ik1121#1,111j1.)1,11.1 1

Transcriptie

1 ik1121#1,111j1.)1, GA f f Q DCMR milieudienst Rijn mond Gemeente Alblasserdam T.a.v. mevrouw E. Kardienaal Cortgene ED ALBLASSERDAM Parallelweg 1 Postbus AV Schiedam T F E info@dornr.n1 W Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum Contactpersoon Ir. P.B. van Breugel Doorkiesnr. Afdeling Reguleren en Advies Onderwerp Oplevering jaarrapportage 2015, ".4, Geachte mevrouw Kardienaal, Hierbij doe ik u per post de luchtkwaliteit jaarraportage van Alblasserdam 2015 toekomen. Sinds 1 januari 2014 heeft de DCMR op verzoek van de gemeente Alblasserdam een luchtkwaliteitmeetpunt operationeel. Het meetstation is gestationeerd ten zuidwesten van de weg De Helling/Dam Ruigenhil en ten noorden van Rijksweg A15. Op het meetstation worden de concentraties fijn stof (PMio), stikstofdioxide (NO2), stikstofmonoxide (NO) en stikstofoxiden (N0x) gemeten. De metingen voldoen aan de specificaties van de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit uit 2007 (RbI2007); hierin zijn de regels opgenomen waaraan een meetpunt dient te voldoen. De DCMR is geaccrediteerd voor het uitvoeren van deze luchtkwaliteitmetingen zoals vastgelegd in NENENISO/IEC 17025:2005. Deze jaarrapportage geeft inzicht in de luchtkwaliteit in het jaar Het doel van de metingen is een beeld te verkrijgen van de lokale luchtkwaliteit op De Helling/Dam Ruigenhil. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde voor het jaargemiddelde en daggemiddelde PM() niet overschreden. Het PMio jaargemiddelde is 23.0 pg/m3. Op 15 dagen was bij de meetlocatie in Alblasserdam het daggemiddelde PMio hoger dan 50 pg/m3. Volgens de PMio grenswaarde voor het daggemiddelde zijn 35 dagen hoger dan 50 pg/m3 geoorloofd. Het NO2jaargemiddelde is 34,8 pg/m3. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde voor het jaargemiddelde en uurgemiddelde NO2 niet overschreden. Met de rapportage wordt vastgesteld dat op locatie van het meetstation aan de wettelijke grenswaarden voor PMioen NO2 wordt voldaan. Met behulp van verschillende analyses wordt in de rapportage nadere duiding van de metingen gegeven. Blad 1 van 2

2 Ons kenmerk DCMR miti,,st Rijn mond Hoogachtend, namen k de_directeur DCMR Milieudienst Rijnmond, drs. N.H. Groot bureauhoofd lucht en ener Blad 2 van 2

3 1.14 DCMR milieudienst Rijnmond Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2015

4 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 norm voor een aantal verrichtingen met betrekking tot luchtkwaliteitsmetingen. In deze rapportage zijn geaccrediteerde verrichtingen aangegeven met een Q. In bijlage "Overzicht presentaties, normen en verrichtingen" wordt het overzicht gegeven van prestaties, meetonzekerheden, meetmethoden, geaccrediteerde en uitbestede verrichtingen. Interpretaties in deze rapportage vallen buiten de NEN-EN-ISO/IEC accreditatie. Opdrachtgever Metingen zijn uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Alblasserdam Cortgene 21, 2951 ED Alblasserdam Klachtenprocedure Mochten er naar aanleiding van dit rapport nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met de opsteller van dit rapport. De afdeling Expertisecentrum heeft een klachtenprocedure (P-04). Indien u van mening bent dat wij bij de uitvoering van het onderzoek in gebreke zijn gebleven, Copyright Dit is een uitgave van DCMR Milieudienst Rijnmond, Postbus 843, 3100AV, Schiedam. Deze uitgave, of delen hiervan, mogen worden gepubliceerd zonder toestemming, doch uitsluitend met bronvermelding.

5 TESTEN HvAE. 5i0 DCMR milieudienst Rijn mand Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2015 Kwaliteitstoets Paraaf Autorisatie Paraaf Naam Sef van den Elshout Naam Functie Klaas Groot Bureauhoofd Lucht Auteur :Peter van Breugel Onderzoeksleider :Ed van der Gaag Afdeling :RenA Bureau :Lucht en Energie Documentnummer : LUC nummer : Projectnummer :EL13008 Mon.Alblasserdam Verzonden aan :E. Kardienaal Datum :27 februari 2016 DCMR Milieud enst Riinmond Parallelweg 1 Postbus AV Schiedam T F E into@dcmr nl W twew.dcmr nl

6 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Algemeen Informatie verontreinigende componenten Wetgeving Kwaliteit metingen Weersomstandigheden in Resultaten Jaargemiddelden Pollutierozen voor Alblasserdam in Dagverloop voor Alblasserdam in Conclusies 17 Bijlage: Overzicht prestaties en normen verrichtingen 18 Bijlage: NO en NO, kwartaal- en jaargemiddelden 19 blad 4 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

7 Samenvatting In 2014 zijn luchtkwaliteitmetingen in de gemeente Alblasserdam gestart. In opdracht van de gemeente voert DCMR Milieudienst Rijnmond de metingen uit. Het meetstation is gestationeerd ten zuidwesten van de weg De Helling/Dam Ruigenhil en ten noorden van Rijksweg A15. Op het meetstation worden de concentraties fijn stof (PM10), stikstofdioxide (NO2), stikstof monoxide (NO) en stikstofoxiden (N0x) gemeten. De metingen voldoen aan de specificaties van de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit uit 2007 (RbI2007); hierin zijn de regels opgenomen waaraan een meetpunt dient te voldoen. De DCMR is geaccrediteerd voor het uitvoeren van deze luchtkwaliteitmetingen zoals vastgelegd in NEN- ENISO/IEC 17025:2005. Het doel van de metingen is een beeld te verkrijgen van de lokale luchtkwaliteit op De Helling/ Dam Ruigenhil. Deze jaarrapportage geeft inzicht in de luchtkwaliteit in het jaar Om meer duiding te kunnen geven aan de meetresultaten is ervoor gekozen om deze te vergelijken met enkele DCMR- en RIVM- meetstations in het Rijnmondgebied en één in Dordrecht. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde (zie tabel 1) voor het jaargemiddelde en daggemiddelde PM10niet overschreden. Het PM10 jaargemiddelde is 23.0 pg/m3. Op 15 dagen was bij de meetlocatie in Alblasserdam het daggemiddelde PM10hoger dan 50 pg/m3. Volgens de PM10grenswaarde voor het daggemiddelde zijn geoorloofd 35 dagen. De PM10concentraties zijn wel hoger dan het gemiddelde op verkeerstations nabij snelwegen in het Rijnmondgebied. Ook het aantal dagen waarop het daggemiddelde PM10hoger is dan 50 pg/m3, is hoger dan op de andere meetstations die in de vergelijking zijn betrokken. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde PM10meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde PM10concentratie in Alblasserdam 5.7 pg/m3 gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. Ten opzichte van vorige jaar lijkt bij het meetpunt in Alblasserdam de lokale invloed van PM10 bronnen te zijn afgenomen. Het is echter niet goed te duiden waardoor dit veroorzaakt wordt. De pollutierozen van de PM10-concentraties laten de hoogste waarden zien uit oostelijke en zuidelijke richting. Het NO2 jaargemiddelde is 34,8 pg/m3. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde (zie tabel 1) voor het jaargemiddelde en uurgemiddelde NO2 niet overschreden. De aangetroffen concentraties NO2 zijn redelijk overeenkomend met het gemiddelde op verkeerstations nabij snelwegen in het Rijnmondgebied. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde NO2 meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde NO2 concentratie in Alblasserdam 3.1 pg/m3 gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. De pollutierozen laten zien dat in Alblasserdam voor NO2de hoogste concentraties bij zuidoostenwind zijn gemeten. Voor NO2 zijn waarschijnlijk de verkeersemissies van de weg De Helling en Rijksweg Al 5 de belangrijkste bronnen. Het dagverloop voor NO2in Alblasserdam laat goed zien dat verkeer een belangrijke invloed heeft op de hoogte van de NO2concentraties: In de ochtend- en avondspits zijn de concentraties hoger dan op andere momenten van de dag. Het verloop van de NO2concentratie over de dag komt in Alblasserdam overeen met de andere straatstations Rotterdam Overschie en Ridderkerk. Aan de wettelijke grenswaarden voor PM10en NO2 wordt dus voldaan. Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 5 van 19

8 1 Inleiding luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam 1.1 Algemeen Op 1 januari 2014 zijn luchtkwaliteitmetingen in de gemeente Alblasserdam gestart. De DCMR Milieudienst Rijnmond heeft op locatie De Helling ten zuidwesten van De Helling/Dam Ruigenhil en ten noorden van Rijksweg A15 een meetstation geplaatst. In Figuur 1.1 staat de exacte locatie afgebeeld. In het station worden de concentraties fijn stof (PM10), stikstofdioxide (NO2), stikstofmonoxide (NO) en stikstofoxiden (N0x) gemeten. Medlocatm DCMR Haii1 I o P Figuur 1.1 Locatie meetstation Alblasserdam De metingen voldoen aan de specificaties van de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit uit 2007 (RbI2007); hierin zijn de regels opgenomen waaraan een meetpunt dient te voldoen. De DCMR is geaccrediteerd voor het uitvoeren van deze luchtkwaliteitmetingen zoals vastgelegd in NEN- ENISO/IEC 17025:2005. Het doel van de metingen is een beeld te verkrijgen van de lokale luchtkwaliteit op De Helling/Dam Ruigenhil. Deze jaarrapportage geeft inzicht in de luchtkwaliteit bij de meetlocatie in Alblasserdam over het jaar Informatie verontreinigende componenten Fijn stof (PAAI& De concentratieniveaus van fijn stof, ook wel aangeduid met 'zwevende deeltjes' (particulate matter, PM), in Nederland zijn opgebouwd uit de achtergrondconcentraties plus lokale bijdragen. Het grootste deel van de door mensen veroorzaakte PM -achtergrondconcentratie ontstaat door chemische reacties in de lucht (de uitstoot van ammonia door veehouderij, in combinatie met NOx van verkeer en industrie) en is afkomstig uit het buitenland. Hier bovenop komen lokale bijdragen (verkeer, industrie, houtrook). In Nederland is de bijdrage van verkeer aan PMio concentraties veel lager dan aan NO2 concentraties. De chemische samenstelling en grootteverdeling van de deeltjes die samen aangeduid worden als PM kunnen sterk wisselen. blad 6 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

9 Op basis van de (aerodynamische) diameter van zwevende deeltjes wordt er onderscheid gemaakt tussen PM2.5 en PM10. De term PM10 wordt gebruikt voor PM in de atmosfeer met een (aerodynamische) diameter van 10 pm of kleiner Stikstofdioxide (NO2) Stikstofdioxide (NO2) ontstaat bij verbrandingsprocessen. De belangrijkste bronnen zijn verkeer, industrie en energiecentrales. Hoge concentraties komen vooral voor langs drukke verkeerswegen. NO2 speelt ook een rol bij fotochemische luchtverontreiniging (smog). Onder invloed van zonlicht reageert NO2met vluchtige organische koolwaterstoffen tot ozon (03). 1.3 Wetgeving In de Wet milieubeheer zijn grenswaarden opgenomen waaraan de luchtkwaliteit moet voldoen. De toetsing van de gemeten concentraties vindt plaats aan het eind van elk kalenderjaar. In Tabel 1.1 zijn de grenswaarden opgesomd. Nederland heeft van Europa uitstel tot 2015 gekregen om aan de grenswaarde voor NO2te voldoen. Tabel 1.1 Grenswaarden Wet milieubeheer. Component Middelingstijd Grenswaarden Opmerkingen PM10 Jaargemiddelde 40 pg/m3 Maximaal 35 dagen per kalenderjaar Mto Daggemiddelde 50 µg/m3 overschrijding toegestaan. NO2 Jaargemiddelde 40 jig/m3 Grenswaarde geldig vanaf NO2 Uurgemiddelde [99.8 percentiel] 200 pg/m3 Grenswaarde geldig vanaf Kwaliteit metingen In 2015 is er weinig uitval geweest door technische storingen. In heel het jaar zijn voor PM10en NO2 in respectievelijke 98% en 100% van de tijd correcte uurwaarden verzameld. Voor het formeel bepalen van een gemeten jaargemiddelde wordt in de RbI2007 minimaal uitgegaan van een correcte dataverzameling van 90% van het kalenderjaar. Hier wordt dus ruimschoots aan voldaan. 1.5 Weersomstandigheden in 2015 Het weer is van invloed op de luchtkwaliteit. Bij stabiel, droog weer bijvoorbeeld, verplaatst de verontreinigde lucht zich minder snel, waardoor hogere concentraties worden gemeten. Ook bij inversie kunnen hogere concentraties optreden. Bij inversie wordt er een stabiele luchtlaag gecreëerd, waardoor ook menging van verontreinigende stoffen wordt beperkt. In deze paragraaf worden de meteorologische omstandigheden van 2015 beschreven en vergeleken met wat normaal' is voor de tijd van het jaar. Aan de hand van de meteorologische metingen op het KNMI station Rotterdam The Hague Airport is het weerbeeld van het jaar 2015 in Alblasserdam bepaald Temperatuur De zachte novembermaand en decembermaand zorgen ervoor dat het temperatuurjaargemiddelde van 2015 in de top tien komt van warmste jaren sinds Het jaar 2015 staat op een gedeelde vijfde plaats met een gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt van 10,9 graden Celsius tegen 10,1 normaal. Bij Rotterdam The Hague Airport komt de jaargemiddelde temperatuur in 2015 uit op 11.1 C. Dit is 0.9 C hoger dan het langjarig gemiddelde op deze plek. Met normaal wordt bedoeld het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981 t/m Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 7 van 19

10 Januari en februari waren relatief zacht, en april en mei weer relatief koel. Na een vrij warme zomer, was de herfst weer relatief koud. Het meest opmerkelijke in weerkundig opzicht voor 2015 was echter de temperatuur in de maanden november en december. Deze laatste twee maanden van 2015 zijn sinds het begin van de regelmatige temperatuurwaarnemingen in 1706 met afstand nog nooit zo zacht geweest. Het jaar 2015 is bij Rotterdam The Hague Airport met een neerslag over het jaar van 894 mm te beschrijven als gemiddeld. De normale jaarsom bedraagt 862 mm. De regionale verschillen in Nederland zijn groot geweest. Het jaar 2015 is een zonnig jaar geweest, met bij Rotterdam The Hague Airport zonuren tegen normaal. Van februari t/m juli scheen er bovengemiddeld veel zon. De maandsommen zonuren zijn weergegeven in figuur 1.4, uitgezet tegen de normale maandsommen zonuren Totaalbeeld weersomstandigheden Hoewel de weersomstandigheden een belangrijke invloed hebben op uiteindelijke concentraties, is het moeilijk om voor Alblasserdam over een heel jaar de exacte invloed ervan te duiden. Een recente analyse van het RIVM naar meerjarige trends in PM concentraties in heel Nederland, liet zien dat 2015 meteorologisch een zeer gunstig jaar is geweest voor PM concentraties. Nationaal gezien bleken de weersinvloeden van 2015 de verklarende factor te zijn voor een generieke afname van de PM concentraties met 8 %, ongeveer 0.9 pg/m3. blad 8 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

11 2 Resultaten 2.1 Jaargemiddelden Tabel 2.1 en Tabel 2.2 tonen de jaargemiddelde meetresultaten PM10en NO2van 2015 voor het meetstation aan De Helling in Alblasserdam. Om meer duiding te kunnen geven aan het concentratieniveau op het station aan De Helling staan in de tabellen ook de PM10en NO2gemiddelden van de straatstations Overschie en Ridderkerk en de stadsachtergrondstations Schiedam en Dordrecht Bamendaweg (RIVM) weergegeven. De stations Overschie en Ridderkerk zijn DCMR meetstations in de directe nabijheid van een snelweg, en daarmee relatief goed te vergelijken met de situatie in Alblasserdam; wel heeft Alblasserdam ook industrie in de directe omgeving. De meetstations Schiedam en Dordrecht Bamendaweg (RIVM) zijn stadsachtergrondstations, die informatie opleveren over luchtkwaliteitconcentraties in een stad (Schiedam en Dordrecht), waarbij er in de directe omgeving van het meetstation weinig directe blootstelling aan bronnen van luchtverontreiniging is. Het is gebruikelijk dat de stadsachtergrondstations ten opzichte van de metingen bij straatstations (zoals in Alblasserdam) lagere concentraties laten zien. Tabel 2.1. PM10kwartaal- en jaargemiddelden voor meetstations Alblasserdam, Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht in 2015, en het aantal dagen dat het daggemiddelde PM 10hoger was dan 50 uo/m 3. Het station Dordrecht-Bamendawea wordt beheerd door het RIVM. PM10gemiddelde (in ktg/m 3) Jan -Maart April -Juni Juli -Sept Okt -Dec Alblasser- Overschie Ridderkerk Schiedam Dordrecht Stadsdam Straatstation Straatstation Stads- achtergrond Straatsta- achtergrond tion Verschil Jan -Maart '15 April -Juni '15 Juli -Sept '15 Okt -Dec '15 Aantal dagen daggemiddelde> 50 jig/m 3 Aklasserdam Overschiet Ridderkerk Schiedam Straatstation Straatstation Straatstation Stadsachterarond Dordrecht Stads- achterarond I N.B. De hier gerapporteerde kwartaalgemiddelden PM10en aantallen overschrijdingen van het daggemiddelde>50 pg/m3 PM10 wijken iets af van de eerder gerapporteerde kwartaalgemiddelden en aantallen overschrijdingen PMic, van Dat wordt veroorzaakt doordat een jaargemiddelde correctiefactor ten opzichte van Europese referentieapparatuur voor PM10metingen Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 9 van 19

12 aan het eind van ieder kalenderjaar door het RIVM wordt bepaald. Na afloop van ieder kalenderjaar kunnen daarmee pas de definitieve PM10meetwaarden worden vastgesteld. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde PM10meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde PM10concentratie in Alblasserdam 5,7 pg/m3gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. De kwartaalgemiddelden en het jaargemiddelde Pkilic, op meetstation Alblasserdam zijn hoger dan op de andere monitoringstations nabij snelwegen in het Rijnmondgebied. Ook het aantal dagen waarop het daggemiddelde PM10 hoger is dan 50 pg/m3, is significant hoger dan op de andere meetstations. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde voor het jaargemiddelde en daggemiddelde PM10niet overschreden. Tabel 2.2. NO2 kwartaal- en jaargemiddelden voor meetstations Alblasserdam, Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht. Het station Dordrecht-Bamendaweg wordt beheerd door het RIVM. Jan -Maart April -Juni Juli -Sept Okt -Dec Alblasserdam Overschie Ridderkerk Schiedam Dordrecht Straatstation Straatstation Straatstation Stads- Stadsachtergrond achtergrond Verschil Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 de grenswaarde voor het jaargemiddelde NO2niet overschreden. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde NO2meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde NO2concentratie in Alblasserdam 3.1 pg/m3 gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. De hoogste uurgemiddelde NO2concentratie in Alblasserdam was 163 kig/m3. De grenswaarde voor het uurgemiddelde NO2(een 99.8 percentiel van 200 pg/m3) werd hiermee evenmin overschreden. De NO en NO), kwartaal- en jaargemiddelden van het monitoringstation in Alblasserdam en Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht zijn eveneens in de bijlage opgenomen. 2.2 Pollutierozen voor Alblasserdam in 2015 In deze paragraaf wordt onderzocht uit welke richting de gemeten stoffen in 2015 zijn gekomen bij de meetlocatie. Allereerst wordt daarvoor gekeken hoe vaak in 2015 de wind uit iedere windrichting kwam bij het KNMI station Rotterdam The Hague Airport, zie hiervoor figuur 2.1. Te zien is dat de meest voorkomende windrichting uit het zuiden en zuidwesten kwam. De wind kwam bijvoorbeeld in het hele jaar maar liefst 522 uren uit de richting van 190 (zuiden); de windrichting 130 (zuidoosten) kwam maar in 68 uren van het jaar voor; en de windrichting 320 (noordwest) kwam maar in 120 uren van het jaar voor. blad 10 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

13 Frequentie windrichtingen 2015 N 600 snn rerep.,-ir rtrinern Figuur 2.1 Het aantal uren van het jaar dat de wind uit iedere windrichting kwam bij de meetlocatie Alblasserdam in Vervolgens kan er een grafiek worden gemaakt, waarin de gemeten uurgemiddelde concentratie wordt uitgezet tegen de heersende windrichting; dit heet een pollutieroos. Om het eventuele effect van de omliggende wegen en andere lokale bronnen inzichtelijk te maken is voor iedere component een pollutieroos gemaakt. Een pollutieroos laat per windrichting de gemiddelde gemeten concentratie zien en geeft daarmee een indicatie van de herkomst. In de windrichting waar de concentraties het hoogst zijn, liggen de meest dominante bronnen. In Figuur 2.2 zijn de pollutierozen voor PMio en NO2 afgebeeld. NB. De windrichting 130 en 320 is in dit jaar relatief weinig voorgekomen. De gemiddelde concentraties uit deze richting hebben daarmee een grotere onzekerheidsmarge dan de concentraties uit andere richtingen. Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 11 van 19

14 uurgemiddelde Pitl io concentraties in Alblasserdam -Rotterdam Ove rschie - Ridderkerk - Schiedam - Dordrecht ourgensiddekk NO2 concentraties in 2015 >e N 49 - diddetwei --lidveckarn - Oerbos:N Figuur 2.2 Pollutierozen voor PM10en NO2 op meetstation Alblasserdam en omringende meetstations in blad 12 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

15 Het is bij de pollutierozen nuttig te bedenken dat de stations Rotterdam Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht andere bronnen in hun omgeving hebben dan in Alblasserdam, en in andere windrichtingen. Verschillen tussen pollutierozen van de verschillende stations kunnen dus veel oorzaken hebben. In Alblasserdam is bijvoorbeeld meer industrie in de directe omgeving. De pollutierozen van de PMio concentraties laten de hoogste waarden zien uit zuid -oostelijke oostelijke en zuidelijke richting. Ten opzichte van vorige jaar lijkt bij het meetpunt in Alblasserdam de lokale invloed van PM10bronnen te zijn afgenomen. Het is echter niet goed te duiden waardoor dit veroorzaakt wordt. De pollutierozen laten zien dat in Alblasserdam voor NO2de hoogste concentraties bij zuidoostenwind zijn gemeten. Voor NO2 zijn de verkeersemissies van de weg De Helling en Rijksweg A15 hiervan de belangrijkste oorzaak. 2.3 Dagverloop voor Alblasserdam in 2015 Om het effect van bronnen op de concentraties op een andere manier inzichtelijk te maken is voor iedere component een dagverloop en weekverloop van de concentraties gemaakt. Een dagverloop laat per uur de gemiddelde gemeten concentratie zien; het weekverloop per dag. In Figuur 2.3 en 2.4 zijn de dag- en weekverlopen afgebeeld. Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 13 van 19

16 Dagverloop NO2in irkiblasserdam 30 Rotterdam Overschie t Alhiasserdain 15 2r Figuur 2.3 Dagverloop voor NO2 en PMio op meetstation Alblasserdam en andere meetstations in blad 14 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

17 Weekverloop NO 2in Alblasserdarn Rotterdam Overschie 1 25 SMiedam j nuandaig dinsdag woensdag donderdag via e :at er lag zondag 30 Weekverloop PM» in f. 1 Rotterda -n Overschie, k schiedarn maandag dir scheg woensdag donderdag Vl %lag zaterdag zondag Figuur 2.4 Weekverloop voor NO2 en PM10 op meetstation Alblasserdam en andere meetstations in De grafieken laten voor NO2zien dat verkeer een belangrijke invloed heeft op de hoogte van de NO2 concentraties: in de ochtend- en avondspits zijn de concentraties hoger dan op andere momenten van de dag. Het verloop van de NO2concentratie over de dag komt in Alblasserdam redelijk overeen met de andere straatstations Rotterdam Overschie en Ridderkerk. Het verloop van de NO2concentraties in de stadsachtergrondstations Schiedam en Dordrecht laat lagere concentraties zien; dit is geheel volgens verwachting omdat stadsachtergrondstations minder directe blootstelling hebben van bronnen in de directe omgeving. Er is voor alle stations een duidelijke verhoging van de NO2concentratie gedurende de werkweek, vergeleken met het weekend. Voor PMio volgt Alblasserdam in 2015 de vorm van de andere verkeersmeetpunten. In de loop van de ochtend bouwen de concentraties op door de uitstoot van het verkeer en het opwervelen van wegenstof. Dit houdt aan tot de verkeersintensiteit weer afneemt. Op het stadsachtergrond station in Schiedam is hetzelfde patroon te zien maar minder uitgesproken. Wat de da- Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 15 van 19

18 ling midden op de dag in Dordrecht veroorzaakt is onduidelijk. De gemiddelde PM10concentraties zijn hoger gedurende de werkweek dan in het weekend. Dit zien we ook op alle andere beschouwde stations. blad 16 van 19 luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015

19 3 Conclusies Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 een jaargemiddelde Phillo concentratie van g/m3gemeten, met de metingen werden de grenswaarde voor het jaargemiddelde en daggemiddelde PM10niet overschreden. De kwartaalgemiddelden en het jaargemiddelde Prvlio op meetstation Alblasserdam zijn in 2015 hoger dan op de andere monitoringstations nabij snelwegen in het Rijnmondgebied. Ook het aantal dagen waarop het daggemiddelde PM10hoger is dan 50 µg/m3, is hoger dan op de andere meetstations. Voor het aantal dagen waarop het daggemiddelde PM10hoger is dan 50 µg/m3, is het verschil tussen het station Alblasserdam en andere stations in de regio vanaf het derde kwartaal 2015 wel sterk teruggelopen. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde PM10meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde PM10concentratie in Alblasserdam 5,7 µg/m3 gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. Bij het monitoringstation Alblasserdam wordt in 2015 een jaargemiddelde NO2concentratie gemeten van 34,8 µg/m3, waarmee de grenswaarde voor het jaargemiddelde NO2niet is overschreden. Ook de grenswaarde voor het NO2uurgemiddelde wordt niet overschreden. Bij een vergelijking van de jaargemiddelde NO2meetwaarden in 2015 ten opzichte van de waarden in 2014, valt op dat de gemiddelde NO2concentratie in Alblasserdam 3,1 pg/m3 gedaald is. Op de stations Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht vond eveneens een daling van de concentratie plaats, maar minder dan bij Alblasserdam. Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 17 van 19

20 Bijlage: Overzicht prestaties en normen verrichtingen Component in bultenluchtd Detectiegrens kill k. NC C) 10 iggirn3 ggini3 n Juistheid van het uurgemiddelde B ~ 1 1 ~ 2 Totale meetonzekerheid (3) GEME = % 5% 11,0% 2008/50/EG NEN EN Fijn stof 0 5,4 pg/m3 BAM BAM x 9,2% 2008/50/EG Gelijkwaardig Pk/110 x 1,0 0,92 aan (13 attenuaton) NEN EN (1) de eisen zijn ontleend aan de EU richtlijnen (2) de prestaties zijn ontleend aan de controlekaarten (3) de totale meetonzekerheid is een berekende schatting (;) = door de RvA geaccrediteerde verrichting U = uitbestede verrichting blad 18 van 19 luchtkwaliteltmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 201 5

21 Bijlage: NO en NO xkwartaal- en jaargemiddelden In deze bijlage staan de NO en NO, maand- en kwartaalgemiddelden opgesomd voor de meetstations Alblasserdam, Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht. NO, is een verzamelnaam voor het totaal van NO en NO2. Tabel I. NO kwartaal- en jaargemiddelden voor meetstations Alblasserdam, Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht. Het station Dordrecht-Bamendaweg wordt beheerd door het RIVM. NO gemiddelde (in pg/m 3) Alblasserdam Overschie Ridderkerk Schiedam Dordrecht Straatstation Straatstation Straatstation Stadsachterarond Stadsachterarond Jan -Maart April -Juni Juli -Sept Okt -Dec Tabel II. NO5 kwartaal- en jaargemiddelden voor meetstations Alblasserdam. Overschie, Ridderkerk, Schiedam en Dordrecht. Het station Dordrecht-Bamendaweg wordt beheerd door het RIVM. NOx gemiddelde (in pg/m ) Alblas- Overschie Ridderkerk Schiedam Dordrecht serdam Straatstation Straatstation Stadsachtergrond Stadsachtergrond Straatstation Jan -Maart April -Juni Juli -Sept Okt -Dec Luchtkwaliteitmetingen Alblasserdam, jaarrapportage 2015 blad 19 van 19