BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG. van de plenaire vergadering van VRIJDAG 26 MAART (ochtendvergadering)

Transcriptie

1 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van VRIJDAG 26 MAART 2004 (ochtendvergadering) Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.

2 2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG INHOUD BENOEMING VAN DE EERSTE ONDERVOORZITTER VAN DE RAAD WIJZIGING VAN DE SAMENSTELLING VAN EEN POLITIEKE FRACTIE COMMISSIES ARBITRAGEHOF BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE SCHRIFTELIJKE VRAGEN DIE NOG GEEN ANTWOORD VERKREGEN VOORSTEL VAN ORDONNANTIE - VERZENDING NAAR EEN COMMISSIE JAARLIJKS VERSLAG OVER DE TOEPASSING VAN DE ORDONNANTIE VAN 1 JULI 1993 BETREFFENDE DE BEVORDERING VAN DE ECONOMISCHE EXPANSIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR HET JAAR 2003 INOVERWEGINGNEMINGEN ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE GASMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BETREFFENDE WEGENISBIJDRAGEN INZAKE GAS EN ELECTRICITEIT EN HOUDENDE WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 19 JULI 2001 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELECTRICITEITSMAKRT IN HET BRUSSEKS HOODFSTEDELIJK GEWEST. Algemene bespreking (Sprekers: mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, mevrouw Geneviève Meunier, mevrouw Danielle Caron en de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor huisvesting en energie) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET VOLGENDE INTERNATIO- NALE AKTEN: - OVEREENKOMST HOUDENDE STICHTING VAN DE EUROPESE CONFERENTIE VOOR MOLE- CULAIRE BIOLOGIE EN BIJLAGE, OPGEMAAKT TE GENEVE OP 13 FEBRUARI 1963, - OVEREENKOMST HOUDENDE OPRICHTING VAN HET EUROPEES LABORATORIUM VOOR MOLECULAIRE BIOLOGIE EN BIJLAGE, OPGEMAAKT TE GENEVE OP 10 MEI Brusselse Hoofdstedelijke Raad -Gewone Zitting

3 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG 3 Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET VERDRAG NR. 174 BETREFFENDE DE VOORKOMING VAN ZWARE INDUSTRIËLE ONGEVALLEN, AANGENO- MEN TE GENÈVE OP 22 JUNI 1993 DOOR DE INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE TIJDENS HAAR TACHTIGSTE ZITTING. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL BIJ HET VERDRAG VAN LONDEN VAN 1972 INZAKE DE VOORKOMING VAN VERONTREINIGING VAN DE ZEE TEN GEVOLGE VAN HET STORTEN VAN AFVAL. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL BETREF- FENDE WATER EN GEZONDHEID BIJ HET VERDRAG VAN HELSINKI VAN 1992 INZAKE DE BESCHERMING EN HET GEBRUIK VAN GRENSOVERSCHRIJDENDE WATERLOPEN EN INTERNATIONALE MEREN. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET SCHELDEVERDRAG. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET MAASVERDRAG. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL VAN 1997 TOT WIJZIGING VAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG TER VOORKOMING VAN VER- ONTREINIGING DOOR SCHEPEN, MARPOL 1973, ZOALS GEWIJZIGD DOOR HET PROTO- COL DAARBIJ VAN Aanneming van de artikelen. VOORSTEL VAN RESOLUTIE WAARBIJ DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING GEVRAAGD WORDT ALLE VORMEN VAN SAMENWERKING EN OVERLEG TE STARTEN OM DE SCHOLEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE MOGELIJKHEID TE GEVEN ONDERRICHT TE VERSTREKKEN IN DE BEIDE TALEN VAN HET GEWEST. Bespreking (Sprekers: mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, de heren Serge de Patoul, Benoît Cerexhe, Marc Cools, mevrouw Brigitte Grouwels, de heren Christos Doulkeridis, Didier van Eyll, Denis Grimberghs, Robert Delathouwer, Paul Galand en mevrouw Fatiha Saïdi). Bespreking van de consideransen en van het bepalend gedeelte. Aangehouden stemmingen.

4 4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Voorzitter: mevrouw Magda DE GALAN. - De vergadering wordt om 9.40 uur geopend. BENOEMING VAN DE EERSTE ONDERVOORZITTER VAN DE RAAD De Voorzitter.- Tijdens de plenaire vergadering van 12 maart 2004 heeft de heer Jan Béghin zijn ontslag als eerste ondervoorzitter van de Raad aangeboden. Tijdens zijn vergadering van 18 maart 2004 heeft het Bureau in uitgebreide samenstelling beslist dat dit ontslag in werking trad op 25 maart 2004 om middernacht. De Raad moet dus overgaan tot de benoeming van de eerste ondervoorzitter van de Raad. Bij brief van 12 maart 2004 dragen mevrouw Brigitte Grouwels, de heren Sven Gatz en Robert Delathouwer de kandidatuur voor van de heer Walter Vandenbossche als eerste ondervoorzitter van de Raad. Aangezien er slechts één kandidaat is, verklaar ik de heer Walter Vandenbossche verkozen als eerste ondervoorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. (Applaus) WIJZIGING VAN DE SAMENSTELLING VAN EEN POLITIEKE FRACTIE De Voorzitter.- Bij brief van 18 maart 2004, brengen de heren Robert Delathouwer, Voorzitter van de SP-AGA- fractie, en Jan Béghin mij ter kennis dat de heer Jan Béghin zich bij de SP-AGA-fractie van het Brussels Parlement heeft aangesloten, overeenkomstig artikel 9. 3 van ons Reglement. Deze beslissing heeft geen gevolgen voor de evenredige samenstelling van het Bureau. Zij wijzigt de evenredige samenstelling van de Nederlandse taalgroep in de commissies. De twee mandaten in de vaste commissies die toekomen aan de Nederlandse taalgroep worden als volgt verdeeld: - Vlaams Blok 1 - SP-AGA 1 WIJZIGING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES De Voorzitter.- Bij brieven van 18 maart 2004, delen de SP- AGA- fractie en de CD&V-fractie een wijziging mee in de samenstelling van de commissie voor binnenlandse zaken. Zij zal in het Beknopt Verslag en in het Volledig Verslag van deze vergadering worden opgenomen. ARBITRAGEHOF De Voorzitter.- Verscheidene mededelingen worden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan. Zij zullen in het Beknopt Verslag en in het Volledig Verslag van deze vergadering worden opgenomen. BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN De Voorzitter.- Verscheidene ministeriële besluiten werden door de Regering aan de Raad overgezonden. Zij zullen in het Beknopt Verslag en in het Volledig Verslag van deze vergadering worden opgenomen. INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE De Voorzitter.- Op 16 maart werden volgende ontwerpen van ordonnantie ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: - Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van het Wetboek van successierechten (nr. A-543/1-2003/2004) - Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van artikel 140 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten (nr. A-544/1-2003/2004) - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. SCHRIFTELIJKE VRAGEN DIE NOG GEEN ANTWOORD VERKREGEN De Voorzitter.- Ik herinner de leden van de Regering er aan dat artikel van ons Reglement bepaalt dat de antwoorden op de schriftelijke vragen binnen 20 werkdagen bij de Raad moeten toekomen. Ik deel u hierna het aantal schriftelijke vragen per Minister of Staatssecretaris mee die nog geen antwoord verkregen binnen de door het Reglement bepaalde termijn. De heren Didier Gosuin 9; Willem Draps 3; Pascal Smet 5; Alain hutchinson 7. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE Verzending naar een commissie De Voorzitter.- Het voorste van ordonnantie (van Mevrouw Danielle Caron) betreffende een retributie voor het gebruik van het openbaar domein van de gemeenten (nr. A- 310/1-2001/2002) dat verzonden is naar de Verenigde Commissies voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden en voor de Economische Zaken, belast met het Economisch beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek tijdens de plenaire vergadering van 9 januari 2004, wordt verzonden naar de Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden.

5 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART Geen bezwaar? (Neen) Aldus wordt besloten. JAARLIJKS VERSLAG OVER DE TOEPASSING VAN DE ORDONNANTIE VAN 1 JULI 1993 BETREFFENDE DE BEVORDERING VAN DE ECONOMISCHE EXPANSIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR HET JAAR 2003 De Voorzitter.- Bij brief van 19 maart 2004 zendt het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het "jaarlijks verslag - jaar over de toepassing van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", in uitvoering van artikel 21 van de voornoemde ordonnantie van 1 juli Verzonden naar de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek. INOVERWEGINGNEMINGEN De Voorzitter.- Aan de orde is de stemming over de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Stéphane de Lobkowicz tot opheffing van artikel 2 van de ordonnantie van 18 juli 2002 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet (nr. A- 455/1-2002/2003) en het voorstel van ordonnantie van de heer Denis Grimberghs tot wijziging van de nieuwe gemeentewet (nr. A-513/1-2003/2004). Aangezien niemand het woord vraagt, worden de voorstellen in overweging genomen en verzonden naar de Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden. Aan de orde is de stemming over de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Olivier de Clippele houdende wijziging van artikel 212bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten om te voorkomen dat er te veel tijd verstrijkt tussen de verkoop van de eerste woning waarvoor een vermindering is toegekend en de aankoop van de tweede woning (nr. A- 460/1-2002/2003), van het voorstel van ordonnantie van de heren Benoît Cerexhe en Joël Riguelle ertoe strekkende de goederen van het openbaar domein van de gemeenten, OCMW s en politiezones vrij te stellen van de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen (nr. A-514/1-2003/2004), van het voorstel van ordonnantie van mevrouw Caroline Persoons, de heren Jean-Pierre Cornelissen en Serge de Patoul tot wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen (nr. A- 515/1-2003/2004), van het voorstel van ordonnantie van de heren Olivier de Clippele en Eric André tot vermindering van de schenkingsrechten op roerend bezit (nr. A-525/1-2003/2004) en van het voorstel van resolutie van de heer Benoît Cerexhe tot verbetering van de toegankelijkheid van de officiële webstekken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor slechtzienden en blinden (nr. A-536/1-2003/2004). Aangezien niemand het woord vraagt, worden de verschillende voorstellen in overweging genomen en verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE GASMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BETREFFENDE WEGENISBIJDRAGEN INZAKE GAS EN ELEKTRICITEIT EN HOUDENDE WIJZI- GING VAN DE ORDONNANTIE VAN 19 JULI 2001 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEK- TRICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFD- STEDELIJK GEWEST Algemene bespreking Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- De Verenigde Commissies voor de Energie en de Economische Zaken hebben dit ontwerp aangenomen met 17 stemmen bij 3 onthoudingen. Dit zeer technische ontwerp van ordonnantie bevat drie delen: de omzetting van de Europese richtlijn tot invoering van gemeenschappelijke regels; regeling van de mogelijkheid voor de gemeenten om een bijdrage op te leggen ten laste van de beheerders van de elektriciteits- en gasnetten; de wijziging van de ordonnantie betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt door de omzetting van de richtlijn betreffende de interne elektriciteitsmarkt. Die ordonnantie brengt geen wijzigingen aan in het sociale deel van de gas- en elektriciteitsordonnanties. Wegens het technisch karakter van dat dossier verwijs ik voor uitleg en meer details naar onze schriftelijke verslagen. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- Dit ontwerp is de juridische concretisering van de vrijmaking van de gasmarkt ten gevolge van een Europese richtlijn waarmee men een einde wilde maken aan het monopolie in de sector en de markt wilde openstellen voor concurrentie. De ondernemingen, de intercommunales, de gemeenten moesten zich dus aanpassen. De vrijmaking moest de Belgische consumenten ten goede komen, maar dat is niet het geval. De richtlijn stelde echter dat die vrijmaking gepaard moest gaan met sociale maatregelen en milieumaatregelen. De opzet van die ordonnantie is dezelfde als die van de ordonnantie voor de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt. Ecolo had in 2001 tegen gestemd, want de controle op de vrijmaking was ontoereikend; er bestond geen wegenisbijdrage als compensatie voor het de vermindering gemeentelijke dividen-

6 6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG den; de REG-maatregelen waren ontoereikend; de wijziging in de wetgeving betreffende de afsluiting van de toevoer ging niet ver genoeg. Van het BIM wordt nog steeds verwacht dat het de rol van regulerende instantie speelt. In de ordonnantie wordt hiervan geen definitie gegeven, alhoewel in verscheidene artikelen expliciet daarnaar wordt verwezen. Wij hebben geen andere regulerende instantie gepland, maar wij hebben verschillende amendementen ingediend om de rol van de regulerende instantie uit te breiden en haar van bij het begin bij het proces te betrekken in plaats van ze achteraf te informeren. De financiering van de taken inzake openbare dienstverlening is volgens ons niet duidelijk. De intercommunale is geen toonbeeld van transparantie en verstrekt weinig informatie over de toewijzing van erg grote bedragen. In verslagen werd voor die openbare taken een bedrag vermeld van 3, 2 miljoen euro waarvan 1 miljoen voor het REG. Wij hebben dus een nota gevraagd over de toewijziging van de verschillende fondsen. Die nota heeft enige opheldering gebracht. De elektriciteitsordonnantie legt de distributienetwerkbeheerder (DNB) de verplichting op om aan het parlement een jaarverslag voor te leggen met betrekking tot de taken inzake openbare dienstverlening. Wij hebben dat verslag nooit gekregen. Tot tweemaal toe moesten wij het programma vragen dat de regering voor 2004 had goedgekeurd en uiteindelijk hebben we dat dan ook gekregen. De DNB geeft als verantwoording voor het feit dat hij niets aan het parlement heeft bezorgd, de vertraagde uitvoering van de elektriciteitsordonnantie. De beheerder van het distributienetwerk stelt het programma op en de regering keurt het goed. Ons amendement waarin het voorafgaand advies van de dienst verplicht wordt gesteld, is over het hoofd gezien. Thans is het in de vorm van een technisch amendement ingediend. Een ander amendement eist de jaarlijkse voorlegging van een activiteitenverslag. In tegenstelling tot de elektriciteitsordonnantie is er niets voorzien voor de financiering van die taken. De andere operatoren zullen geen enkele verplichting inzake openbare dienstverlening hebben. De lasten zouden voor iedereen dezelfde moeten zijn. Er is geen verhoogde sociale bescherming. In vergelijking met het Waals Gewest zijn de sociale taken miniem. Er is in geen enkele minimumlevering voorzien. Een amendement in die zin is ingediend. De Ecolo-fractie, die ongerust is over het aantal personen met betalingsmoeilijkheden, heeft statistische gegevens gevraagd. De tekst bepaalt enkel de levering van gas tegen een specifiek sociaal tarief volgens de in de federale wetgeving bepaalde voorwaarden. De gewestregering had dat kader kunnen verruimen. In Wallonië gelden die maatregelen voor personen met betaalmoeilijkheden die sociale maatregelen genieten. Het Waalse decreet voorziet in een mechanisme voor de financiering van de OCMW s voor preventieve maatregelen, met name voor de sociale begeleiding inzake energieverbruik. De tekst voorziet in een bemiddelingsprocedure voor geschillen inzake de toegang tot het distributienet. In Vlaanderen en Wallonië is de reguleerder bevoegd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou de bemiddelingsprocedure enkel voor de verhoudingen tussen de distributienetwerkbeheerder en de andere leveranciers gelden. Nochtans blijkt dit niet uit de teksten. De conflicten tussen de verbruiker en de leveranciers hadden samen met de andere moeten worden aangepakt. Ecolo wou dat de netwerkbeheerder werd verplicht het rationeel gasverbruik aan te moedigen in het kader van een verplichte openbare dienstverlening. De regering ging akkoord met een amendement dat ertoe strekt een driejarenprogramma in te voeren voor het rationeel gasverbruik in samenwerking met de netwerkbeheerder en de diensten. De beheerder van het distributienet moet de tarieven elk jaar op zijn website plaatsen. Maar omdat niet iedereen toegang heeft tot het internet, moet ook aan andere informatiekanalen worden gedacht. De commissie is ons op dit punt gevolgd. Ecolo is blij met de invoering van een wegenisbijdrage, zoals we in 2001 hebben gevraagd. Het is een verstandige keuze om de bijdrage te berekenen op basis van de energie die op het grondgebied van de gemeente wordt verdeeld, en niet op basis van het net dat de energie verdeelt. Het huidig systeem blijft behouden en aan de verdeelsleutel van de dividenden wordt niet geraakt. De elektriciteitsordonnantie van 2001 is grondig gewijzigd want ze was praktisch onuitvoerbaar. Eindelijk wordt warmtekrachtkoppeling in aanmerking genomen voor het opstellen van groene- stroomcertificaten. Het Brussels Gewest heeft een ander systeem van groene-stroomcertificaten dan Vlaanderen en Wallonië. Dit leidt tot een complexe situatie en hogere kosten. De netbeheerder wordt niet verplicht om certificaten over te leggen, terwijl hij tot de volledige openstelling van de markt de grootste elektriciteitsleverancier zal zijn. Waarmee komen de opgelegde quota overeen? Hoe denkt u de 2% in 2004 te bereiken en hoe denkt u de warmtekrachtkoppeling, die voor de grote warmteverbruikers voordelig is, te bevorderen? De vrije beroepen, de kleine handelaars en de kleine industriëlen die wonen op de plaats waar ze werken, worden niet bij de professionele afnemers gerekend. Zij zouden een dubbele teller moeten vragen, maar dat is heel duur. De Ecolo-fractie zal zich bij de stemming over dit ontwerp van ordonnantie onthouden. Het ontwerp verbetert twee punten van de ordonnantie die de elektriciteitssector openstelt. Er wordt een wegenisbijdrage ingevoerd ter compensatie van de verlaging van de dividenden aan de gemeenten en warmtekrachtkoppeling wordt sterker gepromoot. Wat ontbreekt is een sterke, onafhankelijke regulerende instantie die de openstelling in banen leidt. Een ander knelpunt is dat onderfinanciering dreigt voor de taken van openbare dienstverlening die ten laste van de distributienetbeheerder komen. Het beheer, de oorsprong en de bestemming van de verschillende fondsen is bijzonder ondoorzichtig.

7 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART Mevrouw Danielle Caron (in het Frans).- De MR-fractie zal dit ontwerp van ordonnantie goedkeuren. Toch vind ik het jammer dat het niet gaat om een alomvattender tekst waarin rekening wordt gehouden met alle betrokkenen. Spijtig genoeg konden we de punten inzake de duur van de werken en de oppervlakte niet in de ordonnantie opnemen. Ik hoop dat de regering mijn voorstel van ordonnantie zal steunen. De gemeenten moeten worden geholpen via een algemeen reglement. Zodoende kan worden vermeden onaangename verrassingen voordoen telkens als er wordt gegraven. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- De PSfractie staat net als de Staatssecretaris sceptisch tegenover de beweerde voordelen van de liberalisering van de markt, gezien de resultaten hiervan in andere lidstaten van de Europese Unie. Ik stel evenwel opgelucht vast dat de verdeelsleutel voor de dividenden van de wegenisbijdrage niet gewijzigd wordt. Het Gewest heeft mijns inzien alles gedaan wat in zijn macht lag om het begrip openbare dienstverlening te bevestigen en te waarborgen. Op sociaal vlak verandert de ordonnantie niets aan de huidige bepalingen. Laten wij hopen dat de regering de inspanningen van het Gewest zal te laten aansluiten bij die van de federale overheid en niet gewoon de lasten zal overdragen. Ik wil de Ecolo-fractie erop wijzen dat hun amendement met betrekking tot een minimale gaslevering door de meerderheid alleen verworpen is omdat het technisch niet haalbaar is. Ik stel vast dat de ordonnantie die de gaslevering aan hulpbehoevende consumenten waarborgt, doeltreffender is dan de ordonnantie betreffende de elektriciteitslevering. De PS-fractie is tevreden over de opneming van twee bepalingen die het beroepsgeheim waarborgen. Kan de Staatssecretaris mij bevestigen dat niets de overheid ertoe verplicht vanaf 1 juli 2004 van markt te veranderen voor haar elektriciteitsvoorziening. Daarentegen zouden de gemeenten, OCMW s, politiezones en Iris- ziekenhuizen, indien mogelijk met de steun van de regering, de opstelling van een typebestek moeten financieren om de verschillende offertes te kunnen vergelijken. Ik hoop dat de regering op deze suggestie zal ingaan. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor huisvesting en energie (in het Frans).- Ik bevestig aan mevrouw Mouzon dat de overheden inderdaad geen enkele verplichting hebben om tegen 1 juli 2004 iets te regelen op het vlak van de electriciteitsvoorziening. Wat de vrijmaking van de energiemarkten betreft, zijn de heersende economische theorieën heel lovend over de grenzeloze voordelen van de concurrentie en de onzichtbare hand, maar zijn ze heel wat minder enthousiast om de noodzaak en de voordelen van de openbare dienstverlening te rechtvaardigen. Het is hier dat onze rol als politiek verantwoordelijke zijn volle betekenis krijgt. Uit de meeste studies blijkt een algemene trend tot prijsverhogingen. De CREG stelde in haar studie van mei 2003 vast dat na de vaststelling van prijsdalingen van 1999 naar 2000 de prijzen sindsdien aan het stijgen zijn. In de Eurostat-studie van juni 2003 werd de prijzenevolutie in 15 landen en voor 5 categorieën van verbruikers bestudeerd. Dat leverde het volgende op. In 71% van de gevallen: een stijging (61%) of een stagnering (10%) van de prijzen, in 29% van de gevallen: een prijsdaling. Groot-Brittannië maakt, Europees gezien, heel weinig gebruik van nucleaire energie en hanteert daardoor sinds oudsher heel hoge prijzen, die dus gemakkelijk kunnen worden verlaagd. Deze prijsdaling is het resultaat van ongebreidelde concurrentie op het vlak van de productie, die vandaag verdeeld is over vier maatschappijen. Volgens de deskundigen uit de sector blijven de winstmarges echter behouden en dalen de prijzen, en dit ten koste van de investeringen in het net, wat heel zorgwekkend is. Voor Groot-Brittannië zijn er twee mogelijke scenario s: de elektriciteitsbedrijven blijven in het rood en dat zal gevolgen hebben voor het verzekeren van de bevoorrading of de prijzen moeten opnieuw stijgen om rampen te vermijden. België is daar nog niet aan toe, maar voorzichtigheid is geboden. In Duitsland zijn, net zoals bij ons, de voorwaarden voor echte mededinging niet aanwezig, wegens de oligopolistische, quasi monopolistische structuur van de productiemarkt. Nochtans is de markt volledig vrijgemaakt. Het resultaat is dat de prijzen tijdens het eerste jaar wel daalden, maar nadien, opnieuw zijn gaan stijgen, nu al drie jaar lang. In België zegt men ons dat de prijzen in Vlaanderen dalen door de aanwezigheid van nieuwe leveranciers op de markt, maar men zegt er niet bij dat dit maar geldt voor minder dan 1% van de huishoudelijke verbruikers. 99% van de markt kiest geen nieuwe leverancier en blijft bij Electrabel waar de prijzen niet dalen. De CREG meldde trouwens in een persmededeling van 1 september 2003 een algemene tendens tot prijsstijging. Volgens de CREG liggen voor een jaarlijks verbruik van KWh (een gemiddeld gezin) de Brusselse prijzen nog steeds lager dan deze die in Vlaanderen worden aangeboden door ECS, Nuon en Luminus! Als de overheid passief blijft, zullen de dominante posities van Electrabel en EDF versterkt worden want er zijn op dit ogenblik noch concurrenten voor de productie van electronen, noch aansluitende netwerken waarmee voldoende elektriciteit kan geïmporteerd of geëxporteerd worden.

8 8 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Er zouden modaliteiten gevonden moeten worden opdat Electrabel niet meer de enige zou zijn op de Belgische markt voor electriciteitsproductie. Men zou tevens moeten bestuderen hoe vooral de Belgische, Franse en Duitse netwerken op elkaar kunnen aangesloten worden. Tot slot moet er een formeel en gestructureerd overleg tussen regulatoren komen. Wat de overheidstaken van de intercommunale betreft, wordt er gewerkt aan meer eenvoud en transparantie. De wet van 4 september 2002 vertrouwt aan de OCMW s de taak toe van sociale en financiële begeleiding en bijstand voor de levering van energie aan de armsten. Op regionaal vlak zullen de overheidstaken inzake openbare verlichting en taken op sociaal en ecologisch vlak gefinancierd worden door een heffing waarvan de opbrengst 10 miljoen euro bedraagt. Het programma voor 2004 van deze taken is bij het verslag gevoegd. Dit programma wordt jaarlijks onderworpen aan de goedkeuring van de regering en zal geëvalueerd moeten worden. De gewestelijke begroting wijdt dit jaar 1,9 miljoen euro aan een beleid voor rationeel energieverbruik. Aanzienlijke middelen werden uitgetrokken om een energiebalans voor het Brussels Gewest op te maken. We beschikken over een referentiemiddel om de consumptie- evolutie te analyseren en om de impact van het beleid gevoerd in het kader van het Kyotoprotocol te evalueren. De geleidelijke verdwijning van de exclusieve distributieen leveringsrechten die de Brusselse gemeenten genoten, zorgt bij deze laatste voor een belangrijk inkomensverlies. Dit verlies wordt geschat op 42 miljoen euro per jaar vanaf Het ontwerp van ordonnantie wil dit verlies gedeeltelijk compenseren. Het legt het maximumbedrag vast van de gemeentelijke heffingen en hun berekeningswijze op basis van de vervoerde of verdeelde energie. Als elke gemeente beslist de maximale bedragen toe te passen, zal de heffing aanleiding geven tot 27 miljoen euro aan inkomsten. Het saldo van dat bedrag en de verkeersbelasting zou moeten aangevuld worden door de verhoging van het aandeel van de gemeenten in het kapitaal van SIBELGA. Doel van het ontwerp van ordonnantie is het verlies aan dividenden te compenseren zonder de energieprijzen te verhogen. Het Waalse Gewest voorziet om het verlies aan dividenden van de gemeenten op een gelijkaardige manier te compenseren, in tegenstelling tot het Vlaamse Gewest dat geen dergelijke heffing wil instellen en wil dat de Federale overheid dit ten laste neemt via een belasting op het vervoernetwerk. Daarom moeten onze 19 gemeenten snel deze heffing kunnen organiseren. Er is geen sprake van de energieprijzen te verhogen via een bijkomende belasting die daarenboven de Brusselaars zou laten opdraaien voor het inkomstenverlies van de Vlaamse gemeenten. Een derde doel was de quota voor groene energie voor de Brusselse leveranciers vast te leggen en het de installaties voor warmtekrachtkoppeling mogelijk te maken te genieten van groene certificaten. Warmtekrachtkoppeling is een troef maar het potentieel bedraagt in Brussel minder dan 0,5% van het electricteitsverbruik. Ons Gewest moet groene energie promoten. Groene certificaten zijn een manier om groene energie en windenergie te subsidiëren. Aangezien het Brussels Gewest geen elektriciteit produceert, moeten we onze markt open stellen. (Applaus bij de meerderheid) - De algemene bespreking is gesloten. - De artikels worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET VOLGENDE INTERNATIO- NALE AKTEN: - OVEREENKOMST HOUDENDE STICHTING VAN DE EUROPESE CONFERENTIE VOOR MOLECULAIRE BIOLOGIE EN BIJLAGE, OPGEMAAKT TE GENEVE OP 13 FEBRUARI 1963; - OVEREENKOMST HOUDENDE OPRICHTING VAN HET EUROPEES LABORATORIUM VOOR MOLECULAIRE BIOLOGIE EN BIJLAGE, OPGE- MAAKT TE GENEVE OP 10 MEI De Voorzitter.- Aangezien de rapporteur ziek is, verwijst zij naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET VERDRAG NR. 174 BETREFFENDE DE VOORKOMING VAN ZWARE INDUSTRIELE ONGEVALLEN, AANGENOMEN TE GENEVE OP 22 JUNI 1993 DOOR DE INTERNATIO- NALE ARBEIDSCONFERENTIE TIJDENS HAAR TACHTIGSTE ZITTING De Voorzitter.- Aangezien de rapporteur ziek is, verwijst ze naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL BIJ HET VERDRAG VAN LONDEN VAN 1972 INZAKE DE VOORKOMING VAN VERONTREINIGING VAN DE ZEE TEN GEVOLGE VAN HET STORTEN VAN AFVAL, GEDAAN TE LONDEN OP 7 NOVEMBER 1996 De Voorzitter.- De rapporteur verwijst naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd.

9 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL BETREF- FENDE WATER EN GEZONDHEID BIJ HET VER- DRAG VAN HELSINKI VAN 1992 INZAKE DE BESCHERMING EN HET GEBRUIK VAN GRENS- OVERSCHRIJDENDE WATERLOPEN EN INTER- NATIONALE MEREN, GEDAAN TE LONDEN OP 17 JUNI 1999 De Voorzitter.- De rapporteur verwijst naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET SCHELDEVERDRAG, GEDAAN TE GENT OP 3 DECEMBER 2002 De Voorzitter.- De rapporteur verwijst naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET MAASVERDRAG, GEDAAN TE GENT OP 3 DECEMBER 2002 De Voorzitter.- De rapporteur verwijst naar haar schriftelijk verslag - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL VAN 1997 TOT WIJZIGING VAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG TER VOORKOMING VAN VERONT- REINIGING DOOR SCHEPEN, MARPOL 1973, ZOALS GEWIJZIGD DOOR HET PROTOCOL DAARBIJ VAN 1978 De Voorzitter.- De rapporteur verwijst naar haar schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. VOORSTEL VAN RESOLUTIE WAARBIJ DE BRUS- SELSE REGERING GEVRAAGD WORDT ALLE VORMEN VAN SAMENWERKING EN OVERLEG TE STARTEN OM DE SCHOLEN VAN HET BRUS- SELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE MOGE- LIJKHEID TE GEVEN ONDERRICHT TE VERSTREKKEN IN DE BEIDE TALEN VAN HET GEWEST Bespreking Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- De commissie Algemene Zaken heeft dit voorstel met 8 ten 2 stemmen 2 aangenomen. Het voorstel is geamendeerd om de federale en gemeentelijke overheden te vragen rekening te houden met de specifieke kenmerken van Brussel. (Voorzitter: de heer Marc Cools) De 8 ja-stemmen werden door alle democratische partijen uitgebracht. De 2 nee-stemmen komen van het FDF. De werkzaamheden hadden tot doel het toepassingsgebied van de resolutie uit te breiden om het taalbad niet als enige vorm van taalonderricht voor te stellen. Het voorstel strekt ertoe rekening te houden met de moeilijkheden van de schoolbesturen om het onderwijs van de Nederlandse taal te financieren. Het bevestigt dat dit een bevoegdheid van de Gemeenschappen, de federale overheid en de plaatselijke schoolbesturen is. Er is een discussie ontstaan over de vraag of de kennis van het Nederlands in Brussel van bijzonder belang is. De heer Serge de Patoul (in het Frans).- Sommigen maken een karikatuur van het standpunt van het FDF in het debat over het onderricht van vreemde talen op school. De leerkrachten onderstrepen hoe belangrijk de beheersing van de eerste onderwijstaal is voor de structurering van de ideeën. Het gaat niet om terughoudendheid. Als men het woord aan de leerlingen wil geven, moeten die zich eerst in het Frans kunnen uitdrukken. De werkzaamheden in het Parlement van de Franse Gemeenschap moeten als referentie dienen. Het FDF doet heel wat voorstellen die ver afstaan van het terugplooien op zichzelf waarvan men het beschuldigt. Zo dringt het FDF erop aan dat de leerlingen vanaf het eerste jaar van de lagere school met vreemde talen vertrouwd worden gemaakt, dat er vaker een beroep op taalbaden wordt gedaan en dat het aantal leerlingen per taalklas wordt beperkt. Wij zijn geen voorstander van tweetalig onderwijs Frans- Nederlands voor iedereen in Brussel. Onze stad is in de eerste plaats een internationale hoofdstad. De hoofdstad van een Europese Unie in volle uitbreiding en een hoofdstad waarvan 80 tot 85% van de bewoners Franstalig is. Als je Brussel tot een tweetalige hoofdstad reduceert, stel je de dingen verkeerd voor. De motie van de cdh is erop gericht een bicommunautair onderwijs in te voeren. Het streefdoel is politiek en niet pedagogisch. De belangrijkste bevoegdheid van de Franse Gemeenschap wordt ontmanteld: het onderwijs. Het FDF wil daarentegen de eenheid tussen Franstalige Brusselaars en Walen versterken. De typisch Brusselse aspecten moeten niet worden aangemoedigd. Als sommige Nederlandstalige lessen aan Nederlandstaligen worden toevertrouwd, worden lesgevers uitgesloten die aan de universiteiten van de Franse Gemeenschap hebben gestudeerd. Een lesgever moet in de eerste plaats een goed pedagoog zijn.

10 10 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG De heer Paul Galand (in het Frans).- De Brusselaars worden uitgesloten omdat ze niet meertalig zijn en daar bent u gedeeltelijk verantwoordelijk voor. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- U slaat alle kleuren uit als over het Nederlands wordt gesproken. De heer Serge de Patoul (in het Frans).- Ik heb nooit beweerd dat je geen Nederlands moet leren. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Maar volgens u moet de taal onverminderd slecht worden onderwezen. (Samenspraak) De Voorzitter.- Democratie betekent dat je iedereen aan het woord laat. Laat de heer de Patoul uitspreken. De heer Serge de Patoul (in het Frans).- Door dit systeem komen onze universitairen van de Franse Gemeenschap niet in aanmerking om les te geven. Dit voorstel is beledigend voor onze lesgevers vreemde talen. Het voorstel voor tweetalig onderwijs Frans-Nederlands stamt uit grootvaders tijd. Het is logischer om het aanleren van de talen van de Europese Unie te stimuleren. Leren is een erg persoonlijk proces. Een opgelegd systeem is voor sommigen heilzaam, maar voor anderen catastrofaal. Dat systeem zou bijzonder elitair zijn. We zijn voorstander van een beter taalonderwijs en de pedagogen moeten de beste methode bepalen. (Applaus van de MR) De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Brussel is een tweetalig Gewest, een link tussen de gemeenschappen van het land. Of je dat nu goed vindt of niet. Franstaligen en Vlamingen moeten er samen steeds ruimere bevoegdheden op zich nemen. Als je bruggen wil slaan tussen de gemeenschappen en ons Gewest beter wil verdedigen, moet je de taal van de andere spreken. Bovendien is talenkennis essentieel om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een job te vinden. Ongeveer 90% van de Brusselse werkzoekenden spreekt enkel Frans. (Voorzitter: Mevrouw Magda De Galan) Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze leerlingen tweetalig worden? Alle initiatieven van de Franse Gemeenschap om de kennis van de tweede landstaal te verbeteren hebben teleurstellende resultaten opgeleverd. Een leerling die vandaag aan een Franstalige school afstudeert, beheerst de tweede taal niet. Ouders die zich van dat probleem bewust zijn, nemen initiatieven om van hun kinderen tweetaligen te maken. Dat kost handenvol geld en niet iedereen kan zich dat veroorloven. Veel Brusselaars laten hun kinderen school lopen in het Nederlandstalig onderwijs. De Vlaamse Gemeenschap overweegt zelfs maatregelen om het stijgend aantal leerlingen een halt toe te roepen. Ik pleit voor een tweetalig taalbadonderwijs. Dat betekent dat lessen in de andere taal worden gegeven door moedertaalsprekers. In de Franse Gemeenschap bestaan een veertigtal proefprojecten, waarvan de meeste in Wallonië lopen. Waar dergelijke projecten het noodzakelijkst zijn, lopen ze slechts in 3 of 4 scholen. In Wallonië en in Brussel geldt niet dezelfde regelgeving voor de vereiste diploma s. Dat moet nodig worden aangepast. Deze resolutie heeft dus tot doel het parlement en zijn regering te vragen initiatieven in die zin te nemen teneinde in Brussel een kwalitatief hoogstaand tweetalig onderwijs in te voeren. De politieke context betreffende dit dossier is geëvolueerd. Thans bestaat er een uitgesproken politieke wil om de zaken te veraderen. Ik begrijp het standpunt van het FDF niet. Deze partij is niet bij de tijd en is zich niet bewust van de sociaal- economische realiteit in ons Gewest. Het FDF is allergisch voor het Nederlands. U hebt dit voorstel elitair genoemd, maar het is duidelijk dat het huidige systeem die naam verdient. Alleen gegoede families kunnen hun kinderen op stage sturen, of hen laten deelnemen aan uitwisselingen met anderstaligen. De kinderen staan open voor het leren van een tweede en eventueel een derde taal vanaf de kleutertuin. Daar zouden wij rekening mee moeten houden. U lijkt het eens te zijn over het principe van een taalbad om een taal te leren, als het Nederlands maar wordt uitgesloten. (Samenspraak) U hebt het vervolgens gehad over de Europese context waarin wij ons bevinden, waarin de arbeidmarkt de voorkeur geeft aan polyglotten. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar wij wonen in een gewest waar de jongeren in de eerste plaats sterk moeten staan in het Nederlands. In tegenstelling tot wat u beweert, lopen de Franstalige leerkrachten geen enkel gevaar, want het gaat om het bevorderen van uitwisselingen tussen leerkrachten, wat het principe van wederkerigheid inhoudt. De heer Didier van Eyll (in het Frans).- Breng ons een samenwerkingsakkoord met de Vlaamse Gemeenschap hieromtrent! (Samenspraak) De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Ik merk op, mijnheer van Eyll, dat er al een samenwerkingsakkoord bestaat en dat in verscheidene Waalse gemeenten vrijwillig experimenten met activiteiten in het Nederlands worden gevoerd. De heer Robert Delathouwer.- Er is inderdaad geen samenwerkingsakkoord tussen de gemeenschappen, maar in Wallonië bestaat inmiddels wel een systeem dat het mogelijk maakt dat Nederlands gegeven wordt door Nederlandstaligen. En dat systeem werkt. Het komt er in de eerste plaats op aan dat de kinderen de tweede taal leren. Tijdens een bezoek aan het honderd procent Franstalige Rijsel leerde een VGC-delegatie dat men ook daar beseft dat de regio moet uitstralen naar Kortrijk.

11 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART (Verder in het Frans) In Rijsel volgen thans leerlingen van de basisschool lessen in het Nederlands, volgens diverse formules waaronder integraal taalbadonderwijs. De wederkerigheid waarover de heer Cerexhe het had, is zelfs niet nodig. Het komt er evenwel op aan de federale wet te wijzigen, waardoor het vandaag niet meer mogelijk is lessen te volgen in de andere landstaal. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik vind de argumentatie van het FDF te licht en ik ben trouwens blij dat de meeste politieke fracties van deze assemblee achter deze resolutie staan. (Algemeen applaus, behalve van het FDF) De heer Marc Cools (in het Frans).- Het boek "L enfant aux deux langues" beschrijft de eentalige van het Europa van morgen als een slachtoffer van het woord. Talen leren gaat het makkelijkst tot aan de leeftijd van 9 jaar. Een kind dat in die periode van zijn leven een tweede taal wordt aangeleerd, zal het later makkelijker hebben om een derde taal onder de knie te krijgen. Het voorstel van resolutie dat in de commissie werd herwerkt, is uitstekend en komt tegemoet aan de wens van de Franse Gemeenschap. Hoewel het een gemeenschapsbevoegdheid betreft, kan het Brussels parlement zich met zijn verzoek tot de regering wenden en pleiten voor de organisatie van tweetalig onderwijs. Het taalbadonderwijs wordt georganiseerd in 40 scholen in het Waals Gewest en slechts in 2, weldra 3 scholen, te Brussel. Het is inderdaad bijzonder moeilijk om in Brussel een dergelijk onderwijs te organiseren, hoofdzakelijk vanwege de taalwetten die in het Brussels Gewest van toepassing zijn. De taalwetten terzake zouden moeten worden herzien. In tegenstelling tot de taalvakanties of de Europese school is taalbadonderwijs niet discriminerend. Er is gebleken dat een taalbad geen afbreuk doet aan de kennis van de moedertaal. Ons Gewest is officieel tweetalig en het Nederlands is er de tweede taal. De kennis van het Nederlands is een vereiste voor een job in de overheidssector, maar vaak ook in de privé-sector. We mogen niet vergeten dat ons Gewest 22% werklozen telt. Het taalbadonderwijs vormt geen bedreiging voor de werkgelegenheid van het onderwijzend personeel. Onderwijzend personeel is doorgaans moeilijk te vinden en het is belangrijk dat de leraars les geven in hun moedertaal. De kwaliteit van het talenonderwijs is in de twee Gemeenschappen slecht, zoals blijkt uit de afwezigheid van laureaten bij openbare examens. Weldra zullen Franstalige leraars misschien verplicht worden taalbadcursussen in Vlaanderen te geven. Mevrouw Brigitte Grouwels.- CD&V steunt het voorstel van resolutie. We zijn van oordeel dat de kennis van beide talen van het Gewest van cruciaal belang is en we delen de bezorgdheid dat de talenkennis van jongeren er de laatste jaren niet op vooruit is gegaan. Alle leden van de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement zijn eveneens bezorgd dat de kennis van het Frans bij Nederlandstalige jongeren daalt. Wij zijn blij dat we in dit parlement hierover kunnen overleggen en samen conclusies kunnen trekken. De kennis van de twee talen van het Gewest is niet alleen belangrijk voor samenleven maar is ook een troef op de arbeidsmarkt. Het is een sleutel voor succesvol onderhandelen. Werkgevers beschouwen de operationele kennis van de andere grote landstaal als vanzelfsprekend maar dat is in de feiten niet het geval. Bedrijfsleiders klagen daarover. Wie eentalig is, komt moeilijk aan de bak. De werkloosheidscijfers in het Brussels Hoofdstedelijk gewest spreken boekdelen. Werklozen beheersen niet de juiste talencombinatie om aan werk te geraken. Wie een openbaar ambt wil uitoefenen, heeft een talentest van Selor nodig. De taalexamens van Selor hebben al herhaaldelijk tot discussies geleid. De resultaten van de taalexamens van Selor zijn trouwens verre van schitterend: niet eens de helft van de kandidaten slaagt en aan Franstalige kant zijn de resultaten zelfs ronduit pijnlijk. Naast een goede tweetaligheid Nederlands-Frans is ook meertaligheid van groot belang. Talenkennis blijft in alle omstandigheden een grote troef. In het internationale knooppunt dat Brussel is, is meertaligheid bij uitstek van belang. In vele vacatures wordt er zelfs, naast de kennis van Nederlands en Frans, een vlotte kennis van het Engels verwacht en vaak zelfs van nog andere Europese talen. De Europese aanbevelingen gaan uit van een talenkennis 1 plus 2, met andere woorden de kennis van de eigen moedertaal aangevuld met - minstens - twee andere Europese talen. In een recente publicatie van de VUB-vorser Rudy Janssens wordt gesteld dat niemand het in zijn hoofd zal halen te stellen dat het Engels een onbelangrijke taal is in Brussel omdat er maar een beperkt aantal Engelstaligen zijn. Wanneer dezelfde redenering op het Nederlands wordt toegepast lijkt dat voor sommigen dan weer de logica zelf. We mogen niet vergeten dat het in Brussel de ouders zelf zijn die vragende partij zijn voor extra aandacht voor taalonderricht. We stellen vast dat de ouders zelf vaak allerlei initiatieven nemen om de tweetaligheid van hun kinderen te verzekeren. Ik denk bijvoorbeeld aan taalkampen en aan het inschrijven van hun kind in een school van de andere taalgemeenschap. De ouders beseffen maar al te goed dat het van het grootste belang is dat hun kinderen tweetalig, taalvaardig en taalzekerder worden. Kinderen hiertoe stimuleren op jonge leeftijd zorgt trouwens voor de beste resultaten. Initiatieven om in scholen in het Brussels Gewest taalversterking in de hand te werken via het geven van een aantal vakken in de andere landstaal of het aantrekken van "native speakers", kunnen op onze goedkeuring rekenen. De mogelijkheden moeten voor de scholen worden geschapen, evenwel zonder enige vorm van verplichting. Ook moet het mogelijk zijn dat in één enkele school een gewoon curriculum bestaat naast het versterkt taalonderricht: niet alle kinderen zijn immers geschikt voor deze vorm van taallessen.

12 12 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Dat Franstaligen en Nederlandstaligen aan de Brusselse regering vragen overleg te plegen met de federale overheid om regelingen te treffen ten einde onderwijs van de beide landstalen in de Brusselse scholen mogelijk te maken, is positief, zelfs indien daartoe bepaalde aspecten van de taalwetgeving in onderwijszaken moet worden aangepast. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- De ambitie van deze resolutie moet tot haar juiste proporties worden teruggebracht. Men wil scoren en tegelijkertijd hoopt men snel vooruitgang te boeken. Die eerste symbolische stap heeft tot een ruime consensus geleid. Nu moet men erop toezien dat de regering haar verantwoordelijkheden neemt. Iedereen is het erover eens; vandaag beheersen de kinderen die het leerplicht onderwijs in de Franse gemeenschap verlaten de Franse taal niet. In een tweetalig gewest is dat een handicap met verstrekkende sociale gevolgen. Als we logisch willen blijven in het licht van ons betoog over werkgelegenheid en sociale inschakeling moeten wij handelen. Noch het Brussels Gewest, noch de COCOF hebben met de Franse gemeenschap samengewerkt en het voorbeeld gevolgd van het Waals Gewest dat een samenwerkingsakkoord heeft gesloten voor de organisatie van nuttige experimenten voor het aanleren van de Nederlandse taal. Wij zijn het eens over die vaststelling en de doelstelling, namelijk ervoor te zorgen dat de Brusselaars tweetalig worden, alsook over de middelen, maar om die doelstelling te bereiken, zal eenieder inspanning moeten leveren. De Franse Gemeenschap zal haar algemene onderwijsmethodes moeten herzien. Bovendien moet de Franse Gemeenschap alternatieve moelijkheden naar tweetalige scholen in Brussel aanbieden. We hebben dat nodig, en niet alleen voor degenen die reeds over de meeste kansen beschikken. Onze kinderen beheersen het Frans onvoldoende. Het streefdoel moet zijn in de twee talen uit te blinken. Daar zijn middelen voor nodig. Als men tot een algemene tweetaligheid wil komen, moet ook de Vlaamse Gemeenschap haar verantwoordelijkheid opnemen. De eisen van Vlaanderen voor meer tweetaligheid in Brussel mogen niet worden gezien als een manier om Brusselse arbeidsplaatsen toe te kennen aan personen uit Vlaanderen. De beste manier om dit voorkomen, is ervoor te zorgen dat onze kinderen tweetalig zijn als ze de school verlaten. Sommigen zouden blijkbaar om het aanleren van het Bulgaars te promoten boven dat van het Nederlands. Dat is de strategie van iemand die zich niet wenst open te stellen. Ik deel de wil om de Franstalige cultuur te verdedigen, maar het verwerpen van de andere taal is niet de beste manier om dat te bereiken. De stad Rijsel heeft begrepen dat zijn kansen lagen in het zich open stellen voor de andere omringende culturen: Engeland, Vlaanderen en Franstalig België. Brussel is een meervoudige hoofdstad die ook al zijn identiteiten zou kunnen gebruiken. Franstaligen en Nederlandstaligen zijn geen vijanden: het zijn twee minderheidsculturen ten opzichte van het Engels die gemeenschappelijke doelen hebben. We zijn ook een Europese hoofdstad met een uiteenlopende bevolking, wat geen handicap is, wel integendeel. De inwoners van Brussel kunnen een band vormen met hun landen van oorsprong, culturele ambassadeurs worden, efficiënte handelsattachés. U stelt doelen en troeven tegen elkaar op en u herleidt ze, terwijl ik ze liever optel. Als uw standpunt evolueert en u een bredere consensus wil, stem dan voor deze resolutie. De heer Didier van Eyll (in het Frans).- Als men een resolutie had ingediend waarin gesteld wordt dat we voorstander zijn van een versterking van het taalonderwijs in de hedendaagse wereld, dan hadden we die goedgekeurd. De heer Adriaens zegt zelf dat de verbetering van het huidige systeem meer effect zou hebben dan het lanceren van proefprojecten. De resolutie bepleit tweetalig onderwijs op jonge leeftijd via de vrije schoolkeuze, zonder andere organisatorische regels. U volgt de eenvoudige Frans- Nederlandse tweetaligheid, daarbij weinig rekening houdend met een extreem belangrijk aspect bij het leren, de motivatie. U spreekt over een tweetalige stad alsof het een tweetalige maatschappij betrof. Dromen volstaan niet om de werkelijkheid te veranderen. Het project heeft geen pedagogische relevantie. Verschillende deskundigencommissies hebben zich uitgesproken tegen het op jonge leeftijd vroegtijdig aanleren van talen. Ook al is dit voor sommigen de beste manier, toch mogen we niet aanvaarden dat dit een nachtmerrie wordt voor anderen. In het verslag van de Raad voor Onderwijs en Vorming van 2002 werd voorgesteld dat men zich bovenal moest concentreren op de beheersing van de moedertaal. Uw resolutie aannemen zal bijgevolg, volgens mij, alleen half-taligen opleveren wat niet relevant is, noch in maatschappelijk opzicht, noch op pedagogisch en organisatorisch gebied. We mogen redelijkerwijs niet toestaan dat dit systeem de keuze laat aan de studenten. Ik heb acht voorstellen om het huidige systeem voor het aanleren van talen te verbeteren, het mag niet tot een snufje verworden. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- De Brusselse regering heeft niet de bedoeling zich de bevoegdheden van de Gemeenschappen toe te eigenen. Ik ben echter niet voor de exclusieve identiteit en ik meen dat men zich in deze Vergadering over alle onderwerpen mag uiten. Waarom zou een samenwerkingsakkoord mogelijk zijn tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest maar niet tussen de Gemeenschappen en het Brusselse Gewest? Wij willen dat er per Brusselse gemeente drie scholen zijn waar tweetalig onderwijs wordt gegeven, wat niet in tegenspraak is met de bekommernissen aangaande de beheersing van de moedertaal.

13 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART Tot slot moet ons Gewest, meer nog dan de andere, wederzijdse betrekkingen vergemakkelijken. Er is geen bezwaar dat onderwijzers betaald blijven door een Gemeenschap om enkele uren les te geven in de andere Gemeenschap. Bovendien zou de reciprociteit het gras voor de voeten wegmaaien van zij die beweren dat dit voorstel van resolutie zou schaden aan de Franstalige onderwijzers. De heer Robert Delathouwer.- Het zal u niet verwonderen dat ik het voorstel steun. Meer dan zes jaar geleden richtte ik samen met mevrouw Willame de vereniging TIBEM op, die ongeveer dezelfde doelstellingen heeft als het voorstel dat vandaag voorligt. Wij stelden toen namelijk vast dat de functionele tweetaligheid erop achteruitging. Het tweede uitgangspunt was dat dit te wijten was aan zowel het Franstalige als het Nederlandstalige onderwijs. Het Franstalige onderwijs heeft altijd al minder tweetaligen afgeleverd. Maar ook in het Nederlandstalige ging men op dat vlak bij gebrek aan motivatie achteruit. De opvatting leek te overheersen dat het beter was om één taal goed te beheersen. Dat staat totaal in contrast met de vaststelling dat de kennis van het Frans wel nodig is. Ongeschoold zijn heeft te maken met het niet beheersen van de andere taal. Een dergelijke invalshoek is voldoende om erover in dit parlement te praten. In Rijsel heeft men begrepen dat het economische, culturele en sociale hinterland in Vlaanderen ligt. Men doet daarvoor inspanningen op sociaal-economisch vlak. Het is hoog tijd om te veranderen. Het is niet belangrijk wat men doet maar het doel moet zijn dat er meer meertalige kinderen zijn die met iedereen kunnen communiceren en een job vinden. Men kan het best op een georganiseerde manier werken. In de Franse gemeenschap is men voor op de Vlaamse gemeenschap. In het biculturele onderwijs stelt men vast dat kinderen geen problemen hebben om verschillende talen te leren. Diverse academici stellen eveneens dat men kinderen het liefst zo jong mogelijk verschillende talen aanleert. Dat dient wel op een georganiseerde manier te gebeuren. Een vaststelling is eveneens dat het biculturele onderwijs de doorstroming van de kinderen naar het ASO bevordert. Vlaanderen staat op dat vlak achter. Vier jaar geleden was minister Vanhengel in de VGC tegen tweetalig onderwijs. Hij vindt dat het Nederlandstalige onderwijs in Brussel voldoende tweetaligen aflevert en dat men de concurrentiepositie van het Nederlandstalige onderwijs moet behouden. Resultaten wijzen evenwel uit dat afgestudeerden van Nederlandstalige scholen in Brussel niet tweetalig zijn. De situatie in Vlaanderen is erger. Vier jaar geleden nam Vlaams minister Vanderpoorten hetzelfde standpunt in als minister Vanhengel. Ondertussen is ze geëvolueerd en heeft ze zelf voorstellen gedaan om een taalbad en meertalig onderwijs mogelijk te maken. In Vlaams Brussel en Vlaanderen is men dezelfde weg aan het opgaan. Als Europese hoofdstad is het fundamenteel dat Brussel zijn tweetaligheid bewaart. Dat is een krachtig signaal dat we niet altijd ruzie maken over talen maar dat we willen dat er twee talen worden gesproken. Taal is een middel om te communiceren. Kennis van meerdere talen laat toe om met meer mensen te communiceren. Ik zie niet in dat men daartegen kan zijn. De heer Paul Galand (in het Frans).- Elk kind in Brussel moet volop de kans krijgen te genieten van de voordelen van deze stad, die als katalysator werkt voor de culturen. Het moet afgelopen zijn met het krampachtig en angstig vasthouden aan de eigen taal. In het parlement van de Franse Gemeenschap heerst er meer openheid dan sommige Nederlandstalige collega s wel denken. De Brusselse regering heeft te weinig ambitie en zin voor initiatief aan de dag gelegd op het vlak van interculturele relaties en het organiseren van taalbaden. De toekomst van de Brusselaars hangt af van de vooruitgang die Brussel maakt. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- Hoe kan men zo rabiaat anti-vlaams zijn? Hoe kan men tegen een resolutie zijn waarin staat dat het leren van een tweede taal fundamenteel is? Hoe kan men beweren dat motivatie de sluitsteen is van het onderwijs? De PS-fractie en ikzelf zijn tevreden dat we ertoe hebben bijgedragen dat de oorspronkelijke resolutie een ruimere invulling heeft gekregen en ook aan duidelijkheid heeft gewonnen. Taalbaden zijn voor ons geen obsessie, maar ze hebben de verdienste dat het FDF een tandje mag bijsteken. Dit is slechts een resolutie, ik raad u aan om niet al uw krachten te verspillen. De heer Didier van Eyll (in het Frans).- Mevrouw Mouzon is het democratisch debat duidelijk genegen. Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- Tijdens het debat over de opvang van patiënten in hun eigen taal, heb ik er al voor gepleit om ons door het gezond verstand te laten leiden. Ik zal voor deze ordonnantie stemmen, en wel om verschillende redenen: ik leef als Belgische in een meertalige omgeving en ik ben mij bewust van de rijkdom die dit biedt; als volksvertegenwoordigster wil ik de twee talen spreken en sta ik niet onverschillig tegenover het hoge werkloosheidscijfer en de gevolgen van eentaligheid; en ten slotte vind ik dat meertaligheid een troef is voor de professionele ontwikkeling en de sociale ontplooiing. Er moeten inspanningen worden geleverd om de kwaliteit van ons onderwijs op te krikken. Kinderen van vreemde afkomst die het Frans niet beheersen, zijn de weerspiegeling van een onderwijssysteem met twee snelheden. We moeten een pragmatische benadering stimuleren, waarin steriele communautaire uitwassen geen kans maken. - De discussie is gesloten. Bespreking van de consideransen en het dispositief De Voorzitter.- Ik heb een amendement nr. 1 ontvangen van de heren de Patoul c.s. dat ertoe strekt na de derde considerans de volgende considerans in te voegen: "Gezien het belang van de uitbreiding van de Europese Unie en het bijzondere statuut van Brussel, dat op zijn grond-

14 14 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG gebied de belangrijkste instellingen van de Europese Unie en talrijke burgers uit de 25 lidstaten heeft". Ik heb ook een amendement nr. 2 ontvangen van de heren de Patoul c.s. dat ertoe strekt na het eerste verzoek het volgende verzoek in te voegen: "Verzoekt de federale regering, de gemeenschaps- en gewestregeringen elk overleg aan te vatten met de instellingen van de Europese Unie met het oog op de financiering van een ruimer onderricht van de talen van de Europese Unie". - De stemming over deze amendementen wordt aangehouden. - De andere consideransen en punten van het dispositief worden zonder opmerking aangenomen. - De vergadering wordt om uur gesloten. BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: de heer Jean-Luc Vanraes, de heer Jacques De Grave, mevr. Caroline Persoons en de heer Philippe van Cranem, wegens gezondheidsredenen, de heer Guy Vanhengel, wegens het overlijden van zijn moeder, de heren Jan Béghin, Jean-Pierre Cornelissen, Bernard Ide en Sven Gatz, in het buitenland. BIJLAGEN ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN: -het beroep tot vernietiging van de artikelen 16, 2, en 18, 4, van de wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, ingesteld door de v.z.w. Ligue des droits de l'homme en de v.z.w. Liga voor mensenrechten (nr van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN: -de prejudiciële vragen betreffende artikelen 79 tot 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, de Rechtbank van eerste aanleg te Neufchâteau, de Rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel en het Hof van Beroep te Gent (nrs. 2869, 2879, 2897, 2898, 2899, 2931, 2932 en 2939 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 841, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 263, eerste lid, 3, en tweede lid, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (artikel 358, eerste lid, 3, en tweede lid, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nr van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 113 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN DE VOLGENDE ARRESTEN: -arrest nr. 29 /2004 uitgesproken op 3 maart 2004, in zake: de beroepen tot vernietiging van artikel 157 van de programmawet van 2 augustus 2002, ingesteld door R. Harnie en J. Vandenbussche en door M. De Mulder en anderen (nrs en 2645 van de rol). -arrest nr. 30/2004 uitgesproken op 3 mars 2004, in zake: de beroepen tot vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002 «tot wijziging van het administratief en geldelijk statuut van de leden van het administratief personeel, het vak-, meesters- en dienstpersoneel van de Rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs», ingesteld door M.-R. Cornil en A. Lafontaine (nrs en 2643 van de rol). -arrest nr. 31 /2004 uitgesproken op 3 maart 2004, in zake: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 4, 22, 23, 25 en 26 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 juli 2002 «houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968», ingesteld door de v.z.w. Hubertusvereniging Vlaanderen en anderen (nr van de rol). -arrest nr. 32/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 25 van de wet van 19 juli 1930 tot oprichting van de Regie van Telegraaf en Telefoon, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (nr van de rol). -arrest nr. 33/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake:

15 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, ingesteld door de b.v.b.a. Spielothek België en door de «Union professionnelle interprovinciale de l automatique» en anderen (nrs en 2555 van de rol). -arrest nr. 34/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag over artikel 28, tweede lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Bergen (nr van de rol). -arrest nr. 35/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag over artikel 5ter van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ingevoegd bij artikel 20 van de bijzondere wet van 13 juli 2001, gesteld door de Raad van State (nr van de rol). -arrest nr. 36/2004 uitgesproken op 10 mart 2004, in zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 171 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven (nr van de rol). -arrest nr. 37/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 53, 14, en 62 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge en de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven (nrs en 2765 van de rol). -arrest nr. 38/2004 uitgesproken op 10 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 37 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gesteld door het Hof van Beroep te Luik (nr van de rol). -arrest nr. 39/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: het beroep tot vernietiging van de artikelen 9, 10, 12, 13 en 15 van de wet van 7 juli 2002 «tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek», ingesteld door de v.z.w. Ceneger en A. Crabbe (nr van de rol). -arrest nr. 40/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 42 van de wet van 28 december 1983 houdende fiscale en begrotingsbepalingen en artikel 11 van de wet van 16 april 1997 houdende diverse fiscale bepalingen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (nr van de rol). -arrest nr. 41/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag over artikel 139 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, gesteld door de Raad van State (nr van de rol). -arrest nr. 42/2004 uitgesproken op 2004, in zake: het beroep tot vernietiging van artikel 69, eerste en tweede lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals ingevoegd door artikel 7 van de wet van 12 juni 2002, ingesteld door H. Luyckx en F. Erens (nr van de rol). -arrest nr. 43/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: de prejudiciële vragen betreffende artikel 37, tweede lid, 1, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nrs en 2693 van de rol). -arrest nr. 44/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: de prejudiciële vraag over artikel 49, derde lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, zoals gewijzigd bij de wet van 2 februari 1994, gesteld door een onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Hoei (nr van de rol). -arrest nr. 45/2004 uitgesproken op 17 maart 2004, in zake: verbeterde het beroep tot vernietiging van artikel 43 van de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, ingesteld door de Waalse Regering (nr van de rol). BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN Bij brief van 15 maart 2004, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2004 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 1 van afdeling 15. Bij brief van 15 mart 2004, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2004 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 1 van afdeling 14. Bij brief van 22 mart 2004, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2004 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 0 van afdeling 10. WIJZIGING VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES -Bij brieven van 18 maart 2004, delen de SP-AGA-fractie en de CD&V-fractie de volgende wijziging mee:

16 16 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN, BELAST MET DE LOKALE BESTUREN EN DE AGGLOMERATIEBEVOEGDHEDEN de aanwijzing van de heer Walter VANDENBOSSCHE als vast lid van de Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden, ter vervanging van de heer Jan BÉGHIN. AANWEZIGHEDEN IN COMMISSIES Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 11 maart 2004 De heer Claude Michel. De heer Michel Van Roye. De heer Joël Riguelle. De heer Jan Béghin. Plaatsvervangers De heer Willy Decourty. De heer Sven Gatz. Andere leden De heren Mohamed Azzouzi, Michel Moock. De heer Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Danielle Caron, de heren Serge de Patoul, Vincent De Wolf, mevr. Marion Lemesre, de heren Bernard Ide, Fouad Lahssaini, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Anne- Sylvie Mouzon, de heren Rudi Vervoort, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 11 maart 2004 De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools. Mevr. Marie-Rose Geuten. De heren Mohamed Azzouzi, Willy Decourty. De heer Jos Van Assche. De heer Sven Gatz. Plaatsvervangers De heren Christos Doulkeridis, Michel Van Roye. Andere leden De heren Alain Adriaens, Denis Grimberghs, mevr. Anne-Françoise Theunissen. De heer Didier van Eyll. De heer Jacques De Grave, mevr. Isabelle Molenberg, de heren Philippe van Cranem, Alain Daems, Yaron Pesztat, mevr. Michèle Carthé, de heer Benoît Cerexhe. Bijzondere commissie voor het Reglement 12 maart 2004 Mevr. Magda De Galan. De heer Jan Béghin. De heer Jean-Pierre Cornelissen. De heren Mostafa Ouezekhti, Bernard Ide. De heren Rudi Vervoort, Dominiek Lootens-Stael, Sven Gatz, Robert Delathouwer. De heer Benoît Cerexhe, mevr. Brigitte Grouwels, mevr. Caroline Persoons, de heer Joël Riguelle. De heren Marc Cools, Alain Daems. Mevr. Danielle Caron, de heren Mohamed Azzouzi, Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, Johan Demol, Erik Arckens, Jean-Luc Vanraes, mevr. Yamila Idrissi. Mevr. Marion Lemesre, de heer Christos Doulkeridis. Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud en waterbeleid 16 maart 2004 De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, mevr. Dominique Dufourny, mevr. Béatrice Fraiteur, mevr. Caroline Persoons, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer François Roelants du Vivier. De heren Alain Adriaens, Michel Van Roye. De heren Mohamed Azzouzi, Joseph Parmentier. De heer Robert Delathouwer. Plaatsvervangers De heer Jean-Pierre Cornelissen. De heer Christos Doulkeridis. Mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Moock, mevr. Julie de Groote, de heer Erik Arckens. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 16 maart 2004 De heren Jean-Pierre Cornelissen, Mostafa Ouezekhti. De heren Alain Daems, Yaron Pesztat. De heer Alain Bultot, mevr. Michèle Carthé, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire.

17 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART Plaatsvervanger De heer Jacques De Grave. Andere leden De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp (ter vervanging van de heer Vincent De Wolf), mevr. Dominique Dufourny (ter vervanging van de heer Philippe van Cranem), de heer Sven Gatz. De heer Vincent De Wolf, mevr. Brigitte Grouwels, de heren Jos Van Assche, Philippe van Cranem. De heren Bernard Clerfayt, François Roelants du Vivier, mevr. Marie-Rose Geuten. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 17 maart 2004 De heren Jean-Pierre Cornelissen, Claude Michel. De heer Bernard Ide, mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heren Michel Moock, Mahfoudh Romdhani. Plaatsvervangers De heer Philippe Smits. De heer Benoît Cerexhe. Andere leden Mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Danielle Caron (ter vervanging van de heer Serge de Patoul), de heer Vincent De Wolf (ter vervanging van mevr. Françoise Bertieaux), mevr. Dominique Dufourny (ter vervanging van mevr. Françoise Schepmans), mevr. Marion Lemesre, de heer Rudi Vervoort. Mevr. Françoise Bertieaux, de heren Serge de Patoul, Denis Grimberghs, mevr. Françoise Schepmans. Mevr. Marie-Jeanne Riquet, mevr. Isabelle Emmery, de heren Johan Demol, Jan Béghin. Verenigde commissies voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden en voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 17 maart 2004 Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden De heer Vincent De Wolf, mevr. Marion Lemesre, de heer Claude Michel. De heer Michel Van Roye. Mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. Plaatsvervanger De heer Jean-Pierre Cornelissen (ter vervanging van de heer Serge de Patoul). Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek Mevr. Danielle Caron, de heer Philippe Smits. De heer Alain Daems. De heer Mohamed Daïf. Mevr. Julie de Groote. Plaatsvervangers Mevr. Geneviève Meunier. De heer Mahfoudh Romdhani. Ander lid Mevr. Dominique Dufourny (ter vervanging van de heer Alain Zenner). De heren Serge de Patoul, Joël Riguelle, mevr. Marie- Jeanne Riquet, de heer Alain Zenner. De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Dominiek Lootens-Stael, Jan Béghin. Mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie-Rose Geuten, mevr. Anne-Françoise Theunissen, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Isabelle Emmery, de heer Erik Arckens, mevr. Yamila Idrissi. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 17 maart 2004 Mevr. Danielle Caron, mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer Philippe Smits. De heer Alain Daems, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Sfia Bouarfa, de heer Mohamed Daïf, mevr. Isabelle Emmery. Mevr. Julie de Groote. Plaatsvervangers De heer Christos Doulkeridis. De heer Mahfoudh Romdhani. Andere leden

18 18 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp (ter vervanging van de heer Serge de Patoul), mevr. Dominique Dufourny (ter vervanging van de heer Alain Zenner). De heren Serge de Patoul, Alain Zenner. Mevr. Marie-Rose Geuten, de heer Erik Arckens, mevr. Yamila Idrissi. Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 18 maart 2004 De heer Claude Michel. De heer Bernard Ide. De heer Jan Béghin. Andere leden De heren Stéphane de Lobkowicz, Michel Moock. De heer Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Danielle Caron, de heren Serge de Patoul, Vincent De Wolf, mevr. Marion Lemesre, de heren Fouad Lahssaini, Michel Van Roye, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heren Rudi Vervoort, Joël Riguelle, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 18 maart 2004 De heren Eric André, Jean-Pierre Cornelissen, Olivier de Clippele, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons. De heren Alain Adriaens, Michel Van Roye. Mevr. Magda De Galan, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervangers Mevr. Geneviève Meunier. De heer Michel Moock. De heer Denis Grimberghs Ander lid Mevr. Marion Lemesre. De heer Serge de Patoul. De heren Christos Doulkeridis, Dominiek Lootens- Stael. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 22 maart 2004 De heren Jean-Pierre Cornelissen, Olivier de Clippele, Mostafa Ouezekhti. Mevr. Magda De Galan, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervangers De heer Marc Cools. De heer Bernard Ide. Andere leden De heren Alain Bultot, Yves de Jonghe d'ardoye d'erp (ter vervanging van de heer Eric André). De heren Alain Adriaens, Eric André, Jan Béghin, Christos Doulkeridis, Sven Gatz, mevr. Caroline Persoons, de heren Mahfoudh Romdhani, Michel Van Roye. De heren Serge de Patoul, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud en waterbeleid 23 maart 2004 De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, mevr. Dominique Dufourny, mevr. Béatrice Fraiteur, mevr. Caroline Persoons, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer François Roelants du Vivier. De heer Alain Adriaens. De heren Mohamed Azzouzi, Joseph Parmentier. Plaatsvervanger De heer Jean-Pierre Cornelissen. De heer Robert Delathouwer. Mevr. Geneviève Meunier, de heren Michel Van Roye, Michel Moock, mevr. Julie de Groote, de heer Erik Arckens.

19 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 26 MAART Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 24 maart 2004 Mevr. Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie-Jeanne Riquet. Mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Isabelle Emmery. Mevr. Julie de Groote. Plaatsvervanger De heer Paul Galand. Andere leden Mevr. Dominique Dufourny (ter vervanging van de heer Philippe Smits), de heer Michel Moock (ter vervanging van de heer Mohamed Daïf). De heren Alain Daems, Mohamed Daïf, Philippe Smits. De heer Alain Zenner, mevr. Marie-Rose Geuten, de heer Erik Arckens, mevr. Yamila Idrissi. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 24 maart 2004 De heer Claude Michel. Mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heer Michel Moock. De heer Denis Grimberghs. De heren Jean-Pierre Cornelissen, Bernard Ide, mevr. Françoise Schepmans. Mevr. Françoise Bertieaux, de heer Serge de Patoul, mevr. Marie-Jeanne Riquet, mevr. Isabelle Emmery, de heren Mahfoudh Romdhani, Johan Demol, Jan Béghin. Verenigde commissies voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken en voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 25 maart 2004 Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken De heer Olivier de Clippele. Mevr. Magda De Galan. De heer Benoît Cerexhe. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek De heren Serge de Patoul, Philippe Smits. Mevr. Anne-Françoise Theunissen. Ander lid De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp. Mevr. Sfia Bouarfa, de heren Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, mevr. Brigitte Grouwels, de heer Dominiek Lootens-Stael, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Mostafa Ouezekhti. De heer Eric André, mevr. Caroline Persoons, de heren Alain Adriaens, Christos Doulkeridis, Michel Van Roye, Rudi Vervoort. Mevr. Danielle Caron, mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer Alain Zenner, mevr. Marie-Rose Geuten, de heer Mohamed Daïf, mevr. Isabelle Emmery, mevr. Julie de Groote, de heer Erik Arckens, mevr. Yamila Idrissi. Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 25 maart 2004 De heren Serge de Patoul, Claude Michel. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Joël Riguelle. Plaatsvervanger De heer Paul Galand. Ander lid De heer Denis Grimberghs. De heren Jan Béghin, Bernard Ide. De heer Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Danielle Caron, de heer Vincent De Wolf, mevr. Marion Lemesre, de heren Fouad Lahssaini, Michel Van Roye, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heren Rudi Vervoort, Dominiek Lootens-Stael.