Dossierstudie Simulatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dossierstudie Simulatie"

Transcriptie

1 Versie: 442N6008/eindrapport, 11 september 2008 Studie bij gemeenten naar de beoordeling van gelijkwaardige brandveiligheid met simulatie en rekenmodellen. Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Postbus HA Arnhem T F info@nifv.nl

2 Colofon Titel: Dossierstudie gemeenten. Studie bij gemeenten naar de beoordeling van gelijkwaardige brandveiligheid met simulatie en rekenmodellen Datum: Status: Versie: Projectnummer: Auteur: Onderzoeksteam: Review: Eindrapport Definitief 442N6008 drs. ing. M. Kobes MIFireE M.A. Brouwer drs. K. Groenewegen - Ter Morsche drs. ing. M. Kobes MIFireE ing. J.P.A. Linssen J.J. Schokker H. Veltkamp ing. V.M.P. van Vliet ing. J.M. Weges drs. M. van der Plas Eindverantwoordelijk: dr. ir. J. Post (Manager Afdeling Onderzoek NIFV) NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

3 Managementsamenvatting Simulatie- en rekenmodellen kunnen worden toegepast in een bouwvergunningaanvraag om de gelijkwaardige veiligheid of de gelijkwaardigheid ten opzichte van de eisen in het Bouwbesluit aan te tonen. Om een beeld te krijgen van de toepassing van rekenmodellen en simulaties bij het ontwerp en de beoordeling van de brandveiligheid van gebouwen heeft het NIFV bij gemeenten een dossierstudie uitgevoerd. De centrale vraag van het onderzoek is: "Hoe gaan gemeenten in Nederland om met de toepassing van reken- en simulatiemodellen voor brandveiligheid in het kader van bouwvergunningverlening?" Voor de dossierstudie zijn in 2006 en 2007 in totaal 31 (7%) van de 443 Nederlandse gemeenten bezocht. Deze gemeenten zijn gelegen in 23 (92%) van de 25 Nederlandse brandweerregio's. In de dossierstudie zijn 8 (2%) kleine gemeenten (minder dan inwoners) meegenomen, 10 (42%) middelgrote gemeenten ( inwoners) en 13 (52%) grote gemeenten (meer dan inwoners). Er zijn uiteindelijk 69 dossiers opgenomen in de database. Daarvan zijn 54 dossiers bruikbaar gebleken voor nadere analyse. De rapporten in 53% van de dossiers met simulatie zijn afkomstig van drie adviesbureaus. De conclusie uit deze studie is dat een verbetering noodzakelijk is in de rapportage over de toepassing van reken- en simulatiemodellen in bouwvergunningaanvragen en in de beoordeling van deze rapporten. Adviesbureaus kunnen de technische rapporten verbeteren door invulling te geven aan de randvoorwaarden voor een inhoudelijke en juridische toets, zoals die zijn omschreven in het 'Procesmodel Gelijkwaardigheid'. In veel rapporten ontbreekt informatie over de modellen die zijn toegepast, zoals het type model dat is toegepast, het toepassingsgebied en de wijze waarop het model is gevalideerd en geverifieerd. Verder zijn de keuzes voor de uitgangspunten, aannames en de bouwtechnische oplossingen niet of onvoldoende onderbouwd met betrouwbare gegevens uit wetenschappelijk onderzoek. Ook ontbreekt veelal de weergave van de juridische basis voor gelijkwaardige brandveiligheid, of zijn de weergegeven wetsartikelen waarop de gelijkwaardigheid is gebaseerd onjuist. Dit is zorgwekkend voor de kwaliteit van de beoordeling van gelijkwaardigheid. Een andere zorgelijke bevinding is dat slechts in één op de vijf dossiers sprake is van een integrale benadering van brandveiligheid vanuit FSE. In de overige gevallen is alleen de 'vluchtveiligheid' of 'brandveiligheid' onderwerp van de gelijkwaardigheidsbeoordeling. Gemeenten kunnen het beoordelingsproces verbeteren door meer samen te werken met andere gemeenten (in de Veiligheidsregio). De meeste gemeenten komen slechts enkele malen per jaar, of zelfs per meerdere jaren, in aanraking met vergunningaanvragen waarin gebruik is gemaakt van simulatie voor de beoordeling van de brandveiligheid van een gebouwontwerp. Dit betekent dat een afzonderlijke gemeente niet de ervaring en vaardigheden kan opbouwen die nodig is voor de toetsing van de juistheid van de gelijkwaardigheidsbeoordeling met simulatie. Bovendien zijn er verschillende simulatiemodellen die toegepast kunnen worden. Daardoor is het nauwelijks mogelijk voldoende kennis te hebben van de werking en beperkingen van het specifieke model dat is toegepast. Door samen te werken, op regionaal niveau of mogelijk zelfs op nationaal niveau, is het wel mogelijk de NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 3

4 benodigde expertise op te bouwen. Overigens is het zorgwekkend dat de bestudeerde dossiers over het algemeen goedgekeurde bouwvergunningaanvragen zijn, terwijl slechts in 28-37% van de dossiers de randvoorwaarden voor een juridische toets zijn ingevuld en slechts in 26-52% van de dossiers voldoende informatie voor een inhoudelijke beoordeling aanwezig is. Hoewel de adviesbureaus verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de rapportages zouden gemeenten geen goedkeuring moeten verlenen aan onvolledige bouwvergunningaanvragen. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

5 Inhoud Managementsamenvatting 3 Begripsbepalingen 7 1 Inleiding 9 2 Onderzoeksopzet Doelstelling Onderzoeksaanpak Onderzoeksprotocol Dataverzameling 16 3 Analyse van de dossiers Fire Safety Engineering Kennis Kennisnetwerken Soort simulaties/ berekeningen Toepassingen Resultaat / Proces Beoordeling van simulaties 54 4 Conclusies en aanbevelingen Bevindingen per rubriek Conclusies Aanbevelingen 73 Referenties 77 Bijlage 1 Referentiekader voor analyse 81 Bijlage 2 Problemen en artikelen gelijkwaardigheid 101 Bijlage 3 Wetteksten 107 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 5

6 6 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

7 Begripsbepalingen Fire safety engineering (FSE) De toepassing van ontwerptechnische uitgangspunten, voorschriften en een expertoordeel, dat gebaseerd is op een wetenschappelijke beoordeling van het brandgedrag, de effecten van brand, en de reactie en het gedrag van mensen, met het doel om slachtoffers te beperken, eigendommen en het milieu te beschermen, het gevaar en risico van brand, evenals de effecten van brand, te kwantificeren, en de optimale beschermende en brandpreventieve maatregelen te evalueren, die nodig zijn om de gevolgen van brand binnen vastgelegde niveaus te beperken [EC, 2002]. Brandveiligheid Een omstandigheid waarin de kans op het ontstaan van brand op een algemeen geaccepteerd niveau is en de effecten van een eenmaal ontstane brand beperkt blijven. NB. In de benadering van het aspect 'kans' wordt ook het menselijk gedrag meegenomen. Het 'effect' wordt uitgedrukt in schade aan leven en gezondheid van mensen en dieren, materiële schade, schade aan milieu en schade door onderbreking van bedrijfscontinuïteit. Vluchtveiligheid Een omstandigheid waarin mensen in staat zijn een (door brand of de effecten van een brand) bedreigd gebied snel en zonder gevaar te verlaten. Gelijkwaardige oplossing Een alternatieve invulling van de functionele eisen uit het Bouwbesluit. Dit kan een invulling zijn in afwijking van de prestatie-eisen, of een invulling van de functionele eisen voor grote compartimenten, ondergrondse gebouwen of hoge gebouwen. NB. Veelal gaat het hierbij om een oplossingsrichting met toepassing van installaties en/of managementprocedures. Gelijkwaardige veiligheid Een omstandigheid waarin een bepaald vlucht- en brandveiligheidsniveau is bewerkstelligd dat minimaal gelijk is aan het niveau zoals beoogd in de functionele eisen uit het Bouwbesluit. Hierbij is met behulp van FSE invulling gegeven aan de integrale brandveiligheid en vluchtveiligheid (in een gebouw). NB. Veelal gaat het hierbij om gevallen waarin een invulling is gegeven aan de functionele eisen voor grote compartimenten, ondergrondse gebouwen of hoge gebouwen. Gelijkwaardigheid Een omstandigheid waarin een bepaald vlucht- en brandveiligheidsniveau is bewerkstelligd dat minimaal gelijk is aan het niveau zoals beoogd in de functionele eisen uit het Bouwbesluit. Hierbij is een alternatieve invulling gegeven aan één of meerdere prestatie-eisen uit het Bouwbesluit. NB. Veelal gaat het hierbij om een fragmentarische benadering van brand- en/of vluchtveiligheid in plaats van een integrale benadering. Bij gelijkwaardigheid is veelal invulling gegeven aan slechts één of enkele deelaspect(en) van brand- en/of vluchtveiligheid. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 7

8 Dossier Een verzameling van ingediende en/of behandelde documenten die betrekking hebben op een (bouw)vergunningaanvraag. Dit kunnen onder andere rapporten, brieven, s, faxen en tekeningen zijn. Beoordeling(sdocument) Een document, waarin de brand- en/of vluchtveiligheid van een gebouwontwerp met behulp van een simulatie- en/of rekenmodel is aangetoond door een adviesbureau, dat als bijlage bij een (bouw)vergunningaanvraag is ingediend bij een gemeente. Simulatiemodel Een computermodel met een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, waarmee een voorspelling wordt gedaan van aspecten die gerelateerd zijn aan de brandontwikkeling in en/of de ontvluchting uit een gebouw. Deze voorspelling is gebaseerd op de berekening van een complexe en dynamische situatie. Rekenmodel Een wiskundig model met een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, waarmee een voorspelling wordt gedaan van aspecten die gerelateerd zijn aan de brandontwikkeling in en/of de ontvluchting uit een gebouw. Deze voorspelling is gebaseerd op de berekening van een eenvoudige en statische of semi-dynamische situatie. 8 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

9 1 Inleiding Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid voert sinds 2005 het meerjaren onderzoeksprogramma Simulatie uit. In dit programma wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van berekeningen en simulatiemodellen voor brandveiligheid in Nederland. Uit de verkenningsfase van dit onderzoeksprogramma is gebleken dat de state-of-the-art simulatiemodellen van brand- en rookontwikkeling, evacuatie en interventie voornamelijk in het buitenland worden ontwikkeld [Kobes e.a., 2006]. Eveneens is vastgesteld dat simulatiemodellen van brand- en rookontwikkeling zowel in Nederland als in het buitenland in beperkte mate worden toegepast. Hierdoor is nog weinig ervaring in het proces van het simuleren en het verifiëren van de simulatie. Ook de kennis over brandgedrag in gebouwen en menselijk gedrag bij evacuatie is nog beperkt. Deze kennis is nodig voor de ontwikkeling van betrouwbare simulatiemodellen en de juiste toepassing daarvan. Verder bestaat er een grote behoefte aan validatie van de ontwikkelde programma's aan praktijkgevallen. Mede daarom zijn simulaties alleen verantwoord wanneer ze door deskundigen binnen het toepassingsbereik worden toegepast. Ondertussen worden simulatieprogramma s in gebruikt als middel om gelijkwaardige veiligheid in het kader van de bouw- en gebruiksvergunningverlening aan te tonen. Dit terwijl er in Nederland geen uniforme (proces)afspraken beschikbaar zijn voor een juiste beoordeling van de simulaties. Deze conclusies rechtvaardigen de onderzoeksvraag die inzicht geeft in hoe gemeenten in Nederland met simulatieprogramma's omgaan. Anders gezegd: er is behoefte aan een overzicht van de ontwerpen waarvoor gelijkwaardige veiligheid door simulatie aangetoond moeten worden en de wijze waarop de toetsing en vergunningverlening verloopt. In een eerder onderzoek is de toepassing van simulatie in het kader van gelijkwaardige brandveiligheid bij adviesbureaus onderzocht en gerapporteerd in 'Staalkaart adviesbureaus' [Vliet e.a., 2007]. In hoofdstuk 2 wordt de opzet van de dossierstudie toegelicht. Dit is de studie met de onderzoeksvraag waar deze rapportage antwoord op geeft. Hoofdstuk 3 behandelt de resultaten die uit de dossierstudie naar voren zijn gekomen. In hoofdstuk 4 zijn conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. In bijlage 1 wordt het referentiekader voor de analyse van de onderzoeksgegevens gepresenteerd. In dit referentiekader zijn de (wetenschappelijke) uitgangpunten voor het onderzoek weergegeven. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 9

10 10 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

11 2 Onderzoeksopzet 2.1 Doelstelling Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van een beeld van de toepassing van rekenmodellen en simulaties bij het ontwerp en de beoordeling van de brandveiligheid van gebouwen. Hierbij gaat het met name om de toegepaste modellen, de aard van de toepassing en het proces van de beoordeling van de modelresultaten binnen het traject van advies- en vergunningaanvraag van een bouwwerk. De centrale vraag van dit onderzoek is daarom: 'Hoe gaan gemeenten in Nederland om met de toepassing van reken- en simulatiemodellen voor brandveiligheid in het kader van bouwvergunningverlening?' Met rekenmodellen worden in deze rapportage de niet-dynamische modellen bedoeld. Voorbeelden van niet-dynamische modellen zijn NEN 6089 'Bepaling van de opvang- en de doorstroomcapaciteit van een gebouw' en NEN 6068 'Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten'. Onder simulatiemodellen worden de dynamische modellen verstaan. Voorbeelden van dynamische modellen zijn het vultijdenmodel en de CFD 1 -software, zoals FLUENT en Simulex. 2.2 Onderzoeksaanpak Voorafgaand aan de dossierstudie bij gemeenten is een pilotstudie uitgevoerd bij de vier zeer grote gemeenten. Deze pilotstudie bestond uit een interview naar de toepassing van simulaties in de betreffende gemeente. Uit de interviews is naar voren gekomen dat de omvang van de gemeente mogelijk niet relevant is. De zeer grote gemeenten zijn veelal opgedeeld in deelgemeenten. De bouwvergunningaanvragen worden veelal ook door de deelgemeenten behandeld. Sommige van deze deelgemeenten zijn wat betreft de aanwezige gebouwtypen en de brandveiligheidonderwerpen te vergelijken met de kleinere gemeenten. De deelgemeenten kunnen in het geval van simulatie doorgaans gebruik maken van de expertise op het 'hoofdkantoor'. Daarmee is de situatie in grote gemeenten vergelijkbaar met situatie in (zeer) kleine gemeenten. Kleine(re) gemeenten kunnen namelijk doorgaans gebruik maken van de expertise op het 'regiokantoor'. Uit de gegevens uit de dossierstudie (zie ook hoofdstuk 3) is naar voren gekomen dat de omvang van de gemeente nauwelijks van invloed is op de volledigheid van de dossiers of op het verloop van het beoordelingsproces van vergunningaanvragen waarin gebruik is gemaakt van gelijkwaardigheidsbeoordelingen. Bij de dossierstudie zijn eerst de regionale brandweerkorpsen benaderd met de vraag of in hun verzorgingsgebied bouwvergunningaanvragen bekend zijn waarin gelijkwaardige brandveiligheid is aangetoond met behulp van simulatie- en/of rekenmodellen. Van de 25 brandweerregio's hebben er 23 (92%) meegewerkt aan het onderzoek. Vervolgens is via de regio's contact opgenomen met de afdeling brandpreventie van gemeenten waarvan bekend was dat zij simulatiemodellen hebben beoordeeld. Daarnaast heeft het NIFV contact opgenomen met andere gemeenten die vermoedelijk dossiers hebben beoordeeld waarin simulatiemodellen 1 Computational Fluid Dynamics, dat wordt toegepast in de numerieke stromingsleer. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 11

12 zijn toegepast. In totaal zijn 31 (7%) van de 443 gemeenten in Nederland in het onderzoek betrokken. Deze gemeenten zijn door onderzoekers van het NIFV bezocht voor het verzamelen van de benodigde gegevens uit één of meerdere dossiers. Omdat het onderzoek een steekproef betreft zijn de gemeenten zoveel mogelijk geselecteerd op basis van geografische spreiding (ten minste één gemeente per brandweerregio) en op basis van gemeenteomvang. De aandacht ligt daarbij vooral op de grotere gemeenten aangezien het aannemelijk is dat in deze gemeenten de meeste kennis en ervaring aanwezig is op gebied van de beoordeling van simulatieen rekenmodellen. NB: de steekproef is niet willekeurig geweest, aangezien juist de gemeenten zijn bezocht die vermoedelijk een simulatiemodel hebben beoordeeld. Daarmee kan geen beeld verkregen hoe het aantal simulatiebeoordelingen van de bezochte (kleine) gemeenten zich verhoudt tot het totaal aantal beoordelingen van de niet bezochte (kleine) gemeenten. Verder zijn GEEN data verkregen over hoe het aantal simulatiebeoordelingen zich verhoudt tot aantal overige beoordelingen per gemeente. Het aantal modelbeoordelingen kan daarom NIET omgerekend worden naar een landelijk totaalbeeld. 12 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

13 Er zijn 8 (2%) van de 377 kleine gemeenten (minder dan inwoners) bezocht, 10 (42%) van de 24 middelgrote gemeenten ( inwoners) en 13 (52%) van de 25 (zeer) grote gemeenten (meer dan inwoners). NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 13

14 Bezocht Niet bezocht 2% 98% 58% 42% 48% 52% Klein Middelgroot (Zeer) Groot Bij de kleine en grote gemeenten is een verdere verdeling mogelijk in kleine/grote en zeer kleine/grote gemeenten. Er zijn 2 (1%) van de 189 zeer kleine gemeenten (minder dan inwoners) bezocht, 6 (3%) van de 188 kleine gemeenten ( ), 10 (48%) van de 21 grote gemeenten ( ) en 3 (75%) van de 4 zeer grote gemeenten (meer dan inwoners). 2.3 Onderzoeksprotocol Om op gestructureerde wijze gegevens te verzamelen is een onderzoeksprotocol opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van een standaardvragenlijst die is omgezet in een Access-database. Database In de database zijn gegevens vastgelegd over verschillende onderwerpen die van belang zijn bij het toetsen en vergunnen van gelijkwaardigheidvraagstukken op het gebied van brandveiligheid. In de database zijn de volgende items opgenomen: - Projectgegevens - Gelijkwaardigheid - Simulatie - Scenario's - Vergunningen - Evaluatie Hierna volgt een korte beschrijving van de inhoud van de items. Projectgegevens De projectgegevens omvatten algemene informatie over de gemeente en over het betreffende dossier, zoals het aantal inwoners, naam en adresgegevens van het object en contactgegevens van de betreffende brandpreventiefunctionaris. Gelijkwaardigheid Dit zijn onder andere de gebruiksfuncties van het object, de aanleiding voor gelijkwaardigheid, de omschrijving van het probleem en de gelijkwaardige oplossing. 14 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

15 Simulatie Dit zijn gegevens over het toegepaste simulatieprogramma, zoals het type programma of het bereik van het programma. Verder is opgenomen of de toetscriteria voor gelijkwaardigheid vooraf zijn vastgesteld. Scenario's Dit zijn de uitgangspunten en de invoerwaarden die bij de scenario's horen die in het simulatieprogramma zijn toegepast. Hierbij valt te denken aan de omvang van de brand en de plaats van de brand. Vergunningen Dit zijn gegevens over het proces van vergunningverlening, zoals het aantal vooroverleggen dat is gevoerd en de onderwerpen die daarin zijn besproken, de advisering aan Bouw- en Woningtoezicht en de vergunningen die verleend zijn. Evaluatie Bij elk bezoek is de betreffende preventiefunctionaris geïnterviewd over de leerervaringen uit het onderzochte dossier. Verder is de algemene indruk van het onderzoeksteam over het bouwplanbeoordelingsproces en de competenties van de gemeente in relatie tot gelijkwaardigheid en de beoordeling van simulatieresultaten vastgelegd. Bruikbaarheid voor dossierstudie Vooraf is bepaald welke dossiers bruikbaar zijn voor de dossierstudie. Dit betreffen dossiers waarop een bouwvergunning is verleend en waarin gebruik is gemaakt van een simulatie en/of rekenmodel. Er is daarbij de hoogste prioriteit gegeven aan dossiers met toepassing van simulatie. In gemeenten waarin geen dossiers zijn aangeboden met toepassing van simulatie, maar wel met toepassing van een rekenmodel is de prioriteitstelling gedaan op basis van het onderwerp. De prioriteitstelling voor rekenmodellen (hoogste prioriteit bovenaan): - bijzondere bouwwerken (zoals ondergrondse en hoge gebouwen) - gebouwen met een bijeenkomstfunctie (zoals theaters en sportgebouwen) - gebouwen met een atrium en/of tweede-huid-gevel - gebouwen met grote compartimenten: o parkeergarages o winkelgebouwen o opslaggebouwen. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 15

16 2.4 Dataverzameling De dataverzameling is op locatie uitgevoerd door een team van twee onderzoekers. Veelal vond de dataverzameling plaats op kantoor bij een gemeentelijke brandweer en in enkele gevallen bij een regionale brandweer. In totaal hebben vier onderzoekers de verschillende gemeenten bezocht, waarbij de samenstelling van het onderzoeksteam varieerde. Elk team bestond uit ten minste één preventiedeskundige met praktijkervaring. De vier onderzoekers zijn voorafgaand aan de dataverzameling geïnstrueerd in de toepassing van het onderzoeksprotocol. Tussentijds zijn de ervaringen van de onderzoekers met het protocol geëvalueerd en is het protocol verfijnd. De 31 gemeenten hebben (naar eigen inzicht) potentieel interessante bouwvergunningdossiers waarin simulatie- en/of rekenmodellen zijn toegepast voorgelegd aan de onderzoekers. Vervolgens heeft het onderzoeksteam de aangeboden dossiers na een vluchtige analyse geselecteerd op bruikbaarheid (voor de dossierstudie) en diepgang. Vervolgens zijn de geselecteerde dossiers nader bestudeerd. Ter afsluiting van het bezoek zijn planbeoordelaars geïnterviewd over het proces van de beoordeling van de geselecteerde dossiers en over de algemene ervaringen op het gebied van simulatietoepassing in bouwvergunningaanvragen. De gegevens uit de geselecteerde dossiers zijn zoveel mogelijk tijdens het bezoek ingevoerd in de database. Veel van de dossiers waren echter gebrekkig georganiseerd en daarom was het lastig om de benodigde informatie uit het dossier te destilleren. Daardoor was niet altijd voldoende tijd beschikbaar om de informatie ter plaatse te analyseren en in te voeren. In deze gevallen zijn de rapporten met de resultaten van de berekeningen en/of simulaties gekopieerd en naderhand geanalyseerd en ingevoerd. Voor de invoer en analyse van de gekopieerde rapporten van de adviesbureaus is het onderzoeksteam versterkt met twee ervaren preventiedeskundigen. Er zijn uiteindelijk 69 dossiers opgenomen in de database. Daarvan zijn 54 dossiers bruikbaar gebleken voor nadere analyse. Deze 54 dossiers komen uit 29 verschillende gemeenten, te weten zeven (24%) kleine gemeenten, tien (35%) middelgrote en 13 (45%) grote gemeenten. De twee gemeenten waarvan de dossiers niet in de nadere analyse zijn meegenomen zijn een zeer kleine en een grote gemeente. In de 54 bestudeerde dossiers zijn 97 rapporten over de bepaling van gelijkwaardige brandveiligheid aangetroffen. In deze rapporten komen in totaal 40 simulaties, 41 berekeningen en 1 proefbrand aan de orde. In de overige 15 rapportages zijn aanvullingen op eerdere rapporten en herbeoordelingen opgenomen en in een enkel geval is een brandveiligheidsvisie/-concept het onderwerp van het rapport. 16 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

17 3 Analyse van de dossiers In dit hoofdstuk worden de items uit de database (zie paragraaf 2.3) besproken. De items zijn geclusterd in rubrieken. Iedere rubriek wordt afgesloten met een analyse en conclusies. Hierin worden de gegevens uit de database bediscussieerd en vergeleken met de resultaten die uit literatuuronderzoek naar voren zijn gekomen. De resultaten uit het literatuuronderzoek zijn opgenomen in bijlage Fire Safety Engineering Het doel van deze rubriek is om een beeld te geven over de beoordeling van een project met fire safety engineering en/of gelijkwaardigheid in het algemeen. In de interviews met de preventiefunctionarissen zijn daarom onder andere het beoordelingsproces en de daarbij behorende leerervaringen besproken. In deze paragraaf komen de gegevens uit de interviews aan de orde Gegevens uit de interviews In totaal 26 gemeenten hebben zich uitgesproken over het beoordelingsproces en de leerervaringen. De vijf gemeenten waarmee geen evaluatie gehouden is betreffen drie kleine gemeenten en twee grote gemeenten. De kleine gemeenten hebben onder andere de volgende ervaringen genoemd 2 : - "Er is veel discussie gevoerd tussen gemeente en projectteam, het is een lastig traject geweest." - "Doordat er een grote diversiteit bestaat in simulatieprojecten is het als gemeenteambtenaar moeilijk om specialist in simulatie te worden." - "We hadden geen idee hoe een goed CFD adviesrapport er uit zou moeten zien." - "Het ging wel goed, maar we moeten nog veel leren." De middelgrote gemeenten benoemen vooral de volgende ervaringen: - "Er is veel discussie gevoerd tussen gemeente en projectteam, het is een lastig traject geweest. Bovendien levert de gelijkwaardigheid vanwege gebruiksaspecten uiteindelijk problemen op voor de handhavers." - "Het was de eerste keer dat we een simulatie moesten beoordelen." (2x) - "We zijn onzeker over de kwaliteit van de dossierbehandeling." - "Ik wil voortaan geen simulatieprojecten meer doen omdat het te lastig is." - "We gaan in het vervolg een externe expert inhuren." - "Wij zijn bang dat als een berekening/simulatie gelijkwaardigheid voor een bepaald project akkoord wordt bevonden, dit een precedent schept voor het kiezen van invoerwaarden en dergelijke bij andere projecten." - "Ik heb een cursus FSE gevolgd. Dit helpt maar moet bijgehouden worden. En omdat een simulatiebeoordeling bij ons maximaal 1 of 2x per jaar voor komt is het als gemeenteambtenaar moeilijk om specialist in simulatie te worden." - "De controle van de simulatieresultaten is lastig omdat ik de plaatjes niet begrijp. Ik heb de beoordeling gedaan op basis van gezond verstand." 2 Vrij verwoord uit de evaluatiegesprekken. Het zijn geen letterlijke citaten, maar een verwoording van de strekking van de uitspraken. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 17

18 - "We hebben tijdens het beoordelingsproces ons verdiept in gelijkwaardigheid. Het was een kwestie van learning on the job." (2x) - "We hebben tijdens het proces van het adviesbureau geleerd." (2x) In de evaluatiegesprekken met de grote gemeenten zijn onder andere de volgende uitspraken gehoord: - "We hebben niet zoveel vertrouwen in adviesbureaus en simulaties. We beoordelen liever berekeningen dan simulaties." - "Het was de eerste keer dat we een simulatie moesten beoordelen. Ook binnen de regio was geen kennis aanwezig. We hebben zelf veel informatie uit het land verzameld. Deze informatie heeft ons eigenlijk niet echt verder geholpen." - "De CFD beoordeling is een drama. Het rapport kan vol valkuilen zitten. Met name schort het nogal aan de argumentatie." - "CFD is als redmiddel toegepast nadat de bouwer in afwijking van de vergunning was gaan bouwen. Door tijd- en gelddruk is een theoretische oplossing gezocht. We wilden de methodiek eerst niet erkennen, maar het gevolg was een rechtsgang en werden we gedwongen de methodiek te accepteren." - "We hebben vooraf meer informatie en kennis nodig." - "Voorbesprekingen zijn belangrijk. Je moet kritisch zijn tegenover adviesbureaus wat betreft de kwaliteit van de rapportage." - "Er moeten speciale eisen gesteld worden aan beoordelaars van simulaties." - "Een proefbrand vinden wij een goede methode voor de onderbouwing voor gelijkwaardigheid." - "We hebben tijdens het beoordelingsproces ons verdiept in gelijkwaardigheid. Het was een kwestie van learning on the job." (3x) - "We hebben tijdens het proces van het adviesbureau geleerd." Analyse Uit de interviews komt vooral naar voren dat de beoordeling van gelijkwaardigheid een leerproces op zich is. Meerdere kleine, middelgrote en zelfs grote gemeenten hebben aangeven dat het de eerste kennismaking was met de beoordeling van gelijkwaardigheid, het een kwestie is van learning on the job, en/of dat ze het betreffende adviesbureau hebben gevraagd een uitgebreide toelichting te geven. Dit laatste zou beschouwd kunnen worden als een soort van spoedcursus in het beoordelen van simulaties. Deze bevindingen zijn alarmerend te noemen. Het feit dat gemeenten nog tijdens het beoordelingsproces zichzelf moeten (laten) onderwijzen in de methodiek van gelijkwaardigheidtoetsing is een ongewenste situatie. Ook is het zorgelijk dat sommige gemeenten (vanwege onvoldoende kennis) terughoudend zijn ten opzichte van de beoordeling van gelijkwaardigheid en dan met name wanneer simulaties zijn toegepast. Een aantal kleine, middelgrote en zelfs grote gemeenten geeft aan dat de beoordeling van Beheersbaarheid van brand als lastig wordt ervaren. Dit is opmerkelijk aangezien de beoordelingen van Beheersbaarheid van brand relatief eenvoudig zijn en al jarenlang en in (relatief) grote mate worden toegepast. Bovendien worden sinds de eerste uitgave van het reken- en beslismodel (1995) door verschillende organisaties cursussen in de beoordeling van Beheersbaarheid bij brand aangeboden. De kennis over en ervaring met deze bepalingsmethode zou dan ook als bekend verondersteld mogen worden. 18 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

19 Persbericht op In de Gamma in Doetinchem brak vanmiddag omstreeks u een grote brand uit. De brand legde het hele complex van zo'n 5000 vierkante meter in de as. Tachtig brandweerlieden van diverse korpsen uit de omgeving bestreden het vuur en wisten het naastgelegen tuincentrum van de vlammen te redden. Figuur 1 Brand in complex met groot brandcompartiment De bepalingsmethode Beheersbaarheid van brand kan worden toegepast als grote compartimenten (groter dan 1000 m 2 ) wenselijk zijn. Wanneer de bepalingsmethode niet juist is toegepast, of de maatregelen die op basis van de methode zijn toegepast niet bij (de repressieve dienst van) de brandweer bekend is, kan een eenmaal ontstane brand leiden tot een zeer grote brand. Dergelijke branden kunnen bovendien (ook) economische en maatschappelijke gevolgen hebben, zoals de noodzaak tot het (soms dagenlang) afsluiten van het industrieterrein en/of de snelweg waarop/-langs het gebouw met grote compartimenten is gelegen. De vraag rijst of dergelijke gevolgen aanvaardbaar zijn. In figuur 1 is ter illustratie een voorbeeld van een grote brand in een complex met grote brandcompartimenten weergegeven. Overigens geldt dit zorgwekkende beeld niet voor alle gemeenten. Een aantal gemeenten heeft voldoende kennis en ervaring om de meest gangbare methodes van gelijkwaardigheidbepaling te kunnen toetsen. Ook is een aantal gemeenten zich bewust van de gemeentelijke beperkingen en 'lenen' de benodigde kennis en ervaring binnen de (Veiligheids)regio of bij andere adviesbureaus (second opinion). NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 19

20 De veronderstelling dat de regelgeving in Nederland onvoldoende basis biedt voor fire safety engineering 3 is in de interviews nauwelijks naar voren gekomen. Dit is mogelijk te verklaren vanuit de houding van learning on the job, die de meeste preventiefunctionarissen laten zien. Ofwel, men lijkt min of meer te accepteren dat men moet 'roeien met de riemen die men heeft'. Hoewel deze houding de tijdsdruk van de fatale termijnen binnen de vergunningverlening zo min mogelijk frustreert, mag niet op voorhand verwacht worden dat het leidt tot een kwalitatief voldoende beoordeling. Voor een kwalitatief voldoende beoordeling zou de planbeoordelaar namelijk al voorafgaand aan het beoordelingsproces moeten kunnen beschikken over de benodigde toetsinstrumenten 4 (lees: regelgeving met heldere toetscriteria) en de benodigde kennis en ervaring moeten hebben Conclusies over fire safety engineering De beoordeling van gelijkwaardige brandveiligheid wordt door de meeste gemeenten als lastig ervaren. Met name de toepassing van simulaties en rekenmodellen in het kader van fire safety engineering blijkt problematisch te zijn. Zelfs de relatief eenvoudige vormen van fire safety engineering, zoals de beoordeling van Beheersbaarheid van brand, wordt als lastig ervaren. Hierbij is geen onderscheid waarneembaar tussen kleine, middelgrote en grote gemeente. Dit is op zijn minst zorgwekkend te noemen. 3.2 Kennis De doelstelling van deze rubriek is om een indruk te krijgen van het kennisniveau bij de gemeenten. De gegevens zijn verzameld middels een evaluatiegesprek met de preventiefunctionaris Gegevens uit de interviews Competenties van gemeenten Waardering van competentie van gemeente, waarden in aantal antwoorden Onderzoeker Ambtenaar Geen mening 3 9 Goed 4 4 Redelijk 5 6 Matig 4 5 Onvoldoende Zie bijlage 1, paragraaf 1. 4 Zie bijlage 1, paragraaf 1. 5 Zie bijlage 1, paragraaf NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

21 Drie van de 26 geïnterviewde gemeenten hebben zich niet uitgesproken over de eigen competenties op het gebied van de beoordeling van gelijkwaardigheid en in het bijzonder van simulaties. Tien (43%) van de overige 23 gemeenten schatten de eigen competenties positief in. Vijf (22%) schat de eigen competenties als matig en daarmee als nauwelijks toereikend in. Acht (35%) gemeenten vinden zichzelf onvoldoende competent. De gemeenten hebben een zelfwaardering gegeven waarbij de waardering niet is afgezet tegen het competentieniveau in andere gemeenten. Het onderzoeksteam had de mogelijkheid om het competentieniveau (voor zover uit de interviews naar voren is gekomen) van de verschillende gemeenten in de dossierstudie met elkaar te vergelijken. Om een totaalbeeld te krijgen van de waardering van het competentieniveau heeft ook het onderzoeksteam per gemeente een waardering gegeven. Het onderzoeksteam heeft zich niet uitgesproken over de competenties van negen gemeenten. Dit betreffen vier (80%) van de vijf geïnterviewde kleine gemeenten, drie (27%) van de 11 middelgrote gemeenten en twee (20%) van de tien geïnterviewde grote gemeenten. De competenties van negen (53%) van de 17 overige gemeenten schatten de onderzoekers positief in. De kennis en kunde op het gebied van gelijkwaardigheidbeoordeling wordt bij vier (24%) gemeenten als nauwelijks toereikend ingeschat. Bij de vier (24%) overige gemeente wordt de competentie als onvoldoende beschouwd. Waardering van competenties van gemeenten, verschil tussen gemeente en onderzoeksteam Ambtenaar positief, onderzoeker negatief 1 Ambtenaar meer positief dan onderzoeker 1 Ambtenaar minder negatief dan onderzoeker 1 negatief verschil Ambtenaar minder positief dan onderzoeker Ambtenaar meer negatief dan onderzoeker positief verschil Klein Middelgroot Groot Ambtenaar negatief, onderzoeker positief 2 2 Geen verschil 5 5 Geen mening Van de 17 waarderingen door het onderzoeksteam kwam in tien (59%) gevallen de waardering overeen met de zelfwaardering van de gemeente. In de overige zeven (41%) gevallen was er een verschil in de waardering door de gemeente en het onderzoeksteam. In vier gevallen lijken de gemeenten de eigen competenties te onderschatten en in drie gevallen lijken de gemeenten de eigen competenties te overschatten. Volledigheidshalve moet vermeld worden dat de waardering door zowel de gemeenten als het onderzoeksteam slechts een gevoelsmatige indicatie is. Aan de (zelf)waarderingen moeten daarom geen grote betekenis toegekend worden. Het NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 21

22 geeft slechts een algemene indruk. De toelichtingen van de gemeenten op de zelfbeoordeling is van groter belang voor de dossierstudie. De kleine gemeenten hebben onder andere het volgende gemeld 6 : - "Er is een ongelijk kennisniveau tussen gemeenten en adviesbureaus." - "De kennis op gebied van gelijkwaardigheid zou bij de regio moeten zitten, maar zit nu nog vooral bij gemeenten." Middelgrote gemeenten stellen onder andere het volgende: - " MBO-niveau is onvoldoende voor simulatiebeoordeling. De benodigde expertise moet worden ingehuurd." - "Kleinere gemeenten hebben te weinig ervaring voor gelijkwaardigheidbeoordelingen." (2x) - "Ons competentieniveau is goed. Een aantal van onze adviseurs hebben een FSE cursus gevolgd." - "Door learning on the job zijn we competenter geworden." Grote gemeenten hebben onder andere het volgende genoemd: - "Er is een ongelijk kennisniveau tussen gemeenten en adviesbureaus." (2x) - "Kennis over beheersbaarheid van brand in de regio zou goed zijn ter ondersteuning." - "MBO+ is onvoldoende voor simulatiebeoordeling." (2x) - "We hebben een specialist FSE nodig." (2x) - "Ik heb een cursus FSE gevolgd en dat scheelt al iets." - "Als het nodig is zoeken we samenwerking met preventisten in buurgemeenten of bij de regio." (2x) - "De benodigde expertise wordt ingehuurd." - "Door learning on the job zijn we competenter geworden." (2x) Waardering van competenties van adviesbureaus Waardering van gemeente over competenties adviesbureaus Onvoldoende Matig Redelijk Goed Geen mening Vrij verwoord uit de evaluatiegesprekken. Het zijn niet beslist letterlijke citaten, maar verwoorden de strekking van de uitspraken. 22 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

23 In de evaluatiegesprekken is ook gevraagd naar de indruk van de gemeenten over de competenties van adviesbureaus voor wat betreft de beoordeling van gelijkwaardige brandveiligheid. Zes (23%) gemeenten hebben zich niet uitgesproken over de competenties van adviesbureaus. De overige 20 gemeenten zijn verdeeld in hun mening over de competenties van de adviesbureaus. Tien (38%) gemeenten zijn namelijk positief gestemd en tien (38%) gemeenten zijn negatief gestemd. Vooral de kleine gemeenten stellen dat de competenties van adviesbureaus twijfelachtig is. De middelgrote en grote gemeenten hebben in de evaluatiegesprekken onder andere de volgende toelichting gegeven bij de waardering van de competenties van de adviesbureaus 7. - "De competentie is onvoldoende. Ze hebben de keuzes slecht onderbouwd." - "De competentie van adviesbureaus is wisselend, soms zelf gevaarlijk." - "De adviesbureaus hebben hun eigen specialisme, maar voeren ook opdrachten uit waar ze minder goed in zijn." (2x) - "De kwaliteit van adviesbureaus hangt vaak af van de eisen van de opdrachtgever." - "Het competentieniveau van adviesbureaus is redelijk. Ze rekenen wel vaak tot vlak onder of zelfs over de marges." (2x) - "De gemeente heeft geen controletaak heeft ten opzichte van adviesbureaus. We gaan af op certificaten en referenties." - "De competentie van adviesbureaus is goed." (7x) - "De competentie van adviesbureaus is goed, maar niet transparant." (2x) - "We hebben veel uitleg gekregen van de adviseur." (2x) - "We zijn onder de indruk van het kennisniveau van de adviseur." - "Bij adviesbureaus ontbreekt vaak het gevoel voor brandontwikkeling en brandbestrijding. Ze zijn vaak wel theoretisch goed onderlegd." Analyse Slechts 43% van de gemeenten die zich hebben uitgesproken over de eigen competenties vinden zichzelf redelijk tot voldoende competent om simulaties te beoordelen. Ruim tweederde van de gemeenten vindt zichzelf onvoldoende competent en de overige 22% is matig negatief over de eigen competenties. Een aantal gemeenten stellen dat er sprake is van een kennisasymmetrie tussen adviesbureaus en gemeenten. Een aantal andere gemeenten stellen dat zij door learning on the job competenter zijn geworden. Wat betreft het benodigde kennisniveau voor de beoordeling van simulaties geven sommigen aan dat MBO ontoereikend is. Dit komt overeen met wat op basis van de literatuur 8 gesteld kan worden, namelijk dat een HBO en/of academisch (Bachelor) werk- en denkniveau op het gebied van fire safety engineering noodzakelijk is. Bovendien is ervaring in gelijkwaardigheidbeoordeling noodzakelijk. Enkele gemeenten merken dan ook (terecht) op dat de afzonderlijke gemeenten zo weinig met simulatiebeoordeling in aanraking komen dat per definitie onvoldoende kennis en kunde op gebied van simulaties bij de afzonderlijke gemeenten aanwezig zal zijn. Uit de beschrijvingen 9 van een 'fire engineer' door IFE en SFPE blijkt dat voor fire safety enigeering niet alleen kennis, maar ook training en ervaring nodig is. Een 7 Vrij verwoord uit de evaluatiegesprekken. Het zijn geen letterlijke citaten, maar een verwoording van de strekking van de uitspraken. 8 Zie bijlage 1, paragraaf 2. 9 Zie bijlage 1, paragraaf 2. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 23

24 aantal gemeenten maakt zichzelf competent(er) door gebruik te maken van kennisnetwerken, in de vorm van het inhuren van expertise bij adviesbureaus of door samen te werken met andere gemeenten. De gemeenten zijn sterk verdeeld over de competenties van de adviesbureaus. Opmerkingen die gemaakt zijn variëren van 'bij adviesbureaus ontbreekt vaak het gevoel voor brandontwikkeling en brandbestrijding, maar ze zijn vaak wel theoretisch goed onderlegd' en 'de competentie van adviesbureaus is goed, maar niet transparant' tot 'we zijn onder de indruk van het kennisniveau van de adviseur' Conclusies over kennis De gemeenten zijn zowel over de eigen competenties als over de competenties van adviesbureaus sterk verdeeld. Daar waar de ene gemeente (sterk) negatief is, is de andere gemeente (sterk) positief. Wel kan gesteld worden dat in het algemeen behoefte is aan meer kennis op gebied van simulatie en in fire safety engineering. Gemeenten beschouwen MBO als ontoereikend voor de beoordeling van gelijkwaardigheid. Ook wordt kennis door (veelvuldige) ervaring, zoals via learning on the job, belangrijk gevonden. Verder lijkt op basis van de uitspraken van de gemeenten sprake te zijn van een wederzijdse kennisasymmetrie tussen brandweer en adviesbureaus. Zo wordt bij de brandweer de kennis en het inzicht in de werking van simulatie en rekenmodellen als ontoereikend beschouwd en bij de adviesbureaus wordt de kennis en inzicht in brandontwikkeling in gebouwen als ontoereikend beschouwd. 3.3 Kennisnetwerken Het doel van deze vragenrubriek is een beeld te krijgen van personele- en organisatienetwerken waarmee geïnterviewden hun kennis en ervaring op het gebied van berekeningen en simulatiemodellen op peil houden. Allereerst is de samenwerking met brandweerregio's onderzocht. Daarnaast is gevraagd naar toetsprocedures en projectevaluaties. Ten slotte zijn verbetersuggesties gevraagd voor de verbetering van de kennisuitwisseling in kennisnetwerken. 24 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

25 3.3.1 Gegevens uit de dossierstudie Samenwerking met brandweerregio Heeft de gemeente samenwerkingsafspraken met de veiligheidsregio? Klein - Ja Klein - Nee Middelgroot - Ja 3 Middelgroot - Nee 5 6 Groot - Ja Groot - Nee Elf (38%) van de 29 gemeenten met dossiers in de database hebben samenwerkingsafspraken met de brandweerregio. Dit betreffen drie (43%) van de 11 kleine gemeenten, drie (33%) van de negen middelgrote gemeenten en vijf (38%) van de 13 grote gemeenten. Toetsprocedures en projectevaluatie Geen (0%) van de bezochte gemeenten heeft een toetsprocedure voor simulaties vastgelegd. Eén (3%) gemeente heeft een projectevaluatie uitgevoerd na de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid van de bouwvergunningaanvraag. Kennisuitwisseling In de evaluatiegesprekken hebben de preventiefunctionarissen suggesties gedaan voor het verbeteren van de kennis op het gebied van gelijkwaardigheid. De suggesties hebben betrekking op kennisuitwisseling via samenwerking, standaardisatie en opleiding. Samenwerking - In de toekomst beter samenwerken met buurgemeenten/regio. - Er is meer regionale en landelijke begeleiding nodig. - Een landelijke adviesdienst zou nuttig zijn (2x), maar dan wel gratis (1x). - Men overweegt om binnen de brandweerregio te gaan samenwerking op gebied van beoordeling van gelijkwaardigheid. - Stel een regio-preventist met FSE specialisatie aan. (2x) - Meer samenwerking met andere gemeentes zoeken. - Zorg voor goede samenwerking met bouwtoezicht. De ervaring is dat het met name bij grote projecten zinvol is. - Vooroverleg is noodzakelijk om vooraf bepalingsmethode en onderwerp van simulatie vaststellen. Nu is verkeerde methode gebruikt en zijn niet de juiste zaken berekend. - In de toekomst kritischer zijn en vooraf inspraak eisen op de methode en de te kiezen parameters. (3x) - Uitwisseling tussen adviseurs en regio-preventisten door middel van stageplaatsen. NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 25

26 Standaardisatie - Richtlijn vaststellen wanneer simulatie wel of niet noodzakelijk of gewenst is. - Er is behoefte aan een leidraad voor de beoordeling van gelijkwaardigheid met simulatie. (2x) - Standaardbeleid voor veel voorkomende gelijkwaardigheidoplossingen is gewenst (2x), zoals toepassing van RWA in publieksgebouwen en standaard verbrandingswaarden voor berekening inzake beheersbaarheid van brand (1x). - Er is samenwerking binnen de regio voor het opstelling van beoordelingsrichtlijnen voor specifieke onderwerpen van gelijkwaardigheid. - Formele zaken goed vastleggen en geordend archiveren zodat je bij handhaving de relevante informatie direct voor handen is en redelijk snel een volledig beeld verkregen kan worden. Opleiding - Bij- en nascholing gewenst op gebied van simulatie en rekenregels. (3x) - Specialisten FSE opleiden. (3x) - Een probleem is dat cursussen FSE alleen door adviesbureaus worden gegeven en afgevraagd kan worden of de inhoud van de cursus objectief genoeg is. - Als een project met simulatie zich eenmaal heeft aangediend is er te weinig tijd om een cursus simulatiebeoordeling te volgen. - In opleiding is meer aandacht nodig voor de (on)mogelijkheden voor de toepassing van een sprinkler Analyse In de Handreiking kwaliteit proactie en preventie [BZK, 2003] is een (vrijblijvend) minimumniveau vastgelegd voor het adviseren bij het verlenen van bouwvergunningen en gebruiksvergunningen. Daarin is gesteld dat 'de regionale brandweer de rol van procesbegeleider vervult en adviseert middels een schriftelijk advies'. Het merendeel (62%) van de gemeenten heeft geen samenwerkingsafspraken met de (brandweer)regio. Dit betekent overigens niet dat de betreffende gemeente ook in de praktijk niet met de regio samenwerkt of wenst samen te werken. Uit paragraaf 3.1 en 3.2 is al gebleken dat de kennis vooral bij de gemeenten aanwezig is en niet bij de regio's. Een aantal gemeenten geeft echter aan de beoordeling van 'moeilijke projecten' met behulp van een specialist FSE uit te willen voeren. Deze advisering zou volgens de gemeenten vanuit een regionale of zelfs nationale dienst moeten plaatsvinden. Verder geven de gemeenten aan dat de intergemeentelijke samenwerking belangrijk is, zoals tussen de afdelingen bouw- en woningtoezicht en brandweer. Een aantal gemeenten geven nadrukkelijk aan dat het vooroverleg met adviesbureaus van belang is. Dit vooroverleg is van belang om de juiste beoordelingmethode en vervolgens de juiste parameters te kiezen. Het is niet aannemelijk dat in alle gemeenten de benodigde expertise aanwezig is voor bijzondere bouwvergunningaanvragen. Aangezien het aantal aanvragen met toepassing van gelijkwaardige veiligheid (FSE) naar verwachting niet frequent voorkomt bij een afzonderlijke gemeente, is het zinvol om met meerdere gemeenten een kennisnetwerk te vormen. In dit netwerk kunnen de gemeenten zich specialiseren op een bepaald type onderwerp en de expertise met de andere gemeenten delen. Geen enkele gemeente heeft een toetsprocedure voor simulaties vastgelegd. Dit is gezien de complexiteit van de beoordeling van simulaties ook niet verwonderlijk. De gemeenten geven dan ook aan (op nationaal niveau) behoefte te hebben aan een 26 NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra

27 handreiking (op nationaal niveau). Verder is de suggestie gedaan om voor veel voor komende gelijkwaardige oplossingen standaardbeleid te ontwikkelen, zoals voor de toepassing van RWA in publieksgebouwen. Deze behoefte komt overeen met een aanbeveling van Lundin (2005) in een onderzoek naar het effect van de gewijzigde regelgeving in Zweden van prescriptief naar uitsluitend performance-based. Lundin stelt op basis van zijn bevindingen onder andere dat een continue ontwikkeling van een prescriptieve ontwerpmethode nodig blijft. Een van zijn argumenten is dat prescriptieve ontwerpoplossingen (zoals de huidige prestatie-eisen) de beste basis vormen om te bepalen welke oplossingen wel en niet acceptabel zijn voor de invulling van de doelvoorschriften. Tot slot is kennisuitwisseling en overdracht via bij- en nascholing gewenst Conclusies over kennisnetwerken Het algemene beeld is dat gemeenten nog niet op grote schaal samenwerken, maar bij de beoordeling van gelijkwaardigheid en fire safety engineering projecten wel een belangrijke rol zien weggelegd voor de regio. Een aantal gemeenten geeft aan de beoordeling van 'moeilijke projecten' met behulp van een specialist FSE uit te willen voeren. Deze advisering zou volgens de gemeenten vanuit een regionale of zelfs nationale dienst moeten plaatsvinden. Deze expertise is, zo blijkt uit de interviews, momenteel nog niet in de regio's aanwezig. Het is niet aannemelijk dat in alle gemeenten de benodigde expertise aanwezig is voor bijzondere bouwvergunningaanvragen. Aangezien het aantal aanvragen met toepassing van gelijkwaardige veiligheid (FSE) naar verwachting niet frequent voorkomt bij een afzonderlijke gemeente, is het zinvol om met meerdere gemeenten een kennisnetwerk te vormen. In dit netwerk kunnen de gemeenten zich specialiseren op een bepaald type onderwerp en de expertise met de andere gemeenten delen. Geen enkele gemeente heeft een toetsprocedure voor simulaties vastgelegd. Dit is gezien de complexiteit van de beoordeling van simulaties ook niet verwonderlijk. Er blijkt behoefte te zijn aan een handreiking FSE / simulatiebeoordeling. Deze handreiking zou volgens het NIFV moeten ingaan op: - het toepassingsgebied van simulatie bij gelijkwaardigheid of fire safety engineering - de toetsprocedure voor simulatie in het kader van gelijkwaardigheid of fire safety engineering - standaardoplossingen voor gelijkwaardigheid en gelijkwaardige veiligheid. 3.4 Soort simulaties/ berekeningen In deze rubriek worden de instrumenten besproken die in de dossiers zijn toegepast voor de bepaling van gelijkwaardigheid van een gebouwontwerp. Het gaat hierbij om de in de dossiers toegepaste berekeningen en simulatiemodellen in het algemeen en de software in het bijzonder. De modellen zijn in oplopende complexiteit onderscheiden in stationaire, (semi) dynamisch en simulatiemodellen (CFD). NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra 27

Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid

Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid Margrethe Kobes, Mirjam van der Plas, Vincent van Vliet, Jans Weges 0--008 Toepassing simulatie- en rekenmodellen

Nadere informatie

Masterclass Zelfredzaamheid bij brand

Masterclass Zelfredzaamheid bij brand Masterclass Zelfredzaamheid bij brand Margrethe Kobes 6-6-2008 1 Introductie Wat is het doel van brandpreventie? 6-6-2008 2 Introductie Wat is het doel van brandpreventie? Wat heeft een brandpreventist/adviseur

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid op basis van FSE: Hoe wordt in de praktijk omgegaan met gelijkwaardige oplossingen

Gelijkwaardigheid op basis van FSE: Hoe wordt in de praktijk omgegaan met gelijkwaardige oplossingen Gelijkwaardigheid op basis van FSE: Hoe wordt in de praktijk omgegaan met gelijkwaardige oplossingen De workshopleiders ing. Lieuwe de Witte: lieuwe.dewitte@ifv.nl Brandweeracademie IFV: Onderzoeker/docent

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Onderbouwing gelijkwaardigheid sprinkler Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, loopafstand, sprinkler

Nadere informatie

Beoordeling brandoverslag. Instructie. Versie 1.1. Datum 6 januari 2011 Status Definitief

Beoordeling brandoverslag. Instructie. Versie 1.1. Datum 6 januari 2011 Status Definitief Beoordeling brandoverslag Instructie Versie 1.1 Datum 6 januari 2011 Status Definitief Colofon Versie 1.1 T 0800-899 1103 info.infofoon@rgd.minbzk.nl Pagina 3 van 14 Inhoud 1 Inleiding... 7 1.1 Algemeen...

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

Datum Ons kenmerk Contactpersoon VH00/ Erik Boelaars

Datum Ons kenmerk Contactpersoon VH00/ Erik Boelaars Veiligheid De gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) Openingstijden= E-mail gemeente@nijmegen.n1 Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon

Nadere informatie

Lidmaatschap en kwalificatiestructuur

Lidmaatschap en kwalificatiestructuur Netherlands Branch Lidmaatschap en kwalificatiestructuur IFE Nederland, Stationsstraat 98, 9679 EG, Scheemda. Rabobank Sneek-ZuidwestFriesland: 11.65.35.628 IFE Nederland is verbonden met the Institution

Nadere informatie

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen?

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen? Brandveiligheid ing. Art van Lohuizen adviseur brandveiligheid Brandveiligheid Welke onderwerpen? - voorbeelden van simulatieberekeningen - brandoverslagrisico via gevel - rook- en warmteafvoer in parkeertoren

Nadere informatie

Brandveiligheid in de Zorg. Bouwbesluit

Brandveiligheid in de Zorg. Bouwbesluit Brandveiligheid in de Zorg en het Bouwbesluit Marsh Nederland 3 november 2011 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Brandweer Oldambt Voorzitter IFE Nederland

Nadere informatie

Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst

Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst Bram Kersten Henk Kamerbeek Complexe brandveiligheid nu en in de toekomst Hoe vinden we elkaar? Ergernissen van adviseur : Ze houden vast aan vaste

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011 Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Brandweer Oldambt Voorzitter IFE Nederland Docent

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Definitief Beschrijving Voor de nieuwbouw van een bedrijfspand

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

FSE in de Brandweer over mor en

FSE in de Brandweer over mor en FSE in de Brandweer over mor en Ricardo Weewer NVBR Projectgroep Strategische Reis Derde Nationale Congres Fire Safety Engineering 9 en 10 juni 2010 Programma Intro: Nieuwe visie brandweer over morgen

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012 Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Groningen / Oldambt Voorzitter IFE Nederland Docent

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: Betreft: Kantoorgebouw met sprinklerinstallatie Trefwoorden: Sprinkler, brandwerendheid op bezwijken, brandwerende coating, grootte brandcompartiment : Status: Definitief Adviesaanvraag

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010 AANVRAAG Registratienummer: Betreft: Eisen bestaand gezondheidszorggebouw Aanvrager: ir. C.A.E. (Kees) Rijk Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie,

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study ir. Xavier Deckers FESG Presentatie CFD in de bouw Actiflow seminar Presentatie FESG Wie zijn wij? Onafhankelijk studiebureau brandveiligheid, Gespecialiseerd

Nadere informatie

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED Werkafspraken taakveld bouw- en woningtoezicht en SED brandweer. (Stede Broec Enkhuizen en Drechterland) Omgevingsvergunningen (activiteiten bouwen en brandveiliggebruik)

Nadere informatie

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen. Fatale woningbranden 2011 Managementsamenvatting Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) heeft onderzoek verricht naar de oorzaken, omstandigheden en het verloop van woningbranden met dodelijke

Nadere informatie

Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking

Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking Managementsamenvatting Inzicht in kritische factoren bij fatale woningbranden is onontbeerlijk om gericht en effectief brandveiligheidsbeleid

Nadere informatie

Fire Safety Engineering. in grote brandcompartimenten

Fire Safety Engineering. in grote brandcompartimenten Fire Safety Engineering in grote brandcompartimenten NIFV FSE congres juni 2012 Jos Post Nijkerk 3 mei 2012 2 FSE bij grote brandcompartimenten Waarom FSE bij grote brandcompartimenten? Een risico-benadering:

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant Vastgesteld door de Rekenkamer West-Brabant in haar vergadering van 25 oktober 2010. Dit onderzoeksprotocol vloeit voort uit het Reglement van Orde, vastgesteld

Nadere informatie

Procedure kwaliteitsborging GPR Gebouw-berekening

Procedure kwaliteitsborging GPR Gebouw-berekening Procedure kwaliteitsborging Versie maart 2015 Deze procedure maakt onderdeel uit van de Gedragscode voor GPR Gebouw Experts en de Gedragscode voor GPR Gebouw Assessoren en heeft tot doel de kwaliteit van

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ir. René Hopstaken Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ontwerp Station Breda (Bouwbesluit) eisen brandveiligheid Aanpak FSE Conclusies Inhoud Alles in één gebouw: Trein, bus, fiets, auto

Nadere informatie

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Projectevaluatie Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 00 Projectleider : Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Datum: 8 augustus 00 Ondertekening: Opdrachtgever: Datum:

Nadere informatie

Risico s centraal? De toepassing van Fire Safety Engineering en het Bouwbesluit 2012

Risico s centraal? De toepassing van Fire Safety Engineering en het Bouwbesluit 2012 Risico s centraal? De toepassing van Fire Safety Engineering en het Bouwbesluit 2012 Risico s centraal Rol van FSE in de bouwregelgeving Het Bouwbesluit 2012 en brandveiligheid Gevolgen Bouwbesluit 2012

Nadere informatie

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet.

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet. Reactie op Consultatiedocument Standaard 4400N Met belangstelling heb ik kennis genomen van het consultatiedocument Standaard 4400N. Ik maak graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op dit document.

Nadere informatie

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure

Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure Beroepsprestaties beoordelen volgens een driepuntschaal: Verantwoording en procedure Versiebeheer Versie Datum Auteurs Status Wijzigingen 1 9-1-2013 WvD Concept 2 15-1-2013 WvD Concept Opmaak / criteria

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Handhaving Inhoud presentatie. 1. Van nieuwbouw naar bestaande. Bouwbesluit niveau bestaande bouw

Handhaving Inhoud presentatie. 1. Van nieuwbouw naar bestaande. Bouwbesluit niveau bestaande bouw Handhaving Bouwbesluit niveau bestaande bouw Jacco Huijzer Inhoud presentatie 1. Van nieuwbouw naar bestaande bouw 2. Brandwerendheid en bestaande bouw 3. Brandcompartimenten en bestaande bouw 2 1. Van

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, brandveilig gebruik, woning, bijeenkomstfunctie, gelijkwaardigheid, meldingplicht, bestaande bouw, wbdbo, brand- /rookwerendheid, compartimentering, herbestemming, rookmelders,

Nadere informatie

Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te voeren?

Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te voeren? Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te 1. DE OMGEVINGSWET EN DE NULMETING U wilt aan de slag met de nulmeting op de informatievoorziening voor de Omgevingswet?

Nadere informatie

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle. NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling

Nadere informatie

Controle protocol Stichting De Friesland

Controle protocol Stichting De Friesland Controle protocol Stichting De Friesland 1. Doelstelling Stichting De Friesland heeft van de Belastingdienst de ANBI (algemeen nut beogende instelling) verkregen. Ten aanzien van de verantwoording van

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen:

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen: ADVIES Registratienummer: Betreft: Vluchten langs andere woning /portiekontsluiting Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woonfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, portiekontsluiting, enkele vluchtroute : Status:

Nadere informatie

Inspecties van brandveiligheid

Inspecties van brandveiligheid Voeg een foto in met formaat ca24 x 21; werkwijze: - zet in een map een foto of revit model klaar in jpg formaat. Maak dit bestand van te voren klein in windows picturemanager door afbeelding bewerken

Nadere informatie

Competentiebeoordeling

Competentiebeoordeling Competentiebeoordeling Project Second life Vehicle (SLV) Bas Quist Student tweede jaar Automotive PRO04 0896429 1 Inhoud Voorwoord... 3 Analyseren... 4 Onderzoeken... 5 Bijlage... 6 2 Voorwoord Beste lezer,

Nadere informatie

Bewonerspanel Communicatie

Bewonerspanel Communicatie Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Communicatie Context Van 16 tot 30 november 2015 heeft IB Onderzoek een peiling gehouden onder

Nadere informatie

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Margrethe Kobes en Karin Groenewegen Onderzoekers NIFV Nibra 4-11-2009 1 Doelen Verkrijgen van inzicht in aspecten die zelfredzaamheid

Nadere informatie

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders Veiligheidsregio HAAGLANDEN Handhaving van bestaande kooiladders Jan Brekelmans 3 maart 2010 1 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding... 4 3. Regelgeving... 4 4. Kwaliteit en bruikbaarheid van een kooiladder...

Nadere informatie

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 De brief kan voor studenten op HBO/WO niveau geschreven worden omdat de doelgroep in onderwijsonderzoek meestal studenten

Nadere informatie

Validatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep

Validatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep Validatie schattingsmethodiek Defensie Rapportage Klankbordgroep 21 december 2011 Rapportage Klankbordgroep Inleiding / Samenvatting De Klankbordgroep heeft op verzoek van het ministerie van Defensie toezicht

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Toevoeging losse kantoorunits in groot brandcompartiment Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, BvB 2007, gelijkwaardigheid, compartimentering : Status: Definitief

Nadere informatie

Routekaart Brandpreventie

Routekaart Brandpreventie Routekaart Brandpreventie De routekaart Brandpreventie heeft zes eindstations die in 2045 bereikt worden. Om op een eindstation naar keuze te komen, kies je als reiziger een lijn die naar dit eindstation

Nadere informatie

Meningen over sprinklerinstallaties. Verzekeraars, brandweer, projectontwikkelaars,

Meningen over sprinklerinstallaties. Verzekeraars, brandweer, projectontwikkelaars, Meningen over sprinklerinstallaties Verzekeraars, brandweer, projectontwikkelaars, architecten, ingenieurs, gemeentelijke overheden: hoe denken zij over sprinklers? Brandveiligheid, een hot item 1 Het

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Vergunningverlening Plan van aanpak

Vergunningverlening Plan van aanpak Vergunningverlening Plan van aanpak Oktober 2013 Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. M.S. (Marsha) de Vries (hoofdonderzoeker, secretaris) dr. R.J. (Rick) Anderson (lid) drs. J.H. (Jet) Lepage MPA (voorzitter)

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen

Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 1 Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 1 Methoden voor

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 februari 2014 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

Beoordelingsformulier eindproduct of verslag

Beoordelingsformulier eindproduct of verslag Beoordelingsformulier eindproduct of verslag Naam student: Nathalie Zuijdam (000) Floor Smit (000) Cijfer:. (in te vullen door DB) Student nr.: zie boven Herkansing: x nee ja Naam beoordelaar: Roos van

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. Aanvraag omgevingsvergunning Wanssumseweg 12a

B en W Adviesnota ADVIES. Aanvraag omgevingsvergunning Wanssumseweg 12a B en W Adviesnota Onderwerp Aanvraag omgevingsvergunning Wanssumseweg 12a Zaaknummer Teammanager Ingrid Starmans B & W datum 28 januari 2019 Afdeling/Team Wonen Werken en Leven/Vergunningverlening Toezicht

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER BRANDPREVENTIE

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER BRANDPREVENTIE KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MEDEWERKER BRANDPREVENTIE werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 september 2008 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten

Nadere informatie

Menselijk gedrag bij brand. Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie

Menselijk gedrag bij brand. Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie Menselijk gedrag bij brand Validatie van de toepassing van serious gaming in onderzoek naar brandveiligheidspsychonomie Een nieuwe kijk op brandveiligheid Veilig vluchten is het belangrijkste aspect bij

Nadere informatie

Project NUT. Onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Congres NUT 17 november René Hagen, projectuitvoerder

Project NUT. Onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Congres NUT 17 november René Hagen, projectuitvoerder Project NUT Onderzoek, conclusies en aanbevelingen Congres NUT 17 november 2011 René Hagen, projectuitvoerder Onderzoeksvraag In het kader van het verminderen van de regeldruk heeft BZK een voorstel ontwikkeld

Nadere informatie

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering Fair Value Business Valuation Specialist in Ondernemingswaardering PROFIEL Fair Value Business Valuation heeft zich, als één van de weinige bureaus in Nederland, uitsluitend toegelegd op het specialisme

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Veestallen en gelijkwaardige oplossingen

Veestallen en gelijkwaardige oplossingen Veestallen en gelijkwaardige oplossingen Preventie Commissie Zuid Nederland April 2009 i --- r L, gemeente 1 )) Eersel,--, Vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Presentatie BRAND-voorschriften

Presentatie BRAND-voorschriften Presentatie BRAND-voorschriften 28 november 2013 Pieter Stox Bouwkundig adviseur mob: 06-51588910 pstox@arvalis.nl INTRODUCTIE ARVALIS Agrarisch adviesbedrijf, ontstaan vanuit de Limburgse Land- en Tuinbouwbond

Nadere informatie

Workshop 1.5. Verbouwvoorschriften Bouwbesluit 2012. ing. Johan van der Graaf. Oktober 2014

Workshop 1.5. Verbouwvoorschriften Bouwbesluit 2012. ing. Johan van der Graaf. Oktober 2014 Workshop 1.5 Verbouwvoorschriften Bouwbesluit 2012 ing. Johan van der Graaf Oktober 2014 Inhoud workshop Een praktijkonderzoek De nieuwe verbouwvoorschriften Casus 1: verbouw woongebouw Casus 2: transformatie

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or Integrale brandveiligheid vanuit een risicogerichte benadering Rudolf van Mierlo Efectis Nederland www.efectis.nl 1 Inhoud o Integrale brandveiligheid o o Ervaringen o De toekomst o Stellingen www.efectis.nl

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

Brandpreventie bij ouderen

Brandpreventie bij ouderen School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Opdrachtgever Opdrachtgever is de heer T. Blijlevens, Cluster coördinator Veilig Leven, Regionale Brandweer Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Brandveilig

Nadere informatie

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij, Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD Datum 3 oktober 2018 Telefoon 06 52562307 Onze referentie UIT-2018-16118 E-mail tluk@vrnhn.nl Uw referentie Email Bijlagen 2 Uw bericht

Nadere informatie

Brandveilige gebouwen

Brandveilige gebouwen Brandveilige gebouwen Het wettelijk kader (of is gezond verstand voldoende?) Hajé van Egmond Ministerie VROM 6 oktober 2010 Programma Introductie wet- en regelgeving Het huidige stelsel van de bouwregelgeving

Nadere informatie

Steeman HRD Assessment Centers

Steeman HRD Assessment Centers Steeman HRD Wijk bij Duurstede www.steemanhrd.com info@steemanhrd.com tel: +31 (0)6 2367 1321 Steeman Human Resource Development ondersteunt individuele medewerkers, teams en organisaties bij het formuleren,

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B ADVIES Registratienummer: Betreft: Twee vluchtroutes in een atrium Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, vluchtroute, atrium : Status: Definitief Beschrijving De appartementen in een nieuw

Nadere informatie

NEN 6079: nieuwe kansen grote brandcompartimenten

NEN 6079: nieuwe kansen grote brandcompartimenten NEN 6079: nieuwe kansen grote brandcompartimenten Uniek in de wereld. Zo mogen we NEN 6079 wel noemen. NEN 6079 is bedoeld voor grote brandcompartimenten en beschrijft een probabilistische bepalingsmethode

Nadere informatie

Project Start Up Wat is het? Wie nemen er deel? Wanneer kies je voor een PSU? Hoe werkt het?

Project Start Up Wat is het? Wie nemen er deel? Wanneer kies je voor een PSU? Hoe werkt het? Project Start Up Wat is het? De Project Start Up (PSU) is een krachtige interventie bij aanvang van het project. De PSU is een workshop waarin je de belangrijke aspecten van het project met elkaar inventariseert

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5 Pagina: 1 van 5 Het ondervragen van patiënten in het kader van een eindwerk voor het bekomen van een graad van bachelor of bachelor na bachelor komt neer op een prospectieve verzameling van gegevens met

Nadere informatie

Falck Academy. Opleiding Medewerker Brandpreventie. Met "Proeve van Bekwaamheid" van het IFV. Guiding you to a safer future

Falck Academy. Opleiding Medewerker Brandpreventie. Met Proeve van Bekwaamheid van het IFV. Guiding you to a safer future Falck Academy Opleiding Medewerker Brandpreventie Met "Proeve van Bekwaamheid" van het IFV Guiding you to a safer future Praktijkgerichte brandpreventie Het werkterrein van de brandpreventist is breed.

Nadere informatie

Aard voorstel: Strategisch > 50.000 Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Aard voorstel: Strategisch > 50.000 Politiek gevoelig Regelgeving Risico s: Onderwerp: Aanwijzing toezichthouders brandveiligheid Voorgesteld besluit: 1. Aanwijzen toezichthouders brandweer ZuidWest Drenthe als bedoeld in de bijgevoegde bijlage 1. 2. De districtscommandant te

Nadere informatie

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit VBE seminar 6 oktober 2010 Rudolf van Mierlo - Efectis Nederland 1 Inhoud Kwaliteit van brandveiligheid Praktijk van inspecties Beschikbare instrumenten 2 Kwaliteit

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Eind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige I

Eind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige I Eind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige I CertoPlan B.V. Postbus 85200 3508 AE UTRECHT Ptolemaeuslaan 900 3528 BV UTRECHT Telefoon (0)30 23 45 671 Website www.certoplan.nl Mail examens@certoplan.nl

Nadere informatie