INVESTEREN IN JONGEREN(WERK)

Transcriptie

1 AMSTERDAMS KENNISCENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJKE INNOVATIE INVESTEREN IN JONGEREN(WERK) ONDERZOEKSPROGRAMMA LECTORAAT YOUTH SPOT dr. Judith Metz Lector Youth Spot CREATING TOMORROW

2 Inhoudsopgave MISSIE HISTORIE PROGRAMMALIJNEN WERKWIJZE ORGANISATIE

3 MISSIE Via kennisontwikkeling in de driehoek van onderzoek beroepspraktijk onderwijs bijdragen aan de professionalisering van het jongerenwerk. Het lectoraat Youth Spot richt zich op de professionalisering van het jongerenwerk. Het jongerenwerk is één van de sociaal werk beroepen dat zich bezig houdt met de begeleiding van jongeren in de leeftijd van jaar die steun nodig hebben bij het volwassen worden in de samenleving (Metz, 2011). Waarom investeren in jongeren(werk)? Sinds de intrede van de moderniteit in westerse samenlevingen is separate aandacht nodig voor het begeleiden van het volwassen worden van jongeren als deel van de samenleving. Klassieke pedagogische instituties als gezin, onderwijs en jeugdzorg (in die tijd kinderbescherming) zijn niet voldoende om alle jongeren de kans te geven om positief, gezond en veilig op te groeien (Metz 2011). Dit omdat de achterstand of problemen van jongeren te groot zijn, zij niet beschikken over een sociaal netwerk of hun netwerk niet in staat is om de benodigde ondersteuning te bieden (Metz 2013). Met de herstructurering van de verzorgingsstaat en de groeiende tweedeling in de samenleving groeit bovendien de noodzaak om te investeren in jongeren. Hoe beter jongeren zich weten te ontwikkelen, hoe minder zij later als volwassenen een beroep hoeven te doen op steunstructuren en in plaats daarvan zelf als steunpilaar kunnen fungeren. De aandacht voor professionalisering komt voort uit de noodzaak om de kwaliteit van het jongerenwerk goed te borgen. Het jongerenwerk heeft een grote invloed op het leven van individuele jongeren en heeft via jongeren invloed op het functioneren van de samenleving als geheel. Omdat zowel de leefwereld van jongeren als de samenleving permanent in beweging zijn is het bovendien nodig dat het jongerenwerk permanent innoveert om de aansluiting bij jongeren en de samenleving te behouden. Het ontbreken van met onderzoek onderbouwde kennis is een belangrijk knelpunt in de professionalisering van het jongerenwerk (Metz 2016; Metz 2012, 18-36). Kennis is een van de vijf randvoorwaarden voor kwalitatief goede beroepsuitoefening (Metz 2013). Het geeft richting aan het denken en handelen van beroepskrachten en legitimeert het handelen naar jongeren, samenwerkingspartners en opdrachtgevers. Hoe meer bekend is over wat voor wie werkt en waarom, hoe effectiever beroepskrachten kunnen handelen in contact met de doelgroep. De kennisbehoefte binnen het jongerenwerk betreft drie typen vraagstukken. (1) Het onderbouwen van bestaande werkwijzen. De kennisbasis van het jongerenwerk is beperkt ontwikkeld (Metz 2016). Hoewel het jongerenwerk als praktijk meer dan 140-jaar bestaat (Metz 2011), vindt systematische methodiekontwikkeling onregelmatig plaats (Ewijk 1991; Metz 2013; Poel 1997). Inmiddels is het merendeel van de methodieken beschreven, en is een deel daarvan met practice based evidence en theorie onderbouwd. Effectonderzoek naar jongerenwerk (methodieken) ontbreekt, ook internationaal (Dickson, Vigurs, and Newman 2013, 77-77; Fouché et al. 2010). (2) Het ontwikkelen, beschrijven en onderbouwen van nieuwe werkwijzen of het doorontwikkelen van bestaande methodieken. Reeds is geconstateerd dat het jongerenwerk permanent innoveert om de aansluiting te houden bij jongeren en de samenleving. Onderzoek kan een rol spelen in het systematisch ontwikkelen van nieuwe werkwijzen of innoveren van bestaande methodieken. Ook voor innovaties geldt de noodzaak om het methodisch handelen met onderzoek te kunnen legitimeren. (3) Het proces van methodiekontwikkeling en de wijze van onderbouwing. Vraag is wat passende manieren zijn om de professionele ingrepen van jongerenwerkers te begrijpen, vast te leggen, te onderzoeken en te onderbouwen (Metz 2016). Het complexe, dynamische en interactieve karakter van open benaderingswijzen, staat haaks op de causale reeks van handelingen die het uitgangspunt vormt voor klassiek interventie-onderzoek (Desair 2008, 24-33; Steyaert, Biggelaar, and Peels 2010).

4 HISTORIE Youth Spot is in 2008 opgericht als het onderzoek- en praktijkcentrum voor praktijkontwikkeling, professionalisering en profilering van het jongerenwerk in Amsterdam. Aanleiding is de aanbesteding van het jongerenwerk door de Amsterdamse stadsdelen in Waar het wel lukt om alertheid te creëren voor overheidssturing en resultaatverantwoording, blijft de gewenste kwaliteitsverbetering uit (Abdallah et al. 2010). Om het voortbestaan van het jongerenwerk in Amsterdam veilig te stellen, besluiten de Amsterdamse jongerenwerkaanbieders en opleidingen sociaal cultureel werk gezamenlijk om zelf aan de slag te gaan met de professionalisering van het jongerenwerk. 1 De eerste jaren zijn nodig om via uitwisseling en oriëntatie op belangrijke ontwikkelingen in de beroepspraktijk een productieve manier te vinden om samen invulling te geven aan de zelf gestelde opdracht. De evaluatie van de periode is reden om de focus te verleggen naar kennisontwikkeling. Dit op basis van de constatering dat voor professionalisering van het jongerenwerk, het nodig is om te weten wat goed jongerenwerk is. Het onderzoek in de jaren richt zich vooral op het beschrijven en onderbouwen van bestaande werkwijzen, zoals De Inloop, Ambulant Jongerenwerk en Individuele Begeleiding. Het toekennen van de prestigieuze onderzoekssubsidie Raak pro Talentontwikkeling is een bevestiging van het bestaansrecht van Youth Spot. In 2012 wordt het onderzoek- en praktijkcentrum Youth Spot het eerste, en tot nu toe enige, lectoraat jongerenwerk in Nederland. In de periode krijgt het onderzoek een meer innovatief en fundamenteel karakter. Youth Spot maakt de slag van beschrijvend onderzoek naar bestaande werkwijzen naar onderzoek dat bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe methodieken zoals Youth Organizing, Talentgericht Werken en Peer-to-Peer of de doorontwikkeling van bestaande werkwijzen (Meidenwerk). Er wordt meer systematisch onderzoek verricht, en waar mogelijk gebruik gemaakt van gestandaardiseerde instrumenten en longitudinaal cohort onderzoek. Ook wordt er aangesloten bij de internationale literatuur. De kwaliteitsverbetering en structurele landelijke samenwerking lijkt zich uit te betalen. In 2016 verwerft Youth Spot twee, grote landelijke onderzoeksubsidies: Raak publiek Sterk meidenwerk! en ZonMW Kracht van jongeren(werk). Ook organisatorisch ontwikkelt Youth Spot zich. Door verlies van aanbestedingen zijn enkele organisaties gedwongen hun lidmaatschap van Youth Spot op te zeggen. Nieuwe partners nemen hun plaats in. Youth Spot als lectoraat krijgt een landelijke uitstraling. Stichting JoU, de stedelijke organisatie voor Jongerenwerk in Utrecht, sluit zich aan. Zomer 2015 start Youth Spot een tweede kenniskring specifiek gericht op landelijke samenwerking in wetenschappelijk onderzoek naar jongerenwerk. Met ingang van 1 januari 2017 wordt Youth Spot gevormd door Combiwel, Dock, Streetcornerwork, JoU, Dynamo, Roc van Amsterdam, ContourdeTwern, Xtra, De Schoor, Participe, SJJMH, Youth for Christ en de Hogeschool van Amsterdam. In het onderzoeksprogramma blijft de missie gehandhaafd. De groeiende tweedeling en polarisering in de samenleving inclusief oppositionele jeugdculturen, vraagt om een stevige investering in de toekomst van jongeren en dus in jongerenwerk. Focus op kennisontwikkeling blijft omdat Nederland steeds meer een kennissamenleving is, en de rol van kennis in de beroepsuitoefening van alle sociale professionals, en dus ook van jongerenwerkers, steeds belangrijker wordt. Samenwerken in kennisontwikkeling vanuit beroepspraktijk, onderwijs en wetenschap is noodzakelijk om kennis, onderwijs en beroepsuitoefening up to date te houden (levenslang leren). Ambitie voor de komende drie jaar is om de doorwerking van de ontwikkelde kennis in opleidingen en beroepspraktijk verder te versterken. 1 De founders van Youth Spot zijn de Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam (SJA), Combiwel, IJsterk, Impuls, Roc van Amsterdam, Roc Top, OSA en de Hogeschool van Amsterdam.

5 PROGRAMMALIJNEN Het onderzoekprogramma van het lectoraat Youth Spot kent vier programmalijnen die onderling samenhangen: ontwikkelingsgericht, diversiteit, participatie en grootstedelijke opvoedvraagstukken. 1. Ontwikkelingsgericht Ontwikkelingsgericht is de aandacht voor de brede, positieve en langdurige ontwikkeling van jongeren. Hierbij gaat het (..) over de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling tot volwaardig mens-zijn, die bestaat uit een combinatie van identiteitsvorming met emotionele en morele ontwikkeling, het leren van levensvaardigheden en sociale en maatschappelijke participatie (Metz, 2013:18). Belangrijk hierbij is dat jongeren gelegenheid krijgen om zelf richting te geven aan het proces van volwassen worden. De ontwikkelingsgerichte oriëntatie is de reden waarom het jongerenwerk eind negentiende eeuw is ontstaan, in aanvulling op de andere pedagogische instituties. Het belang van ontwikkelingsgericht werken binnen het jongerenwerk groeit. Als gevolg van de toenemende individualisering, meritocratisering en het terugtrekken van de overheid, zijn mensen steeds meer op zich zelf aangewezen. Om aan toekomstige verwachtingen te kunnen voldoen hebben jongeren meer dan ooit ruimte mogelijkheden nodig om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Het jongerenwerk is de enige voorziening die jongeren ondersteuning biedt vanuit de eigen leefwereld, ontwikkelingsbehoeften en voorwaarden. Centrale vraag van deze programmalijn is: Hoe kan het jongerenwerk de brede, positieve en langdurige ontwikkeling van jongeren versterken opdat het bijdraagt aan zowel de persoonlijke ontwikkeling van jongeren als het versterken van de participatie van jongeren op alle niveaus in de samenleving? 2. Diversiteit omgaan met verschil Diversiteit verwijst naar het omgaan met verschil op het niveau van individuele jongeren, binnen het jongerenwerk en in contact met de samenleving. Bij individuele jongeren gaat het om het recht doen aan de specifieke behoeften van jongeren, voortkomend uit verschillen in sekse, seksuele identiteit, klasse, religie, culturele achtergrond, leeftijd, leefstijl en beperkingen. Het jongerenwerk zelf staat voor de opdracht om een inclusieve praktijk te zijn waarin jongeren met verschillende achtergronden zich thuis voelen, elkaar ontmoeten en gezamenlijk manieren ontwikkelen om diversiteit productief te maken. In relatie tot de samenleving gaat het erom jongeren te ondersteunen om te begrijpen hoe sociale structuren onderdrukking, ongelijkheid en uitsluiting produceren, hoe dit hun leven raakt als individu en als groep, en hoe zij dit kunnen overwinnen op persoonlijk en structureel niveau. Diversiteit als thema is voor het jongerenwerk niet nieuw. Sinds haar ontstaan speelt het jongerenwerk in op specifieke behoeften van bepaalde groepen jongeren zoals meisjes of jongeren in kwetsbare situaties. De toenemende pluriformiteit van de samenleving brengt verschillende omgangsvormen, leefstijlen, normen en waarden, en opvoedingsstijlen met zich mee, waardoor de vanzelfsprekendheid van gedeelde omgangsvormen, normen en waarden verdwijnt (Crul, Uslu, and Lelie 2016, 45-54). Door globalisering en het resoneren van wereldwijde gebeurtenissen op het leven van mensen in buurten, wordt de zoektocht naar de eigen identiteit belangrijker en groeien de spanningen tussen groepen (Castells 2000). Door het ontstaan van superdiversiteit, de zogenaamde diversification of diversity (Vertovec 2007, ), komt de nadruk te liggen op omgang met verschil in plaats van op het inspelen op specifieke verschillen. Het jongerenwerk is een beroep dat bij de begeleiding bij het volwassen worden in de samenleving, veel aandacht heeft voor identiteitsontwikkeling in verbinding met de samenleving. Om die reden is voor het jongerenwerk een belangrijke taak weggelegd om bij te dragen aan het op een inclusieve, gelijkwaardige en democratische manier (leren) omgaan met verschil. Centrale vraag voor deze programmalijn is: hoe kan het jongerenwerk het mogelijk maken dat alle jongeren, ongeacht hun achtergronden en

6 situatie zich gezond, veilig en positief kunnen ontwikkelen en zich volwaardig onderdeel kunnen voelen van een steeds pluriformer wordende samenleving? 3. Participatie Participatie staat voor de interactie tussen mensen en hun sociale omgeving (Boomkens and Metz Unpublished). Inzet van het jongerenwerk is het versterken van de volwaardige participatie van jongeren. Volwaardige participatie betekent het kunnen deelnemen aan en het mee vormgeven van alle niveaus van het samenleven (Winter 2000; Lorenz 2009, 19-28; Coussee 2009, 7-12). De aandacht voor participatie vloeit voort uit de legitimatie van jongerenwerk, namelijk het welbegrepen eigen belang voor het voortbestaan van de democratische samenleving. Omdat jongeren opgroeien in de hedendaagse samenleving, zijn zij beter dan oudere generaties toegerust voor de eisen, die de toekomst aan mensen stelt, en daarmee zijn zij een van de dragers van maatschappelijke vernieuwing (Metz, 2011). Volgens (Dewey 1923), en bevestigt door hedendaagse politicologen en pedagogen zoals Dzur en De Winter, moet iedere generatie opnieuw uitvinden hoe democratie werkt (Dzur 2008; Dzur 2004, 6-14; Winter 2000; Winter 2012, 35-54). Problemen met de participatie van jongeren zoals overlast, criminaliteit, schooluitval of radicalisering zijn bijna altijd de aanleiding voor de inzet van jongerenwerk. Om drie redenen is het thema participatie actueel. Ten eerste door de herstructurering van de verzorgingsstaat waarbij het de inzet is dat mensen meer zelf gaan doen en onderling gaan oplossen en ook voor jongeren geldt dat zij een groter beroep moeten doen op hun sociale netwerk en omgekeerd het sociale netwerk meer verwacht van jongeren. Ten tweede omdat de tweedeling in de Nederlandse samenleving nog steeds groeit, waardoor steeds meer jongeren bij het volwassen worden in de samenleving ook een vorm van achterstand moeten overbruggen (Metz 2013). Ten derde omdat er signalen zijn dat meer jongeren zich afwenden van main stream samenleving (San, Sieckelinck, and Winter 2013, ; Kaulingfreks 2015; Hart 2014; Kooijmans 2016; Klaver, Stouten, and Welle 2010). Uitingsvormen hiervan variëren: straatcultuur, remigratie van hoogopgeleide jongeren, jeugdcriminaliteit, radicalisering en het zich terugtrekken in conservatieve geloofsgemeenschappen.. Omdat het jongerenwerk zich bezig houdt met de begeleiding van het volwassen worden als deel van de samenleving, heeft het jongerenwerk enerzijds de opdracht om jongeren te leren meedoen met en invloed te hebben op de samenleving en anderzijds om de samenleving te leren om zich open te stellen voor de aanwezigheid en de inbreng van jongeren. Centrale vraag voor deze programmalijn is hoe kan het jongerenwerk bijdragen aan het versterken van de participatie van jongeren op alle niveaus in de samenleving? Hierbij gaat het nadrukkelijk ook om de sociaaleconomische positie van jongeren: opgroeien in armoede, schulden en arbeidsmarktperspectief. 4. Grootstedelijke opvoedvraagstukken Grootstedelijke opvoedvraagstukken verwijst naar de grotendeels discipline-overstijgende kwesties die voortvloeien uit de herstructurering van de verzorgingsstaat die alle (toekomstige) professionals die met jeugdigen werken raken. Aanleiding vormt het inwerking treden van de Jeugdwet, de Wet Passend onderwijs en de Participatiewet en de herziening van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Van professionals die met jeugd werken wordt meer dan voorheen verwacht dat zij in samenwerking met andere professionals, vrijwilligers, ouders en het sociale netwerk, jeugdigen (0-23 jaar) opvoeden. De vooronderstelling is dat dit resulteert in een draagkrachtige en sterke pedagogische omgeving waar jeugdigen zich optimaal kunnen ontwikkelen (pedagogische civil society). Om deze ontwikkeling te faciliteren vormen gemeenten sociale wijkteams en wordt er van het sociale netwerk en vrijwilligers gevraagd om meer actief betrokken te zijn bij de opvoeding van jeugdigen in hun omgeving. Deze stelselwijziging roept organisatorische en inhoudelijke vragen op voor de dagelijkse uitvoering van werkzaamheden omtrent het geven van ondersteuning en zorg aan jeugdigen, hun opvoeders en andere betrokkenen in de pedagogische basisinfrastructuur. Waaruit bestaat de pedagogische opdracht van jeugdprofessionals, zijn hierin verschillen tussen beroepsgroepen en hoe verhoudt deze zich tot de taak van ouders, het sociale netwerk en vrijwilligers? Hoe kunnen jeugdprofessionals in de opvoeding van jeugdigen samenwerken met ouders, het sociale netwerk, vrijwilligers en

7 elkaar? Hoe kunnen jeugdprofessionals een draagkrachtige en sterke pedagogische omgeving waar jeugdigen zich optimaal kunnen ontwikkelen stimuleren? Wat is hierin de specifieke positie en bijdrage van het jongerenwerk. De programmalijn Grootstedelijke Opvoedvraagstukken is een samenwerking van de lectoraten Kwaliteit en Effectiviteit in de zorg voor jeugd, Youth Spot - Jongerenwerk, (beide Faculteit Maatschappij en Recht) en het lectoraat De pedagogische functie van Onderwijs en Opvoeding (Faculteit Onderwijs en Opvoeding) en is onderdeel van het HvA speerpunt Urban Education. WERKWIJZE Voor de realisatie van haar opdracht, kiest het lectoraat Youth Spot voor kennisontwikkeling in de driehoek beroepspraktijk, onderwijs en wetenschap volgens de partnership-approach (Gilovich, 1993; Marsh & Fisher, 2005; Marsh, 2007). Het proces van professionalisering en de rol van praktijkgericht onderzoek daarin, wordt expliciet gethematiseerd. Het partnerschap krijgt vorm in de financiering, in het bepalen van de onderzoeksagenda, de uitvoering van de onderzoeksprojecten en de afsluiting met opbrengsten die bruikbaar zijn voor de driehoek van wetenschap, beroepspraktijk en opleidingen. Werkplaatsen De ambitie van het lectoraat Youth Spot is om alle projecten uit te voeren in gemengde teams van jongerenwerkers, docenten, onderzoekers en studenten. Onderzoek uitvoeren in werkplaatsen waarborgt dat zowel de uitvoering van het onderzoek als de opbrengsten aansluiten bij de beroepspraktijk en het onderwijs. Dit is om drie redenen belangrijk. Ten eerste is het een manier om in de uitvoering van het project aansluiting te houden bij de kennis, ervaringen en vragen van jongerenwerkers (Metz, 2012). Ten tweede komen studenten en docenten in aanraking met recente inzichten en nieuwe ontwikkelingen in zowel de beroepspraktijk als de kennis daarover. Ook raken studenten en docenten vertrouwd met onderzoek. Ten derde is het een manier om draagvlak te creëren voor het daadwerkelijk gebruiken van de methodieken (Fleuren, Wiefferink & Paulussen, 2004 in:boendermaker, 2011). Deelnemers aan de werkplaatsen zijn niet slechts object van onderzoek, maar ook praktijkontwikkelaar en kennisontwikkelaar. Ze zijn deelnemers en mede-eigenaren aan het gezamenlijke onderzoeksproces, leerproces en verbeteringsproces. Door deelname aan de werkplaatsen werken studenten, jongerenwerkers, docenten en onderzoekers ook aan hun eigen professionele ontwikkeling. Bijeenkomsten Om kenniscirculatie te bevorderen maakt Youth Spot gebruik van verschillende bijeenkomsten. Afhankelijk van de doelgroep (wetenschap, beroepspraktijk, onderwijs of beleid) en de fase waarin de kennisontwikkeling zich bevindt, wordt gekozen voor een congres, werkconferentie, uitwisseling, masterclass of workshop. De rol van Youth Spot varieert van initiëren, het (samen) organiseren, tot het actief een bijdrage leveren in de vorm van een keynote, inleiding, workshop of gastcollege. Insteek is altijd kennis delen èn leren van de kennis, ervaringen en vragen van de ander. Van alle (afgeronde) projecten zijn workshops beschikbaar. Producten Omdat de opbrengst van de kennisontwikkeling voor een grotere groep onderzoekers, jongerenwerkers, docenten en studenten van belang is dan het aantal personen dat participeert in de werkplaatsen of deelneemt aan bijeenkomsten, publiceert Youth Spot artikelen, rapporten, (hand)boeken en methodiekbeschrijvingen. Om

8 optimaal aan te sluiten bij de specifieke behoeften van de verschillende doelgroepen, maakt Youth Spot onderscheid tussen wetenschappelijke rapportages, vakpublicaties, en lesmateriaal. Wetenschappelijke rapportages kunnen de vorm hebben van een peer-reviewed artikel of een onderzoeksrapport en hebben tot doel de kwaliteit van de kennisontwikkeling te borgen en bij de dragen aan het opbouwen van een eigen kennisdomein jongerenwerk. Vakpublicaties zijn gericht op jongerenwerkers, docenten en studenten en zijn bedoeld om het vak inhoudelijk bij te kunnen houden. Hierbinnen maakt Youth Spot onderscheid tussen: artikelen in vakbladen of websites, bedoeld voor het snel informeren van een groot publiek; methodiekbeschrijvingen, een bondige, overzichtelijke weergave van een werkwijze met handvatten voor de uitvoering, bijbehorende instrumenten en de onderbouwing van de werkzaamheid; handboeken, een uitgebreide weergave van een methodiek, met tevens aandacht voor achtergrondinformatie, visie of achterliggende theoretische uitgangspunten en praktijkvoorbeelden. Lesmaterialen, bedoeld om vakkennis over te dragen aan studenten en jongerenwerkers, zoals een train-de-trainer modulen, beeldmateriaal, opdrachten, filmpjes, formats, casuïstiek en webbinars. Komende periode gaat Youth Spot experimenteren met blended-learning. Communicatie Communicatie is een belangrijk onderdeel van de werkwijze van het lectoraat Youth Spot. Het is van betekenis voor de profilering van het jongerenwerk, voor het verspreiden van de ontwikkelde kennis en inzichten, en voor het zichtbaar zijn van Youth Spot als samenwerkingspartner in de professionalisering van het jongerenwerk. Met een eigen webpagina, nieuwsbrief, en social media zoals LinkedIn en Twitter beoogt Youth Spot deze functies te realiseren. ORGANISATIE Organisatorisch bestaat het Lectoraat Youth Spot uit twee cirkels die elkaar gedeeltelijk overlappen en aanvullen: Cirkel 1: Via kennisontwikkeling bijdragen aan de professionalisering van het jongerenwerk; Cirkel 2: Landelijke samenwerking gericht op onderzoek naar jongerenwerk; Cirkel 1 Cirkel 2

9 Cirkel 1 Cirkel 1 betreft de intensieve samenwerking in de professionalisering van het jongerenwerk. Concreet krijgt dit vorm in de aansturing van cirkel 1 op hoofdlijnen via het halfjaarlijkse Algemeen Overleg, deelname aan het project Werkplaats jongerenwerk, agendasetting, prsojectontwikkeling en fondswerving van nieuwe initiatieven in de regio, het uitvoeren van verkenningen en ten slotte deelname aan cirkel 2. Aanvullend biedt het lectoraat Youth Spot voor de leden van cirkel 1 deskundigheidsbevordering en advies op maat. Kleine opdrachten zijn onderdeel van de vaste infrastructuur. Grotere opdrachten, zoals onderzoeksopdrachten of het ontwikkelen van een masterclass, gaan tegen kostprijs (inclusief overhead). Met ingang van 1 januari 2017 wordt cirkel 1 gevormd door: Combiwel, Streetcornerwork, Dock, Jongerenwerk Utrecht, Dynamo, Roc van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Cirkel 2 Cirkel 2 betreft de landelijk samenwerking in onderzoek op het terrein van jongerenwerk. Doel is recht doen aan de landelijke uitstraling van het lectoraat Youth Spot en het mogelijk maken van wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek naar het jongerenwerk. Leden zijn de leden van cirkel 1 aangevuld met landelijk toonaangevende en/of innovatieve organisaties op het terrein van jongerenwerk. Concreet krijgt dit vorm in de aansturing van cirkel 2 op hoofdlijnen via het jaarlijkse overle g op directieniveau en samenwerking in de ontwikkeling, fondswerving en uitvoering van specifieke projecten. Aanvullend biedt het lectoraat Youth Spot voor de leden van de tweede cirkel exclusiviteit in samenwerking in landelijk onderzoek naar jongerenwerk, deskundigheidsbevordering, advies en (onderzoeks)opdrachten tegen kostprijs (inclusief overhead). Met ingang van 1 januari 2016 wordt cirkel 2 gevormd door: Dock, Streetcornerwork, Jongerenwerk Utrecht, Youth for Christ, Combiwel, Contour de Twern, Participe, Xtra Welzijn, De Schoor, Stichting Jeugd- en jongerenwerk Midden Holland en de Hogeschool van Amsterdam. Positionering Het lectoraat Youth Spot is één van de tien lectoraten die zijn ondergebracht bij het AKMI, Amsterdams Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie van de Faculteit Maatschappij & Recht van de Hogeschool van Amsterdam. Het AKMI houdt zich bezig met het zoeken van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken in samenwerking met wetenschap, onderwijs en beroepspraktijk. Hiermee beoogt het AKMI actief bij te dragen aan maatschappelijke innovatie in stedelijke omgevingen zoals Amsterdam en zo een optimale basis te bieden voor de professional van morgen. De faculteit Maatschappij & Recht is één van de grootste faculteiten van de Hogeschool van Amsterdam en omvat naast de tien lectoraten, zeven bacheloropleidingen en drie masteropleidingen. Lectoraat Youth Spot participeert in het speerpunt Urban Education van de Hogeschool van Amsterdam. LITERATUUR Abdallah, S. E., N. de Boer, E. Sinke, J. Sonneveld, and M. Spierts Goed Jongerenwerk Vergt Goed Gesprek. Amsterdam: DMO gemeente Amsterdam i.s.m. Youth Spot. Boomkens, C. and J.W. Metz. Unpublished. Participatie En Agency. Castells, M The Rise of the Network Society. the Information Age: Economy, Society and Culture. London: Blackwell Publishers. Coussee, Filip "The Relevance of Youth Work's History." In, edited by G. Verschelden, F. Coussà e, T. van de Walle and H. Williamson, Strasbourg: Council of Europe publishing. Crul, M., G. Uslu, and Z. Lelie "Superdiverse Schoolklassen. Een Nieuwe Uitdaging Voordocenten." In Onderwijs En Opvoeding in Stedelijke Context, edited by R. Oostdam and R. Fukkink, Bussum: Coutinho. Desair, K "Hoe Wetenschap En Werkveld Samen Zoeken Naar Effectiviteit." Alert (2): Dewey, J. F Democracy and Education. an Introduction in the Philosophy of Education. New York: MacMillan.

10 Dickson, K., C. A. Vigurs, and M. Newman Youth Work. A Systematic Map of the Research Literature. Dublin. Dzur, A. W Democratic Professionalism, Citizen Participation and the Reconstruction of Professional Ethics. University Park: Pennsylvania State University Press. Dzur, A. W "Democratic Professionalism: Sharing Authority in the Public Life." The Good Society 13 (1): Ewijk, H. van "De Kwaliteit Van Het Jeugdwerk." In, edited by R. Stevaert. Hasselt. Fouché, C., K. J. Elliott, S. Mundy-McPherson, V. Jordan, and T. Bingham The Impact of Youth Work for Young People: A Systematic Review. Wellington. Hart, J. de Geloven Binnen En Buiten Verband. Godsdienstige Ontwikkelingen in Nederland. Den Haag: SCP. Kaulingfreks, Femke Uncivil Engagement and Unruly Politics. Disruptive Interventions of Urban Youth Palgrave MacMillan. Klaver,J.,J.Stouten, and I. van der Welle Emigratie Uit Nederland. Een Verkennende Studie naar De Emigratiemotieven Van Hogeropgeleiden. Amsterdam: Regioplan. Kooijmans, M Talent Van De Straat. Hoe Je Jongeren Kunt Verleiden Om Uit De Criminaliteit Te Blijven. Amsterdam: Van Gennep. Lorenz, Walter "The Function of History in the Debate on Social Work." In, edited by G. Verschelden, F. Coussà e, T. van de Walle and H. Williamson, Strasbourg: Council of Europe publishing. Metz, J. W "De Ontwikkeling Van Een Met Onderzoek Onderbouwde Methodiek Voor Het Meidenwerk." Journal of Social Intervention 25 (1). Metz, J.W Kleine Stappen, Grote Overwinningen. Jongerenwerk Als Historisch Beroep Met Perspectief. Amsterdam: SWP. Metz, J.W "Jongerenwerk Als Werkplaats Voor Professionalisering." Journal of Social Intervention (21): Metz, J.W De Waarde(N) Van Het Jongerenwerk. Amsterdam: HvA publicaties. Poel, Y. te De Volwassenheid Voorbij. Professionalisering Van Het Jeugdwerk En De Crisis in De Pedagogische Verhouding Leiden: DSWO Press. San, M. van, S. Sieckelinck, and M. de Winter "Ideals a Drift. A Educational Approach to Radicalization." Ethics and Education 8 (3): Steyaert, J., T. v. d. Biggelaar, and J. Peels De Bijziendheid Van Evidence Based Practice. Beroepsinnovatie in De Sociale Sector. Amsterdam: SWP. Vertovec, S "Super-Diversity and its Implications." Ethnic and Racial Studies 29 (6): Winter, de, M Beter Maatschappelijk Opvoeden. Hoofdlijnen Van Een Eigentijdse Participatiepedagogiek.. Assen: Van Gorcum. Winter, M. de "The Educative Civil Society Als Remedy: Breaking the Stressfull Double Bind of Childrearing and Socialization." In Socialization and Civil Society. how Parents, Teachers and Others could Foster a Democratic Way of Life, Rotterdam, Boston & Taipei: SENSE publishers.

11 Hogeschool van Amsterdam Maart 2017 AMSTERDAMS KENNISCENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJKE INNOVATIE Lectoraat Youth Spot Wibautstraat 5a Postbus BA Amsterdam hva.nl/akmi