Verdiepingsonderzoek ILO - UvA EFFECTIEF WOORDENSCHAT OPBOUWEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verdiepingsonderzoek ILO - UvA EFFECTIEF WOORDENSCHAT OPBOUWEN"

Transcriptie

1 Verdiepingsonderzoek ILO - UvA EFFECTIEF WOORDENSCHAT OPBOUWEN Een onderzoek naar woorden leren en woordretentie bij Latijn en Grieks RAPPORTAGE (mei 2007) Henri Stouthart (Klassieke Talen) (henristouthart@hotmail.com, hstouthart@bonhoeffer.nl) studentnummer docent: dr. F.P. Geijsel (f.p.geijsel@uva.nl) vakdidactica: drs. R. Bekker (r.bekker@uva.nl) spd: drs. L.A.G.J. Veenman (Bonhoeffercollege) (r.veenman@bonhoeffer.nl)

2 INHOUD 1. Samenvatting 2. Voorwoord 3. Het onderzoek a. inleiding b. inhoudelijk oriëntatie c. vraagstelling en definiëring begrippen d. theorie en hypothesen e. opzet en uitvoering van het onderzoek i. methodische karakterisering ii. populatie iii. beschrijving en verantwoording van de onderzoeksinstrumenten iv. materiaalverzameling v. verwerking en preparatie van de gegevens vi. beschrijving en verantwoording van de analysebeslissingen f. resultaten g. uitwerking van de interviews h. conclusies (en koppeling met de lespraktijk) i. evaluatie, aanbevelingenen suggesties voor verder onderzoek j. literatuur k. bijlagen

3 1. Samenvatting Een vergelijkend onderzoek tussen Latijn en Grieks naar de mogelijkheden voor het verbeteren van woordretentie door woorden in een zinscontext aan te bieden, levert kwantitatief geen bewijs dat deze methode ook tot een beter rendement leidt. Deze uitkomst wordt mede veroorzaakt door een plafondeffect (alleen hoge cijfers) bij de toetsing; de leeropdracht en de toets waren te makkelijk. Een tweede toetsing (retentietoets na twee weken) wijst uit dat de gemiddelde retentie van de woorden laag is. Wel blijkt uit de retentietoets dat meer woorden uit de Latijnse zinscontexten zijn onthouden. Een onderzoek naar de relatie tussen het aantal leersessies en de retentie van de woorden wijst uit dat een hoger aantal leersessies tot slechtere retentie van de Griekse woorden in de zinnen leidt. Een onderzoek naar de relatie tussen de duur van het leren en de retentie van nietgeleerde woorden (de overige woorden uit de zinscontexten) wijst uit dat langer leren tot een slechtere score van deze niet-geleerde woorden leidt bij Grieks. Een retentieprobleem dat veroorzaakt wordt door het Griekse woordbeeld is kwantitatief niet echt aantoonbaar. Leerlingen geven wel zelf aan dat zij meer moeite met het Griekse woordbeeld hebben dan met het Latijnse. De redenen daarvoor en de manieren waarop leerlingen hier mee omgaan zijn divers. 2. Voorwoord Een aantal mensen heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het slagen van dit onderzoek. Hen wil ik op dit punt graag bedanken daarvoor. Allereerst Femke Geijsel voor de inspirerende en onvermoeibare manier waarop zij samen met mij met de concepten van het onderzoeksplan, het interviewschema en de materie als geheel geworsteld heeft. Jaap Schuitema voor de assistentie bij het verwerken en vooral het interpreteren van de kwantitatieve data. Rosanne Bekker en René Veenman voor hun scherpe blik bij het opstellen van zinvolle en vooral foutloze leerlijsten. En last but not least de leerlingen van V3A van het Bonhoeffer College voor de buitengewoon sportieve manier waarop zij aan de leeropdracht, de toetsingen en de interviews hebben meegewerkt. 3. Het onderzoek a. inleiding Sinds het begin van mijn loopbaan als docent Klassieke Talen heb ik mij afgevraagd hoe leerlingen woorden leren bij Latijn en Grieks.Uit mijn lespraktijk rezen bij mij vragen over hoe en hoe lang leerlingen woordjes leren, wat ze ervan onthielden en welke hoeveelheid woordjes bijvoorbeeld verantwoord is om op te geven. Door opmerkingen van leerlingen kreeg ik ook de indruk dat woorden leren bij Grieks op een of andere manier moeilijker is dan bij Latijn. Maar eigenlijk was dit een groot mysterie voor mij en ik had het gevoel dat ik maar wat deed op dit vlak. Om als docent meer grip te krijgen op welke processen er spelen bij het leren van woorden bij Klassieke Talen heb ik dit tot onderwerp van mijn onderzoek gemaakt. Het onderzoek voorziet in die zin in een hele concrete behoefte mijnerzijds, namelijk het verwerven van meer inzicht in dit onderdeel van de lespraktijk. In deze behoefte sta ik natuurlijk niet alleen: iedere docent Klassieke Talen heeft in zijn/haar lespraktijk met woorden leren en toetsing daarover te maken. Het onderzoek heeft dus ook relevantie in bredere zin. b. inhoudelijke oriëntatie Een onderzoeksonderwerp als woorden leren is breed. Bij het opstellen vanhet onderzoeksplan heb ik daarom onderzocht en vastgesteld vanuit welke invalshoek ik het onderwerp wilde benaderen en waarom.

4 Allereerst heb ik mij toen verdiept in de bestaande theorie omtrent woorden leren. Daarbij sprongen direct twee zaken in het oog: Over woorden leren bij Klassieke Talen bestaat eigenlijk geen literatuur, maar er bestaan wel idioomboeken 1 die opgesteld zijn vanuit bepaalde aannames. Deze aannames komen erop neer dat het aanbieden van woorden in een zinscontext ondersteunend werkt bij het leren en (dus) het onthouden ervan. Er bestaat wel literatuur over woorden leren voor de moderne vreemde talen 2, met name Engels. In deze literatuur komt de effectiviteit van het aanbieden van woorden in zinscontexten uitgebreid aan de orde en de efectiviteit ervan wordt statistisch bewezen. De combinatie hiervan (statistische bewijzen voor effectiviteit van het aanbieden van woorden in zinscontext en het bestaan van leerlijsten voor Klassieke Talen die van dezelfde aanname uitgaan) bracht mij ertoe als belangrijkste uitgangspunt te nemen of de (voor Klassieke Talen vermeende, maar nog niet bewezen) effectiviteit van het aanbieden van woorden in zinscontext ook daadwerkelijk bestaat en of er verschil is aan te tonen tussen Latijn en Grieks. Deze laatste aanvullende vraag was afkomstig uit mijn eigen lespraktijk (zie inleiding). De doelstelling van het onderzoek heb ik daarom als volgt geformuleerd: Het doel van mijn onderzoek is inzicht te krijgen in mogelijkheden voor verbetering van woordretentie van nieuw aangeleerde woordenschat bij Latijn en Grieks door woorden zowel contextloos als in zinscontext aan te bieden, waarbij een vergelijking tussen beide talen en een inventarisatie van de (leer)ervaringen van leerlingen mogelijk informatie opleveren over de vraag of het Griekse woordbeeld een belemmering vormt bij woordretentie (onthouden). c. vraagstelling en definiëring begrippen Om deze doelstelling te verwezenlijken, heb ik de materie benaderd met een aantal concrete vragen, die logischerwijs uit deze doelstelling voortvloeiden: 1. Verbetert het rendement van woorden leren door leerlingen woorden in een zinscontext te laten leren in plaats van woorden in een contextloze woordenlijst aan te bieden? 2. Leveren toetsresultaten naar aanleiding van 1. een aanknopingspunt om meer te weten te komen over een verondersteld retentieprobleem veroorzaakt door het Griekse woordbeeld? 3. Leveren de ervaringen van leerlingen met het leren van Latijnse en Griekse woorden aanknopingspunten om te veronderstellen dat het Griekse woordbeeld voor problemen zorgt bij de retentie (onthouden)? Concreet betekende dit dat ik onderzoeksmiddelen heb ontwikkeld en toegepast waarmee ik onderzocht of er verschillen qua rendementnaar boven komen als ik leerlingen voor Latijn en Griekszowel losse woorden als woorden in een zinscontext laat leren. En als die verschillen er zijn, wat is dan de vermeende rol van het (vreemde) Griekse woordbeeld daarin en wat zijn de ervaringen van de leerlingen zelf 2 Mondria, J.A., Woorden leren: context, raden en onthouden (Levende talen, nr. 523, oktober 1997, ) Schouten-van Parreren, C., Nieuwe Perspectieven op de Didactiek van de Woordenschatverwerving (Levende Talen, december 1986, )

5 op dat gebied? Een aantal kernbegrippen die bij het onderzoek en de rapportage daarover centraal staan, omschrijf ik als volgt: woorden leren: het onthouden van woordbetekenissen door middel van het bestuderen van Latijnse en Griekse woorden (contextloos en in zinscontext). contextloos: nieuwe woorden en hun betekenis worden als losse eenheden aangeboden. zinscontext: een nieuw woord en de betekenis daarvan worden in een zin aangeboden die gerelateerde begrippen bevat. pregnantie: de mate waarin de betekenissen van andere woorden (zelfstandige naamwoorden, werkwoorden) de betekenis van het te leren woord ondersteunen. distantie: de vermeende afstand die veroorzaakt wordt door het Griekse woordbeeld, waardoor woordbetekenissen (mogelijk) slechter worden onthouden. retentie: de mate waarin leerlingen woordbetekenissen na een vastgesteld tijdverloop (twee weken) nog beheersen, zonder dat de woordbetekenissen opnieuw zijn geleerd. d. theorie en hypothesen Zoals gezegd (onder b) is de effectiviteit van het laten leren van woorden in zinscontexten voor de moderne vreemde talen bewezen. Onderzoek heeft daar uitgewezen dat woorden die in (pregnante) zinscontexten worden aangeboden beter en ook langer worden onthouden dan losse woorden. Daarbij is ook aangetoond dat hoe pregnanter de zin is, hoe hoger het leerrendement wordt. Dit levert voor de Klassieke Talen een specifiek probleem op, omdat het hier naamvalstalen betreft waarin de naamvalsuitgang van een woord verandert al naar gelang de functie ervan in een zin. Onder e iii ga ik uitvoeriger in op dit probleem. Voor de Klassieke Talen is deze effectiviteit niet aangetoond, maar er bestaan wel idioomboeken die van hetzelfde uitgangspunt uitgaan. Deze bevatten leerlijsten met Latijnse 3 woorden die in pregnante zinnen zijn opgenomen. Een uitgangspunt van het onderzoek was om de ontbrekende stap te zetten: het aantonen van de effectiviteit van het aanbieden van woorden in (pregnante) zinscontexten voor de Klassieke Talen. Tijdens het onderzoek hiernaar verwachtte ik wel te stuiten op wat ik opgenomen heb in het tweede deel van de doelstelling: een probleem met het Griekse woordbeeld. Mijn aanname was dat de effectiviteit van Griekse woorden in pregnante zinnen wel aangetoond kan worden, maar dat die anders of lager is dan die bij Latijnse. Aanknopingspunten hiervoor komen zoals gezegd uit mijn eigen ervaringen tijdens lessen. Leerlingen geven aan dat ze het Griekse woordbeeld lastig vinden, al is het moeilijk om erachter te komen waar die moeite precies inzit. De verwachting was dat een vergelijking tussen Latijn en Grieks bij het laten leren in zinscontexten ook gegevens oplevert over de vermeende distantie die veroorzaakt wordt door het Griekse woordbeeld. Uiteraard was het de bedoeling om naast concrete (kwantitatieve) gegevens ook de leerlingen uitgebreid te bevragen naar hun ervaringen met het Griekse woordbeeld. 3 Voor Grieks heb ik een dergelijke leerlijst niet gevonden.

6 e. opzet en uitvoering van het onderzoek i. methodische karakterisering Normaliter leren leerlingen losse woordjes uit de lesmethoden Latijn en Grieks in leerlijsten die bij de verschillendehoofdstukken horen. Om de effectiviteit van het laten leren in zinscontexten aan te kunnen tonen, heb ik dat effect vergeleken met dat van losse woorden. Het introduceren van de leerlijsten met zinnen zou gekarakteriseerd kunnen worden als een interventie. Hier liep ik echter tegen een praktische beperking binnen mijn onderzoek aan: ik wilde ook een eventueel verschil tussen Latijn en Grieks aantonen en om die reden moest ik de interventie in één groep plegen, die zowel Latijn als Grieks volgt. Zo n groep van enige omvang (30 leerlingen) bevindt zich alleen in jaarlaag drie van mijn school (het Bonhoeffer College) (zie ook ii). Omdat het dus om een beperkte onderzoeksgroep ging, mag je niet spreken van een echte interventie. Daarvoor zijn de (statistische) gegevens die uit de groep te halen zijn, te beperkt. Zij leveren slechts suggesties op, geen harde conclusies.het betreft hier dus geen echt interventie-onderzoek, maar een aftasting van mogelijkheden voor het verbeteren van woordretentie bij Klassieke Talen. Om deze reden karakteriseer ik het onderzoek als een (exploratief) experiment, waarin (onder andere) twee manieren van woorden leren worden vergeleken. ii. populatie Bij het kiezen van de populatie waarin ik het onderzoek zou uitvoeren waren drie factoren van belang: Er moest een vergelijking tussen Latijn en Grieks gemaakt worden. Om tot een zuivere vergelijking te kunnen komen, moesten de leerlingen dus uit één groep afkomstig zijn die zowel Latijn als Grieks volgt. De leeropdracht en de toets (zie iii) moesten qua moeilijkheidsgraad goed aansluiten op het niveau van de leerlingen. Omdat ook hier beperkingen speelden (zie iii), moesten de leerlingen onderbouwleerlingen zijn, die nog een beperkte woordenschat hebben. De populatie waarin het experiment werd uitgevoerd moest zo groot mogelijk zijn. De bovenbouwklassen worden bij Klassieke Talen over het algemeen bevolkt door minder dan twintig leerlingen, die vaak ook maar één van de Klassieke Talen volgen. Ook op basis hiervan moest de keus op een onderbouwklas vallen. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om klas V3A van het Bonhoeffer College als onderzoeksgroep in te schakelen. Het betreft een klas met dertig leerlingen, die beide talen volgen. Qua omvang gaat het hier om de grootste groep op onze school en deze leerlingen zijn nog bezig hun basiswoordenschat voor Latijn en Grieks op te bouwen. Helaas bleek dat tijdens de uitvoer van het onderzoek vijf leerlingen op een uitwisselingsprogramma waren naar Duitsland. Zij vielen dus af voor het onderzoek. Eén leerling was afwezig bij de uiteindelijke toetsing. Er resteerde tenslotte een groep van 24 leerlingen waarvan ik gegevens heb kunnen verzamelen. iii. beschrijving en verantwoording van de onderzoeksinstrumenten Leeropdracht en toetsing Het onderzoek moest gegevens opleveren die de vraagstelling (zie c) dekken. Het eerste deel van de vraagstelling betreft een vergelijking op twee fronten: Een vergelijking tussen het rendement van het laten leren van woorden in zinscontexten en losse woorden.

7 Een vergelijking qua rendement tussen Latijn en Grieks Omdat zo n vergelijking zich goed laten maken op basis van kwantitatieve gegevens, heb ik ervoor gekozen om zowel bij Latijn als Grieks een leeropdracht te geven, waarbij leerlingen een lijst met 40 losse woordenen 40 woorden in een (pregnante) zin moesten leren. Over beide werden zij getoetst voor een cijfer. Tijdens de toets moesten zij in totaal de betekenis van 20 woorden opschrijven, waarvan er 10 uit de leerlijst met losse woorden kwamen en 10 uit de zinscontexten. Hiervan heb ik de scores (cijfer) en het soort gemaakte fouten (een los woord of een woord uit een zin) geïnventariseerd. Bij het opstellen van de leerlijsten heb ik eerst een theoretisch kader geschetst waarin ik vaststelde aan welke voorwaarden de leerlijsten moesten voldoen (zie bijlage 1, theoretisch kader). Eén beperking werd bij het opstellen van dat kader direct duidelijk: Latijn en Grieks zijn naamvalstalen. Dit betekent dat de vorm van een woord verandert wanneer het in de zin een andere functie dan onderwerp (de zogenaamde nominativus) heeft. Wanneer de vorm van een zelfstandig naamwoord verandert, neemt de herkenbaarheid daarvan (door de gewijzigde naamvalsuitgang) af. Dat was binnen de context van dit onderzoek ongewenst. Bovendien is de nominativus de vorm waarin de leerling het woord moet leren cq. kennen. De woorden moesten dus in deze vorm aangeboden worden. Verder maakte het theoretisch kader duidelijk dat de zinnen overzichtelijk (niet te lang) moesten zijn en bijvoorbeeld geen (onnodige) bijvoegelijke bepalingen moesten bevatten. Uiteraard heb ik bij het opstellen van de leerlijsten (de zinnen) ervoor gezorgd dat zowel de Latijnse als de Griekse leerlijst aan deze voorwaarden voldeden (zie bijlagen 1 en 2, leerlijst Latijn en leerlijst Grieks. Daarbij zijn ook de A-versies van de toetsen opgenomen; de B-versies bevatten dezelfde woorden op een andere volgorde). Leerlogboekje Verschillen tussen Latijn en Grieks kunnen ook inzichtelijk gemaakt worden wanneer leerlingen verslag doen van de tijd die zij geïnvesteerd hebben in het leren van de lijsten. Daarom heb ik de leerlingen ook gevraagd om een leerlogboekje (zie bijlage 3, leerlogboekje) bij te houden van hun leergedrag. Deze leerlogboekjes leverden ook kwantitatieve gegevens op die inzicht geven in de bestede tijd en het aantal sessies (herhaling). Interview Het tweede deel van de vraagstelling gaat over een vermeend verschil tussen de effectiviteit van woorden leren in zinscontext bij Latijn en Grieks. De oorzaak hiervan ligt vermoedelijk in een probleem met het Griekse woordbeeld (distantie). Kwantitatieve gegevens die dit kunnen bewijzen komen uit de leeropdracht en de toetsing. Maar deze kwantitatieve gegevens geven geen antwoord op de vraag waarom er een eventueel probleem met het Griekse woordbeeld is. In deze fase was het dus nodig om de leerlingen zelf aan het woord te laten en te proberen te achterhalen waar deze moeite (die zij zelf tijdens de lessen aangeven) inzit. Om die reden heb ik ook kwalitatieve gegevens verzameld in de vorm van een interview. Daarin heb ik de leerlingen ondervraagd over hun beleving van het Latijnse en Griekse woordbeeld, maar ook over hoe zij het leren van woorden in zinscontexten ervoeren en hoeveel tijd daarmee gemoeid was. De vragen die ik stelde in het interview vielen zo uiteen in vier thema s:

8 1. hoe staat het met de beleving van het (Latijnse en Griekse) woordbeeld? 2. is het leren van woorden in zinnen (ervaren als) prettig of niet? 3. hoeveel moeite kost het leren van woorden in zinnen? 4. hoeveel tijd heeft de leerling besteed aan losse woorden en woorden in zinnen leren (dit aan de hand van het bijgehouden leerlogboekje ). Om een goed beeld te krijgen van de meningen en ervaringen van de leerlingen die meededen aan het experiment, heb ik tien leerlingen uit de onderzoeksgroep geïnterviewd. Dit aantal is indicatief voor de totale populatie van 24 leerlingen. De keuze voor welke leerlingen in aanmerking kwamen voor het onderzoek is verantwoord in de indeling interview V3A (bijlage 3). Daarin heb ik de leerlingen ingedeeld naar prestaties tijdens het schooljaar en vervolgens op geslacht (geratificeerde steekproef). Zo ontstond een aantal interviewpoules. Poule 1 heeft geheel meegedaan aan het interview. Uit poule 2 viel leerling 4 (AlexanderLancée) wegens omstandigheden af. Zijn plaats is ingenomen door leerling 2 (JesperWestra) uit de eerste reservepoule. De uitwerking van deze interviews, de inventarisatie van de overheersende meningen en de duiding van de uitspraken zijn in hun geheel opgenomen bij onderdeel g (uitwerking van de interviews). Uiteraard betrek ik de betekenis van de uitspraken van de leerlingen in de resultaten (f) en de conclusies (h) van deze rapportage. Samenvattend: de leeropdracht en de toets leveren kwantitatieve gegevens op in de vorm van cijfers. het leerlogboekje levert kwantitatieve gegevens over de duur en het aantal sessies van het leren. het interview levert kwalitatieve gegevens op over o.m. de beleving van het woordbeeld. Door deze gemengde benadering verkrijg ik gegevens uit drie bronnen en ontstaat triangulatie. Aanvullende toetsing: niet geleerde woordbetekenissen Tijdens de voorbereiding en de uitvoering van de leeropdracht rees de vraag of het niet ook nuttig zou zijn om te weten te komen of leerlingen bij het leren van de zinnen (onbewust) woordbetekenissen zouden oppikken van woorden die ze niet expliciet hoefden te leren. Ik besloot dat een eventueel bijeffect inderdaad zou kunnen zijn dat zij deze woordbetekenissen ook onthouden en dat daarmee de effectiviteit van de zinscontexten onderstreept zou kunnen worden. Bij de toetsing heb ik toen 5 woordbetekenissen teruggevraagd van woorden die de leerlingen niet hoefden te kennen, maar die wel in de zinnen stonden. Uiteraard had de score hiervoor geen invloed op hun cijfer. Retentietoets Tot slot: zoals bij de presentatie van de resultaten (f) blijkt, trad bij de eerste toetsing bij zowel Grieks als Latijn een zogenaamd plafondeffect op.dit komt er in het kort op neer dat de scores voor de eerste toets zo hoog waren dat deze vrijwel geen spreiding lieten zien. Dit heeft een nadelige uitwerking op de resultaten en de duiding daarvan met zich meegebracht. Om toch meer aan de weet te komen over met name de retentie van de woorden in zinscontexten (onthouden leerlingen die langer?), heb ik toen besloten na twee weken nog een extra retentietoets voor beide talen te houden. Leerlingen hadden voor deze toets niet geleerd en ik heb ze er op zeker moment mee overvallen. Zoals uit de resultaten (f) blijkt, laten decijfers die hiervoor gehaald zijn meer spreiding zien dan die van de eerste toetsing.

9 iv. materiaalverzameling Op basis van het voorgaande heb ik een groot aantal kwantitatieve en kwalitatieve data verzameld. De leeropdracht, de toetsen en het leerlogboekje leverden de volgende kwantitatieve data op: 1. Cijfers Latijnse toets 2. Cijfers Griekse toets 3. Aantal fouten in Latijnse woorden 4. Aantal fouten in Latijnse zinnen 5. Aantal fouten in Griekse woorden 6. Aantal fouten in Griekse zinnen 7. Score niet geleerde woorden Latijn (uit zinscontext, max. score = 5) 8. Score niet geleerde woorden Grieks (uit zinscontext, max. score = 5) 9. Cijfers retentietoets Latijn 10. Cijfers retentietoets Grieks 11. Aantal fouten Latijnse woorden retentietoets 12. Aantal fouten Latijnse zinnen retentietoets 13. Aantal fouten Griekse woorden retentietoets 14. Aantal fouten Griekse zinnen retentietoets 15. Aantal leersessies Latijn (totaal) 16. Aantal leersessies Grieks (totaal) 17. Aantal minuten geleerd Latijnse woorden 18. Aantal minuten geleerde Latijnse zinnen 19. Totaal aantal minuten geleerd Latijn 20. Aantal minuten geleerd Griekse woorden 21. Aantal minuten geleerd Griekse zinnen 22. Totaal aantal minuten geleerd Grieks Na afloop van de toetsing heb ik de tien interviews afgenomen. (Voor de uitwerking daarvan verwijs ik naar onderdeel g) De antwoorden heb ik tijdens het interview schriftelijk verwerkt op de computer. Bij het afnemen van de interviews heb ik gewerkt met een van tevoren opgesteld interviewschema (bijlage 5, interviewschema). In dit schema zijn vragen opgenomen over de vier thema s (beleving woordbeeld, prettig of niet, moeite, tijd zie onder e iii). Daarbij heb ik de leerling eerst per thema zelf een indicatie laten geven over de mate waarin. Deze antwoorden heb ik op een graduele schaal aangekruist. Daarna vroeg ik de leerling steeds om in eigen woorden uit te leggen waarom hij/zij tot dit antwoord kwam en gaf ik hem/haar de ruimte om vrij te antwoorden. Soms sloot de uitleg van de leerling niet aan bij het thema dat op dat moment besproken werd. Ik heb op die momenten de leerlingen gewoon door laten praten en, wanneer de antwoorden interessant waren, doorgevraagd. Met name de interviews die ik afnam in poule 1 leverden interessante informatie en nieuwe inzichten op. Tijdens de interviews met poule 2 trad een zekere herhaling op in de gegeven antwoorden en de nieuwswaarde van de antwoorden nam geleidelijk af. Hieruit bleek dat de vastgestelde groep van 10 leerlingen dekkend was om de meningen uit de onderzoeksgroep te inventariseren. De conclusies die ik verbind aan deantwoorden uit de interviews staan vermeld onder h (conclusies).

10 v. verwerking en preparatie van de gegevens Kwantitatieve gegevens De verschillende scores en andere kwantitatieve gegevens uit de toetsen en het leerlogboekje heb ik in een Excelbestand verwerkt ter voorbereiding op een onderzoek naar de eventuele onderlinge relaties daartussen in SPSS. Welke relaties zijn onderzocht en waarom wordt beschreven in onderdeel vi. Kwalitatieve gegevens Zoals gezegd onder iv, pasten niet alle antwoorden van de leerlingen bij de interviews precies in het kader waarin de vragen gesteld waren (de vier thema s). Ik heb de leerlingen toen niet afgekapt, maar ik heb ze vrijuit laten praten en associëren, soms aangemoedigd door een aanvullende of samenvattende ( dus jij vindt... ) vraag mijnerzijds. Bij de verwerking van de interviews heb ik alle antwoorden doorgenomen en achteraf bepaald onder welk thema ze thuishoorden. In de uitwerking van de interviews (onderdeel g) heb ik die antwoorden letterlijk geciteerd die ófwel de overheersende mening binnen de interviewgroep goed weergaven óf opvallend en nieuwswaardig waren. vi. beschrijving en verantwoording van de analysebeslissingen Allereerst is in SPPS een aantal beschrijvende (descriptive) data op een rij gezet om een overzicht te krijgen van de verschillende scores en de soorten en aantallen fouten. Om de scores van de eerste toets en de retentietoets makkelijk te kunnen overzien, zijn deze naast elkaar gezet (grafieken). Om antwoord te krijgen op de hoofdvraag van het onderzoek (verbetert de retentie als woorden in een zinscontext worden aangeboden?), is in SPSS een vergelijking (gefaseerde paired sample test) gemaakt tussen de eerste toets en de retentietoets, waarbij eerst de fouten (los woord of woord uit zin) per taal zijn vergeleken en daarna de fouten tussen de talen onderling. Om een verschil tussen de scores van de twee toetsen aan te kunnen tonen is hiermee in SPSS nog een paarsgewijze t-toets gedaan (paired sample test). Vervolgens is een overzicht gemaakt (descriptive data) van de gegevens uit het logboekje. Voor een zo volledig mogelijk beeld hebben we deze op verschillende manieren vergeleken met de scores en het soort gemaakte fouten: Om ik een eventueel verband tussen het aantal bestede sessies/de bestede leertijd en de scores van de beide toetsen wilde onderzoeken, hebben we daarna de (tijds)gegevens uit de logboekjes vergeleken met de resultaten van de eerste en de retentietoetsen van beide talen. Daarbij was het behaalde cijfer steeds de afhankelijke variabele die afgezet werd tegen de factoren aantal sessies, aantal minuten woorden, aantal minuten zinnen. Om te weten te komen of herhaling (aantal sessies) invloed had op een van beide categorieën woorden (los of in zin), hebben we daarna hebben we de relatie tussen het aantal leersessies en het soort gemaakte fouten onderzocht. De scores voor de niet-geleerde woorden uit de eerste toets zeiden afgezien van het feit dat die scores niet hoog waren - weinig (zie descriptive data). Daarom zijn die scores nog afgezet tegen het aantal minuten dat daaraan besteed is.

11 f. resultaten In dit onderdeel presenteer en bespreek ik de volgende kwantitatieve gegevens: De scores van de eerste toets en de retentietoets (inclusief het aantal fouten en de score voor de niet-geleerde woorden) De vergelijking tussen de eerste toets en de retentietoets (soort fouten) Het aantal leersessies en het aantal bestede minuten leertijd De relatie tussen het aantal leersessies/het aantal minuten en de behaalde score De relatie tussen het aantal leersessies en het soort fouten (losse woorden, woorden in zinnen) De relatie tussen de bestede tijd en de score voor de niet-geleerde woorden Descriptive Statistics (scores toetsing) N Minimum Maximum Mean Std. Deviation A Cijfer Latijn ,58,830 B Cijfer Grieks ,75,442 C Score niet geleerde woorden Latijn ,96,908 D Score niet geleerde woorden ,33 1,007 Grieks E Cijfer retentietoets Latijn ,54 4,293 F Cijfer retentietoets Grieks ,38 3,462 G Aantal fouten Latijnse woorden 1e toets ,13,338 H Aantal fouten Latijnse zinnen 1e toets ,29,624 I Aantal fouten Griekse woorden 1e toets ,08,282 J Aantal fouten Griekse zinnen 1e toets ,17,381 K Valid N (listwise) 24 Scores eerste en retentietoets Latijn: grafieken 20 cijfer Latijn 6 R_CIJF_L Frequency 0 7,0 8,0 9,0 10,0 Std. Dev =,83 Mean = 9,6 N = 24,00 1 Frequency 0-6,0-2,0-4,0 0,0 2,0 4,0 6,0 Std. Dev = 4,29 Mean = 2,5 N = 24,00 10,0 8,0 cijfer Latijn R_CIJF_L

12 Scores eerste en retentietoets Grieks: grafieken 20 cijfer Grieks 8 R_CIJF_G Frequency 0 9,00 9,50 10,00 Std. Dev =,44 Mean = 9,75 N = 24,00 Frequency 0-4,0 0,0 4,0 8,0 Std. Dev = 3,46 Mean = 2,4 N = 24,00 cijfer Grieks -2,0 2,0 6,0 10,0 R_CIJF_G Eerste toetsing Bij de eerste toetsing (kolommen A en B) trad bij zowel Latijn als Grieks een zogenaamd plafondeffect op. Dit betekent dat de daarvoor behaalde cijfers zo hoog liggen, dat er vrijwel geen cijfermatige spreiding over de groep is aan te tonen. Dit resultaat is te wijten aan een inschatingsfout mijnerzijds. De leerlingen hebben geen moeite om 80 zelfstandige naamwoorden (40 los en 40 in een zin) te onthouden, in ieder geval op korte termijn. De tijd die zij besteed hebben om tot dit hoge resultaat te komen varieert per leerling wel, zoals hieronder duidelijk wordt. Een verschil tussen Latijn en Grieks is op basis hiervan dus niet aantoonbaar. Score niet-geleerde woorden Kijken we naar de score van de niet-geleerde woorden 4 (kolommen C en D; de woorden die in de zinnen voorkwamen als ondersteunende context die de zinnen pregnant maakte), dan zien we bij Latijn een iets hogere score dan bij Grieks. Bij Latijn hadden de leerlingen gemiddeld bijna 3 woordbetekenissen goed, bij Grieks slechts 1,3. Dit zou erop kunnen duiden dat er bij Latijn een licht bijeffect bij het leren van de zinnen is opgetreden. Het is echter ook mogelijk dat bij Latijn een aantal woordbetekenissen van tevoren al bekend waren en bij Grieks niet. Dat heb ik niet kunnen achterhalen, omdat het daarvoor noodzakelijk zou zijn over een lange periode (vanaf het begin van de taalverwerving) bij te houden welke woordbetekenissen geleerd zijn. Dat was in het kader van dit onderzoek geen haalbare zaak. Hoewel de cijfers dus uit lijken te wijzen dat er bij Latijn een licht toegevoegd leerrendement is, ben ik hier wel heel voorzichtig mee. Retentietoets Vanwege de nietszeggende resultaten van de eerste toetsing, heb ik twee weken na de eerste toets nog een retentietoets afgenomen, waarvoor de leerlingen niet opnieuw geleerd hebben. De resultaten daarvan staan in de kolommen E en F en de grafieken. Wat hierbij als eerste opvalt is dat de retentie na twee weken gemiddeld (schrikbarend) laag is: voor Latijn een gemiddeld cijfer van 2,54, voor Grieks gemiddeld een 2,38. In zijn algemeenheid roepen deze cijfers vragen op over het rendement van eenmalig woorden laten leren. Als de resultaten na twee weken zo (bedroevend) laag zijn, dan kun je je afvragen of eenmalig woorden laten leren überhaupt zin heeft. Wel is er in vergelijking met de eerste toets sprake van meer 4 Uit de zinnen zijn 5 woordbetekenissen teruggevraagd van niet geleerde woorden. De minimumscore hierbij was 0 goed, de maximumscore was 5 goed.

13 spreiding van de resultaten/scores (zie grafieken) Hier wil ik nog wel een nuancering aanbrengen. Uit de individuele toetsresultaten blijkt namelijk dat een enkele leerling na twee weken nog heel veel woorden kan reproduceren. Leerlinge Els Altena scoorde voor Latijn wederom een 10 en voor Grieks een 9 en leerlinge Alyssa de Graaf twee maal een 9. Verder zijn de scores laag tot heel laag (tot 15 fout van de 20 woorden). In zijn algemeenheid lijken deze cijfers aan te tonen dat eenmalig leren tot lage retentie leidt. Eerste toets: soort gemaakte fouten (losse woorden of woorden in zinnen) De kolommen G tot met J laten de spreiding zien van het soort fouten dat gemaakt is bij de eerste toetsing (betrof het een los woord of een woord uit een zin). Vanwege het plafondeffect (de hoge cijfers) laten ook deze resultaten vrijwel geen spreiding zien en wordt geen verschil in rendement tussen losse woorden en woorden in zinnen aangetoond. Aan de maximum foutscore van 2 bij de Latijnse zinnen durf ik geen conclusies te verbinden. Retentietoets: soort gemaakte fouten (losse woorden of woorden in zinnen) Om het soort fouten in de retentietoets te vergelijken zijn twee paarsgewijze toetsen gedaan, waarbij voor zowel Grieks als Latijn het aantal fouten in losse woorden en woorden in zinnen is vergeleken: Paired Samples Statistics (vergelijking soort fouten per taal) Pair 1 Pair 2 Mean N Std. Deviation Std. Error Mean R_LA_W 4, ,431,496 R_LA_Z 3, ,519,514 R_GR_ W 3, ,742,356 R_GR_Z 3, ,899,388 Paired Samples Test (vergelijking soort fouten talen onderling) Mean Std. Deviation Paired Differences t df Std. Error 95% Confidence Interval Mean of the Difference Sig. (2- tailed) Pair 1 Pair 2 R_LA_W - R_LA_Z R_GR_W - R_GR_Z Lower Upper 1,46 2,467,504,42 2,50 2,896 23,008,21 1,141,233 -,27,69,894 23,380 Het blijkt dat leerlingen bij Latijn significant meer woorden in zinnen goed hadden dan losse woorden (t = 2.896; p =.008) (Gemiddeld: 1.46, Standaardafwijking.504). Vergelijking scores eerste toets en retentietoets Vergelijken we tot slot de resultaten van de eerste toets en de retentietoets voor beide talen paarsgewijs, dan zien we dat daartussen een significant verschil qua scores optreedt:

14 Paired Samples Test (vergelijking scores eerste en retentietoets) Mean Std. Deviation Paired Differences t df Std. Error 95% Confidence Interval of Mean the Difference Sig. (2- tailed) Pair 1 CIJFER_L - R_CIJF_L Pair 2 CIJFER_G - R_CIJF_G Lower Upper 7,04 3,983,813 5,36 8,72 8,660 23,000 7,38 3,398,694 5,94 8,81 10,632 23,000 Bij Latijn: bij een paarsgewijze t-toets bleek het verschil significant (t=8,66; p<.000). Dit betekent dat de scores van de retentietoets ten opzichte van de eerste toets aanzienlijk lager waren. Bij Grieks: bij een paarsgewijze t-toets bleek het verschil significant (t=10,63; p<.000). Dit betekent dat ook bij Grieks de scores van de retentietoets ten opzichte van de eerste toets aanzienlijk lager waren (meer nog dan bij Latijn) Zie voor beide ook de grafieken. Sessies en tijdsbesteding (leerlogboekje) Hieronder presenteer en bespreek ik de resultaten van de duur en het aantal sessies van het leren (de gegevens uit het leerlogboekje). Descriptive Statistics (Duur/sessies van het leren) N Minimum Maximum Mean Std. Deviation A Aantal sessies Latijn ,75 1,482 B Aantal sessies Grieks ,25 1,539 C Minuten Latijnse woorden ,83 19,089 D Minuten Latijnse zinnen ,58 17,747 E Minuten Griekse woorden ,73 20,559 F Minuten Griekse zinnen ,04 24,089 G Totaal minuten Latijn 24 10,00 140,00 54, ,76605 H Totaal minuten Grieks 24 10,00 215,00 61, ,36116 Valid N (listwise) 24 Aantal sessies De kolommen A en B tonen het aantal sessies dat de leerlingen geleerd hebben aan de lijsten. Het gaat hier dus om een meting naar het aantal keren dat leerlingen uit zichzelf besteden aan het leren van woordjes. De gemiddelden laten zien dat aan Grieks gemiddeld 0,50 sessie meer is besteed dan aan Latijn. Leerlingen besteden daar dus iets meer sessies aan dan aan Latijn. De duur van het leren (aantal minuten) De gemiddelden van het aantal minuten dat besteed is aan Latijn en Grieks (kolommen C tot en met H) laten geen grote spreiding zien. Wel opvallend zijn de individuele spreidingen van het aantal bestede minuten. Bij Latijn varieert dat tussen de 5 en 80 minuten voor de losse woorden. Bij Grieks loopt het aantal minuten voor de Griekse zinnen in één individueel geval zelfs op tot 120 minuten. Hieruit kunnen we afleiden dat de tijdsinvestering die leerlingen doen bij het leren van woorden individueel erg verschilt. Het leren van woorden in zinnen kost niet significant meer tijd dan het leren van losse woorden. Het verschil tussen Latijnse en Griekse losse woorden bedraagt gemiddeld ongeveer 2 minuten. Het verschil tussen Latijnse en Griekse zinnen bedraagt gemiddeld ongeveer 5 minuten.

15 Het verschil in het totaal aantal minuten (Latijn 54,41, Grieks 61,77) is te verklaren op basis van individuele uitschieters qua tijdsinvestering. Relatie bestede sessies/aantal minuten en de behaalde score Vervolgens is gekeken naar de relatie tussen het aantal leersessies en de daaraan bestede tijd (in minuten) en de behaalde score. Daarbij is onderzocht of er een verband was tussen het cijfer en het aantal sessies en de leertijd. Dit werd onderzocht met behulp van regressieanalyse met de cijfers Latijn en Grieks (zowel eerste toets als retentietoets) als afhankelijke variabelen en het aantal sessies, de minuten besteed aan Latijnse/Griekse woorden en het aantal minuten besteed aan Latijnse/Griekse zinnenals onafhankelijke variabelen. Er werd een stapsgewijze procedure toegepast en niet significante resultaten werden verwijderd. Zoals de tabellen hieronder uitwijzen, kon noch voor de eerste toets, noch voor de retentietoets een significant verband worden aangetoond tussen het aantal sessies/aantal minuten en de behaalde score. ANOVA(b) (Score eerste toets Latijn in relatie tot sessie/minuten) Model 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Regressio n,654 3,218,287,834(a) Residual 15,179 20,759 Total 15, a Predictors: (Constant), MIN_LAZ, AAN_S_L, MIN_LAW b Dependent Variable: CIJFER_L ANOVA(b) (Score retentietoets Latijn in relatie tot sessie/minuten) Model 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Regressio n 25, ,474,425,737(a) Residual 398, ,927 Total 423, a Predictors: (Constant), MIN_LAZ, AAN_S_L, MIN_LAW b Dependent Variable: R_CIJF_L ANOVA(b) (Score eerste toets Grieks in relatie tot sessie/minuten) Model 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Regressio n,565 3,188,957,432(a) Residual 3,935 20,197 Total 4, a Predictors: (Constant), MIN_GRZ, AAN_S_G, MIN_GRW b Dependent Variable: CIJFER_G ANOVA(b) (Score retentietoets Grieks in relatie tot sessie/minuten) Model 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Regressio n 51, ,138 1,529,238(a) Residual 224, ,211 Total 275, a Predictors: (Constant), MIN_GRZ, AAN_S_G, MIN_GRW b Dependent Variable: R_CIJF_G

16 Relatie aantal sessies en het soort fouten Verder is onderzocht of er een relatie was tussen het aantal sessies en het aantal fouten dat is gemaakt in zowel de losse woorden als de woorden in de zinnen. Dit om vast te stellen of een groter aantal sessies (herhalingselement) bij beide onderdelen tot een daling in het aantal fouten leidt. De verwachting zou namelijk zijn dat dit het geval is. Voor Latijn is noch voor de losse woorden, noch voor de woorden in de zinnen een verband aangetoond. Bij Grieks liggen de zaken anders. Bij de losse woorden kon net als bij Latijn geen enkel verband aangetoond worden. Maar er bleek wel een verband te bestaan tussen het aantal sessies en het aantal gemaakte fouten in de woorden uit de zinnen. Dit verband bleek geen positief (beter rendement), maar een negatief verband te zijn. Meer leersessies leiden bij de Griekse zinnen tot een groter aantal fouten. (Beta = -.45; p=.029): ANOVA(b) (Aantal fouten Griekse zinnen (afhankelijke variabele) en aantal leersessies Griekse zinnen) Model 1 Sum of Squares df Mean Square F Sig. Regressio n,661 1,661 5,437,029(a) Residual 2,673 22,121 Total 3, a Predictors: (Constant), AAN_S_G b Dependent Variable: AF_GRZ Coefficients(a) (Aantal fouten Griekse zinnen) Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients Model B Std. Error Beta t Sig. 1 (Constant ),524,169 3,101,005 AAN_S_ G -,110,047 -,445-2,332,029 a Dependent Variable: AF_GRZ Excluded Variables(b) (Aantal fouten Griekse zinnen (afhankelijke variabele) en aantal sessies Griekse zinnen) Collinearity Statistics Model Beta In t Sig. Partial Correlation Tolerance 1 MIN_GR W,115(a),478,637,104,650 MIN_GR Z,155(a),673,509,145,703 a Predictors in the Model: (Constant), AAN_S_G b Dependent Variable: AF_GRZ Relatie tussen bestede leertijd en de score niet-geleerde woorden Tot slot is onderzocht of er een verband was tussen het aantal bestede minuten leertijd en de score bij de niet-geleerde woorden. Dit om vast te stellen of een grotere tijdsbesteding bij woorden in de zinnen tot meer of minder fouten in dat onderdeel leidt. De verwachting zou namelijk zijn dat lang studeren op de zinnen ertoe leidt dat (onbewust) meer woorden (uit de zin) in het geheugen blijven hangen.

17 Voor Latijn is hier wederom geen verband aangetoond. Bij Grieks is er wel een verband aangetoond. Wederom ging het hier om een negatief verband: hoe groter het aantal bestede minuten, hoe lager de score op de niet-geleerde Griekse woorden: Coefficients(a) (Score niet-geleerde Griekse woorden (afhankelijke variabele) in relatie tot daaraan bestede minuten) Unstandardized Coefficients Standardized Coefficients Model B Std. Error Beta t Sig. 1 (Constant ) 1,942,316 6,144,000 MIN_GR Z -,019,008 -,454-2,390,026 a Dependent Variable: SCO_NI_G Conclusies kwantitatieve data De leeropdracht was te eenvoudig voor de leerlingen, waardoor een plafondeffect optrad in de cijfers van de eerste toetsing. Er is daardoor bij de eerste toets geen verschil zichtbaar qua leerrendement tussen losse woorden en woorden in zinnen, noch bij Latijn noch bij Grieks De retentietoets wijst uit dat de retentie na twee weken voor zowel woorden uit zinnen als losse woorden laag is. De paarsgewijze t-toets bevestigt dit. De retentietoets wijst uit dat na twee weken er meer Latijnse woorden uit zinnen zijn onthouden dan losse Latijnse woorden(paarsgewijze t-toets). Bij Grieks is er geen noemenswaardig verschil. Tussen Latijn en Grieks bestaat tussen de zinnen wel een significant verschil: er is beter gescoord op de woorden uit de Latijnse zinnen. Het aantal leersessies en de bestede tijd laten individuele verschillen zien. De gemiddelden laten geen opvallende verschillen zien. Er is geen significante relatie tussen het aantal sessies en minuten leertijd die een leerling besteedt en het behaalde cijfer. Noch bij de eerste, noch bij de retentietoets. Er is een significant negatief verband tussen het aantal leersessies besteed aan de Griekse woorden in zinnen en het aantal fouten daarin: hoe meersessies, hoe slechter de score voor de woorden uit de zinnen. Er is een significant negatief verband tussen de bestede tijd aan de Griekse woorden in zinnen en het aantal fouten in de niet-geleerde woorden: hoe meer tijd, hoe slechter de score voor de niet-geleerde woorden. g. uitwerking van de interviews In het kader van het onderzoek heb ik tien interviews afgenomen met leerlingen uit klas V3A, waarin zowel de Griekse als de Latijnse leeropdracht met toetsing heeft plaatsgevonden. De keus voor de te interviewen leerlingen is verantwoord bij de bespreking van de opzet van het interview (onderzoeksplan). De vragen die ik tijdens het interview heb gesteld hadden te maken met een viertal van tevoren vastgestelde thema s, namelijk: 1. hoe staat het met de beleving van het (Latijnse en Griekse) woordbeeld? 2. is het leren van woorden in zinnen (ervaren als) prettig of niet? 3. hoeveel moeite kost het leren van woorden in zinnen? 4. hoeveel tijd heeft de leerling besteed aan losse woorden en woorden in zinnen leren (dit aan de hand van het bijgehouden leerlogboekje ).

18 Vooraf was mijn verwachting ten aanzien van de beleving van het Griekse woordbeeld eigenlijk redelijk vastomlijnd. Ik verwachtte dat de leerlingen Griekse woorden (of die nu in een zin staan of niet) lastiger vinden te leren en onthouden dan Latijnse en dat de reden hiervoor ligt in het vreemde schrift. Wat het verschil qua beleving tussen het leren van losse woorden en woorden in zinnen betreft had ik eigenlijk geen vastomlijnde verwachting. Ik vermoedde van tevoren slechts dat dat een kwestie van persoonlijke smaak zou zijn. Hieronder zijn uitspraken van leerlingen gecategoriseerd naar thema opgenomen. Na een korte bespreking per categorie trek ik enkele (voorzichtige) conclusies naar aanleiding van de uitspraken. THEMA 1: BELEVING WOORDBEELD Eline van der Sluijs: (Vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Latijnse woorden zijn makkelijker te leren dan Griekse, al vind ik het sowieso niet zo heel makkelijk. Bij Grieks zijn het rare tekens en daar moet je dan ook nog over nadenken. Je moet eerst het woord in je hoofd uitspreken en omzetten naar een Latijnwoord en dan kun je het makkelijker onthouden. Je moet dus een extra stap zetten Anne Tjepkema: (vindt Latijnse woorden lastiger dan Griekse) Ik kan Latijnse woorden moeilijker onthouden dan de Griekse, Ik heb geen idee maar door de letters weet ik wel wat het betekent. Ik weet niet hoe dat komt. Op een of andere manier blijft dat makkelijker hangen dan bijvoorbeeld Latijn. Volgens mij ben ik de enige bij wie dat zo werkt... Amber Vergnes: (vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Met Grieks gaat het namelijk beter dan vorig jaar. Latijn is wel makkelijker. Vorig jaar ging het met Grieks niet goed. Ik vond het moeilijk toen. Het ging niet zo makkelijk. Omdat het andere letters waren ofzo. Het duurde eerst een tijd voordat ik het voor mezelf had uitgesproken enzo.... Ik denk om de letters en omdat ik in Latijn meer herken uit andere talen dan bij Grieks. Bij Grieks ook wel een paar, maar veel minder. Thom Fleur: (Vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Dat is best wel lastig om uit te leggen. De Latijnse woorden lijken veel meer op Nederlands ook door die letters en het is een stuk makkelijker daardoor. De letters maken veel uit. Vanaf het begin van je moedertaal heb je de Nederlandse letters geleerd en dan een heel ander alfabet en andere woorden, dat is wel omschakelen. Maar ik denk niet dat je het daardoor minder goed onthoudt. Je moet er wel langer naar kijken om een goed ezelsbruggetje te kunnen verzinnen en dergelijke. Glenn Taylor: (Vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Dat [de moeite met het Griekse woordbeeld, hst] ligt voornamelijk aan de taal. Die rare tekens, gewoon de tekens van Grieks, die letters. Het is niet een normaal bekend woord, bij Latijn kun je nog voor je zien wat het is, bij Grieks is dat meteen heel anders. Els Altena: (Vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Latijn heeft geen lastige letters, dus dat is makkelijker te lezen. Aan Latijn kun je meerdere talen koppelen en dat maakt het ook makkelijker. Latijn is dus makkelijker dan Grieks, maar bij Grieks helpen de ezelsbruggetjes wel. Latijn is toch uiteindelijk makkelijker.

19 Joey de Gruyl: (Vindt Griekse woorden (veel) lastiger dan Latijnse) Omdat de woorden van Grieks allemaal op elkaar lijken en dat is bij Latijn minder. Met een letter verschil is het al een heel ander woord bijvoorbeeld en het alfabet speelt ook wel een rol denk ik. Het normale alfabet is regulierder. Hierdoor is het iets moeilijker te onthouden... Ik zou van Grieks werkelijk geen enkel werkwoord kunnen noemen, dat gaat erin en eruit. Alyssa de Graaf: (merkt niet echt verschil) Ik heb geen last van de Griekse letters. Ik merk wel dat de Griekse letters een soort plaatjes zijn en ik lees niet echt heel erg het woord als ik aan het leren ben. Fabian van de Ven: (Vindt Griekse woorden lastiger dan Latijnse) Bij Grieks moet je natuurlijk een beetje kul misschien maar dat moet je even omzetten in je hoofd. Je moet niet daarvoor bezig zijn met een andere taal want dan leert het gewoon niet. Dan duurt het langer om erin te komen en dan krijg je ze niet in je hoofd. Ik doe dan Na of Ak. Je leest het en dan vertaal je het eerst. Je moet het bij Grieks eerst lezen en dan vertalen, dat is dus een stap extra. Inventarisatie Hoewel in deze groep de meerderheid Latijnse woorden prettiger en minder moeilijk vindt om te leren, springt de opmerking van Anne er toch wel uit. Er zijn blijkbaar ook leerlingen op wie het Griekse woordbeeld zoveel indruk maakt dat ze daardoor de woorden juist makkelijker kunnen onthouden. Dat is een opmerkelijk gegeven. Het lijkt erop dat hoewel de meerderheid een voorkeur voor Latijn uitspreekt dit dus niet zonder meer voor alle leerlingen geldt. Een aantal leerlingen maakt heel expliciet waar de moeite met het Griekse woordbeeld in zit: er moeten extra denkstappen gezet worden om het Grieks door te laten dringen. Bijvoorbeeld Eline zegt het heel duidelijk: je moet er eerst een Latijnwoord van maken. Dat betekent dat zij in haar gedachten het Griekse woord eerst uitspreekt en dan bedenkt hoe dat er in Latijns schrift uit zou zien. Pas dan kan zij het (beter) onthouden. Dit is een gegeven waar ik niet op bedacht was. Dat komt omdat ik, na zoveel jaren met Grieks bezig te zijn geweest, zelf geen distantie meer ervaar door het schrift. Deze leerlingen beheersen het volledige woordbeeld 5 (nog) niet en moeten de afzonderlijke woorden dus eerst ontleden, omzetten of op een andere manier tot zich door laten dringen. Een voorbeeld van een leerling die duidelijk wél meer gewend is aan het woordbeeld is Alyssa. Zij ziet in één keer het hele Griekse woord voor zich en hoeft het niet te ontleden. Zij lijkt hiermee voor te lopen op de rest van haar klasgenoten. Leerlingen spreken ook van het herkennen van (vooral) Latijnse en (in mindere mate Griekse) woorden in andere talen. Ook het leggen van dit soort verbanden betekent dat zij steun zoeken bij het onthouden. Veel leerlingen spreken ook van ezelsbruggetjes. Dit is een praktijk die ik bij de gewone lessen toepas en die kennelijk hogelijk gewaardeerd wordt. Bij het klassikaal doornemen van woordjes inventariseer ik met de klas welk ander bekend woord kan helpen bij het onthouden van nieuwe Griekse woorden. Deze ezelsbruggetjes zijn heel persoonlijk. Wat voor de ene leerling een zinvolle associatie is, slaat in de beleving 5 Het is een algemeen bekend gegeven dat bij het aanleren van een vreemde taal (en ook bij het leren van de moedertaal) woorden eerst op letter- en daarna op lettergreepniveau worden ontleed. Pas in een later stadium van taalverwerving heeft een leerling bij het lezen van woorden aan een enkele lettergreep genoeg om het hele woord uit het geheugen op te roepen. Men is dan pas in het stadium van woorden lezen aangekomen. Blijkbaar heeft een aantal leerlingen in de derde klas dit stadium nog niet bereikt.

20 van de andere leerling helemaal nergens op. Dat het fenomeen ezelsbruggetjes in zijn algemeenheid wel helpt, blijkt uit het feit dat zij dit bij de interviews noemen zonder dat ik daar expliciet naar gevraagd heb. Het was ook geen onderdeel van de leeropdracht in het kader van dit onderzoek. Duiding De tendens is dat de meerderheid van de leerlingen vindt dat Latijnse woorden makkelijker te onthouden zijn dan Griekse. Dit heeft inderdaad met het woordbeeld te maken. Er moeten meer denkstappen gezet worden om tot hetzelfde leerresultaat te komen dan bij Latijnse woorden. De manier waarop leerlingen dat doen verschilt van persoon tot persoon (uitspreken en omzetten, ezelsbruggetjes, verbanden met andere talen). Bij een enkeling speelt iets heel anders: Griekse woorden maken zoveel indruk dat ze zonder meer onthouden worden. Het lijkt er dus op dat wil je als docent een hoog rendement halen bij woordjes leren je het van de diversiteit qua aanpak moet hebben. Om alle leerlingen optimaal te bedienen moet je dus ezelsbruggetjes met ze verzinnen, verbanden leggen en de woorden voor (laten) lezen. Iedere leerling heeft namelijk een eigen manier waarop hij/zij de woordjes zo effectiefmogelijk tot zich neemt. THEMA 2: PRETTIG OF NIET? Els Altena: (Vindt losse woorden prettiger) Gaat sneller, al maakt het niet heel erg veel uit. De zinnen waren een beetje irritant. [Je hebt de zinnen dus wel doorgenomen] Bij Latijn meer dan bij Grieks. Bij Latijn hielp de betekenis van de zinnen wel een beetje. Anne Tjepkema: (Vindt losse woorden prettiger) Als ik aan het leren ben kijk ik niet eens naar die zinnen want dat is alleen maar lastig. Ze zitten me alleen maar in de weg. Los ga ik er sneller doorheen. Als ik aan het leren ben leg ik mijn hand erop. Als het in een zin staat zit het me dus letterlijk ook in de weg. De extra info heb ik niet naar gekeken. Jesper Westra: (Vindt losse woorden prettiger) Het zijn gewoon woordjes. Stomweg uit je hoofd leren, geen kunst aan. Wel grappig om te doen. Zinnetjes zijn voor mij redelijk nutteloos want ik kijk toch alleen naar de woorden. Ik heb er niet veel aan gehad, maar ik heb er ook geen last van gehad. Ik heb ze zelfs niet eens doorgelezen. Alyssa de Graaf: (Vindt losse woorden prettiger) Ik heb er verder niets mee gedaan. Het was alleen bij het leren iets lastiger omdat ik mijn hand erop moest leggen. Het bedekken van de rest van de zin heeft me tussen een halve tot 3 minuten extra gekost. Thom Fleur: (Vindt woorden in zinnen prettiger) Ik heb de zinnen niet echt geleerd maar ik heb de betekenis van het woord gewoon geleerd. Als ik de betekenis van het woord niet wist, heb ik de zin doorgekeken en dan kun je de betekenis wel ongeveer weten. Het heeft in die zin dus wel een beetje geholpen, was wel handig. Maar ik vind wel in vergelijking met de gewone losse woordjes leren, dan denk ik wel dat de losse woordjes minder snel leren dan de woorden in zinnen. Als ik het zinnetje zie en ik kijk naar de vertaling, dan onthou ik op een of andere manier dat zinnetje wel en dan kan ik de betekenis eruit afleiden. Glenn Taylor: (Heeft hier en daar iets aan de zinnen gehad) De zinnen daarvan leerde ik alleen de woorden die je moest leren (in soort rijtje dus), alleen als ik het niet kon onthouden dan ging ik kijken naar de rest en zo

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor TeMa (S95) op dinsdag 3-03-00, 9- uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

1 vorig = omzet voorgaande jaar. Forward (Criterion: Probability-of-F-to-enter <=,050) 2 bezoek = aantal bezoeken vertegenwoordiger

1 vorig = omzet voorgaande jaar. Forward (Criterion: Probability-of-F-to-enter <=,050) 2 bezoek = aantal bezoeken vertegenwoordiger De groothandel Onderwerp: regressieanalyse met SPSS Bij: hoofdstuk 10 Een groothandel heeft onderzoek gedaan onder de klanten en daarbij geprobeerd met regressieanalyse vast te stellen wat de bepalende

Nadere informatie

Bijlage 3: Multiple regressie analyse

Bijlage 3: Multiple regressie analyse Bijlage 3: Multiple regressie analyse REGRESSION /DESCRIPTIVES MEAN STDDEV CORR SIG N /MISSING PAIRWISE /STATISTICS COEFF OUTS CI(95) R ANOVA COLLIN TOL ZPP /CRITERIA=PIN(.05) POUT(.10) /NOORIGIN /DEPENDENT

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor TeMa (S95) Avondopleiding. donderdag 6-6-3, 9.-. uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S95) op vrijdag 29-04-2004, 9-2 uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. De 15 leden van een kleine mountainbikeclub vragen zich af in welk mate de omgevingstemperatuur een invloed heeft op hun

Nadere informatie

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan PAPER 3 ONTWERPRAPPORT Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie Marlinda van Rooijen Steltenpool, drs Economie Grafieken en betekenis Marktvraag

Nadere informatie

Antwoordvel Versie A

Antwoordvel Versie A Antwoordvel Versie A Interimtoets Toegepaste Biostatistiek 13 december 013 Naam:... Studentnummer:...... Antwoorden: Vraag Antwoord Antwoord Antwoord Vraag Vraag A B C D A B C D A B C D 1 10 19 11 0 3

Nadere informatie

Voorbeeld regressie-analyse

Voorbeeld regressie-analyse Voorbeeld regressie-analyse In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van het SPSS data-bestand vb_regr.sav (dit bestand kan gedownload worden via de on-line helpdesk). We schatten een model waarin de afhankelijke

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2 mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2 Bjorn Winkens Methodologie en Statistiek Universiteit Maastricht 21 maart

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid

Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid Het instrument Communicatieve redzaamheid kan worden opgevat als een vermogen om wederkerig te communiceren met behulp van woorden, gebaren of symbolen. Communicatief

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming PAPER 5 Evaluatie Naam: Luuk Schoenmakers Vakgebied: Management & Organisatie Titel: Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen Naam auteur Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Inge van de Wiel Nederlands Peerfeedback in het schrijfproces Schrijfonderwijs Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Gymnasium

Nadere informatie

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen Vakgebied Nederlands Titel Historische letterkunde? Kapot saai! Onderwerp Motivatie bij historische letterkunde Opleiding Interfacultaire

Nadere informatie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013 7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Netwerkthermometer DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Wat is De Netwerkthermometer De Netwerkthermometer is een test. Een test om een gedegen beeld te krijgen van hoe je zelf aan kijkt tegen je

Nadere informatie

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Groepsrapportage Leerwinst Over Y College

Groepsrapportage Leerwinst Over Y College Groepsrapportage Leerwinst Over Y College 2014-2015 Indicatieloket Inhoudsopgave Inleiding 2 Totaalscore en de leerwinst per onderdeel 3 Spelling 6 Woordenschat 8 Begrijpend lezen 10 Rekenen 12 Conclusies

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, 14.00-17.00 uur De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

RESULTATEN. Rapportage SO de Zonnehof - VSO Hofplein

RESULTATEN. Rapportage SO de Zonnehof - VSO Hofplein RESULTATEN Rapportage SO de Zonnehof - VSO Hofplein mei 2017 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst (V)SO+ is een module binnen het onderzoeksinstrument De Kwaliteitsvragenlijst

Nadere informatie

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie Paper 3: Uitvoeringsfase Naam auteur L. A. Molijn MSc. Vakgebied Management & Organisatie Titel Geld & Rente Onderwerp Enkelvoudige & Samengestelde interest Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie?

c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie? Opdracht 13a ------------ Een-factor ANOVA (ANOVA-tabel, Contrasten, Bonferroni) Bij een onderzoek naar de leesvaardigheid bij kinderen in de V.S. werden drie onderwijsmethoden met elkaar vergeleken. Verschillende

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

* de percentages goed per klas en volgorde van afnemen. sort cases by klas volgorde. split file by klas volgorde. des var=goedboekperc.

* de percentages goed per klas en volgorde van afnemen. sort cases by klas volgorde. split file by klas volgorde. des var=goedboekperc. * Sprekende voorbeelden. * De invloed van lessen op meerkeuzetoetsen Natuurkunde, klas 5 en 6 * Manfred te Grotenhuis en Nico van de Mortel * we gaan uit van de folder 'temp'op de c-drive, svp wijzigen

Nadere informatie

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2)

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2) 21 juni 2011 Naam : Jaar en studierichting : Lees volgende aanwijzingen eerst voor het examen te beginnen : Wie de vragen aanneemt en bekijkt, moet minstens 1

Nadere informatie

Breukelen Betreft: Ref.nr.:

Breukelen Betreft: Ref.nr.: Aan de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling van 1tvk, 1tvm en 1tho Breukelen, 22 augustus 2017 Betreft: tweetalig onderwijs Ref.nr.: 1718.004 SPY/hon Geachte heer, mevrouw, Uw kind is dit schooljaar begonnen

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week 2: de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week 4: het toetsen van gemiddelden: de t-toets Moore, McCabe, and Craig.

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Modelleren en visualiseren

Modelleren en visualiseren Modelleren en visualiseren Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Dr. W. Weymiens (Wolf) Natuurkunde Modelleren en visualiseren Modelleren en voorkennis Interfacultaire

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag ,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S95) op dinsdag 5-03-2005, 9.00-22.00 uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 pagina 3 van 12 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Opbouw van de syllabus 6 3 Het examen 8 4 De vraagstelling 9 5 Toepassing van het correctievoorschrift

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching

Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Frontaal Lesgeven en / of Peer Teaching Twee didactische werkvormen in de praktijk vergeleken. Ronald Lolkema EnL / 2015 1 Voorwoord In het schooljaar 2014-2015 ben ik in de 3 e periode begonnen met het

Nadere informatie

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!

Nadere informatie

Engelse taal bachelor psychologie UvT

Engelse taal bachelor psychologie UvT Engelse taal bachelor psychologie UvT Aanleiding Enkele studenten hebben hun teleurstelling uitgesproken over Engelstalige tentamens, zoals Inleiding Psychologie van Arbeid en Economie en Cultuurpsychologie.

Nadere informatie

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA 12.1 Eenweg analyse van variantie Eenweg en tweeweg ANOVA Wanneer we verschillende populaties of behandelingen met elkaar vergelijken, dan zal er binnen de data altijd sprake

Nadere informatie

** VOORBEELD VAN CAUSALE ANALYSE MET CONFOUNDER EN MEDIATOR **.. GET FILE='u:\)Research\ISSP-NL\ISSP \Data\issp_2013_2014_NL_def.sav'.

** VOORBEELD VAN CAUSALE ANALYSE MET CONFOUNDER EN MEDIATOR **.. GET FILE='u:\)Research\ISSP-NL\ISSP \Data\issp_2013_2014_NL_def.sav'. ** VOORBEELD VAN CAUSALE ANALYSE MET CONFOUNDER EN MEDIATOR **.. GET FILE=''. ** EERST MAKEN WE EEN OVERZICHT VAN DE DATA **. freq nl_rinc wrkhrs sex. Frequencies Statistics N Valid Missing NL_RINC Resp:

Nadere informatie

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid.

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Doelgroep Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid is bedoeld voor

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij:

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij: Correlatie analyse Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1

Nadere informatie

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de

omschrijven wat je ermee bedoelt. Dat geldt dus ook voor dom en de vraag of je dat met een IQ-test kunt meten. Dan naar een ander aspect van de Scenario voor het klassengesprek aan het begin van de eerste les van het leerlingonderzoek in het kader van Begrip van bewijs Hieronder staat een beschrijving van het beoogde (hypothetische) verloop van

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 5

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter

Nadere informatie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer Procesverslag tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty Individuele en groepsreflectie periode 12 uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui 2-6-2014

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal

Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal School: Greijdanus College Door: Jeroen Wester Datum: 19 augustus 2015 Versie: 1.0 Onderstaande blauwdruk is tot stand gekomen door eerdere ervaringen bij het ontwikkelen

Nadere informatie

Hierbij is het steekproefgemiddelde x_gemiddeld= en de steekproefstandaardafwijking

Hierbij is het steekproefgemiddelde x_gemiddeld= en de steekproefstandaardafwijking Opdracht 9a ----------- t-procedures voor een enkelvoudige steekproef Voor de meting van de leesvaardigheid van kinderen wordt als toets de Degree of Reading Power (DRP) gebruikt. In een onderzoek onder

Nadere informatie

Techniekkaart: Het houden van een interview

Techniekkaart: Het houden van een interview WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf.

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf. Opdracht 10a ------------ t-procedures voor gekoppelde paren t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven samengestelde t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven Twee groepen van 10 leraren

Nadere informatie

Kwartet Hofcultuur. Willemien Cuijpers en Marie Thérèse van de Kamp, Interfacultaire Lerarenopleiding, UvA

Kwartet Hofcultuur. Willemien Cuijpers en Marie Thérèse van de Kamp, Interfacultaire Lerarenopleiding, UvA Expertisecentrum Kunsttheorie www.expertisecentrum-kunsttheorie.nl. Kwartet Hofcultuur Middels deze opdracht vatten de leerlingen eerst voor henzelf een aantal belangrijke aspecten omtrent de kunst en

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Ontwerponderzoek Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie Wil Baars Wiskunde Differentiëren naar niveau met behulp van ICT als oefenomgeving

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding. SPSS is een alom gebruikt, gebruiksvriendelijk statistisch programma dat vele analysemogelijkheden kent. Voor HBO en universitaire

Nadere informatie

KeCo De leerling actief!

KeCo De leerling actief! KeCo in het kort! 0 KeCo De leerling actief! Karel Langendonck Woudschoten Chemie Conferentie 2 en 3 november 2012 Zeist KeCo in het kort! 1 KeCo in het kort! 2 KeCo in het kort! Om maar meteen met de

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

LANDSCHAPSBELEVING. Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten. Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659)

LANDSCHAPSBELEVING. Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten. Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659) LANDSCHAPSBELEVING Lars brouwer (13376) Luka Vogel (13411) Theo van den Broek (13659) Milieukunde voltijd Onderzoek naar landschapsbeleving onder studenten Onderzoek landschapsbeleving Onderzoek naar landschapsbeleving

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

Opgave 1: (zowel 2DM40 als 2S390)

Opgave 1: (zowel 2DM40 als 2S390) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek voor BMT (DM4 en S39) op donderdag, 4.-7. uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Wiskunde Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie