Koordje draaien. Pom Pom:

Transcriptie

1 Koordje draaien Verschillende kleuren en soorten wol of andere soorten draad, schaar, meetlint, pen, deurknop of een assistent. Probeer verschillende variaties koord uit voor je materiaal kaart: 1 dun, 2 ton sur ton (gelijke kleuren), 3 complementair (contrast kleuren), 4 effect (met glitter, textuur, etc.) en 5 een eigen ontwerp. Zo maak je een koord: 1 Knip verschillende stukken wol/draad af. Pas op! Als je een koord van 1 meter lengte wilt maken heb je wel tussen de 4 en 6 meter draad nodig. (De proefstukken op de materiaalkaart moeten minimaal 60cm zijn) 2 Sla de verzamelde, gelijk lange draden om een vaste punt, b.v. deurknoop of vinger assistent. Pas op! Je moet de lus gemakkelijk van de punt af kunnen halen. Wees voorzichtig met je assistent geen afgeknelde vingers. 3 Knoop de uiteinden vast aan een pen. Pas op! Laat wel een staartje van 10 cm over zodat je het koordje goed vast kunt houden. 4 Draai de pen zolang in een richting totdat de draden goed getwijnd zijn. Maak een twijntest door een stukje vanuit de en in elkaar te laten draaien. 5 Als je tevreden bent met de draai kan je het koordje in midden vouwen. Het beste resultaat bereik je als je de pen als gewicht in het midden plaatst en de koord dan helpt om regelmatig op te draaien. 6 Knoop de uiteinden aan elkaar. Pas Op! Laat je gedraaide koordje niet los, anders moet je opnieuw draaien. Pom Pom: Verschillende kleuren en soorten wol of andere soorten draad, schaar, karton Probeer verschillende variaties pompom s uit. Zo maak je een pompom: 1 Knip 2 cirkels uit karton die niet te dik en niet te dun is. B.v. de verpakking van mueslirepen. 2 Knip aan de ene kant van de cirkel richting middelpunt in en knip in het midden ook een cirkel. Herhaal dit voor de tweede kartonnen cirkel. 3 Knip een stuk draad van ca. 10 cm af. 4 Plaats beide kartonnen cirkels op elkaar met de ingesneden opening aan dezelfde kant. 5 Wikkel nu de draad rondom de pompom-maker. 6 Probeer de draad goed te verdelen, steeds maar van de buitenkant naar het middelpunt toe via de ingesneden opening. 7 Als je klaar bent en je kartonnen schijf helemaal omwikkelt knip je de draad af. Pas op! Houd alles goed vast. 8 Knip nu voorzichtig met een heel scherpe schaar de draden tussen de 2 kartonnen schijven door. Houd alles heel goed vast! 9 Wikkel nu het stukje draad van 10 cm een of twee keer rond de middelpunt van alle draden tussen de 2 kartonnen schijven in. En knoop het heel goed vast. 10 Nu kun je de 2 schijven voorzichtig van je wollen bol trekken. Om een mooie ronding te krijgen kan je de pompom rondom bijknippen. Pas op! Doe dat wel boven de prullenmand anders heb je overal pluisjes.

2 Kwast: Verschillende kleuren en soorten wol of andere soorten draad, schaar, boek of karton Probeer verschillende variaties kwastjes uit. (2-3 variaties) Zo maak je een kwast: 1 Wikkel draad om een boek of karton ca keer. 2 Knip een stukken draad van ca. 10 cm af. 3 Wikkel het stukje om alle 100 draden heen en maak een knoop. Doe dit aan een kant van het boek/karton. 4 Knip alle draden aan de tegenoverliggende kant van het boek/karton af. 5 Wikkel een nieuwe draad enkele keren rondom kwast en maak een knoop. Doe dit zo dat een bolletje ontstaat. Je kunt het bolletje vullen met een pompom om volumen te creëren. Je kunt verschillende kleuren draad gebruiken. Als je klaar bent maake je een goede dubbele platte knoop en knipt de draad einden op lengte van de kwast af. Met behulp van een (haak-)naald haal je de uiteinden naar het midden van de kwast. 6 Knip alle draadjes op een lengte. Pas op! Doe dat wel boven de prullenmand anders heb je overal pluisjes Variatie: Volg instructies t/m stap 4 Wikkel dan een draad van links naar rechts in het midden ca. 1/3 van de totale lengte. Verbind de twee kanten dan met enkele ronden en werk de kwast af zoals boven omschreven. Nu heb je een lusje in plaats van een bolletje.

3 Kaarden: Verschillende kleuren en soorten wol, 2 kaard borstels Probeer verschillende variaties lonten te maken. (2 variaties) Zo kaard je wol: 1 Leg één van de twee borstels op je linkerbeen en bedek de borstel met plukjes wol. Leg er niet te veel op. Pak de borstel onderhands met je linkerhand. Pak de andere borstel bovenhands vast met je rechterhand, met de tandjes naar beneden. 2 Laat de tandjes van beide borstels nu in elkaar grijpen. Niet te hard want dan krijg je ze niet meer uit elkaar. Zorg wel dat de wol door en door geborsteld wordt en niet alleen het buitenste laagje. Laat de borstels met de handvaten bij ekkaar beginnen en trek dan de vlakken over elkaar tot ze loslaten. Na een paar keer borstelen ligt er op beide borstels eveneveel wol. Wissel de borstels van plaats en doe nog een paar halen. 3 Als de wol er op beide borstels gelijkmatig uitziet, kan hij eraf gehaald worden. Zet hiervoor de rechterborstel haaks op de linker. Haal de wol van de linkerborstel door hem in de richting van de haakjes langs de rechter te trekken. 2 Neem een plukje gewassen, droge wol in de ene hand trek daar even wat vezels uit, draai die even voorlopig wat op, zodat ze steviger worden en knoop ze vast aan je begindraad. 4 Wissel de borstels van plaats. Doe nu hetzelfde als bij punt 5, zodat alle wol losjes op de rechterborstel komt te liggen. 5 De wol kan er nu afgehaald worden. Bij erg vuile wol moet je de handeling een of twee keer herhalen.

4 Spinnen: Verschillende kleuren en soorten wol of andere soorten draad, stukje begindraad, spintop of spinstok Probeer verschillende variaties draad te maken. (2 variaties) Zo spin je met een spintol: 1 Maak bij het begin een stukje draad dat al klaar is met een knoop onder het steentje aan het stokje vast. 2 Neem de draad mee naar de bovenkant van het stokje, maak een lus in de draad, draai die een slag naar links of rechts en doe de gedraaide lus om de bovenkant van het stokje. 3 Nu blijft de spintol hangen aan je stukje draad. 4 Het is een omgekeerde slag om de bovenkant van het tolletje. Probeer het maar uit. Hij blijft er om hangen en is makkelijk te verwijderen en weer aan te brengen. 5 Neem een plukje gewassen, droge wol in de ene hand trek daar even wat vezels uit, draai die even voorlopig wat op, zodat ze steviger worden en knoop ze vast aan je begindraad. 6 Nu geef je het hangende spintolletje met twee vingers aan de onderkant van het tolletje een draai mee. 7 Dan gaat die hand snel naar boven om mee te helpen met de wol regelmatig uit het plukje losse wol te trekken. De ene hand trekt, de andere hand glijdt langs de draad en zorgt dat de draad regelmatig gedraaid wordt. LET OP: Als je die hand los laat dan komt de draaiing in de pluk losse wol en ben je verder van huis. De tol draait al gauw niet meer en als je niet uit kijkt draait die weer terug. Dus: stoppen, hangdraad los maken, het stuk gesponnen draad vlak boven de spinsteen om de stok draaien, de hangknoop weer aanbrengen, de tol weer een zwiep geven en doorgaan.

5 Verven: Verschillende soorten garen en stof, textielverf, water, zout, kleine emmers, silicone handschoenen, schort Probeer volgende verv oefeningen te maken: - stuk katoen stof in Shibori techniek (gevouwen dipdye) - 6 meters draad in verschillende potjes dipdye (2 variaties) Verf: Bereid de verv naar aanleiding van de instructies van de leverancier. Gebruik verschillende kleuren voor een dipdye of ombre effect. Shibori Techniek: 1 Scheur of knip een vierkant stuk stof. 2 Maak de stof nat en wring het overtollige water uit. 3 Vouw de stof zoals hieronder aangegeven. 4 Fixeer de zo ontstaan driehoek met elastiekjes. 5 Dip de kanten van het stoffenpakket in de verf. 6 Volg de instructies op de verpakking van de verf voor fixatie verf en uitspoelen. Dip Dye Techniek Garen: 1 Knip 6 meters garen. 2 Maak het garen nat en wring het overtollige water uit. 3 Maak een grote lus van ca. een meter lengte. 4 Fixeer de einden met elastiekjes. 5 Plaats de uiteinden en de midden van het garenbundel in verschillende bakken verf. 6 Volg de instructies op de verpakking van de verf voor fixatie verf en uitspoelen.

6 Macramé is een handwerktechniek waarbij je verschillende draden samen knoopt. Door van draden te wisselen en verschillende knopen te gebruiken kun je verschillende patronen maken. Een aantal knopen die in macramé worden gebruikt zijn: weitasknoop, vierkante knoop, overhandse knoop, Turkse knoop, Cordonknoop, Frivolitéknoop en vriendschapsknoop. De mogelijkheden zijn eindeloos. Je kunt plat werken en in 3D. Je kunt verschillende soorten draad gebruiken, in alle kleuren van de regenboog. Of je maakt een werkstuk helemaal van hetzelfde materiaal. Macramé wordt gezien als een ouderwetse handwerktechniek die vooral in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw veel werd gebruikt om allerlei leuke dingen te maken zoals bijvoorbeeld planthangers. Eén onderdeel van de Macramé wordt ook nu nog erg veel gedaan: vriendschapsbandjes knopen. Hieronder zie je voorbeelden voor: 1 Weversknoop 2 Dubbele rechtse en dubbele linkse knoop 3 Begin lusjes 1 2 3

7 Vriendschapsbandje: Dit armbandje wordt gemaakt van glanskatoen. Voor een armbandje van ongeveer 20 cm lang knip je 4 draden af van 230 cm lang. Zo maak je een kwast: 1 Maak in het midden een lusje. De draden komen nu bij elkaar, je hebt 8 draden om mee te knopen, van iedere kleur 2. Leg ze in deze volgorde neer. 2 Zet de draden vast. Gebruik een stukje tape of een veiligheidsspeld om de draden ergens aan vast te maken. Je kunt de veiligheidsspeld dan bijvoorbeeld weer vastzetten aan je broek, ter hoogte van je knie. Je kunt de knoop ook met tape vastmaken aan de tafel of de vloer. Tape trek je wel makkelijk weer los, afhankelijk van hoe hard je aan de draden trekt als je aan het knopen bent. 4 Volg het visgraad patroon. Je begint met een driehoek in het midden. Als je bij de buitenkant bent gekomen, knoop dan steeds met de draden van de buitenkant naar het midden en knoop ze daar een keer samen. 5 Probeer het bandje. Als je aan het einde van de draden komt, sla het bandje dan een keer om je pols om te zien of het past. Als het al makkelijk om je pols heen kan, kun je al stoppen en het overtollige draad afknippen 3 Spreid de draden uit. Om beter bij te kunnen houden met welke draad je bezig bent moet je ze uitspreiden zodat ze als een waaier voor je liggen.