De brand bij Rivierduinen op (bekeken door een FRAME-bril)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De brand bij Rivierduinen op 12.03.2011 (bekeken door een FRAME-bril)"

Transcriptie

1 De brand bij Rivierduinen op (bekeken door een FRAME-bril) Inleiding Op 12 maart 2011 ontstond omstreeks uur een brand in een van de patiëntenkamers van de afdeling Intensieve Zorg Ouderen-4 (IZO-4) van de psychiatrische instelling Rivierduinen in Oegstgeest. Drie patiënten overleden als gevolg van deze brand. De rook verspreidde zich snel door een deel van het gebouw en personeelsleden waren al spoedig machteloos. Zij moesten vijf patiënten achterlaten in de brandende vleugel. Twee van hen kwamen ter plaatse om het leven als gevolg van een koolmonoxidevergiftiging, drie patiënten konden nog worden gered met hulp van de brandweer. Een van hen overleed alsnog enkele dagen later. Dit is een brand met een onverwachte tragische afloop, die heel wat aandacht heeft gekregen. Op het internet vinden hierover we meerdere rapporten terug, bv. op de website : De rapporten geven heel wat informatie over de situatie van de brandveiligheid in de zorgsector en maken duidelijk dat de discussie hierover in Nederland nog lang niet rond is. In dit artikel wordt nagegaan of het gebruik van FRAME zou kunnen bijdragen tot een beter concept van brandveiligheid voor de zorgsector. Informatie uit de rapporten. Van het internet werden de volgende rapporten gedownload en gebruikt bij de bespreking. VROM - Rapport Inspectie Brandveiligheid zorginstellingen van In dit rapport wordt verslag uitgebracht van de resultaten van het onderzoek dat is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de VROM-Inspectie in samenwerking met de Arbeidsinspectie, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg bij een aselecte steekproef van 95 residentiële zorginstellingen. De vragen die bij dit onderzoek werden gesteld waren: 1. Wat is de bouwkundige brandveiligheid op dit moment? 2. Worden de gebruiksvoorschriften van het Gebruiksbesluit nageleefd? 3. Is er sprake van een adequate bedrijfshulpverlening? 4. Beschikken de betrokken organisaties over brandveiligheidsbeleid en is dit geïmplementeerd en afdoende geborgd? De antwoorden laten zien dat er op vele vlakken één of meerdere tekortkomingen zijn, waardoor de brandveiligheid in de zorgsector niet echt gewaarborgd is, en dat de toestand sinds het eerste onderzoek van 2003 niet merkbaar verbeterd is. De conclusies van het rapport zijn: 1.De gebruiksvoorschriften en het Gebruiksbesluit worden redelijk goed nageleefd. 2. De bouwkundige brandveiligheid van veel zorginstellingen tekortschiet, vooral wat betreft de compartimentering en subcompartimentering; 3.De bedrijfshulpverlening is niet overal op orde, met name ten aanzien van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) ; 1

2 4.Een groot deel van de instellingen beschikt wel over een veiligheidsbeleid, dit wordt echter onvoldoende geborgd. Ook is het brandveiligheidsbewustzijn van medewerkers op de werkvloer en het management vaak onvoldoende. 5. Het gemeentelijk toezicht schiet tekort, en vaak beperkt is tot de naleving van de gebruiksvoorschriften. Het toezicht op de brandveiligheid van zorginstellingen is versnipperd, niet transparant en op onderdelen onvolledig. Het Rapport COT: Brand bij Rivierduinen. Evaluatie van de gebeurtenissen en aanpak (2011). Dit rapport is in opdracht van de raad van bestuur van Rivierduinen opgesteld, en geeft een goed overzicht van de situatie bij Rivierduinen voor de brand, van het verloop van de gebeurtenissen, en van de lessen die men uit de gebeurtenis heeft getrokken. Opmerkelijk is hierbij dat Rivierduinen nagenoeg geen van de gebreken vertoont die in het VROM rapport werden vermeld, en dus bij de betere instellingen mag gerekend worden. Waar de meeste instellingen hun brandveiligheidsbeleid richten op de naleving van wet- en regelgeving (Bouwbesluit, Gebruiksbesluit) is Rivierduinen in overleg met de plaatselijke brandweer verder gegaan dan gebruikelijk, zodat het COT eigenlijk wel terecht concludeert : Deze calamiteit kon gebeuren ondanks de inspanningen die zijn gedaan op het gebied van brandveiligheid. Rapport van de Nederlandse Onderzoeksraad van april Het rapport dat de Nederlandse Onderzoeksraad hierover publiceerde bevat voldoende gegevens om een FRAME berekening voor dit gebouw te maken. Van dat rapport zijn er twee versies beschikbaar, de verkorte publieksversie vindt u hier, en daarin staan de omstandigheden van de brand voldoende beschreven. De uitgebreide versie van het rapport kan men downloaden op de website van de Onderzoeksraad, via deze link. De Onderzoeksraad gaat bij zijn onderzoek uit van risicomanagement, waarin een systematische en transparante aanpak van risico's voorop staat. Het rapport van de Onderzoeksraad verwijst een aantal keren naar de andere rapporten van COT en VROM. FRAME berekeningen. Omdat FRAME een werkinstrument is dat bij risicomanagement kan gebruikt worden, is het interessant of de instelling en zijn adviseurs iets hadden kunnen leren met FRAME. De gegevens uit de rapporten werden gebruikt om het rekenblad in te vullen. Een eerste berekening werd opgevat zoals een ontwerper of beoordelaar die zou maken tijdens de ontwerpfase met de beschikbare of veronderstelde kenmerken van het gebouw en van het voorziene gebruik. Voor het bepalen van P-Ref, werd het gebouw opgevat als een deels onbrandbare constructie die zal dienen als woning. Dit geeft voor Qi een waarde van 300 MJ/m², voor Qm 500 MJ/m², voor T =100 C omdat de bewoners moeilijk te evacueren zijn, voor m=0.3 als gemiddelde in een woonomgeving, voor M = 3 (klasse D, brandbare oppervlakken). Voor de afmetingen van het gebouw werd uit de beschrijving in het rapport van de Onderzoeksraad op blz. 22 afgeleid dat de plattegrond op blz..23 op schaal 1/250 is afgedrukt, wat leidt tot een oppervlakte van 962 m² en een theoretische lengte van 50 m. De hoogte onder plafond werd geschat op 2.5 m, en er zijn geen openingen aanwezig die in aanmerking komen voor rookafvoer. Het verdiepnummer E = 0, en het aantal toegangsrichtingen Z= 4. Voor het aanvaardbare risico A-Ref werden de volgende aannames gemaakt: Voor de aanzetfactor a werden enkel de volgende ongunstige elementen in rekening gebracht : een elektrische installatie die conform is gebouwd, maar niet periodiek gekeurd en niet-controleerbare rokers. Het aantal uitgangen werd bepaald aan de hand van de op het plan zichtbare draaideuren als 2

3 4 eenheden en 3 uitgangen naar buiten. De aanwezigen werden als weinig mobiel ( type C), met beperkt waarnemingsvermogen en paniekgevoelig gekenmerkt. Dit geeft een theoretische evacuatietijd van 196 seconden. De waarde van het gebouw werd geschat op 1 miljoen Euro (ong Euro/m²) en voor de bedrijfsschade werd de activiteit als administratie met een hoge vaste kost of toegevoegde waarde beschouwd. Voor de beschermingsgraad D-Ref werden de volgende aannames gemaakt. De watervoorziening is goed, maar van lage druk (3bar). Voor de normale bescherming werd alleen de aanwezigheid van een kleine interventieploeg als correctie ingevoerd. Voor de speciale bescherming werd rekening gehouden met een niet adresseerbare automatische brandalarminstallatie met rookdetectors en een vrijwilligersbrandweer (met direct oproepbare parttime professionelen). Voor de brandweerstand werd een brandwerende draagconstructie van 60 minuten, dak en buitenmuren 30 minuten, binnenmuren 20 minuten. Voor de vluchtfactor werd gerekend met de brandalarminstallatie, subcompartimentering en 100 % evacuatiecapaciteit naar een naastgelegen compartiment. Voor de reddingsfactor D werd rekening gehouden met beschermde gegevens en de mogelijkheid om de activiteit in een ander gebouw onder te brengen. De berekening geeft het volgende resultaat : R = 0.52, R1 = 0.64 en R2 = 0.41 Deze referentie FRAME berekening toont dus een resultaat dat aangeeft dat de afdeling voldoende beveiligd is, wat op de dag van de brand niet het geval bleek te zijn. Dit is een eerder verontrustend resultaat, waardoor het gebruik van FRAME als instrument voor risicomanagement in vraag gesteld kan worden. FRAME te optimistisch? Is het mogelijk om het risico te onderschatten met de FRAME benadering? In elk geval is dit een reden om in die situaties waar FRAME onvoldoende geeft, extra bezorgd te zijn. Een eerste mogelijke verklaring voor de afwijking tussen de werkelijke brandsituatie en het rekenresultaat, is dat op het tijdstip van de brand een aantal risicofactoren gewijzigd waren, waardoor er een tijdelijke minder veilige situatie is ontstaan. We kunnen hiervoor een gevoeligheidstest doen, door enkele deelfactoren te veranderen. Als we de veiligheid van de gebruikers willen toetsen kunnen we dat doen door bv. te veronderstellen dat er een uitgang onbruikbaar is, of dat de evacuatietijd langer is dan met de FRAME formule is berekend. De variante 1 geeft een berekening die beter aansluit bij de situatie op 12 maart 2011, waarbij de in het rapport vermelde zwakke punten in rekening werden gebracht. Hierbij werden volgende wijzigingen ingevoerd: Voor het potentieel risico : geen wijziging Voor het aanvaardbaar risico: werd een evacuatietijd van 5 minuten in F33 ingevoerd, wat overeenkomt met de in F32 berekende tijd als men in G24 één uitgang als onbruikbaar beschouwd, wat die in feite was omdat de brand in de kamer naast die uitgang was gesitueerd. Voor de beschermingsgraad werd rekening gehouden met het feit dat de opleiding van de BHV-ers niet specifiek genoeg was (en dus niet adequaat).. Deze 3 veranderingen geven een resultaat (R-V1 = 0.75, R1-V1 = 1.52, R2-V1 = 0.45) dat beter aansluit bij de trieste werkelijkheid, wat er op wijst dat het traditionele concept van brandveiligheid dat in de regelgeving vervat zit en dat in de zorgsector wordt gehanteerd een aantal zwakke schakels heeft. 3

4 Deze berekening wijst er op dat het gehanteerde brandveiligheidsconcept niet robuust genoeg was om ook in minder gunstige omstandigheden zijn doel te bereiken. De volledige FRAME berekening vindt u hier. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat een dergelijke gevoeligheidstest meestal niet zal uitgevoerd worden voor een klein gebouw als de zorgeenheid in Oegstgeest. Het is dus wenselijk om FRAME wat bij te werken (zie verder). Regelgeving als basis voor de brandveiligheid. In het rapport van de Onderzoeksraad wordt vermeld dat de zorginstellingen hun veiligheidsbeleid vooral richten op het voldoen aan de regelgeving en dat dit in feite onvoldoende is. Zorginstellingen richten zich met hun brandveiligheidsbeleid tot nu toe op het voldoen aan wet- en regelgeving. Dit leidt er niet toe dat instellingen brandveiligheidsmaatregelen afstemmen op de mate van zelfredzaamheid van de patiënten, noch dat zij deze maatregelen in onderlinge samenhang bezien. Deze integrale benadering moet de norm voor brandveiligheid in zorginstellingen zijn. In het VROM-rapport worden de zorginstellingen op een gelijkaardige manier op de vingers getikt. Persoonlijk vind ik deze kritiek nogal kort door de bocht. De houding van de zorginstellingen is legitiem, zij mogen toch verwachten dat, als de overheid hen bepaalde verplichtingen oplegt in het kader van de brandveiligheid en ze die naleven, hiermee de brandveiligheid van hun bewoners is gewaarborgd. Het is redelijk aan te nemen dat de overheid op dat vlak meer deskundigheid in huis heeft dan zijzelf, zeker als die overheid zoals in Vlaanderen - hun erkenning en subsidiëring afhankelijk maakt van de naleving van de opgelegde brandveiligheidsvoorzieningen. Helaas zijn risicomanagement en een integrale benadering van de veiligheid ook niet de basis waarop de regelgeving is gebaseerd. Zelf al zijn de zorginstellingen zelf primair verantwoordelijk voor brandveiligheid, dan blijven ze nog in de kou staan omdat de regelgevende overheid zelf weinig of geen oog heeft voor wat door de Onderzoeksraad wordt aanbevolen: Bij het nemen van maatregelen moeten zorginstellingen rekening houden met de kwetsbaarheid van organisatorische maatregelen (BHV) en daarom waar mogelijk de voorkeur laten uitgaan naar harde, technische maatregelen (zoals het aanbrengen van zelfsluitende deuren en sprinklerinstallaties). (op p.10 en p.67 ) De regelgeving in vraag gesteld. De vraag die NIET gesteld werd in het VROM-rapport, was : Zijn de opgelegde maatregelen in de regelgeving wel de beste methode om brandveilige zorginstellingen te hebben? Zou het niet kunnen dat de regelgeving niet deugt, dat de opgelegde maatregelen niet werkbaar zijn omdat ze niet begrepen worden door de mensen in de zorgsector, dat ze niet aansluiten bij hun kennis en dagelijkse praktijk? Het VROM-rapport stelt vast dat : Veel bestuurders zijn van mening dat hun instelling voldoet aan de wettelijke brandveiligheidsvoorschriften, hetgeen blijkens dit onderzoek bij slechts 2% van de instellingen het geval is. 4

5 Nu is dat niet zo verwonderlijk, want de Nederlandse regelgeving voor brandveiligheid (Bouwbesluit e.a.) is uitgebreid, complex, sterk gedetailleerd en daardoor is ze weinig toegankelijk en overzichtelijk voor niet- deskundigen (en ook voor niet-nederlandse deskundigen). In het rapport van de Onderzoeksraad worden wel enkele tekortkomingen van de regelgeving aangeduid, zoals de onduidelijkheid over de samenhang tussen bouwkundige kenmerken of gebreken van het gebouw en de BHV (bedrijfshulpverlening) en de gebrekkige invulling van begrippen zoals bed gebonden, de verschillende en soms tegenstrijdige bepalingen voor ruimtes met dubbele functies. Sterke en zwakke punten van de zorgsector integreren in het brandveiligheidsconcept. Brandveiligheid is niet de corebusiness van de zorgsector. Voedselveiligheid, correct gebruik van medicijnen, het vermijden van vallen bij ouderen of omgaan met agressie van patiënten behoren tot de dagelijkse zorg. Brand is gelukkig een probleem dat zich maar occasioneel voordoet. Zou het dan niet verstandiger zijn om aan de zorginstellingen een concept van brandveiligheid op te leggen dat zo weinig mogelijk gevoelig is aan hun zwakke punten en beter aansluit bij die zaken waar ze wel sterk in zijn? De pagina s van het VROM-rapport geven ons wat inzicht in de realiteit. Bouwkundige brandveiligheid: Het ziet er naar uit dat de basisregels van de compartimentering redelijk worden nageleefd, maar dat de uitvoering en de handhaving ervan te wensen overlaat: te kleine WBDWBO door gebruik van te veel draadglas, afwezigheid van zelfsluitende deuren, openingen in de brandscheidingen, vooral boven valse plafonds, doorbreken van de scheidingen bij veranderingen. Dit wijst er op dat, over het algemeen, dit aspect van de brandveiligheid niet goed gekend is in de zorgsector, en het wordt door de gemeenten nauwelijks gecontroleerd. Bij Rivierduinen was de brandcompartimentering wel in orde, maar omdat de patiënten niet als bed gebonden werden beschouwd, was er geen rookcompartimentering voorzien. Compartimentering is dus een zwak element in de zorgsector en zou daarom geen hoeksteen van het brandveiligheidsconcept mogen zijn, zoals dat nu het geval is (en niet alleen in Nederland). Gebruiksaspecten. De zorginstellingen beschikken bijna allemaal over de branddetectie en de blusmiddelen die hen in het Gebruiksbesluit zijn opgelegd. Ze scoren minder voor de certificering van die installaties gaat (zie verder) en voor het naleven van de huishoudelijke regels, zoals het vrijhouden van doorgangen en onoordeelkundige opslag. Dit betekent dat branddetectie en blusmiddelen wel als een goedwerkende component van het veiligheidsconcept kunnen gebruikt worden. En, hoewel er nagenoeg geen instellingen zijn met sprinklers, zou men op basis van de houding t.o.v. de brandmeldinstallaties ook mogen verwachten dat een sprinklersysteem ook met zorg zal in standgehouden worden. De bedrijfshulpverlening. De zorginstellingen scoren goed voor de uitwerking van een BHV-plan, voor de opleiding van de BHV-ers en voor het oefenen van het plan. Minder goed scoort men voor risico-evaluatie en inventarisatie, waardoor het mogelijk is dat het BHV-plan en de opleiding niet echt aangepast is aan de specifieke risico s van de instelling. Dit betekent dat de BHV een goedwerkende component van het veiligheidsconcept kan zijn. Toch is het wenselijk om de taak van de BHV-ers beperkt te houden. De Onderzoeksraad schrijft (op 39) : 5

6 De ervaring van Rivierduinen is echter dat een grote instelling die 24 uurszorg geeft, het zich niet kan permitteren om de zorgverleners voor BHV-taken kritisch te selecteren. Met die extra voorwaarde zou het veel moeite kosten om voldoende zorgverleners te vinden. Daarbij achtte de instelling het financieel niet haalbaar om te bewerkstelligen dat alle zorgverleners door en door getraind zijn en achtte zij bovendien de kans groot dat deze trainingsinspanning ten koste zou gaan van de kwaliteit van zorgverlening. De Onderzoeksraad meent dat mede op grond hiervan verwachtingen van de zorgverleners bij een daadwerkelijke brand niet hoog mogen zijn. BHV ers zijn medewerkers die als kerntaak hebben om de patiënten te verplegen of verzorgen. Daar bovenop hebben ze een BHV-taak, waarvoor ze niet speciaal zijn geselecteerd. Het blijkt dus niet mogelijk om in de zorgsector een BHV organisatie op te zetten en in stand te houden die alternatieve taken, zoals redden en/of blussen, correct kan uitvoeren. De voornaamste reden om de taak van de BHV-ers eenvoudig te houden is evenwel dat mensen in stresssituaties niet noodzakelijk de juiste beslissingen nemen. Uit literatuur is bekend dat mensen zich in stressvolle situaties anders gedragen dan verwacht. Stress beïnvloedt de cognitieve functies en heeft onder andere een negatief effect op het geheugen. Hierdoor kunnen mensen verkeerde beslissingen nemen in een bedreigende situatie zoals brand (doordat het aantal variabelen bij brand groter is dan het informatieverwerkingsvermogen van mensen). In de zorgsector dient het ontruimen en redden van de bewoners de primaire taak van de BHV-ers te zijn, blussen zou zich best beperken tot een eerste bluspoging met een handblusser. De papierenvleugel. Een deel van de tekortkomingen die in het VROM rapport zijn vermeld hebben te maken met de administratieve ondersteuning van het veiligheidsbeleid, zoals het ontbreken van vergunningen, certificaten, logboeken en risicoanalyses. Zolang alles goed gaat, blijft dit tekort onder water, maar als er een ernstig incident heeft plaatsgehad, maakt het ontbreken van de papierenvleugel de weg open voor vervolging met boetes en schadeclaims. Dit is dus ook een zwak punt in de zorgsector. Men heeft er dus belang bij ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de brandveiligheid zo weinig mogelijk afhankelijk is van inspecties, instructies en andere na te leven en te documenteren maatregelen. Samengevat kan men zeggen dat een meer aangepast brandveiligheidsconcept maar beperkt gebruik kan maken van compartimentering, kan uitgaan van een korte interventie door de BHV gericht op het snel redden van de bewoners, en vooral dient te steunen op harde maatregelen (installaties) die het best weinig aangepast moeten worden tijdens de levenscyclus van het gebouw en onderhoudsvriendelijk zijn. Het papierwerk om dat alles op te volgen en te borgen dient beperkt te worden. Andere maatregelen. Brandvertragende matrassen. In een aantal brandverslagen vindt men de vaststelling dat de matras mee bepalend was voor de snelle brand- en rookontwikkeling, zodat het gebruik van brandvertragende matrassen als een verbeteringsmaatregel wordt aangeraden. 6

7 Op zich is dit correct, maar het is slechts een deeloplossing, want om echt impact te hebben om het ontstaan en de ontwikkeling van brand, zou niet alleen de matras maar ook het beddengoed en het zitmeubilair brandvertragend moeten zijn. Men kan dit materiaal best aankopen, maar men moet er ook rekening mee houden dat als het als een (wettelijke) verplichting wordt opgelegd, er ook een administratieve taak bijkomt om alles te documenteren en dat men er ook moet voor zorgen dat het materiaal na x wasbeurten nog altijd brandvertragend blijft. De automatische brandmeldinstallaties. Het gebruik van een automatische brandmeldinstallatie lijkt in de zorgsector reeds vrij goed aanvaard en men neemt er de occasionele valse alarmen bij als een aansporing om alert te blijven. Deze technologie heeft een zeer grote evolutie doorgemaakt. De nieuwere installaties laten toe om elke melder op het panel te identificeren waardoor een gerichte BHV-actie mogelijk wordt. Door de gevoeligheid van de detectoren is het niet aangewezen om bij elke melding het brandalarm met ontruiming te activeren, maar te beginnen met een controleactie. Wel is het dan nodig ervoor te zorgen dat het alarm wel (automatisch) wordt geactiveerd als de eerste melding niet binnen een korte tijd wordt opgeheven. Het is ook een goede praktijk om de activering van sprinklers en het inslaan van een handmelder als een ontruimingsalarm te beschouwen. Waar het oneigenlijk gebruik van handmelders door bewoners een probleem is, kan men dit beperken door een type met een deksel of met een sleutelvergrendeling te plaatsen. Brandmeldinstallaties kunnen ook een aantal andere installaties aansturen, waarbij het sluiten van branddeuren en het afschakelen van airconditioning het meest voorkomen. Het aansturen van branddeuren heeft eigenlijk alleen maar zin voor deuren die bij normaal gebruik open staan zoals de bij de subcompartimentering van vluchtwegen. Het afzonderlijk aansturen van (kamer)deuren door de werking van de dichtstbijzijnde detector is geen standaardvoorziening van eenvoudige brandmeldinstallaties en vereist een duurder type centrale met maatwerk voor de stuurfuncties. Zelfsluitende deuren. Bijna in alle verslagen van branden met meerdere slachtoffers vindt men wel een vermelding dat er minder slachtoffers zouden zijn indien de deur van de brandende ruimte op tijd zou gesloten zijn. Hieruit wordt vrij snel geconcludeerd dat zelfsluitende deuren een oplossing zijn voor het probleem. Mag ik er even op wijzen dat dit niet zo evident is, want er zijn ook ongewenste neveneffecten: Bij het gebruik van een automatische brandmelding beschouwt men de activering van een eerste (rook)melder gewoonlijk als een pre-alarm of waarschuwing naar een verantwoordelijke, die dan de situatie gaat checken vooraleer de brandweer te verwittigen en een evacuatie te starten. De activering van een tweede detector in dezelfde zone geldt altijd als een alarm, dat de brandweer oproept en de evacuatieprocedure in gang steekt. In een zorginstelling is 1 detector per kamer voldoende, de tweede detector die aangesproken wordt zal zich dan in de gang bevinden. Als men dus de deursluiters gaat aansturen door de werking van een eerste detector, verhindert men wel dat de rook snel in de gang komt, maar men vertraagt hierdoor het alarm. Het moet dan door de gewaarschuwde verantwoordelijke geactiveerd worden met een handmelder. Verder moet men toch weten dat automatische brandmeldinstallatie in zekere mate gevoelig zijn aan valse alarmen. Dus, als men de sluiting van de deuren gaat aansturen door 1 detector, resulteert elk 7

8 vals alarm in het sluiten van de deuren, met de bijkomende extra verstoring van de werking van de instelling. Als men de deursluiters pas gaat aansturen bij alarm door de werking van twee detectoren, betekent dat de de rook al in de gang aanwezig vooraleer men het alarm geeft. Dit bemoeilijkt zowel evacuatie als interventie. Dit is hinderlijk bij een trage brandontwikkeling, maar bij een snelle branduitbreiding is dit potentieel dodelijk. Als de bewoner nog aanwezig is in de kamer met de brand wanneer de deur gesloten wordt, wordt hij dus ingesloten in dezelfde ruimte als de brand. Het is goed denkbaar dat hij tot aan de deur geraakt en daar bewusteloos op de grond valt. In dat geval verhindert hij de toegang tot de kamer en kan hij niet meer gered worden. Dit is dus een "ingebouwde" mogelijkheid voor 1 dode. Als het personeel vaststelt dat de bewoner zich nog in de kamer bevindt en iemand gaat de kamer binnen om te proberen hem te redden, zal de deur zich opnieuw sluiten nadat het personeelslid is binnen gegaan, en zitten er dus 2 personen ingesloten. Dat is dus een "ingebouwde" mogelijkheid voor 2 doden. En als men op een of andere manier probeert te deur open te houden van een brandende kamer tijdens een reddingspoging laat men toe dat al wie zich in de gang bevindt ook blootgesteld wordt aan de rook en de hitte. Dat is dus een "ingebouwde" mogelijkheid voor meerdere doden in dezelfde voorwaarden. Zelfsluitende deuren vragen om regelmatige aandacht om effectief te zijn: men moet ervoor zorgen dat er geen obstakels zijn en dat de deuren niet slepen of met spieën vastgezet worden, dat de scharnieren en deurdrangers goed onderhouden zijn, en het sluitmechanisme moet regelmatig getest worden. Bij het gebruik van zelfsluitende deuren verliest men ook de mogelijkheid om op een eenvoudige manier de stand van de ontruiming te controleren. Als de deuren niet zelfsluitend zijn kan de BHV de stelregel hanteren dat van elke kamer die ontruimd is en waar geen brand is, blijft de deur open staan. Voor de controle is het dan eenvoudig : alle kamers met open deuren zijn al ontruimd en men kan het gemakkelijk zien. Nadeel hiervan is dat er waarschijnlijk meer materiële schade zal zijn als de brand zich kan uitbreiden. De optie van automatische sluiting van alle kamerdeuren heeft dus nogal wat neveneffecten, die voldoende zijn om aan de wenselijkheid van dit systeem te twijfelen. Sprinklers. Het gebruik van sprinklerbescherming in de zorgsector is in heel wat Europese landen zo goed als onbestaande. Daarvoor zijn er meerdere redenen te vinden, waaronder het feit dat er geen wettelijke verplichting is, de feitelijke onwetendheid van de zorgsector over de werking en de efficiëntie van sprinklers, en de algemeen verspreide misvatting dat ze duur en onbetaalbaar zijn. In het rapport van de Onderzoeksraad staat op p.45 volgende vaststelling, die kenmerkend is voor het gebrek aan kennis over sprinklers : Medewerkers van de instelling meenden dat een sprinklerinstallatie niet haalbaar zou zijn bij de deze patiëntengroep, niet alleen vanwege de kosten. Zij dachten dat patiënten er misbruik van zouden maken en waren beducht voor overlast: ongewenste meldingen door storingen, werkzaamheden, 8

9 schade aan interieur en patiënten die elders moeten worden ondergebracht. Het lijkt erop dat bij zorginstellingen niet bekend is dat specifieke toepassingen van sprinklersystemen mogelijk zijn, dat sprinklers per sprinklerkop (en niet per kamer) worden aangestuurd en daarnaast dat sprinklers pas in werking treden bij een opwarming tot - meestal - 68 C. Sigarettenrook is niet voldoende voor activering. In een opmerking onderaan de pagina staat : Opwarming door een aansteker is dat wel; maar dat is op te vangen door het gebruik van lucifers of aanstekers met een gloeispiraal in plaats van een vlam.. Blijkbaar weet men ook bij de Onderzoeksraad niet dat er concealed sprinklers bestaan die niet met een aansteker te activeren zijn. (Meer over sprinklers - voor de onwetenden - vindt U op de website) Over de kosten zou de Onderzoeksraad in het algemeen de vraag willen stellen of instellingen in hun afwegingen betrekken dat investeringen in het gebouw eenmalig zijn, terwijl organisatorische kosten (BHV) jaarlijks terugkeren en mogelijk onderschat worden. Bij gebrek aan concrete projecten is het niet eenvoudig om een kostprijsschatting te maken voor een sprinklerbescherming, maar voor industriebouw hanteert men richtprijzen van 20 à 40 Euro /m², afhankelijk van de risicoklasse. Voor niet-industriële gebouwen met een lager risico en mits toepassing van de aangepaste normen (bv. NFPA 13R) en het gebruik van extended coverage muursprinklers voor de bescherming van de kamer moet het mogelijk zijn om beterkope installaties te bouwen. In een gesprinklerd gebouw, waar de hoofdtaak van de BHV ligt bij de ontruiming, zijn brandhaspels voor een eerste bluspoging niet echt nodig, handblussers zijn hier nuttiger. Volgens een TNO rapport liggen de bouwkosten van een zorginstelling tussen 1300 en 2600 Euro/m². De sprinklers zullen dus slechts een klein percentage van de kost uitmaken. Bovendien kan men in gesprinklerde gebouwen besparen op de compartimentering en vraagt een sprinklerinstallatie weinig onderhoud, zodat de life cycle cost van sprinklers best gunstig uitvalt in vergelijking met andere brandbeschermingsmaatregelen. De voordelen van sprinklers in de zorg zijn weinig bekend en waar er al over gesproken wordt blijft het meestal bij randbemerkingen. In het BZK -rapport Brandveiligheidsvisie Gezondheidszorg - publieksconcept, dat als kennisdocument is bedoeld dat partijen moet helpen bij het maken van keuzen, uitgaande van bestaande regelgeving, wordt een sprinklerbescherming een paar keer als alternatief vermeld. p.72: Door het toepassen van een automatische sprinklerinstallatie kan een brand worden geblust of ten minste onder controle worden gehouden. Behalve voor de brandruimte is snelle ontvluchting dan niet noodzakelijk te achten. Hierdoor is een volledige ontruiming voor de rest van het (woon-) gebouw in de gezondheidszorg van type II, type III en type IV vanuit de brandoptiek niet meer nodig (zie figuur 7.10). p.76: Door het toepassen van een automatische sprinklerinstallatie kan een brand geblust of ten minste onder controle worden gehouden. Hierdoor blijft de inzet van de brandweer beperkt tot een nacontrole. 9

10 Dit zijn toch zijn aanzienlijke pluspunten om bij de keuze van het brandbeschermingsconcept in overweging te nemen. Vergelijking tussen twee brandbeschermingsconcepten. Het klassieke brandbeschermingsconcept heeft de volgende componenten : 1. Een brand kan worden ontdekt en gemeld door een persoon of door een automatische brandmeldinstallatie. 2. Een BHV-er gaat controleren of het om een echt begin van brand gaat of niet. Bij een echte brand heeft hij drie taken : het alarm bevestigen, de bewoner van de brandruimte (helpen) evacueren en een bluspoging doen. De volgorde van die taken is niet altijd eenduidig vastgelegd. 3. Het bevestigen van het alarm roept de brandweer op en de andere BHV-ers op die een dubbele taak hebben : de andere aanwezigen helpen bij de ontruiming en trachten de brand onder controle te krijgen, hetzij door te blussen, hetzij door de brandruimte af te sluiten. 4. Tot aan de aankomst van de brandweer (na ongeveer 10 minuten) staan de BHV-ers er alleen voor om de opvang van de geëvacueerden te organiseren en de brandbestrijding aan te vatten. 5. Voor het tegenhouden van de brandontwikkeling en rookverspreiding rekent men op de doorgedreven compartimentering van het gebouw. Waar nodig wordt sluiten van branddeuren door het activeren van het alarm aangestuurd. 6. Als de brandweer aankomt neemt zij de leiding van de reddings- en blusacties over. Zij zal een verkenning uitvoeren in de brandzone om eventuele achterblijvers te redden en een grotere blusactie opzetten indien nodig. Het afvoeren van de reeds geëvacueerde en geredde personen naar een veilige tijdelijke verblijfplaats valt ook onder de brandweeractie. Dit klassieke brandveiligheidsconcept heeft één groot gebrek : het is een single failure mode systeem, een systeem dat samengesteld uit een ketting van opeenvolgende schakels, en als er een schakel faalt, dan wordt het hele systeem onbetrouwbaar : dat kan een ontbrekende of defecte melder zijn, of een BHV-er die een verkeerde beslissing neemt, of een branddeur die niet goed sluit, of een gat in de compartimentering boven het plafond, of een slechte doormelding naar de brandweer waardoor die later ter plaatse komt. Het aangeboden alternatief brandbeschermingsconcept heeft volgende componenten: 1. Een brand kan worden ontdekt en gemeld door een persoon of door een automatische adresseerbare brandmeldinstallatie. 2. Een BHV-er gaat controleren of het om een echt begin van brand gaat of niet. Hij neemt steeds een handblusser mee. Bij een echte brand heeft hij de volgende taken: a) de bewoner van de brandruimte (helpen) evacueren, b) een bluspoging doen met de handblusser c) de deur van de brandruimte sluiten en d) het alarm bevestigen. 3. Het bevestigen van het alarm roept de brandweer op en de andere BHV-ers op die als taak hebben de andere aanwezigen helpen bij de ontruiming. Zij verplaatsen de aanwezigen uit de brandzone en controleren elke kamer. Bij een gecontroleerde kamer blijft de deur open staan. 4. Het gebouw is ingedeeld in minstens twee subcompartimenten per niveau. Tot aan de aankomst van de brandweer (na ongeveer 10 minuten) organiseren de BHV-ers de opvang van de geëvacueerden in een niet-geteisterd deel van het gebouw en maken zij alle bewoners klaar voor een een eventuele overbrenging naar een veilige plaats. 5. Voor bestrijden van de brand, het tegenhouden van de brandontwikkeling en rookverspreiding rekent men op de werking van de sprinkler(s), die geactiveerd zal worden door de hitte van een ontwikkelende brand. Door het activeren van de sprinklers wordt de sluiting van de branddeuren tussen de subcompartimenten aangestuurd. 10

11 6. Als de brandweer aankomt neemt zij de leiding van de reddings- en blusacties over. Zij zal een verkenning uitvoeren in de brandzone om eventuele achterblijvers te redden en om na te gaan of de brand al effectief geblust is door de sprinklers en of er nog nageblust moet worden. Indien nodig, starten zij het afvoeren van de reeds geëvacueerde en geredde personen naar een veilige tijdelijke verblijfplaats. Het alternatieve concept is veel robuuster dan het klassieke en wel om de volgende redenen: - elk van de componenten is eenvoudiger van opzet waardoor ze minder faalgevoelig zijn. - de detectie + interventieketen en de sprinklerbescherming functioneren onafhankelijk van elkaar : het concept zal slechts falen als beide ketens samen falen. FRAME berekening variante 2. De variante 2 van de FRAME geeft de risicoberekening voor Rivierduinen voor dit alternatief brandbeschermingsconcept, met de gevoeligheidstest. Ze toont aan dat er minstens een gelijkwaardig niveau van brandveiligheid kan gehaald en de gevoeligheidstest met een langere evacuatietijd haalt nog altijd een goed veiligheidsniveau. In normale omstandigheden : R-V2 = 0.46, R1-V2 = 0.77, R2-V2 = 0.29 Gevoeligheidstest : R-V2=0.51, R1-V2= 1.14, R2-V2 = 0.32 De regelgeving vernieuwen. Juist omdat dit concept veel robuuster is zou het in de regelgeving de standaardoplossing moeten zijn voor zorginstellingen met niet zelfredzame bewoners, en voor andere instellingen als een standaard gelijkwaardig alternatief voor het klassieke concept. Blijkbaar is dit in Schotland, Finland en Noorwegen wel al de regel, maar helaas niet in Nederland en Vlaanderen. voor Vlaanderen zie ook : Mogelijke aanpassing voor FRAME. De berekening van de evacuatietijd ) met een (im)mobiliteitsfactor p = 8 in A-Ref leert ons dat de bekomen waarde (in A-Ref E32) te laag is voor een situatie met personen die individueel gered moeten worden, waardoor men een te gunstige beoordeling van het risico bekomt. Voor het verdere gebruik van FRAME versie 2008 kan men dit omzeilen door gebruik te maken van de mogelijkheid om de RSET waarde (Required Safe Egress Time) zelf in te vullen in A-Ref E33, of A- V1 F33 of A-V2 F33, en hiervoor een waarde te gebruiken = 3/2 van de waarde berekend in E32. In een volgende versie van FRAME zal het noodzakelijk zijn om een bijkomende personencategorie in te voeren van personen die de hulp van meerdere anderen nodig hebben voor evacuatie. Uit de bevindingen van deze analyse, zou dan voor die personen een p-waarde = 20 moeten gelden. Erik De Smet november

Voorwerp van deze analyse: 9.11.2012

Voorwerp van deze analyse: 9.11.2012 Identificatie gebouw Ligging Adres Plaats, land Voorwerp van deze analyse: Intensieve Zorg Ouderen Rivierduinen Oegstgeest Nederland Identificatie van het compartiment en de aanwezige activiteiten of het

Nadere informatie

Brandveilige rusthuizen?

Brandveilige rusthuizen? Brandveilige rusthuizen? Een kritische analyse van werkelijkheid en regelgeving, i.o.r. Branden in rusthuizen zijn (soms) dodelijk In alle geïndustrialiseerde landen vallen er regelmatig doden bij branden

Nadere informatie

Kansen en risico's voor omgang met inspecterende partijen Hoe helpt een eigen visie op brandveiligheid in de omgang met inspectie/ brandweer?

Kansen en risico's voor omgang met inspecterende partijen Hoe helpt een eigen visie op brandveiligheid in de omgang met inspectie/ brandweer? Kansen en risico's voor omgang met inspecterende partijen Hoe helpt een eigen visie op brandveiligheid in de omgang met inspectie/ brandweer? Frits de Koning MSc, Rijnstate, e-mail: fdekoning@rijnstate.nl

Nadere informatie

Handreiking borging brandveiligheid unitbouw

Handreiking borging brandveiligheid unitbouw Handreiking borging brandveiligheid unitbouw PM foto: unitbouw met gevelbekleding Aanleiding en achtergrond Unitbouw die vooral voor tijdelijke bouw wordt toegepast - kan, net als andere bouwmethoden,

Nadere informatie

Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid

Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid Introductie Zorginstellingen worden regel matig geconfronteerd met brand. Deze instellingen dragen dikwijls zorg voor patiënten of bewoners die verminderd zelfredzaam zijn. Zorginstellingen moeten in hun

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg. Vluchten kan niet meer.. Ing. Tom de Nooij, CFPS Senior Consultant Marsh Risk Consulting NFPA Instructor

Brandveiligheid in de zorg. Vluchten kan niet meer.. Ing. Tom de Nooij, CFPS Senior Consultant Marsh Risk Consulting NFPA Instructor Brandveiligheid in de zorg Vluchten kan niet meer.. Ing. Tom de Nooij, CFPS Senior Consultant Marsh Risk Consulting NFPA Instructor 4/23/2013 Brandveiligheid in de zorg.. Branden in zorginstellingen ontwikkelen

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure

Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure Branddetectie, signalering en alarmering Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure Brandmelding en Ontruimingsalarm Een brandmeldinstallatie detecteert, lokaliseert en signaleert een beginnende

Nadere informatie

Brandveiligheid in de Zorg Ontruimen & Ontruimingsconcepten

Brandveiligheid in de Zorg Ontruimen & Ontruimingsconcepten Brandveiligheid in de Zorg Ontruimen & Ontruimingsconcepten Ir. B.H.G. (Björn) Peters Sectormanager Brandveiligheid, DGMR Den Haag Brandveiligheid in de Zorg, Ontruimen & Ontruimingsconcepten, 1 DGMR sectoren

Nadere informatie

Brandveiligheid in de ggz Verslag van een bestuurlijke bijeenkomst

Brandveiligheid in de ggz Verslag van een bestuurlijke bijeenkomst Brandveiligheid in de ggz Verslag van een bestuurlijke bijeenkomst 25 mei 2012 Brandveiligheid Contactpersoon: kdponti@ggznederland.nl 2 Bestuurlijke conferentie over brandveiligheid in de ggz GGZ Nederland

Nadere informatie

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud Brandveiligheid Brandveiligheid II UMC St Radboud Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Bouwkundige Voorzieningen 3 3. Technische voorzieningen 5 3.1 Brandmeldinstallatie 5 3.2 Ontruimingsinstallatie 5 4. Elektronische

Nadere informatie

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze?

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze? 2012D08796 1 Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze? 2 Welke maatregelen heeft de rijksoverheid sinds 2003, toen voor het eerste bleek dat de brandveiligheid bij zorginstellingen

Nadere informatie

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Hoe brandveilig is uw bedrijf? EXPEDITIE BRANDVEILIGHEID Hoe brandveilig is uw bedrijf? Beantwoord de vragen en ontdek of er verbeterpunten zijn. Ontdek welke punten u en uw medewerkers helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid

Nadere informatie

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening.

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening. Evaluatie formulier ontruimen Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg vpt-efo.001.doc Datum: 14 10 2013 Korte omschrijving van de situatie: Betrof een rookontwikkeling

Nadere informatie

Wat als de rook...geen disco rook is. Bewust veilig werken

Wat als de rook...geen disco rook is. Bewust veilig werken Wat als de rook....geen disco rook is. Bewust veilig werken 17-11-2015 1 Joost Ebus Brandveiligheidszorg bevelvoerder - brandonderzoeker 2 3 Programma Brandonderzoek door de brandweer Digitale table-top

Nadere informatie

BHV-procedures bij incidenten

BHV-procedures bij incidenten BHV-procedures bij incidenten Inclusief instructieblad met toelichting. Bij bedrijfshulpverlening voor ongevallen, brand en ontruiming is het belangrijk dat de BHV ers goede instructies en werkprocedures

Nadere informatie

datum: 23 oktober 2014 referentie: bna code: 13702BFI blad: 1/6

datum: 23 oktober 2014 referentie: bna code: 13702BFI blad: 1/6 datum: 23 oktober 2014 referentie: bna code: 13702BFI blad: 1/6 Notitie Project: Onderwerp: Projectnummer: Opsteller: woonzorgcentrum Oldenhove te Overveen onderzoek alternatieve maatregelen brandveiligheid

Nadere informatie

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen. Fatale woningbranden 2011 Managementsamenvatting Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) heeft onderzoek verricht naar de oorzaken, omstandigheden en het verloop van woningbranden met dodelijke

Nadere informatie

Brandveiligheid in de Zorg. Bouwbesluit

Brandveiligheid in de Zorg. Bouwbesluit Brandveiligheid in de Zorg en het Bouwbesluit Marsh Nederland 3 november 2011 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Brandweer Oldambt Voorzitter IFE Nederland

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij

Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij 2 Bedrijfshulpverlening? Alle regels op een rij! INHOUD 1 Wat is BHV? 2 BHV verplicht? 3 Aantal BHV ers 4 Taken BHV ers 5 Opleidingseisen 6 Boetes en aansprakelijkheid

Nadere informatie

Sprinklers in de zorg. Onze hoogwaardige techniek garandeert de vereiste veiligheid

Sprinklers in de zorg. Onze hoogwaardige techniek garandeert de vereiste veiligheid Sprinklers in de zorg Onze hoogwaardige techniek garandeert de vereiste veiligheid Sprinklers in de zorg Veel zorginstellingen hebben te maken met personele onderbezetting. Lastig in de dagelijkse praktijk,

Nadere informatie

Bouwbesluit brandveiligheid = voldoende brandveiligheid?

Bouwbesluit brandveiligheid = voldoende brandveiligheid? Bouwbesluit brandveiligheid = voldoende brandveiligheid? Door: René Duijndam van ExcelAir b.v. Bouwbesluit brandveiligheid Stelling: Het bouwbesluit biedt een minimaal brandveiligheidsniveau: is dit voldoende?

Nadere informatie

Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie. Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement

Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie. Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement Agenda Doelstelling Juridisch kader Bouwstenen brandveiligheid Strategisch kader Praktijk

Nadere informatie

a. Bijlage 1 tekeningen

a. Bijlage 1 tekeningen 1 Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Situatietekening (ligging van het gebouw) 4. Gebouw en organisatiegegevens 5. Alarmeringsprocedure 6. Stroomschema alarmering 7. Wijze van ontruiming 8.

Nadere informatie

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad. Fractie D66 Uw brief van 4-3-15 Uw kenmerk Ons kenmerk 686997 Behandeld door veiligheidsregio Drenthe Telefoon 14 0522 Bijlage(n) div. Datum Onderwerp artikel 32 vragen: Brandveiligheid verzorgingshuizen

Nadere informatie

Een praktijkvoorbeeld van risicobenadering. Ing. F.P.H. (Frank) Jakobs Senior Sectormanager Brandveiligheid

Een praktijkvoorbeeld van risicobenadering. Ing. F.P.H. (Frank) Jakobs Senior Sectormanager Brandveiligheid Een praktijkvoorbeeld van risicobenadering Ing. F.P.H. (Frank) Jakobs Senior Sectormanager Brandveiligheid 1 Inhoud De casus De probleemstelling Wat is beheersbaarheid? Risicobenadering Onderzochte varianten

Nadere informatie

Stichting Dante s Vriendjes Televisiebaan 106a 3402 VH IJsselstein Tel. 030 6871353 GSM. 06 23750706 info@dantesvriendjes.nl.

Stichting Dante s Vriendjes Televisiebaan 106a 3402 VH IJsselstein Tel. 030 6871353 GSM. 06 23750706 info@dantesvriendjes.nl. Stichting Dante s Vriendjes Afdeling De Kikkervisjes Televisiebaan 106 Telefoon 06-23750706 Mail kikkervisjes@dantesvriendjes.nl Ontruimingsplan Object: Kinderdagverblijf Dante s Vriendjes, afdeling De

Nadere informatie

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BHV Ontruimingsplan stroomschema BO Ontruimingsplan stroomschema Portier

Nadere informatie

Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers: Nummer: J:\PPP\Voorlichting\project geen nood\veiligheidsexpeditielijst 1

Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers: Nummer: J:\PPP\Voorlichting\project geen nood\veiligheidsexpeditielijst 1 Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers: Nummer: J:\PPP\Voorlichting\project geen nood\veiligheidsexpeditielijst 1 Waarom deze lijst? Dit is een veiligheidsexpeditielijst. Dat houdt in dat u hierop

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Hoeveel ontruimers zijn vereist in zorginstellingen?

Hoeveel ontruimers zijn vereist in zorginstellingen? Hoeveel ontruimers zijn vereist in zorginstellingen? Foto: Flashphoto.nl. Artikel 7.11a van Bouwbesluit 2012 bepaalt dat er voldoende personen moeten zijn aangewezen om de ontruiming bij brand voldoende

Nadere informatie

Nieuwe visie op BHV. Nils.Rosmuller@TNO.NL

Nieuwe visie op BHV. Nils.Rosmuller@TNO.NL Nieuwe visie op BHV Nils.Rosmuller@TNO.NL Inhoud 1. Aanleiding 2. BHV-scans 3. Visie BHV 4. Operationeel Handboek 5. Conclusies 2 1. Aanleiding Cellenbrand Schiphol (oktober 2005) - 11 doden Kritiek op

Nadere informatie

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon :

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon : Adres : Postcode : Plaats : Telefoon : O N T R U I M I N G S P L A N (naam gebouw/ instelling) Dit plan is opgesteld door : naam : datum : Revisieblad Rev. nr. Datum Verwijderen Toevoegen Namen en telefoonnummers

Nadere informatie

Werken met de Brandveiligheidsmatrix. Centrum Zorg en Bouw

Werken met de Brandveiligheidsmatrix. Centrum Zorg en Bouw Werken met de Brandveiligheidsmatrix Centrum Zorg en Bouw Schiphol-Oost, 26 oktober 2005 11 doden, 15 gewonden Als de brandveiligheid de juiste aandacht had gekregen Rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid,

Nadere informatie

Brandveiligheid voor gebouwbeheerders. Saskia Hegeman 14 juni 2012

Brandveiligheid voor gebouwbeheerders. Saskia Hegeman 14 juni 2012 Brandveiligheid voor gebouwbeheerders Saskia Hegeman 14 juni 2012 Programma - Inleiding brandpreventie - Wet- en regelgeving - Brandveiligheidsbewustzijn - Zelf doen: waar te beginnen? - Zelf doen: wat

Nadere informatie

ADVIES. Adviesvraag Is hier terecht een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel?

ADVIES. Adviesvraag Is hier terecht een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel? ADVIES Registratienummer: Aanvrager: De heer C.G.F. van der Kroft Betreft: Rookmelders i.p.v. BMI in kinderdagverblijf Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, Brandveilig gebruik, kinderopvang, gelijkwaardigheid,

Nadere informatie

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Agenda Algemeen Vuurdriehoek Brand blussen? Handelingen bij brand Evacuatie van gebouwen Brand in België

Nadere informatie

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM1303136 gemeente Steenbergen

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM1303136 gemeente Steenbergen BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM1303136 gemeente Steenbergen Naam :Ouderenzorg Anders Adres :Van Glymesstraat 30, 4651 LM Steenbergen Telefoon : 0167-567055 Directeur : Mw. A. Elferink Aantal

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Checklist brand- en vluchtveiligheid zorginstellingen

Checklist brand- en vluchtveiligheid zorginstellingen Checklist brand- en vluchtveiligheid zorginstellingen Concrete quick wins om de brandveiligheidssituatie te verbeteren. Aanleiding en achtergrond In 2007 vonden er in zorginstellingen ongeveer 1.100 branden

Nadere informatie

ONTRUIMINGSPLAN MARKENHAGE

ONTRUIMINGSPLAN MARKENHAGE ONTRUIMINGSPLAN MARKENHAGE Samensteller: Louis van den Bogaert 1 Inhoud 1 Inhoudsopgave blz. 2 2 Inleiding en toelichting blz. 3 3 Situatietekening blz. 4 4 Gebouw -,installatie- en organisatiegegevens

Nadere informatie

Regionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties

Regionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties Regionale Brandweer Groningen Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties November 2008 Colofon Uitgave Auteur (herziening) Contactadres : regionale brandweer Groningen : Wout Blink (Johan

Nadere informatie

De gemeente Kopenhagen rouleert 270 mobiele watermist units.

De gemeente Kopenhagen rouleert 270 mobiele watermist units. De gemeente Kopenhagen rouleert 270 mobiele watermist units. Positieve ervaringen na proefproject: Meer brandveiligheid voor minder zelfredzame personen en voor verzorgenden. Door Stig Nordmark, Area Manager

Nadere informatie

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan:

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan: Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan: Het bouwbesluit NEN 2535 / NEN 2575 Dacht ik altijd Jurgen Lankamp, adviseur brandveiligheid. 6 oktober 2016 DGMR Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer,

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Bedrijfshulpverleningsplan

Bedrijfshulpverleningsplan Bedrijfshulpverleningsplan voor de openbare apotheek te Datum opmaak: bijlage 8 61 Inhoud 1 Basisgegevens Apotheek Arts Ziekenhuis met EHBO-post Aanwezige bedrijfshulpverleners 2 Informatie/instructie

Nadere informatie

Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale

Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale 122 brandveiligheids INFO Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale Meer informatie of andere folders uit deze serie? Ga naar de brandweer kazerne bij u in de buurt of kijk op www.brandweer.nl

Nadere informatie

Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck

Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck Het nieuwe bouwbesluit Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck Bouwbesluit 2012 Wat weten wij van de wijzigingen? Verschillen tussen bouwbesluit 2003 en 2012 Historie: Oudste tot dusver gevonden

Nadere informatie

Brandveiligheid: jachthavens & stalling pleziervaartuigen

Brandveiligheid: jachthavens & stalling pleziervaartuigen Brandveiligheid: jachthavens & stalling pleziervaartuigen Rinus Corbijn 1 Doemscenario? 2 1 Handreiking Opdracht Management Bureau Zeeland, Eenduidige regelgeving voor: Jachthavens, Buitenstalling, Binnenstalling,

Nadere informatie

Handelen tijdens crisissituaties in de praktijk. Ronald Oldengarm

Handelen tijdens crisissituaties in de praktijk. Ronald Oldengarm Handelen tijdens crisissituaties in de praktijk Ronald Oldengarm 1 Brandveiligheid theorie vs praktijk Theorie Praktijkvoorbeelden Aanbevelingen 2 Crisis ontruiming??? 3 Theorie: Wettelijk kader Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Brandveiligheid van zorginstellingen

Brandveiligheid van zorginstellingen Brandveiligheid van zorginstellingen Een onderzoek van de VROM-Inspectie, de Arbeidsinspectie, de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg Pagina 2 van 92 Colofon VROM-Inspectie Directie

Nadere informatie

Fire Safety Experience Trainingsbrochure

Fire Safety Experience Trainingsbrochure Unieke ervaring van een brandscenario in een gecontroleerde omgeving Fire Safety Experience Trainingsbrochure Fire Safety Experience Verpleegkundigen en BHV ers moeten snel en adequaat kunnen reageren

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING JÄRVEN RESCUE SHEET

GEBRUIKSAANWIJZING JÄRVEN RESCUE SHEET GEBRUIKSAANWIJZING JÄRVEN RESCUE SHEET 1 ALGEMENE INFORMATIE PRODUCTLABEL Als bewijs dat u het originele product in huis hebt gehaald, zijn de Järven Rescue Sheets standaard voorzien van het onderstaande

Nadere informatie

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Projectevaluatie Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 00 Projectleider : Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Datum: 8 augustus 00 Ondertekening: Opdrachtgever: Datum:

Nadere informatie

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item )

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item ) Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID ( brandveiligheid, een hot item ) Inleiding Er zijn zowel interne als externe ontwikkelingen die maken dat extra aandacht voor het onderwerp brandveiligheid gewenst is. In

Nadere informatie

BHV Bedrijfshulpverleningsorganisatie VOOR JOU

BHV Bedrijfshulpverleningsorganisatie VOOR JOU BHV Bedrijfshulpverleningsorganisatie VOOR JOU BHV voor jou In het kader van het project: Duurzaam inzetbaar dakwerk Veilig en gezond op het dak Wet- en regelgeving Aanpak risico s en BHV op basis van

Nadere informatie

Positie Bouwcollege (1)

Positie Bouwcollege (1) Brandveiligheid in de zorg? Met regelgeving alleen zijn we er nog niet! Andre Bode (Bouwcollege) ASPO/BPF 30 mei 2008 Positie Bouwcollege (1) ZBO, vallend onder het ministerie van VWS, (tot 1-1-2010) taken

Nadere informatie

Bertrand Russell College BRC BOVENBOUW. Erasmusstraat 28. Krommenie

Bertrand Russell College BRC BOVENBOUW. Erasmusstraat 28. Krommenie Bertrand Russell College BRC BOVENBOUW Erasmusstraat 28 Krommenie september 2014 1 Inhoud 1 Inhoudsopgave 2 2 Inleiding en toelichting 3 3 Situatietekening 4 4 Gebouw-, installatie- en organisatiegegevens

Nadere informatie

Beschrijving ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 516 2600 AM Delft. www.adviescommissiebrand.

Beschrijving ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 516 2600 AM Delft. www.adviescommissiebrand. ADVIES Registratienummer: Betreft: BMI in woongebouw met incidenteel logiesgebruik Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, brandveilig gebruik, woongebouw, logiesfunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, bestaande

Nadere informatie

Voorwerp van deze analyse: De analyse slaat op de verdieping van het rusthuis waar op een fatale brand 9 slachtoffers heeft gemaakt.

Voorwerp van deze analyse: De analyse slaat op de verdieping van het rusthuis waar op een fatale brand 9 slachtoffers heeft gemaakt. Identificatie gebouw Ligging Adres Plaats, land Voorwerp van deze analyse: Rusthuis Kanunnik Triest Melle, België Identificatie van het compartiment en de aanwezige activiteiten of het gebruik. De analyse

Nadere informatie

Noodplan - Samenvatting. Buitencentrum de Stevert Stevert 18 5524 KD Steensel tel Accommodatie: 0497-514497 / tel Beheerder: 0497-512762

Noodplan - Samenvatting. Buitencentrum de Stevert Stevert 18 5524 KD Steensel tel Accommodatie: 0497-514497 / tel Beheerder: 0497-512762 Noodplan - Samenvatting Buitencentrum de Stevert Stevert 18 5524 KD Steensel tel Accommodatie: 0497-514497 / tel Beheerder: 0497-512762 1 Algemene informatie 1.1 Bezetting Aantal Er overnachten maximaal

Nadere informatie

ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne postcode 210

ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne postcode 210 ADVIES Registratienummer: Betreft: Gelijkwaardigheid compartimentering ziekenhuis Trefwoorden: (sub)brandcompartimenten, BHV, ontruiming, zorgfunctie : Status: Definitief Postbus 30941 2500 GX Den Haag

Nadere informatie

Brandmeldsystemen. De hoogwaardige techniek die wij toepassen is voor ons als een stille kracht.

Brandmeldsystemen. De hoogwaardige techniek die wij toepassen is voor ons als een stille kracht. Brandmeldsystemen De hoogwaardige techniek die wij toepassen is voor ons als een stille kracht. Bij Aqua+ is uw brandbeveiliging in vertrouwde handen Aqua+ is een erkend branddetectiebedrijf met ruim 30

Nadere informatie

Bertrand Russell College BRC ONDERBOUW. Erasmusstraat 1. Krommenie

Bertrand Russell College BRC ONDERBOUW. Erasmusstraat 1. Krommenie Bertrand Russell College BRC ONDERBOUW Erasmusstraat 1 Krommenie september 2014 1 Inhoud 1 Inhoudsopgave 2 2 Inleiding en toelichting 3 3 Situatietekening 4 4 Gebouw-, installatie- en organisatiegegevens

Nadere informatie

Brand Meester! En dan? HRO Conferentie, 21 januari 2016

Brand Meester! En dan? HRO Conferentie, 21 januari 2016 Brand Meester! En dan? HRO Conferentie, 21 januari 2016 Een introductiefilmpje Even voorstellen Anneliek van Maarseveen Hogere Veiligheidskundige (RVK) bij Carante Groep Adviseer 12 aangesloten stichtingen

Nadere informatie

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande '

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande ' 2019 Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande ' - 1 Inhoudsopgave 2. Inleiding en toelichting...3 4. Gebouw-, installatie- en organisatiegegevens...5 5. Alarmeringsprocedure intern en extern...5 5.1

Nadere informatie

Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig?

Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig? Brandweer Enschede Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig? Ik ben niet gebruiksvergunningsplichtig, maar moet ik wel voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften? Jazeker, iedereen die een pand in gebruik

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam

Nadere informatie

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 COT: 25 jaar ervaring in oefeningen, onderzoek en advies 1 Ontwikkelingen Van regelgestuurd

Nadere informatie

Kosten en opbrengst OMS. Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente

Kosten en opbrengst OMS. Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente Kosten en opbrengst OMS Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente Inhoud Aanleiding onderzoek Cijfers OMS Twente Instrument kosten-baten analyse Maatschappelijke kosten

Nadere informatie

Inspectiecertificaat Conform Bouwbesluit 2012

Inspectiecertificaat Conform Bouwbesluit 2012 Conform Bouwbesluit 2012 Inhoudsopgave: - Bij welke gebruiksfunctie dient het brandbeveiligingssysteem gecertificeerd te zijn met een Inspectiecertificaat? - Welke typen Inspecties zijn er en wat is de

Nadere informatie

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 17-051625 81E7E57509724BEC836C4237E607EC0EAdvies brandveiligheid omgevingsvergunningfirstwatch document Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 1. Gegevens aanvraag 2. Gegevens advies Zaaknummer VNOG

Nadere informatie

Brandpreventie in Het Nieuwe Rijksmuseum in relatie tot beveiliging monument en collectie

Brandpreventie in Het Nieuwe Rijksmuseum in relatie tot beveiliging monument en collectie Brandpreventie in Het Nieuwe Rijksmuseum in relatie tot beveiliging monument en collectie Ir. B.H.G. (Björn) Peters Senior Adviseur Brandveiligheid, DGMR Den Haag Brand in Monumenten, 1 Uit de pers Brand

Nadere informatie

Brandveiligheid door Blussystemen TVVL

Brandveiligheid door Blussystemen TVVL Brandveiligheid door Blussystemen TVVL Sprinklers en ISSO 42 R2B Inspecties B.V. Anton van Ballegooijen, Paul de Graaf en Niels Schoots Branden en statistiek Branden in Nederland totaal (CBS 2009) 97.000

Nadere informatie

Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD. Voorzitter: Piet van Lipzig. Datum: januari 2017

Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD. Voorzitter: Piet van Lipzig. Datum: januari 2017 Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD Voorzitter: Piet van Lipzig Datum: januari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Inhoudsopgave 2 2 Inleiding en/of toelichting 3 3 Situatietekening

Nadere informatie

Inhoud. Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand. Technische eisen

Inhoud. Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand. Technische eisen Inhoud Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand Technische eisen van naar Waarom? Toepassing (1/2) *** Evacuatie 6 à 10 % v.d. populatie Personen met beperkte mobiliteit * Grote

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening op scholen

Bedrijfshulpverlening op scholen Bedrijfshulpverlening op scholen 2 Bedrijfshulpverlening op scholen INHOUD 1 Inleiding 2 BHV organisatie op scholen 3 Taken, aantal en opleiding BHV ers 4 Samenvatting BHV-organisatie 3 Bedrijfshulpverlening

Nadere informatie

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit

Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit Vaststellen van Brandveiligheidskwaliteit VBE seminar 6 oktober 2010 Rudolf van Mierlo - Efectis Nederland 1 Inhoud Kwaliteit van brandveiligheid Praktijk van inspecties Beschikbare instrumenten 2 Kwaliteit

Nadere informatie

Veiligheidsplan. Versie: apr.2014. Veiligheidsplan Pagina 1 van 6

Veiligheidsplan. Versie: apr.2014. Veiligheidsplan Pagina 1 van 6 Veiligheidsplan Versie: apr.2014 Veiligheidsplan Pagina 1 van 6 Inhoud blz. 2 Inleiding blz. 3 1. Informatie bestuur blz. 3 2. Fysieke veiligheid: inspectie van de accommodatie blz. 3 Stappenplan inspectie

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Wat iedere medewerker moet weten over brand Wat iedere medewerker moet weten over brand Inhoud Inleiding 3 Brandmelding 4 Wat te doen bij brand? 10 regels 5 Branddetectie en overige voorzieningen 7 Gebruiksaanwijzing kleine blusmiddelen 9 Brandpreventie

Nadere informatie

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Randvoorwaarden Wetgeving brandveiligheid van toepassing op het gebouw? Een wetgeving helpt ons een bepaald brandveiligheidsniveau

Nadere informatie

Nieman Consulting Engineers: Tecnical director

Nieman Consulting Engineers: Tecnical director Duurzame brandveiligheid van gebouwen Ir. Ruud van Herpen MSc. FIFireE Ruud van Herpen Nieman Consulting Engineers: Tecnical director www.nieman.nl rhe@nieman.nl TU/e (dept. Built Environment): fellow

Nadere informatie

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel Nieuwehaven 310 2801 EG Gouda Belangrijke telefoonnummers Landelijk alarmnummer Brandweer Telefoonnummer Dribbel algemeen Politie (niet spoedeisende meldingen) GGD

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID INTEGRAAL BEKEKEN BINNEN ZORGINSTELLINGEN

BRANDVEILIGHEID INTEGRAAL BEKEKEN BINNEN ZORGINSTELLINGEN BRANDVEILIGHEID INTEGRAAL BEKEKEN BINNEN ZORGINSTELLINGEN 11 juni 2015 Ir. R.J.M. Köllmann Teamleider Toezicht & Handhaving Veiligheidsregio Utrecht Brandweer Stimulerende Preventie Rol brandweer: nieuwe

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012. Brandveiligheid en gebouwontwerp

Bouwbesluit 2012. Brandveiligheid en gebouwontwerp Bouwbesluit 2012 Brandveiligheid en gebouwontwerp Programma Waartoe leidt het Bouwbesluit 2012? Wijzigingen Bouwbesluit 2012 Doormelding Certificering Vluchten Conclusie: Brandveiligheid is een keuze (wetgeving

Nadere informatie

Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid. Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid. Onderzoeksraad voor Veiligheid

Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid. Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid. Onderzoeksraad voor Veiligheid Brand in Rivierduinen: veronderstelde veiligheid telefoon (070) 333 70 00 e-mail info@onderzoeksraad.nl internet www.onderzoeksraad.nl bezoekadres Anna van Saksenlaan 50 2593 HT Den Haag postadres Postbus

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zorginstellingen voor langdurende zorg Maak de zorg brandveilig TIPS OM Brandveiligheid is

Nadere informatie

OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID

OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID 1 OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID Integrale brandveiligheid Bouwkundig = bouwplantoetser Installatietechnisch = PvE opsteller

Nadere informatie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Wat iedere medewerker moet weten over brand Wat iedere medewerker moet weten over brand Inhoud Inleiding 3 Brandmelding 4 Wat te doen bij brand? 10 regels 5 Branddetectie en overige voorzieningen 7 Gebruiksaanwijzing kleine blusmiddelen 9 Brandpreventie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

NUTTIGE INFO. VSK BRANDCENTRALE.

NUTTIGE INFO. VSK BRANDCENTRALE. 1 Wat te doen bij brandalarm. NUTTIGE INFO. Het Ramada Plaza Hotel heeft 1 brandcentrale. De brandcentrale bevindt zich in het serverlokaal en met een bedieningspaneel in de backoffice. VSK BRANDCENTRALE.

Nadere informatie

- Bouwregelgeving en werkelijke brandveiligheid - VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND

- Bouwregelgeving en werkelijke brandveiligheid - VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND - Bouwregelgeving en werkelijke brandveiligheid - VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND Ir. A.J. (Abeltje) Tromp abeltje.tromp@efectis.com www.efectis.nl 1 VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND Doel presentatie: o Verdieping

Nadere informatie

SCHEMA TOOLBOX, VERSIE juni 2017

SCHEMA TOOLBOX, VERSIE juni 2017 SCHEMA TOOLBOX, VERSIE 0.1 13 juni 2017 Nog aan te vullen en verder uit te werken Mens Gebouw Professioneel Particulier Kennisdocument 7, 8, 8, 18 7, 8, 7, 8, 18 Beleidsdocument 2, 2, 14 2, 14 Scan/check

Nadere informatie

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Probleem Wat zijn in de wet- en regelgeving de algemene uitgangspunten voor het ontwerp van een in de praktijk goed bruikbaar vluchtplan?

Nadere informatie

Brandbeveiliging voor hoge gebouwen. Hoogbouw. Segment

Brandbeveiliging voor hoge gebouwen. Hoogbouw. Segment Brandbeveiliging voor hoge gebouwen Hoogbouw Segment Hoogbouw Hoge gebouwen worden door het Bouwbesluit als een bijzondere categorie beschouwd. Voor deze gebouwen wordt eenzelfde niveau van brandveiligheid

Nadere informatie

Brandveiligheid kamerwoningen

Brandveiligheid kamerwoningen Brandveiligheid kamerwoningen dienst Preventie, Brandweerzone Centrum, 14/03/2018 INHOUD 1. Belang brandveiligheid in kamerwoningen 2. Politiereglement op de Kamerwoningen 3. Controle door de brandweer

Nadere informatie

Evacuatierichtlijnen

Evacuatierichtlijnen Schooljaar 2017 2018 Evacuatierichtlijnen Evacuatierichtlijnen 2017 2018 v20170825 Toelichting Onze school doet inspanningen om het risico op een noodtoestand te minimaliseren. Risico s kunnen echter nooit

Nadere informatie

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen Onderwerpen Parkeerventilatie Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen Overdrukventilatie Regelgeving Overdruksystemen Certificering Regelgeving Bouwbesluit NEN 2443:2000 Brandveiligheideisen

Nadere informatie