Extra vergunningen Den Haag Onderzoek naar de invloed van tariefverlaging voor extra parkeervergunningen op parkeerdruk

Transcriptie

1 Extra vergunningen Den Haag Onderzoek naar de invloed van tariefverlaging voor extra parkeervergunningen op parkeerdruk In opdracht van: Gemeente Den Haag DSB/ Parkeren Onderzoeksbureau: The Research Company Onderzoeker: Alex Feijt Rapportage: 27 februari 2017

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Probleemomschrijving... 3 Deelvragen... 3 Deskresearch en Primair onderzoek onder vergunninghouders... 3 Steekproefkader... 4 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid... 4 Opzet... 4 Resultaten... 5 Resultaten per vraag... 7 Vergelijkingstabellen... 9 Conclusie Veldwerkverslag Bijlage Enquête

3 Inleiding De gemeente Den Haag heeft per 1 januari 2015 een verlaagd tarief ingevoerd voor de 2 e en volgende parkeervergunningen van bewoners. De aanpassing betrof een verlaging van 420 naar 210. De tariefverlaging is voor bewoners die al een 2 e en volgende vergunning hadden, ingevoerd bij de eerstvolgende verlenging. Deze verlenging vond afhankelijk van de wijk plaats in februari, maart, april, juli, oktober of november De maatregel is geëvalueerd in 2016 en daarbij is gekeken naar de effecten van de tariefverlaging op de uitgifte van de vergunningen, de effecten op de parkeerdruk en de financiële gevolgen. Uit de evaluatie bleek dat er Den Haag breed, een relatief beperkte toename is van het aantal eerste vergunningen (+1,2%) en een procentueel forse stijging is van het aantal extra vergunningen (+31,1%). De toename verschilt sterk per vergunninggebied (+10% tot +60%). Tevens valt op dat de stijging van het aantal extra vergunningen veel groter is dan de stijging van het aantal eerste vergunningen. De stijging van het aantal extra vergunningen is ook veel groter dan in 2013 en De toename van het aantal extra vergunningen kan niet verklaard worden door een toename van autobezit in Den Haag. Het particulier autobezit is in 2015 gestegen met slechts 0,4%. Voor een juist en goed onderbouwd parkeerbeleid is meer inzicht nodig in de eventuele effecten van de genoemde tariefverlaging op de parkeerdruk. Probleemomschrijving De toename van het aantal extra vergunningen is hoger dan verwacht. Bovendien is er in bepaalde wijken sprake van een sterkere toename van het aantal 2 e en volgende parkeervergunningen. Er is onderzoek gedaan om door middel van deskresearch meer inzicht te verkrijgen in ontwikkelingen met betrekking tot de parkeerdruk en er zijn reeds ideeën over het effect van toegenomen aantal extra aanvragen op de parkeerdruk. Voor een sluitend onderzoek is echter betrouwbare, objectieve informatie nodig over de motieven van de aanvragers van extra vergunningen en over hun gedrag met betrekking tot autobezit en parkeren. Deelvragen Deskresearch en Primair onderzoek onder vergunninghouders Een deel van de onderzoeksvragen is door DSB zelf beantwoord doormiddel van deskresearch. Een deel van de vragen is onderzocht doormiddel van enquêtes onder aanvragers van extra vergunningen. Dit tweede deel van het onderzoek is verzorgd door Research Company. Enquêtes onder vergunninghouders Het onderzoek van Research Company richtte zich op aanvragers van een 2e of volgende vergunning. Het onderzoek richtte zich daarbij op aanvragen die na 1 januari 2015 zijn gedaan. De vragenlijst omvatte vragen over de motieven van bewoners voor een extra parkeervergunning, de invloed van de tariefverlaging op het aantal auto s in bezit en veranderingen in het parkeergedrag van de vergunninghouders vóór en ná de aanschaf van extra vergunning(en). De vragenlijst is kort gehouden en bevatte 4 vragen. De volgende zijn opgenomen: Vraag 1. Over hoeveel auto s beschikte uw huishouden eind 2014? Vraag 2. Over hoeveel auto s beschikt uw huishouden nu? Indien : Evenveel auto s: Vraag 3.Waar stond(en) de auto / de auto s voordat u een tweede vergunning aanschafte? Indien: Meer auto s: Vraag 4a. Heeft de tariefverlaging voor 2 e vergunning invloed gehad op de keuze de (extra) auto aan te schaffen? Indien nee, einde enquête Indien Ja Vraag 4b.Had u ook een (extra) auto aangeschaft wanneer er GEEN TARIEFVERLAGING voor extra vergunningen was ingevoerd? Overige opmerkingen: 3

4 Aankondiging Er is voorafgaande aan het onderzoek geen brief gestuurd om het onderzoek aan te kondigen. In plaats daarvan hebben de telefonisch interviewers bij aanvang van het gesprek uitgelegd dat het onderzoek in opdracht van de Gemeente Den Haag werd uitgevoerd en wat het doel was van het onderzoek. Er is daarbij voor vragen verwezen naar de DSB-contactpersoon voor het onderzoek en haar telefoonnummer werd op verzoek verstrekt aan de respondent. Steekproefkader Er is gebruik gemaakt van de adressen en telefoonnummers van aanvragers 2e en volgende vergunning (aangevraagd ná 1 januari 2015). Dit bestand is aangeleverd door DSB aan Research Company. Bruto steelproef Research Company heeft een a-selecte steekproef getrokken uit het bestand. Deze bruto steekproef bevatte de adressen die benaderd zijn voor het onderzoek. Omdat niet alle adressen bereikt werden spreken we van een bruto steekproefomvang en een netto steekproef. De bruto steekproef omvatte: Alle adressen in de 5 wijken met sterke toename van 2 e en volgende parkeervergunningen. Een Random selectie van 1200 adressen uit de overige wijken in Den Haag Netto steekproef Niet iedereen is telefonisch bereikt (oorzaken: geen gehoord, geen medewerking, fout nummer). De netto steekproef van adressen waar een enquête is afgenomen omvatte: 300 afgenomen enquêtes in de 5 wijken met sterke toename van extra vergunningen 300 afgenomen enquêtes verspreid over de andere wijken in Den Haag. Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen was een minimum aantal enquêtes nodig met voldoende spreiding over de verschillende wijken. Dit heeft een random steekproef opgeleverd van ca. 60 enquêtes uit elk van de 5 wijken met sterke toename en nog eens 300 enquêtes verspreid over de overige wijken. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid Door het realiseren van de netto steekproefomvang is het betrouwbaarheidsniveau van het onderzoek op stedelijk niveau 95% met een nauwkeurigheid/ foutmarge van 4%. Met betrekking tot de 5 wijken met sterke toename is de betrouwbaarheid 95% bij een nauwkeurigheid van ca. 8%. Ook de conclusies over de overige wijken hebben een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een foutmarge van ca. 8%. Op wijkniveau zijn de uitkomsten indicatief. Bij een betrouwbaarheidsniveau van 95% is hier de foutmarge van de resultaten 12%. De nauwkeurigheid/ foutmarge is belangrijk voor het signaleren van significante verschillen tussen wijken/ delen van de stad. Want mogelijk is het effect van de maatregel niet voor alle delen van Den Haag hetzelfde. Validiteit Door te selecteren op het aanvragen van een 2 e vergunning of volgende na 1 januari 2015 is voldaan aan eisen van externe validiteit. Daarnaast zullen de interviewers zich richten tot de juiste contactpersoon. De vragenlijst is in overleg met DSB opgesteld en hierbij is de onderzoeksvraag als leidend worden genomen. Op deze wijze is gezorgd voor de juiste interne validiteit van het onderzoek. Opzet Opdrachtgever heeft Research Company het bestand van aanvragers extra vergunningen per 1 januari 2015 aangeleverd. Research Company heeft een conceptvragenlijst aan opdrachtgever geleverd en in overleg met opdrachtgever de vragenlijst definitief gemaakt. Het script en de vragenlijst en de geselecteerde adressen zijn ingelezen in het geautomatiseerd CATI systeem voor telefonisch onderzoek van Research Company. Interviewers van Research Company kregen van de veldwerkcoördinator instructies over de doelstellingen en achtergronden van het onderzoek. Vervolgens zijn de enquêtes afgenomen. Zodra in een bepaald gebied voldoende interviews waren afgenomen werd het CATI systeem voor dit gebied afgesloten. Er werd dan dus direct gestopt met benaderen van adressen. Tussentijds hield de veldwerkcoördinator contact met de onderzoeker van Research Company over de status van het veldwerk. De veldwerkcoördinator heeft na afloop van het onderzoek een kort veldwerkverslag opgesteld. Dit verslag is toegevoegd in de bijlage van de rapportage. 4

5 Resultaten Gerealiseerde steekproef ten opzichte van gewenste steekproefsamenstelling Code Vergunninggebied Doelstelling, aantal af te nemen enquêtes Gerealiseerd % van doelstelling 3 Centrum Zuid % 11 Bezuidenhout % 18B Laakhaven % 30 Schilderswijk % 32 Transvaal totaal % Subtotaal % Target overige wijken: % Totaal netto steekproef % Tabel 1. Steekproefdoelstelling en steekproefresultaat De 5 wijken met relatief sterke toename extra vergunningen zijn goed vertegenwoordigd in de steekproef. In Laakhaven is naar verhouding wat minder gerealiseerd (90%). Het totaal aan afgenomen enquêtes is voldoende. In totaal zijn er 295 enquêtes afgenomen in wijken met sterke toename van het aantal extra vergunningen en 306 in de overige wijken. Hierdoor is het mogelijk om beide gebieden met elkaar te vergelijken. Steekproefsamenstelling aantallen afgenomen enquêtes per wijk als percentage van steekproef: Wijk Aantal enquêtes % Centrum 6 1,0 Centrum West 17 2,8 Centrum Zuid 64 10,6 Nieuwe Schoolstraat e.o. 3 0,5 Archipelbuurt 11 1,8 Benoordenhout 24 4,0 Bezuidenhout 56 9,3 Bomenbuurt 12 2,0 Omgeving Mient tot 10 1,7 Volendamlaan Regentessekwartier 36 6,0 Rustenburg, Oostbroek 49 8,2 Schilderswijk 61 10,1 Puntje Moerwijk Noord 4 0,7 Transvaal 60 10,0 Valkenboskwartier 19 3,2 Heesterbuurt Noord 13 2,2 Scheveningen Bad Dorp apart 44 7,3 Gemeente Den Haag 1 0,2 gehandicapten Laakhaven 54 9,0 Laak 39 6,5 Noorderpolderbuurt 17 2,8 Leyweg winkelgebied 1 0,2 Totaal ,0 Tabel 2. Steekproefverdeling op wijkniveau 5

6 Steekproefsamenstelling aantallen afgenomen enquêtes per wijk als percentage van doelstellng: Code Vergunninggebied Aantal enquetes doelstelling Aantal enquetes afgenomen % van doelstelling 01 Centrum totaal % 02 Centrum West % 03 Centrum Zuid % 07 Nieuwe Schoolstraat e.o % 08 Archipelbuurt % 10 Benoordenhout % 11 Bezuidenhout % 12 Bomenbuurt % 18B Laakhaven % 18C Laak % 18D Laakkwartier-Oost 4 0 0% 18E Noordpolderbuurt % 19 Leyenburg 0 22A Leyweg winkelgebied % 23 Omgeving Mient tot Volendamlaan % 25 Regentessekwartier % 28 Rustenburg/Oostbroek % 30 Schilderswijk % 31 "puntje" Moerwijk Noord % 32 Transvaal totaal % 33 Valkenboskwartier totaal % 34 Heesterbuurt-Noord % 35 Bloemenbuurt 0 36 Vruchtenbuurt 0 43 Scheveningen Bad en Dorp % 60G Gemeente Den Haag gehandicapten % Totaal % Combinatie tabel 1 en 2: Steekproefdoelstelling en steekproefresultaat De verdeling van het aantal afgenomen enquêtes over de wijken sluit goed aan op de verdeling van aantallen extra parkeervergunningen over de wijken. Wijken met sterke groei hebben ca. 60 afgenomen enquêtes en wijken met meer extra parkeervergunningen dan gemiddeld zijn naar verhouding ook meer vertegenwoordigd in de steekproef. De steekproef is dus representatief verdeeld naar aantal extra parkeervergunningen. 6

7 Resultaten per vraag In dit deel worden tabellen gepresenteerd van de resultaten per enquêtevraag. De complete enquête is toegevoegd in de bijlage. Vraag 1. Over hoeveel auto s beschikte u in 2014? Vraag 1. Over hoeveel auto beschikte uw huishouden eind 2014? Aantal auto s Aantal % Cumulatief ,0 5, ,1 65, ,0 98, ,5 99, ,3 100,0 Totaal ,0 Geen antw 17 Totaal 601 Tabel 3. Antwoorden op vraag 1. Het antwoord op deze vraag dient vergeleken te worden met het antwoord op vraag 2. Vraag 2. Over hoeveel auto s beschikt u nu? % Vraag 2. Over hoeveel auto beschikt uw huishouden nu? Aantal auto s Aantal % Cumulatief 0 4 0,7 0, ,2 13, ,8 95, ,8 99, ,3 99, ,2 100,0 Totaal ,0 Geen antw 17 Totaal 601 Tabel 4. Antwoorden op vraag 2. Combinatietabel vraag 1 en 2. Autobezit Vraag 2: Aantal auto s in 2016 Vraag1: Aantal auto s in Totaal % Totaal Combinatie vraag 1 en vraag 2: Ontwikkeling autobezit (alle respondenten) Er is sprake van een toename van het aantal auto s per huishouden. 7

8 Aantal auto s Aantal % Cumulatief Verschil t.o.v evenveel ,9 39,9 meer ,2 97,1 minder 17 2,9 100,0 Totaal ,0 Geen antwoord 17 Totaal 601 Tabel 5. Vergelijking van het aantal autobezit 2014 met van de 584 respondenten heeft in 2016 meer auto s in bezit dan in % van de huishoudens heeft meer auto s dan in 2014, 3% heeft minder auto s dan in 2014 en 40% heeft evenveel auto s in bezit. De 584 respondenten hadden in auto s in bezit. In 2016 is het aantal auto s Dit is een toename van het aantal auto s van 44%. Indien respondenten aangaven dat er evenveel of minder auto s waren dan in 2014, is gevraagd waar deze auto s stonden voordat men een extra parkeervergunning aanschafte: Vraag 3. Waar stond(en) de auto / de auto s? voordat u een tweede vergunning aanschafte? (deze vraag is alleen gesteld indien men evenveel of minder auto s heeft dan in 2014) Plaats Op straat (buiten betaald parkeren gebied) % Aantal % Cumulatief % ,8 98,8 Bij het werk 2 0,8 99,6 In een garage 1 0,4 100,0 Op straat in het vergunninggebied, ik betaalde via de automaat/ gsm parkeren Totaal ,0 Tabel 6. Antwoorden op vraag ,0 Indien respondenten aangaven dat men méér auto s had in 2016 dan in 2014 is gevraagd naar de mogelijke invloed van de tariefverlaging op het aantal auto s: Vraag 4A. Heeft de tariefverlaging voor 2e vergunning invloed gehad op de keuze de (extra) auto aan te schaffen? (deze vraag is alleen gesteld indien men meer auto s heeft dan in 2014) Aantal % Invloed? Ja 63 18,9 Nee ,5 Weet niet 2 0,6 Totaal ,0 Tabel 7. Antwoorden op vraag 4A. De tariefverlaging heeft invloed gehad op het besluit om een extra auto te nemen, zegt 19% van de respondenten. Dit betekent dat voor naar schatting tussen 11% en 27% van de bewoners met meer voertuigen dan eind 2014 de tariefsverlaging een rol heeft gespeeld bij het besluit om een extra auto aan te schaffen. (De schatting is gebaseerd op de uitkomst van de enquête, 19%, en de foutmarge van 8%) 8

9 Vraag 4B. Indien Ja Had u ook een (extra) auto aangeschaft wanneer er geen tariefverlaging voor extra vergunningen was ingevoerd? Aantal % Cumulatief Ja 39 61,9 61,9 Ook zonder Nee 24 38,1 100,0 tariefwijziging Totaal ,0 Tabel 8. Antwoorden op vraag 4B. % De tariefverlaging is voor 38% van de respondenten met een extra auto doorslaggevend geweest om deze extra auto te nemen. SLOTVRAAG Overige opmerkingen: Er is één respondent die een opmerking heeft gemaakt bij de slotvraag: = 2 e auto nodig voor werk Vergelijkingstabellen In dit deel wordt een vergelijking gemaakt tussen de wijken met sterke toename van het aantal extra parkeervergunningen en de overige wijken. Er dient rekening mee gehouden te worden dat de uitkomsten een schatting zijn van de antwoorden in de hele (deel)populatie. De foutmarge is berekend en bedraagt 8%. Dat betekent dat verschillen kleiner dan 8% als niet significant moeten worden beschouwd. Aantal afgenomen enquêtes Wijken met aanzienlijke toename aantal extra vergunningen ,9 Wijken met sterke toename extra vergunningen ,1 Totaal ,0 Tabel 9. Deelpopulatieomvang. 17 respondenten hebben niet alle vragen beantwoord. Deze worden buiten de vergelijking gelaten. Het gaat in de vergelijking dus om 281 respondenten uit wijken met sterke toename aantal extra vergunningen en 303 respondenten uit de overige wijken. % 9

10 Combinatie van vraag 1 en vraag2: Over hoeveel auto s beschikte u in 2014 en in 2016? Vergelijking tussen wijken met lichte toename van het aantal extra vergunningen met wijken met sterke toename: Wijken met aanzienlijke toename van het aantal vergunningen Aantal auto s vraag2: eind 2016 vraag1: eind Totaal Totaal Wijken met sterke toename van het aantal vergunningen Aantal auto s vraag2: eind 2016 Vraag 1: eind Totaal Totaal Combinatie vraag 1 en vraag 2: Vergelijking wijken met aanzienlijke- en wijken met sterke toename aantal extra vergunningen. Vergelijkingstabel, meer of minder auto s: Aantal auto s ten opzichte van 2014 Aantal respondenten % Wijken met aanzienlijke toename extra vergunningen Wijken met sterke toename aantal extra vergunningen evenveel ,0 meer ,4 minder 8 2,6 Totaal ,0 evenveel ,3 meer ,5 minder 9 3,2 Totaal ,0 Tabel 10. Vergelijkingstabel, meer / minder auto s. Wijken met aanzienlijke toename / wijken met sterke toename. Indien respondenten aangaven dat men evenveel of minder auto s waren dan in 2014, is gevraagd waar deze auto s stonden voordat men een extra parkeervergunning aanschafte: Vraag 3.Waar stond(en) de auto / de auto s? voordat u een tweede vergunning aanschafte? (deze vraag is alleen gesteld indien men evenveel of minder auto s heeft dan in 2014) Aantal % Wijken met aanzienlijke toename aantal extra vergunningen Op straat (Buiten betaald parkeren gebied) ,1 Bij het werk 1 0,9 In een garage 1 0,9 Op straat in het vergunninggebied, ik betaalde via de automaat/ gsm parkeren 0 0 Totaal ,0 10

11 Wijken met sterke toename extra vergunningen Tabel 11. Vergelijkingstabel, vraag 3. Op straat (Buiten betaald parkeren gebied) ,3 Bij het werk 1 0,7 In een garage 0 0 Op straat in het vergunninggebied, ik betaalde via de automaat/ gsm parkeren 0 0 Totaal ,0 Er zijn geen significante verschillen aangetoond tussen wijken met extreem veel extra vergunningen en overige wijken. Indien respondenten aangaven dat men méér auto s had in 2016 dan in 2014 is gevraagd naar de mogelijke invloed van de tariefverlaging op het aantal auto s: Vraag 4A. Heeft de tariefverlaging voor 2e vergunning invloed gehad op de keuze de (extra) auto aan te schaffen? (deze vraag is alleen gesteld indien men meer auto s heeft dan in 2014) Aantal % Ja 43 22,1 Wijken met aanzienlijke toename aantal extra vergunningen Nee ,4 Weet niet 1 0,5 Totaal ,0 Ja 20 14,4 Wijken met sterke toename extra vergunningen Nee ,9 Weet niet 1 0,7 Totaal ,0 Tabel 12. Vergelijkingstabel, vraag 4A De tariefverlaging heeft invloed gehad op het besluit om een extra auto te nemen, zegt 14,5% van de respondenten in wijken met sterke toename extra vergunningen. In de wijken met aanzienlijke toename is dit percentage 22,1%. Aangezien het hier gaat om relatief kleine aantallen respondenten kunnen de verschillen toevallig zijn en mag niet gesproken worden van een significant verschil in uitkomst. (De foutmarge is bij deze steekproefomvang 8%). Vraag 4B. Indien Ja Had u ook een (extra) auto aangeschaft wanneer er geen tariefverlaging voor extra vergunningen was ingevoerd? Aantal % Wijken met aanzienlijke toename aantal extra vergunningen Wijken met sterke toename extra vergunningen Tabel 13. Vergelijkingstabel, vraag 4B Ja 24 55,8 Nee 19 44,2 Totaal ,0 Ja 15 75,0 Nee 5 25,0 Totaal ,0 In wijken met sterke toename van het aantal extra vergunningen geven relatief meer respondenten aan dat de aanschaf niet had plaatsgevonden wanneer de tarieven gelijk waren gebleven. In wijken met aanzienlijke stijging ligt het percentage op 56% terwijl dit in de andere wijken 75% is. De foutmarge voor deze vraag is relatief groot en is berekend op 22%. Dit betekent dat we ondanks het verschil niet kunnen spreken van een significant verschil in antwoord. 11

12 Conclusie Een onderzoek onder een steekproef van houders van extra parkeervergunningen die na januari 2015 werden aangeschaft heeft uitgewezen dat 334 van de respondenten eind 2016 over meer auto s beschikte dan eind 2014, 233 over evenveel en 17 over minder voertuigen. Bij naar schatting tussen 11% en 27% van de bewoners met meer voertuigen dan eind 2014 heeft de tariefsverlaging een rol gespeeld bij het besluit om een extra auto aan te schaffen. Door de geringe omvang van deelpopulaties is niet voldoende betrouwbaar en nauwkeurig te zeggen hoeveel % van de bewoners met meer voertuigen dan eind 2014 anders géén auto zou hebben aangeschaft. Daarvoor is de steekproefomvang in de deelpopulaties te klein. Het gaat om naar schatting 20%-60% van de bewoners die beïnvloed is door de tariefverlaging. Een grove schatting is dat tussen 2% (=11%x20%) en 16% (=27%x60%) van de bewoners met een extra parkeervergunning deze heeft aangeschaft als gevolg van de tariefverlaging. Er is geen significant verschil aangetoond tussen wijken met sterke toename en de overige wijken als het gaat om de mate waarin de tariefsverlaging invloed heeft op het besluit om een extra vergunning aan te vragen. Indien respondenten aangaven dat er evenveel of minder auto s in bezit waren dan in 2014, is gevraagd waar deze auto s stonden voordat men een extra parkeervergunning aanschafte. 99% van de respondenten parkeerde deze auto op straat (Buiten betaald parkeren gebied). Er zijn op dit aspect geen significante verschillen aangetoond tussen wijken met sterke toename van het aantal extra vergunningen en de overige wijken. 12

13 Veldwerkverslag Er is door twee enquêteurs gebeld. Voor het telefonisch enquêteren is gebruik gemaakt van een CATI systeem met een geautomatiseerd belscript en een door DSB aangeleverd bestand met vergunninghouders die een extra vergunning hebben aangeschaft. Het bestand was goed. Veel nummers waren bruikbare 06-nummers en er waren weinig foutieve nummers (1,4%). Algemene indruk: Een deel van de bewoners in het bestand had de tweede vergunning aangevraagd voordat de tariefverlaging werd ingevoerd. Ze zijn blij met de verlaging maar ze hadden dus al een tweede auto. Regelmatig gehoorde reden: mensen gingen samenwonen en dan hadden ze voor de auto van de partner een tweede vergunning nodig. Het kwam zelden voor dat huishoudens van meer auto s naar minder auto s gingen. Het kwam regelmatig voor dat kinderen thuis de leeftijd hadden gekregen voor een auto en daardoor ook een auto aanschaften. Vraag 3. Was een vreemde vraag om te stellen indien de bewoner al had verteld dat er geen verandering was opgetreden omdat men de extra vergunning reeds had voordat de tariefverlaging werd ingevoerd. Men parkeerde de auto immers op dezelfde plaatsen als vóór de tariefverlaging. Algemene opmerking: Mensen zeggen dat ze al veel betalen. Heffingen etc. en dan moeten ze ook nog betalen voor extra vergunning. Men vindt het ook vervelend dat men met de vergunning alleen in bepaald gebied kan parkeren. Ik woon in gebied en heb een vergunning maar vier straten verder is de supermarkt maar dan moet ik daar toch weer betalen! Heb je een vergunning en dan kan ik binnen een straal van 5km al niet meer parkeren zonder bij te betalen. 13

14 BIJLAGE BELSCRIPT EXTRA VERGUNNINGEN DEN HAAG. Goede., u spreekt met [NAAM} namens de Gemeente Den Haag Dienst Parkeren doen we een onderzoek onder houders van een parkeervergunning. Mag ik u daar 4 vragen over stellen? (het duurt 5 minuten). Dank u wel. Vraag 1. Over hoeveel auto s beschikte uw huishouden eind 2014? Vraag 2. Over hoeveel auto s beschikt uw huishouden nu? Indien : Evenveel auto s: Vraag 3.Waar stond(en) de auto / de auto s voordat u een tweede vergunning aanschafte? Op straat buiten betaald parkeren gebied Bij het werk In een garage Op straat in het vergunninggebied; ik betaalde via de automaat/gsm parkeren Opmerkingen:. Indien: Meer auto s: Vraag 3. Heeft de tariefverlaging voor 2 e vergunning invloed gehad op de keuze de (extra) auto aan te schaffen? Ja Nee Indien nee, einde enquête Vraag 4. Indien Ja Had u ook een (extra) auto aangeschaft wanneer er GEEN TARIEFVERLAGING voor extra vergunningen was ingevoerd? Ja Nee Overige opmerkingen: Dit waren de vragen. Hartelijk dank voor uw medewerking. 14