Transitieplan. BGT Limburg Noord

Transcriptie

1 Transitieplan BGT Limburg Noord Versie april 2013

2 Versie Datum Opmerkingen augustus Landelijk format aangepast naar Limburg Noord augustus Correctie naam veiligheidsregio en gebiedsfiguur december Aanpassingen n.a.v. vergelijk Transitieplan Gelderland Zuid februari 2013 Update na vergelijking Transitieplan Gelderland Zuid, m.n. $3.2 en $ 7, E,L&I vervangen door EZ, IMGEO 2.0 door maart 2013 Laatste afspraken set assemblage en afspraken GBKN-stichtingen aangevuld, vergelijking met transitieplan Utrecht april 2013 N.a.v. transitiebijeenkomst 21 maart 2013 laatste aanvullingen Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 2/41

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Transitiefase Brondocumenten Waarom de BGT en waarom samenwerking? Projectomschrijving Opdrachtomschrijving Projectdoelstellingen Regionale projectorganisatie Transitieregio Scope en afbakening Aannames Relaties Aanpak Voorbereiding Vraagpunten transitievoorbereidingsfase Uitvoering transitie Activiteiten bronhouders en SVB-BGT Bronhouders Bronhouderprofielen in Transitiefase SVB-BGT Bijhouding BGT Zwaluwstaarten met GBKN-organisaties Bijhoudingsfase BGT Inrichten bijhouding bronhouders Planning Kosten Projectresultaten Kwaliteitsplan Risico-analyse Projectbeheersing...36 Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 3/41

4 12.1 Regierol SVB-BGT Monitoring voortgang Escalatie(s) Communicatie...39 Bijlage 1 Overzichten per bronhouder Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 4/41

5 1 Inleiding In 2005 is door IenM in de Tweede Kamer het voorstel ingediend om het GBKN bestand onder te brengen in het stelsel van basisregistraties als Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De Tweede kamer heeft het voorstel goedgekeurd onder de voorwaarde dat de rijksoverheidsfinanciering geregeld kon worden. In 2008 heeft IenM na interdepartementale afstemming en met goedkeuring van de ministerraad de financiële middelen verkregen op de rijksbegroting om de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) te kunnen realiseren. De BGT maakt sindsdien onderdeel uit van het Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (i-nup) 1 en voor de BGT gelden dezelfde eisen als voor alle andere basisregistraties die worden gerealiseerd onder dit programma. Om de huidige GBKN en bronhouderbestanden geschikt te maken als BGT moeten er zowel technisch inhoudelijke als bestuurlijk organisatorische veranderingen worden doorgevoerd. De technische inhoudelijke verandering bestaat met name uit het opwaarderen van de huidige GBKNen bronhouderbestanden naar een objectgericht BGT-bestand en vervolgens beheer en bijhouding van de BGT. In het voorjaar van 2011 zijn een aantal transitiepilots uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een eindrapportage en een globale schatting van het landelijk kostenbeeld voor de opwaardering van de bronbestanden naar de BGT. Eén van de belangrijkste conclusies uit de transitiepilots is dat de BGT gebiedsgewijs en in samenwerking tussen de bronhouders moet worden opgebouwd. In het najaar van 2011 is door de VNG een Bestuurlijke en Informatiekundige Uitvoeringstoets op de BGT uitgevoerd. Hierin zijn een aantal vraagpunten gesignaleerd waarvoor eerst een oplossing moest komen alvorens kan worden besloten de transitiefase voor de BGT te starten. Eind 2012 is na vaststelling door de Programmastuurgroep BGT door het ministerie van IenM de Set van afspraken Transitie BGT gepubliceerd. In deze set van afspraken zijn de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen ten tijde van de transitie vastgelegd. Deze afspraken gelden als overbrugging tot de inwerkingtreding van de wet per , wanneer de BGT klaar moet zijn. Tevens is het informatiemodel BGT 1.1 vastgesteld, dat onderdeel uitmaakt van het model IMGEO Transitiefase De bronhouders van de BGT (gemeenten, waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat, ProRail, Ministerie van EZ en Ministerie van Defensie) hebben de noodzaak tot samenwerking onderkend. Hiervoor is op 16 mei 2012 het SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT (Stichting SVB-BGT) versie 0.9 opgericht door VNG, Unie van Waterschappen, IPO en Prorail. De landelijke bronhouders EZ, Rijkswaterstaat en Defensie zullen toetreden nadat een voorhangprocedure is afgerond waarbij i-nup: 2 IMGEO 2.1: zie website Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 5/41

6 de Tweede Kamer toestemming geeft voor deelname aan de Stichting SVB-BGT. De verwachting is dat dit medio 2013 het geval zal zijn waarna de Stichting SVB-BGT versie 1.0 kan worden opgericht. De transitie bestaat uit twee fases. De BGT-fase 1 ( ) bestaat uit geïdentificeerde geassembleerde vlakgevormde objecten inclusief de huidige beschikbare attributen, maar exclusief de nog niet ingewonnen geometrie en beschrijvende attributen. Dit betekent dat er na 3 jaar een landsdekkend objectgericht BGT-bestand is dat op geometrische inhoud en beschrijvend attribuutniveau per bronhouder kan verschillen. De bronhouders wordt geadviseerd vanaf het begin toe te werken naar IMGEO 2.1.-inhoud, die het mogelijk maakt om te detailleren naar objecten die voor beheertoepassingen (voor de openbare ruimte) relevant zijn. In BGT-fase 2 (2016 t/m 2019) ontstaat een volledig gevuld landsdekkend uniform BGT-bestand. De Programmastuurgroep BGT heeft besloten het SVB-BGT het beschikbare transitiebudget van 8 miljoen toe te kennen en de regie over de transitie te laten voeren. Het SVB-BGT zal uit dit budget de regierol en de initiële assemblage van de BGT financieren. Het SVB-BGT heeft voor de invulling van de regierol vier FTE transitieregisseurs aangesteld en ca. 23 regionale transitieteams ingericht. Elk transitieteam maakt een transitieplan dat uiterlijk 1 april 2013 gereed moet zijn. Veel bronhouders willen aan de slag met de BGT en overal in Nederland zijn vooruitlopend op de ontwikkelingen bij het SVB-BGT initiatieven ontstaan om te komen tot samenwerking voor de BGT. Dit transitieplan beschrijft hoe de transitie naar de BGT in de regio Limburg Noord zal worden uitgevoerd. Uit de eerste contacten in de regio Limburg Noord is het volgende gebleken: Er verschillende samenwerkingsverbanden in de regio Limburg Noord zijn. Deze lopen uiteen van onderling gesloten contracten tot eerste verkenningen e/o samenwerken bij opbouw BGT. De visie op samenwerking van bronhouders in Limburg Noord past binnen de doelstellingen van het SVB-BGT Tijdens de Kick-off bijeenkomst is gebleken dat er grote verschillen tussen de bronhouders zijn. De ene bronhouder zit echt nog in het eerste denken, terwijl er ook bronhouders zijn die al redelijk op streek zijn met het opbouwen van hun grootschalige topografie. 1.2 Brondocumenten Document Versie Datum Gegevenscatalogus IMBGT 1.1 Dec Gegevenscatalogus IMGEO 2.1 Dec Processenhandboek Opwaardering BGT 1.0 Jan Rapportage nulmeting BGT Nov Rapportage nulmeting bronhouderbestanden BGT Juli 2011 Rapportage onderzoek rolinvulling bronhouders en gewenste ontzorging SVB- Dec BGT Maatschappelijke Kosten Baten Analyse BGT Okt Resultaat Huiswerk uitvraag bij bronhouders Sept Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 6/41

7 Implementatieplannen individuele bronhouders BGT Divers Principes toepassen bronbestanden en bepalen bronhoudergrenzen Mrt Notitie Facility SVB-BGT voor Bronhouders Dec Besteding transitie Impuls Nov Set van afspraken Transitie BGT Nov Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 7/41

8 2 Waarom de BGT en waarom samenwerking? De BGT is na invoering voor de hele overheid beschikbaar waardoor dit groot maatschappelijk rendement oplevert. Dit hoofdstuk geeft ook aan wat het nut van de BGT is voor de interne bedrijfsvoering van de bronhouders zelf. Om overlap in de werkzaamheden van bronhouders onderling te voorkomen is intensieve samenwerking nodig. Wettelijke verplichting: de BGT Het Informatiemodel IMGEO2.1 is de nieuwe standaard voor het beheer van geo-informatie. Een deel van de binnen IMGEO te beheren informatie wordt wettelijk verplicht. In 2016 moet deze nieuwe basisregistratie zijn gerealiseerd: de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Voor de realisatie en bijhouding zijn alle gemeenten en 6 andere overheidspartijen aangewezen, de zogenaamde bronhouders. Als bronhouder is uw organisatie wettelijk verantwoordelijk voor het inwinnen en bijhouden en leveren van topografische gegevens over de ruimtelijke objecten waarvoor u als beheerder verantwoordelijk bent in uw eigen gebied. En uw organisatie gaat informatie uit de BGT verplicht gebruiken in de dagelijkse praktijk. Momenteel bevindt de BGT zich in de voorbereidingsfase. De Wet BGT zal naar verwachting aangenomen worden in het eerste kwartaal 2013, waarna de Wet per 1 januari 2016 in werking zal treden. Op 1 januari 2013 is formeel de transitie van de huidige bronbestanden grootschalige topografie naar de BGT gestart. De BGT is een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Basisregistraties maken eenmalig inwinnen en meervoudig gebruik mogelijk. Door de gegevens in de BGT eenduidig op te slaan, zijn ze herbruikbaar voor alle overheidsorganisaties die deze gegevens nodig hebben. Opnieuw inwinnen of intekenen van dezelfde gegevens is dus niet meer nodig. De BGT is een bouwsteen van het i-nup, het Nationaal Uitvoeringsprogramma om de elektronische overheid mogelijk te maken: Eén digitale overheid. Betere service, meer gemak Het doel van de BGT is de hele overheid gebruik te laten maken van dezelfde basisgegevens over de grootschalige topografie van Nederland. Als alle overheidspartijen in Nederland werken met dezelfde gegevens, dan zorgt dat voor: - een betere dienstverlening aan burgers en bedrijven, want de gegevens zijn altijd actueel en betrouwbaar; - administratieve lastenverlichting, want het kost bedrijven en burgers minder tijd en minder moeite om gegevens aan te leveren; - een betere samenwerking binnen de overheid, want eenduidige afspraken over gegevens maken eenvoudige uitwisseling mogelijk; - kostenbesparing, door minder fouten, minder inwinnen en minder communicatieproblemen. Zakelijke rechtvaardiging IMGEO Alle bronhouders hebben interne toepassingen waarvoor IMGEO of de BGT van grote waarde is. Het (verder) op orde brengen van de geodata heeft grote meerwaarde voor elke organisatie. In 2011 is in opdracht van het Ministerie van IenM een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) uitgevoerd voor de BGT. Uit dit onderzoek blijkt dat de BGT een positief saldo heeft van 24 miljoen en van 100 miljoen bij invoering van een integraal topografisch basisbestand conform Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 8/41

9 IMGEO. Daarnaast zijn er nog aanzienlijke PM-posten die in het kader van dit onderzoek niet konden worden gemonetariseerd. Er is een investeringsperiode van 3 jaar, daarna volgen de baten. De terugverdientijd bij invoering van IMGEO is 6 jaar, bij invoering van alleen de BGT is dit 9 jaar. De belangrijkste kwalitatieve baten op een rij: - Eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik. Voorkomen wordt dat dezelfde objecten door verschillende partijen worden ingewonnen. - De gestandaardiseerde inhoud. Door het objectgerichte karakter kunnen veel analyses worden gemaakt: er kan geteld en gerekend worden. Te denken valt aan analyses op het gebied van energie, water, wonen, voorzieningen, overlast en onveiligheid etc. - De terugmeldingen door gebruikers leiden naar verwachting tot een hogere kwaliteit van de informatie in termen van volledigheid, actualiteit en nauwkeurigheid. Dit vermindert ruis en onrust over onjuiste kaartbeelden in communicatie met de omgeving. Dit leidt weer tot minder irritatie en minder bezwaarschriften van burgers en bedrijven De praktijk Onderstaande citaten zijn afkomstig uit interviews met medewerkers van verschillende gemeenten. De argumenten die zij aandragen gelden evenzeer voor alle andere bronhouders van de BGT, zijn de waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat, Prorail, het Ministerie van EZ en het Ministerie van Defensie. Waarom is het beheer van de openbare ruimte voor een gemeente zo belangrijk? In eerste aanleg is het beheer er natuurlijk op gericht om de objecten de functie te laten vervullen waarvoor ze zijn ingericht: wegen worden gebruikt om verkeer van a naar b te brengen, etc. Beheer heeft veel raakvlakken met de burger. Het beheer van de openbare ruimte heeft een één-op-één relatie met het veiligheidsgevoel van burgers. Mensen voelen zich minder veilig in een straat met kapotte stoeptegels, graffiti of zwerfvuil. Daarom is het voor gemeenten een continu aandachtspunt. En beheer kost veel geld. Daarop kun je besparen door planmatig onderhoud uit te voeren. Dat is goedkoper dan wachten tot er iets kapot gaat. Wat is de meerwaarde van IMGEO voor de afdeling Beheer van de gemeente? Gemeenten beheren veel verschillende soorten ruimtelijke objecten. Vaak is dat beheer bij organisatorisch bij verschillende afdelingen ondergebracht. Bij de beheerafdelingen van gemeenten zie je vaak dat elke beheerder zijn eigen kastje met kaarten en gegevens heeft. Iedereen wint zijn eigen gegevens in en houdt die op zijn eigen manier bij. Vanuit de optiek van de specifieke beheerder mag dat effectief lijken; Efficiënt is dat natuurlijk niet. IMGEO biedt de mogelijkheid om een topografisch basisbestand te maken waar alle beheerders gebruik van kunnen maken. Daarmee sluiten we ook aan op de BGT. De BGT is het wettelijke verplichte deel van IMGEO waaraan wij als gemeente uiterlijk 1 januari 2016 moeten voldoen. Het basisbestand is altijd actueel en betrouwbaar. En je kunt gemakkelijker gegevens uitwisselen met andere partijen als waterschappen of provincies. De invoering van de BGT is voor ons een duwtje in de rug om dit in één keer goed aan te pakken. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 9/41

10 Wat levert die integrale aanpak van de BGT met IMGEO de gemeente nu concreet op? Het gaat met name om efficiency meent de medewerker. Je wint enorm veel tijd omdat je snel veel actuele informatie tot je beschikking hebt. En omdat het beheer centraal geregeld is, kun je je als beheerafdeling weer op je kerntaak richten. Je kunt ook analyses doen die eerder niet mogelijk waren. Zo kregen we dankzij de BGT bijvoorbeeld het snippergroen in beeld. Daarnaast levert ons geodata-portaal ons veel besparingen op. Iedereen die gemeentelijke geo-informatie nodig heeft, kan die gratis downloaden via dat portaal. Dat scheelt een hoop telefoontjes en verzoeken die we niet meer hoeven af te handelen. De besparingen die je realiseert met IMGEO/de BGT zijn eigenlijk niet in geld uit te drukken. Zodra je dit hebt gerealiseerd, zie je hoeveel het oplevert. Noodzaak tot samenwerking Bronhouders van de BGT zijn elk verantwoordelijk voor een deel van de BGT. Samenwerking is alleen daarom al absoluut noodzakelijk, want: - Vaststelling van bronhoudergrenzen/gebieden kan een bronhouder niet in zijn eentje. - Een landelijk bestand van BGT-objecten is niet automatisch de optelsom van alle BGT-objecten van individuele bronhouders. Deze objecten moeten op elkaar worden afgestemd. Om deze reden hebben de bronhouders besloten het SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT (SVB-BGT) op te richten. Het Ministerie van IenM heeft het SVB-BGT opgedragen de regie over de transitie naar de BGT te voeren en de afstemming van de bestanden van de bronhouders te realiseren. Samenwerking is bovendien noodzakelijk om de BGT tegen zo laag mogelijke kosten te realiseren en te beheren. In het MKBA-rapport (Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse) worden onder meer de volgende voorwaarden voor het bereiken van maatschappelijk rendement genoemd: - Een goede samenwerking in de transitie; - Samenwerken binnen het samenwerkingsverband Bronhouders (SVB-BGT) of anderszins ten behoeve van schaalvoordelen bij de inwinning. De samenwerking in Limburg Noord Voor de informatie uitwisseling binnen de transitieregio heeft het SVB-BGT een ruimte ingericht op de Mett-site. Via deze site is het voor de bronhouders mogelijk om documenten, bestanden en overige informatie uit te wisselen. Iedere bronhouder heeft via één of meerdere contactpersonen toegang tot deze pagina. Naast de samenwerking op regionaal niveau, wordt er ook op intergemeentelijk niveau samengewerkt. Deze samenwerkingen zijn meer gericht op het uitwisselen van capaciteit en samenwerking op inhoud. Al lange tijd is er samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en de provincie Limburg op het gebied van geo-informatie. Een aansprekend voorbeeld hiervan is de samenwerking in de Stichting GBKN-Zuid. Al de betrokken partijen willen de samenwerking verder uitbouwen in relatie tot de BGT en/of IMGEO. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 10/41

11 De transitie is een omvangrijk en intensief traject. Wachten tot 2015 is geen optie, realisatie binnen de wettelijke termijn wordt dan onmogelijk. Snel starten is noodzakelijk. Ook vanuit het oogpunt van baten die binnen de bronhouderorganisatie vallen is een snelle start wenselijk: hoe eerder gerealiseerd, hoe eerder ook de voordelen kunnen worden benut. Zeer belangrijk is te onderkennen dat de BGT gedurende de transitiefase gefaseerd tot stand komt. Elke bronhouder realiseert de BGT in deelprojecten. De doorlooptijd van een deelproject is ongeveer drie maanden. Zodra een deelproject gereed is, moet dit in beheer worden genomen. De organisatie moet hierop tijdig zijn ingericht; 3 maanden na de start van het 1 e transitiedeelproject start het beheer van de BGT. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 11/41

12 3 Projectomschrijving Bronhouders kunnen niet zonder intensief samen te werken de BGT opbouwen. Voor vaststelling van bronhoudergrenzen/gebieden hebben de bronhouders elkaar nodig. Een landelijk bestand van BGTobjecten is niet automatisch de optelsom van alle BGT-objecten van individuele bronhouders. Deze objecten moeten op elkaar afgestemd worden. De transitiepilots hebben aangetoond dat de beste manier om de BGT op te bouwen een gebiedsgerichte aanpak vereist waarin de bronhouders gezamenlijk de transitie naar de BGT uitvoeren. In het transitieplan worden alleen die onderdelen van de transitie naar de BGT opgenomen die relevant zijn voor meer dan één bronhouder. 3.1 Opdrachtomschrijving Voer een transitieproject uit waarin de huidige grootschalige topografische bestanden van individuele bronhouders in Limburg Noord worden opgewaardeerd naar de specificaties zoals binnen de interne organisatie zijn bepaald (bijv. t.a.v. nauwkeurigheid, actualiteit IMGEO 2.1 etc.), maar minimaal opgewaardeerd naar de specificaties van de Basisregistratie Grootschalige Topografie. 3.2 Projectdoelstellingen De doelstellingen van het transitieproject zijn: 1. Realisatie BGT-fase1 voor alle betrokken bronhouders. 2. Realisatie BGT-fase 2 voor die bronhouders die dit ambiëren voor Realisatie van een integraal basisbestand conform IMGEO 2.1 voor die bronhouders die dit ambiëren voor Processen, taken en rollen bijhoudingsfase IMGEO2.1/BGT 1.1 inregelen. 5. Nader inzicht verkrijgen in kosten, werkprocessen, ICT en productkwaliteit 3.3 Regionale projectorganisatie Voor het project is een transitieteam samengesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de bij de transitie betrokken bronhouders en het SVB-BGT. Uit het transitieteam is een kernteam gevormd dat het project gedurende de gehele transitieperiode begeleid. Het Kernteam bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende type bronhouders (ZRB, GB) en bronhouder lagen (gemeenten, waterschappen, provincie) en de transitieregisseur van het SVB-BGT. De transitieregisseur is tevens de intermediair van de landelijke bronhouders (EZ, Rijkswaterstaat, ProRail en Defensie) in het transitieteam. Beide teams zullen functioneren gedurende de transitie BGT. De samenwerking binnen het transitieteam en kernteam zijn met name gericht op kennis en ervaringsuitwisseling en afstemming in planning en voortgang. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 12/41

13 Het transitieteam begeleidt de uitvoering van het transitieplan en bestaat in ieder geval tot 1 januari Het kernteam heeft de volgende rollen en taken voor zichzelf geformuleerd: Inbreng regionale problematiek Spiegel voor de betreffende groep bronhouders (ZRB,SB of GB) Vorming strategie/visie in het transitie plan Eerste station voor afstemming tussen de diverse bronhouders Eerste aanspreekpunt voor de transitie regisseur Mapping planningen Signaleren mogelijk samenwerkingen in de regio Ontwikkelen voorstellen t.b.v. transitie voor de regio Faciliteren bij bespreken bronhoudergrenzen Aandragen agendapunten t.b.v. transitieteam-bijeenkomsten Enthousiasmeren/stimuleren collega bronhouders De transitieregisseur van het SVB-BGT is het vaste contactpunt voor zowel het kernteam als het transitieteam. De sturing van het kernteam BGT van Limburg Noord tijdens de transitie BGT/IMGEO zal gericht zijn op aansluiten bij de opkomende samenwerkingen binnen het gebied, zoals die rond de centrum gemeente Venray, de centrum gemeente Echt-Susteren en de onderlinge samenwerking tussen Roermond, Leudal, Weert en Nederweert. Andere bronhouders kunnen, afhankelijk van hun ambities en wensen, aansluiten bij een van deze samenwerkingen of zelfstandig opereren (bijv. gemeente Peel en Maas). Regionale bronhouders hebben de intentie om zoveel mogelijk mee te lopen in de planning van de gemeentelijke bronhouders, maar kennen daarin hun eigen rol. Samenwerking in het buitengebied behoort tot de mogelijkheden. Op de lange termijn ontstaat dan wellicht de uiteindelijke wens om tot één Shared Service Centrum Limburg-Noord te komen, daar vindt binnen de transitie periode geen sturing op. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 13/41

14 Samenstelling Transitieteam BGT Limburg Noord Bronhouders Contactpersoon adres Leden Kernteam: Gemeente Venray Rudolf van Summeren Gemeente Roermond Sjeng Kremers Waterschap Peel en Maasvallei Erik van Putten Provincie Limburg Ruud Claassens SVB-BGT Ingrid Hugen Overige leden Transitieteam: Gemeente Beesel Twan Hanssen Gemeente Bergen Jack Robijns Arno Bauhuis Gemeente Echt-Susteren Mart Bindels Rene Burke Gemeente Gennep Frank Peters Gemeente Horst aan de Maas Nelly Buskes Jeanette van den Beuken Gemeente Leudal Peter Francot Gemeente Maasgouw John Peters Gemeente Nederweert Jan van de Boel Gemeente Peel en Maas Diane Peeters Gemeente Roerdalen Jean Pex Han van der Heijden Charles Willemsen Gemeente Venlo Janneke van den Hout Ton Blomen Gemeente Weert Jan Bosmans Ton Hoefnagels Manon Krauth Waterschap Roer en Overmaas Harry Pergens Jildou Louwsma Landelijke bronhouders (SVB-BGT) Rijkswaterstaat Rob van der Schoot Ministerie van EZ Bert Huis ProRail Raymond Welhuis Ministerie van Defensie Willem Wijnen Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 14/41

15 3.4 Transitieregio Het projectgebied omvat de Veiligheidsregio Limburg Noord, exclusief de gemeente Mook en Middelaar. Het projectgebied zal op voorstel van bronhouders en in overleg met het SVB-BGT worden opgedeeld in deelgebieden, rekening houdend met o.a. de begrenzingen van de beheergebieden van bronhouders, zoals gemeentegrenzen, en gelijksoortige problematiek (bijv. landelijk t.o.v. stedelijk gebied). 3.5 Scope en afbakening Het project richt zich op de in 3.2. genoemde doelstellingen. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 15/41

16 Daarbij worden de samenhang en afhankelijkheden met de ontwikkelingen bij de het SVB-BGT en binnen het Programma BGT in ogenschouw genomen. Andere datagegevens dan die in IMGEO 2.1 beschreven zijn, vallen buiten de scope van dit transitieplan. 3.6 Aannames Alle betrokken bronhouders stemmen in met het beschikbaar stellen van alle bronbestanden, luchtfoto s, panoramabeelden en overige gegevens welke noodzakelijk zijn om de projectdoelstellingen te kunnen realiseren. Mits dit door de leverancier van de gegevens is toegestaan/goedgekeurd. 3.7 Relaties Afstemming van regio-overstijgende zaken vindt plaats door het SVB-BGT met alle betrokken partijen (waaronder Programmastuurgroep BGT, Geonovum, Landelijke Bronhouders, LSV GBKN). Vanuit het SVB-BGT worden nauwe contacten onderhouden met de Stichting GBKN-Zuid. Hier worden de afspraken gemaakt om een optimale overgang van bijhouding GBKN op bijhouding BGT te realiseren. In Limburg is een gemeentelijke contactgroep IOV-Limburg aanwezig. Voor het SVB-BGT zijn dergelijke contactgroepen geen formeel aanspreekpunt. Het SVB-BGT richt zich rechtstreeks op de bronhouder. Het staat bronhouders evenwel vrij om deel te nemen aan deze contactgroepen en zich op deze wijze te oriënteren op wat hen te wachten staat en om zo ideeën op te doen en ervaringen uit te wisselen. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 16/41

17 4 Aanpak Het project doorloopt een aantal fasen: 1. Voorbereiding: opstelling transitieplan, verzamelen en toetsen bronhouderdata. 2. Opbouw integraal IMGEO2.1-bestand per bronhouder (optioneel) 3. Opbouw BGT-fase 1 4. Opbouw BGT-fase 2 (eventueel gelijk opgepakt met opbouw BGT-fase 1) 5. Inrichten bijhouding BGT. 4.1 Voorbereiding Het transitieproces binnen de regio Limburg Noord is feitelijk gestart met de Kick-off bijeenkomst op 31 mei 2012 in Venlo. Op deze bijeenkomst heeft het SVB-BGT alle betrokken bronhouders inzicht gegeven in het transitieproces zoals het SVB-BGT dat voor zich ziet. Tijdens deze bijeenkomst is het voorstel gedaan om voor het eind van 2012 een regionaal transitieplan voor de regio Limburg Noord opgesteld te hebben. De aanwezige bronhouders hebben hier allen mee ingestemd en aangegeven hier hun medewerking aan te willen verlenen. Door de noodzakelijke afstemming met landelijke ontwikkelingen is het vaststellen van dit transitieplan verschoven in de tijd. April 2013 zal er een door de regionale bronhouders gedragen transitieplan opgesteld zijn. In een bestuurlijke bijeenkomst zal dit transitieplan aan de bestuurders worden toegelicht. Na dit bestuurlijk overleg kunnen de individuele bronhouders, voor zover nog aan de orde, de interne besluitvorming in gang zetten en de benodigde bedragen voor de BGT reserveren. (Dit is een nog af te stemmen voorstel) Voorafgaand aan de Kick-off bijeenkomst hebben enkele regionale bronhouders zich wel georiënteerd op wat hun te wachten staat en wat er dan van hen wordt verwacht. Enkelen zijn ook al aan de slag gegaan met het aangaan van samenwerkingsverbanden of zijn individueel reeds gestart met het treffen van maatregelen en hebben de eerste stappen richting de BGT gezet. Naar aanleiding van de Kick-off bijeenkomst is door het SVB-BGT een huiswerkopdracht uitgezet waarin de bronhouders gevraagd is hun situatie t.a.v. de BGT kenbaar te maken. De resultaten van deze uitvraag zijn opgenomen in bijlage Vraagpunten transitievoorbereidingsfase In het najaar van 2011 is door KING (KwaliteitsInstituut Nederlandse Gemeenten) een IUT (Informatiekundige Uitvoeringstoets) op de BGT uitgevoerd. Hierin worden diverse aanbevelingen gedaan waarvan opvolging moet leiden tot voldoende duidelijkheid en uitvoerbaarheid van de invoering en het beheer van de BGT voor gemeenten. De rapportage van de IUT is tevens voorgelegd aan niet-gemeentelijke bronhouders. Deze onderschrijven de inhoud van de rapportage. In oktober/november 2011 zijn twee vervolgdocumenten op de IUT opgesteld: - Verdieping op de Informatiekundige Uitvoeringstoets BGT - Programma van Eisen Budgetteringsmodel BGT Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 17/41

18 In de verdieping op de IUT staan concrete aanbevelingen voor oplossingsrichtingen van de in de IUT geformuleerde vraagstukken ten aanzien van: - SVB-BGT en andere samenwerkingsvormen - Financiën en budgeten - Planning - Implementatieondersteuning - Architectuur en ICT De rapportage Landelijk beeld kosten BGT o.b.v. resultaten transitiepilots BGT van 7 juli 2011 bevat een indicatie voor het gebiedsgericht opbouwen van de BGT. De pilotgebieden waren klein, de uitkomsten divers. De bandbreedte van de kosten ( 29milj - 45milj) is daarom groot. Het is op basis van de pilotervaringen niet mogelijk een betrouwbare begroting per individuele bronhouder op te stellen. In het Programma van Eisen Budgetteringsmodel BGT wordt een gewenst model beschreven waarin naast het verkrijgen van betrouwbaardere parameters voor de opwaardering van de bestanden ook de overige kosten voor de transitie naar en het beheer van de BGT zijn opgenomen. In het transitieplan Limburg Noord wordt rekening gehouden met de in de opzet van in dit model opgenomen zaken t.b.v. de opbouw van de BGT/IMGEO, zodat de kosten die begroot/gerealiseerd worden als referentie kunnen dienen voor transitietrajecten elders in het land. 4.3 Uitvoering transitie In deze paragraaf wordt de aanpak voor de opwaardering naar de BGT omschreven Gebiedsgerichte aanpak. Vanuit de begin 2011 uitgevoerde transitiepilots is duidelijk geworden dat de opbouw en het beheer van de BGT alleen in samenwerking tussen bronhouders gebiedsgericht kan worden gerealiseerd samenwerken. Elke bronhouder is in staat een objectgericht bestand op te bouwen, maar geen enkele bronhouder is zonder afstemming met andere bronhouders in staat een BGT-bestand op te bouwen. De bronhouders hebben de noodzaak tot samenwerken voor een succesvolle en duurzame implementatie onderkend en hiertoe het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT opgericht. De Programmastuurgroep BGT heeft de noodzaak voor de oprichting van het SVB-BGT onderschreven. De gebiedsgerichte aanpak krijgt door de recente ontwikkelingen en nieuwe inzichten een gewijzigde invulling. Er zal meer lokaal door bronhouders worden samengewerkt, terwijl de landelijke bronhouders hun eigen bestanden gaan opwerken. De wijze waarop de transitie in Limburg Noord zal worden uitgevoerd is beschreven in Hoofdstuk Toewijzing objecten aan bronhouders De Wet BGT wijst de BGT-objecten als volgt toe aan de bronhouders: Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 18/41

19 - Waterschappen: geografische objecten die onderdeel zijn van oppervlaktewateren, waterkeringen, kunstwerken, waarvoor een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet is voorgeschreven, evenals de bijbehorende terreinen en wegen die in beheer zijn bij het waterschap. - Provincies: geografische objecten die onderdeel zijn van wegen, spoorwegen, oppervlaktewaterlichamen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij de provincie. - Rijkswaterstaat: geografische objecten die onderdeel zijn van wegen, oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij Rijkswaterstaat.. - Prorail: geografische objecten die onderdeel zijn van spoorwegen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen waarover Prorail het beheer voert. - EZ: geografische objecten die onderdeel zijn van landbouwgrond. - Defensie: geografische objecten die onderdeel zijn van defensieterrein, alsmede de basiskustlijn. - Gemeenten: A: geografische objecten gesitueerd in het gebied binnen de bebouwde kom, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, met uitzondering van de geografische objecten waarvoor een andere bronhouder verantwoordelijk is. B: geografische objecten gesitueerd in het gebied buiten de bebouwde kom die onderdeel zijn van bebouwing met de bijbehorende erven, wegen en kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij de gemeente, alsmede spoorwegen waarvoor niet een andere bronhouder verantwoordelijk is. Het Informatiemodel voor de BGT bevat het Ongeclassificeerd object. Dit zijn objecten waarvoor bij de opbouw van de BGT geen bronhouder kan worden aangewezen of classificatie ontbreekt. De bronhouders hebben met elkaar afgesproken dat het doel is en blijft om te komen tot een landsdekkend BGT waarin elk object is toegewezen aan één bronhouder. Om dit doel te bereiken zijn de volgende afspraken gemaakt: A. Tijdens de transitie brengt elke bronhouder de topografie in die zij tot nu toe bijhoudt. Ook de topografie die in de toekomst buiten de bronhoudersgrenzen van de betreffende bronhouder valt wordt ingebracht. Deze (extra) topografie kan door de verschillende bronhouders meegenomen worden in de transitie op basis van de principes/vuistregels. B. Voor bovengenoemde topografie wordt de bronhouder degene die daar volgens de wet verantwoordelijk voor is. Indien er voor deze topografie geen bronhouder is aan te wijzen, wijst het SVB-BGT in overleg met de aangrenzende bronhouders een bronhouder aan. De aangewezen bronhouder heeft tot de tijd om de ontbrekende attribuutwaarden voor deze objecten aan te vullen/in te winnen. C. De gemeenten worden bronhouder voor de "witte vlekken" waarvoor momenteel nog geen topografie beschikbaar is en geen bronhouder aangewezen kan worden. D. Voor deze "witte vlekken" hebben de gemeenten t/m BGT-fase 2, dus uiterlijk tot 1 januari 2020 de tijd om deze volledig te classificeren Procesbeschrijvingen opwaardering naar BGT Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 19/41

20 Er is voor ieder afzonderlijk project geen standaard procesbeschrijving te geven. Een leidraad voor het te doorlopen proces is gegeven in het in 2011 in opdracht van het Ministerie van IenM opgestelde Processenhandboek Opwaardering BGT. Het processenhandboek is in beheer bij het SVB-BGT. Het Processenhandboek is een dynamisch document dat op basis van nieuwe of aangepaste besluitvorming en voortschrijdend inzicht kan worden aangepast. De ervaringen met het Processenhandboek die worden opgedaan tijdens de transitie in Limburg Noord zullen worden gerapporteerd aan het SVB-BGT. De kwaliteit van de in het transitieproces te gebruiken bronhouderbestanden moet voorafgaande aan de opwaardering zo goed mogelijk inzichtelijk zijn. Bronhouders kunnen hiertoe aangegeven of de werkprocessen zijn beschreven en of er periodieke rapportages worden opgesteld die inzicht geven in de kwaliteit van de processen en de bestanden. Ook kunnen van door GBKN-stichtingen uitgevoerde leveranciersbeoordelingen of rapportages van in opdracht van bronhouders uitgevoerde BGTonderzoeken (diepte- of quickscans) worden aangeleverd. Er wordt door het SVB-BGT gewerkt aan een eenvoudige methodiek om de kwaliteit van bronbestanden te kunnen bepalen. De belangrijkste spelregels voor objectvorming en gebruik bronhouderdata bronhouderdata (van meerdere bronhouders) bij opbouw BGT. Onderstaande vuistregels zijn principes die toegepast worden in de situatie waarin bronhouders er voor kiezen om in samenwerking de BGT voor een gebied op te bouwen. - Objecten worden gevormd conform het meest recente Informatiemodel BGT. - Er wordt gestreefd naar afbakening op feitelijke BGT-objecten. Het IMBGT1.1 en IMGEO2.1 bieden echter de mogelijkheid om op basis van de beheerbehoefte kleinere objecten af te bakenen en objecten met eenzelfde fysiekvoorkomen naast elkaar te laten bestaan. - De huidige GBKN is één van de bestanden die wordt gebruikt bij de productie van de BGT (en dus niet de enige basis waarop de BGT wordt geproduceerd) - Luchtfoto s kunnen als bronmateriaal worden gebruikt bij de opbouw van de BGT: A. Ter referentie bij de beoordeling van de bronhouderdata B. Voor kartering van ontbrekende elementen. C. Voor het bepalen van ontbrekende objectattributen. - Data die in meerdere bestanden voorkomt wordt in onderstaande volgorde verwerkt in de BGT: 1. De bestanden van de strokenbronhouders worden overgenomen in de volgorde Rijkswaterstaat, Prorail, Provincie en Waterschap.. 2. De bestanden van de gemeente/gbkn worden overgenomen 3. De bestanden van EZ worden overgenomen. - Bij het overnemen van bestanden wordt in de overige bestanden op basis van datumfilter gezocht naar eventueel beschikbare actuelere gegevens, zodat in ieder geval de meest recente data in de BGT komt. - De prioritering wordt bepaald door de kwaliteit van de bestanden (actualiteit, volledigheid, geometrie). Indien bijvoorbeeld een bestand van de beoogde bronhouder van een lagere geometrische nauwkeurigheid is dan een overlappend bestand van één van de andere bronhouders kan het geometrisch nauwkeuriger bestand worden overgenomen in de BGT. De beoogde bronhouder neemt dit vervolgens in beheer. - In het geval een overlappend bestand een hogere actualiteit, maar een lagere geometrische kwaliteit heeft dan het bestand van de betreffende bronhouder wordt het bestand met de hogere actualiteit ingewerkt in de BGT. De betreffende bronhouder kan alsnog een hogere kwaliteit inwinning verzorgen en deze data als mutatie inbrengen in de BGT. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 20/41

21 - Landbouwgrond is een relatief subjectief gegeven. Daarom zijn aanvullende regels/richtlijnen nodig voor het digitaliseren van landbouwobjecten. Dienst Regelingen hanteert hiervoor een instructie die is afgestemd met de EU Opbouw IMGEO 2.1 Veel bronhouders zien de komst van de BGT als katalysator om te komen tot een integraal bestand en integraal beheer van geo-informatie. Veelal zullen hiervoor verschillende bronbestanden samengevoegd, geoptimaliseerd en afgestemd moeten worden. Bijvoorbeeld de grootschalige basiskaart, wegbeheer, groenbeheer en BAG-panden. Indien een integraal bestand binnen de termijn waarop moet worden voldaan aan de wettelijk verplichte BGT, dus uiterlijk 1 januari 2016, kan worden gerealiseerd is de meest doelmatige werkwijze om eerst het integrale basisbestand conform IMGEO 2.1 (en daarboven specifieke beheerinformatie) te realiseren en daaruit de BGT af te leiden. Ook wordt gepropageerd Beheersystemen (BOR) en Cad-standaarden (NLCS) aan te laten sluiten op IMGEO 2.1. Voor alle bronhouders is het van belang dat er een IMGEO-bestand ontstaat ter ondersteuning van de interne processen. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 21/41

22 5 Activiteiten bronhouders en SVB-BGT In het transitieplan moeten per bronhouder gegevens zijn opgenomen betreffende met welke bronbestanden en welke middelen de uitvoering van de transitie zal plaatsvinden. Ook de rol van het SVB-BGT moet duidelijk zijn. 5.1 Bronhouders De transitieprojecten kennen een gebiedsgerichte aanpak. Als uitgangspunt wordt hiervoor het grondgebied van een burgerlijke gemeente gekozen, waarbij een andere opdeling in deelgebieden mogelijk is. De gegevens per bronhouder zijn opgenomen in bijlage 1. Uitgangspunt is de winkel blijft open, wat betekent dat de actualiteit van de informatie te allen tijde moet blijven voldoen aan de specificaties. De maximale doorlooptijd van een transitieproject mag in dit kader niet langer zijn dan 3 maanden. Het zal veelal nodig zijn de projecten per gemeentelijk grondgebied nader uit te splitsen in een aantal deelprojecten. Een gebiedsgerichte aanpak betekent dat de BGT van een deelgebied gebiedsdekkend vervaardigd wordt. Na gereedkomen van een deelgebied wordt het bestand door het SVB-BGT geleverd aan de Landelijke Voorziening. De activiteiten en planningen van de bronhouders dienen hierom zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te zijn. Er doen zich in de praktijk de volgende situaties voor: - Planningen bronhouders zijn synchroon. De BGT kan integraal worden opgebouwd. De voordelen van de gebiedsgerichte aanpak worden volledig benut. - Planningen bronhouders zijn niet synchroon. De voordelen van de gebiedsgerichte aanpak kunnen niet volledig worden benut. Partijen moeten onderling overleggen over de meest doelmatige aanpak in deze situatie. Voorbeeld: Een gemeente heeft gepland het IMGEO/BGT-bestand op 1 januari 2014 gereed te hebben. De overige bronhouders hanteren verschillende planningen met verschillende einddatums die allen na 1 januari 2014 liggen. Voor strokenbronhouders geldt dat indien deze de bronhoudergrenzen al volgens de vuistregels hebben vastgelegd zij deze aanleveren op het moment dat de gemeente haar bestand gaat opbouwen. Er wordt dan op deze grenzen aangesloten. Op het moment dat de strokenbronhouder zijn bestand heeft opgebouwd levert hij dit aan en worden dit geassembleerd met het al opgebouwde bestand. Hierbij kan de geometrie van de eerder geleverde bronhoudergrens wijzigen overeenkomstig de toewijzingsregels. Indien de strokenbronhouder nog geen bronhoudergrens heeft vastgesteld kan er ook voor worden gekozen dat de gemeente de objectvorming doet op de grensgebieden en op basis van het resultaat daarvan de bronhoudergrens wordt vastgesteld. Met niet-strokenbronhouders zullen bij niet-synchrone planningen altijd specifieke afspraken moeten worden gemaakt over de afstemming en de wijze van assemblage. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 22/41

23 5.2 Bronhouderprofielen in Transitiefase In de transitiefase zijn vier typen bronhouders te onderscheiden. De profielen worden hieronder beschreven. In bijlage 1 geven de bronhouders in Limburg Noord aan hoe zij de bronhouderrol in de transitiefase zullen invullen. Gefaciliteerde bronhouder (GB) Alle taken op het gebied van de BGT zijn opgedragen aan het SVB-BGT. De processen mutatiesignalering, inwinning, verwerking, assemblage, afhandelen van terugmeldingen worden uitgevoerd door het SVB-BGT op basis van IMBGT/IMGEO. Het ad-hoc melden van mutaties, buiten het proces van signalering, blijft een verantwoordelijkheid van de bronhouder. De bronhouder beschikt zelf over raadpleeg voorzieningen. De kosten worden door het SVB-BGT doorberekend aan de bronhouder. Zelfregistrerende bronhouder (ZRB) De processen mutatiesignalering, inwinning, verwerking, afhandelen van terugmeldingen worden uitgevoerd door de bronhouder. Het betreft alleen de objecten waarvoor de bronhouder verantwoordelijk is. Afhankelijk van de ambitie kan dit op basis van IMGEO worden gedaan. De bronhouder beschikt zelf over voorzieningen om deze taken uit te kunnen voeren. De assemblage wordt gedaan door het SVB-BGT (Community). De bronhouder zorgt voor de afhandeling van berichten uit het assemblage proces. De kosten voor de bijhouding worden door de bronhouder zelf gedragen. Zelf assemblerende bronhouder (ZAB) De processen mutatiesignalering, inwinning, verwerking, afhandelen van terugmeldingen worden uitgevoerd door de bronhouder. De bronhouder zorgt ook voor de assemblage van de eigen objecten met die van andere bronhouders binnen een bepaald gebied. Afhankelijk van de ambitie kan dit op basis van IMGEO worden gedaan. Assemblage is de kerntaak van het SVB-BGT. De status van ZAB wordt daarom door het bronhoudersoverleg mede om efficiency redenen afgeraden. De status van ZAB en de opdracht tot assemblage wordt alleen bij hoge uitzondering verleend aan bronhouders die de bestanden van alle andere bronhouders assembleren. Per gebied is er derhalve maximaal één ZAB. Kosten kunnen slechts in rekening worden gebracht op basis van de door het SVB-BGT verleende opdracht naar aanleiding van een door de betreffende bronhouder uitgebrachte marktconforme offerte. Het assemblagebudget van het SVB-BGT mag hierbij niet worden overschreden (Regionaal) samenwerkende bronhouder (SB) Deze bronhouder werkt voor een aantal onderdelen uit het bijhoudingsproces, samen met andere bronhouders (ZAB of ZRB) binnen een bepaald gebied. De mate van ontzorging wordt onderling geregeld. Verrekening van kosten vindt onderling plaats. Binnen dit bronhouderprofiel zijn meerdere varianten mogelijk. Eén of meerdere producten/diensten kunnen ook van het SVB-BGT worden afgenomen. De eindassemblage van de landsdekkende BGT wordt op basis van door bronhouders aangeleverde objectinformatie door het SVB-BGT uitgevoerd. Het afstemmingsproces van de grenzen tussen verschillende bronhouders wordt daarbij door het SVB-BGT ondersteund. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 23/41

24 Het SVB-BGT biedt in de transitiefase binnen de community voor bronhouders die zelf afstemmen/assembleren: - functionaliteit voor het ontvangen en leveren van IMBGT en/of IMGEO-objecten, - functionaliteit voor het vereenvoudigen van IMGEO-objecten tot BGT objecten, - faciliteiten voor de ondersteuning van het afstemmingsproces tussen bronhouders, - consolidatie van de BGT-objecten tot een landelijk bestand, - kwaliteitsmanagement - leveren BGT aan LV BGT - loket en bemiddeling terugmeldingen Daarbij biedt het SVB-BGT voor overige bronhouders of lokale samenwerkingen van bronhouders: - assemblage BGT - afstemming bronhouders ter bevordering eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik. Het SVB-BGT biedt daarnaast faciliteiten voor bronhouders die in de uitvoering van hun taken wensen te worden ontzorgd. Het SVB-BGT voorziet hiermee in de behoefte die bij de bronhouders bestaat, onder meer ingevolge de opheffing van het LSV GBKN en de regionale GBKN-stichtingen. Het SVB-BGT biedt binnen de facility voor bronhouders de volgende faciliteiten: - Productie BGT Productie IMGEO 2.1 (2D) Het SVB-BGT zal faciliteren in de vorm van gemeenschappelijke aanbesteding van werkzaamheden, directievoering over deze werkzaamheden en advisering aan de bronhouders. In het navolgende schema zijn de rollen van de bronhouders, het SVB-BGT en de Landelijke Voorziening weergegeven. (De keuze om IMGEO te leveren aan de LV BGT is aan de bronhouder) Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 24/41

25 (De keuze om IMGEO te leveren aan de LV BGT is aan de bronhouder) 5.3 SVB-BGT Het SVB-BGT voert de regie over de transitie en draagt zorg voor de assemblage. Het SVB-BGT beschikt hiervoor over de transitie-impuls van 8 miljoen die hiervoor door IenM beschikbaar is gesteld. Het SVB-BGT levert een transitieregisseur die participeert in het kernteam van het transitieteam. Zijn rol in dit team is tweeledig. Enerzijds vanuit de regierol van het SVB-BGT, anderzijds als intermediair van de landelijke bronhouders. Indien facility diensten worden afgenomen van het SVB-BGT zal de transitieregisseur hiervoor tevens het aanspreekpunt zijn. De nadere beschrijving betreffende de rol van het SVB-BGT in de transitie is opgenomen in Hoofdstuk 12. Meer informatie over de transitiestrategie en de producten en diensten die het SVB-BGT kan leveren staan vermeld op de website van het SVB-BGT. ( Daarnaast is de nodige informatie terug te vinden op de ingerichte Mett-pagina van het SVB-BGT ( De verschillende bronhouders in de regio hebben via één of meerdere contactpersonen toegang tot deze pagina. Hier is zowel landelijke/algemene informatie als regio specifieke informatie terug te vinden. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 25/41

26 6 Bijhouding BGT Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop het beheer van de BGT in Limburg Noord zal worden georganiseerd en de wijze waarop de activiteiten van de Stichting GBKN-Zuid worden afgebouwd. Belangrijke voorwaarde voor de start van de transitiefase is dat ook de afspraken over de beheerfase zijn gemaakt en vastgelegd. Als aan deze voorwaarde niet zou worden voldaan kunnen de in de transitiefase opgebouwde bestanden niet worden geactualiseerd. Dit is onacceptabel in relatie tot het gebruik van de BGT en leidt bovendien tot hogere vervolgkosten. 6.1 Zwaluwstaarten met GBKN-organisaties De opbouw van de BGT gaat gelijk op met de afbouw van de GBKN. Dit proces is het zwaluwstaarten met de GBKN-organisaties. Er zijn sluitende afspraken gemaakt over deze overgang, die zullen worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de GBKN-organisaties en de SVB- BGT. De gemaakte afspraken zijn in overeenstemming met de set van afspraken met het ministerie van IenM en houden het volgende in: 1. Op het moment van aanvang van de opwaardering wordt de GBKN-bijhouding stilgelegd. De BGT-bijhouding start in het betreffende gebied na registratie in de Landelijke Voorziening. De periode tussen stoppen bijhouding GBKN en start bijhouding BGT mag maximaal 3 maanden duren. De BGT is hierin leidend. Er kan in de bestaande goede operationele contacten tussen transitieregisseurs SVB-BGT en projectmanagers GBKN o.b.v. de planningen voor de BGT afspraken worden gemaakt over de gefaseerde beëindiging van de GBKNraamovereenkomsten. 2. De bijhouding van GBKN is gedekt omdat alle GBKN-stichtingen Raamovereenkomsten met Leveranciers hebben die kunnen worden verlengd tot de transitie naar de BGT landsdekkend is gestart. Tevens is er de mogelijkheid de Raamovereenkomsten gefaseerd te beëindigen, met een opzegtermijn van één maand, voor die gebieden waar de transitie naar de BGT wordt opgestart. 3. Ten aanzien van de Werkvoorraad Landelijk Gebied zal een afkoopsom worden bepaald in het voorjaar Het resultaat hiervan zal worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Daar waar nog onderwerpen zijn die niet zijn afgehecht worden deze nader onderzocht door een werkgroep en meegenomen in de samenwerkingsovereenkomst. Voor de bijhouding van GBKN in Noord-Brabant en Limburg wordt momenteel samengewerkt met de Stichting GBKN-Zuid. Als gevolg van de realisatie van de BGT zal de GBKN worden uitgefaseerd en de Stichting GBKN-Zuid worden opgeheven. Er is tevens een periodiek landelijk overleg van transitieregisseurs en projectmanagers ingesteld. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 26/41

27 6.2 Bijhoudingsfase BGT De verantwoordelijkheid voor de bijhouding van de BGT ligt bij de bronhouders. De in totaal zeven bronhoudergroepen zijn verantwoordelijk voor de bijhouding van de objecten binnen een landsdekkende BGT. In bijhoudingsfase worden van de vier bronhouderprofielen uit de transitiefase nog twee profielen onderscheiden te weten Zelfregistrerende Bronhouder en Gefaciliteerde Bronhouder. Het SVB-BGT heeft in de bijhoudingsfase, binnen haar taak voor de community voor bronhouders, de zorg voor onderlinge afstemming en assemblage en biedt daarvoor aan bronhouders aan: - functionaliteit voor het ontvangen en leveren van IMBGT en/of IMGEO-objecten - faciliteiten voor de ondersteuning van het afstemmingsproces tussen bronhouders - consolidatie van de BGT-objecten tot een landelijk bestand - kwaliteitsmanagement - leveren BGT aan LV BGT - loket en bemiddeling terugmeldingen Het SVB-BGT biedt daarnaast faciliteiten voor bronhouders die in de bijhouding van hun taken wensen te worden ontzorgd. Het SVB-BGT voorziet hiermee in de behoefte die bij de bronhouders bestaat, onder meer als gevolg van de opheffing van het LSV GBKN en de regionale GBKNstichtingen. Het SVB-BGT biedt binnen de facility voor bronhouders de volgende faciliteiten: - Bijhouding BGT - Bijhouding IMGEO (2D) Het SVB-BGT zal faciliteren in de vorm van gemeenschappelijke aanbesteding van werkzaamheden, directievoering over deze werkzaamheden en advisering aan de bronhouders. 6.3 Inrichten bijhouding bronhouders Voorwaarde voor de start van de transitie is dat de bijhouding geregeld is. Ongeveer 3 maanden na de start van het eerste transitiedeelproject van een bronhouder zal dit project gereed zijn en moeten de middelen om het bestand te beheren en actualiseren aanwezig zijn. In het Plan van Aanpak van de bronhouder moet voldoende aandacht zijn voor de bijhoudingsfase. Onderwerpen zijn: a. Organisatorische uitgangspunten; - Bronhouderprofiel vaststellen (ZRB,GB) - Beschrijven verantwoordelijkheden/bevoegdheden BGT/IMGeo -beheerorganisatie; - Kwantitatief beschrijven van beheertaken BGT/IMGeo; b. Procesbeschrijvingen; - Kwalitatief beschrijven van beheertaken BGT/IMGeo; - Documenteren van beheerorganisatie; c. ICT d. Beschikbare budgeten e. Werkafspraken intern en extern; - Toewijzing van beheertaken aan organisatieonderdelen/ beheerder(s); - Afspraken met SVB-BGT (community en optioneel facility) f. Frequentie opwerken/bijhouden; g. Kennisborging medewerkers Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 27/41

28 7 Planning Onderstaand overzicht is samengesteld op basis van de in bijlage 1 door de individuele bronhouder opgenomen gedetailleerde projectplanningen per individuele bronhouder. Het overzicht geeft de totale doorlooptijd van het door de bronhouder gedefinieerde project, ongeacht het ambitieniveau (IMGEO2.1, BGT-fase 2 of BGT-fase 1). De Wet BGT vereist realisatie van BGT-fase 1 per uiterlijk 1 januari Alle bij de BGT Limburg Noord betrokken bronhouders zullen voor deze datum gereed zijn. In veel gevallen is een gemeentelijk grondgebied onderverdeeld in deelprojecten welke elk een doorlooptijd van drie maanden kennen. Het is zaak de transitie naar de BGT zoveel mogelijk gebiedsgericht aan te pakken. Dit voorkomt afstemmingsproblemen en leidt tot substantieel lagere kosten. Eén van de belangrijkste taken van het transitieteam tijdens de uitvoering van de transitie is dan ook het realiseren van optimale afstemming van activiteiten. In onderstaand overzicht is de planning voor de fasen per (individuele) regionale bronhouder weergegeven. Deze planning geeft een eerste inzicht in de momenten waarop de bronhouder een fase afgerond wil hebben. Planning Fase 1 Fase 1 Fase 2 Gemeente Beesel Gemeente Bergen (L.) Gemeente Echt-Susteren Gemeente Gennep Gemeente Horst aan de Maas 2014 NB Gemeente Leudal 2015 NB Gemeente Maasgouw Gemeente Nederweert 2015 NB Gemeente Peel en Maas Gemeente Roerdalen 2015 NB Gemeente Roermond 2015 NB Gemeente Venlo Gemeente Venray Gemeente Weert 2015 NB Provincie Limburg Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Roer en Overmaas Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 28/41

29 Dit overzicht, de gegevens uit bijlage I en de onderliggende plannen per bronhouder (met nadere detailplanningen) zullen door het SVB-BGT worden gebruikt om de regierol te vervullen en de voortgang te bewaken. Zie voor de nadere uitwerking hiervan hoofdstuk 12. Transitieplan Limburg Noord versie 1.0 Pagina 29/41