GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OPENBARE GEZONDHEIDSZORG WEST- BRABANT

Transcriptie

1 West-Brabant GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OPENBARE GEZONDHEIDSZORG WEST- BRABANT De colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem en Zundert, (verder te noemen de deelnemende gemeenten), teder voor zover het hun bevoegdheid betreft; Overwegende dat er op diverse terreinen van de openbare gezondheidszorg ontwikkelingen gaande zijn, waar gemeenten adequaat op moeten kunnen inspelen; hechtere samenwerking in het kader van de openbare gezondheidszorg in het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gewenst en noodzakelijk is; het daarbij van belang is om zowel tot eenduidige bestuurlijke aansturing als transparante organisatorische vormgeving en structuren te komen, waarbij de onderlinge samenhang van de diverse terreinen niet uit het oog mag worden verloren; gelet op het voorstel van het Algemeen Bestuur van de Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant van 12 december 2005, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN: de 'Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant', te wijzigen en als volgt nader vast te stellen. HOOFDSTUK I HET OPENBAAR LICHAAM Artikel Er is een openbaar lichaam, genaamd Openbare Gezondheidszorg West-Brabant. Het is gevestigd te Breda. 2. Het gebied van het samenwerkingsverband omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. T:\AFD DlRVWINWORDvBESTUUR'BESTORG ABGROGZWBr4edeflekst GEMEENSCHAPPELIJKEREGELING.doc 1

2 HOOFDSTUKII DOEL Artikel Met samenwerkingsverband heeft tot doel bij te dragen aan de voorbereiding van en uitvoering te geven aan het beleid van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg in het algemeen en de collectieve preventie alsmede aan de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening bij rampen als onderdelen daarvan in het bijzonder. 2. Het samenwerkingsverband geeft in dat kader inhoud aan de voor de deelnemende gemeenten noodzakelijke en de door de deelnemende gemeenten gewenste samenwerking op het terrein van de openbare gezondheidszorg. 3. Het samenwerkingsverband is bevoegd tot grensoverschrijdende samenwerking, zoals bedoeld in de Benelux-overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten. HOOFDSTUK III OMVANG DIENSTVERLENING Artikel 3. De activiteiten van het samenwerkingsverband omvatten, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze regeling nader is bepaald: a. het instellen, in stand houden en beheren van een Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst West-Brabant (hiema te noemen: GGD); het instellen, in stand houden en beheren van andere vormen van organisatie op het terrein van de openbare gezondheidszorg. HOOFDSTUK IV HET ALGEMEEN BESTUUR Artikel Het College van Burgemeester en Wethouders van elke gemeente wijst uit haar midden een lid van het Algemeen Bestuur aan. 2. Het College van Burgemeester en Wethouders van elke gemeente kan in voorkomende gevallen als nader bij artikel 6 lid 5 van deze regeling bepaald, een extra lid van het algemeen bestuuraanwijzen met inachtneming van lid 1 van dit artikel. 3. Het algemeen bestuur heeft in het bijzonder tot taak coordinate tot stand te brengen tussen de verschillende taakvelden, die in het kader van deze regeling aan de orde zijn. 4. Aan het Algemeen Bestuur behoren, binnen het kader van deze regeling, de navolgende bevoegdheden a. het nemen van besluiten met betrekking tot toetreding, uittreding, wijziging en opheffing, zoals bedoeld in de artikelen 16 tot en met 19. b. het vaststellen of wijzigen van de begroting met inbegrip van het daarbij omschreven beleidsplan en productenpakket, waaronder begrepen worden de begrotingen per taakveld, op welk terrein in het kader van deze regeling wordt samengewerkt. Tesamen gebundeld vormen deze (deel-)begrotingen de begroting van het openbaar lichaam. c. het vaststelien van de jaarrekening, waaronder begrepen worden de jaarrekeningen per taakveld, op welk terrein in het kader van deze regeling wordt samengewerkt. Tesamen gebundeld vormen deze (deel-)jaarrekeningen de jaarrekening van het openbaar lichaam. het vaststellen van een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden. T:\AFD DIR\WINWORD\BESTUUR\BESTORC-ABGROGZ WBr4edef leksl GEMEENSCHAPPELIJKEREGELrNG.doc 2

3 5. Met het oog op haar taakbehartiging vergadert het Algemeen Bestuur tenminste twee maal per jaar. HOOFDSTUK V DE VOORZITTER Artikel Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter aan. 2. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een door het Algemeen Bestuur aan te wijzen lid van het dagelijks bestuur, niet zijnde extern lid als genoemd in artikel 6 lid De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsverband in en buiten rechte en ondertekent de uitgaande stukken van het samenwerkingsverband 4. De voorzitter roept schriftelijk en onder toezending van de agenda en van de te behandelen stukken bestuursvergaderingen bijeen, zo dikwijls als hij dit nodig acht dan wel door tenminste twee leden van het Algemeen c.q. Dagelijks Bestuur daartoe is verzocht. 5. De voorzitter is belast met de leiding van de bestuursvergaderingen. 6. De voorzitter kan adviseurs ter vergadering uitnodigen. HOOFDSTUK VI HET DAGELIJKS BESTUUR. Artikel Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en drie leden door en uit het Algemeen Bestuur aan te wijzen 2. Het Dagelijks Bestuur bestaat naast de leden genoemd in lid 1 van dit artikel uit door het Algemeen Bestuur aan te wijzen twee onafhankelijke leden, niet zijnde lid van het Algemeen Bestuur of van het bestuur van de deelnemende gemeenten, zulks op grand van hun bijzondere deskundigheid op het terrein van de openbare gezondheidszorg en / of deskundigheid op het terrein van financien en bedrijfsvoering met als doel te voorzien in de noodzakelijk geachte deskundigheid en de bestuurlijke continu'rteit. 3. Het Algemeen Bestuur is bevoegd de externe leden van het Dagelijks Bestuur te ontheffen van hun lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur 4. Aanwijzing van de leden van het Dagelijks Bestuur als genoemd in lid 1 van dit artikel, geschiedt voor 1 lid op voordracht van de gezamenlijk leden in het Algemeen Bestuur van de deelnemende gemeenten met meer dan inwoners, voor 1 lid op voordracht van de gezamenlijke leden in het Algemeen Bestuur van de gemeenten met tot inwoners en voor 2 leden op voordracht van de gezamenlijke leden in het Algemeen Bestuur van gemeenten met minder dan inwoners. 5. a. Ingeval het Algemeen Bestuur, op grand van lid 4 van dit artikel, uit zijn midden een lid van het Dagelijks Bestuur aanwijst, dient desgewenst het college van Burgemeester en Wethouders van de betreffende gemeente conform artikel 4 lid 2 voorafgaand aan vemoemd besluit van het Algemeen Bestuur een nieuw lid in het Algemeen Bestuur aan te wijzen, in welk geval de het college van Burgemeester en Wethouders dan tevens het aangewezen lid van het Dagelijks Bestuur aanwijst als extra lid van het Algemeen Bestuur. b. Ingeval de gemeenten, op grand van lid 4 van dit artikel, een gemeentelijk bestuurder als lid van het Dagelijks Bestuur wensen aan te wijzen, die geen lid is van het Algemeen Bestuur, wordt deze voorafgaand aan het benoemingsbesluit van het Algemeen Bestuur door de betreffende gemeente, waarin het beoogde lid bestuurder is, conform artikel 4 lid 2 als extra lid van het Algemeen Bestuur aangewezen. 6. Aan het Dagelijks Bestuur behoren in het kader van deze regeling alle bevoegdheden met T:\AFD DIR WINWORD\BESTUUR\BESTORG AB GROGZ WBr4edef lekst 22-1!-07 GEMEENSCHAPPELIJKEREGELrNG.doc 3

4 uitzondering van de bevoegdheden van het Algemeen Bestuur als omschreven in artikel 4. Met Dagelijks Bestuur is tevens belast met: a. Het vervullen van de rol van werkgever; b. Het voorbereiden van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur; c. Het jaariijks tijdig vaststellen van de algemene begrotingsrichtlijnen, het doen uitvoeren van de controle op het geldelijk beheer en de fmanciele administratie alsmede het doen instellen van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening door een door het Algemeen Bestuur aan te wijzen registeraccountant. d. Het Dagelijks Bestuur kan zijn bevoegdheden betreffende zijn werkzaamheden als in dit artikel omschreven mandateren aan de directie van de GGD door dit vast te leggen in het directiestatuut. HOOFDSTUK VII KLANTENPANELS Artikel Door het Dagelijks Bestuur kunnen ten behoeve van de bepaling van de omvang en kwaliteit van de dienstverlening klantenpanels worden ingesteld, die daarover advies kunnen uitbrengen aan de directie van de GGD en waarvan de werkwijze nader wordt geregeld bij verordening en huishoudelijk reglement; 2. Er wordt in ieder geval een klantenpanel ingesteld ten behoeve van de dienstverlening aan de gemeenten, dat is samengesteld uit de portefeuillehouders volksgezondheid van de deelnemende gemeenten. Dit klantenpanel functioneert ten behoeve van de intergemeentelijke beleidsafstemming tevens als portefeuillehoudersoverleg volksgezondheid. HOOFDSTUK VIII BESLUITVORMING Artikel Besluitvorming in het Algemeen Bestuur van deze regeling geschiedt, in de gevallen en op de wijze als in lid 2 van dit artikel is bepaald, door middel van gewogen stemverhouding. 2. Voor de vaststelling van de begroting als bedoeld in artikel 4 lid 4 onder b van deze regeling is een meerderheid van stemmen nodig van tenminste 9 leden, die tevens gemeenten vertegenwoordigen met samen tenminste de helft van het aantal inwoners in het werkgebied. 3. In de vergadering van het Algemeen Bestuur hebben de leden stemrecht (1 stem). Extra leden hebben geen stemrecht. HOOFDSTUK IX DIENSTVERLENING GGD Artikel De GGD is, met inachtneming van het bepaalde in de Wet Collectieve Preventie Volks gezondheid en andere relevante wetgeving op het terrein van de openbare gezondheidszorg, belast met: a. het adviseren van de gemeenten bij de voorbereiding van een lokaal volksgezondheidsbeleid. b. het uitvoeren van de gemeentelijke volksgezondheidstaken, overeenkomstig een vast te stellen bedrijfsplan. c. het in opdracht van het GHOR-bestuur uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de geneeskundige hulpveriening bij ongevallen en rampen, welke contractueel worden T:\AFD DIR\WINWORD''BESTUUR\BESTORG\ABGROGZ WBr4edefteksi22-ll-07 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING.doc 4

5 vastgelegd. d. het afsluiten van contracten, die de dienstverlening met andere instanties op het terrein van de volksgezondheid regelen. 2. In het bedrijfsplan als bedoeld in het eerste lid, onder b wordt een onderscheid gemaakt tussen: a. basistaken, omvattende taken die de gemeenten wettelijk verplicht zijn af te nemen en taken die door gezamenlijke gemeenten als collectief wensen af te nemen producten, die via besluitvorming in het dagelijks bestuur en algemeen bestuur als zodanig worden aangewezen. b. aanvullende en/of intekentaken, die de deelnemende gemeenten daarenboven kunnen afnemen op grand van bilaterale afspraken tussen een deelnemende gemeente en de GGD. 3. Een bedrijfsplan wordt een maal per vier jaar vastgesteld, te rekenen met ingang van Daarmee ligt het basistakenpakket voor de gehele periode vast. 4. Wijziging in de door de deelnemende gemeenten verplicht af te nemen basistaken is slechts mogelijk bij een volgend en aldus wederom voor een periode van vier jaar vastgesteld bedrijfsplan. 5. De aanvullende en/of intekentaken worden in het bedrijfsplan zodanig qua inhoud en uitvoering beschreven, inclusief de daarmee voorzienbare kosten op jaarbasis, welke telkens nader worden gespecificeerd in de begroting, dat de deelnemende gemeenten in staat zijn op basis van deze "offerte" te besluiten tot afname op contractsbasis. 6. a. De looptijd van een contract betreffende afname van aanvullende en / of intekentaken is gelijk aan de duur van een kalenderjaar en wordt telkens stilzwijgend met een jaar veriengd; wil een deelnemende gemeente niet verlengen c.q. opzeggen dan geldt er een schriftelijke opzegtermijn van 1 jaar. b. Ten aanzien van taken als genoemd in lid 2 b van dit artikel, worden bij aangaan van het contract met de betreffende gemeente, daarin eveneens de geraamde desintegratiekosten opgenomen welke kunnen ontstaan bij beeindiging of vermindering van de dienstveriening, alsmede de wijze waarop deze voor rekening van deze gemeente komen en de betaling daarvan. HOOFDSTUK X Artikel 10. Vervallen HOOFDSTUK XI Artikel 11. Vervallen DIENSTVERLENING GHOR WEST - BRABANT DIENSTVERLENING RAV WEST-BRABANT HOOFDSTUK Xla DIENSTVERLENING ADVIES- EN MELDPUNT KINDERMISHANDELING WEST- EN MIDDEN-BRABANT Artikel 11a vervallen HOOFDSTUK XII Artikel 12 vervallen OVERGANGSBEPALINGEN HOOFDSTUK XIII VERANTWOORDING Artikel Het Aigemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur geven aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten, te weten, de colleges van burgemeester en wethouders, desgewenst mondeling of schriftelijk alle inlichtingen, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. T:VAFD D!R\WINWORDVBESTUUR\BESTORG',AB GROGZ WBr 4edef lekst GEMEENSCHAPPELLJKE REGELING.doc 5

6 2. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tesamen en ieder afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording schuldig voor hun optreden in het Dagelijks Bestuur. Zij geven het Algemeen Bestuur mondeling en schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. 3. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan het college van Burgemeester en Wethouders, dat hem als lid heeft aangewezen, verantwoording schuldig voor hun optreden in het Algemeen Bestuur. Het afleggen van verantwoording door het college aan de gemeenteraad vindt plaats op de wijze, geregeld in het reglement van orde voor de vergaderingen van de betreffende raad. HOOFDSTUK XIV PERSONEEL EN ORGANISATIE Artikel Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel, 2. Benoeming, schorsing of ontslag van de leidinggevende GGD geschiedt door het Dagelijks Bestuur. 3. Het Dagelijks Bestuur regelt de arbeidsvoorwaarden voor het personeel in dienst van het samenwerkingsverband. 4. Het Dagelijks Bestuur regelt de secretariele ondersteuning ten behoeve van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur. 5. Het Dagelijks Bestuur draagt, met inachtneming van het bepaalde in de Archiefwet, zorg voor de archiefbescheiden. 6. Het Dagelijks Bestuur kan met uitzondering van haar bevoegdheden in lid 2 en lid 4, haar bevoegdheden betreffende haar werkzaamheden als in de vorige leden van dit artikel omschreven mandateren aan de directie van de GGD door dit vast te leggen in het directiestatuut. HOOFDSTUK XV FINANCIELE BEPALINGEN Artikel Ten aanzien van de organisatie van de administrate en van het beheer van de vermogenswaarden, alsmede van de controle daarop, zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 2. De deelnemende gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam ten alien tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. 3. Indien aan het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemende gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het Algemeen Bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de art. 194 en 195 Gemeentewet. HOOFDSTUK XVI TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING Artikel Toetreding door gemeenten kan plaatsvinden, wanneer het Algemeen Bestuur daarin bewilligt. 2. In een besluit van het Algemeen Bestuur als bedoeld in het eerste ltd, kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van de voldoening aan bepaalde voorwaarden door de betrokken T:\AFD D1R''W!NWORD\BESTUUR\BESTORGABGROGZ WBr4edcftckst GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINC doc 6

7 gemeente. 3. In overleg met de toetredende gemeente regelt het Algemeen Bestuur of en zo ja op welke wijze in de kosten van de gemeenschappelijke regeling wordt bijgedragen. Hierbij kan ook worden voorzien in een toetredingsbijdrage. 4. De toetreding treedt in werking terstond nadat de daartoe strekkende besluiten van de onderscheiden bestuursorganen van de gemeente zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft. Artikel Een deelnemende gemeente kan uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur van een daartoe strekkend besluit van de onderscheiden bestuursorganen van de gemeente. 2. Voor uittreding als bedoeld in het eerste lid geldt een opzegtermijn van een kalenderjaar. 3. De uittredende gemeente is gedurende drie achtereenvolgende jaren na afloop van het begrotingsjaar waarin de uittreding plaatsvindt aan het openbaar lichaam Openbare Gezondheidszorg West-Brabant een bijdrage ter grootte van respectievelijk 100%, 66% en 33% verschuldigd. 4. De uittreding treedt in werking terstond nadat de daartoe strekkende besluiten van de onderscheiden bestuursorganen van een gemeente zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft. Artikel Zowel het Dagelijks Bestuur als het College van Burgemeester en Wethouders van een deelnemende gemeente kan aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen inzake wijziging van de regeling. 2. Indien het Algemeen Bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur het door het Algemeen Bestuur vastgestelde voorstel tot wijziging van de regeling toekomen aan, de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten. 3. Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer de bevoegde bestuursorganen van tenminste drievierde van het aantal deelnemende gemeenten zich voor hebben verklaard. 4. De wijziging treedt in werking op de eerste dag nadat de besluiten daartoe zijn opgenomen in het register, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft. Artikel De regeling wordt opgeheven, wanneer de bevoegde bestuursorganen van tenminste drievierde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 2. De opheffing gaat in op de eerste dag, nadat de besluiten daartoe zijn opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit een latere datum aangeeft. 3. In geval van opheffing van de regeling besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt hij daarvoor de nodige regelingen. Hierbij kan met uitzondering van hetgeen bepaald is in art. 15 lid 2 en 3 van de bepalingen van de regeiing worden afgeweken. 4. Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. Het liquidatieplan wordt ter kennisneming toegestuurd aan Gedeputeerde Staten. 5. Het liquidatieplan omvat een sociaal statuut voor het personeel van het samenwerkingsverband. 6. Zo nodig blijven de organen van het openbaar lichaam ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is beeindigd T:\AFD D[R\WINWORD\BESTUUR\BESTORG\ABGROGZWBr4edcftekst GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING.doc 7

8 HOOFDSTUK XVII SLOTBEPALING Artikel De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Met Dagelijks Bestuur zendt de regeiing, alsmede de besluiten tot wijziging en opheffing van de regeling en besluiten tot toetreding en uittreding, aan Gedeputeerde Staten. 3. De regeling, alsmede alle wijzigingen daarvan, treden in werking op de eerste dag na opname in het register als bedoeld in artikel 27, lid 2 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. 4. De regeling kan worden aangehaald als: "Regeling Openbare Gezondheidszorg West- Brabant". Aldus als gewijzigd vastgesteld door het Algemeen Bestuur bij beslthfvan 22 november voorzitter secretaris T:\AFD DIR,WPv I WORD'BESTUUR\BESTORG\ABGROGZWBr4edeftekst22-II-07 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELlNG.doc 8