Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012"

Christa van der Meer
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Bevolkings Prognose 2013 De Bevolkings Prognose 2013 (BP2013) is bedoeld als provinciale sectorprognose, een prognose die zo goed mogelijk de toekomstige bevolkingsontwikkeling voorspelt en daarmee door de sectoren (zoals zorg, arbeid of verkeer) gebruikt kan worden in de planning. Daarnaast wordt BP2013 gebruikt bij de woningbouwprogrammering, in combinatie met de Woning Behoefte Raming 2013 (WBR2013). Voor elke gemeente is berekend hoeveel inwoners er zullen wonen in de jaren en hoeveel woningen daarvoor nodig zijn. In het Programma Ruimte wordt aangegeven hoe de WBR en BP zich getals- en beleidsmatig tot elkaar verhouden. Elke drie jaar maakt Zuid-Holland een nieuwe BP. De vorige berekening was BP2010. Berekeningswijze en veronderstellingen Zuid-Holland maakt gebruik van een provinciale kloon van het Primosprognosemodel van ABFResearch (IPB-Primos 2013). In dat model zijn de veronderstellingen uit de nationale bevolkings- en huishoudensprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS; 2012 resp. 2013) al vertaald naar gemeentelijk niveau. Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en geboorte (CP2008) sterfte (CP2008) Migratiesaldo (CP2008) geboorte (CP2012) sterfte (CP2012) Migratiesaldo (CP2012) Ten opzichte van de CBS-Prognose van 2008 (de basis voor BP2010) zijn de aannamen m.b.t. geboorten en buitenlandse migratie nauwelijks veranderd. De sterfte-veronderstellingen zijn omlaag bijgesteld, de gemiddelde levensduur wordt daardoor steeds hoger. Ten opzichte van de 2008-Prognose sterven er in Nederland tot mensen minder. Dat draagt bij aan een hoger inwonertal in 2040 (+2) en een groter aantal (hoogbejaarde) huishoudens ( ).

2 De provinciale veronderstellingen bij deze berekening beperken zich tot de buitenlandse- en binnenlandse migratie. Bij de buitenlandse migratie is verondersteld dat de gemeentelijke aandelen in de nationale immi- en emigratiestromen over de periode in de toekomst gelijk zullen blijven. De binnenlandse migratiestromen zijn berekend op grond van woningbouwplannen, zoals gemeenten die hebben aangemeld in de provinciale Monitor Woningbouwplannen. Vanwege de woningmarktcrisis wordt slechts een deel van de plannen werkelijk gerealiseerd. Daarom zijn de plannen uit de Monitor in de tijd gefaseerd conform de Primos2013- veronderstellingen, in opdracht van het Ministerie van BZK. Figuur 2: Nieuwbouwwoningen in Zuid-Holland per jaar volgens Monitor Woningbouwplannen en Primos-prognose Monitor Primos De binnenlandse migratiestromen zijn in BP2013 dus een afgeleide van de woningvoorraadontwikkeling in de jaren De berekende saldi in 2024 zijn constant gehouden in de jaren In de periode zijn deze saldi stapsgewijs gehalveerd. Uitkomsten: woningbehoefte De combinatie van veronderstellingen resulteert jaarlijks in een aantal inwoners en een aantal huishoudens. Die huishoudengroei wordt omgerekend naar groei van de Gewenste Woning Voorraad (GWV). Op provinciaal niveau neemt de GWV de momenteel nog met ca woningen per jaar toe. Daarna neemt de groei langzaam af tot ca in De verwachte groei van de provinciale woningvoorraad blijft tot 2025 achter bij de groei van de behoefte aan woningen.

3 Pas vanaf 2025 houden de groei van de woningvoorraad de groei van de woningbehoefte weer bij, zo is de BZK- (Primos2013)-verwachting. Figuur 3. Jaarlijks verloop van de woningvoorraad, behoefte (Gewenste Woningvoorraad/GWV) en het woningtekort in Zuid-Holland, volgens Primos Astitel Groei woningvoorraad Groei behoefte Groei tekort Het woningtekort in Zuid-Holland is sinds het uitbreken van de woningmarktcrisis in 2008 gestaag toegenomen, van (1,7 %) naar woningen (2,6 %) in BP2013 berekent in 2025 een tekort van woningen (4,5 %). De grootste tekorten ontstaan in de grote- en studentensteden. Daar blijven jongeren uit binnen- en buitenland zich vestigen om redenen van studie of werk, terwijl de woningvoorraad onvoldoende mee kan groeien. De woningtekorten lopen daar op tot boven de 10 %. Overigens spelen dezelfde problemen nog veel sterker in de Noordvleugel, vooral in Amsterdam en (de gemeente) Utrecht. Tabel 1. Groei van de woningbehoefte per periode per (sub-)regio, bron: BP2013 (Sub-)regio: Holland-Rijnland-oud SG Haaglanden SR Rotterdam w.o. Voorne-Putten Drechtsteden Gouda/W veen/zuidplas Zuidvleugel

4 Vervolg Tabel 1. Groei van de woningbehoefte per periode per (sub-)regio, bron: BP2013 (Sub-)regio: Rijnstreek Krimpenerwaard Overig Midden-Holland Alblasserwaard/Vhl Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Overig Zuid-Holland ZUID-HOLLAND Uitkomsten: bevolking Tussen 2012 en 2030 neemt de Zuid-Hollandse bevolking toe met mensen. Ten opzichte van 2 huishoudens lijkt dat weinig, maar de toename betreft vooral ( ) alleenstaanden. De grootste toename vindt plaats in de zone Den Haag-Lansingerland- Waddinxveen. Maar ook in Katwijk, Maassluis en Hendrik-Ido-Ambacht is de bevolkingsgroei groter dan 20 %. Figuur 4. Groei van het inwonertal per gemeente (index, 2012=100)

5 De berekende bevolkingsgroei betreft vooral 55+ers, daar komen er tussen 2012 en bij (+34 %). De leeftijdsgroep jaar neemt af met bijna 1 personen (-15 %). In de jongere leeftijdsgroepen verandert niet veel. Vergrijzing is dus een belangrijk thema, de komende 20 jaar. Figuur 5. Bevolking van Zuid-Holland naar leeftijdsgroep in 2012 (CBS) en 2030 (BP2013) Conclusies BP2013 is de nieuwste Zuid-Hollandse sectorprognose: de prognose biedt een realistisch beeld van de bevolkingsontwikkeling in de komende jaren. Daarnaast wordt BP2013 gebruikt in het woningbouwbeleid, in combinatie met WBR BP2013 berekent de effecten van gemeentelijke woningbouwprogramma s (zoals opgegeven in de Zuid-Hollandse Monitor Woningbouwplannen) op de bevolkingsontwikkeling. - BP2013 is een trendprognose: de binnenlandse langeafstand migratiestromen (afgestudeerde studenten uit Groningen of Nijmegen verhuizen naar de Randstad) en buitenlandse migratiestromen worden trendmatig doorgetrokken naar de toekomst. De bevolkingsgroei concentreert zich sterk in de grote steden en de studentensteden en de directe omgeving daarvan.

Vergelijkbare documenten

Memo. Medewerkers wonen gemeenten. WBR en BP Contact. demografie en prognoses Ewoud Smit /

Memo. Medewerkers wonen gemeenten. WBR en BP Contact. demografie en prognoses Ewoud Smit / Memo Contact demografie en prognoses Ewoud Smit e.smit@pzh.nl / 070-441 7441 beleid Martine Tragter m.tragter@pzh.nl / 070-441 6505 Aan Medewerkers wonen gemeenten Datum 9 juni 2016 Onderwerp WBR en BP