op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 september 2001, nummer 23/ , in de strafzaak tegen:
|
|
- Theophiel Jonker
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:HR:2003:AF5087, Hoge Raad, , 01104/02 E Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF5087 Zaaknummer 01104/02 E Bijzondere kenmerken Cassatie Rechtsgebied Straf(proces)recht Inhoudsindicatie - Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak 3 juni 2003 Strafkamer nr /02 ES/DAT Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 september 2001, nummer 23/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954, wonende te [woonplaats] (Spanje). 1. De bestreden uitspraak 1.1. Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 16 december de verdachte ter zake van "overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 31a van de Wet toezicht effectenverkeer (oud)" veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 180 uren, in plaats van vier maanden gevangenisstraf De aanvulling op het verkorte arrest als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C.J. van Bavel, advocaat te Utrecht, bij schriftuur en bij aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De aanvullende conclusie van de Advocaat-Generaal is aan dit arrest gehecht. 3. Beoordeling van het eerste middel 3.1. Het middel klaagt dat het Hof voor het bewijs redengevend heeft geacht dat de verdachte geen bevredigende verklaring heeft kunnen geven voor zijn motieven om de in de tenlastelegging bedoelde transactie aan te gaan. Het middel houdt in dat het Hof de facto de bewijslast heeft omgekeerd en dat dit in strijd is met het strafvorderlijk bewijsrecht en met art. 6 EVRM Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij: "in de periode van 18 augustus 1995 tot en met 24 augustus 1995 te Maastricht en/of te Amsterdam, beschikkende over voorwetenschap, een transactie heeft verricht en heeft bewerkstelligd in effecten, welke waren genoteerd op een op grond van artikel 16 van de Wet toezicht effectenverkeer erkende effectenbeurs, immers heeft verdachte toen en daar certificaten van aandelen
2 Pie Medical n.v., welk fonds genoteerd stond aan de Amsterdamse effectenbeurs, aangekocht, althans doen kopen, terwijl hij, verdachte, bekend was met een of meer bijzonderheden omtrent Pie Medical n.v., te weten - dat tussen Philips Electronics n.v. en Pie Medical n.v. oriënterende gesprekken plaatsvonden omtrent de intensivering van de samenwerking tussen Pie Medical n.v. en de Medical Systems divisie van Philips op het gebied van ultrasound apparatuur, waarbij een openbaar bod door Philips op de aandelen van Pie Medical niet uitgesloten is en/of een of meer andere bijzonderheden, althans de essentie van de hierboven genoemde bijzonderheden, terwijl hij, verdachte, wist dat die bijzonderheden niet openbaar waren en niet zonder schending van geheim buiten de kring der geheimhoudingsgerechtigden konden komen en/of waren gekomen, terwijl openbaarmaking van die bijzonderheden naar redelijkerwijs te verwachten viel, invloed zou hebben op de koers van de effecten in het fonds Pie Medical n.v., terwijl uit die transactie enig voordeel kon ontstaan." 3.3. Het Hof heeft blijkens de gebezigde bewijsmiddelen het volgende vastgesteld: (i) de verdachte heeft op de ochtend van vrijdag 18 augustus 1995 bij de bank een aankooporder geplaatst ter zake van certificaten van aandelen Pie Medical voor een bedrag van f ,--; (ii) de verdachte heeft verklaard dat hij die aandelen wilde aanschaffen op grond van een combinatie van factoren, waaronder het oplopen van de koers en de positieve berichtgeving in de pers en de band die hij voelde met dat bedrijf omdat dit gevestigd was in Maastricht en sympathieke producten vervaardigde en dat hij iemand kende die daar werkte; de verdachte heeft voorts verklaard dat hij juist op die ochtend de order heeft geplaatst omdat hij de bus had gemist en daarom toch niet op tijd op zijn werk kon zijn; (iii) de genoemde aankooporder was de allereerste belegging van de verdachte en de verdachte heeft die order geplaatst bij een bank waar hij voor het eerst kwam; (iv) de verdachte belegde voor meer dan 20 % van het door verkoop van een huis vrijgekomen vermogen in een klein fonds; de verdachte zei tegen de bankmedewerker dat hij in ieder geval die dag aandelen Pie Medical wilde kopen; de bankmedewerker adviseerde om (ook) in andere aandelen te beleggen, maar de verdachte was zeer vastberaden in zijn keuze voor Pie Medical; (v) de verdachte is bevriend met een zekere [getuige 1] die destijds werkzaam was bij Pie Medical; (vi) [getuige 1] heeft op 17 augustus 1995 een vergadering bijgewoond, waarbij bekend was gemaakt dat er onderhandelingen waren betreffende de overname van Pie Medical door Philips; (vii) op 21 augustus 1995 heeft Pie Medical een persbericht doen uitgaan, waarin onder meer werd vermeld dat tussen Philips Electronics N.V. en Pie Medical N.V. oriënterende gesprekken plaatsvonden omtrent de intensivering van de samenwerking tussen Pie Medical N.V. en de Medical Systems divisie van Philips op het gebied van ultrasound apparatuur, waarbij een openbaar bod door Philips op de aandelen van Pie Medical niet uitgesloten was; (viii) de verdachte heeft de certificaten van aandelen kort nadien weer verkocht en daarbij winst gemaakt Het middel is met name gericht tegen hetgeen het Hof in het verkorte arrest in een nadere bewijsoverweging heeft overwogen. Die bewijsoverweging houdt het volgende in: "De verdachte heeft het tenlastegelegde ontkend en als verklaring voor de winstgevende transactie onder meer gegeven, dat hij al langer met het mede door verkoop van een huis vrijgekomen vermogen van f in effecten wilde gaan beleggen. Dat hij op de ochtend van 18 augustus 1995 de eerste aankooporder ter waarde van f plaatste, was toeval omdat hij die dag de bus had gemist waardoor hij toch niet op tijd op zijn werk kon zijn. Het hof heeft aan de inhoud van bewijsmiddelen het navolgende ontleend. De gewraakte aankoop was verdachtes allereerste belegging. Hij belegde voor meer dan 20% van zijn vermogen in een klein fonds. Uit de verklaringen van de bankmedewerkers tegenover de opsporingsambtenaren van de ECD leidt het hof af dat verdachte zeer gedecideerd was in zijn keuze van dat fonds. De verdachte heeft zichzelf ter terechtzitting in hoger beroep als een zakelijk ingesteld iemand bestempeld en dat is ook de indruk die het hof van de verdachte heeft. Dat de verdachte zich heeft laten bepraten door de bank voor wat betreft de omvang van de transactie - aanvankelijk wilde hij voor f certificaten van aandelen Pie Medical maar zegt niet te weten wat gebruikelijk was - laat zich interpreteren als dat hij met deze transactie niet wilde opvallen. De verklaring van de verdachte is naar het oordeel van het hof ongeloofwaardig. Als hij al gedurende enige tijd de financiële pagina's uit de dagbladen had bijgehouden, dan had hij ook zonder het lijstje met gewenste fondsen, dat hij naar eigen zeggen thuis had liggen, op het advies van de bankemployé in de fondsen kunnen investeren. De verdachte heeft geen bevredigende verklaring gegeven, waarom hij toen wel direct investeerde in het onbeduidende fonds Pie Medical, maar over verdere investeringen in andere, door de bank aangeraden, fondsen, eerst nog moest nadenken. Het hof leidt uit de bewijsmiddelen tevens af dat de verdachte op donderdagavond 17 augustus 1995, nadat [getuige 1] een vergadering had bijgewoond waarbij bekend was gemaakt dat de fusie tussen Pie Medical en Philips wellicht aanstaande was, door [getuige 1] kennis heeft gekregen van de ontwikkelingen bij Pie Medical. Deze ontwikkelingen steunden op feiten die nog geheim waren en zouden zij openbaar worden, zouden leiden tot verhoging van de koers. Tegenover de categorische ontkenning van de verdachte en de getuige
3 [getuige 1] dat zij elkaar die avond hebben gezien, staat dat zij toentertijd regelmatig elkaar op donderdagavond ontmoetten in café D'Oude Klok te Maastricht en dat blijkens het transcript van het interview dat de getuige [getuige 1] op 17 februari 1997 door de getuigen [getuige 3] en [getuige 2] is afgenomen, valt op te maken dat [getuige 1] ervan uitging dat hij ook 17 augustus 1995 's avonds met verdachte heeft gesproken, terwijl uit dat transcript tevens valt af te leiden dat de twee andere getuigen [getuige 1] - bedekt - aanwijzingen hebben gegeven hoe hij op vragen omtrent zijn contacten met verdachte zou kunnen antwoorden zonder in de strafrechtelijke problemen aangaande handel met voorkennis te geraken. Bovendien heeft de getuige [getuige 1] ter terechtzitting in hoger beroep de op hem rustende geheimhoudingsplicht in deze, zo uitgelegd dat hij niet vrij was om publiekelijk erover te spreken, maar wel zelf kon bepalen waar de uitzonderingen lagen. Een uitzondering gold naar zijn oordeel in ieder geval zijn vrouw, hoewel tijdens de managementvergadering waarin mede door [getuige 1] de geheimhoudingsovereenkomst is ondertekend, [getuige 2] uitdrukkelijk had gestipuleerd dat ook "zelfs tegen je vrouw" geen mededelingen mochten worden gedaan. [Getuige 1] was opgetogen over de ontwikkelingen en ging na afloop van de meergenoemde vergadering direct naar zijn vrouw om - in zijn eigen woorden - iets spannends te vertellen, te weten met haar de emotie te delen van de ophanden zijnde fusie tussen Pie Medical en Philips. Zijn vrouw bood in verband met haar werkzaamheden op dat moment geen luisterend oor, zodat [getuige 1] ten overstaan van haar zijn emoties niet kwijt kon. Daarenboven was de verdachte een zeer goede vriend van [getuige 1]. Later op de avond heeft [getuige 1] zijn vrouw ingelicht en daarmee de geheimhoudingsplicht geschonden. Nu hij dermate lichtvaardig met de geheimhoudingsplicht is omgegaan, is - gelet op de gang van zaken zoals deze ter terechtzitting is gebleken - aannemelijk geworden dat hij die plicht ook heeft geschonden ten aanzien van de verdachte. Tot slot draagt bij aan de overtuiging van het hof dat uit de afgeluisterde telefoongesprekken tussen de getuigen [getuige 2] en [getuige 1] valt op te maken dat zij hun verklaringen zoals toen nog af te leggen tegenover de ECD op elkaar afstemden, terwijl tevens uit die gesprekken en uit die tussen verdachte en [getuige 1] blijkt dat ook verdachte daarbij werd betrokken." 3.5. Geen rechtsregel staat eraan in de weg dat de rechter, indien de verdachte voor een gedraging die in samenhang met de omstandigheden waaronder deze is verricht, redengevend moet worden geacht voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit, geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven, zulks in zijn overwegingen omtrent het gebezigde bewijsmateriaal betrekt In aanmerking genomen a) enerzijds hetgeen het Hof heeft vastgesteld omtrent de omstandigheden waaronder de transactie heeft plaatsgevonden, zoals hiervoor onder 3.3 weergegeven, die onder meer wijzen op een specifieke reden daarvoor, en b) anderzijds de verklaring van de verdachte waarom hij juist deze transactie op 18 augustus 1995 is aangegaan zoals hiervoor onder 3.3 sub (ii) weergegeven, bezien tegen de achtergrond van het als bewijsmiddel 6 gebezigde rapport van de deskundige mr. G.St. Panjer, inhoudende dat de koersontwikkeling van Pie Medical tussen 31 maart 1995 en 21 augustus 1995 uiterst rustig was, dat het fonds door analisten nauwelijks werd gevolgd en dat de beleggers volkomen afhankelijk waren van de informatie die de onderneming zelf verstrekte, is 's Hofs oordeel, daarop neerkomende dat - in aanmerking genomen de onder a) bedoelde omstandigheden - de verklaringen van de verdachte de redengevendheid van die omstandigheden niet ontzenuwen, niet onbegrijpelijk en kon het Hof een en ander in de bewijsvoering betrekken Het middel faalt dus. 4. Beoordeling van het vierde middel 4.1. Het middel klaagt dat het Hof in de bewezenverklaring in het midden heeft gelaten met welke van de in de tenlastelegging genoemde bijzonderheden de verdachte bij het aangaan van de aankopen op de hoogte was De tenlastelegging, zoals op de terechtzitting in eerste aanleg op de vordering van de Officier van Justitie gewijzigd, houdt, voorzover hier van belang, in dat de verdachte de transactie heeft verricht, terwijl hij bekend was met een of meer bijzonderheden omtrent Pie Medical N.V., te weten "- dat tussen Philips Electronics n.v. en Pie Medical n.v. oriënterende gesprekken plaatsvonden omtrent de intensivering van de samenwerking tussen Pie Medical n.v. en de Medical Systems divisie van Philips op het gebied van ultrasound apparatuur, waarbij een openbaar bod door Philips op de aandelen Pie Medical niet uitgesloten is en/of - dat als d(i)e gesprekken zouden leiden tot een openbaar bod Philips (Medical n.v.) bij de vaststelling van de prijs (van het aandeel Pie Medical n.v.) de gemiddelde aandelenkoers over een nog nader te bepalen periode voorafgaand aan het persbericht van 21 augustus 1995 mede als uitgangspunt zou nemen, en/of een of meer andere bijzonderheden, althans de essentie van de hierboven genoemde bijzonderheden." 4.3. Van die tenlastelegging heeft het Hof bewezenverklaard, zoals hiervoor onder 3.2 weergegeven, hetgeen is vermeld achter het eerste gedachtestreepje alsmede de zinsnede "en/of een of meer andere bijzonderheden, althans de essentie van de hierboven genoemde bijzonderheden". Het Hof heeft hetgeen voor het overige achter het tweede gedachtestreepje is tenlastegelegd niet bewezenverklaard en heeft derhalve een keuze gemaakt tussen de in de tenlastelegging specifiek genoemde bijzonderheden, zodat het middel in zoverre feitelijke grondslag mist. Voorzover het middel bedoelt te klagen dat het Hof in de bewezenverklaring niet een keuze heeft gemaakt tussen eerstbedoeld gedeelte van de tenlastelegging en de
4 zojuist geciteerde zinsnede, verdient het volgende opmerking. Het Hof heeft kennelijk bedoeld bewezen te verklaren - naast hetgeen achter het eerste gedachtestreepje is vermeld - "althans de essentie van de hierboven genoemde bijzonderheden". De Hoge Raad leest de bewezenverklaring met verbetering van die misslag, zodat ook deze klacht feitelijke grondslag mist. Het middel kan dus niet tot cassatie leiden. 5. Beoordeling van het vijfde middel 5.1. Het middel bevat allereerst de klacht dat 's Hofs bewezenverklaring innerlijk tegenstrijdig is, nu deze inhoudt dat de verdachte "een transactie heeft verricht en heeft bewerkstelligd". Het middel voert daartoe aan dat de begrippen "verrichten" en "bewerkstelligen" elkaar uitsluiten In deze zaak is van toepassing art. 31a, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer (Wte), luidende: "Het is een ieder verboden om, beschikkende over voorwetenschap, in Nederland een transactie te verrichten of te bewerkstelligen in effecten die zijn genoteerd op een op grond van artikel 16 erkende effectenbeurs, indien uit de transactie enig voordeel kan ontstaan." 5.3. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling, zoals weergegeven in de aanvullende conclusie van de Advocaat- Generaal, moet worden afgeleid dat de wetgever de term "bewerkstelligen" naast "verrichten" in genoemde bepaling heeft opgenomen teneinde de aldaar strafbaar gestelde gedraging zo ruim mogelijk te omschrijven, waarbij mede werd beoogd alle vormen van deelneming op grond van die bepaling zelf strafbaar te doen zijn. Gelet daarop brengt redelijke wetstoepassing mee dat het "verrichten" van een transactie in effecten in functionele zin dient te worden verstaan en dat in een geval als het onderhavige, waarin de verdachte aan zijn bank opdracht heeft gegeven tot de aankoop van de effecten, zijn handelen zowel onder het begrip "verrichten" als onder het ruim bedoelde begrip "bewerkstelligen" valt De klacht faalt dus. 6. Beoordeling van het zesde middel 6.1. Het middel bevat de klacht dat het Hof de verklaringen van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het Hof van 27 maart en 11 september 2001 (bewijsmiddelen 12 en 13), tot het bewijs heeft gebezigd, terwijl de inhoud van die verklaringen niet redengevend is voor de bewezenverklaring en het Hof niet heeft overwogen dat die verklaringen kennelijk leugenachtig zijn en afgelegd om de waarheid te bemantelen De in het middel bedoelde verklaringen zijn in zoverre redengevend voor de bewezenverklaring dat deze inhouden dat de verdachte op vrijdag 18 augustus 1995, en derhalve kort voordat - na het daarop volgende weekeinde - het persbericht van Pie Medical werd uitgegeven, opdracht heeft gegeven tot de aankoop van de desbetreffende hoeveelheid aandelen in dat bedrijf. 6.3 Voorts heeft het Hof zich in zijn nadere bewijsoverweging zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven rekenschap gegeven van hetgeen de verdachte in bedoelde verklaringen heeft verklaard omtrent zijn beslissing tot aankoop en de redenen daarvoor, zoals hiervoor onder 3.3 onder (ii) samengevat. De bewijsvoering van het Hof in haar geheel beschouwd kan niet anders worden begrepen dan dat het Hof tot het oordeel is gekomen dat het niet anders kan dan dat er voor de verdachte andere redenen - voortvloeiende uit bekendheid met de in de bewezenverklaring genoemde informatie - bestonden voor de transactie dan de door hem opgegeven redenen. Die opgave heeft het Hof in zijn nadere bewijsoverweging dan ook als ongeloofwaardig aangemerkt. Wel is het middel in zoverre terecht voorgesteld dat het Hof die opgave van redenen door de verdachte ten onrechte in de gebezigde bewijsmiddelen heeft opgenomen, aangezien deze als zodanig niet redengevend zijn voor de bewezenverklaring, maar zulks staat hier, gelet op de nadere bewijsoverweging en de bewijsvoering van het Hof in haar geheel bezien, aan een behoorlijke motivering van de bewezenverklaring niet in de weg Het middel kan dus niet tot cassatie leiden. 7. Beoordeling van de overige middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 8. Slotsom Nu de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen. 9. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem- Spapens, J.P. Balkema en A.J.A van Dorst, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 3 juni 2003.
5 De raadsheren Corstens en Van Buchem-Spapens zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen. Bron: Datum: :25:32 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.
ECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
ECLI:NL:HR:2012:BT8778
ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer
ECLI:NL:HR:2016:529 Instantie: Hoge Raad Datum uitspraak: 29-03-2016 Datum publicatie: 30-03-2016 Zaaknummer: 14/06384 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Cassatie Vindplaatsen: Rechtspraak.nl
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
ECLI:NL:HR:2001:AD4466
ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
ECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:HR:2006:AV4834
ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2910 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/03236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1279,
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD6244.
ECLI:NL:PHR:2002:AD6244, Parket bij de Hoge Raad, 22-01-2002, 03835/00 Inhoudsindicatie - Gegevens Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-01-2002 Datum publicatie 13-03-2002 Formele relaties
ECLI:NL:HR:2006:AU8286
ECLI:NL:HR:2006:AU8286 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 17-10-2006 Zaaknummer 01599/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AU8286
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
ECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,
Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AT2897. Formele relaties
ECLI:NL:HR:2005:AT2897, Hoge Raad, 24-05-2005, 02104/04 A Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-05-2005 Datum Publicatie 26-05-2005 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AT2897
ECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,
ECLI:NL:HR:2005:AT4094
ECLI:NL:HR:2005:AT4094 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 27-09-2005 Zaaknummer 02850/04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AT4094
ECLI:NL:HR:2003:AH9998
ECLI:NL:HR:2003:AH9998 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-10-2003 Datum publicatie 23-10-2003 Zaaknummer 02580/02 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AH9998
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
ECLI:NL:GHDHA:2014:205
ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540
ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 oktober 2005, nummer 23/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2007:AZ5714, Hoge Raad, 10-04-2007, 01225/06 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-04-2007 Datum Publicatie 11-04-2007 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:AZ5714
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.
ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Hoge Raad Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA2269. Formele relaties
ECLI:NL:HR:2007:BA2269, Hoge Raad, 05-06-2007, 02506/06 P Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 05-06-2007 06-06-2007 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA2269
Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
ECLI:NL:GHSHE:2001:AD8580
ECLI:NL:GHSHE:2001:AD8580 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 24-12-2001 Datum publicatie 29-01-2002 Zaaknummer 20.000361.01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.
ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,
Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:HR:2005:AU4843
ECLI:NL:HR:2005:AU4843 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 29-11-2005 Datum publicatie 29-11-2005 Zaaknummer 03589/04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AU4843
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
ECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 maart 2006, nummer 23/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2009:BG6671, Hoge Raad, 17-03-2009, 07/11281 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 17-03-2009 17-03-2009 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BG6671
LJN: AR8250, Hoge Raad, 01198/04
LJN: AR8250, Hoge Raad, 01198/04 Datum uitspraak: 15-02-2005 Datum publicatie: 15-02-2005 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Aan gezag en opzicht onttrekken ex art. 279 Sr.
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
ECLI:NL:GHARL:2017:6481
ECLI:NL:GHARL:2017:6481 Instantie Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 21-002353-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
RESULTAATGERELATEERDE
erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158
ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,
ECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Hoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.
ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.
2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak
ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Instantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Handelsvennootschappen. Marktmanipulatie. Bevoorrechte informatie. Koersbeïnvloeding. Criterium van redelijk handelende belegger. Toepassing Datum 16 mei 2006 Copyright
ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917
ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
ECLI:NL:HR:2004:AR2782
ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782
Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
ECLI:NL:HR:2004:AR4923
ECLI:NL:HR:2004:AR4923 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2004 Datum publicatie 14-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02228/04 U Conclusie:
ECLI:NL:HR:2002:AE5611
ECLI:NL:HR:2002:AE5611 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-10-2002 Datum publicatie 01-10-2002 Zaaknummer 01669/01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE5611