Provinciaal blad van Noord-Brabant

Transcriptie

1 Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: Onderwerp Vragen inzake Antwoorden op vragen ex art Reglement van Orde over ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden in Noord-Brabant. Vragen van het lid van Provinciale Staten mw. A.J.H. Knoet-Michels en dhr. S.J.A.H. Smeulders namens de statenfractie van de PvdA d.d. 10 augustus 2011 Bijlage(n) geen Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur, weekblad nummer , blijkt dat er weinig tot geen coördinatie is op de wijze waarop het landelijk beleid m.b.t. de invoering van elektrisch autorijden door gemeenten wordt uitgevoerd. De Rijksoverheid, ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie stimuleert de ontwikkelingen, maar neemt niet de regie. Gemeenten zouden volgens dit onderzoek steeds het eigen wiel uitvinden. Dat is niet alleen financieel gezien weinig efficiënt, maar kan door onvoldoende afstemming en daardoor verschillende laad- en betaalsystemen zelfs leiden tot onverantwoorde investeringen en mislukt beleid. De PvdA fractie steunt ontwikkelingen in mobiliteit die leiden tot minder belasting van het milieu. Elektrisch rijden kan daarin een van de mogelijkheden zijn, mits goed gecoördineerd en afgestemd binnen Nederland en bij voorkeur Europa. De PvdA fractie zou graag inzicht hebben in de activiteiten in onze provincie op dit gebied. De PvdA fractie heeft naar aanleiding van het onderzoek enkele vragen aan u: 1. Is u bekend welke gemeenten in Noord-Brabant, al dan niet in samenwerking met energiemaatschappijen, investeren in oplaadpunten en betaalsystemen voor elektrisch rijden? 2. Zo nee, stelt u er, net als de PvdA fractie, belang in om een dergelijk overzicht te hebben en bent u bereid om ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden in Brabant in kaart te brengen?

2 3. Zo ja, is u bekend of er afstemming tussen gemeenten plaats vindt en zo ja op welke wijze? 4. Ziet u een rol voor de Provincie om de regie te nemen, zodat gemeenten efficiënt en effectief uitvoering geven aan landelijk beleid?. 5. Zo nee, op welke andere wijze kunnen forse desinvesteringen door gemeenten in onze Provincie worden voorkomen en welke rol zou de provincie hier kunnen hebben? Antwoord van Gedeputeerde Staten d.d. 31 augustus 2011 Is u bekend welke gemeenten in Noord-Brabant, al dan niet in samenwerking met energiemaatschappijen, investeren in oplaadpunten en betaalsystemen voor elektrisch rijden? Ja, in belangrijke mate. 34 gemeenten binnen Brabant beschikken op dit moment over laadinfrastructuur die zij samen met Stichting E-laad hebben gerealiseerd. In Noord-Brabant voorzien Endinet en Enexis, namens deze stichting, de laadinfrastructuur. In totaal staan er vanuit dit initiatief nu 179 laadpalen in Noord-Brabant. Dit is 25% van alle laadpalen die in Nederland door de stichting E-laad zijn geplaatst en door hen worden beheerd. Naast dit publieke initiatief zijn er initiatieven waar private partijen laadinfrastructuur realiseren op privaat en semi-publiek terrein, al dan niet in samenwerking met gemeenten. Voorbeelden zijn initiatieven van energiemaatschappijen, autobedrijven, ANWB, oliemaatschappijen, winkelketens en restaurants. Coördinatie van al deze initiatieven vindt plaats via het nationale formule E-team onder verantwoordelijkheid van het ministerie EL&I. Locaties van laadpunten voor alle type voertuigen zijn te vinden op website's zoals of op nieuwe versies van routeplanners zoals deze van TOMTOM. Zo nee, stelt u er, net als de PvdA fractie, belang in om een dergelijk overzicht te hebben en bent u bereid om ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden in Brabant in kaart te brengen? Om ons beleid gericht op de nieuwe markt van elektrische mobiliteit goed te kunnen afstemmen met gemeenten hebben wij ervoor gekozen om samen met BrabantStad actie te nemen. Door met deze selecte hoeveelheid gemeenten op te trekken verkrijgen wij een goede balans waarbij wij een actueel beeld hebben van de ambities en mogelijkheden binnen Brabantse gemeenten en gelijktijdig slagkracht ontwikkelen voor het samen opzetten van projecten en het coördineren van het beleid. De huidige lopende afspraken binnen BrabantStad, om de ontwikkeling van elektrisch rijden samen ter hand te nemen, zien we als 2/5

3 goed instrument om de belangrijkste publieke ontwikkelingen binnen Noord- Brabant te kunnen volgen en coördineren. Daarbij hebben wij via de samenwerking met industrie, de High Tech Automotive Campus, kennisinstellingen en intermediaire organisaties als BOM en Brainport een goed beeld van de belangrijkste internationale marktontwikkelingen voor onze eigen industrie, kennispartners en de betrokken gemeenten. Wij hebben niet de verwachting dat wij alle dynamische ontwikkelingen in deze markt in zijn totale omvang in Noord-Brabant permanent kunnen volgen en kunnen coördineren. Zo ja, is u bekend of er afstemming tussen gemeenten plaats vindt en zo ja op welke wijze? Samen met BrabantStad gemeenten nemen wij deel aan de samenwerking rondom het nationale formule E-team (FET). Hierdoor wordt zowel binnen BrabantStad als met nationale partijen afgestemd. De VNG heeft binnen het FET de rol om ervaringen tussen gemeenten te delen en samen beleidslijnen te ontwikkelen en te verspreiden. Ziet u een rol voor de Provincie om de regie te nemen, zodat gemeenten efficiënt en effectief uitvoering geven aan landelijk beleid?. Ja, in beperkte mate. Binnen BrabantStad is de afspraak gemaakt om gezamenlijk pro-actief de vraagstukken rondom infrastructuur voor elektrische mobiliteit aan te pakken om zo binnen Noord-Brabant niet in iedere gemeente opnieuw het wiel uit te vinden. Concreet betekent dit dat de eerste publiek toegankelijke laadpunten van Essent en Enexis vanaf voorjaar 2009 zijn geplaatst in s-hertogenbosch. De eerste laadpaal van stichting E-laad in Nederland is geplaatst in Tilburg. Voor de uitrol van laadinfrastructuur heeft Eindhoven gekozen om als eerste grote gemeente in Nederland grootschalig met stichting E-laad samen te werken en 40 laadpunten te realiseren. De lessen zoals geleerd in BrabantStad zijn via het secretariaat van het Formule E-team door de VNG verzameld en worden ingezet om de afspraken tussen gemeenten en stichting E-laad verder te verbeteren. Gedeputeerde Staten voeren regie over de werkgroep elektrisch rijden zoals deze actief is binnen BrabantStad. Voor de uitrol van infrastructuur, buiten BrabantStad, zien wij vooral een rol weggelegd voor private initiatieven, stichting E-laad en de netwerkbedrijven. Individuele gemeenten kunnen bij VNG of meer ervaren BrabantStad gemeenten terecht voor advies. Het is vooral effectief om de opgedane kennis en ervaringen via nationale intermediairs zoals stichting E-laad en VNG beschikbaar te stellen. Mogelijk zien wij wel een rol om meer regie te nemen in de verdere ontwikkeling van het elektrisch rijden en slimme netten als economische kans voor onze bedrijven en kennisinstellingen. In de nationale plannen zien wij nog een beperkte koppeling tussen de ontwikkeling van elektrisch rijden en de economische kansen voor innovatieve bedrijven in onze provincie. Ook is de 3/5

4 slimme koppeling tussen duurzame decentrale energieproductie en elektrisch rijden in de nationale plannen nog niet sterk waardoor de integrale milieuwinst van elektrische mobiliteit nog niet evident is. Ook hier zien wij mogelijk een rol voor ons en onze partners om via innovatieve PPS arrangementen doorbraaktechnologieën te introduceren en gelijktijdig nieuwe marktkansen voor Brabantse bedrijven mogelijk te maken. Zo nee, op welke andere wijze kunnen forse desinvesteringen door gemeenten in onze Provincie worden voorkomen en welke rol zou de provincie hier kunnen hebben? Alle publieke en private partijen worden door het nationale formule E-team voorgelicht ten aanzien van veiligheidsaspecten en standaarden. De grotere aanbieders van infrastructuur hebben op initiatief van het Rijk sinds 10 oktober 2010 afspraken gemaakt over interoperabiliteit op de Nederlandse markt. Afhankelijk van de beoogde toepassing, snel of normaal laden, en de beoogde voertuigen worden daarbij keuzes gemaakt voor inrichting van de parkeerplaats, de laadtechniek en de stekker. Naast het implementeren van deze afspraken is de huidige ontwikkeling ook vooral een dynamisch leerproces waar Nationale, Europese en internationale standaarden steeds verder worden ontwikkeld, worden doorgevoerd en worden verbeterd. Op al deze niveaus en in deze werkprocessen zijn Brabantse stakeholders betrokken en worden de ervaringen uit Noord-Brabant ingezet voor verdere standaardisatie en samenwerking. Het overgrote deel van de investeringen in infrastructuur worden door private partijen en netbeheerders (via stichting E-laad) ingezet en juist niet betaald door gemeenten. Deze partijen zijn zich ervan bewust dat het voorop lopen in deze ontwikkeling betekent dat je de eerste jaren leergeld betaalt, aanhoudend aanpassingen moet doen en dat investeringen zich niet direct zullen terugverdienen. Het daarbij slim anticiperen en Europees samenwerken, zoals wij dit doen met onze partners, verdeelt en reduceert de investeringsrisico's maar kan deze niet volledig wegnemen. Het Rijk, meer specifiek EL&I, I&M en het nationale formule E-team, werkt aan een vervolgaanpak elektrisch rijden op verzoek van de tweede kamer. De wijze waarop wij samen met de Brabantse industrie en Brabantse gemeenten hierin samenwerken is op dit moment onderwerp van afstemming tussen het Rijk en provincie. De provincie werkt tevens op dit moment aan een uitvoeringsstrategie elektrisch rijden en slimme netten voor de komende bestuursperiode. Hierin wordt op basis van de opgedane ervaringen met de vele lopende projecten en experimenten en aan de hand van de huidige internationale marktontwikkelingen gekeken hoe wij als provincie samen met onze partners uit industrie, kennisinstellingen, gemeenten en Rijk het best een vervolg kunnen 4/5

5 geven aan onze inzet op dit beleidsthema. Dit wordt 25 november met de betrokken commissies van uw Staten besproken. : Uitgegeven, 1 september 2011 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, drs. W.G.H.M. Rutten 5/5