Ruimte voor feedback

Transcriptie

1 Beoordelingsrubriek LEH 7 Beoordeling LEH 7 De masterpedagoog als regisseur: het Naam Anneke Gielis Studentnummer Beoordelaar 1 Mirthe den Hartog Beoordelaar 2 Anouschka van Eijk Datum 23 april 2015 Cijfer 7 Herkansing nee Vorm herkansing n.v.t Beoordelingscriteria Instapvoorwaarden I Analyse complex pedagogisch vraagstuk passend bij de stelling II De eigen onderbouwde visie t.a.v. het III De eigen onderbouwde visie t.a.v. de mogelijke oplossingen van het IV Koppeling complex pedagogische vraagstuk aan het beleid en pedagogisch handelen in de eigen V Gespreksvaardigheden Ruimte voor feedback De gespreksvoorbereiding is voorafgaand aan het tijdig aangeleverd: O ja O nee In de gespreksvoorbereiding zijn de op pag. 15 genoemde elementen uitgewerkt. Je hebt op een voldoende wijze, vanuit de stelling, diverse praktijkvraagstukken geanalyseerd en hierbij voortdurend koppelingen gemaakt vanuit het macro-meso en microniveau. De eigen visie wordt helder. Wat opvalt is dat je hele relevante pedagogische thema s, gerelateerd aan de onderwijspraktijk naar voren brengt maar dit met beperkte kennis/ theorie onderbouwd. De kennisaspecten die je inbrengt zijn voldoende, maar hadden veel sterker kunnen worden. De voorgestelde oplossingen zijn relevant en worden voldoende onderbouwd. Soms nog wat algemeen van aard. Dit breng je helder naar voren, met koppelingen naar het eigen beroepenveld. Jouw initiatief in het gesprek bleef soms nog at op de achtergrond. Je laat wel goed zien dat je goed hebt geluisterd naar de inbreng van de ander en hierop aansluit. Een beoordelingscriterium wordt met onvoldoende, voldoende of goed beoordeeld als de gehele bijbehorende beschrijving van toepassing is op het resultaat. In enkele beschrijvingen komt het woord of voor, hierbij hoeft slechts een deel van de beschrijving van toepassing te zijn om voor de bijhorende waardering in aanmerking te komen. Leereenheid 7 De masterpedagoog als regisseur 1

2 Beoordelingscriteria I Analyse complex passend bij de stelling Beoordeling Onvoldoende Voldoende Goed In het gesprek wordt geen pedagogische vraagstuk naar voren gebracht passend bij de stelling Het pedagogisch vraagstuk wordt geanalyseerd vanuit 1 perspectief Het pedagogisch vraagstuk wordt niet onderbouwd met In het gesprek wordt het pedagogisch vraagstuk(en) passend bij de gebracht en geanalyseerd vanuit: a.verschillende (maatschappelijk) sociaalcultureel,pedagogisch, waarbij empirie/ benoemd worden In het gesprek wordt het pedagogisch vraagstuk(en) passend de gebracht en geanalyseerd, waarbij geredeneerd wordt vanuit: a.verschillende (maatschappelijk) sociaalcultureel,pedagogisch, empirie/ benoemd en uitgebreid toegelicht worden c. een duidelijke relatie met (kennis)aspecten van transitiemanagement of transitieprocessen II De eigen onderbouwde visie t.a.v. het en stelling Onvoldoende Voldoende Goed pedagogische vraagstuk en stelling niet verwoord met behulp van argumenten De visie wordt verwoord, maar de argumentatie wordt niet onderbouwd met: (maatschappelijk) sociaalcultureel,pedagogisch, empirie benoemd toegelicht worden geen zichtbaar onderscheid gemaakt tussen de eigen en gebracht met behulp van : 1 argument dat pleit voor de stelling 1 argument dat pleit tegen de stelling, waarbij de argumentatie onderbouwd wordt met: (maatschappelijk) sociaalcultureel, pedagogisch, empirie benoemd toegelicht worden grotendeels zichtbaar onderscheid gemaakt tussen de eigen persoonlijke ervaringen en meningen en de middels en gebracht met behulp van : Meerdere argumenten die pleiten voor de stelling meerdere argumenten die pleiten tegen de stelling, waarbij de argumentatie onderbouwd wordt met: (maatschappelijk) sociaalcultureel, pedagogisch, empirie benoemd en uitgebreid toegelicht worden c een duidelijke relatie met (kennis)aspecten van transitiemanagement/ transitieprocessen Leereenheid 7 De masterpedagoog als regisseur 2

3 persoonlijke ervaringen en meningen en de middels kennis onderbouwde aspecten van deze visie Master Pedagogiek kennis onderbouwde aspecten van deze visie zichtbaar onderscheid gemaakt tussen de eigen persoonlijke ervaringen en meningen en de middels kennis onderbouwde aspecten van deze visie III De eigen onderbouwde visie t.a.v. de mogelijke oplossingen geen mogelijke oplossingen voor de het Worden de aangedragen oplossingen niet onderbouwd. wordt 1 mogelijke oplossing voor de het Wordt de aangedragen oplossing onderbouwd d.m.v verschillende meerdere mogelijke oplossingen voor de het Worden de aangedragen oplossingen onderbouwd d.m.v verschillende Leereenheid 7 De masterpedagoog als regisseur 3

4 IV Koppeling complex, visie en oplossingen aan het beleid en pedagogisch handelen in de eigen organisatie/ werkveld V Gespreksvaardigheden In het gesprek wordt geen koppeling gemaakt naar het beleid of pedagogisch handelen in de eigen wordt er grotendeels de nadruk gelegd op pedagogisch handelen in de eigen organisatie op microniveau, waarbij veelal individuele praktijkvoorbeelden aan worden gehaald. De student gebruikt nietpassend taalgebruik/ spreektaal in het gesprek De student heeft in het gesprek een afwachtende houding, toont geen initiatief richting zijn of haar gesprekspartners De student heeft in het gesprek een (ongepaste) dominante houding, geeft weinig tot geen ruimte aan de gesprekspartners/ laat anderen meestal niet uitpraten. De student toont weining respect en is weinig tactvol richting zijn of haar Master Pedagogiek In het gesprek wordt een koppeling gemaakt naar het beleid het pedagogisch handelen in de eigen wordt dit verduidelijkt met een aantal concrete (praktijk) voorbeelden op mesoniveau vanuit de eigen organisatie De student gebruikt correct professioneel taalgebruik in het gesprek De student toont een initiatiefrijke gesprekshouding en laat daarbij ook passende ruimte aan de mede De student is respectvol en tactvol richting zin of haar In het gesprek wordt een koppeling gemaakt naar het beleid pedagogisch handelen in de beroepspraktijk in brede zin wordt dit verduidelijkt met een aantal concrete (praktijk)voorbeelden op mesoniveau, vanuit de eigen organisatie en overstijgend aan de eigen organisatie De student gebruikt correct professioneel taalgebruik in het gesprek, afgestemd op de gesprekspartners en het publiek De student toont een initiatiefrijke gesprekshouding waarbij de student volledig zijn visie en argumentatie helder maakt, inspeelt op vragen en reacties van alle gesprekspartners en tegelijk passende ruimte laat aan de medegesprekspartners, De student is respectvol en tactvol richting zin of haar Leereenheid 7 De masterpedagoog als regisseur 4

5 cijfer criterium 1 op 5 criteria wordt een onvoldoende gescoord 2 op 4 criteria wordt een onvoldoende gescoord 3 op 3 criteria wordt een onvoldoende gescoord 4 op 2 criteria wordt een onvoldoende gescoord 5 op 1 criterium wordt een onvoldoende gescoord 6 op alle criteria wordt een voldoende gescoord 7 Op 1 criteria wordt een goed gescoord, op de overige criteria wordt een voldoende gescoord 8 Op 2 of 3 criteria wordt een goed gescoord, op de overige criteria wordt een voldoende gescoord 9 Op 4 criteria wordt een goed gescoord, op de overige criteria wordt een voldoende gescoord 10 Op alle criteria wordt een goed gescoord Leereenheid 7 De masterpedagoog als regisseur 5