijen, dank u wel. Mijnheer Spijker van Trots op Nederland. De heer SPIJKER: Dank u, voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de HAP over de aandacht die moet worden gegeven aan senioren. Die groep is vaak ook nog financieel draagkrachtig en dan ontstaat een topdown mogelijkheid om doorstroming te creëren en dat zou natuurlijk weer meer kansen kunnen bieden. De VOORZITTER: Dank u, mijnheer Spijker. Mevrouw Berk van GroenLinks. Mevrouw BERK: Dank u, voorzitter. We wachten met belangstelling de schriftelijke antwoorden op onze vragen af. Wij willen er nog graag op wijzen dat wij het juist voor dit soort groepen fijn zouden vinden als er bij nieuwe projecten voldoende aandacht wordt besteed aan het levensloopbestendig bouwen. Dan wordt namelijk de woningvoorraad voor deze groepen automatisch vergroot en hoeven niet steeds woningen aangepast te worden. Voor de Woonvisie is het gebruik van Koopgarant belangrijk zodat sociaal ook sociaal blijft en Huur op Maat voor de groep net daarboven. Ook belangrijk is de doorstroming bevorderen door ouderen te verleiden; het project Van Groot naar Beter in Lisserbroek willen we graag terugzien in de Woonvisie en ook het levensloopbestendig bouwen. Dat zijn voor ons een paar kernpunten. De VOORZITTER: Dank u, mevrouw Berk. De heer Puls van Sociaal Rechts Haarlemmermeer. De heer PULS: Nee, dank u, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. We beginnen aan de tweede termijn van het college met wethouder Nobel. Wethouder NOBEL: Ik wil in ieder geval zeggen dat er in de Woonvisie voor de bijzondere doelgroepen in ieder geval ruimte moet zijn omdat we daar specifiek op willen acteren. Binnenkort komt de Woonvisie dus naar u toe want in december 2011 stellen we hem als het goed is in het college vast en komt hij naar de raad en gaan we daar een debat over aan. De toezegging dat er aan de genoemde groepen aandacht zal worden besteed hebt u dus nu al van mij. Dat is ook een onderdeel in de woningbouw waar we meer op kunnen sturen als we met elkaar afspreken wat we er zelf voor over hebben. Ik maak me namelijk wel wat zorgen over begrip en misverstand. We zijn in een heel andere markt terechtgekomen. Er is geen woningbouwopgave meer en daar heb ik u net al iets over verteld, maar de huidige markt wordt ook zeer direct bepaald door de vraag en dan heb ik het nog niet eens over de economische omstandigheden. Er ontstaat dus een heel ander perspectief op de woningmarkt. Wij 13