VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. - van de heer K. POMA -

Transcriptie

1 Stuk 113 ( ) - Nr. 1 RAAD ERJGBE~oRGEN VLAAMSE RAAD ZITTING FEBRUARI 1981 VOORSTEL VAN DECREET - van de heer K. POMA - houdende maatregelen ter vermindering van ongevallenrisico% die te wijten zijn aan het vervoeren van onverpakte koolwaterstoffen en die van aard zijn het grondwater te verontreinigen TOELICHTING DAMES EN HEREN, Dit voorstel van decreet is een aanvulling van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van het grondwater. Dit voorstel behandelt de maatregelen die moeten genomen worden wanneer zich een ongeval met een tankwagen, geladen met koolwaterstoffen, voordoet. Het betreft een ongeval op de weg, langs het spoor of per schip. Ongevallen aan een pijpleiding hebben wij weggelaten, vermits hierover een afzonderlijke reglementering bestaat. Ongevallen met een vliegtuig hebben wij buiten beschouwing gelaten. K. POMA 156

2 113 ( ) - Nr VOORSTEL VAN DECREET Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 2 Toepassingsgebied De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing op de koolwaterstoffen, vloeibaar op omgevingstemperatuur en bij atmosferische druk. Artikel 3 Definities In dit decreet wordt verstaan onder: a) onverpakt vervoer : elk vervoer anders dan met vaten en recipiënten van individueel minder dan 500 liter inhoud; b) watervang : plaats waar ondergronds en/of bovengronds water wordt opgevangen met het oog op het gebruik ervan door de bevolking ; c) beschermingszone : zone die het voedingsgebied van de watervang bepaalt. Binnen deze zone kan een verontreiniging zich met de tijd uitbreiden tot de opvangingspunten. Artikel 4 Kaarten van de beschermingszones De waterdiensten duiden op topografische kaarten de beschermingzones van de watervangen aan. Die kaarten worden op rationele en uniforme wijze opgemaakt door elke waterdienst, op basis van een hydrogeologische studie en volgens de richtlijnen die door het Ministerie van Volksgezondheid aan alle waterdiensten worden verstrekt. De kaarten bevatten volgende aanduidingen : - de ligging van de watervangen; - de grens van de beschermingszones; - een vouwblad waarop vermeld zijn: a) het adres van de waterdienst; b) de benaming van de watervang; c) de belanghebbende gemeente of gemeenten; d) de adressen en de telefoonnummers van de personen die bij ongeval dringend moeten verwittigd worden. In afwachting dat alle nodige studies kunnen gedaan worden, mogen de waterdiensten kaarten indienen waarop de beschermingszones ongeveer zijn aangeduid. Die kaarten dragen de vermelding,,voorlopig plan en worden door definitieve documenten vervangen naarmate de studies vorderen.

3 [ ( ) - Nr. 1 Onverminderd de exemplaren die tot andere doeleinden zijn bestemd, worden die kaarten opgemaakt in drie exemplaren en worden ze overhandigd aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Burgerlijke Bescherming. Artikel 5 Waarschuwings- en tussenkomstplan Volgens de modaliteiten die eigen zijn aan elke manier van vervoeren, wordt elk ongeval dat een gevaar voor wegvloeiing, lek of uitstorting van koolwaterstoffen biedt of zou kunnen bieden, medegedeeld aan de Dienst voor Burgerlij ke Bescherming, door tussenkomst van het telefonisch oproepnummer 900. De Dienst voor Burgerlijke Bescherming situeert de plaats van het ongeval en bepaalt, door middel van kaarten, of het voorviel in een zone die als beschermingszone werd opgegeven. In bevestigend geval, zal de Burgerlijke Bescherming: 1. een voertuig dat uitgerust is met de gepaste middelen voor tussenkomst ter plaatse sturen. Die tussenkomst moet snel gebeuren (twee uur maximum); 2. de afgevaardigden van de belanghebbende waterdienst verwittigen, dank zij de aanduidingen die voorkomen op het vouwblad van de kaart van de beschermingszone. Ter plaatse worden door de plaatselijke overheden en de beambte van de waterdienst zo snel mogelijk tegenmaatregelen genomen met de middelen waarover ze beschikken. Indien de beambte van de waterdienst oordeelt dat alle gevaar voor bezoedeling uit de weg is geruimd, vraagt hij het stopzetten van de hulp van de Burgerlijke Bescherming. Indien de ernst van de toestand het vereist en indien grotere middelen moeten worden aangewend, dan zullen de gepaste schikkingen worden genomen tijdens een vergadering ter plaatse van de plaatselijke overheden, de Burgerlijke Bescherming en de verantwoordelijken van de waterdienst, die dringend worden uitgenodigd, en die over voldoende machten beschikken om onder meer, indien nodig, gebruik te maken van het recht van opeising. Artikel 6 Uitrustingen voor tussenkomst De Koning, na overleg met een beperkte commissie bestaande uit afgevaardigden van de betrokken ministeries en van de waterdiensten, stelt de gepaste uitrustingen voor tussenkomst vast en bepaalt de modaliteiten eigen aan iedere vervoerwijze. Hoofdstuk II Bijzondere bepalingen volgens de wijze van vervoeren Artikel 7 Vervoer langs de weg $1. De voertuigen die koolwaterstoffen vervoeren, moeten in goede staat van werking verkeren en speciaal zijn opgevat om die exploitatie in alle veiligheid te verrichten.

4 113 ( ). - Nr. 1 [41 De Koning, na overleg met de in artikel 6 bedoelde commissie, bepaalt voor de Belgische en buitenlandse tankwagens : - de technische veiligheidsbepalingen waaraan de tankwagens moeten voldoen, zowel wat hun constructie als hun gebruik betreft, met inbegrip van de buigbare slangen en de verbindingsstukken ; - de aanbevelingen betreffende de controle van dat materieel. $2. De aandacht van de weggebruikers wordt gevestigd op de nabijheid van de watervangen door middel van een aangepaste en door de wegcode voorziene signalisatie. De signalisatie zal door de bevoegde overheden geplaatst worden op voorstel en op kosten van de waterverdelingsmaatschappijen. $3. Bij ongeval heeft de bestuurder van een tankwagen de verplichting het oproepnummer 900 te waarschuwen, rechtstreeks of door tussenkomst van de politie of Rijkswacht. Ingeval de bestuurder in de onmogelijkheid verkeert zelf de 900 op te roepen, dan zal de 900 verwittigd worden door de politie of Rijkswacht, die bijzondere onderrichtingen dienaangaande zullen ontvangen. $4. De bestuurder van elke Belgische tankwagen ontvangt van het Ministerie van Verkeerswezen, langs de technische controle om, een tekst met melding van de in 6 3 na te komen verplichting. Deze tekst, in het Nederlands en het Frans opgesteld, dient zichtbaar in de stuurhut van het voertuig opgehangen te worden. De bestuurder van elke buitenlandse tankwagen ontvangt aan de grens, door tussenkomst van de douane, een rondschrijven welke melding maakt van de in $3 na te komen verplichting. Dit rondschrijven wordt in vijf talen opgesteld : Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Engels. Artikel 8 Vervoer per spoor 9 1. De spoorwagens die koolwaterstoffen vervoeren, moeten in goede staat van werking verkeren en speciaal opgevat zijn om die exploitatie in alle veiligheid te verrichten. De Koning, na overleg met de in artikel 6 bedoeld commissie, bepaalt de technische veiligheidsbepalingen waaraan die spoorwagens moeten voldoen, zowel wat hun constructie als hun gebruik betreft (met inbegrip van de buigbare slangen en de verbindingsstukken), alsmede de aanbevelingen betreffende de controle van dat materieel. $2. Bij elk ongeval of incident dat voorvalt tijdens het behandelen of het vervoeren van koolwaterstoffen per spoortankwagen op een spoorlijn of in een installatie van de spoorweg, moet de aangestelde beambte (treinbestuurder, stationschef of chef van de werkplaats) het oproepnummer 900 verwittigen, rechtstreeks of door tussenkomst van de politie of Rijkswacht of een beambte van de spoorweg..

5 Vl 113 ( ) - Nr. 1 In geval een treinbestuurder in de onmogelijkheid zou verkeren zelf de 900 op te roepen, dan moet de 900 onmiddellijk gewaarschuwd worden door een andere beambte van de spoorweg, de politie of de Rijkswacht Twee exemplaren van de in artikel 4 bedoelde kaarten der beschermde opvangingszones waardoorheen spoorlijnen lopen, worden aan de algemene directie van de NMBS, Dienst ongevallen, overhandigd. $4. De algemene directie van de NMBS geeft de nodige instructies aan : a) de treinbestuurders die de beschermingszones doorkruisen ; b) de chefs van de stations en van de werkplaatsen, die in de beschermingszones gelegen zijn, dit door een vermelding in de plaatselijke instructie van hun installatie. Artikel 9 Vervoer per schip 0 1. Bij elk ongeval of incident dat voorviel tijdens het behandelen of vervoeren van koolwaterstoffen door middel van tankschepen, moet de stuurman van het schip het oproepnummer 900 verwittigen, rechtstreeks of door tussenkomst van de beambte van de bevaarbare waterweg, de politie of de Rijkswacht. In geval de stuurman van het schip in de onmogelijkheid zou verkeren zelf de 900 op te roepen, dan dient de verwittiging te geschieden door een andere beambte van de bevaarbare waterweg, de politie of de Rijkswacht. De Burgerlijke Bescherming dient ook door middel van het oproepnummer 900 in kennis te worden gesteld van elk ongeval buiten de beschermingszone maar stroomopwaarts. Al de waterdiensten stroomafwaarts moeten door de Burgerlijke Bescherming verwittigd worden. $2. Een exemplaar van de in artikel 4 bedoelde kaarten van de beschermingszones waardoorheen bevaarbare waterwegen lopen, wordt aan de Administratie van de waterwegen, Dienst exploitatie van de bevaarbare waterwegen, overhandigd De Administratie van de waterwegen deelt de nodige instructies mede aan de beambten van de bevaarbare waterwegen en aan de bestuurders van de tankschepen. De bestuurder van elk Belgisch tankschip ontvangt van de Dienst exploitatie van de bevaarbare waterwegen een tekst met de in 9 1 na te komen verplichting. Deze tekst, opgesteld in het Nederlands en het Frans, moet zichtbaar in de stuurhut van het schip opgehangen worden. De bestuurder van elk buitenlands tankschip ontvangt aan de grens, door tussenkomst van de douane, een rondschrijven, welke melding maakt van de in 0 1 na te komen verplichting. Dit rondschrijven wordt in vijf talen opgesteld : Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Engels. $4. Onder de middelen die kunnen aangewend worden om de gevolgen van een accidentele uitstorting van koolwaterstoffen in een waterweg te niet te doen, mag slechts,

6 113 ( ) - Nr. 1 Wl beroep gedaan worden op produkten die door hun eigenschappen de koolwaterstof uit het water uitschakelen door een ander proces dan door verspreiding in de massa van het water. Hoofdstuk III Artikel 10 De Koning bepaalt de modaliteiten van uitvoering van dit decreet. K. POMA