Advies Centraal Fonds Volkshuisvesting inzake derivatenportefeuille en derivatenbeleid van Vestia

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies Centraal Fonds Volkshuisvesting inzake derivatenportefeuille en derivatenbeleid van Vestia"

Transcriptie

1

2

3 Advies Centraal Fonds Volkshuisvesting inzake derivatenportefeuille en derivatenbeleid van Vestia Naarden, 11 november 2011 Samenvatting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden 2 Aard en omvang van de derivatenportefeuille 2.1 Inleiding 2.2 Aard en omvang van de derivatenportefeuille 31 december Beeld derivatenportefeuille 3 Derivatenbeleid, administratieve organisatie en interne beheersing 3.1 Inleiding 3.2 Derivatenbeleid Vestia 3.3 Administratieve organisatie en interne beheersing 4 Afbouwscenario s Vestia 4.1 Inleiding 4.2 Beschrijving en beoordeling voorgestelde afbouwscenario s 4.3 Alternatief raamwerk 4.4 Adviezen 5 Informatievoorziening door Vestia 5.1 Inleiding 5.2 Informatievoorziening richting externe toezichthouder 6 Verscherpt toezicht door het Fonds 6.1 Inleiding 6.2 Herstelplan 6.3 Monitoringsafspraken Bijlage Voorbeeld Format herstelplan

4 Samenvatting Vestia is een kapitaalintensieve organisatie waarbij een actief renterisicobeheer met behulp van derivaten onderdeel uitmaakt van het financiële beleid. Aan het gebruik van derivaten zijn echter risico s verbonden zoals onder meer het liquiditeitsrisico. Door de daling van de rentevoet vanaf medio september openbaarde bij Vestia het liquiditeitsrisico zich en ontstond er een liquiditeitsbehoefte uit hoofde van margin calls van 850 miljoen en daarnaast een liquiditeitsbehoefte uit hoofde van herfinanciering van 200 miljoen. Voor de financiering van deze liquiditeiten heeft Vestia een beroep gedaan op de tijdelijke liquiditeitssteun van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bovengenoemde ontwikkelingen zijn voor het Centraal Fonds aanleiding geweest om nader onderzoek uit te voeren naar de aard en omvang van de derivatenportefeuille, het derivatenbeleid en de administratieve organisatie en interne beheersing bij Vestia. Omvangrijke portefeuille die niet alleen renterisico s afdekt Vestia heeft, op een omvang van 5 miljard aan leningen, per 31 december 2010 een derivatenportefeuille van 17,2 miljard. Per 7 november 2011 is de omvang van de portefeuille 21,6 miljard. De portefeuille is zeer omvangrijk en complex, met een samenstelling die op onderdelen niet passend is bij een woningcorporatie. Er is sprake van een negatieve marktwaarde van de derivaten van circa 1,8 miljard in november De looptijden van de contracten gaan tot De portefeuille bestaat voor 10,7 miljard uit rente-optimalisatieproducten. Met rente-optimalisatieproducten worden geen renterisico s van de corporatie afgedekt. De aard, omvang en looptijden van de derivatenportefeuille geven het beeld van een corporatie die op basis van een rentevisie haar treasury-activiteiten uitvoert. De treasury-activiteiten van Vestia beperken zich niet alleen tot het afdekken van renterisico s aan de hand van een vooraf bepaald risicokader. De activiteiten zijn met name gericht op rente-optimalisatie met een mogelijk speculatief karakter. Ook blijven verliezen op bestaande derivaten zodanig gehedged dat deze in de verslaggeving niet zichtbaar zijn. Risicobeheersing is onvoldoende: aanzienlijke wijzigingen en verbeteringen nodig Het Fonds is van mening dat de risicobeheersing bij Vestia onvoldoende is en op een aantal onderdelen aanzienlijke verbeteringen en wijzigingen vereist zijn. Het Fonds constateert in deze rapportage tien verbeterpunten. Zo ontbreekt een profesioneel kwantitatief risicokader bij Vestia en worden liquiditeitsrisico s onvoldoende gemonitord. De handelingsvrijheid van de treasurer dient ingeperkt te worden en in de procedure rondom het aangaan van derivatencontracten moeten meer waarborgen ingebouwd zijn. In de treasurycommissie dienen meer checks and balances ingebouwd te worden en de raad van commissarissen dient zijn toezicht op het treasurybeleid te verbeteren en intensiveren.

5 Voorstel Vestia voor afbouw portefeuille onvoldoende Vestia heeft een voorstel neergelegd voor gedeeltelijke en geleidelijke afbouw van de derivatenportefeuille. Vestia richt zich daarbij vooral op reductie van het huidige volume aan uitstaande derivatenposities, in plaats van reductie van de risico s in de portefeuille. Mede gelet op de enorme liquiditeitsrisico s en mogelijke systeemrisico s die zich ook op korte termijn kunnen materialiseren, is het voorstel ook niet urgent genoeg. Het voorstel van Vestia is daarmee volstrekt onvoldoende. In deze rapportage schetst het Fonds de hoofdlijnen van een alternatief raamwerk voor afbouw van de portefeuille. Informatievoorziening aan de extern toezichthouder laat te wensen over Gedurende het onderzoek is Vestia niet in staat gebleken om alle gevraagde informatie tijdig, volledig en consistent aan het Fonds te leveren. Gelet op de enorme liquiditeitsrisico s in de portefeuille van Vestia, de mogelijke systeemrisico s, ook voor de achtervang en het urgente belang om op korte termijn tot risicoreductie te komen, is dergelijk gedrag niet verantwoord. Verscherpt toezicht door het Fonds Het Fonds zal Vestia onder verscherpt toezicht stellen totdat de risico s in de derivatenportefeuille naar het oordeel van het Fonds voldoende beheersbaar zijn gemaakt. Het Fonds zal Vestia manen om een herstelplan op te stellen. Het Fonds zal dat herstelplan beoordelen conform de verbeterpunten en aanbevelingen uit deze rapportage. Het Fonds zal de uitvoering van de herstelmaatregelen nauwgezet monitoren. Daartoe kan een tripartiete stuurgroep bestaande uit het Fonds, WSW en ministerie van BZK worden ingesteld, die rapporteert aan de minister. Dit alles laat onverlet dat Vestia op de kortst mogelijke termijn haar verantwoordelijkheid moet nemen. Zij moet zelf per direct beginnen met het afbouwen van risico s in de derivatenportefeuile en voorkomen dat die risico s nog groter worden dan ze nu al zijn.

6 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Vestia is een kapitaalintensieve organisatie waarbij een actief renterisicobeheer met behulp van derivaten onderdeel uitmaakt van het financiële beleid. Aan het gebruik van derivaten zijn echter risico s verbonden zoals onder meer het liquiditeitsrisico. Indien de marktwaarde van een derivatencontract van Vestia aanzienlijk daalt, kan dit betekenen dat de potentiële vordering die de tegenpartij heeft, dermate stijgt dat deze een onacceptabel debiteurenrisico loopt. Andersom geldt dat er voor Vestia een vergelijkbare situatie kan ontstaan bij de stijging van de marktwaarde van een derivatencontract. Om dit te ondervangen worden tussen partijen in de derivatenmarkt afspraken gemaakt om onderpand te storten indien de marktwaarde van de derivatenportefeuille onder een bepaald niveau daalt. Dit wordt aangeduid met het voldoen van margin calls. Deze afspraken hierover zijn vastgelegd in de zogenaamde Credit Support Annex die een afzonderlijke bijlage vormt bij het derivatencontract. Door de daling van de rentevoet vanaf medio september openbaarde het liquiditeitsrisico zich en ontstond er bij Vestia een liquiditeitsbehoefte uit hoofde van margin calls van 850 miljoen en daarnaast een liquiditeitsbehoefte uit hoofde van herfinanciering van 200 miljoen. Voor de financiering van deze liquiditeiten heeft Vestia een beroep gedaan op de tijdelijke liquiditeitssteun van het WSW. Per brief van 26 september 2011 is het WSW overgegaan tot het borgen van deze tijdelijk liquiditeitstekorten (in plaats van reguliere facilitering) op grond van het feit dat regulier geborgde leningen niet mogen worden ingezet voor liquiditeitsbehoeften uit hoofde van margin calls vanwege derivaten (geen aanvaardbaar bestedingsdoel). Borgen van tijdelijke liquiditeitstekorten vereist afstemming met de achtervangers over de voorwaarden waaronder deze kan plaatsvinden, hetgeen eind september heeft plaatsgevonden. Bovengenoemde ontwikkelingen zijn voor het Fonds aanleiding geweest om nader onderzoek uit te voeren naar de aard en omvang van de derivatenportefeuille, het derivatenbeleid en de administratieve organisatie en interne beheersing bij Vestia. Het Fonds was in juli 2011 reeds een algemeen themaonderzoek gestart naar het gebruik van derivaten door woningcorporaties en de daar aan verbonden risico s. De informatie die vanuit dit onderzoek is verkregen, is tevens betrokken in het nader onderzoek bij Vestia. In de periode na september hebben diverse overleggen plaatsgevonden tussen Vestia, het WSW, het ministerie van BZK en het Fonds. Naar aanleiding daarvan heeft Vestia besloten om de derivatenportefeuille af te bouwen teneinde de liquiditeitsrisico s te reduceren. Dit is door Vestia bevestigd in de brief van 8 november 2011 aan het WSW, waarin scenario s worden geschetst om de derivatenportefeuille af te bouwen. Het Fonds heeft de scenario s betrokken bij het nader onderzoek. In voorliggend document zijn de bevindingen naar aanleiding van het nader onderzoek door het Fonds bij Vestia weergegeven. Deze bevindingen zijn zoveel mogelijk gecombineerd met aanbevelingen, waarbij het Fonds in het laatste hoofdstuk tevens een voorstel doet voor de invulling van het externe toezicht bij Vestia in de komende periode.

7 1.2 Beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden Het Fonds heeft allereerst de aard en omvang van de derivatenportefeuille bij Vestia in kaart gebracht. De basis voor dit deel van het advies vormt het van de treasurer van Vestia verkregen Swap overzicht 2010 CFV per mail d.d. 7 november De resultaten van dit onderdeel van het onderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 2. Voorts is de opzet van het derivatenbeleid en de administratieve organisatie en interne beheersing rondom de derivatenportefeuille bij Vestia onderzocht. De basis voor dit deel van het advies vormen de gesprekken die op 4 en 25 oktober 2011 met de heer E. Staal (directeurbestuurder), de heer K. Wevers (directeur financiën en control) en de heer M. de Vries (treasurer) hebben plaatsgevonden. Daarnaast is gebruik gemaakt van de antwoorden van Vestia op de vragenlijst van het CFV-themaonderzoek. Verder zijn er naar aanleiding van het gesprek op 4 oktober 2011 aanvullende vragen door het Fonds uitgezet bij Vestia en zijn aanvullende documenten opgevraagd die tevens zijn betrokken bij het onderzoek. De resultaten van dit deel van het onderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt een eerste beoordeling gegeven van de afbouwscenario s zoals Vestia die in de brief van 8 november 2011 aan het WSW heeft benoemd. Hierbij wordt ingegaan op de vraag of deze scenario s realistisch en uitvoerbaar zijn en het beoogde effect kunnen opleveren. Ten behoeve van deze eerste beoordeling heeft het Fonds zich laten bijstaan door een extern adviseur. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de informatievoorziening door Vestia aan het Fonds in dit dossier tot nu toe. In hoofdstuk 6 wordt een voorstel gedaan voor de invulling van het externe toezicht door het Fonds bij Vestia in de komende periode middels verscherpt toezicht.

8 2 Aard en omvang van de derivatenportefeuille 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aard en de omvang van de treasuryportefeuille van Vestia. De basis voor dit deel van het advies vormt het van de treasurer verkregen Swap overzicht 2010 CFV per mail d.d. 7 november Hieruit blijkt de derivatenpositie en de positie in variabele leningen van Vestia per 31 december Daarnaast zijn de verwachtingen omtrent de omvang van de portefeuille variabele leningen in de toekomst hierin opgenomen. Uit de brief van Vestia aan het WSW d.d. 8 november 2011 blijkt dat de totale derivatenportfeuille sinds ultimo 2010 van 17,2 miljard nog met 4,4 miljard is toegenomen naar 21,6 miljard. De juistheid en volledigheid van het Swap overzicht 2010 CFV zijn op basis van de werkzaamheden van het Fonds niet nader vastgesteld. De tijdspanne van het onderzoek liet dit niet toe. Overigens is op basis van de werkzaamheden tot op heden niet gebleken dat de posities in het overzicht niet juist en volledig zouden zijn. In een vervolgtraject dienen de uitkomsten van het onderzoek van het WSW door het Fonds beoordeeld te worden. Afhankelijk van de uitkomsten daarvan zal het Fonds de juistheid en volledigheid van de administratie van Vestia waar nodig nader onderzoeken. 2.2 Aard en omvang derivatenportefeuille 31 december 2010 Op basis van het Swap overzicht 2010 CFV blijkt dat Vestia gebruik maakt van de volgende derivaten: Soort en korte omschrijving Hoofdsom (x 1 miljard) A Plain vanilla: Enkelvoudige instrumenten, overzichtelijk risicoprofiel. Dit betreffen in beginsel gebruikelijke producten in de sector. A.1 Payer swap 6,5 De payer swap is een contract waarbij Vestia de vaste rente betaalt en de variabele rente ontvangt. A.2 Receiver swap De receiver swap is een contract waarbij Vestia de vaste rente ontvangt en de 1,9 (negatief) variabele rente betaalt. B Plain vanilla swaption: Enkelvoudige instrumenten, overzichtelijk risicoprofiel. Schrijven van deze producten verhoogt het risicoprofiel en verlaagt de kostenstructuur. Er is geen sprake van renteafdekking indien een swaption geschreven wordt. B.1 Geschreven receiver swaption Vestia heeft hierbij het recht voor het ontvangen van een vaste rente verkocht aan de bank. Hiervoor krijgt Vestia, bij het uitoefenen van de optie door de bank, een variabele rente retour. Vestia heeft voor het verlenen van dit recht een premie van de bank ontvangen. 5,2

9 B.2 Geschreven payer swaption Vestia heeft hierbij het recht voor het ontvangen van een variabele rente verkocht 1,4 (negatief) aan de bank. Hiervoor krijgt zij bij het uitoefenen van de optie door de bank, een vaste rente retour. Vestia heeft voor het verlenen van dit recht een premie van de bank ontvangen. C Gestructureerde swaps: Meervoudige componenten. Binnen de internationale verslaglegging betreffen dit geen hedge accounting producten. Risico en waardering zijn afhankelijk van meerdere onderdelen. C.1 Cancelable swap en callable swap 1,4 Dit zijn payer swaps die na een bepaalde afgesproken vaste periode door de bank elke 3 of 6 maanden opgezegd kunnen worden. Door dit recht aan de bank te geven, krijgt men een korting op de rente. Vestia betaalt daardoor een lagere rente. C.2 Atlantic exceed swap en Db pulse blend, FRB EU, Galileo swap, Iris swap en GIRS 0,6 swap De rente is gelieerd aan een complexe formule, waarbij ingespeeld wordt op de rentestructuur. Uit het overzicht blijkt dat een cap is ingezet, zodat de te betalen rente aan de bovenkant is begrensd. C.3 CMS spread 0,1 CMS spreads zijn swaps waarvan de rente wordt bepaald door het verschil tussen twee CMS-tarieven. De koper van een dergelijke swap kan met dit instrument inspelen op verwachte ontwikkelingen van de rentestructuur. C.4 Floating-floating swap 0,1 Vestia heeft twee verschillende variabele renten tegen elkaar geswapped. Totaal 17,2 Algemeen beeld Het gebruik van derivaten kan enerzijds het renterisico beperken en anderzijds andere risico s doen toenemen. Het risicobeheeringsinstrumentarium dient voldoende te zijn toegerust op de additionele risico s. Eén van de belangrijkste additionele risico s betreft het liquiditeitsrisico. Het liquiditeitsrisico is afhankelijk van de rentegevoeligheid van de portefeuille. De rentegevoeligheid zorgt voor fluctuaties in de marktwaarde en hiermee fluctuaties in de margin calls. De rentegevoeligheid is ondermeer afhankelijk van de hoofdsom en de looptijd van de derivaten. Vestia loopt een liquiditeitsrisico ingeval van een negatieve marktwaarde waarbij de bank gebruik maakt van haar recht op een margin call. Daarnaast is er ook het risico van overliquiditeit indien de marktwaarde positief wordt en Vestia haar margin calls bij banken opvraagt. Voor een volledige weergave van de additionele risico s en de relatie met de interne beheersing van Vestia wordt verwezen naar hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk zal met name aandacht besteed worden aan aard van de derivaten en de omvang van de hoofdsom en de looptijd. De derivaten zijn in bovenstaand overzicht gesplitst in drie onderdelen, namelijk plain vanilla swaps 1, plain vanilla swaptions en gestructureerde swaps. De plain vanilla payer swap wordt gekenmerkt als een rente-afdekkingsinstrument. De payer swaps hebben een hoofdsom van 6,5 miljard. De plain vanilla receiver swaps, de plain vanilla swaptions en de gestructureerde swaps, hebben een hoofdsom van 10,7 1 Onder de plain vanilla swaps zijn ook de forward starting swaps opgenomen. Dit betreffen enkelvoudige instrumenten, welke echter ook als niet plain vanilla kunnen worden gedefinieerd.

10 miljard. Deze derivaten worden gekenmerkt als rente-optimalisatieproducten. In MG is opgenomen: Het vermogen dat bij de gezamenlijke woningcorporaties aanwezig is, dient te worden beschermd tegen meer dan minimale beleggingsrisico s. Riskante beleggingsvormen, zoals beursgenoteerde aandelen en opties, evenals (near) banking activiteiten, zullen daarbij worden uitgesloten. Uitgaande van de intentie van MG om het vermogen van corporaties te beschermen tegen riskante beleggingsvormen, zou dit ook opgaan voor riskante schuldvormen en (rente)instrumenten. De rente-optimalisatieproducten kunnen mogelijk, na een nadere analyse van de specifieke contractvoorwaarden, als riskante belegging betiteld worden. Voor het aangaan van de rente-optimalisatieproducten ontvangt Vestia premies van de banken. Deze premies worden niet verantwoord in de jaarlijkse resultaten op derivaten in de verlies- en winstrekening. De premies worden aangewend voor het verlagen van de te betalen rente op de payer swaps en zijn hiermee verdisconteerd in de lagere rentelasten. Ook kunnen de premies gebruikt worden om verliezen uit andere derivaten te verdisconteren cq weg te schrijven (hedgen). De lage realisatie van Vestia voor haar gemiddelde rentekostenvoet van 3,2% ten opzichte van het landelijk gemiddelde van de sector van 4,3% is mogelijk te verklaren vanuit het materiële belang van de ontvangen en in de rente verdisconteerde premies. Op een leningportefeuille van 5,0 miljard levert de lagere rente volgens Vestia een besparing op van circa 55 miljoen per jaar voor een gemiddelde looptijd van 19 jaar. Het effect van de premies van nieuwe derivaten die zijn aangewend om gerealiseerde verliezen op bestaande derivaten te hedgen, is op basis van de bij het Fonds beschikbare gegevens niet nader te kwantificeren. Maar deze kunnen mogelijk de aanzienlijke groei van de derivatenportefeuille in 2010 en 2011 deels verklaren. Op basis van het overzicht is het onduidelijk of Vestia symmetrisch met winsten en verliezen uit derivaten omgaat. Het Fonds heeft de indruk dat verliezen worden verdisconteerd in nieuwe contracten waardoor de realisatie van verliezen nauwelijks zichtbaar is. De Nederlandse richtlijnen voor de jaarverslaggeving zijn aanzienlijk ruimer als het gaat om hedge accounting dan bijvoorbeeld de international financial reporting standards. Vestia lijkt de ruimte in de Nederlandse verslaggevingregels ten volle te benutten. Looptijden Vestia is voor de verwachte omvang van haar leningenportefeuille als gevolg van herfinanciering en investeringen een portefeuille aan payer swaps aangegaan van in totaal 6,5 miljard per 31 december Vestia heeft voor het afdekken van specifieke kasstromen vaak meerdere volgtijdelijke producten afgesloten. Hierdoor lijkt de derivatenportefeuille op basis van de hoofdsom groter dan de financieringsbehoefte op enig moment. Tevens zijn er door deze opzet producten aanwezig met een looptijd tot De lange looptijden van de contracten hebben duidelijke nadelen voor Vestia. Het is dan ook de vraag of het beleid om de renterisico s tot het einde van de looptijd af te dekken, bedrijfseconomisch verstandig is. De lange looptijd verhoogt het risicoprofiel. Daarnaast kan de bank, op basis van breakclauses en het uitoefening van door Vestia verkochte rechten in swaptions en gestructureerde swaps, mogelijk de contracten voortijdig beëindigen. Hier zal de bank toe overgaan indien de bank daarbij baat heeft. Hierdoor ontstaat voor Vestia het risico dat zij op een voor haar ongunstig moment haar posities ziet verdwijnen. Gezien de lange looptijd van de contracten is het goed denkbaar dat de bank op enig moment overgaat tot het voortijdig beëindigen van de contracten. Ook lijken de gesloten termijnen niet te passen binnen de algemene voorwaarde die door het WSW zijn gesteld. Hierin is opgenomen dat het afdekken van risico's, die zich op het moment van het afsluiten van een derivatencontract niet binnen drie jaar

11 voordoen, niet mogelijk is. Vestia baseert haar activiteiten op een mail van het WSW d.d. 20 oktober Hierin geeft het WSW aan dat zij akkoord zijn dat Vestia, gezien de marktomstandigheden, op dat moment swaps afsluit die ingaan na drie jaar. Hieruit blijkt dat de definitie van Vestia van een moment meer dan drie jaar kan omvatten. A. Plain Vanilla swaps A.1 Payer swaps Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat Vestia voor een hoofdsom van 6,5 miljard aan payer swaps is aangegaan. Door de uitruil van een vaste rente tegen een variabele rente is hierbij sprake van een renteafdekkingsinstrument. De looptijden voor de payer swaps gaan tot Belangrijk nadeel is dat payer swaps een marktwaarde kennen. Indien deze negatief is boven de afgesproken treshold, zal er sprake zijn van een margin call door de bank. A.2 Receiver swaps De receiver swap is een contract waarbij Vestia de vaste rente ontvangt en de variabele rente betaalt. Het betreft hiermee een rente-optimalisatie-instrument. Er wordt immers geen renterisico mee afgedekt. Vestia is voor een hoofdsom van 1,9 miljard aan receiver swaps aangegaan. De looptijden voor de receiver swaps gaan tot Ook bij receiver swaps kan ingeval van een negatieve marktwaarde sprake zijn van een margin call. De receiver swaps worden, volgens Vestia, om de volgende redenen gebruikt: Vastrentende leningen worden variabel gemaakt. Dit gebeurt omdat niet op een eenvoudige wijze payer swaps beëindigd kunnen worden. Het betreffen meerdere swaps met mogelijk meerdere looptijden. De lening heeft ook niet dezelfde looptijd als de onderliggende payer swaps. Het gebruik van receiver swaps heft dit probleem op. Receiver swaps worden ook gebruikt om portefeuilles te beheersen. Het liquiditeitsrisico op een bank wordt hiermee verminderd en kan verlegd worden naar een andere bank. Receiver swaps worden ook gebruikt als de lening niet op de geplande data kan worden aangetrokken (zoals in 2011). De onderliggende derivaten worden hiermee geneutraliseerd. Het Fonds is van mening dat de omvang en looptijden van deze contracten niet lijken te stroken met de hierboven opgenomen argumenten om receiver swaps aan te gaan. Op grond van de omvang van de portefeuille in combinatie met de looptijden, krijgt het Fonds de indruk dat het hedgen van gerealiseerde verliezen met nieuwe contracten een belangrijk argument is van Vestia om de receiver swaps aan te gaan. B. Plain vanilla swaptions Het schrijven van swaptions heeft als implicatie dat Vestia het recht aan een bank geeft om een swap te beëindigen. Vestia krijgt hier premie voor. Het betreft hiermee een rente-optimalisatie-instrument. Er wordt immers geen renterisico mee afgedekt. De premie wordt uitgesmeerd over de looptijd van een payer swap of aangewend om verliezen op een ander derivaat te hedgen. Hierdoor wordt de rente op de payer swap lager of verliezen niet zichtbaar in de verslaglegging. Vestia geeft aan dat zij deze producten toepast omdat er bij de bouw van woningen sprake is van aanloopverliezen. Deze aanloopverliezen worden met name veroorzaakt door de hoge rentelasten ten opzichte van de huur. Door de verlaging van de rentelasten vooral in de beginperiode worden de aanloopverliezen verminderd dan wel tenietgedaan.

12 Vestia geeft aan dat de geschreven swaptions allemaal een vastgesteld rentepercentage kennen waarbij het risico gemaximeerd is (middels additionele caps e.d.). Belangrijk nadeel is echter dat de swaptions een marktwaarde kennen. Indien deze negatief is, boven de afgesproken treshold, zal er sprake van een margin call door de bank. Het liquiditeitsrisico neemt dus toe naarmate er veel van deze producten zijn geschreven. Op basis van de hoofdsommen op de geschreven receiver swaptions van 5,2 miljard en de geschreven payer swaptions van 1,9 miljard, in combinatie met de looptijden tot 2063, schat het Fonds het liquiditeitsrisico als hoog in. C. Gestructureerde swaps De gestructureerde swaps worden gekenmerkt door een combinatie van verschillende derivaten. De door Vestia aangegane gestructureerde swaps lijken met elkaar overeen te hebben dat er veel rechten aan banken zijn verkocht met als doel financieel voordeel te behalen, veelal uitgekeerd in een korting op de rente bij andere derivaten of om gerealiseerde verliezen te hedgen. Vestia is voor een hoofdsom van 2,2 miljard aan gestructureerde swaps aangegaan. De looptijden voor de gestructureerde swaps gaan tot Ook bij gestructureerde swaps kan ingeval van een negatieve marktwaarde sprake zijn van een margin call. Op basis van het Swap overzicht 2010 CFV en de antwoorden van Vestia kan worden opgemaakt dat een cap ter maximalisatie van het renterisico op gestructureerde swaps is toegepast. Deze caps lijken veelal gebaseerd op de interne rekenrente van 5%. De beoogde renteoptimalisatie bij gestructureerde swaps geven een verhoogd risico. Voortijdige afwikkeling, zijnde het beëindigen of tegensluiten, op initiatief van Vestiavan de onder C.2 tot en met C.4 opgenomen derivaten, met een hoofdsom van 0,8 miljard, zal echter niet in alle gevallen mogelijk danwel zeer kostbaar zijn. Alle onderdelen moeten namelijk van een aparte prijs worden voorzien. Hierbij is het in enkele gevallen goed denkbaar dat er verschil van inzicht tussen de bank en Vestia zal zijn met betrekking tot de prijs. Er mag verondersteld worden dat partijen die dergelijke posities zijn aangegaan, deze inschatting van de exitscenario s betrekken bij de besluitvorming voor het al dan niet aangaan van deze derivaten. Omvang derivatenportefeuille per 7 november 2011 Op basis van additioneel ontvangen informatie blijkt de derivatenportefeuille te zijn toegenomen van de 17,2 miljard per 31 december 2010 naar 21,6 miljard per 7 november Er is sprake van een negatieve marktwaarde van de derivaten van circa 1,8 miljard. Aantal opmerkingen bij het Swap overzicht 2010 CFV Bij het door Vestia aangeleverde Swap overzicht 2010 CFV zijn voorts nog de volgende opmerkingen te maken: Het Swap overzicht 2010 CFV betreft het werkdocument van de treasurer. Dit werkbestand wordt bijgehouden in Excel. Het bestand omvat een omvangrijk aantal regels en kolommen. Door het gebruik van Excel in combinatie met de hoeveelheid van de informatie neemt het risico op opzettelijke en niet opzettelijke ongeautoriseerde mutaties toe. Het Swap overzicht 2010 CFV is voor een deskundige buitenstaander moeilijk te doorgronden. Niet alle voorwaarden lijken transparant te zijn opgenomen. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk in het overzicht of en hoe de caps op de gestructureerde swaps zijn overeengekomen. Daarnaast zijn de gegevens op regelniveau niet volledig ingevuld. Zaken als bankreferenties en

13 contractnummers ontbreken. Naast een stuur-document is het ook een controle-document. Doordat het document niet transparant en volledig is, kan alleen de treasurer controles uitvoeren op basis van dit document. Niet alle contractcondities kunnen in het backoffice systeem SG treasury worden bijgehouden. Dit verhoogt de afhankelijkheid van het Swap overzicht 2010 CFV (het werkdocument) van de treasurer. De administratie kan op basis van SG treasury niet alle facturen van de banken controleren op juistheid. Dat betekent dat deze controles worden uitgevoerd door de treasurer. 2.3 Beeld derivatenportefeuille Vestia heeft, op een omvang van 5 miljard aan leningen, per 31 december 2010 een derivatenportefeuille van 17,2 miljard. De looptijden van de contracten gaan tot De portefeuille bestaat voor 10,7 miljard uit rente-optimalisatieproducten. Met rente-optimalisatieproducten worden geen renterisico s van de corporatie afgedekt. Deze derivaten zorgen enerzijds voor lage rentekosten en de mogelijkheid voor het hedgen van gerealiseerde verliezen, maar verhogen de risico s van de corporatie ook structureel. Deze risico s dienen vertaald te zijn in het risicobeheersingsinstrumentarium van Vestia. De aard, omvang en looptijden van de derivatenportefeuille geven het beeld van een corporatie die op basis van een rentevisie haar treasury-activiteiten uitvoert. Deze treasury-activiteiten van Vestia beperken zich niet alleen tot het afdekken van renterisico s aan de hand van een vooraf bepaald risicokader. De activiteiten zijn met name gericht op rente-optimalisatie met een mogelijk speculatief karakter. Ook blijven verliezen op bestaande derivaten zodanig gehedged dat deze in de verslaggeving niet zichtbaar zijn.

14 3 Derivatenbeleid, administratieve organisatie en interne beheersing 3.1 Inleiding Aan het gebruik van derivaten zijn risico s verbonden die, zeker bij de schaal waarop Vestia opereert, een prudent derivatenbeleid, een professionele treasuryfunctie en een goed opgezette administratieve organisatie en interne beheersing vergen. Bijzondere aandacht is nodig voor het risicokader, de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en de tijdigheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de in- en externe informatie. Het Fonds is van mening dat de risicobeheersing bij Vestia onvoldoende is en op een aantal onderdelen aanzienlijke verbeteringen en wijzigingen vereist zijn. 3.2 Derivatenbeleid Vestia Het derivatenbeleid van Vestia is vastgelegd in het Financieel Statuut en in de meerjarenbegroting. Onderstaand wordt ingegaan op enkele aspecten van het derivatenbeleid Omvang derivatenportefeuille en beheersing van het liquiditeitsrisico In het Financieel Statuut van Vestia is vastgelegd dat het derivatenbeleid erop is gericht om de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit huidige en toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen terug te brengen. Daarbij wordt de WSW renterisico maatstaf van 15% gehanteerd. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen als groep genomen om de af te dekken positie te bepalen. Het maximale volume aan derivatencontracten dat binnen Vestia aangegaan mag worden, is gerelateerd aan de volumes die voortvloeien uit de meerjarenbegroting. Door ook renterisico s van toekomstige herfinancieringen en investeringen af te dekken, is binnen deze beleidskaders de omvang van de derivatenportefeuille en het liquiditeitsrisico bij Vestia in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Terwijl de gehanteerde renterisico maatstaf door Vestia wordt aangevoerd als doelstelling voor het gebruik van derivaten, is de maatstaf zelf volstrekt ontoereikend als risicokader voor het gebruik van derivaten. De omvang van de derivatenportefeuille dient gelimiteerd te worden op basis van een kwantitatief gedefinieerd risicokader op basis van risicomaatstaven, die ook gebruikt worden door andere professionele partijen in de derivatenmarkt, zoals: maatstaven die de gevoeligheid van de portefeuillewaarde aangeven voor veranderingen in rentes, curve en volatiliteit en maximaal aanvaardbare verliezen op de portefeuille bij negatieve marktscenario s (stress analyses). Indien de marktwaarde (positief of negatief) van een derivaat aanzienlijk oploopt, kan dat betekenen dat een potentiële vordering op een tegenpartij dermate stijgt dat één van de partijen een onacceptabel debiteurenrisico loopt. Om dit te ondervangen worden tussen partijen in de derivatenmarkt afspraken gemaakt om onderpand te storten indien de marktwaarde van de derivatenportefeuille onder een bepaald niveau daalt (margin calls). Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde Credit Support Annex (CSA) die een afzonderlijke bijlage vormt bij de ISDA-hoofdovereenkomst. Alhoewel dit in de markt gebruikelijke afspraken zijn loopt Vestia hiermee een groot liquiditeitsrisico. In het Financieel Statuut van Vestia is aangegeven: Tevens worden de liquiditeitsrisico s (collaterals) voortvloeiend uit hedging dagelijks

15 gemonitord. Er wordt echter geen duidelijk kader aangegeven wanneer deze liquiditeitsrisico s als te hoog worden beschouwd. Verder wordt ook niet verwezen naar de swaplimiet van het WSW. De essentie van deze beleidsregel van het WSW is dat een deelnemer slechts voor een gelimiteerd bedrag liquiditeitsrisico mag lopen voor zijn derivatenportefeuille waarbij CSA s zijn afgesloten. Het is verder opvallend dat Vestia pas sinds december 2010 dagelijks inzicht heeft in de marktwaarde van de derivaten. In de notitie Treasuryorganisatie d.d. 7 december 2010 is opgenomen Het huidige treasurypakket van SG is goed genoeg voor het administreren van de gegevens. Het pakket is echter niet toereikend voor risicomonitoring. Hiermee wordt bedoelt hoe gevoelig is de portefeuille voor renteschommelingen en volatiliteitschommelingen. Tevens kan met dit pakket niet op een juiste en betrouwbare manier de marktwaarde worden berekend. Dit is o.a. nodig voor het bepalen van de collaterals bij de banken. Op dit moment wordt dit meer op gevoel gedaan en periodiek getoetst qua gevoeligheid met de banken. Voor Vestia zou het wenselijk zijn om dit zelf te kunnen produceren. Voorafgaand aan december 2010 had Vestia echter ook al aanzienlijke posities in derivaten. De bedragen die Vestia thans nodig heeft om aan haar liquiditeitsverplichtingen uit hoofde van margin calls te voldoen, staan in geen verhouding tot de omvang van de leningenportefeuille. Het treasurybeleid binnen Vestia is sterk gericht op het afdekken van het renterisico en de renteoptimalisatie, maar er ontbreekt een duidelijk kader voor het liquiditeitsrisico ten gevolge van het moeten voldoen van margin calls. Verbeterpunt 1 De kaders in het huidige derivatenbeleid zijn te ruim geformuleerd. Vestia dient een professioneel kwantitatief risicokader voor haar derivatenportefeuille te ontwikkelen, waarbij tevens aandacht is voor de liquiditeitsrisico s. Daarnaast is het van belang de monitoring van het liquiditeitsrisico te verbeteren door onder meer periodiek stress analyses met verschillende rentescenario s uit te voeren en de buffer tegenover een negatieve marktwaarde op derivaten daarop af te stemmen middels het aanhouden van voldoende liquide middelen. Kanttekening hierbij is dat geborgde financiering niet (structureel) aangewend mag worden om liquiditeitsbehoeften in relatie tot margin calls te voldoen. Het indekken van de verwachte extra financieringsbehoefte uit hoofde van toekomstige investeringen is - zeker in de verdere toekomst - daarnaast met teveel onzekerheid omgeven. Indien deze onzekere kasstromen uiteindelijk niet worden gerealiseerd, bestaat het risico dat Vestia over-hedged zal raken. De derivatenportefeuille zal tot beter beheersbare proporties moeten worden teruggebracht indien hierin een beleidswijziging wordt doorgevoerd. Verbeterpunt 2 Het indekken van de verwachte extra financieringsbehoefte uit hoofde van investeringen die ver in de toekomst liggen, dient aanzienlijk ingeperkt te worden in het Financieel Statuut.

16 3.2.2 Toegestane typen derivaten Uit het Financieel Statuut en de ingevulde vragenlijst van het algemene derivatenonderzoek van het Fonds blijkt dat het binnen Vestia toegestaan is om naast het gebruik van relatief eenvoudige rentederivaten zoals caps 2, renteswaps 3, forward rate agreements 4 en swaptions 5, ook meer complexe derivaten aan te gaan waaronder gestructureerde derivaten zoals constant maturity swaps 6, swaps gelinked aan een index 7 en swaps gelinked aan een gespecificeerde formule 8. Het in kaart brengen, het interpreteren en het beheersen van de risico s is bij gestructureerde derivaten complexer dan bij enkelvoudige rentederivaten. Daarbij kan in het algemeen gesteld worden dat een ondubbelzinnige hedgerelatie met de onderliggende (te hedgen ) lening ontbreekt. Bovendien is de waardebepaling van dit soort derivaten lang niet altijd eenduidig. Verbeterpunt 3 Geadviseerd wordt om het gebruik van gestructureerde derivaten expliciet uit te sluiten in het Financieel Statuut en de bestaande posities hierin af te bouwen. Een belangrijke strategie van Vestia is verder om renteopties te schrijven. De strategie, ook als dit gedekt gebeurt, is gericht op het drukken van de financieringskosten en niet op het afdekken van renterisico's. Dit is strijdig met het beginsel dat derivaten slechts mogen worden ingezet voor het afdekken van renterisico's (Vestia geeft in de vragenlijst van het derivatenonderzoek aan dat het eigen beleid niet toestaat om derivatenposities in te nemen die niet gericht zijn op het afdekken van risico). Voorts zou gesteld kunnen worden dat dit op gespannen voet staat met de bepalingen en intenties van MG en de toelichting bij artikel 11 van het Besluit beheer sociale-huursector. Verbeterpunt 4 Vestia dient af te zien van het schrijven van opties. Reeds geschreven opties dienen op termijn afgebouwd te worden. 2 Een contract waarbij één van de partijen het verschil tussen de marktrente en een van te voren afgesproken maximum rentetarief krijgt uitgekeerd als de marktrente het maximum overschrijdt. Een cap kan worden toegepast als bescherming tegen een stijging van de markrente. 3 Een renteswap is een rente-instrument waarbij twee partijen onderling (het recht op) periodieke rentebetalingen ruilen, maar niet de hoofdsom. De renteverplichtingen kunnen allerlei vormen aannemen. De meest simpele en veel voorkomende variant is een renteswap waarbij partij A de verplichting op zich neemt om periodiek een vast rentetarief (te berekenen over een bepaald nominaal bedrag) te betalen aan partij B, in ruil voor de verplichting van partij B om aan partij A een variabel rentetarief te betalen dat afhankelijk is van het niveau van het 3-maands Euribor tarief. Bij een gewone renteswap wordt een variabele renteverplichting dus omgewisseld voor een vaste (en vice versa). 4 Een forward rate agreement is een geldmarktderivaat waarbij twee partijen met elkaar een rentetarief afspreken van een geldmarktlening danwel deposito, met opname of uitzetting op een bepaald moment in de toekomst (termijncontract). 5 Opties op renteswaps. De koper heeft het recht, maar niet de plicht, om in de toekomst een renteswap aan te gaan. 6 Een constant maturity swap is een renteswap waarbij de rente van één van de poten variabel is met als periodieke referentie de marktrente van een swap met een bepaalde, vaste looptijd (bijvoorbeeld tien jaar). De andere poot is bijvoorbeeld variabel met als periodieke referentie Euribor. 7 Een renteswap waarbij de rente van één van de poten variabel is met als periodieke referentie een index. Voorbeelden van een index zijn een rentecurve-index, een inflatie-index, een aandelenindex. De andere poot is bijvoorbeeld variabel met als periodieke referentie Euribor. 8 Een renteswap waarbij de rente van één van de poten variabel is met als periodieke referentie een wiskundige formule (zoals: rente = 8% - 2,5 x (CMS 10yr - CMS 2yr). Voor de duidelijkheid: de andere poot is bijvoorbeeld variabel met als periodieke referentie Euribor.

17 3.2.3 Beheersing tegenpartijrisico Ook op dit punt biedt het Financieel Statuut de nodige ruimte. In het Financieel Statuut is aangegeven: Indien de Vestia Groep besluit derivaten in te zetten zal zij, om het kredietrisico tot een minimum te beperken, uitsluitend zaken doen met partijen die minimaal een A rating dan wel een gelijkwaardige implied rating (in de markt gezien als gelijkwaardig aan de A rating) hebben. De treasurycommissie kan van dit besluit afwijken. Onduidelijk is wat het besluitvormingskader is om hiervan af te wijken, maar gezien het feit dat er op grond van door Vestia verstrekte informatie bij 10% van de portefeuille sprake is van tegenpartijen met een slechtere rating dan A3 (Moody s) of A (S&P), wordt er in de praktijk kennelijk vanaf geweken. Verbeterpunt 5 De ruimte om van de in het Financieel Statuut vastgelegde randvoorwaarden inzake het tegenpartijrisico af te wijken, moet ingeperkt worden. Hierbij dienen zowel de inhoudelijke criteria om van de algemene bepalingen inzake de minimale rating af te wijken, als de procedurele randvoorwaarden hieromtrent, helder vastgelegd te zijn. 3.3 Administratieve organisatie en interne beheersing Met een goed opgezette administratieve organisatie en interne beheersing dienen de risico's die met de uitvoering van het treasurybeleid samenhangen, voorkomen te worden. Deze risico s betreffen het niet naleven van interne richtlijnen en het verstrekken van onjuiste informatie over het gevoerde derivatenbeleid. Onderstaand wordt ingegaan op enkele aspecten van de administratieve organisatie en interne beheersing Procedure rondom het aangaan van derivatencontracten Het afsluiten van derivatencontracten binnen Vestia heeft een informeel karakter met een hoge mate van handelingsvrijheid voor de treasurer. In het Financieel Statuut is daarover aangegeven Delegatie van uitvoerende bevoegdheden heeft echter plaatsgevonden, waardoor slagvaardig kan worden opgetreden. Met dat doel is de daarbij vast te leggen autorisatie niet verder naar bedrag - omvang beperkt. In de ingevulde vragenlijst van het algemene derivatenonderzoek geeft Vestia aan dat de treasurer zelfstandig de corporatie kan verbinden door middel van een derivatencontract zonder afstemming met andere functionarissen binnen de corporatie. Alhoewel de bestuurder de derivatencontracten achteraf dient te autoriseren, is Vestia juridisch gezien al gecommitteerd zodra de treasurer de opdracht heeft gegeven. Dit wordt bevestigd door de documenten die door Vestia richting banken zijn verspreid en waarin is aangegeven dat de treasurer voor onbeperkte bedragen handelingsbevoegd is. Verder blijkt uit de ingevulde vragenlijst van het algemene derivatenonderzoek dat geen goedkeuring van het bestuur noodzakelijk is voor nieuwe nog niet eerder gebruikte typen derivaten. Door deze handelswijze loopt Vestia risico s zoals het aangaan van derivatencontracten die niet binnen het geformuleerde beleid passen of niet zijn geautoriseerd en het onjuist of onvolledig verantwoorden van derivatentransacties. Verbeterpunt 6 De handelingsvrijheid van de treasurer dient ingeperkt te worden en in de procedure rondom het aangaan van derivatencontracten moeten meer waarborgen ingebouwd zijn.

18 Allereerst is er een kwantitatief risicokader nodig, waarin duidelijk is aangegeven hoeveel de treasurer mag afwijken van de vastgelegde risicoparameters. Daarnaast zijn er procedurele afspraken nodig zoals het introduceren van de verplichting om voorafgaand aan het aangaan van derivatencontracten een intern transactievoorstel ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur waarin zijn beschreven het doel van het transactievoorstel, de te verwachten effectiviteit, de relatie met de interne richtlijnen, mogelijke alternatieven en een stress analyse in relatie tot onder meer het liquiditeitsrisico. Verder dient er een duidelijke scheiding gemaakt te worden tussen front-, middle en backoffice verantwoordelijkheden Afstemming met het WSW Op de website van het WSW is aangegeven: Worden de overeenkomsten (als het gaat om een ISDA- of RFD-overeenkomst: de modelbijlagen) na de onderhandelingen zodanig gewijzigd dat twijfel over eventuele strijdigheid met WSW-voorwaarden ontstaat, neemt u dan contact op met het WSW. Het WSW kan de individuele overeenkomst beoordelen. Vestia geeft in de vragenlijst inzake het derivatenonderzoek aan dat de contractuele afspraken ten aanzien van derivaten niet vooraf geverifieerd dienen te worden door het WSW. Vestia geeft verder aan dat nieuwe typen derivaten niet eerst aan het WSW ter beoordeling worden voorgelegd, zelfs als het betreffende derivaat niet zal worden gebruikt ter afdekking van geborgde leningen. In de vragenlijst geeft Vestia verder aan dat het WSW in de afgelopen vijf jaar geen beperkingen heeft opgelegd ten aanzien van het gebruik van derivaten. Verbeterpunt 7 Het is wenselijk om zowel de contractuele afspraken als nieuwe typen derivaten vooraf door het WSW te laten toetsen. Ten aanzien van de contractuele afspraken is het daarbij van belang dat Vestia analyseert welke risico s voortvloeien uit de zogenaamde mutual breakclauses. Dit zijn contractuele bepalingen op grond waarvan partijen op bepaalde tijdstippen het recht hebben om tussentijds af te rekenen Treasurycommissie De kennis rondom derivaten is binnen Vestia sterk geconcentreerd bij de treasurer. Er is wel een treasurycommissie ingesteld waarin naast de treasurer ook de directeurbestuurder en de directeur financiën en control zitting hebben, maar het is de vraag of hiermee voldoende tegenwicht wordt geboden aan de (zelfstandig opererende) treasurer. Verder worden de besluiten die in de treasurycommissie worden genomen, niet schriftelijk vastgelegd en is in het Financieel Statuut niet bepaald met welke frequentie de treasurycommissie bijeenkomt ( de treasurycommissie vergadert meerdere keren per jaar ). Verbeter 8 In de treasurycommissie dienen meer checks and balances ingebouwd te worden door hierin bijvoorbeeld een onafhankelijke (externe) adviseur zitting te laten hebben. Verder is het noodzakelijk om de besluiten die in de treasurycommissie zijn genomen, schriftelijk vast te leggen zodat het kader en de tussentijdse beleidswijzigingen daarin voor de treasurer duidelijk zijn en hij daarop achteraf aangesproken kan worden.

19 3.3.4 Introductie internal auditfunctie Binnen Vestia is geen internal auditfunctie belegd. Dit zou gezien de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten die binnen de Vestia groep plaatsvinden, wel gewenst zijn. Ook specifiek ten aanzien van de monitoring van de risico s inzake treasury-activiteiten kan een dergelijke functie duidelijke meerwaarde hebben. Verbeterpunt 9 Geadviseerd wordt een internal auditfunctie te introduceren die, omwille van de objectieve oordeelsvorming, een onafhankelijke positie binnen Vestia inneemt om van daaruit het management aanvullende zekerheid te verstrekken over de naleving van de interne richtlijnen en de kwaliteit van sturing en beheersing Betrokkenheid raad van commissarissen Het treasuryverslag wordt jaarlijks besproken in de raad van commissarissen waarbij er een toelichting plaatsvindt door de treasurer. Uit de antwoorden van Vestia op de vragenlijst van het CFV-themaonderzoek blijkt echter dat de raad van commissarissen gedurende het jaar niet geïnformeerd wordt over besluiten van de treasurycommissie. Dit is een belangrijke tekortkoming. Het Fonds is van mening dat er meer indicatoren zijn die er op duiden dat de wijze waarop de raad van commissarissen het toezicht op het treasurybeleid en het risicobeheersingssysteem heeft ingevuld, niet passend is bij de aard, de omvang en het risicoprofiel van de derivatenportefeuille van Vestia. Zo valt te constateren dat de raad van commissarissen de ontstane situatie niet heeft weten te voorkomen. Opmerkelijk is verder dat uit het jaarverslag 2010 af te leiden is dat de raad juist positief is over het treasurybeleid en men juist gewag maakt van een beperkt liquiditeitsrisico. De raad heeft mede op grond van de opvatting van de accountant zijn vertrouwen uitgesproken over het in control zijn van Vestia op het gebied van treasury. Een rapportage naar aanleiding van een onderzoek door de externe accountant, over de vraag in hoeverre Vestia voldoet aan jaarverslagleggingsvereisten rond derivaten, heeft kennelijk ook vertrouwen gewekt bij de raad van commissarissen, hoewel de rapportage niet of nauwelijks iets zegt over de interne beheersing en het risicomanagement rond derivaten. In de rapportage van de externe accountant wordt overigens gemeld dat Vestia derivaten heeft die open posities creëren of posities open laten. Niet bekend is of deze opmerking nog geleid heeft tot vragen of actie vanuit de raad. Gezien de omvang van de derivatenportefeuille binnen Vestia en de materiële risico s die hiermee samenhangen, is een actieve monitoringsrol van de raad van commissarissen inzake het treasurybeleid noodzakelijk. Verbeter 10 Het is van belang dat de raad van commissarissen zijn toezicht op het treasurybeleid verbetert en intensiveert vanuit twee richtingen, namelijk het laten aanpassen van het derivatenbeleid en het op een adequaat niveau brengen van interne toezichtsmaatregelen op dit gebied. Dat betekent ook dat de raad zijn eigen informatiebehoefte op dit punt herdefinieert opdat hij zijn toezichthoudende verantwoordelijkheden waar kan maken. Verder verdient het aanbeveling dat de raad van commissarissen de externe accountant een specifieke opdracht geeft om de opzet en werking van de administratieve organisatie en interne beheersing rondom de derivatenportefeuille jaarlijks te laten toetsen.

20 4 Afbouwscenario s Vestia 4.1 Inleiding De door Vestia voorgestelde maatregelen worden aan de hand van principes van adequaat risicomanagement voor een woningcorporatie beoordeeld. Dit is niet zozeer een kwestie van officiële regelgeving, die beperkt is op dit doorgaans zelfregulerende terrein, als wel (inter)nationale best practices voor professionele partijen. 4.2 Beschrijving en beoordeling voorgestelde afbouwscenario s Vestia legt een voorstel neer voor gedeeltelijke en geleidelijke afbouw van de derivatenportefeuille, waarbij Vestia de volgende doelstelling hanteert: Op een bedrijfeconomisch verantwoorde wijze de derivatenportefeuille aanpassen teneinde de liquiditeitsrisico s terug te brengen naar de niveaus zoals hieronder beschreven. Deze niveaus stemt Vestia af met het WSW, het Fonds en het ministerie van BZK. Vestia zorgt ervoor dat deze niveaus gerealiseerd zijn binnen 5 jaar. Kwantitatief vertaalt Vestia dit als volgt: Het maximale liquiditeitsrisico van 500 miljoen wordt bereikt binnen 5 jaar. Voor de berekening hiervan hanteert men een worst-case scenario van een rente van slechts 0,5%-punt over de hele curve. Dit lijkt echter nog steeds een basis point value van 10 miljoen in te houden en géén vermindering van het huidige risico. Vanaf 2017 wordt geen gebruik meer gemaakt van de swaplimiet van het WSW (50% WOZwaarde minus de leningen). De liquiditeitsrisico s worden vanaf dat moment uit eigen middelen gefinancierd. Vestia richt zich niet op reduceren van risico s, maar stelt reductie van het huidige volume aan uitstaande derivatenposities centraal. De huidige notionele 9 waarde van de derivatenportefeuille bedraagt 21,58 miljard 10. Ter referentie, de uitstaande schuld van Vestia bedraagt circa 5 miljard. Vestia komt met zeven voorstellen die het notionele volume van de derivatenportefeuille terug moeten brengen tot onder 5 miljard: 1. Doorzakken van derivaten in leningen ter groote van 1,5 miljard Hier kan men een verschillende uitleg aan geven: a) Combinaties van een lening met variabele rente en een payer swap (vaste rente) omzetten naar een lening met dezelfde vaste rente. Economisch is de positie identiek, maar het liquiditeitsrisico is weggenomen. b) De financiering van een margin call met een (geborgde) lening. Vestia lijkt zich op variant a) te richten en verwacht langs deze weg 1,5 miljard van het totaal van 6,5 miljard aan reguliere payer swaps weg te kunnen werken. 9 Bij een derivatentransactie is er in beginsel geen uitwisseling van hoofdsom, maar wordt een notionele waarde van de hoofdsom gehanteerd. 10 Dit is de omvang die de heer Staal in zijn brief rapporteert en ligt boven de omvang van 18,4 miljard per ultimo 2010, genoemd in hoofdstuk 1.

21 Beoordeling: Dit voorstel heeft een aantal aantrekkelijke aspecten. Ten eerste wordt hiermee het liquiditeitsrisico uit hoofde van margin-verplichtingen gereduceerd. Ten tweede wordt de derivatenportefeuille vereenvoudigd en opgeschoond en ten derde worden de werkelijke jaarlijkse financieringskosten op deze manier zichtbaar gemaakt voor de buitenwereld (transparantie). Een formeel negatief punt is dat met deze omzetting een derivatencontract zonder WSW borging via de achterdeur alsnog WSW-borging verwerft. Bovendien wordt van het WSW gevraagd de nieuwe lening met niet-markt conforme leningsvoorwaarden te borgen. Beide aspecten zijn tegen de eigen regels van het WSW 11. Het netto effect van het doorzakken op het risicoprofiel van de derivatenportefeuille zal afhangen van het type derivaat en de looptijd ervan. Met betrekking tot de kosten van het doorzakken mag worden verwacht dat banken pas bereid zullen zijn om eraan mee te werken als de nieuwe leningsvoorwaarden aantrekkelijk het verhoogde kredietrisico reflecteren. Dit betekent dat het doorzakken van derivaten met lange looptijden - met het grootste effect op het risicoprofiel van de derivatenportefeuille in de huidige marktomstandigheden (en de steile kredietrisicostructuur) relatief duur zal zijn, dan wel moeilijk in de aangegeven grote omvang te effectueren zijn. De werkelijke kosten voor Vestia van het doorzakken worden overigens voor de buitenwacht gemaskeerd doordat de nieuwe leningsvoorwaarden van de bestaande lening niet marktconform zijn (wat bovendien ruimte biedt voor creatief boekhouden). 2. Opschonen van de portefeuille door sluiten van tegengestelde swaps (2 x 2,5 miljard) De huidige portefeuille bevat zowel payer als receiver swaps. Dit kan zijn vanwege verschillende prijsstelling van tegenpartijen (verklaring Vestia), maar kan ook zijn om het nemen van verlies te vermijden. Immers, zolang men de derivatenpositie niet sluit, wordt het marktwaardeverlies of winst niet gerealiseerd en hoeft onder Nederlandse verslaggevingsregels niet te worden geboekt. Vestia heeft in het kader van het CFV-derivatenonderzoek aangegeven verlies nemen zoveel mogelijk te vermijden. Ook kan een positie op bewegingen van de rentecurve worden genomen door long/short-posities in verschillende looptijden. Vestia stelt voor alle receiver swaps te beëindigen (= tegen te sluiten) en daar evenveel payer swaps ook voor te beëindigen. Beoordeling: Een aantrekkelijk aspect hiervan is dat de derivatenportefeuille vereenvoudigd wordt en daarmee ook het risicobeheer. Omdat het hier om tegengestelde risico s gaat (receiver swaps en payer swaps), mag verwacht worden dat het effect op de rentegevoeligheid van de derivatenportefeuille relatief klein is. De kosten van de opschoningsoperatie zijn hoger als er grote verschillen bestaan in de voorwaarden (transactiemoment, looptijden, et cetera) tussen receivers swaps en payers swaps. Naast deze marktwaardeverschillen zijn de transactiekosten van belang die afhangen van de bereidheid van tegenpartijen om mee te werken. 11 Zie WSW website: Home > Weten en Doen > Beleid > Rentemaximum en Home > Weten en Doen > Beleid > Renteinstrumenten

22 De bereidheid van Vestia om de kosten voor deze opruimoperatie te incasseren, zal een belangrijke variabele zijn bij de beoordeling of de doelstelling van 5 miljard realistisch is. 3. Natuurlijke uitloop van swaptions ( 3,8 miljard) Van de 6,6 miljard die aan swaptions uitstonden per ultimo 2010, zullen er 3,8 miljard in de komende vijf jaar expireren 12. Het betreft geschreven (= verkochte) opties, waarvoor een premie is ontvangen (meestal verdisconteerd in een lagere potentiële vaste renteverplichting). Dit is niet echt een maatregel maar leidt wel tot een daling van de notionele waarde aan uitstaande derivaten. Het risico blijft openstaan en zal tot verliezen leiden indien de rente verder daalt. Betaalde margin calls worden gerealiseerd verlies. Beoordeling: Zoals aangegeven, is dit niet een maatregel, maar een voortzetting van bestaand beleid. De ongedekte swaptions dienen versneld te worden afgebouwd. Daaronder vallen ook swaptions die gelinked zijn aan investeringen waarvan niet met zekerheid vaststaat of zij ooit zullen worden gerealiseerd (bijvoorbeeld investeringen in de verre toekomst). Verwacht mag worden dat de kosten van het tegensluiten hoog zijn. Mede hierom heeft het terugdraaien van gedekt (in meest strikte zin) geschreven opties een minder hoge prioriteit dan ongedekte opties. 4. Uitloop payer swaps ( 1 miljard) Per ultimo 2010 (de bij het Fonds laatst bekende gegevens) stonden 6,5 miljard aan enkelvoudige payer swaps uit. Onder maatregel 2 hierboven vallen daar 2,5 miljard weg 13. Bovendien zullen in de komende vijf jaar nog 1 miljard aan payer swaps aflopen. De lasten in de winst- en verliesrekening veranderen niet, de vaste rente van de payer swap is al in de rentelasten verwerkt. Ook hier is het geen actieve maatregel van Vestia. Beoordeling: Het laten uitlopen en niet hernieuwen van payers swaps zal ingepast dienen te worden in het risicobeheer van de gehele leningenportefeuille (mogelijk vervallen ook payer swaps die nog uitstaande leningen afdekken tegen marktrenteschommelingen). 5. Tegensluiten payer swaps na 15 jaar ( 1,5 miljard) Het is niet duidelijk wat Vestia hier precies bedoelt. Er zijn twee mogelijkheden: swaps (als hedge van huidige leningen) met een einddatum na 2026, dan wel forward starting swaps die pas na 2026 ingaan ter afdekking van financiering en investeringen die ver in de toekomst liggen. Beoordeling: Het tegensluiten van payer swaps met een einddatum na 2026 verhoogt in beginsel de gevoeligheid voor de bewegelijkheid van de marktrente van de gehele leningenportefeuille. De maatregel dient dus te passen in het risicokader van de gehele leningenportefeuille. 12 De bedragen zijn van verschillende momenten en dus niet geheel vergelijkbaar. De 3,8 miljard komt uit de voorstellen van Vestia. 13 Zie voetnoot 4.

23 Gaat het om het tegensluiten van derivaten met forwards starts van meer dan 15 jaar, dan heeft deze maatregel een hogere prioriteit. Vestia s strategie om m.b.v. derivaten kasstromen af te dekken die verder dan 15 jaar in de toekomst vrijvallen, past niet in een evenwichtig risicobeleid en lijkt strijdig met het WSW-voorschrift dat indekken van risico s die verder dan drie jaar in de toekomst liggen niet zijn toegestaan 14. Een vertragende factor bij de uitvoering is mogelijk dat bij het tegensluiten omvangrijke verliezen moeten worden genomen. 6. Herstructurering van de derivatenportefeuille ( 4 miljard) Vestia omschrijft dit als een combinatie van bovengenoemde maatregelen en arbeidsintensief vanwege kostprijshedge-accounting. Dit is veruit de belangrijkste maatregel in omvang, maar er worden geen details gegeven. De effecten op de winst- en verliesrekening zijn op voorhand niet vast te stellen. Beoordeling: Te weinig informatie. Dit oogt als een (omvangrijke) sluitpost. 7. Timing Vestia wil de afbouw in vijf jaar uitvoeren. Er worden drie redenen aangevoerd voor deze uitgerekte periode: omvang van de derivatenportefeuille, arbeidsintensiteit en een goede timing voor een optimaal resultaat. In de doelstelling wordt ook gesproken van bedrijfseconomisch verstandig. Beoordeling: Benadrukt moet worden dat de risico s op dit moment onveranderd groot zijn. Bij verdere rentedaling zal Vestia weer een beroep moeten doen op de achtervang. Indien de financiële markten wind krijgen van de omvang, kan het hele borgingsstelsel wel eens op de proef worden gesteld en dat is niet ingesteld op liquiditeitssteun (systeemrisico). Vestia geeft onvoldoende blijk van een sense of urgency en biedt geen voorstellen om de liquiditeitsrisico s op korte termijn te verminderen en de achtervang te beschermen. Vijf jaar is een (te) lange periode om risico s van deze omvang te laten bestaan. Het is belangrijk om mijlpalen in het afbouwproces neer te zetten en druk op de ketel te houden door een periode van twee jaar, tenzij draagkracht van Vestia om langer vraagt af te spreken (zie punt 8). In ieder geval zoveel eerder als mogelijk. 8. Kosten Beoordeling (dit is geen onderdeel van Vestia-voorstellen): Naast het ontbreken van een indicatie van de effecten van het afbouwen van de derivatenportefeuille op het risicoprofiel van de gehele portefeuille (derivaten en leningen), mist het plan een schatting van de kosten van de afbouw. De kostenschatting dient gemaakt te worden op basis van een scenario dat uitgaat van de huidige rentemarkt. Daarnaast kunnen ook 14 Zie WSW website Home > Weten en Doen > Beleid > Rente-instrumenten.

24 kostenanalyses gemaakt worden die uitgaan van andere, positieve en negatieve, marktscenario s waardoor de risico s van het afbouwen van de derivatenportefeuille inzichtelijker wordt. Aan de hand hiervan dient een tijdspad te worden geïndiceerd voor de afbouw van de derivatenportefeuille, waarbij steeds de afweging gemaakt wordt tussen de kosten van het afbouwen van de derivatenportefeuille en de maximale bedrijfseconomische ruimte die Vestia heeft om extra kosten te incasseren. Verlies nemen is pijnlijk en hoort bij risicoreductie dat nu prioriteit heeft. Wel kan onderzocht worden of de kosten van de afbouw verdisconteerd kunnen worden in de rentelasten en uitgesmeerd kunnen worden over meerdere jaren. Dit zal verlichting geven en laat een versnelde afbouw toe. 4.3 Alternatief raamwerk Zoals hierboven aangegeven, stelt Vestia als doel van de afbouwoperatie het terugbrengen van de notionele omvang van de derivatenportefeuille. Een meer doelmatige benadering, conform best practices in financiële markten, is om een risicoraamwerk te gebruiken waarin de effectiviteit van de Vestiavoorstellen kunnen worden gemeten. Prioriteit in het verlagen van het risicoprofiel van de gecombineerde lening- en derivatenportefeuille kan dan vertaald worden in een rangorde van de verschillende voorstellen. Het meest urgent is daarbij de reductie van het liquiditeitsrisico uit hoofde van margin-verplichtingen. Maar ook het mitigeren van potentiële indirecte effecten van een te grote negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille is belangrijk. Daarnaast dient de koppeling van de derivatenportefeuille met de leningenportefeuille hesteld te worden, waarbij ook om in brede zin teruggevallen moet worden op een risicoprofiel dat past bij een woningcorporatie. Deze invalshoek is goed te combineren met de aandacht voor de notionele omvang van de portefeuille. Maar door de nadruk te leggen op het risico van de derivatenportefeuille (i.p.v. de omvang), wordt rekening gehouden met het feit dat Vestia een grote verscheidenheid aan typen derivaten in portefeuille heeft met sterk uiteenlopende risicokenmerken. De nadruk dient derhalve te liggen op het afbouwen van posities die het grootste risico vormen. De eerste stap kan het opzetten zijn van een gedegen en professioneel risicobeheer, met kwantitatieve doelen en limieten voor financiele risicoparameters. Risk management heeft zich in de afgelopen decennia tot een belangrijke discipline ontwikkeld bij banken, beleggers en ook instellingen met grote schuldportefeuilles. Voor iedere categorie gelden andere referentiepunten voor risico, die een instelling voor zichzelf moet vaststellen. Risico wordt gemeten met nauwkeuriger maatstaven dan de bijvoorbeeld de vast/variabel ratio, zoals de WSW 15%-regel. Professionele instellingen stellen zowel middellangetermijn doelstellingen, als daarbinnen expliciete limieten, waarbinnen de treasurycommisie, respectievelijk de treasurer mag bewegen.

25 Binnen een risicoraamwerk kunnen de Vestia-voorstellen in een aantal algemene, overlappende stappen van afbouw van de derivatenportefeuille worden ondergebracht: 1. Het terugbrengen van de rentegevoeligheid van de derivatenportefeuille. Dit zorgt rechtstreeks voor een lager liquiditeitsrisico. Een neveneffect van het terugbrengen van de rentegevoeligheid is het reduceren van de omvang van de derivatenportefeuille, waarmee ook het operationele risico wordt gereduceerd. Het renterisico kan worden uitgedrukt in basis point value, de verandering in marktwaarde bij een renteverandering van 0,01%. Wellicht is het in dit geval beter om met grotere rentebewegingen, bijvoorbeeld 1 %-punt, te rekenen omdat de rentegevoeligheid in de Vestia-portefeuille niet lineair is. In het verleden was die %-puntgevoeligheid meer dan 1 miljard en het lijkt er in de brief van Vestia niet op dat dit sterk zal worden teruggebracht. Een risico gedreven aanpak zou kunnen zijn dat het huidige risico zal worden gehalveerd (bijvoorbeeld) en dat iedere drie maanden moet worden gerapporteerd of men op het juiste pad zit (mijlpalen). De portefeuille kan worden gerangschikt naar meest rentegevoelige posities, waaraan het afbouwplan kan worden gekoppeld. 2. Het opschonen en vereenvoudigen van de derivatenportefeuille Gedoeld wordt op de netting van tegengestelde posities in brede zin. Daarboven kan vereenvoudiging zonder veel kosten worden bewerkstelligd door in een aantal gevallen kleinere (vaak forward starting) swaps samen te voegen tot één grotere swap. In de bijlage van de Vestiabrief wordt expliciet verwezen naar deze gestapelde derivatenposities, waarvan het nut boven één swap als hedge niet duidelijk is. Het opschonen en vereenvoudigen is waarschijnlijk de minst kostbare maatregel om het risico van de derivatenportefeuille terug te brengen. Aan de andere kant mag verwacht worden dat het ook het minste effect oplevert met betrekking tot het terugbrengen van de rentegevoeligheid van de derivatenportefeuille. 3. Het afbouwen van alle complexe gestructureerde, meervoudige derivaten Gestructureerde, meervoudige derivaten (zoals de Deutsche Bank Pulse Blend, en de Barclays Atlantic Exceed Swap ) horen niet thuis in een derivatenportefeuille van een woningcorporatie. De risico s van dergelijke instrumenten zijn lastig te voorspellen, maar bovenal is de functie van hedge instrument onwaarschijnlijk. De kosten van het aangaan en zeker ook van het afbouwen van deze posities zijn doorgaans hoog. 4. Het opruimen van geschreven opties. Het schrijven van opties dient tot kostenverlaging en helpt niet ter bescherming tegen de bewegelijkheid van de marktrente. Afbouw vanuit risicomanagement perspectief is derhalve opportuun. Wel zal het terugbrengen van geschreven opties kosten met zich meebrengen. Het tegensluiten van gedekt geschreven opties heeft daarom niet de hoogste prioriteit (ook wat betreft timing niet).

26 In de hieronder opgenomen tabel worden de prioriteit en de timing aangegeven. Die lopen niet altijd parallel. In de timing hieronder is bovendien een veel kortere uitvoeringsperiode aangehouden, die de urgentie onderstreept. De enige valide vertragende factor is de capaciteit van Vestia om de kosten van deze operatie te dragen. Advies Prioriteit Timing 1. Opzetten van gedegen en professioneel risicokader, met kwantitatieve targets en limieten voor aanvaardbaar rente-, liquiditeits- Hoog Urgent, binnen 3 maanden, waarschijnlijk met externe hulp van risk management experts en herfinancieringsrisico 2. Het terugbrengen van de rentegevoeligheid en daarmee liquiditeitsrisico van de huidige derivatenportefeuille Hoog Urgent, zo mogelijk binnen 6 maanden, afhankelijk van draagkracht Vestia 3. Het opschonen en vereenvoudigen van de Medium Medium, 18 maanden derivatenportefeuille 4. Het afbouwen van alle gestructureerde, meervoudige derivaten Hoog Medium, 12 maanden, afhankelijk van draagkracht Vestia 5. Het afbouwen van ongedekt geschreven opties (strakke interpretatie van ongedekt) Medium Medium, 18 maanden, afhankelijk van draagkracht van Vestia 4.4 Adviezen Op grond van het voorgaande zijn de volgende adviezen geformuleerd ten aanzien van de voorstellen van Vestia en een mogelijke alternatieve aanpak: Aanbevolen wordt de voorstellen van Vestia op te nemen in een bredere aanpak, waarbij risicobeheersing en risicoreductie centraal staat. De voorstellen van Vestia moeten niet primair naar volume, maar vooral naar risico gemeten worden, uitgedrukt in 100 basis point value, een begrip dat Vestia kent 15. Mijlpalen moeten worden neergezet voor de reductie van deze risicogrootheid in de tijd. Als Vestia wil aantonen de situatie onder controle te hebben, zal Vestia de afbouwvoorstellen op de volgende punten moeten aanpassen: 1. Een gedetailleerd middellange termijn stappenplan voor de komende 2 tot 3 (dus niet 5) jaar t.a.v. de afbouw van de portefeuille met een overzicht van de geschatte kosten en effecten op rente- en liquiditeitsrisico op basis van de huidige marktrentes, een negatief scenario (waarbij de rentetarieven zich de komende vijf jaar 1-2% onder de forward rentes ontwikkelen) en een positief scenario, waarbij de tarieven sneller stijgen. 2. Een gedetailleerd korte termijn stappenplan om het liquiditeitsrisico binnen 3 maanden versneld terug te brengen, inclusief overzicht van de geschatte kosten en effecten op renteen liquiditeitsrisico op basis van de huidige marktrentes. Zoals het nu in het voorstel van Vestia is gepresenteerd, zijn de enige maatregelen die een effect hebben op het liquiditeitsrisico, het doorzakken in een lening en de afbouw van lange payer swaps. De timing verdraagt zich niet met een urgente vermindering van de huidige liquiditeitsrisico's. Markttechnisch is een zekere geleidelijkheid met dit soort volumes gewenst, maar dat is veeleer een kwestie van maanden dan jaren. De arbeidsintensiteit kan met outsourcing of 15 De reden om niet 1 basis point maar 1 %-punt te nemen, ligt in de negatieve convexiteit van de portefeuille, waardoor grote rentebewegingen een groter dan proportioneel effect hebben op de marktwaarde.

27 extra personeel worden opgevangen. Markt-timing voor een optimaal resultaat is niet gepast. 3. Een gedetailleerd overzicht wat de bedrijfseconomische capaciteit van Vestia is om de kosten van deze operatie te incasseren. Aanbevolen wordt te onderzoeken of kosten van afbouw uitgesmeerd kunnen worden over de rentelasten van de leningenportefeuille (die immers als hedge fungeert). Dit laat een versnelde afbouw toe.

28 5 Informatievoorziening door Vestia 5.1. Inleiding Een goede informatievoorziening vanuit Vestia naar de externe toezichthouder is uitermate belangrijk in het kader van de beoordeling van de bij Vestia ontstane situatie, en het beoordelen en monitoren van toekomstige herstelacties van Vestia. Het gaat daarbij om tijdigheid, juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van informatie. Deze aspecten geven tevens een indicatie in hoeverre een organisatie zijn zaken op orde heeft (in control is). Vanuit het oogpunt van Vestia moet het ook strategisch van groot belang worden geacht om de toezichthouder adequaat van informatie te voorzien, enerzijds vanuit het oogpunt van beheersing en anderzijds om de toezichthouder gerust te kunnen stellen over een situatie die verschillende partijen zorgen baart. 5.2 Informatievoorziening richting externe toezichthouder In verband met de voorbereiding van het CFV-themaonderzoek is Vestia door het Fonds gevraagd een presentatie te geven over het door Vestia gevoerde treasurybeleid en commentaar te leveren op de algemene vragenlijst voor het onderzoek. Vestia heeft daaraan constructief meegewerkt door het geven van de presentatie en door in een uitgebreide bespreking actief commentaar te leveren op een aangeleverd concept-vragenlijst. Deze informatie heeft het Fonds gebruikt als input voor het uit te voeren onderzoek Vestia weet dat het een belangrijk onderzoek is over een gecompliceerd en actueel onderwerp. Opmerkelijk is dan ook dat de beantwoording door Vestia zelf van een aantal vragen uit de vragenlijst van het onderzoek niet tijdig en niet zorgvuldig en consistent is gebeurd. Op 4 oktober j.l. heeft er overleg plaatsgehad tussen Vestia en het Fonds over de stand van zaken rond de derivatenportefeuille en de tijdelijke ondersteuning door het WSW. De beantwoording van de vragen die direct na het gesprek op papier aan Vestia zijn aangeleverd, zijn door Vestia niet binnen de gestelde termijn van 14 dagen beantwoord. Pas op 20 oktober zijn antwoorden door Vestia verstrekt. Daarbij bleek een aantal uiterst relevante zaken te ontbreken en een aantal vragen uiterst summier te zijn beantwoord. De beantwoording was in ieder geval ontoereikend om goed inzicht te krijgen in de situatie. Eén en ander leverde bij het Fonds de vraag op of er bij Vestia op dat moment in voldoende mate sprake was van besef van urgentie, mede ook in het licht van het toen geplande overleg met het ministerie van BZK, Vestia en het Fonds op 25 oktober. In het overleg op 25 oktober jl. van BZK en het Fonds met Vestia is afgesproken dat Vestia 14 dagen de tijd kreeg voor het aanleveren van de in dat overleg gevraagde aanvullende informatie. Geconstateerd moet worden dat op de gestelde deadline niet alle informatie is ontvangen. Voorts valt te constateren dat de beantwoording van de vragen in het kader van de lopende solvabiliteitsbeoordeling van Vestia door het Fonds die op dit moment plaatsheeft, ook niet altijd tijdig, volledig en zorgvuldig is.

29 Op 8 november jl. is van Vestia een kopie van de brief van Vestia aan het ministerie van BZK ontvangen. Het Fonds is van mening dat het inzien van de noodzaak van het nemen van maatregelen door zowel het bestuur als de raad van commissarissen van Vestia van cruciaal belang is voor het welslagen daarvan en het normaliseren van de situatie. Daarbij hoort ook een adequate interne organisatie die een goede informatievoorziening zowel intern als extern waarborgt. Het Fonds realiseert dat de door het WSW en Fonds geëntameerde onderzoeken een grote informatievraag tot gevolg hebben richting Vestia en dat één en ander de organisatie extra belast. Maar gelet op de enorme liquiditeitsrisico s in de portefeuille van Vestia en het urgente belang om op korte termijn tot risicoreductie te komen, is een houding, waarbij informatie niet tijdig, niet volledig en niet consistent aan het Fonds wordt aangeleverd, niet verantwoord. Gelet op bovenstaande ervaringen inzake de informatievoorziening door Vestia aan het Fonds in dit dossier geeft het Fonds onderstaande adviezen: 1: Het is van groot belang dat de raad van commissarissen en de directeurbestuurder van Vestia het belang van aanpassingen in derivatenbeleid/administratieve organisatie/risicobeheersing, alsmede afbouw van de derivatenportefeuille met overtuiging dragen en uitdragen, zowel binnen de Vestia organisatie als richting externe stakeholders. Alleen dan kan sprake zijn van voldoende vertrouwen en een goede uitgangspositie voor het daadwerkelijk door Vestia realiseren van de gewenste aanpassingen in beleid en portefeuille. 2: Er dienen door de raad van commissarissen en de directeurbestuurder van Vestia concrete en harde toezeggingen te worden gedaan over het actief en tijdig aanleveren van juiste, volledige en betrouwbare informatie aan het Fonds, WSW en ministerie van BZK ten behoeve van het monitoren van de uitvoering van herstelacties.

30 6 Verscherpt toezicht door het Fonds 6.1 Inleiding Vestia heeft aangegeven bereid te zijn haar derivatenportefeuille af te bouwen, alsmede bereid te zijn aanpassingen door te voeren in haar treasurybeleid. Zij heeft daartoe op 8 november jl voorstellen gedaan. De voorstellen die Vestia tot op heden heeft gedaan, zijn naar de mening van het Fonds, zoals blijkt uit deze rapportage, volstrekt onvoldoende. De vraag die voorligt, is onder welke condities en randvoorwaarden de huidige derivatenportefeuille van Vestia kan worden teruggebracht tot een portefeuille met een acceptabel en beheersbaar risicoprofiel en een daarbij passend treasurybeleid. Gelet op de liquiditeitsrisico s in de derivatenportefeuille van Vestia en mogelijke systeemrisico s is één en ander zeer urgent. Het Fonds zal Vestia daartoe onder verscherpt toezicht stellen totdat de risico s naar het oordeel van het Fonds voldoende beheersbaar zijn gemaakt. 6.2 Herstelplan In het kader van verscherpt toezicht zal Vestia door het Fonds worden gemaand een herstelplan op te stellen. Dat geschiedt via een formeel, schriftelijk verzoek van het Fonds aan de raad van commissarissen van Vestia. Het herstelplan moet gericht zijn op: Een gecontroleerde afbouw van de derivatenportefeuille, waarbij aard en omvang van de portefeuille en met name de risico s daarbinnen worden teruggebracht, binnen een vooraf te stellen tijdsperiode, tot een acceptabel geacht niveau, omvang en samenstelling, passend bij het karakter van een woningcorporatie en binnen de regelgeving van de overheid en het beleid van het WSW. Hierbij dient tevens aandacht te worden besteed aan efficiëncy van de afbouw in financiële zin. Dit houdt in dat de additionele kosten van afbouw dienen te worden afgezet tegen de financiële risico s in de portefeuille. Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 4 van deze rapportage dienen daarbij als guidance. Verbetering van de administratieve organisatie, de interne (risico-)beheersing en interne en externe verantwoording inzake het te voeren treasury- en derivatenbeleid en derivatentransacties, passend bij aard en omvang van de leningen- en derivatenportefeuille. Dit aspect regardeert mede de visie op en het beleid voor treasury-activiteiten, het risicokader, de procedures voor treasury-activiteiten waaronder de positie en het mandaat van de directeurbestuurder en de positie en handelingsruimte van de treasurer, het functioneren van de treasurycommissie, de interne controle op de treasury-activiteiten, de interne verantwoording van de treasurer aan de directeurbestuurder, de verantwoording van de directeurbestuurder aan de raad van commissarissen, het interne toezicht door de raad van commissarissen en de externe verantwoording richting stakeholders. Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van deze rapportage dienen daarbij als guidance. Een duidelijke planning op basis waarvan Vestia zich elk kwartaal verantwoordt over de voortgang en de realisatie van de gestelde doelen/gerealiseerde maatregelen. Vestia moet de verantwoording per kwartaal laten toetsen door het Fonds. Deze kan zich daarin laten bijstaan door een of meerdere aangewezen onafhankelijke deskundige(n).

31 Op basis van de eigen onderzoeksbevindingen en de adviezen die het Fonds in deze rapportage heeft geformuleerd (alsmede bevindingen en adviezen van het WSW), zal het Fonds nadere eisen formuleren aan het herstelplan. Deze nadere eisen van het Fonds zullen in lijn zijn met de verbeterpunten en aanbevelingen uit deze rapportage. In de bijlage is bij wijze van voorbeeld een opzet voor een herstelplan uitgewerkt. De raad van commissarissen van Vestia zal worden gevraagd binnen een maand een dergelijk herstelplan ter goedkeuring aan het Fonds voor te leggen. Bij de toetsing van het voorgestelde herstelplan zal het Fonds niet alleen kijken naar de effectiviteit en robuustheid van de voorstellen van Vestia, maar ook naar de mate waarin de gewenste verandering daadwerkelijk wordt gesteund en gedragen door de raad van commissarissen en de directeurbestuurder. Daartoe zal het Fonds overleg voeren met de raad van commissarissen en de directeurbestuurder over het voorgestelde herstelplan. Ook zal overleg nodig zijn met de treasurer van Vestia, de controlerend accountant en de huisbankier van Vestia. Het Fonds zal over het door Vestia voorgestelde herstelplan tevens overleg voeren met het ministerie van BZK en WSW. Waar nodig zal het Fonds aanpassing van het voorgestelde herstelplan eisen, alvorens het herstelplan goed te keuren. Dit alles laat onverlet dat Vestia op de kortst mogelijke termijn haar verantwoordelijkheid moet gaan nemen, dat wil zeggen dat zij zelf per direct moet beginnen met het afbouwen van risico s in de derivatenportefeuile en moet voorkomen dat die risico s nog groter worden dan ze nu al zijn. 6.3 Monitoringsafspraken Nadat het herstelplan door het Fonds is goedgekeurd, zal het Fonds de uitvoering van het herstelplan nauwgezet monitoren. Onderdeel van de goedkeuring van het herstelplan is een monitoringsafspraak, die onder meer zal inhouden dat: Er sprake is van een periodieke schriftelijke rapportage aan het Fonds over de voortgang van de uitvoering van herstelplan. Deze schriftelijke rapportage zal het Fonds delen met het ministerie van BZK en het WSW. Er kan een stuurgroep worden ingesteld voor gezamenlijke monitoring van de voortgang. De inhoud, kwaliteit en termijnen van de schriftelijke rapportage moeten worden bepaald in combinatie met de onderwerpen waarover wordt gerapporteerd. Periodiek, maar minimaal eens per kwartaal een gesprek plaatsvindt door het Fonds met de raad van commissarissen en de directeurbestuurder over de voortgang. Het Fonds ieder kwartaal zal rapporteren aan de minister van BZK over de voortgang, zodat de minister zich een oordeel kan vormen of hij voldoende vertrouwen kan hebben in de raad van commissarissen en de directeurbestuurder van Vestia en hun vermogen om de risico s in de derivatenportefeuille beheersbaar te krijgen.

32 Bijlage: Voorbeeld Format herstelplan I. Herziening treasurybeleid (management summary): a. Hoofdlijnen van het door Vestia voorgestane treasurybeleid (meerjarig); b. Nadere uiteenzetting bij de herijking van het treasurybeleid van Vestia als gevolg van risicoanalyse van de ontstane liquiditeitstekorten (op welke onderdelen); c. Aanvullingen op treasurybeleid van Vestia naar verschillende onderdelen (aard en omvang van de treasuryportefeuille, AO/IB, waaronder interne en externe verantwoording). II. Herijking, bijstelling voorgenomen en bestaande treasury-activiteiten Vestia voor de komende tien jaar : a. Aard en omvang van de portefeuille; b. Afbouw scenario; c. Toetsing aan de swap limiet per kwartaal per jaar; d. Scenario analyse bij onvoorziene marktontwikkelingen; e. Randvoorwaarden nieuwe treasury-activiteiten (waaronder derivaten en leningen); f. Risicobeheersingsmaatregelen Vestia bij de scenario s inzake onvoorziene marktomstandigheden. III. Verbeteren treasurymanagement Vestia : a. Financiële sturing (welke kengetallen, indicatoren hanteert Vestia voor wat betreft het beheersen van haar continuïteit en voor wat betreft de liquiditeit van Vestia en hoe vindt eventuele bijsturing plaats?); b. Financieel risicobeheer; c. Maatregelen ter versterking van financieel beheer (AO/IB en financiële administratie). IV. Organisatie, financiële verantwoording en rapportage over voortgang herstelplan: a. Organisatie uitvoering herstelplan; b. Toezicht door raad van commissarissen; c. Aansluiting bij voortgangsrapportages door raad van commissarissen; d. Voorstel voor de periodiciteit van bespreking voortgang van het herstelplan met Fonds; e. Eenheid in de interne en de externe verantwoording. Dit wil zeggen dat het Herstelplan minimaal moet aansluiten bij de heden op te stellen meerjarenbegroting van Vestia (2012 en verdere jaren) welke zich weer moet verhouden tot de komende prospectieve informatie over de jaren , als ook in de voortgangsrapportage aan raad van commissarissen.

33

34

35

36

37

38

39

Woningcorporaties & Renterisicomanagement

Woningcorporaties & Renterisicomanagement Aedes Corporatiedag 2012 Woningcorporaties & Renterisicomanagement Rotterdam, World Trade Center 31 mei 2012 Arjan van der Linden Tim Monten Agenda Introductie 5 minuten Renterisico en derivaten 15 minuten

Nadere informatie

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Treasurystatuut Dynamiek Scholengroep 1. Verantwoording Scholen/schoolbesturen krijgen jaarlijks een bedrag waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee waarborgen voor 'bedrijfsvoering' op langere

Nadere informatie

Voorbereiding voor het gesprek met uw bank over de herbeoordeling van uw rentederivaat

Voorbereiding voor het gesprek met uw bank over de herbeoordeling van uw rentederivaat Voorbereiding voor het gesprek met uw bank over de herbeoordeling van uw rentederivaat De banken zijn op dit moment bezig met het uitvoeren van herbeoordelingen van alle lopende rentederivaten bij het

Nadere informatie

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij Versie 2013-08 TREASURYSTATUUT Stichting Woontij 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn belangrijk.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36912 29 december 2014 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2014, CZW/S&B

Nadere informatie

Productinformatie rentemanagement

Productinformatie rentemanagement Productinformatie rentemanagement 2 Inhoud Uw onderneming en mogelijke renterisico s 3 Renteswap 5 Rentecap 9 Meer informatie De producten in deze brochure zijn rentederivaten. Rentederivaten zijn complexe

Nadere informatie

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid 1 Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid Vraag 9: Hoe wordt in het nieuwe kader omgegaan met de neveneffecten die zich in

Nadere informatie

Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS. HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille

Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS. HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille Opgave derivaten INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS HOOFDSTUK 2 DERIVATEN ZONDER BIJSTORTVERPLICHTING 2.1 Overzicht portefeuille HOOFDSTUK 3 DERIVATEN MET BIJSTORTVERPLICHTING 3.1 Overzicht portefeuille

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT 4.1 Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT Financiën nvt 15 december 2010 4.1 Treasurystatuut Financiën/Treasurystatuut Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1. Verantwoording 3 2. Doelstelling

Nadere informatie

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Treasurystatuut. Stichting Proloog Treasurystatuut Stichting Proloog Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Proloog d.d. 29 september 2009 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Verantwoording 1.2 Indeling Treasurystatuut 2. DOELSTELLING

Nadere informatie

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen. Toelichting Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting Inleiding Met deze beleidsregels wordt nadere invulling gegeven aan de normen inzake beleggingsactiviteiten

Nadere informatie

Treasurystatuut Nordwin College

Treasurystatuut Nordwin College Treasurystatuut Nordwin College Vastgesteld bij RvT-besluit 24 november 2016 Treasurystatuut van Nordwin College gevestigd te Leeuwarden Het treasurystatuut kent de volgende opbouw: 1. inleiding 2. uitgangspunten,

Nadere informatie

Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot?

Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot? Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot 2012 CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot? Derivaten bij woningcorporaties 2012 CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

Nadere informatie

Treasurystatuut - januari 2015

Treasurystatuut - januari 2015 Treasurystatuut - januari 2015 Werkveld: Datum: Vastgesteld: Advies GMR: Eerst volgende toetsing: Gewijzigd: Advies GMR: Financiën Januari 2015 14 januari 2015 nvt 2019 2 1. Inleiding 1.1. Verantwoording

Nadere informatie

Vraag: Naar welke onderdelen van financiële contracten wordt verwezen en wat zijn de criteria waaraan zij dienen te voldoen?

Vraag: Naar welke onderdelen van financiële contracten wordt verwezen en wat zijn de criteria waaraan zij dienen te voldoen? Versie 8 mei 2017 Vraag en antwoord bij de regelgeving omtrent derivaten In artikel 45 en 46 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTiV) is aangegeven dat de Beleidsregels gebruik financiële

Nadere informatie

Deutsche Bank. www.deutschebank.nl. Uw rentederivaat bij. Deutsche Bank

Deutsche Bank. www.deutschebank.nl. Uw rentederivaat bij. Deutsche Bank Deutsche Bank www.deutschebank.nl Uw rentederivaat bij Deutsche Bank Uw derivaat bij Deutsche Bank 1. Waarom is deze brochure belangrijk? U heeft op dit moment een rentederivaat. In deze brochure geven

Nadere informatie

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5 Treasury Statuut MT: Besproken: 21 februari 2017 CvB: Vastgesteld: 12 februari 2017 Raad van Toezicht Goedgekeurd: 6 maart 2017 MR: Besproken: 4 april 2017 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Treasury Statuut Nvon

Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen. Treasury Statuut Nvon Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen Treasury Statuut Nvon Wijdenes, september 2007 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Verantwoording 1.2 Indeling Treasury Statuut 2. DOELSTELLING

Nadere informatie

Notitie Rente-instrumenten

Notitie Rente-instrumenten Notitie Rente-instrumenten Referentienummer BCS/Beverwijk Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Traditionele Methoden... 2 3 Rente-instrumenten... 3 3.1 Rentetermijncontracten... 3 3.2 Rente-opties... 4 3.3 Renteswaps...

Nadere informatie

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht Versie: AB VRU 21 juni 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 Algemeen 2 Wettelijke voorschriften 2 Opbouw statuut 2 2. Uitgangspunten en doelstellingen 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

BROCHURE RENTEDERIVATEN

BROCHURE RENTEDERIVATEN BROCHURE RENTEDERIVATEN In deze brochure legt de AFM de belangrijkste eigenschappen van een rentederivaat uit en zijn vragen opgenomen die u kunt stellen aan uw bank. Deze brochure kunt u gebruiken als

Nadere informatie

De Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen worden als volgt gewijzigd:

De Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen worden als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van, nr. 2013-0000416424, tot wijziging van de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. De Minister voor

Nadere informatie

Productwijzer. Rentederivaten ( )

Productwijzer. Rentederivaten ( ) Productwijzer Rentederivaten 6.0012.96 (08-01-2009) 1 Rentederivaten Afhankelijk van uw situatie, de marktsituatie en marktverwachtingen kan het voor u bijzonder interessant zijn (of wellicht zelfs noodzakelijk)

Nadere informatie

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Versiebeheer V2, 29-3-2018 Gemaakt door W. Kock Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT 28-5-2018 Vastgesteld CvB 28-5-2018 Treasury statuut Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door

Nadere informatie

Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot? Derivaten bij woningcorporaties

Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot? Derivaten bij woningcorporaties CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Renterisico s beheerst of financiële risico s vergroot? Derivaten bij woningcorporaties Baarn, 31 mei 2012 2012 2 Centraal Fonds Volkshuisvesting Inhoud Samenvatting en

Nadere informatie

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij Versie 2015-06 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn

Nadere informatie

Vraag en antwoord bij de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen

Vraag en antwoord bij de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen Versie 15 juli 2014 Vraag en antwoord bij de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen Op 1 oktober 2012 zijn de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM 25 april 2012 pagina 2 Artikel 1 Doelstelling De Auditcommissie maakt onderdeel uit van de Raad van Commissarissen van de Stichting

Nadere informatie

Is uw organisatie al klaar voor EMIR? Zie ook: www.afm.nl/emir

Is uw organisatie al klaar voor EMIR? Zie ook: www.afm.nl/emir Zie ook: www.afm.nl/emir Zoals bekend moet door de invoering van EMIR iedere partij die een derivatencontract heeft gesloten of gaat afsluiten de details van deze transactie rapporteren. De AFM heeft de

Nadere informatie

Renteswap. omruilen voor vaste swaprente. Hoe werkt een variabele Euribor-rente? Wat is een renteswap? Zo werkt de renteruil

Renteswap. omruilen voor vaste swaprente. Hoe werkt een variabele Euribor-rente? Wat is een renteswap? Zo werkt de renteruil variabele Euriborrente omruilen voor vaste swaprente In dit productinformatieblad leest u in het kort wat een renteswap is, hoe het werkt en wat de voordelen en risico s zijn. De renteswap is een complex

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 489 Derivatenposities van (semi-)publieke instellingen Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017 Treasury Statuut Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017 Inleiding Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële

Nadere informatie

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL TREASURYSTATUUT ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL 1 INHOUDSOPGAVE 1. Doelstelling 3 2. Treasurybeleid 3 2.1. Uitgangspunten 3 2.2. Doelstellingen 4 2.3. Treasury instrumenten. 4 3. Organisatie en bevoegdheden

Nadere informatie

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid TREASURY STATUUT 1. DOEL Het Treasury Statuut (hierna: Statuut) heeft tot doel kaders aan te geven waarbinnen het Natuuren Recreatieschap haar geldstromen, saldi- en renterisico's kan beheren en besturen

Nadere informatie

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen Addendum bij prospectus 18 december 2017 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico

Nadere informatie

Beoordelingskader en vereisten herstructurering derivaten. 1 juli 2017

Beoordelingskader en vereisten herstructurering derivaten. 1 juli 2017 Beoordelingskader en vereisten herstructurering derivaten 1 juli 2017 Colofon Uitgegeven door Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/Autoriteit woningcorporaties Graadt van Roggenweg 500 Utrecht Postbus

Nadere informatie

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d. Treasurystatuut Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d. 1. Inleiding Onder treasury is te verstaan: het sturen en het beheersen

Nadere informatie

Postbus 124 8080 AC Elburg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog - Wildemaetschool. Treasury Statuut

Postbus 124 8080 AC Elburg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog - Wildemaetschool. Treasury Statuut Postbus 124 8080 AC Elburg De Borchstee De Duif Het Octaaf De Petra De Regenboog - Wildemaetschool Treasury Statuut BELEIDSSTUK 38 Vastgesteld door AB d.d. 21-02-2008 Instemming GMR: 13-02-2008 Treasurystatuut

Nadere informatie

a. Wat zijn de rentekosten voor de onderneming uitgedrukt in een percentage voor het kwartaal dat volgt op het renteherzieningsmoment.

a. Wat zijn de rentekosten voor de onderneming uitgedrukt in een percentage voor het kwartaal dat volgt op het renteherzieningsmoment. Renterisico 1 Een onderneming heeft een lening met een omvang van 5 miljoen euro en een variabele rente die is gebaseerd op het EURIBOR-tarief. De rente wordt per kwartaal opnieuw vastgesteld. De bank

Nadere informatie

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER

REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER Status: definitief Vastgesteld door het Bestuur d.d.: 30 augustus 2016 Goedgekeurd door de RvT d.d.: 26 september 2016 Goedgekeurd door de Autoriteit woningcorporaties

Nadere informatie

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam vs. 1.2 28 november 2013 pagina 1 van13 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017

WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017 WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017 Risico s voor borgstelsel nemen toe Corporaties nemen maatregelen om de financiële conti - nuïteit te waarborgen. Dit is het gevolg van de overheidsmaatregelen

Nadere informatie

3 december 2012 Betreft Antwoorden op Kamervragen van de leden Rog en Omtzigt (beiden CDA) van 22 november over derivaten in het onderwijs

3 december 2012 Betreft Antwoorden op Kamervragen van de leden Rog en Omtzigt (beiden CDA) van 22 november over derivaten in het onderwijs a > Retouradres Postbus 6375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 6375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Treasury producten in KRM dossiers. Yvonne Einig Marc Leclair

Treasury producten in KRM dossiers. Yvonne Einig Marc Leclair Treasury producten in KRM dossiers Yvonne Einig Marc Leclair Waarom het onderwerp "Treasury producten in KRM dossiers"? Elsevier 25 juli 2015: "Banken bloeden steeds vaker om renteswaps" Onderzoek AFM:

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Treasury 13

Inhoud. Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Treasury 13 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Treasury 13 1.1 Treasurytaken 13 1.1.1 Cash & liquidity management / Financiering 14 1.1.2 Renterisicobeheer 14 1.1.3 Valutarisicobeheer 15 1.1.4 Beheer van prijsrisico

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard Treasurystatuut Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht d.d. 17-2-2017 1 Toelichting Onderwijsbesturen

Nadere informatie

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW) TREASURYSTATUUT Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland 28.03 (SPOW) Beoordeeld door Van Ree Accountants d.d. 15-11-2017. Voldoet aan de regeling. Vastgesteld door dagelijks bestuur d.d.

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9 Aan de raad AGENDAPUNT 6.9 Treasurystatuut 2010 Voorstel: het Treasurystatuut 2010 vaststellen. Inleiding In februari 2009 hebben wij u geïnformeerd over de treasury bij onze gemeente. Aanleiding hiervoor

Nadere informatie

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Vastgesteld in de bestuursvergadering van de Ds. Pierson Stichting voor VO op 20 december 2004 en herzien op 15 december 2008 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Verantwoording 1.2 Indeling Treasury Statuut

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De I0 tte. Geachte heer Roelvink,

De I0 tte. Geachte heer Roelvink, De I0 tte. Deloitte Accountants B.V. Financial Risk Management Laan van Kronenburg 2 1183 AS Amstelveen Postbus 175 1180 AD Amstelveen Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9711 www.deloitte.nl Behandeld

Nadere informatie

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16) Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16) Vastgesteld door het bestuur d.d. 12/12/2016, goedkeuring door ALV d.d. 18/05/2017 Inleiding Dit statuut bevat de algemene grondslagen en beginselen

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21 van het Besluit beheer sociale-huursector; Besluit: Art ike l 1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21 van het Besluit beheer sociale-huursector; Besluit: Art ike l 1 Be le ids rege ls van de Min is te r van Binnen landse Zaken en Kon ink r i j ks re l a t i es van 5 sep tember 2012, nr. 2012-0000515185 t e r u i t voe r ing van het Beslui t beheer socia le - huursector

Nadere informatie

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018 Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Kader 1 1.2 Leeswijzer 2 2 Beleid 3 2.1 Doelstellingen treasurybeleid 3 2.2 Uitgangspunten

Nadere informatie

Antwoorden Renterisico 1

Antwoorden Renterisico 1 Antwoorden Renterisico 1 a. 2,35% + 1,20% = 3,55% b. 5.000.000 x 0,0355 x 92/360= 45.361 euro c. Renterisico; in dit geval het risico dat de rente stijgt waardoor de rentekosten voor de onderneming stijgen

Nadere informatie

FLO/U Lbr. 12/057

FLO/U Lbr. 12/057 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Ontwikkelingen woningcorporatiesector uw kenmerk ons kenmerk FLO/U201200941 Lbr. 12/057 bijlage(n) 1 datum

Nadere informatie

POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB

POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB POSITION PAPER INZET RENTEDERIVATEN BIJ KREDIETVERLENING AAN HET MKB Kernboodschappen Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) Rentederivaten worden door Nederlandse banken aangeboden om renterisico s voor

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 28 februari 2012 Betreft Woningcorporatie Vestia

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 28 februari 2012 Betreft Woningcorporatie Vestia > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 8 Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting. Treasury Statuut Inleiding Algemeen Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities

Nadere informatie

TREASURY- en BELEGGINGSSTATUUT

TREASURY- en BELEGGINGSSTATUUT TREASURY- en BELEGGINGSSTATUUT Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen in de vergadering van 3 maart 2015. 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Financieren, beleggen en rentemanagement 2.1 Doelstellingen treasury

Nadere informatie

(Utrechtse) derivaten

(Utrechtse) derivaten (Utrechtse) derivaten Hier komt tekst 10 maart 2016 Hier Robert komt de Geus ook tekst QT, BCS Programma (ca. 30 min) Introductie Wat zijn derivaten en welke soorten onderscheiden we? Wettelijk en eigen

Nadere informatie

Collegevoorstel. De achtervangovereenkomst voor de bestaande lening van De Alliantie met BNG-leningnummer FRL.332.01 aan te gaan.

Collegevoorstel. De achtervangovereenkomst voor de bestaande lening van De Alliantie met BNG-leningnummer FRL.332.01 aan te gaan. Collegevoorstel Sector : SOB Reg.nr. : 4515624 Opsteller : A. Sleeuwenhoek Telefoon : (033) 469 44 59 User-id : SLE1 Onderwerp Achtervangovereenkomst renteherziening De Alliantie Voorstel: De achtervangovereenkomst

Nadere informatie

Nummer 0,2 Versie 1 Datum 12-05-2014 Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei 2015. Treasury statuut.

Nummer 0,2 Versie 1 Datum 12-05-2014 Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei 2015. Treasury statuut. Nummer 0,2 Versie 1 Datum 12-05-2014 Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei 2015 Treasury statuut Pagina 1 van 7 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 1.1 Verantwoording... 3

Nadere informatie

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN Algemeen Bestuur Veendam 29 oktober 2013 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VOORBEREIDING EN VASTSTELLING VAN HET TREASURYBELEID... 3 2.1. Beleids- en verantwoordingscyclus...3

Nadere informatie

Addendum bij prospectus 22 februari Zwitserleven Beleggingsfondsen

Addendum bij prospectus 22 februari Zwitserleven Beleggingsfondsen Addendum bij prospectus 22 februari 2018 Zwitserleven Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico 3 2 Wijziging

Nadere informatie

Voorstel aan Algemeen Bestuur

Voorstel aan Algemeen Bestuur cm Voorstel aan Algemeen Bestuur Datum AB-vergadering 21 december 2012 Nummer: 2012.08985 Voor akkoord Afdeling BO: W.H. Boneschansker Datum 3 december 2012 Paraa Directeur: H.D. Post 3 december 2012 Onderwerp:

Nadere informatie

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april 2010. VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april 2010. VPCPO De Akker Treasurystatuut 2 Treasurystatuut Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs in de gemeente Oldebroek eo. De Akker Postbus 7 8090 AA Wezep T 038 3763118 E info@vpcpodeakker.nl W www.schoolverenigingdeakker.nl

Nadere informatie

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven Inhoudsopgave 1. INLEIDING 3 1.1. Verantwoording 3 1.2 Indeling Treasury Statuut 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 4 2.1 Liquiditeit

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016 Uitvoeringsbeleid Treasury Gemeente Emmen 2016 Vastgesteld in het college van 5 juli 2016 Geldend vanaf 1 januari 2016 Inhoudsopgave A) Algemene kaders en uitgangspunten... 3 B) Betalingsverkeer... 3 C)

Nadere informatie

Stuknummer: AM2.06095

Stuknummer: AM2.06095 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. uw kenmerk bijlagefn) (070) 373 8393 1 betreft ons kenmerk datum Ontwikkelingen FLO/U201200941 22 juni 2012 woningcorporatiesector

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie

1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie TREASURYSTATUUT Vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht van Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs voor Hardenberg en omgeving (hierna: PrO Hardenberg) d.d.

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING PARAGRAAF 3 FINANCIERING In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s voor de jaren 2019 tot en met

Nadere informatie

Onderwerp Achtervangovereenkomst Woonzorg Nederland verzorgingshuis St Jozeph

Onderwerp Achtervangovereenkomst Woonzorg Nederland verzorgingshuis St Jozeph Collegevoorstel Sector : SOB Reg.nr. : 4504014 Opsteller : A. Sleeuwenhoek Telefoon : (033) 469 44 59 User-id : SLE1 Onderwerp Achtervangovereenkomst Woonzorg Nederland verzorgingshuis St Jozeph Voorstel:

Nadere informatie

Januari 2009, Case renterisico management: Analyse portefeuille rente-instrumenten en rentehedging programma

Januari 2009, Case renterisico management: Analyse portefeuille rente-instrumenten en rentehedging programma Januari 2009, Case renterisico management: Analyse portefeuille rente-instrumenten en rentehedging programma In deze case wordt uiteen gezet op welke wijze renterisico effectief kan worden beheerst door

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie:

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie: Toezichtkader Raad van Commissarissen Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw Identificatie: Versie: februari 2019 Vastgesteld in vergadering RvC d.d.: 18 februari 2019 Gecommuniceerd met Bestuur: februari

Nadere informatie

Doelstellingen en kerntaken lopen door elkaar. Advies is dit uit elkaar te trekken conform aanvullingen.

Doelstellingen en kerntaken lopen door elkaar. Advies is dit uit elkaar te trekken conform aanvullingen. Het treasurystatuut (TS) is gebaseerd op het Aedes/VTW model. In dit overzicht is aangegeven de wijze waarop aan de bevindingen en adviezen van de auditcommissie opvolging wordt gegeven. Waar in TS? Bevinding,

Nadere informatie

Treasurystatuut 2011. Auteur F&BI. Inlichtingen E janny.bultena@hu.nl. Datum 29 augustus 2011. Versie F&BI/2011-138/2.0CvB

Treasurystatuut 2011. Auteur F&BI. Inlichtingen E janny.bultena@hu.nl. Datum 29 augustus 2011. Versie F&BI/2011-138/2.0CvB Auteur F&BI Inlichtingen E janny.bultena@hu.nl Datum 29 augustus 2011 Versie F&BI/2011-138/2.0CvB Hogeschool Utrecht, Utrecht, 2011 Treasurystatuut 2011 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor

Nadere informatie

Reglement Auditcommissie WormerWonen

Reglement Auditcommissie WormerWonen Reglement Auditcommissie WormerWonen Vastgesteld in de Auditcommissie van WormerWonen Ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht op 29 oktober 2014 14 oktober 2014 1 1. INHOUD 1. Doelstelling

Nadere informatie

Investerings- en financieel statuut

Investerings- en financieel statuut Investerings- en financieel statuut Inleiding Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten

Nadere informatie

Treasurystatuut STICHTING NORMA

Treasurystatuut STICHTING NORMA Treasurystatuut STICHTING NORMA September 2018 1/11 Inhoud Treasurystatuut... 1 1. Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Doel van het Treasurystatuut... 3 1.3 Doelstelling van de treasury-functie... 3 1.4

Nadere informatie

Auditcommissie Reglement 2016

Auditcommissie Reglement 2016 Auditcommissie Reglement 2016 Woningstichting Het Grootslag Versie 2.0 Vastgesteld door de RvC 15 april 2016 Inhoud Doelstelling van de auditcommissie... 3 1. Doelstelling... 3 1.1 Ondersteuning... 3 1.2

Nadere informatie

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen 2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury). De kaders voor het op een verantwoorde manier beheren van de financiële middelen worden

Nadere informatie

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Rabobank met betrekking tot het Revolverend Fonds Energiebesparing 11 Juli 2013 Betrokken partijen Initiatiefnemer:

Nadere informatie

Model Beleggingsstatuut

Model Beleggingsstatuut Model Beleggingsstatuut Datum: 2 april 2015 Auteur: Paul Minke Aedes vereniging van woningcorporaties Publicaties Postbus 29121, 2509 AC Den Haag 088 233 37 00 E-mail publicaties@aedes.nl 1 Voorwoord De

Nadere informatie

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij Status: Versie 2017-01 Vastgesteld door bestuur d.d.: 30-08-2017 Goedgekeurd door RvC 1 d.d.: 11-09-2017 1 Raad van Commissarissen Versie 2015-06 1. Inleiding

Nadere informatie

Treasurystatuut Laurentius

Treasurystatuut Laurentius Treasurystatuut Laurentius versie 1.1 16 juli 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Treasurybeleid... 4 4.1 Doelstellingen van de treasuryfunctie... 4 4.2 Waarborgen financiële continuïteit... 5 4.2.1

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken 23 februari 2016 VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 1 maart 2016 Agendapunt : Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen

Nadere informatie

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep 1. NOTA VAN TOELICHTING Artikel Artikel 2 Artikel 2 lid 1 Artikel 2 lid 2 Artikel 2 lid 3 Artikel 2 lid 4 Toelichting In artikel 2 worden de

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Raadsvergadering : Voorstel : Agendapunt :

Raadsvoorstel. Raadsvergadering : Voorstel : Agendapunt : 374977 Raadsvoorstel Raadsvergadering : 03-12-2013 Voorstel : 2013-108 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2013/9778 Documentnummer : 1894/2013/30903 Datum : Onderwerp Achtervangovereenkomst ten behoeve

Nadere informatie

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. 4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's

Nadere informatie

Vastgesteld in AB vergadering 29 oktober Treasury Statuut

Vastgesteld in AB vergadering 29 oktober Treasury Statuut Vastgesteld in AB vergadering 29 oktober 2014 Treasury Statuut INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Verantwoording 1.2 Indeling Treasury Statuut 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 2.1 Liquiditeit 2.2 Financieringskosten

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 28

Nadere informatie

EMTN programma ,07% EUR Schuldschein ,95% EUR EUR

EMTN programma ,07% EUR Schuldschein ,95% EUR EUR 32. Leningen (in EUR 1.000) Aflossing in Rente Valuta Nominaal (in 1.000) Referentie afdekking 2012 2011 XS0171966269 2013 4,38% EUR 175.929 175.848 175.685 XS0399674216 2014 6,63% EUR 370.704 369.885

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs regio IJssel-Vecht

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs regio IJssel-Vecht samenwerkingsverband vo IJSSISL VEC' IT T reasurystatuut Stichting VO2305 Handelsnaam: Samenwerkingsverband VO 23.05 regio IJssel-Vecht Ossenkamp 8 8024 AE ZWOLLE Inschrijfnummer DUO: 21639 Datum: 30 maart

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum. Betreft: Nadere invulling risicokader staatsschuld

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum. Betreft: Nadere invulling risicokader staatsschuld > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.dsta.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november

Nadere informatie

Stresstest 2016 derivatenportefeuille bij corporaties

Stresstest 2016 derivatenportefeuille bij corporaties Stresstest 2016 derivatenportefeuille bij corporaties Stresstest 2016 derivatenportefeuille corporaties Datum 19 september 2016 Stresstest l2016 derivatenportefeuille bij corporaties 19 september 2016

Nadere informatie