Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 1 februari 2017, uur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 1 februari 2017, uur"

Transcriptie

1 AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 1 februari 2017, uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda OPENBAAR DEEL Vaststellen verslag openbaar deel 2. Vaststellen conceptverslag 7 december 2016 Gevraagd besluit: Vaststellen van het conceptverslag. Bespreekpunten 3. Renovatie van halte RandstadRail Stadhuis Zoetermeer Gevraagd besluit: 1. De RandstadRailhalte Stadhuis Zoetermeer toevoegen aan het IPVa 2017 voor een bedrag van maximaal 1,753 miljoen. 2. Instemmen met ontheffing aan te vangen werk vooruitlopend op een af te geven subsidiebeschikking. Toelichting: Met het renoveren van RandstadRailhalte Stadhuis verbetert de toegankelijkheid, het comfort en de sociale veiligheid van deze halte. De gemeente wil de werkzaamheden combineren met de renovatie van het Stadhuis en de herinrichting van het Stadhuisplein en vraagt 1,772 miljoen subsidie, waarvan we 1,753 miljoen subsidiabel achten. Vanwege de aanbesteding heeft de gemeente op korte termijn duidelijkheid nodig over het verkrijgen van subsidie. De gemeente heeft het project niet aangemeld voor het IPVa 2017 en de begroting Echter, omdat de werkzaamheden aan het stadhuis, de RandstadRailhalte en het Stadhuisplein onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, de overlast voor reizigers beperken en door de combinatie kostenefficiënt zijn, adviseren we de subsidie toch in 2017 te verstrekken. 4. Kadernota MRDH begroting 2018 Gevraagd besluit: 1. Instemmen met de Kadernota MRDH begroting 2018 en deze door te geleiden naar het dagelijks bestuur. Toelichting: In de financiële verordening MRDH 2015 is opgenomen dat het algemeen bestuur, voorafgaand aan het voor zienswijze bij de gemeenten indienen van de concept begroting, een uitgangspuntennota vaststelt voor de kaders van het volgende begrotingsjaar. De Kadernota MRDH begroting 2018 (Kadernota) is deze bedoelde uitgangspuntennota en dient als uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2018 voor de MRDH. Pagina 1 van 4

2 Bij het opstellen van deze Kadernota is rekening gehouden met de Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen. In deze brief zijn namens de colleges van de Haaglanden gemeenten de financiële uitgangspunten voor de gemeenschappelijke regelingen opgenomen. Daar waar de MRDH een voorstel doet om af te wijken van deze kaders wordt dit toegelicht in deze Kadernota. De kaderbrief van de Haaglanden gemeenten verzoekt deze afwijkingen te bespreken en de uitkomst van deze bespreking op te nemen in de aanbiedingsbrief bij de begroting. Aan dit verzoek zal worden voldaan. De gemeenten in de Rotterdamse regio volgen voor wat betreft de kaderstelling aan de MRDH het Haaglanden kader. 5. Europese call 18 waterstofbussen Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met het niet deelnemen aan de Europese call voor opschaling van waterstofbussen. Toelichting: MRDH kan met 18 waterstofbussen deelnemen aan een Europese call voor opschaling van waterstofbussen. Hiervoor heeft zij in juni 2016 samen met de provincie Zuid-Holland, de provincie Groningen, de provincie Noord Brabant en het ministerie van IenM een Letter of Intent of the Dutch Regional Authorities to the Fuel Cell Hydrogen Joint Undertaking (FCH-JU) ondertekend. Om mee te kunnen doen moet MRDH 1,8 miljoen aan subsidie beschikbaar stellen uit haar BDU-middelen. De overwegingen vóór deelname aan de Europese call wegen niet op tegen de overwegingen tegen de Europese call. Met name de veel hogere kosten in aanschaf, exploitatie en laadinfrastructuur van waterstofbussen t.o.v. andere zero emissie technieken zoals overnightcharging- en opportunity charging bussen maken de waterstofbussen voorlopig veel minder aantrekkelijk als zero emissie oplossingsrichting. Ook hebben waterstofbussen zich nog niet op grote schaal bewezen als een proven techniek. De inzet van substantieel aantal van18 bussen brengt dan ook hoge risico s met zich mee. 6. ROV-ZH Samenwerkingsovereenkomst Gevraagd besluit: 1. Instemmen met de visie "Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland" 2. Instemmen met het Meerjarenprogramma Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Besluiten de Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Ondersteuning Verkeersveiligheid aan te gaan met de Provincie Zuid-Holland 4. Namens de bestuurscommissie de heer P.J Langenberg machtigen voor de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Toelichting: MRDH en PZH zijn regievoerders voor ROV-ZH en hebben bij de verlenging van de bestuursovereenkomst 2016 afgesproken te komen met een vernieuwde visie voor verkeersveiligheid op het gebied van gedragsbeïnvloeding. De nieuwe visie gaat uit van de aangescherpte ambitie Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland en werkt vanuit het motto Maak van de Nul een punt. De visie is uitgewerkt in een meerjarenprogramma opgezet volgens de drie sporen, voortzetten, vernieuwen en verspreiden. Voor het hieruit voortvloeiende takenpakket voor het ROV-ZH lijkt het van belang dat de samenwerking wordt uitgebreid met meer partijen. De voorliggende samenwerkingsovereenkomst biedt de mogelijkheid voor deze uitbreiding, bijvoorbeeld met de samenwerkingspartners in de Zuidelijke Randstad. Pagina 2 van 4

3 Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via w.dekker@mrdh.nl en t.vanmourik@mrdh.nl. 7. Lijst van subsidies Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de in de lijst van subsidies genoemde besluiten. 8. Plannen van aanpak drietal snelfietsroutes (amendement Hoogeland) Gevraagd besluit: 1. Instemmen met de plannen van aanpak voor drie snelfietspaden en bij het opstellen van de begroting 2018 drie snelfietsroutes opnemen als aanmelding in het IPVa Toelichting: De MRDH heeft zich afgelopen jaar, samen met het Rijk, de provincie en gemeenten, ingespannen om een aantal snelfietspaden op korte termijn te kunnen realiseren. Met het in de Tweede Kamer aangenomen amendement Hoogeland heeft het Rijk voor drie fietspaden in de regio extra geld beschikbaar gesteld: 50% van de volgende investeringen: 1. De Verlengde Velostrada snelfietsroute ad 4,5 mln. (bijdrage MRDH max 0,86 mln.) 2. De snelfietsroute Rotterdam-Gouda ad 4,7 mln. (bijdrage MRDH max 0,50 mln.) 3. De snelfietsroute F15-IJsselmonde ad 5,5 mln. (bijdrage MRDH max 0,50 mln.) De Rijksbijdrage kan pas worden bevestigd nadat de andere partijen de regionale bijdrage hebben vastgelegd. Dit wordt met ondertekening van de Plannen van Aanpak bekrachtigd. Deze drie projecten waren te laat bekend om nog opgenomen te kunnen worden in het IPVa De projecten zijn dus nog niet voorzien in de begroting. Door nu in te stemmen met de Plannen van Aanpak kunnen de snelfietspaden nu worden opgenomen als aanmelding voor het IPVa In 2018 kunnen de aanmeldingen worden omgezet in subsidieaanvragen, ten laste van kleine projecten. Naast de rijksbijdrage komt de regionale bijdrage dan van de provincie, MRDH en deelnemende gemeenten. De provincie Zuid-Holland heeft de taak op zich genomen om voor deze projecten Plannen van Aanpak te schrijven, welke door alle partners ondertekend worden. De Plannen van Aanpak zijn in overleg met de MRDH opgesteld. De provincie Zuid-Holland behandelt dan ook verdere subsidieaanvragen, beschikkingen aan de uitvoerende partijen en de administratieve afhandeling. 9. Regionaal Investeringsprogramma de bestuurlijke Investment Board Gevraagd besluit: 1. Het Schiedamse lid van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit namens deze commissie af te vaardigen om in de bestuurlijke Investment Board zitting te hebben. Toelichting: Op 9 december jl. is in het algemeen bestuur niet alleen het Regionaal Investeringsprogramma vastgesteld, ook is het voorstel voor de uitvoering(sorganisatie) daarvan geaccordeerd. Een belangrijke bestuurlijke rol voor de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma is toebedeeld aan de bestuurlijke Investment Board. De bestuurlijke Investment Board is samengesteld uit o.a. de wethouder EZ van Den Haag of Rotterdam, de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, twee Pagina 3 van 4

4 wethouders uit de overige 21 MRDH gemeenten, twee gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland en vertegenwoordiging vanuit kennisinstellingen en bedrijfsleven (qua aantal in redelijke verhouding tot de vertegenwoordiging van de overheid). Ter invulling van de twee nog niet gespecificeerde wethoudersposten is het voorstel om per bestuurscommissie één wethouder voor de bestuurlijke Investment Board af te vaardigen, niet zijnde een wethouder uit de gemeente Rotterdam of Den Haag. De voorzitter stelt voor om de heer Houtkamp namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit af te vaardigen. Ter informatie 10. Plan van aanpak op hoofdlijnen eerste evaluatie GR MRDH Toelichting: Het algemeen bestuur heeft op 9 december jl. het bijgevoegde plan van aanpak op hoofdlijnen van de eerste evaluatie van de gemeenschappelijke regeling MRDH vastgesteld. 11. Bestuurlijke momenten MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Toelichting: In augustus vorig jaar is een planning op hoofdlijnen gegeven van de uitwerking van het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag voor de rest van 2016 en de eerste helft van 2017.Inmiddels kan het projectteam scherper in beeld brengen op welk moment producten worden opgeleverd en ter bestuurlijke bespreking voorgelegd kunnen worden. Rondvraag en sluiting van het openbaar deel 12. Rondvraag De vergadering wordt in beslotenheid voortgezet. Volgende vergadering: Woensdag 8 maart 2017, uur MRDH, zaal G (5 e etage) Pagina 4 van 4

5 VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom bij de laatste vergadering van de bestuurscommissie van het jaar. De heren De Bruijn, Van Lith, Doorn, Luijendijk en Van Sluis hebben een bericht van verhindering doorgegeven voor deze laatste vergadering van het jaar. Wethouder Luijendijk (Barendrecht) is in het vervolg aanwezig bij de bestuurscommissie. De heer Rosier kan een terugkoppeling geven over het Metropolitaan debat van 29 november jl. later tijdens deze vergadering. Dit onderwerp wordt later besproken tijdens de vergadering. 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel Er is een stuk nagezonden over de gebruikersovereenkomsten railvoertuigen en railinfrastructuur tussen Rotterdam, RET Railvoertuigen en de MRDH. Dit is toegevoegd als agendapunt N.1. Besluitvorming hierover is een vereiste voor het verstrekken van de lening door de EIB aan RET Railvoertuigen BV. Deze lening wordt na het akkoord van het algemeen bestuur op 9 december a.s. met betrekking tot de borgstelling door MRDH, aan RET verstrekt. De agenda voor het openbare deel wordt vastgesteld door de bestuurscommissie. Vaststellen verslag 2. Verslag van het openbare gedeelte van de 21 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit d.d. 16 november 2016 De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbare gedeelte van de 21 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast. Ter bespreking 3. Visie bewust reisgedrag MRDH De heer Immerzeel geeft een korte toelichting op het agendapunt. Met het samengaan van het Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam is behoefte ontstaan aan een eenduidige visie en aanpak op het gebied van Mobiliteitsmanagement en bewust reisgedrag. In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is het bepalen van deze visie opgenomen als één van de uitwerkingsopgaven. De bijgevoegde visie op Bewust Reisgedrag geeft hier invulling aan en is tot stand gekomen na diverse gesprekken met de regiogemeenten en overige stakeholders. De visie richt zich primair op de periode na 2017, omdat tot die tijd de samenwerkingsprogramma s Beter Benutten Vervolg regio Haaglanden en Rotterdam worden uitgevoerd. Ook wordt ingegaan op het transitieproces dat nodig is om met de regiogemeenten en publieke en private stakeholders binnen de regio tot een concrete aanpak te komen. Hiervoor wordt tot medio 2017 de tijd genomen, echter daar waar mogelijk, kan dit al eerder tot concrete maatregelen of projecten leiden. De heer Meijer sluit zich aan de heer Immerzeel en de bouwstenen die in het stuk aangegeven worden zijn uitstekend. Het is nu zaak om richting te geven. De werkgeversaanpak, met zeker oog voor de zachte kant, is succesvol gebleken bij Bereikbaar Haaglanden. Het is goed ook om te kijken naar andere vormen van mobiliteit en niet alleen kijken naar asfalt. De heer Van Hemert vraagt aandacht voor de relatie met andere rapporten en onderzoeken, zoals de Kadernota OV. Mevrouw Mourik geeft aan dat het een goed en breed stuk is op metropoolniveau en dat er voortgebouwd kan worden op eerder behaalde successen. De communicatie kan wat meer en 1

6 scherper worden uitgewerkt in het stuk. Er zijn goede voorbeelden te noemen en er is succes behaald. Mevrouw De Leeuwe stemt in het stuk, maar vraagt aandacht voor de eventuele toekomstige kosten voor gemeenten als zij besluiten te participeren in deze visie. Graag ook aandacht voor hoe de gemeenten mensen uit de auto krijgt. De voorzitter geeft aan dat het onderwerp nogmaals besproken wordt in de bestuurscommissie na verdere uitwerking en steunt ookde visie. Het is van belang om de kennis en kunde te borgen en voort te bouwen op de Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden. Het is van belang om deze organisaties richting het ministerie te communiceren. De bestuurscommissie stemt in met: 1. De visie Bewust Reisgedrag MRDH vast te stellen. 2. De voorgestelde verdere uitwerking van de visie zoals beschreven in de bijgevoegde procesnotitie. Hamerstukken 4. Aanpak Goederenvervoer MRDH De heer Houtkamp stelt voor om lokale en bovenlokale distributiecentra toe te voegen aan de aanpak Goederenvervoer en de mogelijke rol van de MRDH in deze. De bestuurscommissie stemt in met: 1.De bijgevoegde rapportage Aanpak Goederenvervoer MRDH vast te stellen. 2. De aanpak goederenvervoer die is ingezet met Beter Benutten te continueren volgens de sporen: a. Verdieping; b. Communicatie en kennisdeling; c. Vorming regio brede aanpak. 5. Subsidielijst Vervoersautoriteit MRDH De heer Melzer vraagt om dit soort stukken ook in het AOVa te bespreken ter voorbereiding van de bestuurscommissie. De heer Gleijm merkt op dat deze lijst binnen mandaat is afgehandeld. In het vervolg wordt de subsidielijst ook voor het AOVa geagendeerd. De bestuurscommissie stemt in met: 1.De lijst van subsidies en gunningen. 6. Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden De bestuurscommissie stemt in met: 1. In te stemmen met de Roadmap strategische assets HTM, welke tot doel heeft het onderhoudsniveau van de railinfrastructuur te verbeteren en de HTM-onderhoudsorganisatie op een hoger niveau te brengen; 2. Te constateren dat is voldaan aan alle voorwaarden om de concessie Rail Haaglanden te kunnen gunnen aan HTM Personenvervoer N.V.; 3. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen om de zeggenschap (één aandeel) HTM Personenvervoer N.V. te verwerven; 4. De concessie Rail Haaglanden te verlenen conform het bijgevoegde concessiebesluit aan HTM Personenvervoer N.V.; 5. De voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen het bijgevoegde gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen; 6. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren; 7. De gemeenteraden van de MRDH-gemeenten te informeren over bovengenoemde besluiten. 2

7 7. Tienjarenplan beheer en onderhoud voertuigen en infrastructuur RET en HTM De heer Kist merkt op dat de vraag is hoe met minder geld creatiever kunnen uitgeven. Dit is een processtuk en hier is niet in te zien wat de rol en inbreng van de MRDH is. De heer Bosman geeft aan dat er hiervoor uitstel is verleend om e.e.a. goed uit te denken samen met vervoerders. Er liggen nu concept plannen klaar, maar deze zijn nu nog niet rijp genoeg om voor te leggen aan de bestuurscommissie. De voorzitter geeft aan dat dit wel een onderwerp is van de lobby richting Den Haag. Beheer en onderhoud vergt een steeds groter aandeel van onze beschikbare middelen. De bestuurscommissie stemt in met: 1. Aan HTM en RET uitstel te verlenen tot 1 april 2017 om een definitief tienjarenplan beheer en onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen in te dienen binnen de kaders van de railconcessie Subsidieverlening RET inzake railinfrastructuur remise Kleiweg De bestuurscommissie stemt in met: 1.Conform bijgevoegde beschikking subsidie te verlenen aan RET op grond van de aanvraag en de subsidieverordening verkeer en vervoer Rotterdam 2012, die van toepassing is op basis van artikel 2 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, voor maximaal ,- ter realisatie van de railinfrastructuur op het terrein remise Kleiweg. 9. Goedkeuring investering HTM inzake railinfrastructuur remise Zichtenburg II De bestuurscommissie stemt in met: 1.Op grond van de subsidieverordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005, die van toepassing is op basis van artikel 2 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, HTM goedkeuring te verlenen voor de realisatie van railinfrastructuur op het terrein remise Zichtenburg II conform ingediende aanvraag voor maximaal , Subsidieverlening concessies openbaar vervoer 2017 De bestuurscommissie stemt in met: 1. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Hoekse Lijn Voor de periode 11 december maart 2017 prijspeil 2016 (NS Reizigers BV) voor een bedrag van ,-. 2. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Voorne Putten Rozenburg voor de periode 11 december december 2017 prijspeil 2016 (Connexxion) voor een bedrag van ,-. 3. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus Rotterdam e.o. voor de periode 11 december december 2017 voorlopig prijspeil 2017 (RET Bus BV) ,-. 4. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus Haaglanden Stad voor de periode 1 januari december 2017 op voorlopig prijspeil 2017 (HTMbuzz BV) De verlening van de beschikkingen tot subsidieverlening Openbaar Vervoer 2017 voor de bijgevoegde perioden en concessies op te schorten tot uiterlijk april 2017 en voorlopige voorschotten te verstrekken voor deze periode. N1. Gebruiksovereenkomsten railvervoer Rotterdam (nagekomen stuk) De bestuurscommissie stemt in met: 1.De met RET en gemeente Rotterdam te sluiten nieuwe gebruiksovereenkomsten voor railinfra en railvoertuigen, zoals opgenomen in de bijlagen bij deze agendapost, vast te stellen. Ter informatie 11. Terugkoppeling adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 16 november 2016 De voorzitter geeft aan dat de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en de Vervoersautoriteit in gezamenlijkheid gesproken hebben over het Regionaal Investeringsprogramma teneinde het algemeen bestuur hierover te adviseren. 3

8 De heer Rosier meldt dat na het gezamenlijke overleg in de adviescommissie Vervoersautoriteit onder andere gesproken over het Treasurystatuut, Kadernota OV, het ontwerp-pve en de terugkoppeling afspraken uit het BO MIRT van 13 oktober De adviescommissie heeft nog moeite met hun positie en rol. Raadsleden kijken vooral naar de eigen gemeenten (lokaal versus regionaal). Voor de MRDH is dit nog zeker een aandachtspunt. Het was goed dat er meerdere bestuurders aanwezig waren bij de adviescommissie. De voorzitter meldt naar aanleiding van de terugkoppeling BO MIRT d.d. 13 oktober 2016, dat er een motie is ingediend (Hoogland en Visser d.d ) over de oeververbinding Rotterdam en de N59 omdat de gemeente Rotterdam plannen heeft om nieuwe oeververbindingen over de Maas te realiseren. Het verzoek aan de minister is om de wens voor de oeververbinding en N59, te beoordelen op de bijdrage aan de verbetering van de doorstroming tussen het regionale en landelijke wegennet, en met de regio afspraken te maken hoe bij een positieve beoordeling deze projecten een plaats kunnen krijgen in het gebiedsprogramma Rotterdam-Den Haag. Het is zaak om goed vinger aan de pols te houden bij deze ingediende moties. De heer Vermeulen merkt ook dat het belangrijk is om samen met de provincie en de MRDH te kijken naar de governancestructuur. Het bedrag van 200 miljoen euro is een eerste bijdrage, maar dit is niet voldoende voor alle opgaven. Het is zaak om te kijken naar financieringsconstructies en om de randvoorwaarden met elkaar op papier te zetten en dit te communiceren richting het Rijk. De heer Immerzeel meldt ook dat er een motie is aangenomen over de A15 Oost en de Blankenburgverbinding. Eventuele meevallers worden verminderd op de tolopgave. Er is ook een motie ingediend voor fietsparkeerproblemen bij stations (Hoogland en De Boer d.d ). Hier is echter geen geld mee gemoeid. De heer Fortuyn merkt op dat er destijds een prioriteitenlijst gemaakt is en dat de vrijgevallen 200 miljoen euro voor maatregelen op korte termijn beschikbaar is. De hele MRDH moet hiervan profijt hebben. De derde oeververbinding geeft een verbetering voor de hele regio of is dit alleen een binnenstedelijke prioriteit, is ook nog een vraag. De voorzitter geeft aan dat vanuit de provincie, grote steden en MRDH de onderwerpen die zijn vastgesteld in het BO-MIRT d.d. 13 oktober 2016 gezamenlijk zijn ingebracht. De s-gravendijkwal- Coolsingel is geen route voor groot verkeer en hiervoor is een extra oeververbinding nodig. Er komt nog wel onderzoek naar deze verbinding. Voor het BID van de WorldExpo is wel e.e.a. in kaart gebracht. De heer Pleijsier geeft aan dat de governance samen geregeld moet worden met de provincie. Er is wel enige mate van urgentie voor het inbrengen van projecten en er moet vaart in gehouden worden. De heer Immerzeel vult aan dat een paar weken geleden de workshop MIRT onderzoek is georganiseerd. Nu is het zaak om een concretiseringsslag over de verstedelijkingsopgaven te maken en van belang is ook het MIRT onderzoek Bereikbaarheid Haaglanden. Er wordt een in februari een nieuwe workshop georganiseerd met daarbij ook aandacht voor de programmatische aanpak. 12. Bestuurlijke planning MRDH Bijgevoegd is de inhoudelijke jaarplanning MRDH Tevens is een eerste doorkijk toegevoegd tot aan de zomer van Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland staan in de bestuurscommissie(s), adviescommissie(s), dagelijks bestuur en algemeen bestuur. In het overzicht is aangegeven voor welke onderwerpen er een zienswijzeprocedure voorzien is. De planning is opgesteld met de stand van zaken per begin november De heer Van Harten vraagt wanneer er een rapport over Vervoer over Water klaar is en besproken kan worden in de bestuurscommissie. De heer Bosman meldt dat er onlangs een overleg met bestuurders is geweest, maar er wordt nog hard gewerkt met alle betrokken om een goed conceptrapport op te leveren. Dit onderwerp komt begin volgend jaar terug in de bestuurscommissie. De voorzitter vraagt ook hoe de stand van zaken is van de Hoekse lijn, omdat er wat onrust is onder burgers over het verloop. De heer Bosman meldt dat het project is met een bijzonder kritisch pad. Dit zijn wel zaken die altijd opgelost worden en besproken worden in de stuurgroep Hoekse Lijn. Het signaal wordt opgepakt en besproken in de projectgroep. 4

9 Rondvraag en sluiting openbare gedeelte 13. Rondvraag De vergadering zal in beslotenheid worden voortgezet. Aanwezig Rotterdam Zoetermeer Albrandswaard Brielle Delft Krimpen aan den IJssel Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Rijswijk Schiedam Vlaardingen Westland Provincie Zuid-Holland P.J. Langenberg (voorzitter) M.J. Rosier J.E. de Leeuwe A.A. Schoon L.B. Harpe A.J. de Leeuw S. Fortuyn F.J. Kist C. Pleijsier H.H.V. Horlings C. Mourik P. Melzer V.A. Smit R. van Hemert M.C.J. Houtkamp R. van Harten A.W. Meijer F.J. Vermeulen (gedeputeerde) Staf Afwezig Vervoersautoriteit Vervoersautoriteit Vervoersautoriteit Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Den Haag Barendrecht Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Vlaardingen Wassenaar A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit) S.J.M. Bosman (manager Openbaar Vervoer) J.W. Immerzeel (manager Verkeer) D. Dijs (communicatie) T. van Mourik (bestuurszaken) W. Dekker (bestuurszaken) Th.J.A.M. de Bruijn P.W.J. Luijendijk D.P. van Sluis C.J.A. van Lith R. van Harten B. Doorn 5

10 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 1 februari 2017 agendapunt 3 Onderwerp Voorstel Korte motivering Renovatie van halte RandstadRail Stadhuis Zoetermeer 1) De RandstadRailhalte Stadhuis Zoetermeer toevoegen aan het IPVa 2017 voor een bedrag van maximaal 1,753 miljoen. 2) Instemmen met ontheffing aan te vangen werk vooruitlopend op een af te geven subsidiebeschikking. Met het renoveren van RandstadRailhalte Stadhuis verbetert de toegankelijkheid, het comfort en de sociale veiligheid van deze halte. De gemeente wil de werkzaamheden combineren met de renovatie van het Stadhuis en de herinrichting van het Stadhuisplein en vraagt 1,772 miljoen subsidie, waarvan we 1,753 miljoen subsidiabel achten. Vanwege de aanbesteding heeft de gemeente op korte termijn duidelijkheid nodig over het verkrijgen van subsidie. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure De gemeente heeft het project niet aangemeld voor het IPVa 2017 en de begroting Echter, omdat de werkzaamheden aan het stadhuis, de RandstadRailhalte en het Stadhuisplein onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, de overlast voor reizigers beperken en door de combinatie kostenefficiënt zijn, adviseren we de subsidie toch in 2017 te verstrekken. De gevraagde subsidie van 1,753 miljoen wordt opgenomen in het IPVa 2017 en komt ten laste van de begroting Vooralsnog is er in de begroting 2017 nog geen dekking en zal er sprake zijn van overbesteding. n.v.t. n.v.t. 1) Toelichting op agendapost Presidium 11 januari 2017 Ambtelijk overleg 16 januari 2017 Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Dagelijks bestuur n.v.t. Algemeen bestuur n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit Ja Contactpersoon Bart Waasdorp Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer

11 Vergadering: 1 februari 2017 Agendapunt: 3 Onderwerp: RandstadRailhalte Stadhuis Zoetermeer Datum: 19 januari 2017 Contactpersoon: Bart Waasdorp Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, De gemeente Zoetermeer werkt aan de renovatie van stadhuis en het opwaarderen van het Stadhuisplein en de onderliggende RandstadRailhalte. De toegankelijkheid van de halte zal sterk verbeteren door het aanbrengen van liften en nieuwe trappen. De nieuwe liften en trappen komen uit op het Stadhuisplein zodat de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de halte sterk verbetert. De trappen en liften worden geplaatst in vides zodat er daglicht op het perron komt. De halte wordt compacter hetgeen de overzichtelijkheid en sociale veiligheid ten goede komt. Op perronniveau komt bovendien een entree van het stadhuis met een volledig in glas uitgevoerde gevel waardoor de levendigheid (bezoekers) en de verblijfskwaliteit op het perron vergroot. Ook de nieuwe raadszaal komt ondergronds en sluit direct aan op het zuidelijk perron. Daarnaast krijgt de halte een hoogwaardige kwaliteit van de plafondafwerking, verlichting en inrichtingselementen. De gemeente Zoetermeer heeft de opwaardering van de RandstadRailhalte in het najaar van 2016 aangemeld voor subsidie, met een aangepaste calculatie in januari 2017 ( 1,772 miljoen). Overwegingen voor opname in het IPVa 2017 Deze locaties en de werkzaamheden van de RandstadRailhalte, het Stadhuisplein en de renovatie van het stadhuis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Omdat de werkzaamheden in 2017 aanvangen en de gemeente nu de gelegenheid heeft om werkzaamheden gecombineerd te gunnen, vraagt Zoetermeer uiterlijk 1 februari 2017 duidelijkheid over het kunnen verkrijgen van subsidie. Het bundelen van de werkzaamheden is kostenefficiënt en zorgt voor een verkorting van de uitvoering, en daarmee voor minder overlast voor de reizigers RandstadRail. De gemeente Zoetermeer heeft het project niet tijdig aangemeld voor de begroting en IPVa Echter, omdat de werkzaamheden aan het stadhuis, de RandstadRailhalte en het Stadhuisplein onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, de overlast voor reizigers beperken en door de combinatie kostenefficiënt zijn, adviseren we de subsidie toch in 2017 te verstrekken. Voorgesteld besluit 1. De RandstadRailhalte Stadhuis Zoetermeer toevoegen aan het IPVa 2017 voor een bedrag van maximaal 1,753 miljoen. 2. Instemmen met ontheffing aan te vangen werk vooruitlopend op een af te geven subsidiebeschikking. Ad 1: Toevoegen van het project aan het IPVa 2017 De gemeente Zoetermeer raamt de kosten voor aanpassingen op perronniveau (inclusief liften en trappen en vides) op 3,85 miljoen. De gemeente heeft zelf een budget van 2,077 miljoen beschikbaar en verzoekt de MRDH om 1,77 miljoen subsidie. Een besluit van de MRDH over het beschikbaar stellen van deze subsidie is voorwaardelijk voor de gemeente Zoetermeer voor het kunnen gunnen van de werkzaamheden in februari

12 Een recapitulatie van de voor de MRDH relevante argumenten voor het beschikbaar stellen van een subsidie in 2017: De werkzaamheden aan de perrons (herinrichting, toegankelijkheid, sociale veiligheid) van de RandstadRailhalte Stadhuis zijn subsidiabel. De werkzaamheden van het stadhuis, het boven de halte gelegen Stadhuisplein en de RandstadRailhalte Stadhuis zijn nauw met elkaar verweven. Splitsen van de werkzaamheden leidt tot langere overlast voor reizigers en hogere kosten. De gemeenteraad van Zoetermeer heeft in juli 2016 voor de aanpassing gevoteerd, onder voorwaarde dat een deel extern gefinancierd zou worden. Gesprekken van Zoetermeer met vastgoedeigenaren hebben niet geleid tot die gewenste financiering, waardoor vooralsnog alleen nog een bijdrage vanuit de MRDH tot de mogelijkheden behoort. Met bovenstaande argumenten onderkennen we het nut, de noodzaak en de urgentie van de opwaardering van de RandstadRailhalte Stadhuis Zoetermeer. Vooralsnog is er in de begroting 2017 nog geen dekking en zal er sprake zijn van overbesteding. In 2017 is de geraamde overbesteding 75 miljoen. Met een maximaal toegestane overbesteding van 90 miljoen blijven we binnen de gestelde kaders. Ad 2: ontheffing aan te vangen werk Omdat het stadhuis, het Stadhuisplein en de halte één geïntegreerde constructie vormen is het niet wenselijk om de verschillende plannen los van elkaar op te stellen of uit te voeren. Qua constructie zijn de verschillende onderdelen dermate met elkaar verweven dat alleen een integrale aanpak van ontwerp en uitvoering mogelijk is en (constructieve) risico s kunnen worden vermeden. Door het gehele project in samenhang uit te voeren, kan er kosteneffectief worden gewerkt. De herinrichting van de halte zal in fases in 2017 en 2018 plaatsvinden. 2

13 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 1 februari 2017 agendapunt 4 Onderwerp Kadernota MRDH begroting 2018 Voorstel 1) Instemmen met de Kadernota MRDH begroting 2018 en deze door te geleiden naar het dagelijks bestuur. Korte motivering Algemeen In de financiële verordening MRDH 2015 is opgenomen dat het algemeen bestuur, voorafgaand aan het voor zienswijze bij de gemeenten indienen van de concept begroting, een uitgangspuntennota vaststelt voor de kaders van het volgende begrotingsjaar. De Kadernota MRDH begroting 2018 (Kadernota) is deze bedoelde uitgangspuntennota en dient als uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2018 voor de MRDH. Bij het opstellen van deze Kadernota is rekening gehouden met de Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen. In deze brief zijn namens de colleges van de Haaglanden gemeenten de financiële uitgangspunten voor de gemeenschappelijke regelingen opgenomen. Daar waar de MRDH een voorstel doet om af te wijken van deze kaders wordt dit toegelicht in deze Kadernota. De kaderbrief van de Haaglanden gemeenten verzoekt deze afwijkingen te bespreken en de uitkomst van deze bespreking op te nemen in de aanbiedingsbrief bij de begroting. Aan dit verzoek zal worden voldaan. De gemeenten in de Rotterdamse regio volgen voor wat betreft de kaderstelling aan de MRDH het Haaglanden kader. Programma s Vervoersautoriteit Conform het besluit van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 7 december 2016 zal met ingang van het begrotingsjaar 2018 geen inwonerbijdrage ten behoeve van Verkeer en Vervoer opgaven meer worden geheven. Als beleidsregel is vastgelegd dat over een periode van tien jaar tenminste 20% van de BDU-middelen beschikbaar moet zijn voor nieuwe infrastructurele projecten (de zgn regel). Om dit goed te kunnen monitoren en omwille van een daarop toegesneden transparante besluitvorming is de programma-indeling van 2018 daarop aangepast. De bestaande programma s Verkeer en Openbaar vervoer worden verdeeld over de programma s Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer en Exploitatie verkeer en openbaar Vervoer. De risico s van overplanning en overbesteding en de wijze waarop deze kunnen worden gemitigeerd, zijn onderwerp van een analyse die in de komende maanden wordt uitgevoerd. Daarbij wordt ook de houdbaarheid van de te volgen wijze van begroten voor infrastructurele projecten betrokken. Uitgangspunt daarbij is een meer realistische raming op basis van de feitelijk te verwachten bestedingen per begrotingsjaar. Conform de op 9 december 2016 in het algemeen bestuur genomen besluiten is de MRDH nu direct verantwoordelijk voor de financiering van de railvoertuigen en railinfrastructuur van HTM en RET. Deze financiering wordt overgenomen van de gemeenten Den Haag en Rotterdam en zal in de komende jaren gefaseerd worden uitgevoerd. Het totale financieringsbedrag bedraagt ca. 1,2 miljard. Hiermee bespaart de MRDH jaarlijks structureel ca. 7 miljoen op de concessievergoedingen. Alle in dit kader af te sluiten financieringsarrangementen worden per kalenderjaar gespecificeerd begroot op een zodanige wijze, dat het algemeen bestuur altijd vooraf de aard en de omvang van de te verstrekken leningen en/of garanties vaststelt. Programma Economisch vestigingsklimaat In de kadernota MRDH begroting 2017 was nog besloten om als indexcijfer voor de indexering van de inwonerbijdrage voor het programma Economisch Vestigingsklimaat

14 ook voor de toekomst de IMOC (de gemiddelde stijging van de prijzen van de netto materiele consumptie van de collectieve sector) te hanteren. De kaderbrief van de Haaglanden gemeenten laat dit uitgangspunt los en stelt een nieuwe indexeringsmethode voor. Deze methode is acceptabel voor de begroting van de MRDH. Financiën Programma s Vervoersautoriteit Door het wegvallen van de inwonerbijdrage voor Verkeer en Vervoer wordt de financiële opgave van de MRDH groter. Voor de begroting 2018 en de meerjarenraming gaat het om een bedrag van 38,8 miljoen aan minder inkomsten. Een voorstel voor de dekking van dit tekort zal in de begroting 2018 en meerjarenraming worden verwerkt. Afhankelijk van de uitkomsten van de ramingen voor 2018 en volgende jaren zal zo nodig een nieuw overbestedingsplafond worden vastgesteld. Programma Economisch vestigingsklimaat Voor de indexering van de inwonerbijdrage voor het programma Economisch Vestigingsklimaat (EV) wordt het indexeringskader van de Haaglanden-gemeenten gevolgd. De gemeenten in de Rotterdamse regio volgen voor wat betreft de kaderstelling aan de MRDH het Haaglanden kader. Het kader van de Haaglanden gemeenten maakt gebruik van de in de macro-economische verkenning 2017 (MEV 2017) van september 2016 van het Centraal Planbureau opgenomen indexcijfers. Op basis hiervan stijgt de bijdrage voor 2018 ten opzichte van het basisjaar 2017 met 1,0% voor de loonkosten en 0,6% voor de materiële kosten. Deze percentages worden overgenomen door de MRDH waardoor de inwonerbijdrage voor het programma Economisch Vestigingsklimaat stijgt van 2,49 naar 2,51. P&O aspecten Juridisch Zoals in de begroting 2017 is aangekondigd heeft in 2016 de tussentijdse evaluatie van de huidige werkorganisatie plaatsgevonden. Om toegerust te zijn op haar taken en aan te sluiten op de wensen van bestuur, management en medewerkers vindt er op basis van de onderzoeksresultaten thans een aanpassing plaats van het functiegebouw. Rekening houdend met deze aanpassing bestaat de formatie van de MRDH in 2018 uit 90,6 fte. Het algemeen bestuur stelt op grond van artikel 2 lid 5 van de financiële verordening MRDH 2015 de uitgangspuntennota over de kaders voor het volgende begrotingsjaar vast voordat de concept begroting voor reactie aan de gemeenten wordt aangeboden. Bijlagen 1) Kadernota begrotingsuitgangspunten MRDH begroting ) Brief namens de colleges van de Haaglanden-gemeenten: Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen. Gevolgde procedure Presidium 11 januari 2017 Ambtelijk overleg 16 januari 2017 Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Anders, te weten Schriftelijke ronde controllersoverleg MRDH 13 december tot en met 20 december. Verdere Zienswijzetermijn n.v.t. procedure Adviescommissie 15 februari 2017 Dagelijks bestuur n.v.t. Algemeen bestuur 10 maart 2017 Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit Ja Contactpersoon Eveline Fokkema Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer

15 Kadernota MRDH begroting 2018 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2018 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1. Inleiding In de Financiële verordening MRDH 2015 is opgenomen dat het algemeen bestuur, voorafgaand aan het voor zienswijze bij de gemeenten indienen van de concept begroting, een uitgangspuntennota vaststelt voor de kaders van het volgende begrotingsjaar. Deze kadernota dient als uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2018 voor de MRDH. 2. Opzet programmabegroting De opzet van de begroting 2018 dient te voldoen aan het Besluit begroting en verantwoording (BBV) - inclusief de in 2016 doorgevoerde wijzigingen op grond van het rapport van de commissie Depla - zijnde de wettelijke voorschriften voor de MRDH begroting en de Financiële verordening MRDH. Autorisatie van de begroting door het algemeen bestuur vindt evenals voor de begroting 2017 plaats op het niveau van de binnen de programma s gedefinieerde subtotalen. Programma-indeling In de begroting 2018 worden de volgende programma s opgenomen: 1. Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer 2. Exploitatie verkeer en openbaar Vervoer 3. Economisch Vestigingsklimaat De eerste twee programma s vormen samen de Vervoersautoriteit (Va). Als beleidsregel is vastgelegd dat over een periode van tien jaar tenminste 20% van de BDU-middelen beschikbaar moet zijn voor nieuwe infrastructurele projecten (de zgn regel). Om dit goed te kunnen monitoren en omwille van een daarop toegesneden transparante besluitvorming is de programma-indeling van 2018 daarop aangepast. In de begroting 2017 waren de samenwerkingsverbanden BEREIK! en DOVA nog opgenomen als vierde programma. De MRDH voert namens de partners de financiële administratie. Hiervoor wordt op basis van een samenwerkingsovereenkomst een vergoeding in rekening gebracht bij de partners. Op basis van juridisch onderzoek is geconcludeerd dat de samenwerkingsverbanden niet onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de MRDH vallen en daarom geen onderdeel uit kunnen maken van de MRDH begroting. De deelnemers aan de betreffende samenwerkingsverbanden maken zelf afspraken over de wijze waarop hun begrotings- en verantwoordingscyclus wordt ingevuld. In het programmaplan dienen naast de te realiseren programma s de volgende onderdelen te worden opgenomen: Een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen; Een overzicht van de kosten van overhead; Het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting; Het bedrag voor onvoorzien. Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 1 van 8

16 Conform het gewijzigde BBV dient met ingang van begrotingsjaar 2018 een apart overzicht van de kosten van overhead te worden opgenomen. In de programma s wordt alleen dat deel van de apparaatslasten opgenomen dat betrekking heeft op het primaire proces. Wat willen we bereiken? en Wat gaan we daarvoor doen? Per programma zullen de doelen en indicatoren zoals opgenomen in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en de Agenda Economisch Vestigingsklimaat nader worden uitgewerkt, resulterend in de beantwoording van de W-vragen Wat willen we bereiken? (ambities/ doelstellingen) en Wat gaan we daarvoor doen? (activiteiten) gebaseerd op de begroting Waar mogelijk en nuttig zullen de programma-overstijgende MRDH trajecten (o.a. MIRT, regionale Investeringsstrategie) in een apart hoofdstuk nader worden belicht. De financiële vertaling zal steeds binnen de programma s plaatsvinden. In de begroting 2018 zullen evenals in de begroting 2017 indicatoren worden opgenomen bij de programma s. Waar mogelijk zullen nulmetingen en streefwaarden worden toegevoegd. Als gevolg van de wijziging in het BBV is daarnaast een set van verplichte beleidsindicatoren bij ministeriële regeling vastgesteld. De insteek van deze set is dat de hiervoor benodigde informatie met een zo gering mogelijke inspanning beschikbaar is (via de website Waarstaatjegemeente.nl). Voor de MRDH begroting wordt ervan uit gegaan dat de deelnemende gemeenten zich zelf verantwoorden over deze verplichte indicatoren. In de MRDH begroting zullen wel de verplichte indicatoren met betrekking tot bestuur/ bedrijfsvoering worden opgenomen. Programma infrastructuur verkeer en openbaar vervoer Het Investeringsprogramma Va (IPVA) maakt deel uit van de begroting MRDH en geeft inzicht in de bijdrage vanuit de middelen van de Va aan het realiseren van infrastructurele projecten. De uitgangspunten zijn in dit kader als volgt: 1. Conform een daartoe in het algemeen bestuur genomen besluit mag sprake zijn van overplanning (= negatief saldo) binnen het investeringsprogramma, mits binnen 10 jaar het saldo weer nul is. Overplanning houdt in dat er in enig jaar meer aan projectuitvoering wordt begroot dan er aan BDU-middelen beschikbaar is. De praktijk leert echter dat er structureel veel te optimistisch wordt gepland. Anders gezegd, de uitvoering van projecten verloopt veel trager dan waar in het IPVA van wordt uitgegaan. Ter illustratie: Bij de begroting 2017 werd verwacht dat er ultimo mln. aan BDU-middelen beschikbaar zou zijn. Bij de recent uitgebrachte tweede bestuursrapportage 2016 was dat saldo opgelopen tot 416,6 miljoen. Omdat het uitgangspunt is dat er realistisch moet worden begroot, zal vanaf 2018 het IPVA wel de basis vormen voor dit onderdeel van de begroting, maar zal hierop een correctie (op basis van ervaringscijfers) op de daarin geraamde bestedingen worden toegepast. 2. In de begroting 2017 is voor dat begrotingsjaar een overbestedingsplafond vastgelegd van 90 miljoen onder de voorwaarde dat binnen een periode van tien jaar de voor de programma s Verkeer en Openbaar Vervoer beschikbare financiële middelen ten minste nul zijn. Zoals het zich nu laat aanzien, is de kans dat deze overbesteding zich daadwerkelijk in 2017 zal voordoen zeer gering. Hoe dat voor 2018 en volgende jaren uitpakt op basis van de hiervoor onder 1 genoemde Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 2 van 8

17 gewijzigde (meer realistische) ramingen, zal worden bezien bij het opstellen van de begroting Afhankelijk van de uitkomsten daarvan zal zo nodig een nieuw overbestedingsplafond worden vastgesteld. 3. De risico s van overplanning en overbesteding en de wijze waarop deze kunnen worden gemitigeerd, zijn onderwerp van een analyse die in de komende maanden wordt uitgevoerd. Daarbij wordt ook de houdbaarheid van de te volgen wijze van begroten voor infrastructurele projecten betrokken. 4. Conform het besluit van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 7 december 2016 zal met ingang van het begrotingsjaar 2018 geen inwonerbijdrage ten behoeve van Verkeer en Vervoer opgaven meer worden geheven. Door het voorgestelde besluit wordt de financiële opgave van de MRDH groter. Voor de begroting 2018 en de meerjarenraming gaat het om een bedrag van 38,8 miljoen aan minder inkomsten. Een voorstel voor de dekking van dit tekort zal in de begroting 2018 en meerjarenraming worden verwerkt. Programma exploitatie verkeer en openbaar vervoer Conform de op 9 december 2016 in het algemeen bestuur genomen besluiten is de MRDH vanaf die datum verantwoordelijk voor de lange termijnfinanciering van het rollend railmaterieel en railinfrastructuur van HTM en RET. Deze financiering wordt overgenomen van de gemeenten Den Haag en Rotterdam en zal in de komende jaren gefaseerd worden uitgevoerd. Het totale financieringsbedrag bedraagt ca. 1,2 miljard. Hiermee bespaart de MRDH jaarlijks structureel ca. 7 miljoen op de concessievergoedingen. Alle in dit kader af te sluiten financieringsarrangementen worden per kalenderjaar gespecificeerd begroot op een zodanige wijze, dat het algemeen bestuur altijd vooraf de aard en de omvang van de te verstrekken leningen en/of garanties vaststelt, zo ook in de begroting Programma Economisch Vestigingsklimaat De in de begroting 2017 opgenomen doelstellingen en ambities vormen de basis voor de vraag Wat willen we bereiken in de periode ? Deze doelstellingen volgen de indeling van de werkvelden zoals opgenomen in de begroting 2017 (en zijn gebaseerd op de Agenda Economisch Vestigingsklimaat). Dat zijn de werkvelden Werklocaties, Smartinfrastructure, Branding, Clusterversterking, Onderwijs-arbeidsmarkt en Economie landelijk gebied. Op basis van de realisatie is voor 2017 en 2018 de inhoud van de werkvelden herijkt door de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat. Per werkveld worden de bijgestelde jaaractiviteiten voor het programma (wat gaan we daarvoor doen in 2018?) opgenomen die moeten leiden tot het behalen van de doelstellingen. Wat mag dat kosten? Voor de jaarschijf 2018 dient het in de begroting 2017 van de MRDH opgenomen meerjarig kader in principe als uitgangspunt. Dit meerjarig kader wordt in ieder geval aangepast op basis van: Verwachtingen op basis van voortgang realisatie 2016; Verwachte bijstellingen 1 e begrotingswijziging 2017; Aanvullende besluitvorming. Voor wat betreft de lopende met Europese middelen gefinancierde projecten zullen de jaarschijven ter begroting worden gebracht. Daarnaast prepareert de MRDH zich op het aanboren van nieuwe inkomsten- en financieringsbronnen. Bijvoorbeeld Europese gelden ten behoeve van de realisatie van projecten uit de Regionale Investeringsstrategie Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 3 van 8

18 en de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid. Indien aan de orde zullen hiervoor aparte voorstellen voor wijziging van de begroting worden ingebracht. Indexering van de begrote uitgaven Een aantal onderdelen van de apparaatslasten, waaronder huisvesting en salarislasten zal een autonome d.w.z. niet door de MRDH te beïnvloeden - stijging kennen. Voor de huisvesting is bijvoorbeeld in het huurcontract de indexeringsmethode bepaald. Voor de salarislasten volgt de MRDH de CAO gemeenten. De lastenstijging wordt voor het EV deel gedekt uit de (geïndexeerde) inwonerbijdrage en voor het Va deel uit de BDU middelen. De BDU kent ook een jaarlijkse indexering. De hoogte hangt af van de middelen die het ministerie van Financiën hiervoor beschikbaar stelt. Indexering programma s Vervoersautoriteit De BDU bijdrage van het Rijk wordt opgenomen volgens het laatst bekende prijspeil (2016); Indexering programma Economisch Vestigingsklimaat Namens de colleges van alle Haaglandengemeenten is met datum 24 november 2016 een kaderbrief begroting 2018 voor gemeenschappelijke regelingen ontvangen. Van de regio Rotterdam is geen kaderbrief ontvangen. De gemeenten in de Rotterdamse regio volgen voor wat betreft de kaderstelling aan de MRDH het Haaglanden kader. Dit is bevestigd door de voorzitter van de werkgroep verbetering financiële sturing gemeenschappelijke regelingen, die is ingesteld door de Kring van Gemeentesecretarissen Rotterdam-Rijnmond. In de kaderbrief van de Haaglandengemeenten is verwoord dat mede op verzoek van een aantal verbonden partijen wordt afgeweken van de indexering van vorige kaderbrieven, waarin met één index werd gerekend. Voor 2018 is een splitsing aangebracht tussen een indexcijfer voor loonkosten en een indexcijfer voor materiële kosten. De indexering die de Haaglandengemeenten voorschrijven heeft betrekking op de inwonerbijdrage aan het programma Economisch Vestigingsklimaat en is gebaseerd op de in de macro economische verkenning 2017 (MEV 2017) van september 2016 van het Centraal Planbureau opgenomen indexcijfers. In de MEV 2017 zijn nog geen cijfers voor 2018 opgenomen. Aangezien 2017 het laatst bekende jaar is, wordt voor 2018 uitgegaan van de geprognosticeerde cijfers voor Op basis hiervan stijgt de bijdrage voor 2018 ten opzichte van het basisjaar 2017 met: 1. 1,0% voor de loonkosten volgens de index prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (bijlage 8 kerngegevens collectieve sector) en 2. 0,6% voor de materiële kosten volgens de nationale consumentenprijsindex (CRI), (bijlage 6, prijzen en lonen, ). Deze indexering wordt voor het begrotingsjaar 2018 niet meer aangepast. Aanpassing naar definitieve indexcijfers vindt plaats in komende jaren. De verrekening (nacalculatie) van voorgaande jaren wordt uiteindelijk definitief gebaseerd op het CEP in jaar t+1. Door deze indexeringsmethode is het noodzakelijk dat de MRDH onderscheid maakt in een loongevoelige component van de inwonerbijdrage en een niet-loongevoelige component van de inwonerbijdrage. In onderstaande tabel is deze berekening opgenomen: Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 4 van 8

19 Totale inwonerbijdrage Zie begroting 2017 MRDH pag. 66 Salarislasten direct en indirect 2017 (loongevoelig) Zie begroting 2017 MRDH pag. 70 materiële component inwonerbijdrage 2017 (niet-loongevoelig) saldo percentage basistarief 2017 tarief 2018 met index Index % Salariscomponent (loongevoelig) 27,8% 0,69 0,70 1% materiële component (nietloongevoelig) 72,2% 1,80 1,81 0,6% 2,49 2,51 Op basis van bovenstaande berekeningen stijgt de inwonerbijdrage voor het programma Economisch Vestigingsklimaat van 2,49 voor de begroting 2017 naar 2,51 voor de begroting Hiervan zal maximaal 1,03 worden ingezet voor de dekking van apparaatslasten Economisch Vestigingsklimaat. In de hiernavolgende tabel is weergegeven wat dit betekent voor de gemeenten: Gemeente Aantal inwoners oktober 2016 (*) Bijdrage per inwoner Totaal inwonerbijdrage 2018 Albrandswaard , Barendrecht , Brielle , Capelle aan den IJssel , Delft , Den Haag , Hellevoetsluis , Krimpen aan den IJssel , Lansingerland , Leidschendam-Voorburg , Maassluis , Midden-Delfland , Nissewaard , Pijnacker-Nootdorp , Ridderkerk , Rijswijk , Rotterdam , Schiedam , Vlaardingen , Wassenaar , Westland , Westvoorne , Zoetermeer , Totaal Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 5 van 8

20 (*) bron: CBS StatLine , voorlopig aantallen inwoners per oktober Wordt in de begroting 2018 nog aangepast naar voorlopige aantallen per Paragrafen De volgende paragrafen maken deel uit van de begroting 2018: Financiering; Deze paragraaf gaat in op de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Daarnaast komen in ieder geval de volgende aspecten aan bod: o Samenstelling en resultaat financiering HTM en RET; o Samenstelling en resultaat beleggingen; o Liquiditeitsontwikkeling en beheer. Verbonden partijen; In deze paragraaf wordt beschreven in welke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisaties de MRDH een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Weerstandsvermogen en risico s; De in de begroting 2017 onderkende risico s en bijbehorende weerstandscapaciteit vormen het uitgangspunt voor de begroting Daarnaast wordt ook ingegaan op de te vormen risicoreservering als gevolg van de op blz. 3 reeds genoemde nieuwe verantwoordelijkheid van de MRDH voor de lange termijnfinanciering van investeringen in railmateriaal en infra van HTM en RET. Conform het BBV dienen de volgende kengetallen aan de paragraaf weerstandsvermogen en risico s te worden toegevoegd: 1a netto schuldquote; 1b netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen; 2 solvabiliteitsratio; 3 grondexploitatie; 4 structurele exploitatieruimte; 5 belastingcapaciteit en een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie. Bovenstaande zal worden verwerkt in de begroting 2018 met uitzondering van de kengetallen grondexploitatie en belastingcapaciteit, aangezien die voor de MRDH niet relevant zijn. Onderhoud kapitaalgoederen; De MRDH bezit een aantal kapitaalgoederen. Het betreft oplaadapparatuur voor OVchipkaarten, rechten van opstal, abri s en personenbussen. Vanaf eind 2016 en gedurende 2017 zullen daarnaast investeringen worden gedaan ten behoeve van de nieuwe MRDH huisvesting. Tenminste de beleidsuitgangspunten rondom activering en afschrijving zijn onderdeel van deze paragraaf. Bedrijfsvoering Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 6 van 8

21 Zoals in de begroting 2017 is aangekondigd heeft in 2016 de tussentijdse evaluatie van de huidige werkorganisatie plaatsgevonden. Om toegerust te zijn op haar taken en aan te sluiten op de wensen van bestuur, management en medewerkers vindt er op basis van de onderzoeksresultaten thans een aanpassing plaats van het functiegebouw. Rekening houdend met deze aanpassing bestaat de formatie van de MRDH in 2018 uit 90,6 fte. Dit is inclusief 3,5 fte ten behoeve van facilitaire taken in de nieuwe huisvesting. Met ingang van het begrotingsjaar 2018 wordt conform de voorschriften in het BBV geen overhead meer toegerekend aan de programma s. Dat betekent niet dat de financiële dekking verandert. Het gaat om een andere manier van presenteren. De directe salariskosten van de medewerkers van de Vervoersautoriteit worden net als in het begrotingsjaar 2017 ten laste gebracht van de rijksmiddelen BDU. De directe salariskosten van de medewerkers ten behoeve van het programma Economisch Vestigingsklimaat worden net als in de begroting 2017 ten laste van de inwonerbijdrage EV gebracht. De indirecte salarissen van de medewerkers van de afdeling Bedrijfsvoering en de overige bedrijfsvoeringskosten (overige personele lasten, huisvesting, overige facilitaire lasten, financiën (o.m. accountantskosten), ICT, document management, bestuursondersteuning, juridische zaken en communicatie) worden op basis van relatief gebruik - ten laste gebracht van de inwonerbijdrage EV en de rijksmiddelen BDU. Voor deze doorberekening zullen passende kengetallen worden toegepast. Bijvoorbeeld het kengetal formatie voor de doorbelasting van de huisvestingslasten. 3. BTW-compensatiefonds De Vervoersautoriteit voert een wettelijke taak uit. Daarom kan zij de aan haar in rekening gebrachte BTW verrekenen via het BTW-compensatiefonds. De verschuldigde BTW binnen het programma Economisch Vestigingsklimaat wordt verrekend via de zogenoemde transparantiemethode. Concreet betekent dit dat deze BTW ultimo elk jaar wordt doorgeschoven naar de daarvoor wel compensatiegerechtigde aan de MRDH deelnemende gemeenten. 4. Vennootschapsbelasting (Vpb) De MRDH is een gemeenschappelijke regeling en daarmee een publiekrechtelijke rechtspersoon. De Vpb-plicht is afhankelijk van de vraag of de MRDH een onderneming is. De belangrijkste criteria voor het ondernemerschap zijn: deelname aan het economisch verkeer, winstoogmerk, winstverwachting, marktgerichtheid, organisatie van werk en kapitaal, ondernemersrisico en de vraag of met de activiteiten in concurrentie wordt getreden. Duidelijk is dat de MRDH daaraan slechts beperkt voldoet. Dat geldt met name het winstoogmerk, de winstverwachting (zijn er niet in termen van te verwachten structurele overschotten) en de concurrentiepositie. Met betrekking tot het winstoogmerk en de winstverwachting dient ervoor te worden gewaakt, dat er ook geen (deel)activiteiten worden ontwikkeld en uitgevoerd, waarmee structureel winst wordt behaald. Dat is momenteel ook niet het geval. Met betrekking tot de concurrentiepositie staat vast dat de verkeer- en vervoerstaak bij wet is opgelegd en daarmee te kwalificeren is als een overheidstaak. Ook voor de taak economisch vestigingsklimaat geldt dat hiermee niet in concurrentie wordt getreden. Conclusie is derhalve dat weliswaar formeel sprake is van Vpb-plicht, maar dat er geen activiteiten worden uitgevoerd die aan Vpb-heffing onderhevig zijn. 5. Planning begroting 2018 De begroting 2018 wordt op 7 juli 2017 behandeld in het algemeen bestuur. Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 7 van 8

22 Aan deze vaststelling gaat een zienswijzeprocedure vooraf. De Kaderbrief van de Haaglandengemeenten stelt een zienswijzeperiode voor die start op 15 april en eindigt op 15 juni. Vanwege de benodigde ambtelijke doorlooptijd en tijdige bestuurlijke behandeling (voor het zomerreces) dient de start en de sluitdatum van de zienswijzeperiode 3 weken naar voren te worden gehaald. De vrijgave voor zienswijze staat daarom geagendeerd voor de vergadering van het dagelijks bestuur van 22 maart Dit is ruim voor 15 april, de uiterste datum waarop op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen de MRDH de (uitgangspunten van de) begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten dient te verzenden. Hieraan voorafgaand wordt het concept van de ontwerp begroting 2018 achtereenvolgens behandeld in: het presidium Va (1 feb 2017) en de agendacommissie EV (nog te bepalen); ambtelijke coördinatiecommissies Va (13 feb 2017) en EV (23 feb 2017); bestuurscommissies Va (8 maart 2017) en EV (9 maart 2017); Dagelijks bestuur MRDH (22 maart 2017) Na de zienswijzeperiode zal behandeling plaatsvinden door: adviescommissies Va (7 juni 2017) en EV (6 juni 2017). De sluitdatum van de zienswijzen is 19 mei 2017 (acht weken conform het gestelde in de Wet gemeenschappelijke regelingen), met een week verlenging indien de ontwerpzienswijze van de gemeente uiterlijk 19 mei 2017 wordt ontvangen. Op 21 juni 2017 besluit het dagelijks bestuur over doorgeleiding van de concept begroting inclusief een nota van beantwoording vanwege de zienswijzen van de gemeenten naar het algemeen bestuur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag d.d. 10 maart 2017, de secretaris, de voorzitter, mw. mr. drs. A.W.H. Bertram ing. A. Aboutaleb Kadernota MRDH begroting 2018 Pagina 8 van 8

23 GeSoand gemeente ^ Z o e t e r m e e r e s c a r i u I I 1 6 > Retouradres Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer Bezoekadres Markt 10 Aan het bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) 2711 CZ Zoeterrneer Postbus 66 Postadres 2501 CB Den Haag, 2700 AA Zoetermeer Telefoon Datum 24 november 2016 Onderwerp: Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen Uw kenmerk Ons kenmerk F&C/E Bijlagen Geacht bestuur, Hierbij ontvangt u de kaderbrief begroting 2018 van de gemeenten in de regio Haaglanden. Hierin zijn de financiële uitgangspunten voor de gemeenschappelijke regelingen (GR-en), opgenomen. Deze kaderbrief ontvangt u elk jaar voorafgaand aan een nieuwe begrotingscyclus. De kaderbrief richt zich op de financieel technische randvoorwaarden bij de begroting, de beleidsmatige aspecten zijn de bevoegdheid van de bestuurders. Met deze brief wordt een aantal financiële uitgangspunten aangegeven voor uw begroting. Doel hiervan is een eenduidige benadering vanuit de deelnemende gemeenten van de begroting 2018 van GR-en. Deze brief gaat nader in op: 1. Tijdig inzenden van stukken. 2. Indexering. 3. Risico's en weerstandscapaciteit. 4. Nieuw beleid. 5. Vernieuwing BBV. 6. Omgaan met tekorten/overschotten. De kaders betrekt u bij de opstelling van uw begroting voor 2018 en de meerjarenraming Als u van mening bent dat een kader niet haalbaar is, wordt u verzocht dit te bespreken in de bestuursvergadering van uw GR. Uw bestuur kan de uitkomst van de bespreking dan opnemen in de aanbiedingsbrief bij de begroting naar de deelnemende gemeenten. Hierna worden de uitgangspunten nader toegelicht.

24 Financiële uitgangspunten begroting gemeenschappelijke regelingen Tiidig inzenden van stukken In lijn met de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) wordt gestimuleerd dat de begrotingscycli van de GR-en en van de deelnemende gemeenten beter op elkaar aansluiten. Tijdige inzending van de stukken versterkt de betrokkenheid en sturing van de gemeenteraden. De raden zijn dan beter in staat om zienswijzen voor te bereiden en de informatie kan worden meegenomen bij de behandeling van de Voorjaarsnota c.q. Kadernota. Begroting 2018 Op grond van de Wgr sturen de GR-en de uitgangspunten voor hun begroting vóór 15 april 2017 aan de gemeenteraden. Deze uitgangspunten bevatten in elk geval: een indicatie van de beleidsvoornemens, de gemeentelijke bijdrage de prijscompensatie, die gebruikt wordt voor de lasten in de begroting. In de praktijk worden deze uitgangspunten bijna nooit separaat voorgelegd aan de gemeenteraden, maar meteen opgenomen in de conceptbegroting. Daarom dient de begroting 2018 uiterlijk 15 april 2017 aangeleverd te worden bij de deelnemende gemeenten, die uiterlijk 15 juni 2017 hun zienswijze aan de GR-en aanbieden. Een latere indiening dan 15 april 2017 is niet wenselijk, omdat dan mogelijk gemeenten niet voldoende tijd hebben om tijdig een zienswijze af te geven bij de begroting. Jaarstukken Voor de verzending van de voorlopige jaarstukken (inclusief accountantsrapport) aan de gemeenteraden geldt ook als uiterste datum 15 april Op grond van het BBV zijn gemeenten verplicht om meer informatie over verbonden partijen op te nemen in hun planning- en controlproducten. In verband met de tijdige samenstelling van de gemeentelijke jaarstukken worden de GR-en gevraagd de gemeenten de benodigde gegevens voor 15 februari aan te leveren (hoeft dus nog niet de hele jaarrekening te zijn). Het gaat onder andere om de omvang van het eigen en vreemd vermogen en het verwachte rekeningresultaat. De GR-en verstrekken de gegevens uiteraard onder voorbehoud van hun eigen accountantscontrole. Begrotingswijzigingen Wij brengen nog onder de aandacht dat begrotingswijzigingen op dezelfde wijze aangeleverd dienen te worden als de begroting (zienswijze mogelijk). 2. Indexering De indexering heeft betrekking op de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling en is gebaseerd op de in de macro economische verkenning 2017 (MEV 2017) van september 2016 van het Centraal Planbureau opgenomen indexcijfers. In de MEV 2017 zijn nog geen cijfers voor 2018 opgenomen. Aangezien 2017 het laatst bekende jaar is, wordt voor 2018 uitgegaan van de geprognosticeerde cijfers voor Dit betekent dat voor 2018 de bijdrage ten opzichte van het basisjaar 2017 vermeerdert met: 1. 1,0% voor de loonkosten volgens de index prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (bijlage 8 kerngegevens collectieve sector) en 2. 0,6% voor de materiële kosten volgens de nationale consumentenprijsindex (CRI), (bijlage 6, prijzen en lonen, ). Overigens wordt mede op verzoek van een aantal verbonden partijen in deze kaderbrief afgeweken van de indexering van vorige kaderbrieven, waarin met één index werd gerekend. Voor 2018 is een splitsing aangebracht tussen loonkosten en materiele kosten.

25 De GR geeft in de begroting de opbouw van de deelnemersbijdrage ingedeeld naar het loongevoelige en materiële gedeelte. Het loongedeelte wordt bepaald en het restant is per definitie het materiële deel. Deze verdeling zal in principe voor vier jaar gelden bij de bepaling van de indexatie van de gemeentelijke bijdrage. Bij GR-en waar dit is ingericht, zal een kernteam bestaande uit medewerkers van de deelnemers de verdeling beoordelen. Indien het kernteam zich niet kan vinden in de verdeling, dan zal zij dit melden aan zowel het bestuur van de GR als aan de deelnemende gemeenten. In het geval de GR (nog) niet beschikt over een kernteam, zal de beoordeling plaatsvinden door (medewerkers van) de deelnemende gemeenten Het is mogelijk dat er een discrepantie ontstaat tussen de toegekende index van de gemeentelijke bijdrage en de werkelijke kostenontwikkeling van de begroting. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden doordat de prijsmutatie van de kosten bij een GR hoger zijn dan de indexering van de gemeentelijke bijdrage. Bij de aanbieding van de begroting kunnen deze verschillen worden aangegeven, met een voorstel hoe dit verschil kan worden opgelost. De indexering van de gemeentelijke bijdrage aan de GR-en wordt toegepast op de bijdrage per inwoner of een andere van toepassing zijnde verrekengrondslag zoals kostprijs, product of uurtarief. Deze indexering wordt voor het begrotingsjaar 2018 niet meer aangepast. Als na afloop van het jaar afwijkingen zijn opgetreden, dan worden deze afwijkingen betrokken bij de jaarrekening De ingeschatte percentages worden, conform de methodiek die is vastgesteld voor de begroting 2015, wel aangepast in de komende jaren. De verrekening (nacalculatie) van voorgaande jaren worden uiteindelijk definitief gebaseerd op het CEP in jaar t Risico's en weerstandscapaciteit Volgens het BBV is in de begroting de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing voorgeschreven. Deze paragraaf bevat een overzicht van de risico's en een uiteenzetting over de wijze waarop de risico's worden beheerst. De gemeenten besteden al enige jaren extra aandacht aan zo'n risicoprofiel. Om het risicoprofiel van de verbonden partij scherper te krijgen voor de deelnemende gemeenten, wordt u verzocht om naast het inventariseren van de risico's deze ook te kwantificeren. In de risicoparagraaf worden alle voor u relevante risico's nader gepreciseerd door kans (%) maal impact ( ) te vermenigvuldigen tot een nieuw risicoprofiel, uitgedrukt in euro's. Als uw nieuwe risicoprofiel is veranderd in vergelijking met vorig jaar, wordt u gevraagd dit nader toe te lichten (oorzaak en effecten). Hiermee worden de risicoprofielen van gemeenten en verbonden partijen goed vergelijkbaar en zijn bestuurders in staat het totale beeld op risico's te overzien. Zo'n risicoprofiel geeft ook aan of de weerstandscapaciteit toereikend is: de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de omvang van de risico's is maximaal 1,0. Bij een verhouding groter dan 1,0 dient in principe een terugstorting naar de deelnemende gemeenten plaats te vinden, omdat het aanhouden van een hogere risicobuffer bij de verbonden partij niet noodzakelijk is. Ook dient er aangegeven te worden hoe gestuurd wordt op eventuele afwijkingen (overschot c.q. tekort) en de beheersing van de risico's. In hun zienswijze op de begroting nemen de gemeenten de verhouding weerstandscapaciteit en risico's mee.

26 4. Nieuw beleid Bij een GR kan behoefte bestaan aan beleidsvoornemens of nieuwe initiatieven. Ook verwachte of aanstaande nieuwe wet- en regelgeving kan aanleiding zijn voor nieuw beleid. U wordt gevraagd deze aanzetten tot nieuw beleid tijdig te bespreken in uw bestuursvergadering. Zodra deze aanzetten meer concrete vormen aannemen, worden deze opgenomen in uw beleidskader. Iedere gemeente kan dan bij de kaderstelling voor het komende jaar hiermee rekening houden. 5. Vernieuwing BBV Een aantal van de vernieuwingen van het BBV heeft gevolgen voor de begroting en jaarstukken van de GR-en. De provincie Zuid-Holland heeft in de begrotingscirculaire voor gemeenschappelijke regelingen (briefkenmerk PZH ) aan een en ander aandacht besteed. Wij gaan ervan uit dat u de BBV-wijzigingen doorvoert en verwijzen kortheidshalve naar het vernieuwde BBV. 6. Omgang met tekorten/overschotten Gedurende de uitvoering van de begroting kunnen afwijkingen worden gemeld in de reguliere uitvoeringsrapportages. Bij afwijkingen groter dan 5% op programmaniveau dan wel een vergelijkbaar niveau (bijv. categorie activiteiten, productniveau) of van bijzondere aard kan hiervan een tussentijdse melding worden gedaan aan het Dagelijks Bestuur van de GR. Deze tussentijdse melding kan worden aangevuld met een voorstel voor bijsturing. Met name in de tweede helft van het jaar worden deze signaleringen relevanter. U wordt verzocht hier nadrukkelijk aandacht aan te besteden. Exploitatietekorten moeten in principe binnen de begroting van de GR worden opgevangen. Overschotten vloeien in principe terug naar de deelnemende gemeenten, maar bij de jaarstukken kan, indien noodzakelijk, een voorstel worden gedaan voor de bestemming (inclusief bestemming voor het weerstandsvermogen) van het overschot. Voor nadere informatie over deze brief kunt u terecht bij de ambtelijk secretaris van het Controllersoverleg Haaglanden, dhr. T. Lubbe van de gemeente Zoetermeer ( ; T.H.Lubbe@Zoetermeer.nl). Hoogachtend, Namens de colleges van Burgemeester en Wethouders van: Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Drs. ing. R.C, (Robin) Paalvast Wethouder Financiën gemeente Zoetermeer Voorzitter overleg wethouders Financiën Haaglandengemeenten.

27 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de kaderbrief voor de begroting Deze brief is vastgesteld door de colleges van alle Haaglandengemeenten. Wilt u deze brief onder de aandacht van uw bestuur brengen? Is het ook mogelijk de brief bij de AB-leden van uw gemeenschappelijke regeling onder de aandacht te brengen? Bij voorbaat dank voor uw medewerking, Tom Lubbe Ambtelijk secretaris overleg wethouders Financiën Haaglandengemeenten. Tel.nr T H.Luobe@Zoete!meei n

28 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 1 februari 2017 agendapunt 5 Onderwerp Voorstel Korte motivering Europese call waterstofbussen 1) In te stemmen met het niet deelnemen aan de Europese call voor opschaling van waterstofbussen. MRDH kan met 18 waterstofbussen deelnemen aan een Europese call voor opschaling van waterstofbussen. Hiervoor heeft zij in juni 2016 samen met de provincie Zuid- Holland, de provincie Groningen, de provincie Noord Brabant en het ministerie van IenM een Letter of Intent of the Dutch Regional Authorities to the Fuel Cell Hydrogen Joint Undertaking (FCH-JU) ondertekend. Om mee te kunnen doen moet MRDH 1,8 miljoen aan subsidie beschikbaar stellen uit haar BDU-middelen. De overwegingen vóór deelname aan de Europese call wegen niet op tegen de overwegingen tegen de Europese call. Met name de veel hogere kosten in aanschaf, exploitatie en laadinfrastructuur van waterstofbussen t.o.v. andere zero emissie technieken zoals overnightcharging- en opportunity charging bussen maken de waterstofbussen voorlopig veel minder aantrekkelijk als zero emissie oplossingsrichting. Ook hebben waterstofbussen zich nog niet op grote schaal bewezen als een proven techniek. De inzet van substantieel aantal van 18 bussen brengt dan ook hoge risico s met zich mee. RET gaat in Q2 van 2017 met twee waterstofbussen in de dienstregeling rijden. Deze ervaringen kunnen helaas niet meegenomen worden in de afweging om wel of niet mee te doen aan de Europese call voor waterstofbussen. Ook RET vindt op dit moment vanwege de hoge kosten en de nog (on)bekende risico s waterstofbussen nu geen goede keuze voor zero emissie busvervoer. Het niet deelnemen aan de Europese call heeft geen nadelige invloed op de duurzaamheidsambities van MRDH voor zero emissiebusvervoer. De vervoerder kiest de techniek. Financiën Geen. Juridisch Geen; MRDH moet rond 1 februari aangeven of zij wil deelnemen aan de Europese call voor opschaling van waterstofbussen. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1) Toelichting op agendapost Gevolgde Presidium 11 januari 2017 procedure Ambtelijk overleg 16 januari 2017 Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Verdere Zienswijzetermijn n.v.t. procedure Adviescommissie n.v.t. Dagelijks bestuur n.v.t. Algemeen bestuur n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit Ja Contactpersoon Gert-Jan den Toom Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer

29 Vergadering: 1 februari 2017 Agendapunt: 5 Onderwerp: Europese call waterstofbussen Datum: 19 januari 2017 Contactpersoon: Gert Jan den Toom Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met het onder de huidige condities niet deelnemen aan de Europese call voor opschaling van waterstofbussen. Toelichting MRDH kan meedoen aan een Europese call voor waterstofbussen. Om mee te kunnen doen moet MRDH rond 1 februari 2017 een besluit nemen over de dekking van de meerkosten voor de aanschaf van de bussen. In mei 2017 moet de Europese call zijn ingediend. Subsidiekosten Europa en het Rijk zijn bereid de meerkosten voor de aanschaf van ca. 18 waterstofbussen t.o.v. euro VI dieselbussen mee te subsidiëren indien MRDH ook mee subsidieert. De meerkosten voor de aanschaf van18 bussen worden nu ingeschat op 7,2 miljoen. Op basis van de huidige voorstellen resteert bij 50% cofinanciering van Europa en 25% van het ministerie van IenM nog maximaal 1,8 miljoen voor de MRDH. MRDH heeft hier geen dekking voor. De overige exploitatiekosten van waterstofbussen zouden voor rekening zijn van de vervoerder. Naar verwachting zijn deze twee keer duurder dan de exploitatiekosten van elektrische bussen. Ervaringen met waterstofbussen in Nederland beperkt De ervaringen met waterstofbussen elders in Nederland, maar ook in het buitenland zijn beperkt en vanwege de pilotachtige setting niet éénduidig als positief of negatief te beoordelen. Inmiddels zijn een 5-tal pilots gestart met in totaal ca. 13 waterstofbussen in Groningen, Gelderland, Noord-Brabant, Zuid-Holland en de MRDH. De bussen zullen naar verwachting allemaal in de periode Q t/m Q in de dienstregeling gaan rijden. In dit kader gaat de RET in Q2 van 2017 met twee waterstofbussen in de dienstregeling rijden. Deze ervaringen kunnen dus nog niet meegenomen worden in de afweging om wel of niet mee te doen aan de Europese call voor waterstofbussen. Overwegingen vóór deelname aan Europese call: Overwegingen om als MRDH mee te doen aan de Europese verdere marktintroductie van waterstofbussen zijn: Meedoen leidt tot versnelling van de marktintroductie van waterstofbussen en verlaagt de aanschafprijs waardoor er eerder meerdere technieken voor zero emissie busvervoer beschikbaar komen. Waterstofbussen zijn in het vervoersgebied van de MRDH een oplossingsrichting voor zero emissie busvervoer vooral voor de langere afstanden ( >250 km). In de busconcessie Rotterdam e.o. is ca. 1/3 van de huidige dagelijkse afgelegde afstand van de bussen groter dan 250 km. In de concessie Voorne Putten Rozenburg is de gemiddelde afgelegde km afstand voor de bus per dag 320 km. 1

30 Door de geleidelijke groei van de inzet van waterstofbussen groeit ook de waterstofinfrastructuur. Dit helpt het transitieproces van bijvoorbeeld waterstofauto s. Waterstof heeft de potentie in zich om als energiedrager een belangrijk onderdeel te worden van de transitie naar duurzame energie (RNE, smart energy delta). MRDH kan als launching custumer met waterstofbussen een stimulerende rol in spelen. In het HIC van Rotterdam is een groot hoeveelheid waterstof als bijproduct van de chloorproductie voor handen (grijze waterstof). Een waterstofdistributienetwerk is voorhanden en er liggen kansen in kader van RNE, smart energy delta om te zijner tijd waterstof duurzaam te gaan produceren. In het concept van RNE smart energy is waterstof als een doel geformuleerd om binnen 2 jaar 10 bussen en binnen 5 jaar bussen op duurzaam opgewekt waterstof te laten rijden. Financiering is nog niet geregeld en er zijn geen afspraken met MRDH Va gemaakt. Overweging om niet mee te doen aan de Europese call MRDH wil liever geen technieken voorschrijven maar de keuze rond zero emissietechniek zoveel mogelijk overlaten aan de markt. Daar zit de kennis en de creativiteit. Mondeling heeft RET aangegeven dat zij de techniek van waterstofbussen minder ziet zitten (hoge risico s en kosten) terwijl dit wel een belangrijke voorwaarde is om de opschaling van waterstofbussen succesvol te maken. Waterstofbussen hebben zich nog niet bewezen als proven technologie. Bij het voorschrijven van niet proven technieken zal de vervoerder met hogere risico s te maken krijgen. Deze zullen door de vervoerder voor een deel bij de concessieverlener neergelegd kunnen worden. Zeker als MRDH de techniek voorschrijft. MRDH kan van te voren niet inschatten wat dit financieel betekent. Waterstofbussen zijn op dit moment 2 keer duurder in de aanschaf, exploitatie en infrastructuur dan andere elektrische zero emissiebussen. De verwachting is dat de bussen zeker tot na 2025 duurder blijven. Daarna komen ze dichter bij elkaar maar waterstof blijft naar verwachting duurder. Tabel 1: Vergelijking TCO elektrische bus (Opportunity Charging) en TCO waterstofbus Kosten (indicatief) Elektrisch Opportunity Charging Waterstof bus aanschafprijs Total Cost of ownership (per jaar) De meerkosten voor MRDH die voortvloeien uit de Europese call bedragen voor de 18 waterstofbussen bedragen éénmalig 1,8 miljoen, -. De vraag is of dit een effectieve besteding van de BDU-middelen is. Uit recente aanbestedingenconcessies (bijv. Zuidoost Brabant) blijkt namelijk dat een transitiepad naar100% zero emissiebusvervoer in 2025 met een substantieel aantal zero emissiebussen bij de start aangeboden kan worden zonder dat dit leidt tot verhoging van de exploitatiebijdrage of een lager voorzieningenniveau. 2

31 De hierboven genoemde overwegingen vóór deelname wegen niet op tegen de overegingen tegen deelname voor de Europese call voor 18 bussen. Met name de veel hogere kosten in aanschaf, exploitatie en laadinfrastructuur van waterstofbussen t.o.v. andere zero emissie technieken, zoals overnightcharging- en opportunity charging bussen, maken de waterstofbussen voorlopig veel minder aantrekkelijk als zero emissie oplossingsrichting. Het voorstel is daarom niet deel te nemen aan de Europese call voor opschaling van waterstofbussen. De inzet van waterstofbussen in het vervoersgebied van MRDH laat MRDH hiermee volledig over aan de markt. Indien Europa of het Rijk waterstofontwikkeling wil stimuleren, dienen er extra middelen beschikbaar te komen. Er zijn dus gunstiger financiële voorwaarde vanuit de FCH-JU nodig wil MRDH deelname ovewergen. Tot slot wil MRDH de resultaten van de pilots afwachten voordat er sprake kan zijn van een eventuele heroverweging. 3

32 Onderwerp ROV-ZH Samenwerkingsovereenkomst Voorstel 1) Instemmen met de visie "Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland". 2) Instemmen met het Meerjarenprogramma Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid ) Besluiten de Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Ondersteuning Verkeersveiligheid aan te gaan met de Provincie Zuid-Holland. 4) Namens de bestuurscommissie de voorzitter te machtigen voor de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Korte MRDH en PZH zijn regievoerders voor ROV-ZH en hebben bij de verlenging van de motivering bestuursovereenkomst 2016 afgesproken te komen met een vernieuwde visie voor verkeersveiligheid op het gebied van gedragsbeïnvloeding. In Zuid-Holland is een bestuurlijk netwerk ambassadeurs actief voor verkeersveiligheid. Voor MRDH zijn Bram Meijer en Hans van Lith de verkeersveiligheidsambassadeurs. De nieuwe visie gaat uit van de aangescherpte ambitie Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland en werkt vanuit het motto Maak van de Nul een punt. De visie is uitgewerkt in een meerjarenprogramma opgezet volgens de drie sporen, voortzetten, vernieuwen en verspreiden. Voor het hieruit voortvloeiende takenpakket voor het ROV- ZH lijkt het van belang dat de samenwerking wordt uitgebreid met meer partijen. De voorliggende samenwerkingsovereenkomst biedt de mogelijkheid voor deze uitbreiding. In het eerste half jaar wordt de toetreding bijvoorbeeld met de samenwerkingspartners in de Zuidelijke Randstad verkend. In het huidige meerjarenprogramma is weinig aandacht voor handhaving. De MRDH zal zich in 2017 inzetten om, bij voorkeur met de overige 13 vervoersautoriteiten in Nederland, met het betrokken ministerie, politie en OM tot afspraken te komen op het gebied van handhaving. Financiën In 2017 is ten behoeve van ROV-ZH een bedrag begroot van ,-. In het meerjarenprogramma ROV wordt echter uitgegaan van een bijdrage van de MRDH van ,-. Voorgesteld wordt dit hogere bedrag mee te nemen in de dit voorjaar te behandelen eerste begrotingswijziging Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat er in 2016 een onderuitputting op dit budget is geweest ter grootte van ca Voor 2018 en later zal naar gelang het aantal toetredende partijen een nieuw voorstel worden gedaan voor de omvang van deze begrotingspost. Juridisch De MRDH gaat als regievoerder voor het ROV-ZH samen met de Provincie Zuid- Holland een samenwerkingsovereenkomst aan. Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure n.v.t. 1) Toelichting op agendapost 2) Visie Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland 3) Meerjarenprogramma ROV ) Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Ondersteuning Verkeersveiligheid met bijlagen Presidium 11 januari 2017 Ambtelijk overleg 16 januari 2017 Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Verdere Zienswijzetermijn n.v.t. procedure Adviescommissie n.v.t. Dagelijks bestuur n.v.t. Algemeen bestuur n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit Ja Contactpersoon Elke Helmus Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 1 februari 2017 agendapunt 6

33 Vergadering: 1 februari 2017 Agendapunt: 6 Onderwerp: ROV-ZH Samenwerkingsovereenkomst Datum: 19 januari 2017 Contactpersoon: Elke Helmus Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit 1. Instemmen met de visie "Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland". 2. Instemmen met het Meerjarenprogramma Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Besluiten de Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Ondersteuning Verkeersveiligheid aan te gaan met de Provincie Zuid-Holland. 4. Namens de bestuurscommissie de heer P.J Langenberg machtigingen voor de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Toelichting MRDH en Provincie Zuid-Holland werken als regievoerders samen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. De samenwerking heeft vorm gekregen in het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid (ROV-ZH). Het accent bij het verbeteren van de verkeersveiligheid ligt voor het ROV-ZH op gedragsbeïnvloeding en educatie. Vorig jaar is afgesproken dat MRDH en PZH zich zouden beraden over een vernieuwde visie en daaraan gekoppeld meerjarenprogramma en dat parallel hieraan wordt gekeken naar de organisatorische borging van het takenpakket van ROV-ZH. Die uiteindelijk resulteert in een meerjarenbestuursovereenkomst ROV-ZH, zoals ook als opgave in de UAB staat verwoord. MRDH en PZH verwoorden in hun visie Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland dat het verkeer in hun regiegebieden geen vermijdbare slachtoffers mag vergen. Daarom wordt actief samen gewerkt aan een verkeerssysteem (omgeving en gebruikers), waarin op termijn geen vermijdbare ongevallen meer plaatsvinden. Overheden kunnen hiervoor de randvoorwaarden scheppen, maar kunnen het niet alleen. Iedereen (overheden, publieke, maatschappelijke en andersoortige organisaties en instellingen, scholen bedrijven en weggebruikers zelf) dient en wordt hiertoe opgeroepen om een actieve manier bijdrage te leveren. De visie met aangescherpte ambities en uitgangspunten zijn uitgewerkt in een meerjarenprogramma ROV-ZH In het programma wordt uitgegaan van 3 sporen, voortzetten, vernieuwen en verspreiden. Het voortzetten van de succesvolle programma s en campagnes, vernieuwen waar stagnatie optreedt in ongevalscijfers (keuze van focusgroepen) en de samenwerking verbreden, zodat daarmee de verantwoordelijkheid van alle betrokkenen in de verkeersdeelname wordt vergroot en de integrale aanpak wordt versterkt. De vertaling van de ambitie en visie in het meerjarenprogramma vraagt om een structurele uitbreiding van de financiële middelen. In 2017 is ten behoeve van ROV-ZH een bedrag begroot van ,-. In het meerjarenprogramma ROV wordt echter uitgegaan van een bijdrage van de MRDH van ,-. Voorgesteld wordt dit hogere 1

34 bedrag mee te nemen in de dit voorjaar te behandelen eerste begrotingswijziging Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat er in 2016 een onderuitputting op dit budget is geweest ter grootte van ca Dit bedrag is ontstaan als gevolg van het gebruiken van de reserves bij het ROV-ZH in Voor 2018 en later zal naar gelang het aantal toetredende partijen een nieuw voorstel worden gedaan voor de omvang van deze begrotingspost. In het belang van het meer verbinden en verbreden van de verkeersveiligheidsaanpak wordt verkend of de huidige organisatorische vormgeving van het ROV-ZH moet worden vernieuwd. De verkenning richt zich op het uitbreiden van de samenwerking met meerdere partners, bijvoorbeeld de samenwerkingspartner in de Zuidelijke Randstad. De verkennende gesprekken worden gevoerd met onder andere gemeente Den Haag, gemeente Rotterdam en Rijkswaterstaat. De samenwerkingsovereenkomst is uitgewerkt vanuit MRDH en PZH, waarbij ruimte wordt geboden voor deelname van andere partners. 2

35 December 2016

36 Inleiding In Zuid-Holland werken wij als regievoerders Provincie Zuid-Holland (PZH) en Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. In aansluiting op het landelijke concept van Duurzaam Veilig zetten we in op de zogeheten drie E s: Engineering, Education en Enforcement. Wij willen in onze verkeersveiligheidsaanpak behouden wat goed gaat en waar nodig meer focus aanbrengen. En daarbij kijken we kritisch naar onze eigen rol en doen actief een appèl op de eigen verantwoordelijkheid van iedereen die betrokken is bij verkeersdeelname. Visie Wij accepteren niet dat het verkeer in onze regiegebieden in Zuid-Holland vermijdbare slachtoffers vergt. En wij werken actief samen aan een verkeerssysteem (omgeving en gebruikers), waarin op termijn geen vermijdbare ongevallen meer plaatsvinden. We roepen daarbij iedereen (overheden, publieke, maatschappelijke en andersoortige organisaties en instellingen, scholen, bedrijven en weggebruikers zelf) op om hier actief een bijdrage aan te leveren. In Zuid-Holland willen wij geen vermijdbare verkeersslachtoffers. Dit bereiken wij door een gezamenlijke inzet van iedereen. Ambitie Het hoofddoel voor de gezamenlijke inzet is dat we blijven uitdragen dat iedereen elke dag in Zuid-Holland veilig thuiskomt. Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland. MVD01. Elk verkeersslachtoffer is er een teveel. Daarom willen we dat iedereen in Zuid-Holland veilig thuiskomt. Wij willen op weg naar nul verkeersslachtoffers, maar hoe doen we dat? Uit de cijfers blijkt dat meer dan 90% van de ongevallen te wijten is aan het eigen gedrag. En daarom zetten wij vooral in op gedragsbeïnvloeding. In Zweden is de nul-visie ontstaan. ROV-Limburg heeft dit vertaald naar de communicatiestrategie Maak van de nul een punt (MVD01.). Kenmerkend is de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker. In de aanpak ligt het accent op communicatie. In Zweden is gestart met Vision Zero - aanpak. Dit is in Nederland bekend als Maak van de nul een punt. 2

37 Alleen als zoveel mogelijk mensen binnen organisaties en bedrijven en ook particulieren bewust worden dat zij verkeersveiligheid zelf in de hand hebben, kan vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid de doelstelling in Zuid-Holland worden bereikt. Bij het nastreven van onze ambitie maken we gebruik van het landelijke motto Maak van de nul een punt. Daarbij werken we samen met de regionale projectgroepen verkeersveiligheid (RPV s) en onze verkeersveiligheidsambassadeurs. Wij doen een beroep op de samenleving en haar vertegenwoordigers om ervoor te zorgen dat iedereen in Zuid-Holland veilig thuiskomt. Het motto MVD01. gebruiken we zodat er een herkenbaar geheel ontstaat, waarin de verschillende activiteiten en programma s elkaar versterken. In het meerjarenprogramma geven wij aan hoe we dit de komende jaren met alle partners invullen. Met MVD01. doen wij en de verkeersveiligheidsambassadeurs een beroep op alle andere portefeuillehouders verkeer in Zuid-Holland. De visie is uitgewerkt in een meerjarenprogramma dat door de regievoerders wordt vastgesteld. Daar wordt uitvoering aan gegeven in een jaarwerkplan. Ontwikkelingen Wij constateren dat de rol van overheden verschuift van zenden naar actief participeren. De accentverschuiving betekent ook verschuiving in middeleninzet naar het benutten van nieuwe media. TV en kranten zijn niet meer de belangrijkste media. Wij willen niet alleen zelf actief zenden, maar ook gebruik maken van anderen die (gaan) zenden. De afgelopen jaren was de algemene trend dat het aantal verkeersdoden afnam, maar deze stagneert nu. En helaas geldt de dalende trend niet voor ziekenhuisgewonden, waardoor bij gelijkblijvende inzet de doelstellingen niet worden behaald. Als alle wegen Duurzaam Veilig zijn ingericht is de verwachting dat er nog steeds verkeersslachtoffers zullen vallen. Veranderingen in de samenleving (vergrijzing, mobiel telefoongebruik, E-bikes) vragen om blijvende aandacht en vernieuwing in de aanpak van verkeersveiligheid. Belangrijke groepen die in het oog springen onder de verkeersslachtoffers zijn jonge bestuurders, ouderen en fietsers. Dit zijn daarom de focusgroepen in ons programma voor de komende jaren. Ook in Zuid-Holland stagneert de daling van het aantal verkeersslachtoffers. Met name onder jonge bestuurders, senioren en fietsers. Dit vergt vernieuwing van het programma en aanpassing aan maatschappelijke ontwikkelingen. Drie sporen Het meerjarenprogramma is opgezet volgens de drie sporen, voortzetten, vernieuwen, verspreiden. Wat we hebben bereikt met onze kwalitatief goede programma s SCHOOL op SEEF (SoS) en TotallyTraffic (TT) zetten we voort en vernieuwen we door meer participatie van ouders en scholen. Om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen vernieuwen we bestaande programma s en ontwikkelen we nieuwe programma s gericht op de focusgroepen jonge bestuurders, ouderen en fietsers. En om te zorgen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en blijft nemen verspreiden we MVD01.. 3

38 ROV-ZH Vanuit de verantwoordelijkheid voor de aanpak van verkeersveiligheid van PZH en MRDH is gekozen voor een samenwerking in het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid (ROV-ZH). ROV-ZH zet in op verbetering van de verkeersveiligheid in de provincie Zuid-Holland met het accent op gedragsbeïnvloeding. Samenwerking is onontbeerlijk om dit te realiseren. Het gaat om samenwerking tussen alle organisaties, bedrijven en instellingen die een rol kunnen spelen, maar ook om samenwerking met weggebruikers zelf. Alle betrokken overheidspartijen zijn zelf verantwoordelijk voor verkeersveiligheidsbeleid. ROV-ZH ondersteunt hen daarbij als kennismakelaar en adviseur en met een groot aantal programma s en middelen. De meest bekende programma s zijn SoS en TT gericht op de doelgroep 4-16 jaar. Om andere leeftijdsgroepen te bereiken zetten wij ook in op het gebruik van landelijke campagnes en het laten uitvoeren van projecten door (maatschappelijke) organisaties. Zoals de activiteiten op festivals door TeamAlert of Responsible Young Drivers en opfriscursussen voor senioren. De ervaring van ROV-ZH met het ontwikkelen van programma s, kwaliteitsborging en ondersteuning van de regio s kan goed worden gebruikt voor het realiseren van de ambitie die wij nastreven. ROV-ZH heeft kwalitatief goede programma s ontwikkeld en succesvol uitgerold voor de verkeersdeelnemers van 4-16 jaar (SoS en TT). En is ook sterk in een actieve vertaling van de landelijke campagnes naar gewaardeerde regionale campagnes. ROV-ZH heeft haar meerwaarde op gedragsbeïnvloeding bewezen vanuit hun netwerk in de regio s en hun kracht in creativiteit, enthousiasmeren, projecten initiëren en pilots. Conclusie Verdere samenwerking van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag met de provincie Zuid-Holland in het ROV-ZH ligt voor de hand vanuit de opgebouwde expertise en netwerken. Daarbij is wel vernieuwing nodig om in te spelen op actuele maatschappelijke ontwikkelingen en staan we open voor een bredere samenwerking in het ROV-ZH. 4

39 Meerjarenprogramma Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland december 2016

40

41 Meerjarenprogramma Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland Vastgesteld door: Bestuurscommissie VA PZH datum datum Datum: Versie: 3

42 Samenvatting De Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland voeren gezamenlijk de regie op de activiteiten voor verkeersveiligheid, de gedragsbeïnvloeding in Zuid-Holland. We constateren dat de dalende trend in de ongevalscijfers stagneert en wellicht zelfs kentert. Drie groepen vallen daarbij in het bijzonder op: fietsers, jonge bestuurders en senioren. Trends als vergrijzing, meer (brom- en snor)fietsmobiliteit, toename aantal elektrische voertuigen, toename drukte op het fietspad, toenemende afleiding door communicatietechnologie zetten de resultaten van verkeersveiligheidsinspanningen onder druk. Anderzijds bieden ontwikkelingen als toenemende burgerparticipatie, de veranderende rol van de overheid en de aandacht voor gezondheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid kansen voor de inzet op verkeersveiligheid. Een aantal programma s (SCHOOL op SEEF, TotallyTraffic en de verkeersveiligheidscampagnes) is al heel succesvol, ook dankzij de samenwerking met en grote inzet van de Regionale Projectgroepen Verkeersveiligheid (RPV s). De hoge ongevalscijfers, het stagneren van de dalende trend daarin binnen ons gebied en overige ontwikkelingen maken het noodzakelijk een vernieuwing in gang te zetten. Duurzaam Veilig is het grotere beleidsmatige kader voor de aanpak. De aanpak Duurzaam Veilig is te verdelen in de 3 E s van Engineering, Education en Enforcement. Het faciliteren van de verkeerseducatie is integraal onderdeel van Duurzaam Veilig. Onze ambitie is, dat iedere Zuid-Hollander elke dag veilig thuis komt: op termijn geen vermijdbare ongevallen meer in ons gebied. Overheden kunnen hier de randvoorwaarden voor scheppen, maar kunnen het niet alleen! Iedereen is nodig om nul vermijdbare verkeersongevallen te realiseren. Het nieuwe motto in Zuid-Holland wordt Maak van de nul een punt. Met dit motto roepen wij en ROV-ZH iedereen op zijn of haar verantwoordelijkheid te nemen op weg naar een Zuid-Holland waarin iedereen elke dag veilig thuis komt. Dit willen wij bereiken door in te zetten op de 3 V s: Voortzetten, Vernieuwen en Verspreiden. De succesvolle programma s worden voortgezet en vanuit de nieuwe ambitie deels vernieuwd. Daarnaast vragen de relatief hoge ongevalsbetrokkenheid onder de groepen fietsers, jonge automobilisten en senioren om vernieuwing en verbreding van de aanpak voor die groepen. Het verder verspreiden van Maak van de nul een punt krijgt handen en voeten in een communicatiestrategie. Daarnaast formuleren we 100% programma-doelstellingen op indicatoren waarvan we op grond van de huidige kennis verwachten dat deze een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van onze ambitie. Met een nieuwe monitorsystematiek en het bestaande onderzoek naar de effectiviteit van gedragsinterventies volgen wij de doelstellingen en stellen wij het programma bij waar nodig. Dit kunnen wij niet alleen realiseren. Er wordt al intensief samengewerkt met de regievoerders, de RPV s en negen bestuurlijke verkeersveiligheidsambassadeurs. Voor de nieuwe ambitie is het essentieel dat we nieuwe samenwerkingspartners zoeken. Daarnaast is de inzet van de portefeuillehouders Verkeer en Vervoer in alle gemeenten onmisbaar. We doen dan ook een beroep op hen om zich actief in te zetten als ambassadeur in de eigen gemeente.

43 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Cijfers en trends Cijfers Ongevallen Ongevallen per leeftijdscategorie Ongevallen per vervoerwijze Focusgroepen leeftijd Focus vervoerwijze Trends Direct aan verkeersveiligheid gerelateerde trends Overige relevante trends Verkeersveilig gedrag Ambitie en aanpak Uitwerking MVD Voortzetten SCHOOL op SEEF TotallyTraffic Campagnes Monitoren Vernieuwen Jonge bestuurders Senioren Fietsers Verspreiden Maak van de nul een punt (MVD01.) Kennis managen en netwerken Ambities, doelen en middelen Ambities en doelstellingen Inzet in uren en geld: Bijlage 1 Bronnen

44 1 Inleiding In Zuid-Holland werken gemeenten, provincie, waterschappen, politie, OM, maatschappelijke organisaties, scholen en andere instanties structureel samen aan verkeersveiligheid. Alle partners in de regio s worden met kennis, advies, communicatie en enkele andere middelen ondersteund door het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH). De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de veiligheid op hun wegen en de regionale regierol op het gebied van een gezamenlijke aanpak van de verkeersonveiligheid. Voor deze laatste bevoegdheid delen de provincie en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag gezamenlijk de verantwoordelijkheid. Vanwege schaalvoordelen en efficiency hebben beide bestuurlijke partners de uitvoering van de regierol op het punt van gedragsbeïnvloeding ondergebracht bij het ROV-ZH. Wij hebben in onze visie opgenomen dat we uitgaan van de gezamenlijke verantwoordelijkheid om te werken aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Wij continueren de reeds ontwikkelde en uitgerolde succesvolle programma s voor de leeftijdsgroep 4-16 jaar en bijbehorende communicatiekracht. Wij gaan ook voor jonge bestuurders, senioren en fietsers gebruikmaken van opgebouwde expertise en netwerken. Uiteraard mag er verwacht worden dat wij daarbij inspelen op de maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de steeds meer participerende rol van de overheden en daarmee samenhangende verschuiving naar het benutten van nieuwe media. Het motto MVD01. gebruiken we zodat er een herkenbaar geheel ontstaat, waarin de verschillende activiteiten en programma s elkaar versterken. In het meerjarenprogramma geven wij aan hoe we dit de komende jaren met alle partners invullen. In hoofdstuk 2 worden de verkeersongevallen cijfers en trends in beeld gebracht, waarna in hoofdstuk 3 vanuit het programma Duurzaam Veilig wordt aangeven op welk onderdeel ROV-ZH zich inzet. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 op basis van de cijfers, trends en inzet de programmadoelen en aanpak omschreven. In hoofdstuk 5 wordt uitgewerkt hoe we MVD01. uitrollen en hoe we de sporen Voortzetten, Vernieuwen en Verspreiden invullen in de bestaande en in nieuwe programma s. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 weergegeven welke middelen (financieel en in menskracht) nodig zijn om het programma met succes uit te voeren.

45 2 Cijfers en trends Om te kunnen bepalen wat het belang van inzet op verkeersveiligheid in Zuid-Holland is en op welke wijze dit het beste kan worden uitgevoerd is eerst meer inzicht nodig in de verkeersongevallen en de ontwikkelingen en trends in de samenleving. 2.1 Cijfers Om te zien of de situatie in Zuid-Holland overeenkomt met de landelijke trend geven wij eerst aan wat opvalt in de landelijke ongevalscijfers. In 2015 waren er in Nederland 621 verkeersdoden. Dit is 9 procent meer dan in 2014, toen 570 dodelijke verkeersslachtoffers vielen. Vooral onder mannelijke automobilisten en oudere mannen op een scootmobiel vielen ten opzichte van 2014 meer slachtoffers. Dit blijkt uit cijfers van CBS en Rijkswaterstaat. Het percentage fietsers dat overlijdt is in de afgelopen jaren volgens cijfers van CBS toegenomen van 20% in 2000 naar 30% in In absolute aantallen is dit afgenomen van 233 naar 185 fietsers. Er is landelijk ook een toename te zien onder verkeersdoden in de leeftijd van 60+. Het percentage verkeersdoden in de leeftijd van 60+ers is gestegen van 27% in 2010 naar 47% in 2015 en bij 80+ van 7% naar 19% Ongevallen Ook in Zuid-Holland is in 2015 het aantal verkeersdoden gestegen en wel van 64 naar 69. Deze stijging vond vooral plaats in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. In het regiegebied provincie Zuid-Holland is het aantal verkeersdoden gelijk gebleven. De onderstaande tabel geeft de verdeling van deze cijfers die gebaseerd zijn op door de politie geregistreerde aantallen over de 2 regiegebieden. Dodelijke slachtoffers Totaal Metropoolregio Rotterdam Den Haag Regiegebied Provincie Zuid-Holland Totaal Tabel 1: Aantal dodelijke verkeersslachtoffers (bron ViaStat-online) 7

46 Het totaal aantal ziekenhuisgewonden geeft in de provincie Zuid-Holland het volgende beeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de registratiegraad vanaf 2015 is verbeterd. De definitie van ziekenhuis gewonden 2015 is veranderd en is er sprake van een trendbreuk, dat wil zeggen dat de cijfers van 2015 niet goed vergelijkbaar zijn met die van de voorafgaande jaren. Totaal ziekenhuisgewonden Totaal Metropoolregio Rotterdam Den Haag Regiegebied Provincie Zuid-Holland Totaal Tabel 2: Aantal ziekenhuisgewonden (bron ViaStat-online) De bovenstaande gegevens zijn aangeleverd naar afzonderlijk jaartal, terwijl de onderstaande gegevens alleen het totaal betreft van de jaren tezamen Ongevallen per leeftijdscategorie Totaal doden 0 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m en ouder Totaal MRDH PZH Totaal Tabel 3: Totaal aantal doden naar leeftijdscategorie periode (bron ViaStat-online) Totaal ziekenhuisgewonden 0 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m 59 Tabel 4: Aantal ziekenhuisgewonden naar leeftijd periode (bron ViaStat-online) 60 t/m en ouder onbek end MRDH PZH Totaal De uitsplitsing van ziekenhuisgewonden en dodelijke slachtoffers naar leeftijdscategorie in absolute aantallen geeft geen duidelijk beeld omdat het aantal inwoners per leeftijdscategorie sterk verschilt. Daarom is op basis van CBS gegevens over de bevolking in 2016 en de verdeling over de leeftijdsgroepen een waarde uitgerekend die het risico op betrokkenheid bij een ongeval per leeftijdscategorie weergeeft. Dit is in onderstaande figuren te zien. Totaal Risico ongeval ziekenhuisgewonden (slachtoffers/ inwoners)*1000 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 MRDH PZH Totaal 1,00 0,50 0,00 periode t/m 12 t/m 16 t/m 18 t/m 25 t/m 40 t/m 50 t/m 60 t/m 70 en ouder Diagram 1: Risico ongeval ziekenhuisgewonden (slachtoffers per 1000 inwoners) in Zuid-Holland in de periode

47 Uit bovenstaande en onderstaande risico-diagrammen is te zien dat de leeftijdscategorie jongeren tussen 16 en 25 jaar vooral een groot risico loopt op een ongeval met ziekenhuisgewonden en 18 t/m 24 jaar, senioren (60-70 jaar) en senioren (70+) een verhoogd risico lopen op een ongeval met dodelijke afloop. 0,40 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 Risico ongeval doden (slachtoffers/ inwoners)* t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m en ouder MRDH PZH Totaal periode Diagram 2: Risico ongeval doden (slachtoffers per 1000 inwoners) in Zuid-Holland in de periode Ongevallen per vervoerwijze In de volgende diagram is het aantal dodelijke ongevallen per regiegebied te zien, verdeeld naar vervoerswijze. Dodelijke ongevallen uitgesplitst naar vervoerwijze MRDH PZH Totaal Personenauto Motor Fiets Voetganger Scootmobiel Diagram 3: Aantal ongevallen met dodelijke afloop naar vervoerswijze (bron ViaStat-online) 9

48 2.1.4 Focusgroepen leeftijd Op basis van de ongevallencijfers in paragraaf blijkt dat er vooral groot risico is bij de leeftijdscategorie 16 t/m 24 jaar en de groep senioren vanaf 60 jaar. Daarom is voor deze beide categorieën ook een uitsplitsing gemaakt naar de afloop van ongevallen en de vervoerwijze. Leeftijd jaar Personenauto Bestelauto Vrachtauto Motor Overige voertuigen Railvoertuig Bromfiets + Fiets Voetganger doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg MRDH PZH Totaal Tabel 6: Aantal verkeersslachtoffers in de leeftijd jaar naar vervoerswijze periode (bron ViaStat-online) 60 jaar en ouder Personenauto Bestelauto Vrachtauto Motor Overige voertuigen Railvoertuig Bromfiets + Fiets Voetganger doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg MRDH PZH Totaal Tabel 7: Aantal verkeersslachtoffers 60 jaar en ouder naar vervoerswijze periode (bron ViaStat-online) Focus vervoerwijze In de voorgaande tabellen is ook terug te zien dat er relatief veel verkeerslachtoffers onder fietsers vallen. Het aantal verkeersslachtoffers onder fietsers naar leeftijd geeft het volgende beeld:.fietsers 0 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m en ouder Onbekend doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg MRDH PZH Totaal Tabel 8: Aantal verkeersslachtoffers onder fietsers naar leeftijdscategorie periode (bron ViaStat-online) Daarbij valt ook op het relatief hogere aantal slachtoffers onder senioren en jonge bestuurders.

49 Fietsers naar leeftijdsgroep MRDH PZH Totaal doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg doden zhg 0 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m en ouder Onbekend Diagram 4: Afloop verkeersongevallen van fietsers naar leeftijdsgroep 2.2 Trends Direct aan verkeersveiligheid gerelateerde trends De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft vooruit gekeken naar relevante trends en ontwikkelingen in de samenleving en die naar verwachting invloed hebben op de verkeersonveiligheid de komende jaren. Het effect is afhankelijk van de hoeveelheid en/of soort mobiliteit. Uit onderzoek naar de ontwikkelingen is verder gebleken dat deze het ongevalsrisico beïnvloeden en de bestaande mobiliteit gevaarlijker of minder gevaarlijk maken. Samengevat zijn verwachte effecten en verhoogde ongevalsrisico s als volgt: Trend Verwacht effect Verhoogd ongevalsrisico voor: Vergrijzing Meer (brom- en snor- )fietsmobiliteit Meer elektrische voertuigen Toenemende druk(te) op het fietspad Meer bestelverkeer Er komen naar verhouding steeds meer ouderen; deze ouderen blijven langer fit en (dus) mobiel, maar hebben een groter kans op een ongeval en vooral een grote kans op (ernstig) letsel. Fietsgebruik wordt vanuit milieu- bereikbaarheids- en gezondheidsoverwegingen gestimuleerd. Met name in de grotere steden zal naar verwachting de fiets- en ook de brom- en snorfietsmobiliteit toenemen. Fietsgebruik bevordert de gezondheid en de bereikbaarheid in de stad. Aangezien fiets- en vooral brom- en snorfietsmobiliteit gevaarlijker is dan automobiliteit, heeft deze verandering in vervoerswijze per saldo een negatief effect op de verkeersveiligheid. Er komen steeds meer elektrische voertuigen. Deze voertuigen leveren mogelijk meer gevaar op, omdat ze vooral bij lage snelheden nauwelijks hoorbaar zijn. Dat geldt ook voor elektrische fietsen, speed pedelec, en elektrische snorfietsen die in samenhang met hun hoge snelheid waarschijnlijk een groter risico gaan vormen voor fietsers op het fietspad. De bovenstaande ontwikkelingen zullen leiden tot hogere intensiteiten op de fietspaden en tot grotere snelheidsverschillen op de fietspaden. En beide aspecten zijn ongunstig voor de verkeersveiligheid Er is nog steeds een groei in de aankoop via internet. Dit leidt tot een toename van bestelverkeer in woonwijken. Bestelbusjes zijn vanwege hun relatief grote massa een gevaarlijke bots partner voor met name de voetgangers en tweewielers. Senioren Fietsers Fietsers Fietsers Senioren Fietsers Senioren Fietsers Senioren voetgangers Voertuigtechnologie Meer afleiding door communicatie technologie Aantrekkende economie Auto s zullen in toenemende mate taken overnemen van de mensen, bijvoorbeeld zelfstandig kunnen reageren op de aanwezigheid van fietsers en voetgangers. Tot 2025 is de penetratiegraad van dergelijke voorzieningen waarschijnlijk nog laat en het effect dus klein. Toenemend gebruik van smartphones en andere apparatuur leidt naar verwachting tot meer afleiding bij autobestuurders, fietsers en waarschijnlijk ook voetgangers. Het verhoogt het risico op ongevallen. De economie van Nederland lijkt weer wat aan te trekken; de verwachtingen zijn positief. Dit heeft een onduidelijk effect op de verkeersveiligheid. In het algemeen zijn periodes van economische voorspoed minder goed voor de verkeersveiligheid. Fietsers Voetgangers Jonge bestuurders Fietsers Senioren Alle weggebruikers 11

50 Gelet op de huidige ongeval cijfers en de relevante trends en ontwikkelingen is het aannemelijk dat de huidige landelijke en (daarvan afgeleide) regionale doelstellingen voor het aantal ernstige verkeersgewonden in 2020 niet gehaald wordt. Ook in Zuid-Holland zien we de doelgroepen jonge bestuurders, senioren en fietsers terug komen Overige relevante trends Naast de trends die direct zijn te relateren aan verkeersveiligheid zijn er zeker ook andere trends in de samenleving die meegenomen dienen te worden bij de uitwerking van de visie in een meerjarenprogramma, zoals: Burgerparticipatie en de veranderende rol van de overheid Maatschappelijke thema s worden steeds meer het terrein van actieve burgers, en de rol van de overheid verschuift van zenden en voorschrijven naar actief participeren. Om deze rol te vervullen is het wenselijk om de nieuwe media beter te benutten. En daarbij wordt gebruik gemaakt van andere organisaties en ook het bedrijfsleven die zich inzetten voor verkeersveiligheid en ook de boodschap van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor verkeersveiligheid uitdragen. Gezondheid heeft veel aandacht. Het bevorderen van bewegen bij opgroeiende kinderen om overgewicht tegen te gaan en het bevorderen van (fiets) mobiliteit bij volwassenen en senioren zijn hier voorbeelden van. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen heeft aandacht van veel bedrijven. Ook het bijdragen aan verkeersveiligheid past hierin. Duurzaamheid krijgt volop aandacht. Er zijn raakvlakken te vinden met verkeersveiligheid, bijvoorbeeld bij activiteiten als de Europese Mobiliteitsweek en in de samenwerking met bedrijven zoals in Bereikbaar Haaglanden.

51 3 Verkeersveilig gedrag De landelijke aanpak voor het verbeteren van de verkeersveiligheid is in Nederland via het programma Duurzaam Veilig in gang gezet in de jaren negentig. Duurzaam Veilig richt zich op mens, voertuig en weg. Het gedrag van de mens is te beïnvloeden met educatie en handhaving, maar ook door de inrichting van de weg zo te maken dat de weggebruiker begrijpt wat er van hem verwacht wordt. Met verbeterde voertuig technieken en door de aanleg van rotondes zijn ook de risico s op en de impact bij een ongeval verbeterd. De aanpak van Duurzaam Veilig om mens, voertuig en weg te beïnvloeden is onder te verdelen in drie E s: - Engineering (Duurzaam Veilige inrichting van de weg en intelligente voertuigtechnieken); - Education ( voorlichting en scholing van alle leeftijdsgroepen en bijzondere doelgroepen) en - Enforcement (handhaving en regelgeving). De Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Provincie Zuid-Holland richten zich vooral op Education, waarbij enerzijds de door het ROV-ZH ontwikkelde programma s voor de verschillende leeftijdsgroepen worden ingezet en anderzijds de landelijke campagnes voor specifieke doelgroepen worden vertaald naar de situatie in Zuid-Holland. 13

52 4 Ambitie en aanpak Zoals benoemd in het visiedocument is de ambitie: Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland. Voor deze ambitie is een brede aanpak nodig, waarbij optimaal wordt benut wat goed loopt en wat al breder wordt ondersteund. Vandaar dat we aansluiten bij het landelijke motto Maak van de nul een punt. Met Maak van de nul een punt (MVD01.) bedoelen wij dat we: niet accepteren dat het verkeer in ons gebied (vermijdbare) slachtoffers vergt; actief willen werken aan een verkeerssysteem (omgeving en gebruikers) waarin op termijn geen (vermijdbare) ongevallen meer plaatsvinden; iedereen (overheden, publieke, maatschappelijke en andersoortige organisaties en instellingen, scholen, bedrijven en weggebruikers zelf) oproepen om hier actief een bijdrage aan te leveren als lange termijn hoofddoel voor de gezamenlijke inzet uitdragen, dat iedereen in Zuid- Holland elke dag veilig thuiskomt. Uit het rapport De waarde van nul (SWOV, 2014) is af te leiden dat : Een plan met een ambitieus einddoel kan zorgen voor groter commitment, betere plannen en betere prestaties; mits er haalbare, concrete tussendoelen/prestatie-indicatorens zijn geformuleerd. Het belangrijk is de strategie te richten op het systeem en de gebruikers. Daarom wordt er in dit meerjarenprogramma ingestoken op het opnemen van concrete projecten waar een nul - doelstelling of een 100%-doelstelling aan gekoppeld wordt. Er worden indicatoren ontwikkeld om de prestaties goed te monitoren. Daarnaast wordt er ingezet op innovatie van de vervoermodi, vooral de fiets. Via de communicatieaanpak wordt de strategie op alle gebruikers gericht. Omdat niet alles tegelijk kan worden opgepakt, wordt eerst gekeken naar het beter benutten van de bestaande netwerken, en het van daaruit versterken van de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen. En daarnaast wordt de focus gelegd op de groepen verkeersdeelnemers met het grootste risicogedrag en de grootste kans op verkeersongevallen. Daarmee kan het grootste effect op de dalende trend worden bereikt. In de afgelopen jaren is met het verkeersveiligheidsbeleid in de provincie Zuid-Holland al veel bereikt, maar zoals reeds is aangegeven, is er een extra impuls nodig. MVD01. helpt daarbij. De kracht van de strategie MVD01. zit in: De inspiratie, het elan dat uitgaat van het gezamenlijke hogere doel : iedereen wil veilig thuiskomen en wil dat zijn/haar geliefden veilig thuiskomen. De ambitie van het onderwerp raakt het hart van iedereen direct. Het verbindende van een gezamenlijke missie en een heldere communicatiestrategie (vgl. de kracht van concepten als SCHOOL op SEEF en TotallyTraffic). Voorwaarde is helder te zijn over waar de verantwoordelijkheden liggen en de mogelijkheden van ieder en de beperkingen daarin. Vertrouwen is een sleutelbegrip. De risico s zitten in afschuif- en afrekenmechanismes (bijvoorbeeld de overheid, die verantwoordelijk wordt gehouden voor alle gedrag, of een overheid, die juist teveel naar de gebruiker schuift) en de vrijblijvendheid, die van de missie kan uitgaan als het niet goed handen en voeten krijgt. Zorgvuldige uitwerking en communicatie is dus geboden.

53 De aanpak en inzet in de komende jaren kan globaal worden verdeeld in 3 sporen, te weten; Voortzetten van bestaande programma s o SoS TT campagnes monitor Vernieuwen o op nieuwe focusgroepen: Jonge bestuurders senioren fietsers o binnen de bestaande programma s SoS TT campagnes - monitor Verspreiden o het motto van MVD01. (verder) neerzetten. Wij gaan voor 100% streefdoelen op onze programma s. Dat is wat wij beogen met de ambitie Iedereen komt veilig thuis in Zuid-Holland. In ons meerjarenprogramma wordt voor de verschillende programma s een realistische haalbaar doel voor de periode neergezet. Voor een aantal onderwerpen betekent dit dat het streefdoel al in 2020 realiseerbaar is, voor enkele andere is er in 2020 een tussendoel op weg naar 100% gerealiseerd. Uiteraard zullen wij onze doelstellingen monitoren en wordt daarvan per jaar verslag gedaan. De doelstellingen zijn: 100% bekendheid van het motto MVD01. binnen Zuid-Holland 100% van de basisscholen doet mee aan SoS (tussendoel 2020: 80%) 100% van de voortgezet onderwijs scholen doet mee aan TT (tussendoel 2020: 55%) 100% beeld van de belangrijkste doelen en activiteiten 100% van de portefeuillehouders verkeer in Zuid-Holland zijn ambassadeurs voor verkeersveiligheid 100% van de jonge bestuurders worden bereikt met een activiteit (tussendoel 2020: 30%) 100% van de senioren is bekend met actuele regels in verkeer en gebruik nieuwe type vervoermiddelen (tussendoel 2020: 55%) 100% fietser bewust van eigen verkeersgedrag (tussendoel 2020: 55%) 15

54 5 Uitwerking MVD01. Zoals reeds is aangegeven zijn kwalitatief goede programma s ontwikkeld in de afgelopen jaren en zijn er nieuwe focusgroepen waarop moet worden ingezet. Door de vernieuwde aanpak van inspelen op nieuwe media, het meer benutten van bestaande programma s, en het optimaal benutten van expertise van ROV-ZH kan MVD01. breder worden verspreid. In dit hoofdstuk staat voor de bestaande programma s en de te ontwikkelen programma s voor de focusgroepen aangeven welke rol ROV-ZH kan spelen. 5.1 Voortzetten SCHOOL op SEEF SCHOOL op SEEF (SoS) is hét programma in Zuid-Holland voor een goede aanpak van verkeersveiligheid en verkeerseducatie aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Hier worden kinderen in een veilige omgeving op een eigentijdse manier begeleid in hun ontwikkeling tot duurzaam veilige weggebruikers. SoS omvat hoogwaardig en aansprekend, praktijkgericht en digitaal materiaal. Het werken aan de verkeersveiligheid van kinderen op en rond de basisschool vereist een integrale aanpak. Het programma SoS biedt de mogelijkheid om vanuit verschillende facetten (educatie, infrastructuur, communicatie, etc.) hieraan te werken. Het motto van SoS is: "kinderen hebben recht op een veilige, zo zelfstandig mogelijke deelname aan het verkeer." De visie die centraal staat binnen SCHOOL op SEEF is dat verkeersveiligheid wordt bereikt door een veilige weg én door het juiste gedrag en een veilig voertuig. Alleen bij een integrale aanpak en de structurele borging van het programma bij de betrokken partijen is sprake van een optimale effectiviteit van maatregelen. Het ROV-ZH heeft SoS opgezet inclusief de kwaliteitsborging (kerndoelen) van verkeerseducatie door middel van het verkeersveiligheidslabel en beheer, ontwikkeling en promotie van lesmethodes. De productie en uitgifte wordt uitgevoerd door marktpartijen. Naast het voortzetten van de programma s en activiteiten blijft vernieuwing op onderdelen nodig. De uitdaging vanuit MVD01. is om meer verantwoordelijkheid neer te leggen bij de gebruikers zelf. Kerncijfers SCHOOL op SEEF Er zijn op dit moment 159 van de ca schoollocaties in Zuid-Holland (10%) in het bezit van het verkeersveiligheidslabel. Ca 50% van de scholen is actief met de activiteiten uit het programma SoS.. Vanuit MVD01. zal worden ingezet op een grotere ouderbetrokkenheid en op duurzame ondersteuningsnetwerken vanuit scholen en gemeenten. Samenwerking andere ROV s Voor de certificering werken we samen met 8 andere provincies waar ook labels worden uitgereikt aan basisscholen als deze voldoen aan alle kwaliteitsnormen die gezamenlijk zijn vastgesteld. Met 3 andere ROV s werken we samen aan een onderzoek onder ouders en het vergroten van de betrokkenheid van de ouders. Ook werken we samen in de kennisontwikkeling in het project WEVER (Weg naar Effective VERkeerseducatie) in een gezamenlijke opdracht vanuit het Landelijk Overleg Verkeersveiligheid en Gedrag (LOVG).

55 Conclusie en vervolg SCHOOL op SEEF Het is een effectief en gewaardeerd educatieprogramma. Het is een sterk merk, stimuleert eigen verantwoordelijkheid en het maximaal benutten van het netwerk rondom de scholen. Wij zetten het programma voort, waarmee in % deelname van scholen wordt bereikt. Vanuit de gedachte van MVD01. zetten we een vernieuwing in gericht op vergroten van de ouderbetrokkenheid, uitbouw van de duurzame, lokale ondersteuningsnetwerken en het benutten van kansen vanuit andere maatschappelijke organisaties/partners TotallyTraffic TotallyTraffic (TT) is het structurele programma voor verkeersveiligheid en verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs in Zuid-Holland. Het is in 2009 in de provincie Zuid-Holland gelanceerd en is in de jaren erna ook in de provincies Noord-Brabant, Limburg en de vervoersregio Amsterdam ingevoerd. Het programma bevat naast de educatieve modules organisatorische middelen, zoals menskracht (bv. in de persoon van de accountmanager in de regio en de gastdocenten) en een raamwerk voor een overeenkomst tussen gemeente, school en RPV. Belangrijk is het continueren van.de kwaliteitsborging (kerndoelen) van verkeerseducatie door middel van beheer, ontwikkeling en promotie van lesmethodes. De productie en uitgifte wordt uitgevoerd door marktpartijen. Kerncijfers TotallyTraffic In 2015 hebben circa 125 schoollocaties van de circa 330 (37%) een of meer modules TotallyTraffic uitgevoerd en hebben circa 30 scholen (ca. 9%) een meerjarige samenwerkingsovereenkomst met de gemeente en/of de RPV. Samenwerking andere ROV s Voor het vergroten van de betrokkenheid van scholen en het bevorderen van gebruik van doe-het-zelf-modules werken we samen met provincies Noord-Brabant, ROV-Limburg en vervoersregio Amsterdam. Daarbij wordt gekeken naar het gebruiken van de door Noord-Brabant ontwikkelde volledig online module voor middelbare scholen. Ook wordt in het LOVG opdracht gegeven aan partijen zoals VVN om nieuwe producten te ontwikkelen om scholieren bewust te maken van het gevaar van mobiele telefoongebruik op de fiets. Conclusie en vervolg TotallyTraffic Het is een effectief en gewaardeerd educatieprogramma. Het is een sterk merk en maakt jongeren bewust van hun verantwoordelijkheid. Wij zetten het geactualiseerd programma voort, waarmee in % deelname van scholen wordt bereikt. MVD01... Wij vernieuwen op basis van de evaluatie uitgevoerd in 2016 met aandacht voor grotere verantwoordelijkheid van de schoolorganisaties Campagnes De verkeersveiligheidscampagnes van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en haar partners worden gevoerd onder de koepel 'Daar kun je mee thuiskomen' volgens een landelijke kalender. Deze campagnes zijn gericht op verschillende doelgroepen en thema s. En zijn bedoeld voor bewustwording van het eigen gedrag in het verkeer. 17

56 Naast de landelijke campagnes zijn er ook enkele regionale campagnes, deze komen meestal voort uit de landelijke campagnes, maar zorgen voor een betere aansluiting op de regionale behoefte. BOB-sport is een zeer bekende regionale invulling. In de provincie Zuid-Holland gaan we aan verkeersveiligheid werken vanuit Maak van de nul een punt. Dit motto dat in enkele provincies reeds enkele jaren als paraplu wordt gebruikt ieder met een eigen invulling - en in deze provincies grote bekendheid heeft. Om MVD01. ook in onze provincie goed neer te zetten is een nog uit te werken communicatie strategie nodig. Tot het faciliteren van RPV s behoort.het uitrollen van de landelijke campagnes in de regio s met bijbehorende communicatieactiviteiten. Belangrijk is ook het verzorgen van de vertaling naar regionale campagnes, zoals BOBsport. Samenwerking andere ROV s De nul-missie voor verkeersveiligheid is in de provincies Limburg en Zuid-Holland voorbereid. Het motto Maak van de nul een punt is in Limburg ontwikkeld en in de provincies Overijssel, Geldrland, Flevoland en Noord-Brabant op eigen wijze uitgewerkt. Voor de campagnes zoals aandacht, alcohol en fietsverlichting werken alle ROV s of Provincies met dezelfde landelijke kalender en geven daarnaast een eigen invulling aan de regionale vertaling daarvan. Voor de in Zuid-Holland bedachte BOB-sportcampagne is met een aantal andere ROV s samengewerkt. Voor de lokale aanpak van snelheidscampagnes kijken we ook naar initiatieven zoals in ROV-Zeeland en Utrecht. Conclusie en vervolg campagnes We rollen landelijke en regionale campagnes met succes uit. We vernieuwen de communicatie door het uitrollen van de communicatiestrategie MVD Monitoren Onze inzet op gedragsbeïnvloeding willen wij monitoren en daarbij te weten komen of wij de weggebruiker bereiken en hoe de weggebruiker zelf naar verkeersveiligheid, verkeersveiligheidsmaatregelen en het eigen verkeersgedrag kijkt. Het 2-jaarlijkse Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeerveiligheid (PROV) verwoordt het zelf rapporterend verkeersgedrag van de weggebruikers. Ook is het van belang om de effecten van inspanningen voor het bereiken van de nul-doelstelling te meten. Daartoe is er monitoring en evaluatie van de verschillende pilots die volgen uit de innovatieve activiteiten nodig.. We zullen samenwerken met bv. SWOV en andere (meer in gedrag gespecialiseerde) instituten en zullen inzetten op onderzoeken naar de effecten van de inspanningen voor verkeersveiligheid. Tenslotte adviseert het ROV-ZH vanuit haar expertise bij de ontwikkeling van verkeersveiligheidsprofielen voor de RPV s en participeert -volgens landelijk gemaakte afspraken- in het samenwerkingsverband met CROW/KPVV rond checklist en effectmeting verkeerseducatie. (participatie in het WEVER-project). Om het meerjarenplan actueel te houden en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, zal jaarlijks een monitor worden opgesteld. In de monitor zal de voortgang van de belangrijkste doelen en activiteiten in beeld worden gebracht.

57 Conclusie en vervolg monitoring Wij hebben een goed overzicht van ongevallenbeeld en het zelf gerapporteerde gedag van Zuid- Hollanders op het punt van verkeersveiligheid voor onderbouwing van de huidige beleidskeuzes. We vernieuwen de inzet op monitoring op het vlak van de projecten en activiteiten met een 100% of 0-doelstelling onder de noemer van MVD01. We vernieuwen op kennisontwikkeling rond de effectiviteit van verkeerseducatieve programma s. 5.2 Vernieuwen Jonge bestuurders Onder jonge bestuurders wordt verstaan jonge brom/snorfietsers die onlangs hun bromfietscertificaat hebben gehaald en jonge automobilisten die onlangs hun rijbewijs hebben gehaald. De jonge bestuurders zitten in de leeftijdscategorie jaar. In hoofdstuk 2 is reeds aangegeven, waarom wij vinden dat er ingezet moet worden op deze doelgroep om het aantal ernstige verkeersslachtoffers te beperken. Voor de betrokkenheid van jonge automobilisten bij ongevallen zijn allerlei oorzaken aan te wijzen, zoals normen en waarden, gebrek aan ervaring en gebrek aan risicoperceptie, gebruik van alcohol en/of drugs (in combinatie met vermoeidheid) en slecht of verouderd materiaal. Ook afleiding is een bron van ongevallen. Bellen (al dan niet handsfree), whatsappen, routeplanner instellen, radio instellen, zelfs het draaien van favoriete muziek leidt de aandacht voor het verkeer af. ROV-ZH. zal, zoveel mogelijk in combinatie met de RPV s, de komende vier jaar kunnen bereiken dat jonge automobilisten zich bewust worden van de gevaren die ze lopen voor zichzelf, maar ook voor hun passagiers en medeweggebruikers. Daarvoor zijn de reeds speciale programma s beschikbaar en zijn organisaties daar actief mee aan de slag. Afgelopen jaren is geleerd dat een peer-to-peer benadering goed werkt naar het individu en dat grootschalige campagnes de boodschap weliswaar ondersteunen en breed uitdragen, maar minder effectief zijn als losstaand middel. Een combinatie van beide ligt daarom voor de hand. Een nadeel van een peer-to-peer benadering is dat het arbeidsintensief is en individualistisch. Daarom is samenwerking met de RPV s van belang en samenwerking met organisaties die zich richten op jongeren, zoals TeamAlert en het Nederlands Instituut voor Verkeersveiligheid (NIV). Veel jongeren nemen voor hun werk deel aan het verkeer. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de werkgever of opdrachtverlener. Denk aan pakketdiensten, maaltijdbezorgers en bodediensten. Dat vergt een andere aanpak en moet daarom, in afstemming met ROV-ZH, verder uitgewerkt worden. Om het bereik en de effectiviteit van de inzet richting deze focusgroep te vergroten is een vernieuwing van de aanpak nodig, gebruik makend van nieuwe inzichten op het gebied van effectieve gedragsbeïnvloeding voor deze groep en van nieuwe media. ROV-ZH kan zorgdragen voor het ontwikkelen van programma s en de uitvoering door marktpartijen. Hiervoor is nodig dat pilots van de marktpartijen worden (mee)gefinancierd. 19

58 Kerncijfers jonge bestuurders: Er zijn in 2015 door TotalText en het Nationaal Instituut Verkeersveiligheid (NIV) in totaal 15 bijeenkomsten georganiseerd voor jonge bestuurders. TotalText is in Gelderland ontwikkeld en wordt nu al enkele jaren door ROV-ZH ingezet om jonge bestuurders te bereiken. In 2015 zijn door maatschappelijke organisaties (met medefinanciering) in totaal 31 voorlichtingsactiviteiten uitgevoerd, die (deels) op jonge bestuurders waren gericht. Conclusie en vervolg jonge bestuurders De huidige interventies zijn goed maar relatief duur. De doelgroep is lastig te bereiken en een duidelijk portaal ontbreekt waar alle mogelijke uitvoeringen zijn verzameld Bepalen van het effect binnen de huidige programma s. Bepalen hoe met het ROV-ZH kan worden voorzien in de loket functie. En specifiek voor deze doelgroep ontwikkelen van communicatiestrategie met inzet van moderne communicatiemiddelen Senioren Onder senioren wordt verstaan de verkeerdeelnemer vanaf 60 jaar. Deze doelgroep is niet specifiek gebonden aan een vervoerswijze. In hoofdstuk 2 is reeds aangegeven, waarom er ingezet moet worden op deze doelgroep om het aantal ernstige verkeersslachtoffers te beperken. De ouder wordende verkeersdeelnemer heeft met tal van problemen te maken. Zo zijn daar de fysieke problemen (fysiek kwetsbaarder, men breekt sneller iets, spieren en gewrichten worden minder soepel) en er treden daarnaast functiestoornissen op, zoals vermindering van het gezichts-, gehoor- en reactievermogen en wordt het moeilijker om de aandacht te verdelen (teveel externe impulsen tegelijk kunnen niet altijd adequaat verwerkt worden). Een van de ongevalsoorzaken is verbonden aan weginrichting en aan omgevingskenmerken, bijvoorbeeld, niet op ouderen berekende infrastructuur inrichting kruispunten (met of zonder verkeersregelinstallaties), in- en uitvoegingsmogelijkheden bij doorgaand verkeer, bijv. bij een snelweg, ondeugdelijke fietsvoorzieningen ( te smal, slecht onderhoud), verlichting, oversteektijd bij verkeerslichten etc. Uit SWOV onderzoeken blijkt dat de weginrichting, van grote invloed is op het verkeersgedrag van de oudere verkeersdeelnemer. Aanpassing van de infrastructuur is dus aan te bevelen, daarbij kan het ROV-ZH optreden als pleitbezorger van verbetering van de weginrichting en de weg- en omgevingskenmerken bij de wegbeheerders. Een van de middelen hiervoor is dit op informatiedagen aan de orde te stellen. Ouder worden vergt nieuwe of andere gedragingen in het verkeer en leidt mogelijk tot nieuwe keuzes in mobiliteit en bijpassend verkeersgedrag. De volgende oplossingsrichtingen kunnen eraan bijdragen dat ouderen veiliger kunnen deelnemen aan het verkeer: 1. Ouderen bewust maken van mogelijke beperkingen Ouderen overschatten vaak hun eigen kunnen: bijvoorbeeld door wel te blijven fietsen terwijl op/afstappen al moeilijk gaat of te blijven autorijden terwijl medicijnen worden geslikt etc. 2. Ouderen helpen in keuzes maken in mobiliteitskeuze Welke vervoersmiddelen kan een oudere veilig en verantwoord gebruiken gezien zijn lichamelijke en mentale beperking en zijn daarvoor extra aanpassingen nodig? Goed advies en hulp bij afstellen van bijvoorbeeld zadelhoogte kunnen al veel ongevallen voorkomen. Ook aandacht voor extra beschermingsmiddelen zoals helmgebruik kan tot minder verkeersslachtoffers onder ouderen leiden. 3. Ouderen toerusten in (nieuwe) vaardigheden van mobiliteitskeuze en balans Ouderen kunnen veel baat hebben bij praktische vaardigheden en opfriscursussen om de rijstijl aan te passen: voor fiets, e-bike, scootmobiel en auto. Ook door balanstrainingen en door te leren vallen kunnen

59 ernstige verwondingen worden voorkomen bij daadwerkelijke valpartijen. Het aanpakken van de verkeersonveiligheid wordt tweeledig ingezet: enerzijds op preventie, anderzijds op het beperken van de letselschade. 4. Andere weggebruikers houden meer rekening met ouderen Ouderen hebben meer ruimte en tijd nodig, schrikken eerder en kunnen motorische fouten maken in onverwachte situaties. Ongevallen en irritaties kunnen worden voorkomen als ook overige weggebruikers rekening houden met de grote groep ouderen in het verkeer. De afgelopen jaren zijn er al verschillende gedragsinterventies voor ouderen uitgewerkt. Te denken valt o.a. aan een opfriscursus voor verkeersregels, voorlichting over het gebruik van medicijnen door apotheek en huisarts en diverse vaardigheidstrainingen met fiets, e-fiets, scootmobiel, auto etc. Verschillende overheden en maatschappelijke organisaties in Nederland zijn echter nog zoekende naar effectieve gedragsinterventies en naar manieren om een substantiële groep ouderen (en de juiste doelgroep daarbinnen) te bereiken. In de Provincie Zuid-Holland wordt samen met het ministerie van I&M meegedaan met een pilot Zolang ik fiets om een netwerk te creëren om oudere fietsers daadwerkelijk te bereiken en te motiveren. De kennis die in de pilot wordt opgedaan delen we via het LOVG met de andere ROV s en provincies. Er is een duidelijke overlap met de focusgroep fietsers, afhankelijk van het onderwerp en/of de aanpak wordt de activiteit ondergebracht bij senioren of fietsers. Opdracht aan het ROV-ZH is de zorg voor kwaliteitsborging van praktische en theoretische voorlichting in samenwerking met de maatschappelijke organisaties (zoals VVN, ANWB). En adviseren in de landelijke pilot Zolang ik fiets, die ook in Zuid-Holland speelt. Kerncijfers activiteiten voor ouderen VVN heeft in 2015 in totaal 55 opfriscursussen verkeersveiligheid gegeven aan senioren en 15 scootmobielcursussen gegeven. Conclusie en vervolg senioren Er is geen standaard netwerk waarmee deze focusgroep is te bereiken. De RPV s en gemeenten voeren nu incidentele acties / projecten uit. Wij doen mee met de pilot Zolang ik fiets en bepalen op welke wijze een structurele aanpak kan worden neergezet en welke organisatiestructuur meest effectief is Fietsers De doelgroep fietsers is niet aan een bepaalde leeftijdscategorie gebonden. Immers fietsen is van alle leeftijden. De achtergrond van de ongevallen met fietsers is dan ook divers. De staat van de infrastructuur (bijvoorbeeld slecht wegdek of fietspaaltjes), technische gebreken aan de fiets, het nog niet helemaal onder controle hebben van de fiets of van een snellere fiets zoals een e-bike of speed-pedelec en het eigen gedrag (bijvoorbeeld afleiding of verkeerde inschatting van snelheden) zijn de zaken die voorbeelden van oorzaken. De toename van o.a. het gebruik van de fiets/e-bike heeft er toe geleid dat deze vervoerwijze in de PROV 2013 en 2015 nader is uitgewerkt voor de jonge en de oudere bestuurder. In de analyses die gemaakt worden zal specifiek naar het effect van de e-bike gekeken worden. Uiteraard krijgt het veilig fietsen veel aandacht binnen de programma s SoS en TT en in een aantal campagnes. Er is een duidelijke overlap met de focusgroep senioren, afhankelijk van het onderwerp en/of de aanpak wordt de activiteit ondergebracht bij senioren of fietsers. 21

60 Kerncijfers fietsers: Circa 50% van de basisscholen werkt met SCHOOL op SEEF (inclusief de fietslessen), circa 37% van de scholen voor voortgezet onderwijs had in 2015 een of meer modules TotallyTraffic uitgevoerd. Het merendeel van deze modules heeft betrekking op fietsgedrag. In 2015 hebben 25 gemeenten en andere organisaties campagnemateriaal in het kader van de fietsverlichtingscampagne besteld. De Fietsmodus vlogs uit 2015 hadden tot en met juli 2016 bijna kijkers bereikt. De Fietsmodus app is tot mei maal gedownload. Conclusie en vervolg fietsers Een vernieuwd programma fiets is nodig gericht op alle leeftijdscategorieën, waarbij de ongevalsgegevens de basis zijn voor een leeftijdsspecifieke aanpak. Betere analyse van de ongevallen en op basis daarvan urgentie en effectiviteit voor uit te werken programma. Aanhaken bij uitvoeringsagenda fiets van de provincie Zuid-Holland 5.3 Verspreiden Maak van de nul een punt (MVD01.). Als regievoerders hebben wij het concept van MVD01. omarmd. Voor het verder uitwerken en uitdragen kunnen de bestaande netwerken en de afstemmingsmomenten met andere organisaties worden benut om daarmee de bewustwording van ieders verantwoordelijkheid voor verkeersonveiligheid te vergroten. Samen met de negen regionale verkeersveiligheidsambassadeurs willen we een beroep doen op alle andere portefeuillehouders verkeer in Zuid-Holland die nog geen lokaal ambassadeur Verkeersveiligheid zijn. We continueren de ondersteuning van de regionale en lokale ambassadeurs en de regionale platforms verkeersveiligheid (RPV s). Uitgangspunt daarbij is dat alle betrokken overheidspartijen zelf verantwoordelijk zijn voor hun verkeersveiligheidsbeleid Kennis managen en netwerken Belangrijk is het delen van expertise, de landelijk beschikbare kennis en best practices uit Zuid-Holland tijdens landelijke bijeenkomsten, in provinciebrede kenniskringen, regionale informatiebijeenkomsten en de bijeenkomsten van de regionaal samenwerkende gemeenten en partners (o.a. RPV s). Daarnaast verspreiden en managen we kennis via de websites en digitale middelen. We zetten de communicatie over de ontwikkelingen en activiteiten in verkeersveiligheid voort, met bijzondere aandacht voor het samen met de ambassadeurs en de regio s invullen en uitrollen van MVD01.

61 6 Ambities, doelen en middelen In onderstaande schematische overzichten wordt kort samengevat wat we beogen, welk doelbereik realistisch is en welke middelen hiervoor nodig zijn. 6.1 Ambities en doelstellingen Voor elke hoofdactiviteit van gedragsbeïnvloeding is de ambitie vertaald in een indicator, die de geleverde prestatie meetbaar maakt voor de periode Niet alle doelstellingen worden gehaald in Dat komt enerzijds omdat nieuwe programma s een ontwikkel- en implementatietijd vergen, en anderzijds omdat de deelname van betrokkenen vrijwillig is en blijft. Daarnaast schatten wij in dat er factoren zijn waarop onze activiteiten geen of beperkte invloed zullen hebben. Hoofdactiviteiten Ambitie Voortgang School op SEEF 100% van de basisscholen doet mee aan SoS 50% 55% 65% 70% 80% Totally Traffic 100% van de VO-scholen doet mee aan TT 30% 35% 45% 50% 55% Campagnes 100% bekendheid met MVDO1. 2% 50% 75% 100% Monitoren 100% beeld van de belangrijkste doelen en activiteiten 100% 100% 100% 100% Kennismanagement 100% vd portefeuillehouders verkeer is ambassadeur verkeersveiligheid 15% 30% 60% 100% Focusgroepen Jonge bestuurders 100% van de jonge bestuurders bereikt met een activiteit 5% 5% 5% 25% 30% senioren 100% van de senioren bekend met actuele regels in verkeer en gebruik van nieuwe type vervoermiddelen 10% 15% 35% 45% 55% fietsers 100% van de fietsers bewust van eigen verkeersgedrag 15% 25% 35% 45% 55% 6.2 Inzet in uren en geld: Hoofdactiviteiten voortzett en vernieuw en verspreid en voortzett en vernieuw en School op SEEF 0, ,6 0, verspreid en Totally Traffic 0, ,6 0, Campagnes 0, ,3-0, Monitoren 0, ,2 0, Kennismanagement 1, ,4-0, Focusgroepen 0,1-1, Jonge bestuurders senioren fietsers overig (communicatie, beheer) 0, ,5 TOTAAL 4, ,6 1,0 0, Fte MRDH PZH nodig Euro MRDH PZH nodig , p.j. 4,8 0 4,3 0,

62 De ambitie zal bepalend zijn voor het aantal fte en het beschikbare budget. De begroting in de afgelopen jaren bedroeg ongeveer 1,0 mln. Door de regievoerders werd gezamenlijk circa ,- ingebracht via de bestuursovereenkomst ROV-ZH. De resterende dekking kwam uit overschotten van voorgaande jaren of extra bijdrage van provincie. De implementatie van de visie en de ambitie betekenen dat er 4,8 fte nodig is: ca 0,5 fte meer dan de formatieve situatie per Dat kan eventueel door inhuur, maar dan dient de uitbreiding gekapitaliseerd te worden. Daarnaast is er structureel circa ,- extra nodig bovenop de grofweg 0,95 mln. die nu besteed wordt. Wij hebben besloten om de samenwerking te verbreden en meer programma gestuurd te werken. Wij verwachten dat met de nieuwe samenwerkingspartners de effectiviteit van het programma verder kan worden vergroot, en mogelijk ook de efficiency kan worden verhoogd. De mogelijkheden van (tijdelijke) formatie-uitbreiding worden verkend. Ook wordt verkend wat eventuele toetreding van nieuwe samenwerkingspartners betekent voor de activiteiten en financiële dekking van het ROV-ZH. In het werkplan 2017 wordt twee varianten uitgewerkt: ten eerste op basis van de benodigde formatie en budget, en ten tweede op basis van beschikbare formatie en budget. Van beide varianten worden de consequenties uitgewerkt voor de planning van de verschillende programma s en focusgroepen.

63 Bijlage 1 Bronnen De waarde van nul, Nulvisies en verkeersveiligheidsbeleid R , SWOV, Den Haag, PROV Zuid-Holland 2015, Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeerveiligheid, ROV-ZH, Den Haag, SWOV onderzoeken van - Trends en maatschappelijke ontwikkelingen effect op verkeersgedrag - Effect weginrichting op oudere weggebruikers VIA Statistiek Ongevallen, ViaStat-online.nl, VIA Software, Vught, Aantal verkeersslachtoffers en ziekenhuisslachtoffers naar leeftijd en vervoerwijze CBS Statline 21 april 2016: Doodsoorzaken: overledenen door een verkeersongeval naar wijze deelname 25

64 Samenwerkingsovereenkomst Regionale Ondersteuning Verkeersveiligheid in Zuid-Holland PARTIJEN: De provincie Zuid Holland, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Verkeer en Vervoer, de heer F. Vermeulen, daartoe ingevolge artikel 176 lid 2 van de Provinciewet gemachtigd door de Commissaris van de Koning, hierna te noemen: "de Provincie", De Metropoolregio Rotterdam Den Haag, in deze namens de voorzitter van het Algemeen Bestuur rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de heer P.J. Langenberg, hierna te noemen: de MRDH, Hierna gezamenlijk te noemen: (de) Partijen; Gezien het feit dat: De Minister van I&M in het kader van vergaande decentralisatie van het verkeersveiligheidsbeleid de verantwoordelijkheid voor het slagen van een integraal en regionaal verkeersveiligheidsbeleid heeft gelegd bij de provincies en vervoersregio s; De Provincie en (de rechtsvoorgangers van) de MRDH reeds vanaf 2010 samenwerken aan verkeerseducatie; Beide partijen ook in de toekomst willen samenwerken en hun samenwerking onder de naam ROV-ZH wensen te continueren; Het gewenst is dat andere overheden-wegbeheerders de mogelijkheid hebben toe te treden tot deze samenwerkingsovereenkomst indien dat het realiseren van de doelstellingen van ROV-ZH bevordert; De oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst niet meer up-to-date is en dient te worden vervangen door de onderhavige overeenkomst; komen het volgende overeen: Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder: a. Regievoerders: de MRDH voor het grondgebied van de deelnemende gemeenten; de Provincie, voor het grondgebied van de provincie Zuid-Holland buiten het grondgebied van de gemeenten die deel uitmaken van de MRDH; eventueel tot deze overeenkomst toetredende partijen. b. Regionale Ondersteuning Verkeersveiligheid Zuid Holland (ROV-ZH): een programmabureau voor ondersteuning en advisering van de regievoerders bij de uitvoering van hun verkeersveiligheidsbeleid. Artikel 2. Doel van de overeenkomst Partijen wensen hun gezamenlijke kennis en expertise op het gebied van verkeersveiligheid te bundelen in het bureau ROV-ZH. Op deze wijze kan het ROV-ZH zorgdragen dat een effectief, integraal en regionaal verkeersveiligheidsbeleid wordt vastgesteld en uitgevoerd binnen het grondgebied van de provincie Zuid-Holland, waarbij wordt samengewerkt met zoveel mogelijk partijen die betrokken zijn bij verkeersdeelname. Artikel 3. Rol en taakuitvoering ROV-ZH 3.1. Het ROV-ZH is een netwerkorganisatie zonder rechtspersoonlijkheid waarin Partijen samenwerken om de verkeersveiligheid in de provincie Zuid-Holland te verbeteren. 1

65 3.2. Tot de taken van het ROV-ZH behoren tenminste: Advisering van de Partijen en o.a. Regionale Projectgroepen Verkeersveiligheid, monitoring en analyse van aspecten van verkeersveiligheid, voortvloeiend uit het meerjarenprogramma ROV-ZH ; Kennismanagement en actief delen van kennis; Ontwikkelen en de kwaliteit borgen van bestaande en nieuwe programma s voor (focus)groepen; Communicatie in het kader van publiekscampagnes Het ROV-ZH voert alleen taken uit voor zover die uitgevoerd worden voor de regievoerders gezamenlijk. De uitvoering van eventuele taken voor één van de Partijen valt buiten het kader van deze overeenkomst. Het ROV- ZH kan wel taken voor alleen één van de regievoerders uitvoeren indien deze taak verband houdt met de doelstellingen van de netwerkorganisatie. Zo nodig worden daarover aparte schriftelijke afspraken gemaakt tussen de respectievelijke Partij en het ROV-ZH. De afspraken betreffen de sturingselementen kwaliteit, tijd en geld inclusief budgethouderschap. Artikel 4. Aansturing en planning 4.1. De dagelijkse leiding van het ROV-ZH is in handen van de programmamanager ROV-ZH. De programmamanager wordt aangesteld na een unaniem besluit daarover door de regievoerders De regievoerders hebben periodiek regievoerdersoverleg. De aansturing van de programmamanager vindt plaats in het regievoerdersoverleg De programmamanager stelt op basis van het meerjarenprogramma elk jaar in september een jaarwerkplan op met de uit te voeren plannen voor het opvolgende jaar, inclusief een kostenraming en de bijdrage van iedere regievoerder in de plannen. Het jaarwerkplan en de kostenraming worden aan de regievoerders voorgelegd en door hen goedgekeurd, waarbij iedere regievoerder een voorbehoud kan maken voor bestuurlijke instemming binnen zijn organisatie Een goedgekeurd jaarwerkplan wordt door alle Partijen gedateerd en ondertekend en als bijlage II bij deze overeenkomst gevoegd Met het jaarwerkplan voor het komende jaar wordt aan de gemachtigde van het vertegenwoordigd orgaan van de Partijen ook het jaarverslag ter vaststelling aangeboden met de voorlopige resultaten van het lopende jaar Partijen zien gezamenlijk toe op de uitvoering van de afspraken uit het jaarwerkplan. Artikel 5. Financiering 5.1. In een jaarwerkplan worden de plannen voor het komende jaar vastgelegd plus een raming van de uitgaven die het samenwerkingsverband dat jaar begroot heeft. De raming wordt opgesteld door de programma-manager en voorgelegd aan de overige partijen in het samenwerkingsverband De uitgaven bestaan uit zowel overheadkosten als uitgaven die aan derden geraamd zijn ten behoeve van de uitvoering van projecten in het aankomende jaar of aankomende jaren. Het instemmen van een Partij in het samenwerkingsverband met een geraamd budget voor een meerjarenproject, betekent gebondenheid aan de daarvoor geraamde kosten, ongeacht of een Partij gebruik maakt van zijn recht gedurende de uitvoering van een project uit het samenwerkingsverband te stappen Op basis van de geraamde uitgaven in een jaarplan wordt op basis van de overeengekomen verdeelsleutel tussen de deelnemende partijen, zoals opgenomen in bijlage I bij deze overeenkomst, een percentuele verdeling van die projectkosten vastgelegd. Artikel 6. Financiële administratie 6.1. De Provincie treedt voor Partijen op als budgetbeheerder en verricht voor het ROV-ZH de financiële administratie De werkzaamheden die de Provincie in dit kader voor het ROV-ZH verricht zijn: Verzorgen van de inrichting en actualisatie van een adequate financiële administratie; Naleven van de administratieve procedures; Versturen van facturen aan partijen die bijdragen aan de totale kosten; 2

66 Opstellen van het financiële jaaroverzicht, uiterlijk in mei van elk jaar, waarin zijn opgenomen de uitgaven van het afgelopen jaar, aangegane jaar overschrijdende verplichtingen en de eerder aangegane nog lopende jaar overschrijdende verplichtingen; Zorg voor de accountantscontrole van de financiële administratie na ieder kalenderjaar. De controle wordt uitgevoerd conform het controleprotocol van de Provincie, of maakt integraal onderdeel uit van de provinciale accountantscontrole De accountantsverklaring wordt samen met de financiële jaaroverzicht uiterlijk op 1 juli ter kennis gebracht van Partijen. De kosten die de Provincie hiervoor maakt komen ten laste van de kostenraming zoals genoemd in artikel 5.3. Artikel 7. Facturering 7.1. De Provincie stuurt jaarlijks facturen met betrekking tot de overeengekomen bijdrage van Partijen met de totale geraamde kosten van het ROV-ZH Uiterlijk 1 juli van ieder jaar wordt door de Provincie een voorschotfactuur gestuurd aan de Partijen met betrekking tot het lopende boekjaar. Het voorschot omvat maximaal 50% van de bijdrage per Partij voor het lopende boekjaar op grond van de afgesproken verdeelsleutel. Voor 1 juli van het opvolgende jaar biedt de Provincie de eindafrekening aan Partijen aan van het afgesloten jaar Partijen wordt goedkeuring gevraagd voor het doorschuiven van projectbudgetten naar een opvolgend boekjaar a. Voor het komende boekjaar stelt: de Provincie per Partij de voorschotfactuur op, op basis van het goedgekeurde jaarwerkplan. b. Voor het afgesloten boekjaar stelt: de Provincie per Partij de eindfactuur op, op basis van werkelijk gemaakte kosten in het jaaroverzicht en de besluitvorming over doorgeschoven projectbudgetten. Artikel 8. Overschrijding kostenraming; procedure 8.1. De programmamanager informeert de Partijen per kwartaal over het totaal van de kosten ROV-ZH, de aangegane of nog aan te gane betalingsverplichtingen op basis van de goedgekeurde kostenraming De Provincie stelt de programmamanager direct schriftelijk in kennis indien er sprake is van een dreigende overschrijding van de goedgekeurde kostenraming, zoals bedoeld in artikel 5.1. De programmamanager draagt zorg voor afstemming over de dreigende overschrijding met de Partijen Partijen informeren de overige Partijen en de programmamanager schriftelijk binnen 4 weken of zij instemmen met de gemelde dreigende overschrijding en daar volgens de overeengekomen verdeelsleutel in zullen bijdragen De kennisgeving van dreigende overschrijding van de goedgekeurde kostenraming en de schriftelijke instemmingen, zoals bedoeld in artikel 8.3 worden als bijlage bij het financieel jaaroverzicht, zoals bedoeld in artikel 7.2 gevoegd Indien niet alle Partijen instemming geven, zoals bedoeld in artikel 8.3, is overschrijding van de goedgekeurde kostenraming niet toegestaan, tenzij één of meer andere partijen aangeven ook die kosten te zullen dragen. Artikel 9. Geschillen 9.1. In het geval van geschillen in verband met of voortvloeiend uit deze overeenkomst, zullen Partijen de procedure volgen van het tweede tot en met het vierde lid van dit artikel. Worden de geschillen daardoor niet opgelost, dan zullen Partijen trachten deze op te lossen met behulp van mediation, conform het reglement van het Nederlands Mediation Instituut te Rotterdam, zoals dat luidt op de aanvangsdatum van de mediation. Indien het niet mogelijk is gebleken een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen met behulp van mediation, zal het geschil worden beslecht door de bevoegde burgerlijke rechter te Den Haag Een Partij die meent dat een geschil bestaat, deelt dat schriftelijk aan de andere Partijen mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil en van de mogelijke oplossing daarvan. 3

67 9.3. Binnen drie weken na verzending van de in artikel 9.2 bedoelde mededeling zenden de andere Partijen ieder hun zienswijze omtrent het geschil, alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan Binnen twee weken na afloop van de in artikel 9.3 genoemde termijn overleggen Partijen over een oplossing van het geschil. Elke Partij kan zich door deskundigen laten bijstaan Elke Partij draagt de eigen kosten voortvloeiend uit de procedure in bovenstaande leden. In geval van mediation, zoals bedoeld in artikel 9.1, worden de kosten daarvoor gelijkelijk verdeeld over de Partijen In spoedeisende gevallen staat het Partijen vrij zich te wenden tot de voorzieningenrechter te Den Haag. Artikel 10. De werking van de bestuursovereenkomst Deze bestuursovereenkomst treedt in werking na ondertekening door Partijen en werkt terug tot en met 1 januari Alle bestaande overeenkomsten over hetzelfde onderwerp tussen Partijen komen vanaf die datum te vervallen Deze overeenkomst geldt tot en met 31 december 2020 en wordt daarna jaarlijks stilzwijgend verlengd met een periode van 1 jaar Indien één van de Partijen haar deelname wenst te beëindigen, dient zulks ten minste vier maanden voor het einde van een kalenderjaar schriftelijk te worden medegedeeld aan de overige Partijen. Bij uittreding van een Partij blijft deze overeenkomst onverminderd van kracht voor de resterende Partijen, tenzij zij onderling anders besluiten Indien sprake is van een mededeling, zoals bedoeld in artikel 10.3 treden Partijen terstond in overleg over de gevolgen en de financiële afwikkeling met inachtneming van het bepaalde in artikel 5. In het opvolgende jaarwerkplan worden rollen, taken en bevoegdheden van Partijen verdeeld op basis van de alsdan deelnemende Partijen Bepalingen uit deze overeenkomst die naar hun aard geacht worden door te werken na beëindiging van of uittreding van een partij uit deze overeenkomst, blijven onverminderd van kracht teneinde de (financiële) gevolgen van deze beëindiging of uittreding af te wikkelen overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst Indien een Partij wenst toe te treden tot de overeenkomst dient dit bij voorkeur ten minste vier maanden voor het einde van een kalenderjaar schriftelijk te worden medegedeeld aan de deelnemende Partijen van de overeenkomst. De deelnemende partijen dienen met algemene instemming toestemming te geven voor toetreding. Partijen kunnen toetreden per 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar Indien sprake is van een mededeling, zoals bedoeld in artikel 10.6, treden Partijen terstond in overleg over de gevolgen en de financiële afwikkeling met inachtneming van het bepaalde in artikel 5. In het opvolgende jaarwerkplan worden rollen, taken en bevoegdheden van Partijen verdeeld op basis van de alsdan deelnemende Partijen Wijzigingen in deze overeenkomst met inbegrip van de daarbij behorende bijlagen worden schriftelijk vastgelegd tussen Partijen. Datum: Datum: De Provincie Zuid-Holland, De Metropoolregio Rotterdam Den Haag F. Vermeulen P.J. Langenberg Gedeputeerde Verkeer en Vervoer Voorzitter Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 4

68 BIJLAGE I KOSTENVERDEELSLEUTEL Bijlage behorend bij de Samenwerkingsovereenkomst Regionale Ondersteuning Verkeersveiligheid in Zuid- Holland Partijen komen voor het jaar 2017 het volgende overeen: Artikel 1 Financiering 1.1. De totale kosten voor de uitvoering van de taken van het ROV-ZH worden door Partijen gezamenlijk gedragen op basis van de volgende verdeling: de MRDH (58,7%) de Provincie Zuid-Holland (41,3%) 1.2. Voor het boekjaar 2017 geldt dat de bijdrage van de MRDH en de Provincie aan de totale kosten (inclusief rente- accountantskosten en btw) minimaal gelijk is aan hun bijdrage in de samenwerkingsovereenkomst ROV- ZH in Artikel 2: Formatie en facilitaire voorzieningen van het ROV-ZH 2.1. De Provincie draagt zorg, voor de inhuur van het benodigde personeel van het ROV-ZH. Bij voorkeur wordt het personeel ROV-ZH ingehuurd (gedetacheerd) vanuit de organisatie van de Partijen Partijen stellen de benodigde formatie vast op basis van het jaarwerkplan en maken afspraken over de verdeling van de personele kosten bij wijziging van de formatie De bijdrage van de Provincie aan de personele kosten omvat de per 1 januari 2017 bestaande formatie van het ROV-ZH, zijnde 4,3 fte. De bijdrage van de Provincie is onder voorbehoud van besluitvorming door Provinciale Staten Partijen kunnen gezamenlijk besluiten tot wijziging van de personele samenstelling van het programmabureau ROV-ZH en de in lid 3 genoemde formatie en maken alsdan afspraken over de daaraan verbonden financiële consequenties, voor zover hun besluit de in lid 3 genoemde formatie overstijgt In 2017 is het ROV-ZH gehuisvest in het Provinciehuis. Partijen kunnen deze huisvestings-afspraak wijzigen en leggen daartoe de nieuwe afspraken over huisvestingslasten schriftelijk vast De in lid 5 genoemde huisvestingslasten worden door Partijen gedragen overeenkomstig de in artikel 1, lid 1 genoemde verdeelsleutel. 5

69 BIJLAGE II JAARWERKPLAN

70 Werkplan Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid

71 Inleiding We willen, dat iedereen in Zuid-Holland elke dag veilig thuiskomt. Dit bereiken we door een gezamenlijke inzet van iedereen. Met deze ambitie openen de visie en het Meerjarenprogramma van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland. Voor u ligt het eerste jaarprogramma waarin ROV-ZH aan deze documenten uitvoering geeft. Het jaar 2017 is het jaar waarin we werken aan het uitbreiden van het aantal lokale ambassadeurs verkeersveiligheid en een start maken met nieuwe partners. Een jaar van vernieuwing, zowel inhoudelijk als in de manier waarop we samenwerken. We ontwikkelen nieuwe programma s voor Fietsers, Jonge Bestuurders en Senioren, gebruik makend van recente inzichten op het gebied van gedragsbeïnvloeding. We ontwikkelen een nieuwe systematiek voor monitoring, waarbij we relaties leggen tussen projectmatige inspanningen en de doelstelling van nul vermijdbare slachtoffers. En we maken een start met de communicatiestrategie Maak van de Nul een Punt waarmee we in 2020 iedereen in Zuid-Holland bereikt willen hebben. Bij het vaststellen van dit plan staan de twee regievoerders aan de lat voor uitvoering en financiering. De uitnodiging naar nieuwe partners om hierbij aan te haken staat. Immers, alleen als iedereen een deel van de verantwoordelijkheid neemt brengen we het hoge doel dichterbij. Daarbij wordt ROV-ZH omgevormd van een team binnen een provinciale afdeling naar een Programmateam. Gaat al het bestaande overboord? Zeker niet! Uiteraard zetten we succesvolle programma s als SCHOOL op SEEF en TotallyTraffic voort. Programma s waar we trots op mogen zijn, gezien de grote groepen kinderen en jongeren die via deze programma s leren zich veilig te gedragen in het verkeer. En dit alles dankzij de duurzame samenwerkingsverbanden van de partners in de regionale en lokale netwerken. Ook de campagnes, de activiteiten op het vlak van kennismanagement, communicatie en de ondersteuning en advisering aan de RPV s blijven bestaan. Ook binnen deze programma s en activiteiten vernieuwen we de aanpak waar dat mogelijk en nodig is. De uitgangspunten van MVD01. geven daaraan richting. J.F.M. Disco, Hoofd ROV-ZH 2

72 1 Kader: Visie en MeerJarenprogramma ROV-ZH De Visie en het Meerjarenplan Verkeersveiligheid vormen het kader voor de inzet in Ambitie en motto We accepteren niet, dat het verkeer in ons werkgebied (vermijdbare) slachtoffers vergt en werken met zoveel mogelijk organisaties, mensen binnen die organisaties en weggebruikers zelf samen om te werken aan het doel, dat iedereen in Zuid-Holland veilig thuiskomt. Onder het motto Maak van de nul een punt doen we een beroep op iedereen om aan te haken. Daarbij volgen we twee sporen: we stellen projecten en programma s vast met een doelstelling in termen van 0 slachtoffers of 100% bereik, en we rollen een communicatiestrategie uit waarmee het beroep op ieders eigen verantwoordelijkheid ook handen en voeten krijgt. 1.2 Voortzetten, vernieuwen en verspreiden Verkeersonveiligheid is een urgent probleem, ook in Zuid-Holland. De afgelopen jaren komen er jaarlijks meer dan 60 mensen in het verkeer om het leven, en een veelvoud hiervan raakt zo ernstig gewond dat behandeling in het ziekenhuis nodig is. In lijn met het landelijke beeld vallen daarbij drie groepen zo negatief op dat een programmatische aanpak voor hen geboden is: de jonge bestuurders, fietsers en senioren. Natuurlijk kan de overheid dit tij niet alleen keren: we hebben samenwerking nodig met zoveel mogelijk partners en met de weggebruikers zelf om een cultuur te vestigen waarin het vanzelfsprekend is dat we van de nul een punt maken. Vernieuwing is dus hard nodig, met behoud van het goede. Onder de vlag van een nieuwe communicatiestrategie zetten we beproefde programma s als SCHOOL op SEEF en TotallyTraffic, de verkeersveiligheidscampagnes en de activiteiten op het vlak van monitoring, kennismanagement en communicatie voort. Daarnaast vernieuwen we zowel binnen de bestaande programma s als met nieuwe programma s en activiteiten. 3

73 2 Activiteiten en resultaten Voortzetten In de drie paragrafen van dit hoofdstuk vindt u de activiteiten en beoogde resultaten, ingedeeld naar de sporen van Voortzetten, Vernieuwen en Verspreiden. Dat betekent dat binnen het spoor Voortzetten van bestaande programma s de vernieuwende activiteiten kort worden genoemd en nader worden toegelicht onder de paragraaf Vernieuwen. 2.1 Voortzetten van bestaande programma s 2.2 SCHOOL op SEEF SCHOOL op SEEF is het programma van de samenwerkend overheden in Zuid-Holland voor verkeersveiligheid en verkeerseducatie voor leerlingen in het primaire onderwijs. Het draait sinds 2006, en sindsdien is de helft van de scholen bereikt. Met het SCHOOL op SEEF verkeersveiligheidslabel geeft ROV-ZH een kwaliteitskeurmerk aan scholen die de organisatie en uitvoering van de activiteiten van het programma op peil hebben. Ongeveer 10% van de scholen is in bezit van dit keurmerk. We werken samen met acht provincies in het beheer van de criteria voor dit keurmerk, en voeren hetzelfde beeldmerk, de zebra Seef. Doelen SCHOOL op SEEF 1.De schoolomgeving en de schoolroutes zijn veilig ingericht 2.Er vindt theoretisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren 3.Er vindt praktisch verkeersonderwijs plaats in alle leerjaren 4.Er wordt met de ouders gecommuniceerd over verkeersveiligheid 5.Er vindt (indien nodig) handhaving plaats die is afgestemd op de specifieke situatie 6.Er wordt gestimuleerd zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school te gaan 7.De aanpak is structureel en is verankerd in een goede organisatiestructuur ROV-ZH beheert de kwaliteit van het programma en het labelsysteem en draagt zorg voor de communicatie en het kennismanagement binnen het programma. Daarnaast produceren we de digitale SCHOOL op SEEF verkeerskalender en verschaffen we de logins voor de digitale route-inventarisatie app schoolroute.nl. In de periode faciliteert ROV-ZH de uitvoering van het project Landbouwverkeer op SEEF voor de RPV s, met de intentie dit na 2020 over te dragen naar de regio s. ROV-ZH faciliteert daarnaast integrale schoolomgevingsprojecten die passen binnen SCHOOL op SEEF. Ook faciliteert ROV-ZH gemeenten in het onderhouden van netwerken met scholen, verkeersouders etc. met digitale platforms. Ook initieert en stimuleert ROV-ZH via opdrachtverlening aan een externe partij de scholing van onderwijsassistenten en leerkrachten in opleiding via de ROC s en Pabo s Vernieuwen In 2017 vindt een vernieuwing van het programma SCHOOL op SEEF plaats vanuit Maak van de Nul en Punt door het samen met andere ROV s- ontwikkelen en delen van kennis en middelen voor communicatie met ouders (Par 3.2) 4

74 2.2.2 Verspreiden ROV-ZH zet de activiteiten op het vlak van communicatie en kennismanagement voor SCHOOL op SEEF voort onder de vlag van MVD01. (Par 4.2) Resultaten 2017: 55% van de scholen voor primair onderwijs in Zuid-Holland doet mee aan SCHOOL op SEEF 2.3 TotallyTraffic TotallyTraffic is het programma van de samenwerkende overheden in Zuid-Holland voor de verkeersveiligheid en verkeerseducatie voor jongeren in het Voortgezette Onderwijs. Het draait sinds 2009, en bevat onder meer ruim vijftien modules (deels gastlessen en deels lessen die door eigen docenten worden uitgevoerd) voor de verschillende onderwijstypen en leerjaren, rond verschillende onderwerpen. In de organisatie van TotallyTraffic is een sleutelrol weggelegd voor de regionale accountmanager. Deze vormt de schakel tussen de scholen, de uitvoerders van de TotallyTraffic lesmodules en de RPV / gemeente. Sindsdien is circa 30% van de scholen in onze provincie bereikt met een of meer modules binnen het programma. We werken onder de vlag van TotallyTraffic samen met de provincies Limburg en Noord-Brabant en met de stad Amsterdam. ROV-ZH beheert de kwaliteit van het programma, de doe-het-zelfmodules en de accounts voor de digitale route-inventarisatie app schoolroute.nl. Daarnaast draagt ROV-ZH zorg voor de communicatie en het kennismanagement binnen het programma. Begin 2017 wordt de evaluatie van het programma afgerond Vernieuwen In 2017 wordt het programma vernieuwd, gevoed door de uitgangspunten van Maak van de Nul een Punt en door de uitkomsten van de evaluatie. De leerlingenwedstrijd wordt bij deze vernieuwing meegenomen (Par ) Verspreiden ROV-ZH zet de activiteiten op het gebied van kennismanagement en communicatie over TotallyTraffic voort onder de vlag van MVD01. (Par.4.2.2) Resultaten 2017: Eind 2017 heeft 35% van de VO-scholen in Zuid-Holland de TotallyTraffic-modules uitgevoerd en heeft 20% van de scholen een overeenkomst / intentieverklaring getekend voor medewerking aan MVD01. / TotallyTraffic. 5

75 2.4 Verkeersveiligheidscampagnes ROV-ZH participeert in de landelijke samenwerking aan de ontwikkeling en organisatie van de verkeersveiligheidscampagnes volgens de gezamenlijke, landelijke kalender. ROV-ZH faciliteert de partners in Zuid-Holland bij de organisatie en materiaalvoorziening voor deze campagnes in de gemeenten / regio s. Begin 2017 wordt de werkwijze hiervoor geëvalueerd en indien gewenst bijgesteld. Daarnaast zetten we de campagne Bob in de Sportkantine voort en werken we met de lokale media en maatschappelijke organisaties TeamAlert, VVN en Responsible Young Drivers samen voor uitvoering van voorlichtingsactiviteiten in Zuid-Holland die aansluiten bij de landelijke campagnes Bob in de Sportkantine De campagne Bob in de Sportkantine krijgt in Zuid-Holland een regionale impuls, omdat een relatief hoog percentage van mensen afkomstig uit de sportkantine onder invloed blijkt te rijden en deze campagne daarin een effectieve interventie is. ROV-ZH ondersteunt de campagne jaarlijks beurtelings extra in de zuidelijke en de noordelijke helft van de provincie. Uit de evaluatie van 2016 blijkt dat Bob in de Sportkantine bekend is bij vele verenigingen en dat actieve benadering van verenigingen daarom beter om de vier jaar plaats kan vinden. De inzet in 2017 betreft de noordelijke helft, waarbij de actieve benadering voor campagneteams zich dit jaar richt op de voormalige Haaglanden gemeenten van de MRDH. Inzet van campagneteams in de regio s Holland Rijnland en Midden- Holland worden alleen op eigen verzoek ingepland. Overigens kunnen gemeenten en clubs in de andere regio s altijd materialen afnemen en zelf invulling geven aan de campagne Voorlichtingsactiviteiten campagnes De landelijke campagnes richten zich op alcohol/drugs, aandacht, snelheid en verlichting. Dit jaar zullen we opnieuw de landelijke tv- en radiospotjes via lokale media verspreiden. De maatschappelijke organisaties krijgen opdracht voor het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten die aansluiten bij de onderwerpen. Daarbij worden Responsible Young Drivers en TeamAlert vooral ingezet om jongeren en jonge bestuurders aan te spreken en VVN voor alle leeftijdsgroepen. Focus in Voorlichtingscampagnes: Inzet binnen Campagnes Onderwerp TeamAlert Responsible Young Drivers Alcohol /Drugs Bobzone/Bobtival Fris!team Witte Waas 3Dtripping A&D (Alcohol en drugs)team Bobsport team PeerDriveClean Aandacht Fresh & Go FietsAlert VVN Teams bij controle politie Campagneteams bij evenementen Campagneteams bij evenementen Overig Sportservice Zuid- Holland: Bobsport Snelheid Crashtest Ondersteuning Lokale initiatieven Verlichting ShowYourself Fietsfix Campagneteams bij evenementen 6

76 Aan het begin van het jaar wordt een aantal inzetten afgesproken. De organisaties zijn afhankelijk van medewerking van evenementenorganisaties, politieteam, scholen etc en kunnen in overleg gedurende het jaar de inzetten omzetten naar een andere campagne Vernieuwen Regionale uitingen van de campagnes worden voorzien van het MVD01. logo Voor de drie focusgroepen en voor de belangrijkste campagnes uit de RPV-regio s worden specifieke pay-offs ontwikkeld onder dat motto Verspreiden ROV-ZH zet de activiteiten op het gebied van kennismanagement en communicatie over de campagnes voort onder de vlag van MVD01. Om ervoor te zorgen dat gemeenten, regio s en nieuwe aansluitende partijen meer aandacht besteden aan de landelijke en regionale campagnes zullen we de nieuwe MVD01. website en andere communicatiemogelijkheden gebruiken om ze daarbij te helpen. Resultaat: Radio en TV: 10 weken vertonen van landelijke spotjes en 3 weken regionale spotjes op lokale media. Tijdens campagneperiodes vertonen digitale banners op websites gedurende 26 weken. Inzetten campagneteams bij festivals en evenementen: Alchohol / drugs : 35 inzetten Aandacht, Snelheid en Verlichting: 40 inzetten Website met duidelijke informatie voor partners in de regio en faciliteren posters landelijke campagne via Weevers. Regionale campagnes Bobsport: 35 % v.d verenigingen in de noordelijke regio s doet mee Verantwoord Medicijngebruik: 15 gastlessen op ROC s tijdens de opleiding voor apothekersassisten. 7

77 2.5 Monitoren ROV-ZH blijft participeren in het project WEVER (Weg naar Effectieve VERkeerseducatie) en als adviseur betrokken bij het toetsingsproces voor de checklist van CROW / KpVV. De cursussen Viastatonline voor gebruikers van dit programma worden voortgezet. Het tweejaarlijkse Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeersveiligheid (PROV-ZH) is in 2016 uitgevoerd en staat dus weer voor 2018 op de rol Vernieuwen We ontwikkelen een nieuwe monitor voor TotallyTraffic en een systematiek om projecten te monitoren in relatie tot de nul-doelstelling. (Par 3.2.3) Verspreiden ROV-ZH zal de resultaten van de activiteiten op het vlak van monitoring delen door kennismanagement en communicatie via de beschikbare middelen. Resultaat 2017: Vier cursussen viastatonline Uitvoering van de toetsing van een of meer verkeerseducatieprogramma s bij CROW / KEVER 8

78 3 Activiteiten en resultaten Vernieuwen 3.1 Vernieuwen door nieuwe programma s voor de drie focusgroepen Programma Jonge Bestuurders NIV en TotalText verzorgen de Praktijkdagen voor jonge autorijders. Daarnaast verzorgt de KNMV Praktijkdagen voor Motorrijders. Met de regio s en gemeenten onderzoeken we hoe de effectieve inzet van deze Praktijkdagen kan worden vergroot. Bij een positief resultaat onderzoeken we vervolgens hoe in 2017 de Praktijkdagenkunnen worden verbreed naar een programma voor de doelgroep jonge bestuurders (bromfiets/scooter, motor en auto). De communicatie-aanpak onder de vlag van MVD01. zal hierin worden verweven door vertaling van de kernboodschap naar boodschappen en middelen, die aansluiten bij de beleving en het mediagebruik van de doelgroep (bv. specifieke sociale media). De eerste stap voor de ontwikkeling van dit programma is een nadere analyse van de problematiek en het in kaart brengen van de kennis over effectieve interventies en van beschikbare middelen Programma Fietsers Binnen de programma s SCHOOL op SEEF en TotallyTraffic en in enkele voorlichtingscampagnes is er volop aandacht voor veilig fietsen. Daarnaast adviseert ROV-ZH in Alphen aan den Rijn bij de pilot Zolang ik fiets voor senioren op de fiets. Inzet van Zolang ik fiets is een veel grotere groep ouders te bereiken dan met de huidige activiteiten het geval is. De resultaten van de pilot worden gebruikt voor opschaling naar andere gemeenten en regio s. In 2017 zal dit worden verbreed naar een programma voor de doelgroep fietsers. Ook de communicatie-aanpak onder de vlag van MVD01. zal hierin worden verweven. De eerste stap voor de ontwikkeling van dit programma is een nadere analyse van de problematiek en het in kaart brengen van de kennis over effectieve interventies en van beschikbare middelen Programma Senioren Op dit moment is er binnen de activiteiten van maatschappelijke organisaties (opfris- en scootmobielcursussen VVN) aandacht voor de doelgroep. Daarnaast start in Alphen aan den Rijn de pilot Zolang ik fiets voor senioren op de fiets. In 2017 zal dit worden verbreed naar een programma voor de doelgroep senioren. Ook de communicatie-aanpak onder de vlag van Maak van de Nul een Punt zal hierin worden verweven. De eerste stap voor de ontwikkeling van dit programma is een nadere analyse van de problematiek en het in kaart brengen van de kennis over effectieve interventies en van beschikbare middelen Samenwerken met nieuwe partners In de nieuwe communicatieaanpak wordt aandacht besteed aan het betrekken van nieuwe partners. De samenwerking met bedrijven biedt kansen. Voor een goede aanpak zal daartoe allereerst concreter worden uitgewerkt: Waar liggen de raakvlakken vanuit de drie focusgroepen? Wat zijn de benefits voor bedrijven, bijvoorbeeld op het vlak van schadepreventie, versterken imago, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en goed werkgeverschap? In welke netwerken, regio s zitten de bedrijven waarmee samengewerkt kan worden? 9

79 Welke sectoren en netwerken kunnen het beste worden benaderd? Hierbij is een speciale plek ingeruimd voor de verkeersveiligheidsambassadeurs. De inzet is hun netwerk te benutten en waar nodig geleidelijk uit te breiden, zowel met collega-portefeuillehouders als met ondernemers uit de eigen regio. Met het Instituut Verantwoord Medicijngebruik onderzoeken we of een module verantwoord medicijngebruik in het verkeer kan worden ontwikkeld die aansluit bij de behoefte van bedrijven. Begin 2017 worden gesprekken gevoerd met nieuwe partners met het oog op mogelijke participatie in het programma in personele en/of financiële zin. Er is in kaart gebracht welke mogelijkheden er zijn om activiteiten eventueel te faseren in afwachting van de uitbreiding van de formatie. Deze zijn te vinden in bijlage Vernieuwen binnen bestaande programma s SCHOOL op SEEF In samenwerking met een aantal andere ROV s en stadsregio Amsterdam wordt een onderzoek uitgevoerd om te achterhalen op welke manier ouders meer kunnen worden betrokken bij de verkeersopvoeding van hun kinderen. De resultaten van dit onderzoek worden in 2017 vertaald naar nieuwe interventies in het bestaande programma SCHOOL op SEEF TotallyTraffic Op basis van de resultaten van de nu lopende evaluatie worden de organisatie en middelen voor het programma vernieuwd. Actueel is de aandacht voor gebruik van smartphones in het verkeer en in het bijzonder de jeugd die al append op de fiets gevaarlijke verkeerssituaties veroorzaakt. In veel gemeenten en regio s wordt gezocht naar een oplossing voor dit probleem, ook als ROV-ZH participeren wij in verschillende projecten waarbij gezocht wordt naar effectieve interventies. Dit onderwerp zal samen met de andere verbeterpunten van de evaluatie worden uitgewerkt in een nieuw programma. Indien passend bij de behoeften van de scholen in Zuid-Holland werken we samen met de collega s in Limburg, Noord-Brabant en de regio Amsterdam aan nieuwe filmpjes voor doe-het-zelf modules. De inzet is dat onder de vlag van MVD01.- scholen meer mede-eigenaar worden van het werken aan TotallyTraffic. De jaarlijkse leerlingenwedstrijd TotallyTraffic wordt vernieuwd onder de vlag van MVD01., waarbij we actuele gedragskundige kennis verwerken Monitoringssystematiek Maak van de Nul een Punt Een belangrijke nieuwe ontwikkeling volgens het eerste spoor van Maak van de Nul een Punt is het ontwikkelen en beheren van een nieuw monitoringsysteem, gerelateerd aan de concrete projecten met een nul- of 100% doelstelling. Zo wordt MVD01. naast een communicatie-boodschap ook een concreet en realistisch doel voor een aantal onderwerpen. Dit jaar zullen we hier de eerste stappen zetten door 1. het ontwerpen van een systematiek en 2. uitvoering van pilotprojecten in samenwerking met de regio s. We werken daarbij samen met SWOV en andere onderzoeksinstituten. Daarnaast zal een digitaal instrument worden ontwikkeld voor het monitoren en evalueren van de uitvoering van TotallyTraffic. 10

80 Resultaat 2017 Een nieuwe monitoringssystematiek, gerelateerd aan MVD01. Hierin is een analyse verwerkt voor de drie focusgroepen. De programma s voor de drie focusgroepen. Nieuwe interventies voor ouders van basisschoolleerlingen zijn beschikbaar binnen SCHOOL op SEEF. Een vernieuwd programma TotallyTraffic is gereed.. 11

81 4 Activiteiten en resultaten Verspreiden 4.1 Verspreiden in nieuwe activiteiten Communicatiestrategie Maak van de Nul een Punt In 2017 gaat veel inzet in menskracht en geld uit naar de ontwikkeling en eerste invulling van de communicatiestrategie Maak van de Nul een Punt. Het motto wordt vertaald naar een herkenbare algemene pay-off (werktitel: Veilig Thuiskomen ) en naar diverse handelingsgerichte pay-offs per doelgroep en thema (bv. Als ik fiets zit mijn mobiel in mijn tas ) We organiseren een themaweek en maken middelen zoals een intentieverklaring, infographics en animatie-clips. Er worden een website en een facebookpagina ingericht en diverse social media worden gebruikt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een contentkalender. Bijzondere aandacht is er voor de verkeersveiligheidsambassadeurs. Vanuit de netwerkgedachte wordt hun groep geleidelijk uitgebreid. Een coach is het gehele jaar beschikbaar om hen te ondersteunen bij het leggen en onderhouden van contacten met kandidaat-ambassadeurs. Voor de bestaande en nieuwe ambassadeurs wordt een netwerkbijeenkomst en een ambassadeurscafé georganiseerd. Hun beleids- en communicatieadviseurs spelen een sleutelrol in het ondersteunen van de ambassadeurs in de regio. Om hun netwerk te ondersteunen met kennisuitwisseling wordt tweemaal per jaar een netwerkbijeenkomst voor hen georganiseerd. Resultaten 2017: De communicatiestrategie is uitgewerkt in nieuwe middelen en deze middelen zijn ingezet volgens een gezamenlijke contentkalender van ROV-ZH, de ambassadeurs en hun regionale adviseurs. 30% van de portefeuillehouders is ambassadeur voor MVD01. In elke regio is minimaal een ondernemer ambassadeur MVD % van de Zuid-Hollanders is bekend met de doelstelling en betekenis van MVD Verspreiden binnen bestaande activiteiten SCHOOL op SEEF ROV-ZH handhaaft de activiteiten op het vlak van communicatie en kennismanagement over SCHOOL op SEEF en daaraan gerelateerde onderwerpen. Het beeldmerk MVD01. wordt op alle uitingen vermeld. De communicatie en het kennismanagement krijgen vorm en inhoud via de website schoolopseef.nl, de maandelijkse digitale nieuwsflits, het digitale ROV-magazine, de twitteraccount en de nieuw te starten website en facebookpagina MVD01.in ZH (werktitels), de digitale platforms, het ROV-infopunt en tijdens bijeenkomsten als ROV komt naar u toe en het netwerk van verkeersleerkrachten. Daarnaast wordt de SEEF-factor een maal uitgereikt. 12

82 4.2.2 TotallyTraffic ROV-ZH continueert de activiteiten op het vlak van communicatie en kennismanagement over TotallyTraffic en daaraan gerelateerde onderwerpen. Het beeldmerk MVD01. wordt op alle uitingen vermeld. De communicatie en het kennismanagement krijgen vorm en inhoud via de website totallytraffic.nl/zuid-holland, het digitale ROV-magazine, de twitteraccount en de nieuw te starten website en facebookpagina MVD01.in ZH (werktitels), het ROV-infopunt en tijdens bijeenkomsten ROV komt naar u toe en het netwerk van accountmanagers. In 2017 presenteren we TotallyTraffic verder tijdens bijeenkomsten van praktijkscholen. Verder organiseren we een bijeenkomst TotallyTraffic 3.0 voor iedereen die bij het programma betrokken is. Daarnaast wordt de TotallyTraffic Award weer uitgereikt Communicatie verkeersveiligheid algemeen De website rovzh.nl wordt vooralsnog in stand gehouden. We kijken daarbij naar een goede en logische verdeling de informatie en functionaliteiten op deze site en de nieuw te ontwikkelen site onder de vlag van MVD01. en onderzoeken daarbij de mogelijkheid zoveel mogelijk op deze laatste site onder te brengen. Het digitale ROV-magazine komt vier maal per jaar uit. Er wordt opnieuw een jaarverslag uitgebracht, deze keer in een nieuwe vorm ROV komt naar u toe De kennis- en netwerkbijeenkomsten, die sinds 2015 (pilotjaar) in totaal op vier locaties zijn gehouden waren bijzonder succesvol. Om continuïteit in de netwerken en de kennisuitwisseling te waarborgen organiseert ROV-ZH in 2017 op alle vier de locaties weer een bijeenkomst Overleg van RPV-secretarissen Tot en met 2016 organiseerde ROV-ZH viermaal per jaar kennis- en netwerkbijeenkomsten voor de leden van het Weggebruikersplatform, de Expertgroep Handhaving en de secretarissen van de RPV s. Dit wordt in 2017 omgevormd naar een RPV-secretarissenoverleg. De overige genodigden worden vanaf 2017 uitgenodigd voor de regionale bijeenkomsten ROV komt naar u toe (Par ) Verantwoord medicijngebruik in het verkeer De gastlessen op ROC s in de initiële opleiding voor apothekersassistenten worden voortgezet. Resultaten 2017: Eind 2017 zijn vier bijeenkomsten ROV komt naar u toe uitgevoerd en is het overleg van RPVsecretarissen is vier maal bijeen geweest. De SEEF-factor en de TotallyTraffic Award zijn uitgereikt. Het digitale magazine is vier maal verschenen en de digitale SCHOOL op SEEF nieuwsflits is maandelijks verschenen. Daarnaast is het netwerk van TotallyTraffic accountmanagers ten minste tweemaal bijeen geweest, en is een bijeenkomst TotallyTraffic 3.0 uitgevoerd.. Het beeldmerk MVD01. komt in alle uitingen terug. 13

83 5. Begroting Begroting ROV-ZH 2017 Cfm budget MJP Voortzetten Faseringsmogelijkheden SCHOOL op SEEF Verkeerskalender evt. vereenvoudigen TotallyTraffic Campagnes Uitzendingen RTV West/Rijnmond evt opschorten Bestaande activiteiten focusgroepen Evt. minder inzet in Praktijkdagen Bestaand Monitoring-analyse Overige activiteiten 9000 Totaal Voortzetten Vernieuwen Vernieuwen onder bestaande programma's SCHOOL op SEEF: ouders TotallyTraffic Leerlingenwedstrijd evt. later oppakken Monitoring (MVD01. en pilots en TotallyTraffic) Programma KNMV (specifieke bedrijven) Evt. later oppakken Nieuwe programma's Programma Fietsers evt. later oppakken Programma Jonge Bestuurders evt. later oppakken Programma Senioren evt. later oppakken Totaal Vernieuwen Verspreiden Voortgezet Kennismanagement evt. drie i.p.v. vier uitvoeringen "ROV komt naar u toe" Communicatie Nieuw Kennismanagement: Module Verantwoord medicijngebruik in het verkeer voor bedrijven Evt. later oppakken Communicatiestrategie, plan en middelen MVD01. incl ambassadeurs en themaweek Evt. later aanvullen Totaal Verspreiden TOTAAL Bijdragen MRDH PZH Totaal Aanvullend nodig

84 Bijlage 1 Overzicht activiteiten ROV-ZH 2017 Onderwerp Voortzetten Vernieuwen Verspreiden SCHOOL op SEEF Certicifering Ouders Website Digitale verkeerskalender VOMOL- Landbouwverkeer op Seef Schoolomgevingsprojecte n Digitale platforms Modules op Pabo s/roc s Schoolroute.nl Digitale nieuwsflits Twitteraccount Netwerk verkeersleerkrachten Seef-factor TotallyTraffic Schoolroute.nl Doe-het-zelf modules Ontwikkelen TotallyTraffic 3.0, incl. leerlingenwedstrijd Website Netwerk accountmanagers Themadag TT 3.0 Presentaties Praktijkscholen TotallyTraffic Award Campagnes Faciliteren gemeenten bij uitvoering landelijke campagnes Bob in de Sportkantine MVD01. verweven Voorlichtingactiviteiten campagnes Focusgroepen Praktijkdagen Jonge Autorijders Adviseren bij uitvoering pilot Zolang ik fiets Ontwikkelen programma s fietsers, jonge bestuurders en senioren VRO Bromfiets voor bedrijven Onderdeel communicatiestrategie MVD01. Opfris- en scootmobielcursussen VVN 15

85 Monitoring en analyse Cursussen Viastatonline Ontwikkelen monitorsystematiek MVD01. en pilots Kennismanagement Module Verantwoord medicijngebruik voor bedrijven ROV komt naar u toe RPVsecretarissenoverleg rovinfopunt Communicatie Communicatiestrategie en middelen MVD01. Digitaal ROV-magazine Jaarverslag Overige activiteiten Accountant 16

86 Bijlage 2 Onderzochte faseringsmogelijkheden Onderzocht is op welke manieren(deel)activeiten eventueel gefaseerd kunnen worden afhankelijk van de uitkomsten van de gesprekken met de nieuwe partners. Dit betreft: De uitwerking van de programma s Fietsers, Jonge Bestuurders en Senioren op basis van de nadere analyse door SWOV De uitvoering van een van de vier bijeenkomsten ROV komt naar u toe Opdrachtverlening aan RTV West en RTV Rijnmond over regionale media-inzet voor de landelijke campagnes Opdrachtverlening voor de leerlingenwedstrijd TotallyTraffic Besluitvorming over exacte invulling Verkeerskalender en opdrachtverlening daarvoor. Een deel van de Praktijkdagen voor Jonge Bestuurders Pilots met de module Verantwoord Medicijngebruik in het Verkeer en de VRO Risico Bromfiets voor bedrijven 17

87 18

88 Vergadering: 1 februari 2017 Agendapunt: 7 Onderwerp: Lijst van subsidies Datum: 19 januari 2017 Contactpersoon: Wendy van den Heuvel Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit 1. Conform de onderstaande lijst de genoemde besluiten te nemen. De bijgevoegde lijst met voorgestelde subsidieverleningen is samengesteld op basis van een aantal uitgangspunten. 1. Het betreft subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer. 2. De verleningen geschieden conform de ingediende aanvraag. 3. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting (IPVa jaarschijf 2016), maar vallen buiten het verleende (onder)mandaat omdat zij de hoogte van het te verlenen bedrag overschrijden. 4. De subsidieverleningen voldoen aan de vigerende subsidieverordening en deze is ook van toepassing op de verlening. Het betreft hier de tijdelijke subsidieverordening Verkeer en vervoer MRDH 2015, waar in artikel 1 de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam (SVV2012) en de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (VMH 2005) van toepassing worden verklaard. 5. Daar waar gebruik gemaakt wordt van een hardheidsclausule gaat het uitsluitend om verleningen aan projecten die niet zijn opgenomen in het IPVa jaarschijf 2016, maar die wel aan alle voorwaarden voldoen om te worden opgenomen en waarvoor voldoende budget binnen het subsidieplafond beschikbaar is. 6. In de tabel is aangegeven of het gaat om lump sum of een maximaal verleend bedrag, waarbij bij vaststelling wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte subsidiabele kosten. Eveneens is aangegeven op grond van welk artikel van de verordening subsidie wordt verleend. 1

89 Nr. Aanvrager Betreft Te besluiten Artikel verordening 1 Rijkswaterstaat DRIP's Bereik! Drechtsteden (BB37b), Verlenen maximaal Art 7 West Nederland in het programma Beter Benutten ,00 VMH2005 Zuid Haaglanden. (incl. BTW, incl. VAT) 2 Technische Universiteit Delft Pieken in fietsintensiteiten Jaffalaan op de TU (HGL-BBV-009), in het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden. Verlenen maximaal ,- (incl. BTW, incl. VAT) Art 7 VMH2005 Projectnr. RWRWD FDE0173 Begrotingsprogramma Verkeer Verkeer 2

90 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 1 februari 2017 agendapunt 8 Onderwerp Voorstel Korte motivering Plannen van aanpak drietal snelfietsroutes (amendement Hoogeland) 1) In te stemmen met de het plan van aanpak snelfietsroute: a. Verlengde Velostrada b. Rotterdam Gouda c. F15 IJsselmonde 2) Bij het opstellen van de begroting 2018 de bij beslispunt 1 genoemde snelfietsroutes op te nemen als aanmelding in het IPVa De MRDH heeft zich afgelopen jaar, samen met het Rijk, de provincie en gemeenten, ingespannen om een aantal snelfietspaden op korte termijn te kunnen realiseren. Met het in de Tweede Kamer aangenomen amendement Hoogeland heeft het Rijk voor drie fietspaden in de regio extra geld beschikbaar gesteld: 50% van de volgende investeringen: 1. De Verlengde Velostrada snelfietsroute ad 4,5 mln. (bijdrage MRDH max 0,86 mln.) 2. De snelfietsroute Rotterdam-Gouda ad 4,7 mln. (bijdrage MRDH max 0,50 mln.) 3. De snelfietsroute F15-IJsselmonde ad 5,5 mln. (bijdrage MRDH max 0,50 mln.) Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure De Rijksbijdrage kan pas worden bevestigd nadat de andere partijen de regionale bijdrage hebben vastgelegd. Dit wordt met ondertekening van de Plannen van Aanpak bekrachtigd. Deze drie projecten waren te laat bekend om nog opgenomen te kunnen worden in het IPVa De projecten zijn dus nog niet voorzien in de begroting. Door nu in te stemmen met de Plannen van Aanpak kunnen de snelfietspaden nu worden opgenomen als aanmelding voor het IPVa In 2018 kunnen de aanmeldingen worden omgezet in subsidieaanvragen, ten laste van kleine projecten. Naast de rijksbijdrage komt de regionale bijdrage dan van de provincie, MRDH en deelnemende gemeenten. De provincie Zuid-Holland heeft de taak op zich genomen om voor deze projecten Plannen van Aanpak te schrijven, welke door alle partners ondertekend worden. De Plannen van Aanpak zijn in overleg met de MRDH opgesteld. De provincie Zuid-Holland behandelt dan ook verdere subsidieaanvragen, beschikkingen aan de uitvoerende partijen en de administratieve afhandeling. De bijdragen aan de snelfietspaden worden opgenomen in het IPVa 2018, onderdeel van de begroting 2018, vast te stellen door het AB van juli n.v.t. n.v.t. 1) Plan van Aanpak snelfietsroute Verlengde Velostrada 2) Plan van Aanpak snelfietsroute Rotterdam Gouda 3) Plan van Aanpak snelfietsroute F15 IJsselmonde Presidium 11 januari 2017 Ambtelijk overleg 16 januari 2017 Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Dagelijks bestuur n.v.t. Algemeen bestuur n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit Ja Contactpersoon Bart Waasdorp Wet. bekendmaking Nee Telefoonnummer

91 Plan van Aanpak verlengde Velostrada Algemene gegevens: Uitvoerende organisatie: Provincie Zuid-Holland Verantwoordelijke bestuurder/directeur: F. Vermeulen Verantwoordelijke projectmanager: Dhr. A. Pannekoek Betrokken andere organisaties: Metropoolregio Rotterdam Den Haag Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Den Haag Datum / versie: Samenvatting De verlengde Velostrada is een belangrijke aanvulling in het Haagse fietsnetwerk; dagelijks zullen er naar schatting tot fietsers per dag gebruik van maken. Een gefaseerde aanpak is goed mogelijk, waarbij vanaf station Mariahoeve en vanaf station HS naar elkaar toe wordt gewerkt. De eerste fase bestaat uit het aanleggen van een fietsstraat vanaf station Mariahoeve via de Appelgaarde en de Populierendreef en Schipholboog tot het Finnenburg èn vanaf de andere kant: de fietsverbinding HS Binckhorst middels een brug over de Trekvliet. Bijgevoegde (beslis)documenten Naam document Kenmerk datum F508.1, Mariahoeve Schipholboog Tauw en Goudappel Coffeng 1 september 2016 (deeltraject van de Verlengde Velostrada, Plan van aanpak ontwerpfase tot en met nazorgfase deeltraject Voorburg Verslaglegging en conclusie MKBA Decisio 12 augustus 2015 Verlengde Velostrada Verlengde Velostrada getalsmatige Goudappel Coffeng 24 maart 2015 onderbouwing missing links Kostenraming Fietspad F508 Velostrada Tauw 5 februari 2015 Inpassing fietstracé Kostenraming Fietspad F508.1 Tauw 26 augustus 2016 Mariahoeve-Schipholboog F508 Verlengde Velostrada ontwikkelstrategie Goudappel Coffeng 27 augustus Beschrijving van de problematiek Tussen Leiden en Den Haag ligt de Velostrada; een snelfietsroute die loopt vanaf Leiden via Voorschoten naar station Mariahoeve parallel aan de spoorlijn. Deze route is gerealiseerd binnen het Fietsplan van de provincie Zuid-Holland uit In mei 2013 is de Velostrada geopend. Onderstaande figuur laat zien dat de Velostrada momenteel vrij abrupt eindigt bij station Mariahoeve. Uit de gegevens van de Nationale Fietstelweek 2016 blijkt dat dit eindpunt niet aansluit op de belangrijkste bestemmingen van de fietsers; deze liggen in het ruime centrum van Den Haag waaronder de omgeving van station HS, Binckhorst en Laakhavens waar voorzieningen en werkgelegenheid zijn geconcentreerd. 1

92 Figuur 1 Snelfietsroutes Den Haag - Leiden (bron: gemeente Den Haag) Vanaf station Mariahoeve, waar de Velostrada nu eindigt, waaieren de fietsroutes uit naar bestemmingen in het centrum van Den Haag, Voorburg en de Binckhorst. Een directe route in een rechte lijn richting Holland Spoor en de Binckhorst ontbreekt. De uitwaaiering wordt voor een groot deel veroorzaakt door een grote maaswijdte in het fietsnetwerk op twee punten, namelijk bij de kruising met de RandstadRail (ter hoogte van het voormalig CBS-gebouw) en bij de kruising van de A12 en sporenbundel. De (verlengde) Velostrada zorgt voor een snelle en comfortabele fietsroute vanuit Leiden, Voorschoten en Leidschendam naar Voorburg, Den Haag centrum, stations Laan van NOI, Holland Spoor en Den Haag centraal en naar grote werklocaties als de Binckhorst en het Beatrixkwartier. Op deze corridor wonen, werken en dus reizen veel mensen. Onderstaande figuur laat dit met enkele cijfers zien. Een snelfietsroute biedt hier dan ook zeker kansen om de bereikbaarheid te verbeteren. 2

93 Figuur 2 Verlengde Velostrada: route door een druk gebied De provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag hebben de wens de snelfietsroute Velostrada, vanaf station Mariahoeve door te trekken naar Den Haag HS; de verlengde Velostrada. Deze wens leeft ook bij de betrokken gemeenten, Leidschendam Voorburg en Den Haag. In Den Haag is de verlengde Velostrada opgenomen in de Haagse Nota Mobiliteit en het Meerjarenprogramma Fiets als sterfietsroute, de route is ook opgenomen in het regionale fietsnetwerk. Deze sterfietsroute verbindt station HS via de Binckhorst (Noord) en station Laan van NOI met station Mariahoeve via een tracé aan de zuidzijde van het spoorlijn Den Haag Leiden. De fietser heeft daarbij een snelle, herkenbare en directe route in luwte van drukke verkeerswegen; Daarbij wordt de Binckhorst veel beter op het netwerk voor fietsers en voetgangers aangehaakt. Immers via een nieuwe brug over de Trekvliet (of Haagvliet) komt het noordelijke deel van de Binckhorst binnen het directe invloedgebied van station HS te liggen en via een brug over de spoorlijn wordt ook station Laan van NOI veel beter bereikbaar. De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft de route in het Verkeer- en vervoersplan opgenomen (oktober 2014). Voor de maatregelen tussen station Mariahoeve en de Schipholboog, is eind 2015 een inloopavond georganiseerd. Bij bewoners zijn de plannen positief gevallen. Op basis van de inspraak van bewoners zijn de plannen geactualiseerd. Ook de MRDH en de Provincie Zuid-Holland zijn al langere tijd bij het project betrokken. In een door beide organisaties opgesteld themaplan snelfietsroutes ten behoeve van Beter Benutten Vervolg wordt gepleit voor een uitbreiding van het Haagse Sterfietsroutenet en het versterken van de fietsroutes in met name de (tangentiele) corridorverbindingen tussen de kernen. Het gaat dan om 2 tangentiële hoofdassen: - Midden Delfland/Delft/Pijnacker-Nootdorp/Zoetermeer/Leiden 3

94 - Westland/Wateringseveld/Rijswijk/Den Haag/Leidschendam-Voorburg/Leiden/Katwijk De verlengde Velostrada is een essentiële schakel in de tweede tangent. Op onderstaand kaartje is dit weergegeven. verlengde Velostrada Figuur 3 Snelfietsroutes en maatregelen in Beter Benutten Vervolg (bron: themaplan snelfietsroutes BBV) 2. Beschrijving van de maatregel/oplossing Op initiatief van de Provincie Zuid-Holland en in samenwerking met de MRDH, gemeente Leidschendam-Voorburg en de gemeente Den Haag is in 2015 een verkennend onderzoek gedaan naar het verlengen van de Velostrada tot station HS. Het onderzoek is uitgevoerd door Goudappel Coffeng (inpassing), ingenieursbureau Tauw (kosten) en Decisio (MKBA). Dit heeft geleid tot een pakket van mogelijke maatregelen inclusief een kostenoverzicht. De verlengde Velostrada bestaat uit de volgende deel trajecten, te beginnen vanaf station Mariahoeve; Trajectdelen Leidschendam Voorburg Appelgaarde Kruispunt Hofzichtlaan/Appelgaarde/Populierendreef Populierendreef Fietspad Schipholboog Passage sporen Randstad Rail Leidschendam Voorburg Van Alphenlaan Oplossingsrichting Inrichting fietsstraat Herinrichting, aanpassen VRI Inrichting fietsstraat Rode verharding Fietsbrug of fietstunnel Inrichting fietsstraat 4

95 Trajectdelen Den Haag Voorburg Binckhorst: Passage spoorlijn Den Haag Gouda Binckhorst HS: Passage Haagse Trekvliet Fiets- voetgangersbrug over de sporen Fiets- voetgangersbrug over de Haagse Trekvliet Figuur 4 Trajectdelen van de verlengde Velostrada (bron: Goudappel Coffeng) Doel van de maatregel: Primair Effect: Het relevante gebied voor de verlengde Velostrada strekt zich uit van Leiden via Voorburg tot Den Haag Laakhavens/Binckhorst en verder richting Rijswijk, zie onderstaande figuur. 5

96 Figuur 5 Invloedsgebied verlengde Velostrada De maatregelen maken de route korter ten opzichte van de huidige situatie, wanneer de brug over de Trekvliet een volwaardige fietsverbinding wordt. Ook wordt de route comfortabeler (realisatie fietsstraten waar het nu gemengd verkeer is, betere brug) en sneller (slimmere afstelling VRI en volwaardige fietsbrug, totale verwachte reistijdwinst circa 4 minuten). Wanneer de volledige Velostrada is gerealiseerd wordt een reistijdwinst van bijna 10 minuten per verplaatsing behaald door fietsers vanuit Leiden en Voorschoten naar Den Haag. Ook voor fietsers die de Velostrada over een kortere afstand gebruiken behalen een forse reistijdwinst (van ca. 1,5 tot bijna 10 minuten). Voor alle gebruikers geldt een comfortwinst. Uit de fietspotentieberekeningen blijkt dat dagelijks naar schatting tot fietsers gebruik van de verlengde Velostrada maken en dat hierdoor circa nieuwe fietsers kunnen worden aangetrokken vanuit de auto en OV. De verkeersanalyse die in het kader van Beter Benutten Vervolg gemaakt is, wijst uit dat de corridor Den Haag Leiden een belangrijke bron van vertraagde autoritten is, de Velostrada biedt dus grote kansen om het autoverkeer op deze corridor te ontlasten en daarmee het aantal vertraagde autoritten te verlagen. De autoritten die met de verlengde Velostrada door fietsritten vervangen worden, zijn deels afkomstig van het hoofdwegennet. Het zijn de ritten tussen Leiden/Voorschoten/Leidschendam- Voorburg aan de ene kant en Den Haag Beatrixkwartier, Mariahoeve, Centrum, Binckhorst en Laakhavens aan de andere kant. Voor deze relaties wordt in veel gevallen gebruik gemaakt routes via de volgende hoofdwegen: - A44 - A4 - A12 6

97 - N14 - N44 Bij de beoordeling van de aanvraag in het kader van een bijdrage uit het amendement Hoogland is door Move Mobility het probleemoplossend vermogen op het hoofdwegennet beoordeeld met behulp van de Mobiliteitsscan. In deze analyse wordt geconcludeerd: Ten opzichte van de grote hoeveelheid verkeer op de knelpunten op de A12 is de bijdrage van de verlengde Velostrada aan de afname van verkeer op deze knelpunten relatief beperkt. De effecten op de A4 zijn verwaarloosbaar. Dit zegt echter vooral iets over de mate van congestie in de spits op de wegen rond Den Haag in de spits. Als gekeken wordt naar het absolute aantal overstappers dat naar verwachting gerealiseerd wordt en de daarmee gepaard gaande afname in autokilometers, zijn de effecten van de verlengde Velostrada behoorlijk; zeker in relatie tot de benodigde investeringen en in vergelijking met andere snelfietsroutes. Figuur 6 Bevindingen Mobiliteitsscan (bron: Move Mobility) Tijdens de verkenning is gebleken dat de verlengde Velostrada op veel draagvlak kan rekenen bij andere overheden, gemeente Leidschendam-Voorburg, MRDH, provincie Zuid-Holland en recentelijk ook bij het Rijk (ministerie van IenM). 3. Aanpak en planning van de maatregel Amendement Hoogland In de aanvraag in het kader van het amendement Hoogland zijn de geel gemarkeerde onderdelen van de verlengde Velostrada als maatregel opgenomen: Trajectdelen Leidschendam Voorburg Appelgaarde Kruispunt Hofzichtlaan/Appelgaarde/Populierendreef Populierendreef Oplossingsrichting Inrichting fietsstraat Herinrichting, aanpassen VRI Inrichting fietsstraat 7

98 Trajectdelen Leidschendam Voorburg Fietspad Schipholboog Passage sporen RandstadRail Leidschendam Voorburg Van Alphenstraat Oplossingsrichting Vervangen asfalt Fietsbrug of fietstunnel Inrichting fietsstraat Trajectdelen Den Haag Voorburg Binckhorst: Passage spoorlijn Den Haag Gouda Binckhorst HS: Passage Haagse Trekvliet Fiets- voetgangersbrug over de sporen Fiets- voetgangersbrug over de Trekvliet (of Haagvliet) In een latere fase moeten dan de andere projectonderdelen worden gerealiseerd. De nu uit te voeren projectonderdelen zijn: 1. Station Mariahoeve - Schipholboog Deze eerste stap biedt een duidelijkere continuering van de snelfietsroute en vermindert de uitwaaiering van routes. Daarnaast is het een belangrijke eerste schakel in de verlenging van de Velostrada tot in de Binckhorst. Figuur 7 Tracédeel station Mariahoeve - Schipholboog (groene lijn) De maatregel bestaat uit de volgende submaatregelen (van noord naar zuid): 8

99 a) Appelgaarde (rand van woonwijk) wordt ingericht als fietsstraat; b) Op de kruising Hofzichtlaan wordt een slimme fietsvriendelijke VRI geïnstalleerd en worden vrijliggende fietspaden aangelegd; c) Populierendreef wordt ingericht als fietsstraat; d) Fietspad door groenstrook (Schipholboog) wordt vervangen en op breedte (3,5 m) gebracht. 2. Brug over de Haagse Trekvliet Aan de andere kant van de Verlengde Velostrada bevindt zicht de brug over de Trekvliet. Deze brug heeft een belangrijke toegevoegde waarde voor de ontsluiting van de Binckhorst voor fietsers en voetgangers. De fietsroute sluit daarbij goed aan op het nieuwe fietspad langs de Spoorboogweg, op relaties met Voorburg, Ypenburg en Leidschenveen. In figuur 8 en 9 zijn resp. de huidige situatie en de locatie van de brug weergegeven. Figuur 8 Huidige verbinding van de Trekvliet (bron: Google Maps) Figuur 9 Locatie brug over de Trekvaart 9

100 Gedrag In het kader van Beter Benutten Haaglanden staat Bereikbaar Haaglanden 1 aan de lat om maatregelen uit te (laten) voeren die het reisgedrag van automobilisten beïnvloeden. De activiteiten die Bereikbaarheid Haaglanden de komen jaren onderneemt om weggebruikers uit te nodigen en te stimuleren om op de fiets te stappen bestrijken de hele regio. Ook de potentiële gebruikers van de Verlengde Velostrada zullen dus in aanraking komen met de acties van Bereikbaar Haaglanden. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen beschreven van de acties die Bereikbaar Haaglanden gaat opzetten. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de relatie met de Verlengde Velostrada. Aanpak gedrag fiets 2 Er wordt ingezet op diverse acties gericht op: - de automobilist die de reis voor woon-werkverkeer in de spits met de fiets zou kunnen maken; - de fietser die de reis voor woon-werkverkeer in de spits vaker met de fiets zou kunnen maken. De tweede doelgroep is een afgeleide van de eerste. Dit zijn mensen die regelmatig met de auto reizen, maar ook al af en toe met de fiets gaan. De primaire doelgroep is de automobilist. Meersporen beleid Het voorstel is om in te zetten op twee sporen: 1. Acties gericht op de weggebruiker via directe communicatie a. Voortzetten en uitbreiden e-bike actie b. Belonen van fietskilometers middels een puntensysteem 2. Acties gericht op de weggebruiker met communicatie via of door de werkgever a. Check je fietsbeleid en probeerpool e-bikes b. Toolkit fietsstimulering c. Deelfietsen Ook wordt voorgesteld om een wervingstool te ontwikkelen waarmee een potentiële deelnemer een check kan doen of zijn / haar reis van woning naar werk en vice versa ook op een aantrekkelijke en goede manier kan worden gedaan met een ander vervoermiddel: fiets, OV of keten. In de uitwerking van de verschillende acties wordt specifiek aansluiting gezocht op locaties waar is gewerkt of wordt gewerkt aan de verbetering van de fietsinfrastructuur. Nieuwe en/of verbeterde routes zijn aanleiding van specifieke wervingsacties van deelnemers in beide sporen. Relatie met Verlengde Velostrada Door het tweesporenbeleid van de gedragsaanpak worden de potentiële gebruikers van de Verlengde Velostrada op twee manieren bereikt. Enerzijds de directe communicatie richting weggebruikers. De e-bike actie is met name interessant voor forenzen die iets verder weg wonen. 1 Bereikbaarheid Haaglanden is een platform met als initiatiefnemers VNO-NCW West, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, EVO, TLN en Duurzaam Den Haag. 2 Deze paragraaf is een samenvatting van het document Concept voorstel aanpak fiets dat binnen de gedragsaanpak Beter Benutten Vervolg is opgesteld. 10

101 Doordat met de Velostrada reeds een groot deel van de totale verbinding tussen Leiden en Den Haag centrum is gerealiseerd, vormen de Velostrada, Verlengde Velostrada en de e-bike actie drie factoren die elkaar versterken. Hetzelfde geldt voor de beloningsmaatregelen, maar dan met name voor forenzen die nu al af en toe fietsen. Het andere spoor, communicatie via de werkgever, sluit ook zeer goed aan bij de Verlengde Velostrada. Langs de route is immers veel werkgelegenheid geconcentreerd. In de Schenkstrook, het Beatrixkwartier, de Binckhorst, Den Haag centrum en Laakhaven zijn in totaal meer dan banen, zie hiervoor ook hoofdstuk 2. De financiering van de gedragsmaatregelen is in het kader van Beter Benutten Vervolg geborgd. Er is een overkoepelend plan opgesteld voor alle gedragsmaatregelen met een eigen financiering. Binnen dit plan worden de genoemde acties uitgevoerd waarbij ook acties op de corridor Verlengde Velostrada uitgevoerd worden. Het programma in het kader van Beter Benutten Vervolg stopt eind Er wordt aan een vervolg gewerkt, maar dit is nog niet concreet en er zijn ook geen middelen voor gereserveerd. Bereikbaar Haaglanden investeert in tools die bruikbaar blijven, maar er is (nog) geen menskracht voorzien voor na De betrokken partijen (PZH, MRDH, de beide gemeenten) hebben de intentie om de gedragsaanpak na 2017 te continueren en willen dit de komende tijd nader concretiseren. In 2017 zal hier derhalve een plan voor opgesteld worden (voor het deel Mariahoeve-Schipholboog; voor het deel brug over de Trekvliet wordt later een plan opgesteld). Op het vlak van gedragsbeïnvloeding reserveren de regiopartijen (provincie Zuid-Holland, MRDH, gemeenten Den Haag en Leidschendam-Voorburg) in ieder geval per project een budget (dit zal onderdeel van het projectbudget worden). 11

102 Planning/mijlpalen Geef een heldere en realistische projectplanning met belangrijke mijlpalen en een beknopte onderbouwing. Denk daarbij aan doorlooptijden, mijlpalen, besluitmomenten van de verschillende fases (bijv. studie/onderzoek, voorbereiding, inkoop/aanbesteding, uitvoering en monitoring & evaluatie). In onderstaande tabel staat de projectplanning in hoofdlijnen, inclusief mijlpalen. Op de volgende pagina staat de planning. Mijlpalen Mariahoeve-Schipholboog Planning Start Gereed Afronding definitiefase Jan 2016 Aug 2016 Mijlpaal: vaststelling SO Juni 2016 Ontwerpfase Sep 2016 Dec 2016 Mijlpaal: vaststelling DO Dec 2016 Voorbereidingsfase Jan 2017 Feb 2017 Aanbestedingsfase Mrt 2017 Apr 2017 Mijlpaal: oplevering plan communicatie en monitoring Mrt 2017 Mijlpaal: gunningsbeslissing Apr 2017 Nul-meting Voorjaar 2017 Realisatiefase Mei 2017 Dec 2017 Mijlpaal: opening Nov 2017 Onderhoudstermijn Jan 2018 Jun 2018 Een-meting Voorjaar 2018 Brug over de Trekvliet Schetsontwerpfase Jan 2016 Sep 2016 Voorontwerpfase Okt 2016 Mrt 2018 Mijlpaal: vrijgave VO Aug 2017 Mijlpaal: vaststellen VO Feb 2018 Definitief ontwerpfase Apr 2018 Mrt 2019 Uitvoeringsfase Apr 2019 Dec 2019 Mijlpaal: oplevering plan communicatie en monitoring Mrt 2019 Mijlpaal: starthandeling Mei 2019 Nul-meting Voorjaar 2019 Mijlpaal: opening Nov 2019 Een-meting Voorjaar

103 13

104 Risico s Risico s Nr. Belangrijkste risico s Kans van optreden 1 Weerstand bij bewoners Zeer groot woonark(en). Om de brug over de Trekvliet mogelijk te maken zullen een of meerdere woonarken weg moeten. 2 Mogelijk grond van derden nodig tbv hellingbaan brug. Om de hellingbaan van de brug over de Trekvliet mogelijk te maken is waarschijnlijk grond van derden nodig. 3 Gebruik van de route blijft achter bij de verwachtingen. Dit is geen risico in de planvormings- en uitvoeringsfase, maar wel voor de periode na ingebruikname. Door verschillende oorzaken kan het gebruik van de route tegenvallen. 4 Draagvlak omgeving Appelgaarde en Populierendreef. Het is denkbaar dat bewoners en andere belanghebbenden niet positief tegenover de herinrichting staan. In een eerder stadium zijn door de lokale afdeling van de Fietsersbond enkele kritische geluiden geplaatst. Zeer groot Mogelijke gevolgen (effect, tijd, geld) Vertraging (rekening mee gehouden in planning), kosten onteigeningsprocedures en uitkopen (rekening mee gehouden in budget) Vertraging (rekening mee gehouden in planning), kosten onteigeningsprocedures en uitkopen (rekening mee gehouden in budget) Beheersmaatregelen Vanaf de start van het voorontwerp zal intensieve communicatie met de bewoners plaatsvinden over de plannen, planning en mogelijke compensatiewijze. Dit laatste houdt in dat de bewoners van woonark uitgekocht worden of dat de woonarken verplaatst worden naar een alternatieve locatie. Vanaf de start van het voorontwerp zal intensieve communicatie met de betrokken grondeigenaren over de plannen, planning en wijze waarop de grondverwerving plaats kan vinden. Indien over dit laatste niet tot overeenstemming gekomen kan worden, is aanpassing van het tracé een mogelijkheid. Gemiddeld Geen Om inzicht te krijgen in het gebruik van de route wordt een plan voor monitoring en evaluatie opgesteld. Indien nodig kunnen de maatregelen voor gedragsverandering opgeschaald/geïntensiveerd of aangepast worden. Beperkt Vertraging (rekening mee gehouden in planning) In een eerder stadium is reeds een inloopavond georganiseerd om bewoners en andere belanghebbenden te informeren over de plannen. De plannen zijn in zijn algemeenheid positief ontvangen. Op basis van suggesties van bewoners zijn de plannen indertijd ook aangepast. Na bemiddeling van het landelijk bureau van de Fietsersbond is ook de Fietsersbond positief. 14

105 Kosten De kosten voor de maatregelen op het tracédeel station Mariahoeve-Schipholboog zijn volgens de SSK-methodiek geraamd op ,-. In de SSK-raming (zie bijlage Kostenraming Fietsroute F508.1 Mariahoeve-Schipholboog) is te zien hoe dit bedrag is opgebouwd. De raming is gebaseerd op het Voorlopig Ontwerp en is inclusief engineeringskosten en risico-opslag, maar exclusief BTW. Een samenvatting is in de tabel hieronder opgenomen (afgeronde bedragen). Het bedrag wordt verder afgerond op ,-. De kosten voor de maatregel brug over de Trekvliet zijn volgens de SSK-methodiek geraamd op ,-. In de SSK-raming (zie bijlage Kostenraming Fietspad F508 Velostrada inpassing fietstracé, deelraming fietstracé West) is te zien hoe dit bedrag is opgebouwd. Deze raming is inclusief engineeringskosten en risico-opslag, maar exclusief BTW. Een samenvatting is in de tabel hieronder opgenomen (afgeronde bedragen). Het bedrag wordt verder afgerond op ,-. Bedragen in euro s Bouwkosten Enginee- Overige Objectover- Totaal Trajectdelen ringskosten kosten stijgende risico s Appelgaarde Populierendreef Schipholboog Subtotaal tracédeel Mariahoeve- Schipholboog Brug over de Trekvliet Subtotaal tracédeel brug over de Trekvliet Totaal De regiopartijen reserveren gezamenlijk maximaal euro voor monitoring & evaluatie en gedragsmaatregelen. 15

106 Taakstellend budget, prognose kasritme en verdeling over de partners Het uitgangspunt bij de verdeling van de kosten is conform de Beter Benutten-systematiek: het Rijk draagt de helft van de kosten inclusief BTW (circa 45% van de kosten exclusief BTW) en de regiopartijen de overige kosten (circa 55% van de kosten exclusief BTW). Hierbij leveren de provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en gemeenten (ieder voor het deel op hun grondgebied) ieder een even grote financiële inspanning. In onderstaande tabel zijn de bedragen per partner opgenomen. Ook is toegelicht in hoeverre de financiering georganiseerd is. Bijdrage van Budget in Prognose Kasritme Rijksbijdrage Rijksbijdrage Regiobijdrage incl. BTW excl. BTW excl. BTW Rijksbijdrage* Provincie Zuid Holland MRDH Gemeente Den Haag Gemeente Leidschendam- Voorburg Totaal (afgerond) De ontvanger van de Rijksbijdrage is de provincie Zuid-Holland. Commitment - Rijk: bijdrage ihkv amendement Hoogland gehonoreerd - Provincie Zuid-Holland: bijdrage gereserveerd - MRDH: bijdrage wordt opgenomen in investeringsprogramma Gemeente Leidschendam-Voorburg: bijdrage gereserveerd, collegebesluit is genomen - Gemeente Den Haag: bijdrage in begroting opgenomen/gereserveerd Uitvoeringsorganisatie De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke uitwerking en realisatie van de snelfietsroute. Provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de procesbegeleiding van de realisatie van de Verlengde Velostrada. Voor het tracédeel station Mariahoeve-Schipholboog is door de provincie Zuid-Holland een projectleider aangesteld. Er vindt intensieve afstemming met de gemeente Leidschendam- Voorburg plaats. Voor het tracédeel brug over de Trekvliet is door de gemeente Den Haag een projectleider aangesteld. De gemeente wordt uitvoerende partij en wegbeheerder. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de provincie en gemeenten over de voortgang van het project. Ook met de MRDH vindt regelmatig overleg plaats, mede in relatie tot de ontwikkeling van andere snelfietsroutes in de regio. 16

107 Contracteringsstrategie De maatregelen worden door de uitvoerende organisaties aanbesteed conform de geldende aanbestedingsrichtlijnen. De middelen worden aan de uitvoerende organisatie ter beschikking gesteld door middel van subsidies conform de geldende subsidieverordeningen. De gemeenten en de provincie vervullen als uitvoerende organisaties de opdrachtgeversrol naar de marktpartijen. De provincie toetst alle subsidieaanvragen per deelproject aan de subsidieverordening en geeft beschikkingen af. Projecten worden met accountantsverklaringen gedeclareerd. Monitoring en evaluatie Door monitoring wordt het effect van de verbeteringen in kaart gebracht en ook het effect van communicatieacties. Het doel van de monitoring is tweeledig. 1. Bepalen in welke mate de fietsroute na het verbeteren meer wordt gebruikt dan daarvoor en in welke mate de extra verplaatsingen met de fiets een vermindering (kunnen) opleveren van het aantal woon-werk verplaatsingen met de auto. 2. Bepalen van de succesfactoren van het project en de voorwaarden waaraan andere locaties moeten voldoen, om ook daar het gebruik van fietsroutes parallel aan filetrajecten op kosteneffectieve wijze te laten toenemen. Daarbij spelen zaken als waardering van de gebruikers van de snelfietsroute, de bekendheid van de snelfietsroute en participatie van het bedrijfsleven. De monitoring is gericht op fietsers en niet-fietsers, daar deze laatste feitelijk de potentiële gebruikers van de route zijn. Er wordt kwantitatief (tellingen) en kwalitatief (enquêtes, gesprekken) onderzoek gedaan: zowel voor realisatie van de maatregelen (nulmeting) als erna (één-meting). Zo kan worden bepaald welke onderdelen effectief zijn geweest. In eerste instantie richt de monitoring zich op het uitvoeren van een nulmeting. Op basis van de nulmeting en in een later stadium de één-meting worden de fietsers zo nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht. Op basis van deze gegevens kunnen uitspraken gedaan worden over de mogelijke substitutie. Om het succes van de snelfietsroute daadwerkelijk in beeld te brengen wordt aanvullend ingezet op een enquête onder fietsers, in combinatie met tellingen op de route, eveneens volgens de methode Ligtermoet. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat voor beide tracédelen aparte nulen één-metingen worden uitgevoerd om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de realisatie. Uiteraard moet getoetst worden of de inspanningen uiteindelijk resultaat opleveren. De maatregelen worden primair per deelproject gemonitord en geëvalueerd. Indien nodig wordt bijgestuurd in de vorm van intensivering, opschaling of aanpassing. Het fietsgebruik wordt continu gemeten door real time tellingen op strategische punten in het fietsnetwerk. Deze fietstellingen geven inzicht in de overall gedragsverandering. Aanvullend zal jaarlijks worden deelgenomen aan de landelijke fietstelweek waarbij nog eens extra info wordt verzameld over de routekeuze van de specifieke doelgroepen fietsers, het motief en de herkomst/bestemming. Daar waar info zal deze door aanvullende onderzoek (b.v. enquêtes) worden verzameld. Op het vlak van monitoring reserveert de provincie in ieder geval per project een budget (dit zal onderdeel van het projectbudget worden). Ook zal een concreet monitoringsplan worden opgesteld. Naast de permanente fietstellingen is in oktober 2015 reeds een nulmeting uitgevoerd door Goudappel op de Appelgaarde en Populierendreef. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen fietsers, auto s en vrachtverkeer. 17

108 Ondertekening Verlengde Velostrada Handtekening Datum.. F. (Floor) Vermeulen Gedeputeerde Verkeer en Vervoer Provincie Zuid-Holland 18

109 Ondertekening Verlengde Velostrada Handtekening Datum.. Drs. P.J. (Pex) Langenberg Voorzitter bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 19

110 Ondertekening Verlengde Velostrada Handtekening Datum.. Drs. Th.J.A.M. (Tom) de Bruijn Wethouder FVVM (Financiën, Verkeer, Vervoer, Milieu) Gemeente Den Haag 20

111 Ondertekening Verlengde Velostrada Handtekening Datum.. Drs. F.J. (Floor) Kist Wethouder Verkeer en Vervoer Gemeente Leidschendam-Voorburg 21

112 Ondertekening Verlengde Velostrada Handtekening Datum.. Drs. M.M. (Mark) Frequin Directeur-Generaal Bereikbaarheid Ministerie van Infrastructuur en Milieu 22

113 Snelfietsroute Rotterdam - Gouda Plan van Aanpak opgesteld in het kader van het Amendement Hoogland Definitief 1 2 Provincie Zuid-Holland Den Haag, 22 november 2016 SWNL ,

114 Inhoudsopgave Plan van Aanpak SFR Rotterdam - Gouda... 3 Samenvatting Beschrijving van de problematiek Verkeersanalyse Gedragsanalyse Stakeholderanalyse Uitvoeringsprogramma Projectgroep Direct betrokken stakeholders Incidenteel betrokken stakeholders Beschrijving van de maatregel/oplossing Doel van de maatregel Omschrijving van de maatregel Verkeersanalyse Conclusie Effecten op het hoofdwegennet Ontwikkeling Spitsmijden SFR Rotterdam - Gouda Neveneffecten Infrastructurele maatregelen Communicatie en Marketing Innovaties Nadere afbakening maatregel/effect Mogelijke variantie en onzekerheden in de scope Aanpak en planning van de maatregel Planning/Mijlpalen Risico s en kosten Uitvoeringsorganisatie Contracteringsstrategie Monitoring en evaluatie Nulmeting Éénmeting Algemeen Voortgang Ondertekening SWNL Pagina 2 van 24

115 Plan van Aanpak SFR Rotterdam - Gouda Datum: versie: D 1 2 Snelfietsroute Rotterdam - Gouda Algemene gegevens: Initiatiefnemer uitvoering Amendement Hoogland: Directeur-Generaal Bereikbaarheid, Ministerie van Infrastructuur en Milieu M. Frequin Uitvoerende organisatie: Gemeente Rotterdam Gemeente Gouda Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Zuidplas Metropoolregio Rotterdam Den Haag Regio Midden Holland Provincie Zuid-Holland Verantwoordelijke bestuurder: Gemeente Rotterdam P.J. Langenberg Gemeente Capelle aan den IJssel D. van Sluis Gemeente Zuidplas H.A. (André) Muller Gemeente Gouda H. Niezen Metropoolregio Rotterdam Den Haag P.J. Langenberg Regio Midden Holland K de Jong Provincie Zuid-Holland F. Vermeulen Verantwoordelijke projectmanager: Provincie Zuid-Holland T. Verdoorn Verantwoordelijk procesmanager: Sweco J. Smink Betrokken andere organisaties: Verkeeronderneming Rotterdam Fietsersbond Datum / versie: 22 november 2016, Def PvA, versie D 1 2 SWNL Pagina 3 van 24

116 Samenvatting In december 2015 is met het Amendement Hoogland 18,5 miljoen euro beschikbaar gekomen als rijksbijdrage voor te realiseren snelfietsroutes. Onder penvoering van de provincie Zuid-Holland doen de betrokken regiopartijen graag een beroep op deze middelen als bijdrage aan de snelfietsroute Rotterdam Gouda. De snelfietsroute Rotterdam Gouda is expliciet genoemd als route in het Amendement Hoogland. Dat is niet vreemd: de route loopt parallel aan de A20, de nummer 1 in de file top 10 van 2015 volgens de ANWB. Hier ligt dus een duidelijke kans om door goede, comfortabele fietsinfrastructuur automobilisten te verleiden om voor de fiets te kiezen en zo het hoofdweggennet te ontlasten. Met voorliggend Plan van Aanpak wordt invulling gegeven aan de snelfietsroute Rotterdam - Gouda, conform de systematiek van Beter Benutten II. Het verleiden van mensen om hun dagelijkse verplaatsingsgewoonten te doorbreken vergt veel tijd en inspanning. Daarvoor is een breed pakket aan maatregelen nodig, waaronder procesvoering, communicatie en promotie. Het aanbieden van een goed fietsnetwerk is echter een basisvereiste. De realisatie van de snelfietsroute bestaat uit een samenhangend maatregelenpakket van circa 30 verbeteringsmaatregelen in het gedefinieerde snelfietsroutenetwerk Rotterdam - Gouda, gelegen binnen de gemeenten Zuidplas, Capelle aan den IJssel, Gouda en Rotterdam. Het snelfietsroutenetwerk bestaat uit 2 corridors parallel aan de A20 en de Hollandse IJssel. Op enkele strategische punten zijn de corridors onderling verbonden. In de bijlage van het PvA treft u een overzichtskaart van de snelfietsroute aan. De ontwikkeling van de snelfietsroute Rotterdam - Gouda is vooral gericht op de overstap van forenzen van de auto naar de fiets, de zogenoemde spitsmijdingen. Op het gebied van spitsmijdingen worden de volgende effecten verwacht: Aantal fietsers per etmaal zonder snelfietsroute 4.741; Aantal fietsers per etmaal met snelfietsroute 4.901; Modal shift per etmaal 160 (waarvan 133 uit auto, 27 uit OV). De totale kosten voor het uitvoeren van het eerste deel van de maatregelen op het voorkeurstracé van het netwerk van de snelfietsroute Rotterdam - Gouda, bedragen De totale kosten van de maatregelen behorend bij voorliggend Plan van Aanpak bedragen , waarvan het Rijk (exclusief btw) bijdraagt en de regio eenzelfde bedrag. De rijksmiddelen worden, uitsluitend voor de afspraken gemaakt in voorliggend Plan van Aanpak, ter afhandeling en verdeling aan de provincie Zuid-Holland verstrekt. Voor de realisatie van de maatregelen en het uitvoeren van de communicatie en marketingwerkzaamheden maken de gemeenten vooraf concrete werk- en financieringsafspraken met de provincie Zuid-Holland. SWNL Pagina 4 van 24

117 Samenvatting Bijgevoegde documenten Bij het plan van aanpak horen twee bijlagen, te weten een maatregelenkaart en een maatregelenlijst. Deze twee documenten vormen de technische basis voor de realisatie van de SFR Rotterdam - Gouda. Naam document Kenmerk datum Bijlage 1 Maatregelenkaarten SFR Rotterdam - Gouda November 2016 Bijlage 2 - Maatregelenlijst SFR Rotterdam - Gouda November 2016 SWNL Pagina 5 van 24

118 1 Beschrijving van de problematiek 1.1 Verkeersanalyse Het noordoostelijk deel van de voormalige Stadsregio Rotterdam wordt gekenmerkt door een aantal zwaar belaste mobiliteitscorridors. De A20 Rotterdam - Gouda is de centrale as in dit gebied en staat al jaren hoog in de File top 50 van de Verkeersinformatiedienst. Met name de afslag Moordrecht, maar ook het knooppunt Terbregseplein zijn filegevoelige locaties. Rijksweg A16 is de belangrijkste noord-zuidverbinding over de Maas en verdeelt het havengerelateerde verkeer over de beide achterlandverbindingen (A12 en A15). De A20 vormt ook de noordelijke tak van de ruit van Rotterdam. Het gedeelte van het Terbregseplein naar de A13 heeft dagelijks onvoldoende capaciteit om het aanbod te kunnen verwerken. Vooral het in- en uitvoegende verkeer en de relatief korte invoegstroken zorgen regelmatig voor filevorming en vertraging. De A20 en A16 zijn ook regionale dragers van het gebied en vormen daarmee de (interne) ontsluiting van Rotterdam-Noord en de omliggende kernen. Deze verbindingen hebben daarmee een belangrijke functie voor het regionale autoverkeer. In de regio is de afgelopen jaren hard gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid van de noordkant van Rotterdam, waarbij is ingezet op een alternatief voor de A13 met het doortrekken van de A4. Dit heeft een verlaging van de verkeersdruk op de noordelijke ruit gegeven. Daarnaast is de regionale ontsluiting van de Zuidplas aangepakt met een omgelegde N219 en een nieuwe aansluiting op de A20. In de toekomst komt er een link tussen de A20 en de A13 en wordt de Moordrechtboog gerealiseerd. Dit zal de doorstroming ter plaatse verbeteren, echter de capaciteit van de A20 tussen Rotterdam en Gouda blijft beperkt en volgens de modelberekeningen onvoldoende. Met diverse campagnes, maar ook een concreet aanbod van mobiliteitbeïnvloedende maatregelen zijn automobilisten in dit gebied aangesproken en gemotiveerd om over te stappen op fiets en openbaar vervoer. Echter vooral in de spitsen blijft de belangrijkste slagader van het gebied, de A20, zwaar belast en zijn het vooral de aansluitingen, die kampen met filevorming en stagnatie. De gevolgen daarvan zijn merkbaar tot in de haarvaten van de stedelijke netwerken van Nieuwerkerk, Moordrecht, Capelle aan den IJssel, Gouda en Rotterdam. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de doorstroming van het verkeer, maar als gevolg daarvan ook voor de (lokale) bereikbaarheid van de gebieden, de leefbaarheid van de aangrenzende woongebieden en de milieukwaliteit en geluidsoverlast in een brede zone langs de A20 en de A16. De overbelasting van het regionale en landelijke wegennet treedt dagelijks op in de spitsen tussen 7.00 en 9.00 uur en tussen en uur. Bij slecht weer, evenementen en calamiteiten lopen de periodes automatisch uit, waarbij de spitsen regelmatig 3 tot 4 uur duren. 1.2 Gedragsanalyse Op het snelwegtraject van de A20, op de A16 en de parallelbanen, maar ook op de knopen van de A12 met de A16 en de A12, zo blijkt uit modelberekeningen, is er sprake van vertraagde ritten. Veel lokale verplaatsingen worden nu nog met de auto gemaakt, waarbij ook het hoofdwegennet gebruik wordt. Analyses met het RVMK (dat gekalibreerd is op basis van een uitgebreid telprogramma) laten zien dat er binnen de noordoostelijke regio van Rotterdam diverse sterke arbeidsrelaties aanwezig zijn. De kernen Gouda, Nieuwerkerk, Moordrecht en Capelle aan den SWNL Pagina 6 van 24

119 Beschrijving van de problematiek IJssel fungeren daarbij in belangrijke mate als voedingsgebieden (door de relatief hoge woningdichtheid) voor de grote werkgelegenheidsgebieden in Rotterdam-Noord en Centrum, maar ook voor de havens. Er is een dagelijkse pendel tussen deze gebieden op afstanden tot zo n 20 kilometer. Er zijn ook duidelijke regionale fietsstromen, waar te nemen, vooral daar waar het gaat om de woon-schoolrelaties. Veel grote scholengemeenschappen liggen in Rotterdam en zorgen voor veel spitsverplaatsingen op de wegen, maar vooral ook op de doorgaande fietsroutes. Ten slotte is het gebied rond de IJssel, maar ook de Zuidplas en Kralingen recreatief erg aantrekkelijk voor zowel de eigen inwoners, als de Rotterdammers. In de afgelopen jaren is op dit vlak veel geïnvesteerd in nieuwe en hoogwaardige voorzieningen en is de bereikbaarheid, vooral ook voor de fiets, sterk verbeterd. Echter ook de automobiliteit is hierdoor toegenomen. 1.3 Stakeholderanalyse Het grootste deel van de voertuigen op de A-wegen betreft personenvoertuigen. Vooral het deel dat een lokale of regionale verplaatsing maakt bestaat uit de potentiële fietsers. Veel van de autoverplaatsingen zijn gewoonteverplaatsingen. Daarnaast vormen de A-wegen psychologische barrières in het gebied die uitnodigen tot autogebruik. Vooral het kruisen van de A20, maar ook de A16 kan met de fiets slechts op enkele plekken op een kwalitatief goede manier. De belangrijkste argumenten, die zowel de huidige als de potentiële fietsers in de afgelopen jaren gegeven hebben om niet of niet vaker te fietsen, zijn veiligheid en doorstroming, in het bijzonder het geen voorrang hebben bij kruispunten, te smalle paden met teveel fietsers in de tegenrichting en wachten bij verkeerslichten. Bij de ontwikkeling van de Snelfietsroute Rotterdam - Gouda wordt op beide sporen ingezet. Enerzijds is een communicatie- en marketingspoor ingezet, met aanvullende maatregelen ter stimulering van het fietsgebruik, in het algemeen en specifiek voor deze route. Anderzijds wordt een forse infrastructurele verbetering uitgevoerd, die moet leiden tot een kwalitatief hoogwaardige, doorgaande fietsroute met prioriteit voor de fietsers. Met betrekking tot de parkeervoorzieningen hebben veel werkgevers in de regio rond de A20 nog ruime faciliteiten voor hun werknemers en zijn er nog maar weinig beperkende maatregelen opgelegd. In de gemeenten Zuidplas en Gouda is de fiscalisering van het parkeren nog beperkt tot de centrumgebieden. Dit vormt een te beperkte prikkel om over te stappen op de fiets, De gemeente Capelle aan den IJssel kent in het geheel geen fiscalisering van het parkeren, ook niet in het centrumgebied. Dit vormt dus helaas geen prikkel om over te stappen op de fiets. Hier staat tegenover dat de gemiddelde regionale verplaatsingsafstand (berekend met het RVMK) rond de 10 km ligt en daarmee prima per fiets af te leggen is. Dat geldt ook voor de onderlinge afstanden tussen de gemeenten, die allemaal op nog geen 5 km van elkaar liggen. Toch worden de afstanden mentaal hoger ingeschat, daar de gemeenten allemaal nog als afzonderlijke gemeenten, met eigen voorzieningen, worden gezien. De afstanden, maar ook de onderlinge relaties en afhankelijkheden, in combinatie met een geschikte infrastructuur voor het langzaam verkeer, maken dat er een behoorlijke potentie is voor de fiets. De verwachting is, dat als de mentale barrières geslecht worden en de infrastructuur gelijktijdig verbeterd wordt, deze groei ook daadwerkelijk tot stand zal komen. Op grond van de ervaringen van de provincie Zuid-Holland in andere snelfietsroutes, maar ook de landelijke ervaringen vanuit onder meer Fiets Filevrij, blijkt dat een goede infrastructuur, in combinatie met een gerichte communicatie en marketing en een adequaat fietsstimuleringsbeleid bij de in het gebied gesitueerde bedrijven, leidt tot een forse groei van het forenzen fietsverkeer. Dit is reeds met de vooronderzoeken op de aangrenzende Beneden Merwederoute aangetoond. SWNL Pagina 7 van 24

120 Beschrijving van de problematiek 1.4 Uitvoeringsprogramma De Snelfietsroute Rotterdam - Gouda is het afgelopen jaar tot stand gekomen op basis van een verkenning van de samenwerkende gemeenten onder leiding van de beide regio s Midden Holland en MRDH. Aan de locatie van de route is een onderzoekstraject voorafgegaan, waarbij factoren als voedingsgebieden, bereikbaarheid van majeure objecten, bedrijven, winkelcentra, scholen en woongebieden, maar ook de geschiktheid van routes en routedelen onderling en de mogelijkheden om deze geschikt te maken, afgewogen zijn. Hierbij is de uitkomst steeds naast de richtlijnen van snelfietsroutes gelegd, maar ook naast het oordeel van experts. In de nabije toekomst wordt de dialoog aangegaan met bedrijven en bewoners van het gebied om de route en de kans op het gebruik, in casu de overstap vanuit de auto, in beeld te brengen. Om tot een kwalitatief hoogwaardige snelfietsroute te komen is de route begin 2016 geschouwd en zijn alle noodzakelijke en gewenste maatregelen in beeld gebracht. Deze lijst met maatregelen is in het kader van voorliggende aanvraag ten behoeve van het amendement Hoogland opgesteld. De lijst is in de bijlagen bijgevoegd. Alle partijen staan achter het gezamenlijk programma! Voor elke maatregel is een uitwerkingsprincipe vastgesteld en zijn de kosten geschat. Bij de schatting van de kosten zijn, in het licht van de ontwikkeling van de snelfietsroute, percentages opgenomen voor communicatie en marketing, voor zover die niet uit andere middelen (Beter Benutten Vervolg) gedekt zijn. Per maatregel worden bij aanvang van het project, tussen voornoemde partijen afzonderlijk, afspraken gemaakt met betrekking tot bestuurlijke besluitvorming, maar ook de (co)financiering en planning van voorbereiding en uitvoering van de maatregelen. De uitwerking van de maatregelen wordt nu al ter hand genomen. De realisatie van de maatregelen wordt verwacht in de periode Projectgroep In 2015 is op enthousiaste constructieve wijze door een werkgroep gewerkt aan een verkenning van de snelfietsroute Rotterdam Gouda. In deze werkgroep zijn vertegenwoordigd: Provincie Zuid-Holland Metropoolregio Rotterdam Den Haag Regio Midden-Holland Gemeente Rotterdam Gemeente Capelle aan den IJssel Gemeente Zuidplas Gemeente Gouda Alle betrokken partijen hebben zich positief uitgesproken over de snelfietsroute, in ieder geval het voorkeurstracé, en willen graag verder met de volgende stappen. Zo heeft de gemeente Rotterdam aangegeven dat samenwerken met de omliggende gemeente aan snelfietsroutes onderdeel is van haar nieuwe fietsplan. Ook de gemeente Zuidplas heeft meermaals aangegeven graag verder te werken aan deze route. De regio Midden-Holland is warm voorstander van de route en heeft de route opgenomen is in het RVVP Midden-Holland. De provincie Zuid-Holland heeft de route ook opgenomen in haar nieuwe Fietsplan. 1.6 Direct betrokken stakeholders De overige direct betrokken stakeholders worden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rondom de snelfietsroute, omdat zij hier als wegbeheerder zijdelings mee te maken hebben. Het betreft Rijkwaterstaat en de Rotterdamse deelgemeenten. 1.7 Incidenteel betrokken stakeholders Een aantal partijen wordt incidenteel ingelicht als daar vanuit de ontwikkeling van de snelfietsroute een concrete aanleiding voor is. Het betreft de RET, diverse bedrijvenverenigingen en grote bedrijven en instellingen als Rotterdam The Hague Airport. SWNL Pagina 8 van 24

121 2 Beschrijving van de maatregel/oplossing 2.1 Doel van de maatregel Het doel is om automobilisten die op fietsbare afstand van het werk wonen (tot 15 kilometer 1 ) te stimuleren om de fiets naar het werk te pakken. In de intergemeentelijke relaties kan de fiets, door de relatief korte afstanden, de auto goed vervangen. Gezien de filedruk op de A20, de herkomst- en bestemmingsgebieden van de automobilisten en de ligging van de snelfietsroute, heeft de route een groot aantal potentiële gebruikers. Door het stimuleren van het gebruik van de fiets door middel van (promotie van) een aantrekkelijke en comfortabele fietsroute, in combinatie met gerichte communicatie - en marketingactiviteiten en fietsstimuleringsmaatregelen, wordt zowel het hoofdwegennet, als het onderliggend wegennet ontlast. 2.2 Omschrijving van de maatregel In de verkenning van de snelfietsroute Rotterdam Gouda zijn meerdere tracés verkend. Zowel voor het deel tussen Rotterdam en Nieuwerkerk aan den IJssel als voor het deel tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda zijn een noordelijke en een zuidelijke variant uitgewerkt. Zo zijn er vier combinaties mogelijk: noord-noord, noord-zuid, zuid-noord en zuid-zuid, zie Figuur 2-1. Figuur 2-1 Mogelijke tracés SFR Rotterdam - Gouda De mogelijke tracés verschillen van elkaar wat betreft haalbaarheid/ruimtelijke inpasbaarheid, benodigde investeringen en verwachte effecten. Op basis van o.a. deze criteria is gekozen voor de noord-zuidroute als voorkeurstracé (zie Figuur 2-2). Dat betekent dat de route vanaf het centrum van Rotterdam richting de A20 loopt. Vervolgens gaat die om de Kralingse Plas heen en loopt parallel aan de A20 door Prins Alexander en het Capelse hoofdweggebied richting Nieuwerkerk aan den IJssel. Dit deel van de route is in totaal circa 12 kilometer. In Nieuwerkerk aan den IJssel gaat de route verder via het zuidelijke tracé, langs de IJssel en door Moordrecht naar Gouda. Dit deel is circa 7,5 kilometer. 1 Door het KIM wordt nu als een maximale fietsafstand, op basis van een langjarig onderzoek naar het huidige gebruik van de fiets, aangehouden van 7,5 km. Echter binnen FFV (een samenwerking van het ministerie van I&M en de Fietsersbond en decentrale overheden) is inmiddels op basis van recent onderzoek vast komen te staan dat de bovengrens op 15 km ligt, zie de publicatie Netwerken van Regionale Fietsroutes waarin de netwerken van Den Haag en Rotterdam onderzocht zijn. SWNL Pagina 9 van 24

122 Beschrijving van de maatregel/oplossing Figuur 2-2 Voorkeurstrace SFR Rotterdam - Gouda (geel gemarkeerd) De route is uitgewerkt in een maatregelenlijst (Opgenomen in de bijlagen van voorliggend Plan van Aanpak) waarin is aangehaakt op het ambitieniveau dat in de Methode Fiets filevrij! is vastgelegd. De belangrijkste uitgangspunten bij de uitwerking zijn: comfortabel, direct, veilig en snel door kunnen fietsen; de fietser heeft zoveel mogelijk overal voorrang of kruist het autoverkeer ongelijkvloers; een betrouwbare reistijd. Daarnaast is herkenbaarheid van de route een belangrijk aandachtspunt. Dit wordt uiteindelijk onder meer vertaald in de breedte en het asfalt, maar ook verlichting en bewegwijzering. Per gemeente zijn op de routekaart de locaties aangegeven waar bestaande fietsvoorzieningen worden verbeterd en waar nodig, nieuwe fietsvoorzieningen worden aangelegd. Ook maatregelen ten aanzien van bewegwijzering en verlichting zijn in de maatregelenlijst opgenomen. Bij de maatregelen is een kostenschatting opgenomen. De kostenschattingen zijn opgesteld op basis van: kostenkengetallen; type maatregel; locatie van de maatregel; omvang van de maatregel; de standaardposten van de SSK-ramingssystematiek; percentage onvoorzien; percentage voor communicatie en marketing. Hierbij is een, voor de fase van het project relevante, onzekerheidsmarge/risicoprofiel in acht genomen. Veel maatregelen op de kaart zijn principeoplossingen en worden de komende periode uitgewerkt en nauwkeurig geraamd. Zodra de financiering van elke maatregel rond is, wordt ook de realisatie ter hand genomen. De lijst met maatregelen is hierna opgenomen. Dit betreft geen statisch gegeven, maar vormt een dynamische lijst die in ontwikkeling blijft. Naast het feit dat indicatieve maatregelen uitgewerkt worden tot concreet te realiseren oplossingen, worden ook nieuwe inzichten en verbeteringsmogelijkheden, zoals die aangedragen worden vanuit de kennisontwikkeling van FFV, in de lijst verwerkt voor de betreffende locaties. De voorgestelde maatregelen brengen de snelfietsroute op het hoogst haalbare en vanuit de snelfietsroute gedachte gewenste, kwaliteitsniveau. Hiermee worden alle fysieke belemmeringen voor de (inter)lokale fietsers weggenomen. Niet alleen beschikt de fietser in de komende SWNL Pagina 10 van 24

123 Beschrijving van de maatregel/oplossing jaren over een comfortabele route, ook worden de vertragingstijden op de route sterk gereduceerd, wordt de stopkans aanzienlijk kleiner en zal de veiligheid fors toenemen. De aangegeven belemmeringen die de huidige automobilisten ervaren (zoals onder andere verkregen via een draagvlakmeting) met betrekking tot de fysieke gesteldheid van de route, zullen hiermee weggenomen zijn. Gelijktijdig met het ontwikkelen van de route wordt het komende jaar (2017) ook een communicatie en marketingstrategie uitgerold en worden de potentiële fietsers opgezocht en benaderd. De werkzaamheden maken onderdeel uit van het Mobiliteitsprogramma van de Verkeersonderneming dat in het kader van Beter Benutten Vervolg wordt uitgerold. Door dit programma wordt de marketing van de alternatieve vervoerwijzen voor de auto onder de aandacht gebracht bij de verschillende potentiële doelgroepen. Ook de Snelfietsroute Rotterdam - Gouda maakt onderdeel uit van dit pakket. Op deze manier wordt een stevige impuls gegeven aan het fietsen en komen de A20 noord en de Snelfietsroute Rotterdam - Gouda reeds op eenieders agenda te staan. Het is te verwachten dat ook na 2017 deze aanpak verder doorgezet wordt. Echter vanuit het project wordt begin 2018 het stokje overgenomen/aangevuld met een aantal gerichte communicatieacties in relatie tot het realisatieprogramma van de snelfietsroute. Op die manier blijft de route onder de aandacht van de weggebruikers. Alle kansen om de route positief in beeld te brengen worden daarbij benut en de successen worden gevierd. Met deze tweetraps systematiek wordt het maximale effect bereikt met betrekking tot de modal shift en het fietsgebruik van de SFR als gevolg van de gerealiseerde kwaliteitsverbetering van de route. De realisatie van de maatregelen gebeurt onder regie van de gezamenlijke projectgroep, bestaande uit de belangrijkste stakeholders, zoals de wegbeheerders en de regionale overheden. Op deze manier wordt gewaarborgd dat de lokale fietsers optimaal bediend worden, maar dat ook de hinder en overlast, als gevolg van de werkzaamheden, tot een minimum beperkt blijven. Deze centrale coördinatie heeft tevens als voordeel dat de kwaliteit van de maatregelen op het hoogste niveau blijft en dat alle partijen elkaar kunnen steunen en bijstaan in de realisatie en het gewenste en noodzakelijk draagvlak voor de route. 2.3 Verkeersanalyse De te verwachten effecten van de snelfietsroute zijn in de verkenning uitgedrukt in termen van het verwachte aantal fietsers, inclusief modal shift en ook reistijdbesparingen, comfortverbetering en afstandsverkorting. De volgende methode is gehanteerd voor de bepaling van het verwachte aantal fietsers en extra fietsers ten gevolgde van een modal shift op de route: 1. Aantal verplaatsingen (basis) Als basis voor de bepaling van het aantal verplaatsingen in het studiegebied zijn twee bronnen gebruikt: Voor H/B-relaties korter dan 10 kilometer: het aantal autoverplaatsingen per H/B-relatie (herkomst-bestemming) volgens het regionale verkeersmodel van de gemeente Rotterdam op postcode4-detailniveau. Hierbij zijn de verplaatsingen met alle motieven meegenomen. Voor H/B-relaties langer dan 10 kilometer: daadwerkelijke verplaatsingen die via telefoondata verkregen zijn. Er is gekozen voor deze combinatie van bronnen, omdat de telefoondata niet betrouwbaar genoeg zijn voor de kortere afstanden, terwijl het verkeersmodel niet betrouwbaar genoeg is aan de randen van het studiegebied (Gouda). 2. Relevante verplaatsingen Niet alle H/B-relaties in het verkeersmodel zijn relevant voor de fietsroutes. Daarom is bepaald wat de relevante H/B-relaties zijn. Hierbij is in principe het uitgangspunt gehanteerd dat alle gebieden waar de betreffende route doorheen loopt relevant zijn, én alle gebieden in de start/eindgemeenten die met elkaar verbonden worden door de route. In Figuur 2-3 is met de blauwe inkleuring aangegeven welke gebieden dit zijn voor beide routes. SWNL Pagina 11 van 24

124 Beschrijving van de maatregel/oplossing Figuur 2-3 Relevante invloedsgebied tracé noord-zuid (blauwe arcering) 3. Aantal fietsverplaatsingen Vanuit het totale aantal verplaatsingen is een schatting gemaakt van het aantal fietsverplaatsingen. Dit is gebeurd met behulp van CBS-statistieken over de modal split in de provincie Zuid- Holland. Voor iedere afstand in kilometers is bekend wat het aandeel is van het aantal fietsverplaatsingen in het totaal aantal verplaatsingen. 4. Correcties Op de aantallen relevante verplaatsingen per route is een correctie doorgevoerd voor elke H/Brelatie. Deze correctie betreft een inschatting van het aandeel fietsers op de betreffende relatie dat van de route gebruik zal maken. Deze correctie is nodig omdat niet alle fietsers tussen twee relevante zones (herkomst of bestemming) van de nieuwe/aangepaste route gebruik zullen maken. Voor de bepaling van de baten (en de daarmee samenhangende verwachte groei in aantal fietsers) zijn de aantallen fietsers voor een tweede keer gecorrigeerd. Nu op basis van het aandeel van het traject dat via de nieuwe route afgelegd wordt. 5. Snelheidswinst, afstandswinst en comfortwinst Voor de verandering in reistijden en reisafstanden is uitgegaan van de bevindingen uit de uitgevoerde infrastructurele verkenning. Reisafstanden worden niet korter met deze route. Wel wordt de route door o.a. betere verharding, voorrang voor de fiets, betere afstemming voor fietsers van VRI s en verbreding van de fietsvoorzieningen sneller. Daarnaast vindt er een substantiële verbetering van het comfort plaats. Uitgedrukt in rapportcijfers gaat het comfort van een 6,5 naar een 9. De inschatting is dat de gemiddelde fietsrit 3 procent sneller zal zijn (feitelijke reistijdwinst en comfortwinst uitgedrukt in reistijdwinst. 6. Modal shift Om de groei van het aantal fietsers (modal shift) ten gevolge van de snelfietsroute te bepalen is eerst gekeken naar de (theoretische) modal share van de fiets in de huidige situatie. Dit is gebeurd door per H/B-relatie te bekijken wat de onderlinge afstand is. Hier is de modal split volgens het OViN op toegepast om te bepalen welk aandeel de fiets hier in heeft. In de situatie mét een snelfietsroute zijn fietsers sneller. Deze tijdwinst is in afstand uitgedrukt en zo is ook voor de situatie met snelfietsroute de modal share van de fiets voor iedere relevante H/B-relatie bepaald. Het verschil is de modal shift. SWNL Pagina 12 van 24

125 Beschrijving van de maatregel/oplossing 2.4 Conclusie Op basis van de hierboven beschreven methode, zijn de volgende getallen gevonden: Aantal fietsers per etmaal zonder snelfietsroute 4.741; Aantal fietsers per etmaal met snelfietsroute 4.901; Modal shift per etmaal 160 (waarvan 133 uit auto, 27 uit OV). 2.5 Effecten op het hoofdwegennet De route Rotterdam Gouda loopt parallel aan de A20. Het deel tussen Rotterdam en Nieuwerkerk aan Den IJssel zelfs pal er naast. Verondersteld mag worden dat van de verwachte modal shift vanuit auto naar de fiets 133 ritten per etmaal een aanzienlijk deel afkomstig is van het hoofdwegennet. 2.6 Ontwikkeling Spitsmijden SFR Rotterdam - Gouda De snelfietsroute Rotterdam - Gouda loopt voor een belangrijk deel over reeds bestaande fietsroutes. Deze routes worden, als hoofdroutes van het lokale wegennet goed onderhouden. Daarmee ligt er een befietsbare fietsroute van Rotterdam naar Gouda en terug. Echter de huidige kwaliteit sluit niet aan bij de gewenste kwaliteit van een Snelfietsroute volgens de Inspiratiebundel snelle fietsroutes. De uitvoering van voorliggend Plan van Aanpak gaat daar verandering in aanbrengen. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds gestart. In 2017 kunnen hier de eerste resultaten van op straat waargenomen worden. Maar ook de marketing en PR van de route worden momenteel opgepakt en in het komend jaar uitgerold. Beide onderdelen gaan ervoor zorgen dat het fietsgebruik op de route gaat groeien, voor een deel ook ten opzichte van het autoverkeer: de zogenoemde overstappers. Onderstaand is een eerste inschatting gegeven van de volgorde waarin de route opgepakt wordt en wat de verwachte bijdrage daarvan is in de groei van het aantal spitsmijdingen. Locatie Periode begin Effect Percentage aandeel spitsmijdingen Spitsmijdingen Nieuwerkerk Q % 14 Gouda/Moordrecht Q % 26 Capelle aan den IJssel Q % 26 Overige delen in combinatie met slotoffensief communicatie en marketing Q % 67 Totaal 133 De start van de SFR Rotterdam - Gouda eind Q wordt als ijkpunt gezien voor de groei van het aantal spitsmijdingen. De feitelijke realisatie van de maatregelen gaat in het najaar van 2017 van start. Om een goede meting van deze groei te krijgen wordt in het voorjaar van 2017 ook een uitgebreide nulmeting uitgevoerd. 2.7 Neveneffecten Daarnaast heeft de fiets nog andere voordelen ten aanzien van maatschappelijke kosten, ruimtegebruik en gezondheid. De wijze waarop de fietsroute in technische zin wordt verbeterd, kan als zeer duurzaam worden betiteld. Niet alleen worden duurzame materialen gebruikt, wordt de fietsroute opgeplust naar een toekomstbestendige norm voor snelfietsroutes, maar wordt ook gewerkt aan een duurzame inpassing van de route in de omgeving. SWNL Pagina 13 van 24

126 Beschrijving van de maatregel/oplossing Voorbeelden van duurzaamheid in dit project zijn: hergebruik van bestaande funderingsmaterialen; herstel van de flora en fauna langs de route; verbetering van de waterhuishouding en de waterberging; duurzame ledverlichting. De wijze van realiseren en de te gebruiken materialen worden op duurzame wijze ingestoken. Dat wil zeggen dat er zoveel mogelijk wordt gestreefd naar een beperking van het energieverbruik bij realisatie, dat gebruik gemaakt wordt van herbruikbare grondstoffen en het hergebruik van de bestaande middelen, zoals het gebruiken van de huidige infrastructuur in de fundering. Daarnaast wordt er ook gekozen voor duurzame verlichting met een laag energieverbruik. Echter infrastructurele maatregelen zijn per definitie duurzaam. De civieltechnische maatregelen die worden getroffen hebben een levensduur van minimaal 20 jaar. Ten slotte is het realiseren van een goede infrastructuur in combinatie met een juiste marketing en communicatie, waardoor er een overstap gemaakt wordt van de auto naar de fiets op zich een duurzaamheidsimpuls. 2.8 Infrastructurele maatregelen In de tabel in de bijlage staan de maatregelen opgesomd, inclusief de hoogte van de ingeschatte kosten. Voor alle maatregelen en het totaal geldt dat de inschatting is gemaakt op basis van kengetallen. Engineeringskosten en risico-opslag zijn initieel niet meegenomen, maar onderaan in de tabel is hiervoor een bedrag opgenomen. btw is apart meegenomen. In de bijlage zijn ook kaarten opgenomen waarop met nummers is aangegeven waar op de route de maatregelen zich bevinden. De nummers corresponderen met de nummers in de tabel. 2.9 Communicatie en Marketing De andere kant van het ontwikkelen van een snelfietsroute is de marketing en promotie van de route en het fietsen op zich, waarmee de potentiële fietsers worden getriggerd om vaker de fiets nemen. Gebiedsaanpak Rotterdam-Noordoost Ieder gebied is bijzonder en vraagt daarom om een specifieke vraaggerichte aanpak gebaseerd op de behoefte van deelnemers naar mobiliteitsoplossingen. Door de werkgevers- en bewonersaanpak van de Verkeersonderneming zijn gebiedsprofielen en doelgroepenanalyses opgesteld die informatie geven over de behoeften aan mobiliteitsdiensten van de doelgroepen en potentiële deelnemers, zo ook in Rotterdam-Noordoost (Rotterdam Alexander Gouda). De Verkeersonderneming en haar moederorganisaties kennen dit gebied en de betrokkenen binnen dit gebied goed. Voor de werkgeversaanpak betreft het werven van werkgevers maatwerk. Afhankelijk van de situatie kan hierbij gebruik worden gemaakt van de koepelorganisaties, bedrijvenverenigingen of het netwerk van de projectleiders en het gebiedsoverleg van het betreffende gebied zelf. De bewonersaanpak is meer uniform en gericht op segmenten. Hierbij wordt een handreiking verstrekt over het type bewonerssegmenten en welke type diensten (maar ook het benaderen van deze specifieke segmenten) meer of minder effectief werken. De aanbesteding voor de Marktplaats voor Mobiliteit staat op dit moment uit en in november 2016 is een contractpartner -1 dienstverlener of een consortium van dienstverleners- bekend die medeverantwoordelijk is voor de realisatie van structurele spitsmijdingen in o.a. het contractgebied Rotterdam Noord Oost. Het gaat hierbij om spitsmijdingen op de A20 en meer specifiek om mensen die een herkomst hebben in het gebied Zuidplas en Gouda. Voorgestelde aanpak voor communicatie en gedrag De aanpak voor communicatie en gedrag is geënt op de volgende drie communicatiedoelen: het zorgen voor bekendheid bij inwoners en werkgevers; SWNL Pagina 14 van 24

127 Beschrijving van de maatregel/oplossing het creëren van betrokkenheid van inwoners en werkgevers; het creëren van een mindshift en daadwerkelijke gedragsverandering. De kern van de uitwerking van de communicatiedoelen is gebaseerd op: 1. De framing van de snelfietsroute. 2. Goed en duidelijk kaartmateriaal. 3. Behoeftenverdeling. Ad 1. De framing van de snelfietsroute Het framen van de snelfietsroute wordt aangescherpt. De route krijgt nu een term van een snelfietsroute, omdat er een aantoonbare reistijdwinst bereikt wordt. Echter naast de reistijdwinst is ligt het accent ook op het verbeteren van het comfort voor de fietser. Verkeersonderneming en projectgroep stellen samen de kaders op voor het zogenoemde framen van de snelfietsroute. Ad 2. Goed en duidelijk kaartmateriaal Voor het communicatieproces is het essentieel om bij de start van het proces over goed en duidelijk kaartmateriaal te beschikken. Op de kaart wordt aangeven welke onderdelen van de route reeds vastliggen en waar de betrokkenen in het planproces nog invloed op uit kunnen oefenen. Ad 3. Behoefteverdeling De Verkeersonderneming heeft recent een behoeftenverdeling ontwikkeld in samenwerking met marktonderzoeksbureau GFK. Dit omdat op dit moment een robuuste verdeling ontbreekt. Met robuust wordt een segmentatie bedoeld, waarin een combinatie van motivatie- en situationele aspecten is meegenomen. Het gedrag op het gebied van mobiliteit wordt bepaald door basismotivaties, maar ook door situationele 'drivers', zoals beschikbaarheid van ov en aanbod van faciliteiten door de werkgever. Voor deze onderverdeling is een enquête uitgezet onder bijna bewoners uit de gebieden Noordwest, Noordoost, Zuidwest en Zuidoost. Op basis van antwoorden op behoeftestellingen zijn door een clusteranalyse 5 segmenten geïdentificeerd. De 5 segmenten zijn: Segment 1: Moet met de auto, 27% Segment 2: Mijdt de auto, 18% Segment 3: Houdt onvoorwaardelijk van de auto, 18% Segment 4: Gaat met de auto, 20% Segment 5: Kan met de auto, 17% De verdeling over de segmenten in het gebied Rotterdam Noord Oost (Rotterdam Alexander Gouda) ziet er als volgt uit: Voor het gebruik van de onderverdeling wordt voor de snelfietsroute Rotterdam - Gouda uitgegaan van: een focus op een specifiek segmenten; gebruik van de argumenten die aansluiten op de behoeften van het segment en hier met de communicatie op aansluiten. Om de doelgroep te bereiken is er inzicht nodig in mediagedrag en is een methodiek voorbereid die het mogelijk maakt om gebieden en adressen te selecteren waar de doelgroep zich bevindt. Deze methodiek wordt op dit moment met succes in praktijk gebracht. SWNL Pagina 15 van 24

128 Beschrijving van de maatregel/oplossing De segmentatie wordt gebruikt als basis bij de communicatieaanpak die onderverdeeld is in: 1. Zenden 2. Ontvangen 3. Dialoog 4. Samen creëren Deze vier onderdelen zijn onderstaand in hoofdlijnen uitgewerkt en worden gedurende de looptijd van het project nader ingevuld. Ad 1. Zenden Zenden staat voor het informeren van (potentieel) betrokkenen over de komst van de snelfietsroute en hun mogelijke betrokkenheid in het planproces. Het betreft hierbij algemene communicatie over het project en een meer gerichte communicatie richting werkgevers, fietshandelaren, onderwijsinstellingen en andere geïnteresseerden. Voor de communicatie wordt - naast het netwerk vanuit de VO (bewoners en werkgevers) - gebruik gemaakt van het bestaande netwerk van de betrokken gemeenten, MRDH en provincie. Als communicatiekanaal kan de campagne filedier ingezet worden (website, twitter, Facebook). Ad 2. Ontvangen Waar zenden zich richt op het informeren gaat ontvangen meer over het verzamelen van inzichten vanuit potentiële stakeholders. Hiervoor worden onderzoeken uitgezet om inzicht te krijgen in het huidige reisgedrag. Bewoners en werkgevers kunnen hun interesse aangeven om: informatie te blijven ontvangen (zie zenden) en betrokken te worden in het planproces (zie dialoog en samen creëren). Het onderzoek bestaat uit een 0-, 1- en 2- meting. Door verschillende metingen uit te voeren wordt inzicht verkregen in hoeverre er sprake is van een mindshift en mogelijk al van een gedragsverandering ten tijde van het planproces. De 1- en 2-meting zijn mogelijk gedurende of na afloop van de Beter Benutten Vervolgperiode, dus in Deze metingen worden opgenomen in de communicatiekalender. Ad 3. Dialoog Het doel van de dialoog is het voeren van het gesprek met werkgevers en bewoners over de routekeuze en het verzamelen van wensen ten aanzien van de inrichting en aanvullende faciliteiten op en nabij de route. Hiervoor worden in 2017 drie focusgroepsgesprekken gehouden met inwoners in Gouda, Zuidplas en Rotterdam Alexander, alsmede een aantal dialoogsessies met (grote) werkgevers en een consultatie met werkgeversverenigingen en parkmanagers. Ad 4. Samen creëren De overheid investeert in een snelfietsroute. Het doel van het samen creëren is om met elkaar te bekijken wat nog meer mogelijk is om van de snelfietsroute een succes te maken en wat er nodig is om de ideeën in de praktijk te brengen. Een mogelijkheid hiervoor is het organiseren van een cycle hack met inwoners in het gebied tussen Gouda en Rotterdam. Deze, maar ook andere mogelijkheden worden in de loop van het realisatieproces bezien en, indien nuttig of noodzakelijk, ook ingezet en uitgevoerd. SWNL Pagina 16 van 24

129 Beschrijving van de maatregel/oplossing Cycle Hack De definitie van hacken is het vinden van toepassingen van middelen, die niet door de maker van het middel bedoeld zijn. Het wordt vooral gebruikt met betrekking tot computers, maar is in principe breder. Gemakkelijke en snelle alternatieve oplossingen hebben de voorkeur. Ook het gebruik van een wasknijper om te voorkomen dat je broekspijp tussen je fietsketting komt is in principe een hack. "Gewone" uitvindingen en verbeteringen zijn dus geen hacks, zolang ze gebruikt worden waarvoor ze gemaakt zijn. Een Cycle Hack borduurt voort op deze definitie en is gericht op toepassingen die een oplossing zijn voor barrières die mensen ervan weerhouden om te fietsen. Het gaat niet per se om producten, maar kan ook gericht zijn op betaalde of vrijwillige diensten. Twee mooie voorbeelden van Cycle Hack-diensten zijn het Amsterdamse Witte Fietsen Plan en het Deense Cycling Without Age. In het Witte Fietsen Plan was de hack dat fietsen geen privébezit meer zouden zijn, maar publiek bezit. Bij het Cycling Without Age-initiatief is de hack dat een rickshaw specifiek ingezet wordt voor ouderen die niet meer zelf kunnen fietsen en dat de bestuurder getraind is om dit te doen. Cycle Hack-activiteit Een Cycle Hack-activiteit is gericht op het samenbrengen van mensen en hun omgeving om zo samen te discussiëren en oplossingen te genereren voor problemen en barrières die mensen ervan weerhouden om te fietsen. Door de organisatie van de activiteit worden mensen met verschillende achtergronden, vaardigheden en ervaringen bij elkaar gebracht om samen op een nieuwe manier naar fietsen te kijken. Belangrijke voorwaarden voor een geslaagde activiteit zijn het samenbrengen van een goede mix van mensen en het werken met een of meerdere concrete uitdagingen. Ontwikkelen communicatiekalender voor periode tijdens en na realisatie van de route na 2017 (einde van BB). De realisatie van de fietsroute start in Q3 van 2017 en is gereed na de looptijd van het Beter Benutten Vervolg programma. Aan het eind van deze periode wordt een communicatiekalender ontwikkeld voor de projectorganisatie voor en tijdens de realisatie van de fietsroute. De aanpakken vormen een stevige basis voor het marketings- en promotiebeleid en de realisatie daarvan rondom de SFR Rotterdam - Gouda. In een eigen communicatiestrategie wordt in aansluiting op de communicatiekalender deze aanpak in de aansluitende 3 jaar ( ) onder de aandacht gehouden en in relatie tot de verdere realisatie van de route versterkt Innovaties Binnen het project is ruimte gereserveerd om met moderne middelen aanbodgestuurd de fietsstromen te gaan afwikkelen op kruispunten met VRI s. Dat wil zeggen dat door middel van moderne detectiemethoden (bijvoorbeeld wifi) fietsers of groepen fietsers gedetecteerd kunnen worden en gestuurd kunnen worden om op een voor de fietser zo efficiënt mogelijke wijze door de regeling geloodst te kunnen worden Nadere afbakening maatregel/effect De aanvraag betreft het volledige maatregelenpakket op het voorkeurstracé van de snelfietsroute Rotterdam Gouda. Er is dus geen groter project waar de route onderdeel van is Mogelijke variantie en onzekerheden in de scope De maatregelen die hier opgesomd zijn vormen tezamen de snelfietsroute Rotterdam Gouda, tracé noord-zuid. De voorkeur van de betrokken partijen gaat op dit moment uit naar in eerste instantie het verder ontwikkelen van dit tracé. Dat heeft o.a. te maken met kosteneffectiviteit, draagvlak en realisatiemogelijkheden. Dit wil echter niet zeggen dat de andere tracés helemaal van tafel zijn. Ook het noordelijke tracé tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Gouda (langs de A20) is een potentieel interessante route. Datzelfde geldt voor het zuidelijke tracé tussen Rotterdam en Nieuwerkerk aan den IJssel. In overleg met alle betrokkenen zouden nog andere tra- SWNL Pagina 17 van 24

130 Beschrijving van de maatregel/oplossing cékeuzes gemaakt kunnen worden. Dat geldt ook op maatregelenniveau. De genoemde maatregelen zijn de maatregelen die nu het beste lijken te passen bij het ontwikkelen van een snelle, directe en comfortabele route. Het is echter denkbaar dat in verband met bijvoorbeeld kansen die er liggen om werk-met-werk te maken of overwegingen ten aanzien van beheer en onderhoud te zijner tijd toch beter andere keuzes gemaakt worden. SWNL Pagina 18 van 24

131 3 Aanpak en planning van de maatregel 3.1 Planning/Mijlpalen De komende jaren werken de partijen gezamenlijk door aan een kwalitatief hoogwaardige fietsroute, parallel aan de A20. De tijdshorizon van de gehele route is 2020, waarbij het accent ligt van 2016 tot en met Het tempo van de realisatie wordt in belangrijke mate bepaald door factoren als de beschikbaarheid van middelen, de verwervingsmogelijkheden, groot onderhoud en het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. Mijlpalen Start Planning Gereed Uitwerkingsfase ( ) Vastleggen knelpunten Q Q Opstellen maatregelenlijst inclusief globale kostenraming (concept) Q Q Opstellen maatregelenlijst inclusief globale kostenraming (definitief) Q Q Voorbereiding en uitvoering Nulmeting Q Q Realisatiefase ( ) Marketing in samenspraak met Verkeersonderneming) Q Q Realisatie korte termijn maatregelen door betrokken gemeente in samenspraak Q Q met betrokkenen Marketing en communicatie vanuit regionale partijen Q Q Realisatie middel lange termijn maatregelen door betrokken gemeente in samenspraak Q Q met betrokkenen Realisatie laatste maatregelen door betrokken gemeente in samenspraak met Q Q betrokkenen Voorbereiding en uitvoering Nameting (of 2021 afhankelijk van Realisatie) Q Q In 2016 Het feit dat het leeuwendeel van de werkzaamheden pas in de loop van 2017 start betekent niet dat snelfietsroute niet al op de kaart staat. Al in het najaar van 2016 wordt een eerste maatregel getroffen. De VRI op de aansluiting Burgemeester van Dijklaan/Hoofdweg nabij de Capelseweg is vervangen. Hierbij zijn in het fietsverkeerslicht in het huidige tweerichtingenfietspad fietsbevorderende maatregelen getroffen in de vorm van een wachtstand groen voor de fiets, fietsdetectie op afstand en wachttijdvoorspellers voor de fiets. In de planning voor De partijen hebben met elkaar afgesproken een selectie van maatregelen te maken die in 2017/2020 gerealiseerd worden met een investeringsomvang van miljoen. De locatie, aard en kosten van de maatregelen zijn uitgewerkt in bijgevoegde maatregelenlijst. Met deze maatregelen ontstaat in voornoemde periode één compleet tracé voor de snelfietsroute van Rotterdam naar Gouda en vice versa. Dit tracé ontsluit de voornaamste voedingsgebieden van de snelfietsroute en levert de verwachte bijdrage aan het aantal spitsmijdingen. De maatregelen worden gefaseerd uitgevoerd, waarbij de fasering medio 2017 definitief kan worden vastgesteld. Vooralsnog wordt er, op grond van het voorgenomen onderhoudsprogramma van de gemeenten, waarop wordt meegelift, uitgegaan van een realisatie in drie termijnen, globaal overeenkomend met de planjaren 2018, 2019 en SWNL Pagina 19 van 24

132 Aanpak en planning van de maatregel Nog openstaand voor periode De SFR Rotterdam - Gouda bestaat uit vier routedelen, waarvan er twee nu gekozen zijn tot voorkeurstracé en uitgewerkt zijn in voorliggend plan van aanpak. Dat wil niet zeggen dat de overige delen niet kansrijk zijn en ook niet door fietsers gebruikt zullen worden. De overige delen blijven op de kaart staan. Dat wil zeggen dat als zij niet in deze periode opgepakt worden, ze alsnog na die tijd op de agenda komen (blijven) staan en bij voldoende financiële middelen worden opgewaardeerd tot een SFR. 3.2 Risico s en kosten In zijn algemeenheid is het risico van de realisatie van het maatregelenpakket beperkt, omdat realisatie in belangrijke mate valt binnen de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten. Ingewikkelde procedures in het kader van de ruimtelijke ordening zijn niet aan de orde. Uiteraard is voorzien in de gebruikelijke wijze van inspraak naar belanghebbenden. Omdat een deel van bepaalde maatregelen op de snelfietsroute mogelijk gelegen is binnen een dijklichaam met een primaire functie als waterkering is op onderdelen medewerking en instemming van het waterschap noodzakelijk. Daarnaast kan het aspect watercompensatie een rol spelen. Bij de ontwikkeling van de plannen is het waterschap nadrukkelijk betrokken. Met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de tijdvakken waarin niet in of aan de dijk mag worden gewerkt. In de uitvoeringsplanning wordt hier rekening mee gehouden. Risico s Nr. Belangrijkste risico s Kans van optreden Mogelijke gevolgen Effect Tijd Geld in k Beheersmaatregelen 1 Bezwaren tegen de realisatie van de maatregelen Laag Extra effort nodig voor overleg n.v.t. n.v.t. Geen direct aan- en omwonenden, intensief overleg met het Waterschap en Rijkswaterstaat 2 Cofinanciering van partners Laag Tekort aan financiering n.v.t. 1 mln Alle stakeholders worden actief betrokken. 3 Kostenoverschrijdingen Gemiddeld Hogere kosten n.v.t. Onbekend In de SSK-ramingen wordt een standaard post onvoorzien opgenomen. 4 Aantal spitsmijding wordt niet gemeten 5 Onvolledige realisatie van de route Laag Hogere kosten n.v.t. Onbekend Vooraf wordt een monitoringsprogramma opgesteld en vastgelegd met de subsidieverstrekkers Gemiddeld Hogere kosten, uitloop in tijd. Uitloop Onbekend Tijdig signaleren van knelpunten en nemen van passende maatregelen Kosten Voor de maatregelen is een eerste globale kosteninschatting opgesteld. De kosten zijn binnen de initiatieffase voor het Amendement Hoogland ingeschat op Onderstaand is een indicatieve begroting opgenomen behorende bij het kostenoverzicht voor de eerste fase van de SFR Rotterdam - Gouda. SWNL Pagina 20 van 24

133 Aanpak en planning van de maatregel Onderdeel Onderdeel Geraamd Betaald door Infrastructuur Projecten Gezamenlijk Projecten Verlichting/Bewegwijzering Gezamenlijk Communicatie Gezamenlijk Monitoring voor/na meting Gezamenlijk Marketing P.M. Verkeersonderneming Gezamenlijk Totaal Financiële bijdragen Ministerie Het ministerie van I&M stelt ten behoeve van het uitvoeren van de snelfietsroute Rotterdam - Gouda maximaal euro (exclusief btw) beschikbaar, onder voorwaarde dat de regionale partijen, bestaande uit in ieder geval de provincie Zuid-Holland, de MRDH en de gemeenten Gouda, Zuidplas, Capelle aan den IJssel en Rotterdam, ten minste het zelfde bedrag ter beschikking stellen binnen de in dit plan van aanpak aangegeven realisatieperiode van 2017 t/m Het ministerie stelt het bedrag beschikbaar volgens onderstaand kasritme. De rijksmiddelen worden, uitsluitend voor de afspraken gemaakt in voorliggend Plan van Aanpak, ter afhandeling en verdeling aan de provincie Zuid-Holland verstrekt. Regio De bijdrage van de gemeenten Gouda, Zuidplas, Capelle aan den IJssel en Rotterdam en van MRDH en Provincie, in totaal ten minste euro, wordt door deze partijen gezamenlijk geregeld binnen de in dit plan van aanpak aangegeven realisatieperiode van 2017 t/m De onderlinge verdeling van de inbreng wordt in nader overleg tussen de genoemde regionale partijen bepaald en afgesproken. Het is mogelijk dat aan de regionale middelen ook bijgedragen wordt door derden, als de Regio Midden-Holland. het waterschap, Verkeersonderneming en andere belanghebbenden in de route. Deze middelen worden ook als onderdeel van de cofinanciering van de aanvraag beschouwd. Voor de realisatie van de maatregelen en het uitvoeren van de communicatie- en marketingwerkzaamheden, maken de gemeenten vooraf concrete werk- en financieringsafspraken met de provincie Zuid-Holland. Taakstellend budget, prognose kasritme en verdeling over de partners Bijdrage van Prognose Kasritme Rijksbijdrage excl. btw Regiobijdrage excl. btw Rijksbijdrage Regio Totaal De prognose van het kasritme is indicatief en wordt voor 1 juni 2017 uitgewerkt in een realisatieplan.. SWNL Pagina 21 van 24

134 Aanpak en planning van de maatregel 3.3 Uitvoeringsorganisatie In 2015 is op enthousiaste constructieve wijze door een werkgroep gewerkt aan een verkenning van de snelfietsroute Rotterdam Gouda. In deze werkgroep waren vertegenwoordigd: Provincie Zuid-Holland; Metropoolregio Rotterdam Den Haag; Regio Midden-Holland; Gemeente Rotterdam; Gemeente Capelle aan den IJssel; Gemeente Zuidplas; Gemeente Gouda. Alle betrokken partijen hebben zich positief uitgesproken over de snelfietsroute, in ieder geval het voorkeurstracé, en willen graag verder met de volgende stappen. Zo heeft de gemeente Rotterdam aangegeven dat samen met de omliggende gemeente werken aan snelfietsroutes onderdeel is van haar nieuwe fietsplan. Ook de gemeente Zuidplas heeft meermaals aangegeven graag verder te werken aan deze route. De regio Midden-Holland is warm voorstander van de route en heeft de route opgenomen is in het RVVP Midden-Holland. De provincie Zuid-Holland heeft de route ook opgenomen in haar nieuwe Fietsplan. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke uitwerking en realisatie van de snelfietsroute. Provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de procesbegeleiding van de realisatie van de snelfietsroute. 3.4 Contracteringsstrategie Op bepaalde delen van de route lopen reconstructie- of grootonderhoudsprojecten. De voorgestelde opwaardering van de fietsvoorzieningen kan hierin worden meegenomen. Dat geldt ook voor specifieke locaties waar met quickwins kleine infrastructurele maatregelen kunnen worden gerealiseerd. 3.5 Monitoring en evaluatie Door monitoring vanaf het besluit om de fietsroute te verbeteren wordt het effect van de verbeteringen in kaart gebracht en ook het effect van communicatieacties. Het doel van de monitoring is tweeledig. 1. Bepalen in welke mate de fietsroute na het verbeteren meer wordt gebruikt dan daarvoor en in welke mate de extra verplaatsingen met de fiets een vermindering (kunnen) opleveren van het aantal woon-werkverplaatsingen met de auto. 2. Bepalen van de succesfactoren van het project en de voorwaarden waaraan andere locaties moeten voldoen, om ook daar het gebruik van fietsroutes parallel aan filetrajecten op kosteneffectieve wijze te laten toenemen. Daarbij spelen zaken als waardering van de gebruikers van de snelfietsroute, de bekendheid van de snelfietsroute en participatie van het bedrijfsleven. De monitoring is gericht op fietsers en niet-fietsers, daar deze laatste feitelijk de potentiële gebruikers zijn van de route. Er wordt kwantitatief (tellingen) en kwalitatief (enquêtes, gesprekken) onderzoek gedaan: zowel voor realisatie van de maatregelen (nulmeting) als erna (éénmeting). Zo kan worden bepaald welke onderdelen effectief zijn geweest. In eerste instantie richt de monitoring zich op het uitvoeren van een nulmeting. Op basis van de nulmeting en in een later stadium de éénmeting worden de fietsers zo nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht. Op basis van deze gegevens kunnen uitspraken gedaan worden over de mogelijke substitutie Nulmeting Het fietsverkeer in de gemeenten werd in het verleden incidenteel geteld. Om het gebruik van de fietsroute in de toekomst te monitoren is ingezet op het uitvoeren van een nulmeting. Daartoe zijn strategische telpunten vastgelegd. Ook de voedingspunten van de snelfietsroute worden in beeld gebracht. Aan de ene zijde is dat de Gouwe bij Gouda en aan de andere zijde is dat het Kralingse park in Rotterdam. De tellingen vinden bij voorkeur steeds plaats in het zelfde jaargetijde bij voorkeur eind september / begin oktober of april / mei. SWNL Pagina 22 van 24

135 Aanpak en planning van de maatregel Voor een goede meting van het effect van het aantal spitsmijdingen wordt voorgesteld om in het voorjaar van 2017 een gedegen nulmeting uit te voeren, inclusief een enquête onder de huidige gebruikers van de route. De tellussen blijven minimaal 2 weken liggen om de invloed van weersomstandigheden en incidenten te beperken. Voor zowel de nulmeting als de éénmeting wordt gebruik gemaakt van de, door het Rijk opgestelde en gevalideerde systemethiek voor Snelfietsroutes, de zogenoemde methode Ligtermoet. Deze methode is inmiddels op een aantal snelfietsroutes met succes toegepast en wordt ook voor de SFR Rotterdam - Gouda op maat gemaakt. De kosten voor het uitvoeren van beide methodes zijn in de totale begroting opgenomen Éénmeting Na het realiseren van de maatregelen wordt een evaluatiemeting gehouden op dezelfde locaties. Analyse van de gegevens geeft een beeld van de ontwikkeling van het fietspotentieel op de route. Om het succes van de snelfietsroute daadwerkelijk in beeld te brengen wordt aanvullend ingezet op een enquête onder fietsers, in combinatie met tellingen op de route, eveneens volgens de methode Ligtermoet. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de nameting in het voorjaar van 2020 of 2021 (afhankelijk van de oplevering van de laatste maatregelen op de route) wordt uitgevoerd. Dat is dezelfde periode van het jaar als de voormeting en maakt beide metingen vergelijkbaar Algemeen Voor de monitoring en evaluatie van het project wordt aangesloten bij de regionale programma- M&E, zoals uitgevoerd door De Verkeersonderneming, binnen de landelijke kaders zoals gesteld door de programmadirectie BBV van I&M Voortgang Over de projectvoortgang wordt zo nodig tweemaal per jaar, in februari en augustus, op aanvraag van het Rijk, gerapporteerd aan de hand van de realisatie van de in het PvA benoemde mijlpalen en de financiële realisatie. SWNL Pagina 23 van 24

136 4 Ondertekening Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directeur-Generaal Bereikbaarheid M. Frequin. Provincie Zuid-Holland Gedeputeerde F Vermeulen Metropoolregio Rotterdam Den Haag Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer P.J. Langenberg Regio Midden Holland Portefeuillehouder K. de Jong Gemeente Gouda Wethouder H. Niezen Gemeente Zuidplas Wethouder H.A. Muller Gemeente Capelle aan den IJssel Wethouder D. van Sluis SWNL Pagina 24 van 24

137 Snelfietsroute F15 IJsselmonde Plan van Aanpak opgesteld in het kader van het Amendement Hoogland Provincie Zuid-Holland Den Haag, 30 november 2016 SWNL

138 Inhoudsopgave Plan van Aanpak SFR F15 IJsselmonde... 3 Samenvatting Beschrijving van de problematiek Verkeersanalyse Gedragsanalyse Uitvoeringsprogramma Stakeholderanalyse/draagvlakmeeting Inwoners en werkgevers Projectgroep Direct betrokken stakeholders Incidenteel betrokken stakeholders Beschrijving van de maatregel/oplossing Doel van de maatregel Verkeersanalyse Regionale ritten landelijk hoofdwegennet Lokale ritten onderliggend hoofdwegennet Inschatting op basis van arbeidspotentieel Ontwikkelingen arbeidspotentieel Specifieke reizigersstromen Andere doelgroepen Conclusie Ontwikkeling spitsmijdingen Neveneffecten Type maatregel Innovaties Nadere afbakening maatregel/project Mogelijke variatie en onzekerheden in de scope Aanpak en planning van de maatregel Planning/mijlpalen Risico s Uitvoeringsorganisatie Contracteringsstrategie Monitoring en evaluatie Nulmeting Eenmeting Voortgang Ondertekening SWNL Pagina 2 van 39

139 Plan van Aanpak SFR F15 IJsselmonde Datum: Versie: Definitief Snelfietsroute F15 IJsselmonde Algemene gegevens: Initiatiefnemer uitvoering Amendement Hoogland: Uitvoerende organisatie: Verantwoordelijke bestuurder: Verantwoordelijke projectmanager: Verantwoordelijke procesmanager: Betrokken andere organisaties: Datum / versie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directeur-Generaal Bereikbaarheid, M. Frequin Gemeente Barendrecht Gemeente Albrandswaard Gemeente Ridderkerk Gemeente Rotterdam Provincie Zuid-Holland Metropoolregio Rotterdam Den Haag Gemeente Barendrecht D. Vermaat Gemeente Albrandswaard J. van Leeuwe Gemeente Ridderkerk V.A. Smit Provincie Zuid-Holland F. Vermeulen Metropoolregio Rotterdam Den Haag P.J. Langenberg Provincie Zuid-Holland T. Verdoorn Sweco J. Smink Waterschap Hollandse Delta Havenbedrijf Rotterdam Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard Verkeeronderneming Rotterdam Fietsersbond 30 november 2016, versie Definitief SWNL Pagina 3 van 39

140 Samenvatting In de filegevoelige IJsselmonderegio, ten zuiden van Rotterdam, worden momenteel in regionaal verband voorbereidingen getroffen voor de realisatie van de snelfietsroute F15 - IJsselmonde. De nieuwe snelfietsroute dient één van de zwaarst belaste mobiliteitscorridors (A15 tussen Ridderkerk en Albrandswaard, incl. gedeelten aansluitende A16 en A29) te ontlasten. Met het beschikbaar hebben van een aantrekkelijke snelfietsroute wordt ingezet om woon-werkautomobilisten te verleiden uit de file te komen en de fiets te pakken in plaats van de auto. Gezien de filedruk op de A15, de herkomst- en bestemmingsgebieden van de automobilisten en de ligging van de snelfietsroute, heeft de route een groot aantal potentiële gebruikers. Door het stimuleren van het gebruik van de fiets door middel van (promotie van) een aantrekkelijke en comfortabele fietsroute, in combinatie met gerichte communicatie en marketingactiviteiten en fietsstimuleringsmaatregelen, wordt het hoofdwegennet en ook het onderliggend wegennet ontlast. Het verleiden van mensen om hun dagelijkse verplaatsingsgewoonten te doorbreken vergt veel tijd en inspanning. Daarvoor is een breed pakket aan maatregelen nodig, waaronder procesvoering, communicatie en promotie. Het aanbieden van een goed fietsnetwerk is echter een basisvereiste. De realisatie van de snelfietsroute bestaat uit een samenhangend maatregelenpakket van circa 30 verbeteringsmaatregelen in het gedefinieerde snelfietsroutenetwerk F15 IJsselmonde, gelegen binnen de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en Rotterdam. Het snelfietsroutenetwerk bestaat uit 2 corridors van beide circa 18 km lang. Op enkele strategische punten zijn de corridors onderling verbonden. In de bijlage van het PVA treft u een overzichtskaart van de snelfietsroute aan. De ontwikkeling van de snelfietsroute F15 IJsselmonde is mede gericht op de overstap van forenzen van de auto naar de fiets, de zogenoemde spitsmijdingen. Op het gebied van spitsmijdingen worden de volgende effecten verwacht: Regionale spitsmijdingen in relatie tot de SFR F15 Fiets modalshift van 5% uit de auto op de fiets > 3x per week ochtendspits en ritten avondspits op A15 (bij GKW, A29 en A16), < 15 km, in zones rond F % bereikbaar = spitsritten 50% beïnvloedbaar = spitsritten 5% stapt over = 480 spitsmijdingen Lokale spitsmijdingen in relatie tot de SFR F inwoners, 2,2 inw per huishouden en 1,04 auto per huishouden is auto s. 2 ritten per dag per huishouden voor werkgelegenheid is spitsritten 70% van de autoritten is tussen 3 en 12 km (bron CBS), dit is spitsritten 55% van de autoritten loopt parallel aan de SFR F15, dit is spitsritten 50% van de doelgroep is bereikbaar en bereid tot transitie van auto naar fiets, dit zijn spitsritten. SWNL Pagina 4 van 39

141 Samenvatting 8% 1 stapt over op de fiets voor binnenstedelijke ritten, dit is ongeveer spitsmijdingen Daar de regionale en lokale spitsmijdingen verschillende groepen betreffen, kunnen de te verwachten spitsmijdingen bij elkaar opgeteld worden. Derhalve wordt, op basis van de kwaliteitsverbetering van de SFR F15 in combinatie met gerichte communicatie en marketingactiviteiten verwacht dat er in de periode tot eind 2020, 480 plus is spitsmijdingen worden gerealiseerd in het invloedsgebied van de SFR F15 IJsselmonde. De totale kosten van de maatregelen bedragen 5,5 mln, het Rijk draagt 2,5 mln euro (exclusief btw) bij en de gemeenten 3,0 mln euro. De rijksmiddelen worden, uitsluitend voor de afspraken gemaakt in voorliggend Plan van Aanpak, ter afhandeling en verdeling aan de provincie Zuid-Holland verstrekt. Voor de realisatie van de maatregelen en het uitvoeren van de communicatie en marketingwerkzaamheden maken de gemeenten vooraf concrete werk- en financieringsafspraken met de provincie Zuid-Holland. Een overzicht van alle maatregelen, inclusief kostenraming, is bijgevoegd in de bijlagen van het Plan van Aanpak. Bijgevoegde documenten Bij het plan van aanpak horen twee bijlagen, te weten een maatregelenkaart en een maatregelenlijst. Deze twee documenten vormen de technische basis voor de realisatie van de SFR F15 IJsselmonde. Naam document Kenmerk datum Bijlage 1 - Maatregelenkaart snelfietsroute F15 - IJsselmonde November 2016 Bijlage 2 - Maatregelenlijst snelfietsroute F15 - IJsselmonde November De 8% is opgebouwd uit 3% groei door verbeterde infrastructuur in combinatie met communicatie (bron Methode FFV), 2% door promotionele acties en gerichte benadering van automobilisten, 2% door nieuwe arbeidsplaatsen en mobiliteitsregelingen bij bedrijven die dit al ingezet hebben, 1% door autonome groei fietsgebruik, zie de jaarlijkse groei bij de waterbus, het aantal stallingen en de groei van de stallingsvoorzieningen bij station Barendrecht en de toenemende intensiteit op de hoofdfietsroutes. SWNL , Pagina 5 van 39

142 1 Beschrijving van de problematiek Het zuidelijk deel van de Stadsregio Rotterdam wordt gekenmerkt door een aantal zwaar belaste mobiliteitscorridors. De A15 Rozenburg-Ridderkerk en de A16 Breda richting Rotterdam komen voor in de File top 50 van de Verkeersinformatiedienst. Met name de knooppunten Ridderkerk, Vaanplein en de Beneluxtunnel zijn filegevoelige locaties. Rijksweg A15 is de belangrijkste verbinding tussen de haven en het achterland. Samen met de A16 vormt de A15 de verbinding tussen Dordrecht (Drechtsteden), Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard, Hoeksewaard, Spijkenisse en Rotterdam en is daarmee de drager van de (interne en regionale) ontsluiting van het gebied. Deze verbindingen hebben daarmee ook een belangrijke functie voor het regionale autoverkeer. In de regio is de afgelopen jaren hard gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid van de zuidkant van Rotterdam, waarbij is ingezet op uitbreiding van de capaciteit van de A15 en de aansluitingen, waaronder de Algerabrug, en op gedragsbeïnvloeding. Met diverse campagnes, maar ook een concreet aanbod van mobiliteit-beïnvloedende maatregelen zijn automobilisten aangesproken en gemotiveerd om over te stappen op fiets en openbaar vervoer. Echter met name in de spitsen blijven de slagaders van het gebied zwaar belast en zijn het vooral de aansluitingen op de A15, die kampen met filevorming en stagnatie. De gevolgen daarvan zijn merkbaar tot in de haarvaten van de stedelijke netwerken van Albrandswaard (Groene Kruisweg), Barendrecht (Kilweg), Ridderkerk (Rotterdamseweg) en Rotterdam (IJsselmondse Randweg). Dit heeft niet alleen gevolgen voor de doorstroming van het verkeer, maar, als gevolg daarvan ook voor de (lokale) bereikbaarheid van de gebieden, de leefbaarheid van de aangrenzende woongebieden en de milieukwaliteit en geluidsoverlast in een brede zone langs de A15, A16 en A29. De overbelasting van het regionale en landelijke wegennet treedt dagelijks op in de spitsen tussen 7.00 en 9.00 uur en tussen en uur. Bij slecht weer, evenementen en calamiteiten lopen de periodes automatisch uit, waarbij de spitsen regelmatig 3 tot 4 uur duren. 1.1 Verkeersanalyse Op het snelwegtraject van de A15 op de parallelbaan, maar ook de knopen met de A16 en A29, zo blijkt, uit onderzoek, is er sprake van vertraagde ritten. Veel lokale verplaatsingen worden thans nog met de auto gemaakt, waarbij ook van het hoofdwegennet gebruik wordt gemaakt. Analyses met het RVMK (Het regionale verkeersmodel dat gekalibreerd is op basis van een uitgebreid telprogramma) laten zien dat er binnen de zuidelijke regio van Rotterdam diverse sterke arbeidsrelaties aanwezig zijn. De drie kernen, Albrandswaard, Barendrecht en Ridderkerk fungeren daarbij in belangrijke mate als voedingsgebieden (door de hoge woningdichtheid) voor de grote werkgelegenheidsgebieden in Rotterdam Zuid, de Haven (Maasvlaktes) en diverse bedrijfsterreinen langs de A15. Er is een dagelijkse pendel tussen deze gebieden op afstanden tot zo n 20 kilometer. Maar er zijn ook duidelijke regionale fietsstromen waar te nemen, daar waar het gaat om de woon-schoolrelaties. Veel grote scholengemeenschappen liggen ten noorden van de A15 en zorgen voor veel spitsverplaatsingen op de wegen, maar vooral ook op de doorgaande fietsroutes. Ook in Barendrecht zijn er naar de wijk Vrouwenpolder en bij de Dierensteijnweg veel fietsbewegingen naar de daar aanwezige (regionale) scholengemeenschap. SWNL Pagina 6 van 39

143 Beschrijving van de problematiek En als laatste is het gebied ten zuiden van de A15, het eiland IJsselmonde, recreatief erg aantrekkelijk voor zowel de eigen inwoners, als ook de Rotterdammers. In de afgelopen jaren is op dit vlak geïnvesteerd in nieuwe en hoogwaardige voorzieningen en is de bereikbaarheid, vooral ook voor de fiets, sterk verbeterd. Echter ook de automobiliteit is hiermee toegenomen. 1.2 Gedragsanalyse De meeste voertuigen op de A-wegen zijn personenvoertuigen. Vooral het deel daarvan dat een lokale of regionale verplaatsing maakt, zijn de potentiële fietsers en daarmee mogelijke gebruikers van de SFR F15 IJsselmonde. Veel van de autoverplaatsingen zijn gewoonteverplaatsingen. Daarnaast vormen de A-wegen psychologische barrières in het gebied die uitnodigen tot autogebruik. Met name het kruisen van de A15 met de fiets kan slechts op enkele plekken op een kwalitatief goede manier. De belangrijkste argumenten, die zowel de huidige als de potentiële fietsers in de afgelopen jaren gegeven hebben om niet of niet vaker te fietsen, zijn veiligheid en doorstroming. Het gaat daarbij in het bijzonder om het geen voorrang hebben bij kruispunten, te smalle paden met teveel fietsers in de tegenrichting en wachten bij verkeerslichten. Bij de ontwikkeling van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde wordt op beide sporen ingezet. Enerzijds is een communicatie en marketingspoor ingezet, met aanvullende maatregelen ter stimulering van het fietsgebruik, in het algemeen en specifiek voor deze route. Anderzijds wordt een forse infrastructurele verbetering uitgevoerd, die moet leiden tot een kwalitatief hoogwaardige, doorgaande fietsroute met prioriteit voor de fietsers. Met betrekking tot de parkeervoorzieningen hebben veel werkgevers in de regio rond de A15 nog ruime faciliteiten voor hun werknemers en zijn er nog maar weinig beperkende maatregelen opgelegd. Ook in de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht en Ridderkerk is de fiscalisering van het parkeren nog maar beperkt ingevoerd. Dit vormt nog geen prikkel om over te stappen op de fiets. Hier staat tegenover dat de gemiddelde regionale verplaatsingsafstand (berekend met het RVMK) rond de 10 km ligt en daarmee prima per fiets af te leggen is. Dat geldt zeker in de laatste jaren door de opkomst van de fiets met een elektrische ondersteuning, de zogenoemde e- bike. Dat geldt ook voor de onderlinge afstanden tussen de gemeenten, die alle op nog geen 5 km van elkaar liggen. Toch worden de afstanden mentaal hoger ingeschat, daar ze allemaal nog als afzonderlijke gemeenten, met eigen voorzieningen, worden gezien. Inmiddels is op dit vlak al een kentering aan de gang in onder meer de wijk Portland, grenzend aan Carnisselanden, dat zowel op Albrandswaard als Barendrecht georiënteerd is. Ook Ridderkerk, dat geen eigen treinstation heeft, is hiervoor aangewezen op Barendrecht, hetgeen de psychologische afstand tussen beide dorpen verkleint. De afstanden, maar ook de onderlinge relaties en afhankelijkheden, in combinatie met een geschikte infrastructuur voor het langzaam verkeer, maken dat er een behoorlijke potentie is voor de fiets. De verwachting is, dat als de mentale barrières geslecht worden en de infrastructuur gelijktijdig verbeterd wordt, deze groei ook daadwerkelijk tot stand komt. Op grond van de ervaringen van de provincie Zuid-Holland in andere snelfietsroutes, maar ook de landelijke ervaringen vanuit onder meer Fiets Filevrij, blijkt dat een goede infrastructuur, in combinatie met een gerichte communicatie en markteling en een adequaat fietsstimuleringsbeleid bij de in het gebied gesitueerde bedrijven, leidt tot een forse groei van het forenzen fietsverkeer. Dit is reeds met de vooronderzoeken op de aangrenzende Beneden Merwederoute aangetoond. Maar ook de inspraakreacties op de lokale fietsplannen van de gemeenten Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam, laten zien dat er een sterke behoefte is aan een hoogwaardige en directe regionale fietsinfrastructuur. Ten slotte geeft ook de Fietsersbond (lid van de projectgroep) aan dat er een behoorlijke fietspotentie is, die met de juist maatregelen aangesproken kan worden. SWNL , Pagina 7 van 39

144 Beschrijving van de problematiek 1.3 Uitvoeringsprogramma De Snelfietsroute F15 IJsselmonde is een zorgvuldig bepaalde route die in de afgelopen 2 jaar tot stand is gekomen op basis van een intensief traject van alle belangrijke stakeholders in het gebied. Aan de locatie van de route is een uitgebreid onderzoekstraject voorafgegaan, waarbij factoren als voedingsgebieden, bereikbaarheid van majeure objecten, bedrijven, winkelcentra, scholen en woongebieden, maar ook de geschiktheid van de routes, en routedelen onderling, of de mogelijkheid om ze geschikt te maken, afgewogen zijn. Hierbij is de uitkomst steeds naast de richtlijnen van snelfietsroutes gelegd, maar ook het oordeel van experts, de fietsersbond en de bestuurders in het gebied. Recentelijk is de dialoog aangegaan met bedrijven en bewoners van het gebied om de route en de kans op het gebruik, in casu de overstap vanuit de auto, in beeld te brengen. Om tot een kwalitatief hoogwaardige snelfietsroute te komen, is de route eind 2014 geschouwd en zijn alle noodzakelijke en gewenste maatregelen in beeld gebracht. Deze lijst met maatregelen is in het kader van voorliggend Plan van Aanpak ten behoeve van het amendement Hoogland. De lijst is gesplitst in zogenoemde quickwins, kortetermijnmaatregelen (tot eind 2020) en langetermijnmaatregelen. Het voorgestelde maatregelenpakket is opgesteld door de 3 BARgemeenten in nauwe afstemming met de gemeente Rotterdam, de Provincie Zuid-Holland, de MRDH en Waterschap Hollandse Delta en de overige stakeholders in het gebied, alsmede de Fietsersbond. Alle partijen staan achter het gezamenlijk programma! Voor dit programma is er ook een bestuurlijk commitment. De SFR F15 IJsselmonde sluit naadloos aan bij de collegeprogramma s van de verschillende gemeenten en de provincie, alsmede het eigen fietsbeleid. Daarmee is er een stevig fundament gelegd onder de Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Inmiddels zijn sinds 2015 de zogenoemde quickwins door de verschillende partijen in uitvoering genomen, om mede daarmee het belang en de inzet in de Snelfietsroute aan te geven en te waarborgen. Hiermee is er inmiddels al een investering gedaan van ruim 0,5 mln euro. Voor elke kortetermijnmaatregel is een uitwerkingsprincipe vastgesteld en zijn de kosten geschat. Bij de schatting van de kosten zijn, in het licht van de ontwikkeling van de snelfietsroute, percentages opgenomen voor communicatie en marketing, voor zover die niet uit andere middelen (Beter Benutten Vervolg) gedekt zijn. Per maatregel zijn tussen voornoemde partijen afzonderlijk, afspraken gemaakt met betrekking tot bestuurlijke besluitvorming, maar ook de (co)financiering en planning van voorbereiding en uitvoering van de maatregelen. Daarnaast wordt zo mogelijk meegelift met groot onderhoud of andere werkzaamheden aan de route. De uitwerking van de maatregelen wordt nu al ter hand genomen. De realisatie van de kortetermijnmaatregelen wordt verwacht in de periode 2017/2018 met een uitloop in 2019 en Op voorhand kan vastgesteld worden dat met het uitvoeren van de zogenoemde quickwins en het in de komende jaren uitvoeren van de kortetermijnmaatregelen, 90% van de snelfietsroute op het hoogst mogelijke kwaliteitsniveau kan worden gebracht. De overige langetermijnmaatregelen zijn afhankelijk van lokale omstandigheden, of de voortgang in lopende projecten, als de GRNR (de ontwikkeling van het bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard). Deze maatregelen beïnvloeden naar verwachting in geen van de gevallen op negatieve wijze de te verwachten groei in de fietsmobiliteit op de route. 1.4 Stakeholderanalyse/draagvlakmeeting Om een eerste inzicht te krijgen in het woon-werkverkeer van de inwoners van de verschillende gemeenten is een focusgroepsdiscussie georganiseerd. De respondenten zijn allen afkomstig uit het doelgebied van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Allen maken voor hun woonwerkverkeer gebruik van de auto en reizen binnen het gebied. De deelnemers associëren woon-werkverkeer per auto met negatieve zaken als file, tijdverspilling, stress, ongelukken en hoge kosten. De bovengenoemde negatieve punten hangen voor een deel samen met de A15, A16 en A29, maar niet alleen. De irritatie zit vooral ook in de combinatie met de doorstroming op het onderliggende weggennet. Verder stelt men vast dat de kosten van het gebruik van de auto hoog zijn. Tegelijkertijd wordt woon-werkverkeer per auto toch wel als het meest aantrekkelijke alternatief beschouwd. Het gebruik van de auto is gemakkelijk, in principe sneller dan andere vervoermid- SWNL , Pagina 8 van 39

145 Beschrijving van de problematiek delen, het biedt een gevoel van vrijheid, controle en comfort, het biedt privacy en de auto biedt de mogelijkheid om woon-werkverkeer te combineren met zaken als boodschappen doen of kinderen ophalen en wegbrengen. Wordt gevraagd naar alternatieven voor woon-werkverkeer, dan wordt aangegeven dat carpoolen ten koste gaat van privacy en controle over de eigen verplaatsing ten opzichte van de eigen auto. OV wordt ook niet als aantrekkelijk gezien. De belangrijkste oorzaken zijn de tijd die het kost, de onbetrouwbaarheid, slechte dienstregelingen en een gebrek aan comfort. Eenzelfde beeld geldt in eerste instantie ook voor het alternatief van de fiets, dat niet volledig positief wordt beoordeeld. De respondenten geven aan dat er een aantal gevaarlijke punten op de fietsroute is. Zij ervaren op dit moment geen goede, comfortabele en veilige fietsroute naar de werkbestemming. Verschillende deelnemers kunnen concrete locaties aanwijzen en geven aan dat als die punten, vooral met betrekking tot veiligheid en wachttijd, verbeteren, zij de fiets vaker gaan gebruiken. Aan het gebruik van de fiets worden ook positieve kanten gezien, zoals gezondheid/lichaamsbeweging, je hoofd leegmaken en genieten van de buitenlucht en de lage kosten. Indien men beschikt over een E-bike zou dit, indien de afstand acceptabel is, een interessant alternatief kunnen zijn. Ook wordt door een groot aantal deelnemers aangegeven, dat een financiële tegemoetkoming zou kunnen helpen bij het vaker kiezen voor de fiets. De fiets blijkt derhalve uitstekende aanknopingspunten te bieden voor het aanpakken van de problemen met woon-werkverkeer rondom de Snelfietsroute F15 IJsselmonde Inwoners en werkgevers In een volgende fase wordt het draagvlakonderzoek uitgebreid met inwoners en werkgevers. Voor het draagvlakonderzoek onder werkgevers wordt vooral gekeken naar bedrijven in Rotterdam, Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard. De inwoners worden zowel bevraagd bij de belangrijkste winkelcentra in het gebied, als op een aantal strategisch gekozen locaties op de route, al dan niet via een internetenquête. Onderzocht wordt in hoeverre het mogelijk is om ook automobilisten op de spitsgevoelige trajecten te enquêteren. Dit onderzoek start aan het begin van de realisatietermijn van de F15-IJsselmonde (voorjaar 2017) en wordt afgestemd met het recentelijk opgestarte proces door de Verkeersonderneming in het kader van de Mobiliteitscampagne van Beter Benutten Vervolg. 1.5 Projectgroep Voor realisatie van de snelfietsroute is twee jaar geleden een projectgroep in het leven geroepen. Alle voornoemde partijen maken deel uit van de projectgroep. Het betreft: de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Ridderkerk, Rotterdam; provincie Zuid-Holland; Waterschap Hollandse Delta; Havenbedrijf Rotterdam; MRDH; Fietsersbond; agendaleden GRNR en de Verkeersonderneming. 1.6 Direct betrokken stakeholders De overige direct betrokken stakeholders worden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rondom de snelfietsroute F15 IJsselmonde, omdat zij hier als wegbeheerder zijdelings mee te maken hebben. Het betreft Rijkwaterstaat, de Regio Drechtsteden, de gemeenten Alblasserdam, Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht en de Rotterdamse deelgemeenten Charlois en IJsselmonde. 1.7 Incidenteel betrokken stakeholders Een aantal partijen wordt incidenteel ingelicht als daar vanuit de ontwikkeling van de snelfietsroute een concrete aanleiding voor is. Het betreft de gemeente Spijkenisse, RET, Deltapoort, SWNL , Pagina 9 van 39

146 Beschrijving van de problematiek Waterbus en Driehoeksveer, Natuur- en recreatieschap IJsselmonde, diverse bedrijvenverenigingen (bijvoorbeeld RONDO in Ridderkerk) en op termijn de projectorganisatie Buytenland. SWNL , Pagina 10 van 39

147 2 Beschrijving van de maatregel/oplossing De drie gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk (BAR) hebben het initiatief genomen tot uitwerking van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Het vertrekpunt van de route is de oost-west verbinding tussen de gemeenten, parallel aan de A15. De begin- en eindpunten zijn bepaald op basis van de locaties waar de fietsstromen het gebied binnenkomen. Aan de oostzijde zijn dit de brug over de Noord en de veren naar de Krimpenerwaard en Alblasserdam. Aan de westzijde zijn dit de route naar de tweede Maasvlakte en de Groene Kruisweg naar Spijkenisse en Rotterdam, eveneens een snelfietsroute. Figuur 2-1 Snelfietsroute F15 IJsselmonde (tevens opgenomen in de bijlagen) De gemeenten hebben samen met provincie Zuid-Holland en het waterschap het fietsnetwerk geanalyseerd en van daaruit de meest voor de hand liggende route op kaart ingetekend. Het is de verwachting dat de route nu al als zodanig gebruikt wordt. Op basis van een gemeenschappelijke schouw is de route nader gedefinieerd. De route bestaat feitelijk niet uit één, maar uit twee oost-westverbindingen gelegen aan beide zijden van de A15. Op verschillende plaatsen zijn de beide tracés van de route met elkaar verbonden. Hierdoor ontstaat een zogenoemde ladderstructuur, zoals die vaker gehanteerd wordt bij Snelfietsroutes. De route maakt voor een deel gebruik van twee andere fietsroutes, te weten de F16 2 en de Groene Kruisroute 3. De route loopt op verschillende locaties niet door, maar langs belangrijke voedingslocaties. Deze gebieden worden aan de route gehaakt met lokale fietsinfrastructuur ofwel feeders. De snelfietsroute beslaat een lengte van 2 keer circa 18 km, hetgeen inclusief de sporten van de ladder neer komt op ongeveer 40 kilometer. Om het gebruik van de fietsroute te stimuleren wordt ingezet op een aanvullend pakket van marketing, communicatie en promotiemaatregelen. Mede vanuit de MRDH en de Verkeersonderneming wordt de fietsroute ambtelijk ondersteund. 2 De maatregelen op de F16 die destijds niet uitgevoerd zijn en onderdeel uitmaken van het gemeenschappelijk gedeelte, zijn in het voorstel voor de aanpak van de F15 overgenomen en geoptimaliseerd. 3 De maatregelen voor de Groene Kruisroute worden in het kader van dat project uitgevoerd en gefinancierd. De maatregelen ten behoeve van een goede aansluiting van beide routes (de oversteken op de Groene Kruisweg) maken deel uit van voorliggend Plan van Aanpak voor de SFR F15 IJsselmonde. SWNL Pagina 11 van 39

148 Beschrijving van de maatregel/oplossing De route is uitgewerkt in een maatregelenlijst (Opgenomen in de bijlagen van voorliggend Plan van Aanpak) waarin is aangehaakt op het ambitieniveau dat in de Methode Fiets filevrij! is vastgelegd. De belangrijkste uitgangspunten bij de uitwerking zijn: comfortabel, direct, veilig en snel door kunnen fietsen; de fietser heeft zoveel mogelijk overal voorrang of kruist het autoverkeer ongelijkvloers; een betrouwbare reistijd. Daarnaast is herkenbaarheid van de route een belangrijk aandachtspunt. Dit wordt uiteindelijk onder meer vertaald in de breedte, het asfalt, maar ook verlichting en bewegwijzering. Met betrekking tot de bewegwijzering wordt thans landelijk een richtlijn opgesteld. Vooralsnog zijn de landelijke plannen (ingegeven door een standpunt van de Nederlandse Bewegwijzeringsdienst) uitermate sober vormgegeven. Het voorstel geeft, naar de mening van de projectgroep, nog geen krachtig signaal naar de (potentiële) gebruikers. De projectgroep behoudt zich het recht voor om het uiteindelijke voorstel aan te vullen. Per gemeente zijn op de routekaart de locaties aangegeven waar bestaande fietsvoorzieningen worden verbeterd en waar nodig, nieuwe fietsvoorzieningen worden aangelegd. Ook maatregelen ten aanzien van bewegwijzering en verlichting zijn in de maatregelenlijst opgenomen. Bij de maatregelen is een kostenschatting opgenomen. De kostenschattingen zijn opgesteld op basis van: kostenkentallen; type maatregel; locatie van de maatregel; omvang van de maatregel; de standaardposten van de SSK-ramingssystematiek; percentage onvoorzien; percentage voor communicatie en marketing. Hierbij is een, voor de fase van het project relevante, onzekerheidsmarge/risicoprofiel in acht genomen. Veel maatregelen op de kaart zijn principeoplossingen en worden de komende periode uitgewerkt en nauwkeurig geraamd. Zodra de financiering van elke maatregel rond is, wordt ook de realisatie ter hand genomen. De lijst met maatregelen is hierna opgenomen. Dit betreft geen statisch gegeven, maar vormt een dynamische lijst die in ontwikkeling blijft. Naast het feit dat indicatieve maatregelen uitgewerkt worden tot concreet te realiseren oplossingen, worden ook nieuwe inzichten en verbeteringsmogelijkheden, zoals die aangedragen worden vanuit de kennisontwikkeling van FFV of vanuit de communicatie met de omgeving, in de lijst verwerkt voor de betreffende locaties. Zowel de maatregelenkaart, als de maatregelenlijst zijn als bijlage bij het voorliggende Plan van Aanpak gevoegd. De voorgestelde maatregelen brengen de snelfietsroute op het hoogst haalbare en vanuit de snelfietsroute gedachte gewenste kwaliteitsniveau. Hiermee worden alle fysieke belemmeringen voor de (inter-)lokale fietsers weggenomen. Niet alleen beschikt de fietser in de komende jaren over een comfortabele route, ook worden de vertragingstijden op de route sterk gereduceerd, de stopkans aanzienlijk kleiner en neemt de veiligheid fors toe. De aangegeven belemmeringen die de huidige automobilisten (zoals onder andere verkregen via een draagvlakmeting) met betrekking tot de fysieke gesteldheid van de route, ervaren, worden hiermee weggenomen. Gelijktijdig met het ontwikkelen van de route wordt het komende jaar (2017) ook een communicatie- en marketingstrategie uitgerold en worden de potentiële fietsers opgezocht en benaderd. De werkzaamheden maken onderdeel uit van het Mobiliteitsprogramma van de Verkeersonderneming dat in het kader van Beter Benutten Vervolg wordt uitgerold. Via dit programma wordt de marketing van de alternatieve vervoerwijzen voor de auto onder de aandacht gebracht bij de SWNL , Pagina 12 van 39

149 Beschrijving van de maatregel/oplossing verschillende potentiële doelgroepen. Ook de Snelfietsroute F15 IJsselmonde maakt onderdeel uit van dit pakket. Op deze manier wordt een stevige impuls gegeven aan het fietsen en komt de SFR F15 reeds op eenieders agenda te staan. Het is te verwachten dat ook na 2017 deze aanpak verder doorgezet wordt. Echter vanuit het project wordt begin 2018 het stokje overgenomen/aangevuld met een aantal gerichte communicatieacties in relatie tot het realisatieprogramma van de snelfietsroute. Op die manier blijft de route onder de aandacht van de weggebruikers. Alle kansen om de route positief in beeld te brengen, worden daarbij benut en de successen worden gevierd. Met deze tweetrapssystematiek wordt het maximale effect met betrekking tot de modal-shift en het fietsgebruik van de SFR als gevolg van de gerealiseerde kwaliteitsverbetering van de route bereikt. De realisatie van de maatregelen gebeurt onder regie van de gezamenlijke projectgroep, bestaande uit de belangrijkste stakeholders, zoals de wegbeheerders en de regionale overheden. Op deze manier wordt gewaarborgd dat de lokale fietsers optimaal bediend worden, maar dat de hinder en overlast, als gevolg van de werkzaamheden, tot een minimum beperkt blijven. Deze centrale coördinatie heeft tevens als voordeel dat de kwaliteit van de maatregelen op het hoogste niveau blijft en dat alle partijen elkaar kunnen steunen en bijstaan in de realisatie en het gewenste en noodzakelijke draagvlak voor de route. Al bij het uitvoeren van de quickwins heeft deze wijze van samenwerken goed gewerkt en zijn in alle gemeenten belangrijke hindernissen voor de fietsers geslecht. Maar de intergemeentelijke samenwerking heeft er ook toe bijgedragen dat het kwaliteitsniveau in alle gemeenten nu hetzelfde is en dat de fietser in de toekomst niet meer merkt dat een gemeentegrens gepasseerd wordt. 2.1 Doel van de maatregel Het doel is om automobilisten die op fietsbare afstand van het werk wonen (tot 15 kilometer 4 ) te stimuleren om de fiets naar het werk te pakken. In de intergemeentelijke relaties kan de fiets, door de relatief korte afstanden, de auto goed vervangen. Gezien de filedruk op de A15, de herkomst- en bestemmingsgebieden van de automobilisten en de ligging van de snelfietsroute, heeft de route een groot aantal potentiële gebruikers. Door het stimuleren van het gebruik van de fiets door middel van (promotie van) een aantrekkelijke en comfortabele fietsroute, in combinatie met gerichte communicatie - en marketingactiviteiten en fietsstimuleringsmaatregelen, wordt zowel het hoofdwegennet, als het onderliggend wegennet ontlast. In de drie gemeenten Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard samen wonen ongeveer mensen. De zuidzijden van Rotterdam (waar de noordelijke route van de F15 doorheen loopt) telt ongeveer inwoners en samen met Alblasserdam en een deel van Spijkenisse komt het directe invloedsgebied van de F15 (maximaal 2,5 km vanaf de route) op inwoners. De verschillende gemeentelijke statistieken laten zien dat in hetzelfde gebied ongeveer werknemers zijn ( in Barendrecht en Ridderkerk, in Albrandswaard en de kop van Spijkenisse en het Havengebied, aan de andere zijde van de brug over de Noord en ongeveer in Rotterdam-Zuid en de kop van het havengebied ten noorden van de A15. Daarmee ligt de route, met beide tracés, centraal in een potentieel bijzonder aantrekkelijk gebied voor fietsverplaatsingen. 4 Door het KIM wordt nu als een maximale fietsafstand, op basis van een meerjarig onderzoek naar het huidige gebruik van de fiets, aangehouden van 7,5 km. Echter binnen FFV (een samenwerking van het ministerie van I&M en de Fietsersbond en decentrale overheden) is inmiddels op basis van recent onderzoek vast komen te staan dat de bovengrens op 15 km ligt, zie de publicatie Netwerken van Regionale Fietsroutes waarin de netwerken van Den Haag en Rotterdam onderzocht zijn. SWNL , Pagina 13 van 39

150 Beschrijving van de maatregel/oplossing Figuur 2-2 Direct invloedsgebied van de SFR F15 IJsselmonde Op de oost-westcorridor die de snelfietsroute bedient, wordt de OV-relatie door bussen bediend. In het voor- en natransport, maar ook in gebieden met een lage bedieningsgraad, kan de fiets een belangrijk alternatief en aanvullend vervoermiddel zijn. Dat geldt ook in het voor- en natransport van de waterbussen. De functie van de snelfietsroute is vooral het verbinden van aanliggende woonkernen en aan de route gelegen huidige en toekomstige werklocaties. De gemeenten Rotterdam, Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk liggen langs de route en tellen samen circa inwoners. Binnen het bereik van de fietsroute liggen diverse grote bedrijventerreinen zoals Gadering, Waalhaven, Distripark Eemhaven, De Overhoeken, Vaanpark, Bijdorp, Dierenstein, Bedrijfsterrein Oost (de Greenery), Ziedewij, Verenambacht, meubelboulevards Reijerwaard en Cornelisland, Woude en Donkersloot. Een grote gebiedsontwikkeling als bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard en station Barendrecht, ligt ook binnen het bereik van de snelfietsroute. Openbaar vervoer is voor tal van deze bedrijventerreinen geen of slechts een beperkt alternatief voor de auto. Dat heeft enerzijds met het netwerk en de frequentie te maken en anderzijds ook met de aansluiting op de diverse woongebieden. Daarnaast zijn de loopafstanden naar de OV-haltes vaak te groot. De fiets is in veel gevallen wel een goed alternatief, echter deze staat door het ontbreken van veilige, directe en comfortabele voorzieningen, maar ook door de aandacht die er voor is vanuit de werkgever, bij de meeste werknemers nog niet als alternatief op de kaart. Door goede communicatie, in combinatie met het verbeteren van de infrastructuur, zal de hoogwaardige fietsroute vanaf het begin op het netvlies van de toekomstige gebruiker komen te staan. Voor de omliggende regio s zijn de herkomst en bestemming van de automobilisten op dit snelwegtraject (A16, A15 en A29) in beeld gebracht. 2.2 Verkeersanalyse Om inzicht te krijgen in het verwachte effect van zowel de fysieke, als de promotionele en communicatieve maatregelen, zijn berekeningen en inschattingen gemaakt op basis van het reizigerspotentieel dat zich in het gebied rond de SFR F15 IJsselmonde bevindt. Voor de analyse van het autoverkeer op deze A-, N- en lokale hoofdwegen is gebruik gemaakt van de Regionale Verkeers Milieu Kaart (RVMK) Rotterdam, model basisjaar Bij de analyse is uitgegaan van de veronderstelling dat een gedeelte van de automobilisten die nu gebruik maken van de A16, A15 en A29, en van het lokale hoofdwegennet voor de korte autoritten door een veilige-, kwalitatief hoogwaardige en een comfortabele fietsroute (snelfietsrou- SWNL , Pagina 14 van 39

151 Beschrijving van de maatregel/oplossing te) verleid kan worden om meer gebruik te maken van de fiets. De opmars van de elektrische fiets 5 draagt daar zeker in bij. Voorgestelde maatregelen op de Snelfietsroute F15 IJsselmonde leiden tot een verkorting van de geschatte reistijd van ongeveer 25% op basis van gemiddelde routelengte en aantal resterende VRI s (rijtijd en gemiddelde wachttijd bij de VRI s). De insteek van het project, de gedachte achter FFV en het Amendement Hoogland is het bewerkstellingen van een structurele overstap vanuit de auto op de fiets door forenzen in de ochtend- en avondspits. Deze overstappen worden ook wel spitsmijdingen genoemd, daar zij als automobilist de spits mijden. Uiteraard zijn er ook andere vormen van spitsmijdingen, zoals het rijden buiten de spits, gebruik maken van openbaar vervoer en het op andere locaties werken. In het kader van het bepalen van het positieve effect van voorliggende SFR F15 wordt ingezoomd op die groep forenzen die thans met de auto in de spits rijden en over zouden kunnen stappen op de fiets, waarbij zij gebruik maken van de SFR F15, al dan niet getriggerd door de promotie- en communicatieactiviteiten. Bij het bepalen van de totale omvang van het aantal spitsmijdingen wordt onderscheid gemaakt naar regionale en lokale verplaatsingen. De regionale verplaatsingen zijn verplaatsingen tot een afstand van 15 km die van buiten het directe invloedsgebied van de SFR F15 (2 km rond de route, op basis van de CROW-richtlijn waarin een voortransportafstand van 15% van de routelengte wordt gehanteerd) naar een locatie daarbinnen of daarbuiten gaan. De lokale verplaatsingen zijn verplaatsingen tot 10 km die binnen het directe invloedsgebied van de SFR F15 gemaakt worden. Om een betrouwbare indicatie van het totale aantal spitsmijdingen te krijgen zijn zes gevalideerde methoden gebruikt om de spitsmijdingen in te schatten. De methoden zijn gebaseerd op bestaande onderzoekstechnieken, zoals die ook gebruikt zijn in het kader van BBV-aanvragen. Hoofdberekeningen: regionale ritten landelijk hoofdwegennet; lokale ritten onderliggend hoofdwegennet. Controleberekeningen procentuele inschatting op basis van het arbeidspotentieel; ontwikkelingen arbeidspotentieel; specifieke reizigersstromen; andere doelgroepen Regionale ritten landelijk hoofdwegennet Deze analyse is uitgevoerd op basis van een aantal selected-linkberekeningen voor de parallelbaan van de A15 in combinatie met de A16 en A29. Op deze baan zit overwegend lokaal en regionaal verkeer, daar waar de hoofdrijbaan het bovenlokale, regionale en nationale verkeer afwikkelt. Om in beeld te brengen wat de potentiële fietsers zijn voor de snelfietsroute is uitgegaan van een reisafstand tot 15 km van de herkomst tot de bestemming. De afstand van 15 km is vastgesteld aan de hand van de norm, zoals weergegeven is in de Inspiratiebundel voor snelfietsroutes en de Toekomstagenda voor de fiets. Hierin staat aangegeven dat onderzoek uitgewezen heeft dat de maximale ritlengte van 12 km met 30% kan toenemen bij het gebruik van de e-fiets en daarmee op ongeveer 15 km zal komen. De recente analyse van het succes van de 22, door de minister ondersteunde landelijke snelfietsroutes, laat zelfs een toename in ritafstand zien naar 20 km (Voorlopige Nameting 2015, Min van I&M). Het is echter nog te vroeg om dit al als norm aan te kunnen gaan houden. Daar staat tegenover dat uit de landelijke analyse van Beter Benutten blijkt dat in en rond de 5 Een lokale fietsspecialist langs de route in Barendrecht constateert over de afgelopen 3 jaar een groei van de verkoop van e-bike s met ruim 50% per jaar en heeft voor dit jaar al een orderportefeuille van ruim 300 e-bike s. SWNL , Pagina 15 van 39

152 Beschrijving van de maatregel/oplossing grote steden veel vertraagde ritten korter zijn dan 7,5 km ( Themaplan Snelfietsroutes Haaglanden, HGL-BBV-00, MRDH Regio Haaglanden). Voor deze ritten is de fiets het eerst aangewezen alternatief. Uit dezelfde analyse blijkt ook dat langere ritten (7,5 tot 15 km) ook veel vertragingen oplopen. Bij de laatste onderzochte groep, van 15 tot 30 km, loopt het aantal vertraagde ritten snel terug. Dat betekent dat de kans op succes bij de eerste twee groepen groot zal zijn, daar waar bij de laatste groep een verhoudingsgewijs veel grotere inspanning geleverd zal moeten worden om hetzelfde effect te kunnen behalen (een modal-shift van de auto naar de fiets). De eerste groep wordt automatisch aangesproken, maar deze analyse laat ook zien dat de grens hoger dan 7,5 km gelegd mag/moet worden om het maximale effect van de snelfietsroute te kunnen bereiken. Derhalve is voor de berekening van het te verwachten aantal spitsmijdingen uitgegaan van de thans algemeen gehanteerde grens van 15 km, die door de huidige groep werknemers, zeker in combinatie met een e-fiets nog als haalbaar zal worden ervaren. Aan de andere kant wordt daarmee een zo groot mogelijke groep van stedelijke vertraagde ritten aangesproken om te beïnvloeden. De combinatie van gebieden aan weerszijden van de A15 bepaalt of de route interessant is voor de fiets of de e-fiets. Alle verplaatsingen tussen de doelgebieden zijn korter dan 15 km over de huidige wegverbindingen en het aanvullende lokale netwerk. Daar de fietser over het algemeen in het stedelijk gebied over een veel fijnmaziger netwerk kan beschikken inclusief het aantal kruisingen met de A15 (het autonetwerk, inclusief unieke fietsverbindingen en doorsteken) zijn de fietsritten in de regel korter dan de te vervangen autoritten (zie ook de analyse van de Fietsplanner van de Fietsersbond in 2014). Dat wil dus zeggen dat alle verplaatsingen in aanmerking komen voor de overstap op de (e-)fiets. De selected-link is gedraaid voor een locatie tussen de afritten 20 Barendrecht (S103) en 19a Rotterdam Zuid (S104). Vanuit deze analyse is het aantal personenautoritten gedestilleerd die, gegeven de verplaatsingsafstand, kunnen worden aangemerkt als potentiële fietsritten. Het betreft uitsluitend die ritten die redelijkerwijs gebruik gaan maken voor een (belangrijk deel) van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde, indien de overstap gemaakt wordt van de auto aar de fiets. Samengevat zijn de relevante personenautoritten op de corridor als volgt: Ochtendspitsperiode van 7 9 uur Van oost naar west 5013 personenauto verplaatsingen Van west naar oost 4385 personenauto verplaatsingen Totaal 9398 personenauto verplaatsingen Avondspitsperiode van uur Van oost naar west 4704 personenauto verplaatsingen Van west naar oost 5043 personenauto verplaatsingen Totaal 9747 personenauto verplaatsingen Voor de spitsperiode van 7 9 uur en die van uur kunnen respectievelijk en (in totaal ) autoverplaatsingen worden aangemerkt als potentiële fietsritten. Wellicht ten overvloede moet hierbij worden vermeld dat het expliciet gaat om personenauto's. Vrachtauto's, bussen, motorfietsen e.d. zijn, als niet relevant, buiten beschouwing gelaten. Dit geldt ook voor het openbaar vervoer. Op basis van het RVMK Rotterdam model basisjaar 2015 bedraagt het aantal potentiële spitsmijdingen op de A15-knelpunten, als gevolg van de fietsroute, personenautoverplaatsingen in de ochtendspitsperiode van 7-9 en personenautoverplaatsingen in de avondspitsperiode van uur. SWNL , Pagina 16 van 39

153 Beschrijving van de maatregel/oplossing Uiteraard zijn dergelijke ritten niet allemaal vervangbaar door fietsritten. Noodzaak, gewoonte, gemakzucht, het weer, vitaliteit, etc. zijn argumenten om de auto te gebruiken, zelfs als het gaat om korte ritten. Daarnaast is een belangrijk deel van deze regionale ritten langer dan 7.5 km (grens KIM), en die komen volgens het KIM alleen in aanmerking voor transitie als gebruik wordt gemaakt van de e-bike. Daar staat tegenover dat deze groep goed te benaderen is, als gevolg van het feit dat zij een cordon passeren en daarbij gedetecteerd kunnen worden. Op basis van kentekenregistratie kunnen de bestuurders benaderd worden. Dit resulteert in een potentiële doelgroep van overstappers van autoritten (9.400 en personenautoverplaatsingen). Opgemerkt wordt dat de selected-link in eerste instantie slechts op 1 locatie is uitgevoerd. Er is nog een tweede locatie die in aanmerking komt voor een selected-link, te weten tussen het knooppunt Ridderkerk en de afrit 20 Barendrecht. Daar waar de eerste selected-link zich vooral op de ritten van west naar oost (Barendrecht) richt en van oost naar west (Rotterdam) en het havengebied (de grootste potentiele doelgroep) worden met deze tweede selected-link ook alle ritten van oost naar west (Barendrecht) ondervangen. Uit de studies in Zwolle Netwerkstad en Maastricht Bereikbaar, alsmede uit de draagvlakonderzoeken rond de BMR, de F15 en de Spijkenisserbrug blijkt ook dat 50% van de potentiële deelnemers, interesse heeft in deelname aan beloningsacties of mobiliteitsregelingen om voor de korte ritten over te stappen op de fiets of e-fiets. Dit brengt de feitelijke groep van mogelijke overstappers (zowel incidenteel, als structureel) op /2=9.600 fietsers. De helft van deze groep zal overigens ook daadwerkelijk overstappen, blijkt uit de tussentijdse evaluatie van B-riders in Brabant, een mobiliteitsregeling en app voor fietsen naar het werk in de spits. Ook binnen de Maastrichtse regio blijkt dat 50% van de potentiële doelgroep bereid is om een overstap te proberen, door een probeeractie. NL Fietsland baseert zich op gegevens van de Rijksadviseur voor de Infrastructuur en heeft vastgesteld dat 61% van de werknemers binnen 15 km van het werk woont. 36% van deze groep heeft in meerdere onderzoeken aangegeven dat de fiets een potentieel alternatief is. Fietsennaarhetwerk heeft in een onderzoek aangetoond dat 55% van de Nederlanders de e-fiets een goed alternatief vindt voor de auto in het woon-werkverkeer en 68% ook daadwerkelijk van de e-fiets gebruik gaat maken als deze door de werkgever beschikbaar wordt gesteld. In de BBV-aanvraag Strategische Mobiliteitsmix Nijmegen Heyendaal voor de regio Arnhem Nijmegen, SAN-BBV-001, 1 juli 2015, is een rekenmethodiek uitgewerkt voor het bepalen van de reductie van het aantal spitsritten, om uiteindelijk de structurele gedragsverandering (blijvende meerdaagse modal-shift van auto naar fiets) te kunnen bepalen. In de studie is berekend, dat voor een daadwerkelijke gedragsverandering van de auto naar de fiets 4 8 % van de korte ritten per personenauto vervangen wordt door de (e-)fiets. Deze getallen worden gestaafd door de succesvolle aanpak die in het kader van BBI is uitgevoerd in de Maastrichtse regio. Ruim 30% van de automobilisten daar heeft aangegeven dat de fiets een reëel alternatief is en 15% heeft daadwerkelijk de overstap gemaakt. Structureel bleef hier uiteindelijk 4% van over. Uit de evaluatie (onder ander ook onderzoek bij de afhakers ) is gebleken dat, wanneer er meer energie gestoken zou zijn in het opbouwen van de intrinsieke motivatie om te gaan en blijven fietsen, het langer beschikbaar houden van de bonussen en het geleidelijker afbouwen ervan, de groep verdubbeld (8%) had kunnen worden. Stap voor stap begeleiden leidt tot een structurele gedragsverandering. Bij de laatste e-meting (4 e effectmeting) is gebleken dat structurele dagelijkse spitsmijdingen gerealiseerd zijn op een potentiële doelgroep van forenzen, hetgeen een reductie van 6.8 % betekent. MRDH gaat in het kader van het Themaplan Fiets (HGL-BBV-00) uit van een voorlopige conversie van 5% op basis van eerder behaalde resultaten, maar stelt dat een hoger percentage mogelijk moet zijn en rekent in de verschillende projecten met percentages van rond de 6%. Op grond hiervan wordt aangenomen dat, conform de uitgangspunten van Haaglanden en in relatie tot de spreiding van berekende en verwachte percentages overstappers in de aangehaalde onderzoeken en experimenten, 5% van de potentiële overstappers ook daadwerkelijk, SWNL , Pagina 17 van 39

154 Beschrijving van de maatregel/oplossing structureel, overstapt, al dan niet gebruik makend van een (high-speed) e-bike, hetgeen neerkomt op 480 spitsmijdingen per etmaal voor de regionale verplaatsingen Lokale ritten onderliggend hoofdwegennet In het gebied rond de snelfietsroute F15-IJsselmonde blijkt echter modelmatig dat er een groot aantal korteafstandsritten op sterk vertraagde verbindingen op het wegennet voorkomt. Dit aantal is procentueel zelfs hoger dan in de regio Arnhem-Nijmegen. Daarnaast dient bij de berekeningen van het aantal spitsmijdingen (conform de uitgangspunten van BBV en het Amendement Hoogland) niet uitsluitend uitgegaan te worden van verplaatsingen die gebruik maken van het landelijk hoofdwegennet, in dit geval de parallelbaan van de A15, daar waar ook autoverplaatsingen op het lokale wegennet, vervangen kunnen worden door fietsverplaatsingen op de Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Onderzoek naar de effectiviteit van een SFR in Amersfoort (Amersfoort-Soest) en Heerlen (Heerlen-Aken) laat zien dat gebruikers binnen 1 km van een SFR, bereid zijn naar de SFR te rijden om van de SFR gebruik te maken om een langere verplaatsing af te leggen. Afhankelijk van de afstand van de totale reis (naarmate die groter wordt) is de gebruiker bereid om ook van grotere afstand (in Amersfoort 2 km, zijnde de rand van de aangrenzende wijk en in Spijkenisse eveneens 2 km, zijnde de rand van de wijk Schenkel) loopt dit op tot 2 km. Dit komt ook overeen met de norm ten aanzien van omrijden, zoals die bepaald is in het kader van een van de 5 hoofdeisen voor fietsinfrastructuur en vastgelegd in de Ontwerpwijzer Fietsvoorzieningen. Naar aanleiding van de discussie met de Verkeersonderneming is dit doelgebied vastgelegd op basis van de assen van de SFR F15 IJsselmonde. Het doelgebied is afgebeeld in Figuur 2-2 Direct invloedsgebied van de SFR F15 IJsselmonde. Inschatting aantal lokale spitsmijdingen. Beide tracés van de SFR F15 dekken volledig het voedingsgebied van Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard en Rotterdam-Zuid, wanneer een bandbreedte aangehouden wordt van 2 km en 70% van het bebouwde gebied met een bandbreedte van 1 km. Dat betekent dat ten minste 70% van alle autoverplaatsingen in het gebied een fietsverplaatsing zou kunnen zijn, mits zij een verplaatsing maken in de looprichting van de SFR F15. Op basis van het KIM en in relatie tot wat bepaald is in het kader van FFV Netwerken van Regionale Fietsroutes zijn alle lokale verplaatsingen tot 10 km vervangbaar door de fiets. Verplaatsingen onder de 3 km met de auto (20% van de autoverplaatsingen volgens het CBS 2015) zijn weliswaar vervangbaar door de fiets, maar maken zelden substantieel gebruik van de SFR F15 als gevolg van de rit van en naar de SFR. Derhalve wordt voor de lokale verplaatsingen uitgegaan van alle autoverplaatsingen tussen de 3 en maximaal 12 km 6. De oriëntatie van het hoofdwegennetwerk van het gebied rondom de SFR F15 is modelmatig beoordeeld en het blijkt dat 55% van de hoofdwegen oost-west georiënteerd is en 45% noordzuid. Echter de belangrijkste voorzieningen en werkgelegenheidslocaties zijn allemaal centraal in het gebied gelegen, zoals de gemeentehuizen, de bedrijfsterreinen Nieuw Reijerwaard en Vaanpark II, als ook de winkelcentra. Voor de spitsmijdingen richt de SFR zich voornamelijk op de forenzen. Op grond van landelijke en lokale data van het gebied, de inwoners, arbeidsplaatsen en afstanden wordt het aantal te verwachten spitsmijdingen als volgt berekend. Binnen het invloedsgebied van 2 km wonen circa mensen. 6 Door het fijnere fietsnetwerk, wordt een autoverplaatsing gemiddeld 15% korter, wanneer deze vervangen wordt door een fietsverplaatsing. SWNL , Pagina 18 van 39

155 Beschrijving van de maatregel/oplossing Een gemiddeld huishouden bestaat uit 2,2 personen (bron CBS: Personen per huishouden 2014). Dit betekent dat er ongeveer huishoudens zijn in het invloedsgebied. In de Randstad bezit een gemiddeld huishouden 1.04 auto s. (bron: CBS, zie onderstaande analyse van CBS-site) De auto is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Er zijn dan ook veel mensen die een auto onmisbaar vinden. Het autobezit is de laatste 25 jaar enorm gestegen. In Nederland zijn bijna 8 miljoen auto's. Ongeveer 58% van alle huishoudens in Nederland heeft 1 auto in zijn bezit. 22% van de Nederlandse huishoudens heeft 2 auto's en bijna 3% van de huishoudens heeft zelfs 3 auto's. Het gemiddeld aantal auto's per gezin komt daarmee op 1,04 auto per huishouden. Dit betekent dat er in het gebied auto s aanwezig zijn. Volgens het CBR zijn er voor de drie gemeenten Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard tezamen, auto s geregisterd. Hier dient Rotterdam-Zuid, Alblasserdam en een stuk van Spijkenisse nog bijgeteld te worden. Berekening spitsmijdingen Uitgaande van auto s Vertaling naar spitsritten Ten minste 2 van de 6 ritten per huishouden is woon-werk gerelateerd (1 heen en 1 terugrit naar het werk bij 1 kostwinnerschap) (bron CBS, Mobiliteitskenmerken en motieven naar vervoerwijze). Bij een normale verdeling is 70% van de autoritten in stedelijke regio s tussen de 3 en de 12 km (bron CBS Mobiliteitskenmerken en vervoerwijzen, regio s 2014). Binnen het gebied zijn de oost-west relaties vrijwel even sterk verdeeld als de noord-zuidrelaties (percentage noord-zuidassen/oostwestassen: 45-55). Alle oost-westrelaties lopen parallel aan de SFR F15 en zijn in potentie vervangbaar. De helft van deze doelgroep is te bereiken met campagnes (bron Toekomstagenda van de Fiets, Methode Fiets Filevrij en Maastricht Bereikbaar). Daarnaast is het een dicht bevolkt gebied en zijn er diverse lokale media voorhanden 7. 8% 8 stapt over op de fiets op een afstand tot 10 km fietsen (bron Toekomstagenda voor de fiets, FFV) Door een goede communicatie en marketing, in combinatie met beloningsacties bij bedrijven in de beschreven doelgebieden, is het mogelijk om 90 tot 100% van de potentiële overstappers te bereiken, zie de ervaringen van de gemeente Zwolle in de Netwerkstad Zwolle-Kampen, op basis van gerichte beloningsacties in het kader van het Bereikbaarheidsfonds. Ook binnen de Maastrichtse regio gaf na afloop 70% van de potentiele doelgroep aan op de hoogte te zijn van de acties en de overige 30% had de mogelijkheid om op de hoogte te zijn geweest, maar door een niet directe/persoonlijke benadering de informatie gemist heeft. Daarnaast gaf in Maastricht 50% aan ook via de lokale media op de hoogte te zijn van de acties en de fietsroutes. 8 De 10% is opgebouwd uit 3% groei door verbeterde infrastructuur in combinatie met communicatie (bron Methode FFV), 2% door promotionele acties en gerichte benadering van automobilisten, 2% door nieuwe arbeidsplaatsen en mobiliteitsregelingen bij bedrijven die dit al ingezet hebben, 1% door autonome groei fietsgebruik, zie de jaarlijkse groei bij de waterbus, het aantal stallingen bij station Barendrecht en de toenemende intensiteit op de hoofdfietsroutes. SWNL , Pagina 19 van 39

156 Beschrijving van de maatregel/oplossing Dit betekent dat het lokale en deels ook regionale en landelijke hoofdwegennet binnen het invloedgebied ontlast wordt door de verbetering van de SFR F15, in combinatie met een gerichte communicatie- en marketingactie met spitsmijdingen. Opm. Het invloedsgebied is ingevoerd in het RVMK en op grond van het afstandscriterium in combinatie met de gekozen routes van het autoverkeer, in vergelijking met de ligging van de SFR F15 komt het model uit op ongeveer verplaatsingen in oost-westrichting. Dat zou betekenen dat het berekende aantal spitsmijdingen van te laag is. Deze modelberekeningen worden in 2017 nogmaals gevalideerd. Daar de regionale en lokale spitsmijdingen verschillende groepen betreffen, kunnen de te verwachten spitsmijdingen bij elkaar opgeteld worden. Daarom wordt, op basis van de kwaliteitsverbetering van de SFR F15 in combinatie met gerichte communicatie en marketingactiviteiten verwacht dat er in de periode tot medio 2018, 480 plus is spitsmijdingen worden gerealiseerd in het invloedsgebied van de SFR F15. Opgemerkt wordt dat deze lokale spitsmijdingen ook effect hebben op het landelijk hoofdwegennet, daar een substantieel deel ervan, van invloed is op de doorstroming op de hoofdwegen in de nabijheid van de drie, in de spitsen overbelaste, aansluitingen op het hoofdwegennet, te weten de IJsselmondse knoop (A15), de Kilweg (A29) en het Groene Kruisplein (A15). In geval van overbelasting en calamiteiten heeft het vastlopen van deze knopen, terugslageffecten op voornoemde landelijke hoofdwegen. De voorziene ruimtelijke ontwikkelingen en uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen, juist in de directe omgeving van deze knopen, leidt tot een aanzienlijk hoger risico op congestie en stagnatie en daarmee terugslag. Overstap van de auto naar de fiets op het lokale wegennet, maakt dit wegennet robuuster en minder congestiegevoelig en voorkomt daarmee enerzijds dat het landelijk hoofdwegennet onnodig zwaar belast wordt met lokale verplaatsingen en anderzijds dat terugslag op de aansluiting leidt tot stagnatie (voertuigverliesuren) op het hoofdwegennet Inschatting op basis van arbeidspotentieel In het Plan van Aanpak Reisgedrag Gebiedsaanpak voor de Rotterdamse Regio wordt uitgegaan van 2,4% overstap rond het knelpunt Ridderkerk-Barendrecht van het aantal werknemers in het gebied. Wanneer dit percentage gehanteerd wordt voor het totale invloedsgebied van de F15 betekent dit een modal-shift van ruim personen. Dit aantal ligt hoger dan het berekende aantal spitsmijdingen van Ontwikkelingen arbeidspotentieel Daarnaast geldt voor deze regio een hoge woning- en arbeidsdichtheid per oppervlakteeenheid. Het verschil in intensiteiten vertaalt zich in ongeveer 2% meer potentiële overstappers (Bron CBS 2014, Ontwikkelingen in het Mobiliteitsgedrag). Daarnaast zijn er nieuwe ontwikkelingen in de regio die van invloed kunnen zijn op de mobiliteitsontwikkeling van de reizigers. Het betreft in ieder geval: De ontwikkeling van Nieuw Reijerwaard, een agro-georiënteerd bedrijvenpark, dat direct aan beide tracés van de SFR F15 ligt en waar bij de komst van de bedrijven de nieuwe werknemers gelijk op de mogelijkheden en voordelen van de fiets gewezen worden. Naar verwachting gaat het hier om ongeveer 5000 arbeidsplaatsen, waarvan in ieder geval de helft binnen een straal van 10 km woonachtig zal zijn. Doordat de Nieuw Reijerwaard direct aan de SFR F15 ligt is deze groep van 2500 werknemers bij uitstek een groep van potentiële spitsmijders. Hiertoe worden diverse mobiliteit-beïnvloedende maatregelen ingezet, maar worden ook de infrastructurele maatregelen opgepakt en uitgevoerd om het terrein optimaal ontsloten te krijgen voor de fiets, zowel intern, als extern. Vaanpark II is nog steeds groeiende en bij de draagvlakonderzoeken in het kader van het opstellen van voorliggend Plan van Aanpak is gebleken dat er een latente vraag is, maar ook dat er een aantoonbare behoefte is bij zowel werkgevers, als werknemers om, in combinatie met beloningen, over te stappen op de fiets. Het Havenbedrijf zet de komende jaren fors in op de fiets. Vanuit het oogpunt van bereikbaarheid, maar ook gezondheid en aantrekkelijkheid van de werkgelegenheid, wordt het SWNL , Pagina 20 van 39

157 Beschrijving van de maatregel/oplossing fietsen gepromoot. Ook de fietsinfrastructuur wordt daarbij verbeterd. Het Havenbedrijf becijfert dat er in twee jaar 450 minder vertraagde ritten zijn per spits. De verplaatsingen komen voor een deel uit Rotterdam, maar voor een belangrijk deel uit het invloedsgebied van de SFR F Specifieke reizigersstromen Ten slotte zijn er momenteel nog autoverplaatsingen die ook door de combinatie fiets/openbaar vervoer vervangen kunnen worden. Ridderkerk heeft geen treinstation en is daarvoor aangewezen op Barendrecht, dat wel over een hoogwaardig openbaarvervoerknooppunt beschikt met een directe relatie met onder andere Rotterdam Centrum. De SFR F15 verbetert direct de kwaliteit van de fietsrelatie tussen Ridderkerk en het station via beide tracés van de SFR F15. Hierdoor is Ridderkerk zowel via de noordzijde als via de zuidzijde ongeveer 15% sneller bij het station, hetgeen een reductie van de fietsreistijd op een afstand van 3,5 km van 7 minuten betekent. Daarnaast eindigt de SFR F15 bij de waterbushalte De Schans. In de afgelopen jaren laat deze waterbus een gestage groei zien van ruim 2% per jaar. Dit zijn voornamelijk fietsers. De verwachting is dat de kwaliteitsimpuls in de aanvoerroute per fiets naar de waterbus, deze groei zal bestendigen, zo niet vergroten. Het andere tracé van de SFR F15 eindigt bij de brug over de Noord. Aan de overzijde van de brug eindigt de BMR (Beneden Merwederoute). In het kader van het Plan van Aanpak voor de BBV-aanvraag voor de koppeling tussen de BMR en de BAR (SFR F15) wordt aangenomen dat Ridderkerk een belangrijk voedingspunt is voor de BMR. De verwachting is dat de SFR F15 enkele tientallen nieuwe spitsritten per fiets genereert voor deze route. Ook aan de zijde van Albrandswaard loopt de SFR F15 door tot aan een OV-knooppunt. In de afgelopen jaren is er een duidelijke groei van het aantal fietsritten naar metrohalte Rhoon waarneembaar, hetgeen al blijkt uit de bezetting van de fietsenstalling. Deze stalling is hiertoe al uitgebreid en blijkt nog steeds regelmatig ontoereikend. De SFR F15 loopt tot aan de metrohalte en zal daarmee de overstap op de metro naar Rotterdam extra aantrekkelijk maken Andere doelgroepen Analyses in de Netwerkstad Zwolle-Kampen laten zien dat naast structurele overstappers, ook nog een toename te verwachten valt van zogenoemde incidentele overstappers (2 tot 3 dagen per week). Deze groep is thans niet in de berekeningen meegenomen, maar wordt wel als een substantiële bijvangst beschouwd na de realisatie van de SFR F Conclusie Daar de regionale en lokale spitsmijdingen verschillende groepen betreffen kunnen de te verwachten spitsmijdingen bij elkaar opgeteld worden. Daarom wordt, op basis van de kwaliteitsverbetering van de SFR F15 in combinatie met gerichte communicatie- en marketingactiviteiten verwacht dat er in de periode tot medio 2020, 480 plus is spitsmijdingen worden gerealiseerd in het invloedsgebied van de SFR F15. Diverse controleberekeningen met betrekking tot het groeiende arbeidspotentieel, de aantrekkelijkheid van de overstapmogelijkheden op hoogwaardig openbaar vervoer, alsmede de incidentele overstappers van de auto op de fiets, hetgeen ook tot structurele spitsmijdingen leidt, laten zien dat de berekende aantallen spitsmijdingen met het RVMK een goede inschatting geven van wat er in de komende 4 jaar verwacht mag worden op basis van de forse kwaliteitsimpuls in de SFR F15 IJsselmonde. Het aantal van de berekende structurele spitsmijdingen ligt lager dan de ruim die berekend zijn op basis van de landelijke kentallen, zoals die gehanteerd zijn door de Verkeersonderneming. Dat biedt nog ruimte om eventuele bijzondere ruimtelijke invloeden, maar ook de fasering van de realisering van de snelfietsroute en het succes van reeds uitgevoerde mobiliteitsmaatregelen op te vangen. Daarmee wordt het getal van 960 spitsmijdingen (hetgeen overeenkomt met de berekening (en taakstellend aantal) van de Verkeersonderneming voor alleen SWNL , Pagina 21 van 39

158 Beschrijving van de maatregel/oplossing het traject Barendrecht-Ridderkerk (963 spitsmijdingen) voor de SFR als absoluut haalbaar gezien. Opgemerkt wordt dat in voorliggende berekening zowel de spitsmijdingen voor de knelpunten op de A15 berekend zijn als ook voor het hoofdwegennet in het invloedsgebied van de SFR F15. Het betreft hier onder meer de IJsselmondse knoop die terugslageffecten heeft op de A15, maar ook de Kilweg, met soortgelijke effecten op de A29 en het Groene Kruisplein dat eveneens de A15 beïnvloedt. Het effect van een kwalitatief hoogwaardige snelfietsroute in de zuidvleugel van Rotterdam blijkt veel groter te zijn. De route heeft ook invloed op alle lokale en interlokale verplaatsingen ten zuiden en ten noorden van de A15, die de A15 niet kruisen. De kernen Albrandswaard, Barendrecht en Ridderkerk worden beter per fiets met elkaar verbonden, maar ook beter verbonden met de gemeenten ten oosten van de Noord (Alblasserdam en verder, de Beneden Merwederoute) en de Krimpenerwaard, maar ook in westelijke richting, richting Spijkenisse. Maar ook aan de noordzijde wordt Rotterdam-Zuid beter aangesloten op Pernis en de Maasvlakte en in de andere richting naar de Krimpenerwaard. 2.4 Ontwikkeling spitsmijdingen Vanaf het tweede kwartaal van 2014 wordt al gewerkt aan de SFR F15, Dat wil zeggen dat zodra het tracé van de snelfietsroute vaststond en daarmee de knelpunten inzichtelijk waren, de oplossingen in beeld gebracht en uitgewerkt zijn in concrete maatregelen. Een aantal van deze maatregelen is, veelal in combinatie met groot onderhoud, reeds uitgevoerd. Hierdoor ontstaat langzaam maar gestaag de SFR F15 IJsselmonde. Het traject binnen Albrandswaard heeft hiermee het afgelopen jaar een forse kwaliteitsimpuls gekregen en kan in de loop van 2017/2018 afgerond worden. Daarmee ontstaat bijvoorbeeld een aantrekkelijke route vanuit Carnisselanden naar metrostation Rhoon. Maar ook de relatie met het Rotterdamse Havengebied wordt hiermee fors verbeterd. De effecten van de eerste quickwins werden al in 2015 zichtbaar. De verwachting is dat dit, in combinatie met communicatie- en promotiemaatregelen, in 2016/2017 tot een verdere groei van het aantal spitsmijdingen leidt. Ook in 2017 tot 2020 zullen in Ridderkerk en Barendrecht, aanzienlijke delen van de route gereed komen en daarmee spitsmijdingen gaan genereren in de richting van Rotterdam. Een inschatting op basis van de kwaliteitsverbetering van de route leidt tot onderstaande percentages in de verschillende perioden van de realisatie van de route. Locatie Periode begin effect Percentage aandeel spitsmijdingen Spitsmijdingen Albrandswaard Q % 223 Barendrecht (ontsluiting Nieuw Reijerwaard) Q % 446 Ridderkerk (ontsluiting station Barendrecht) Q % 446 Overige delen in combinatie met slotoffensief communicatie en marketing Q % Totaal Bij de start van de kortetermijnmaatregelen op de SFR F15 IJsselmonde, eind Q1 2017, vindt onderzoek plaats naar de kwaliteitssprong in de fietsinfrastructuur in relatie tot de te verwachten reistijdwinst en de percentages spitsmijdingen die daarmee gerealiseerd kunnen worden. De uitkomsten van dat onderzoek worden, zodra ze bekend zijn, in het realisatieplan opgenomen, mede om bovenstaande inschattingen te kunnen verfijnen en te onderbouwen. SWNL , Pagina 22 van 39

159 Beschrijving van de maatregel/oplossing 2.5 Neveneffecten Daarnaast heeft de fiets nog andere voordelen ten aanzien van maatschappelijke kosten, ruimtegebruik en gezondheid. De wijze waarop de fietsroute in technische zin wordt verbeterd, kan als zeer duurzaam worden betiteld. Niet alleen worden duurzame materialen gebruikt, wordt de fietsroute opgeplust naar een toekomstbestendige norm voor snelfietsroutes, maar wordt ook gewerkt aan een duurzame inpassing van de route in de omgeving. Voorbeelden van duurzaamheid in dit project zijn: hergebruik van bestaande funderingsmaterialen; herstel van de flora en fauna langs de route; verbetering van de waterhuishouding en de waterberging; duurzame ledverlichting. De wijze van realiseren en de te gebruiken materialen worden op duurzame wijze ingestoken. Dat wil zeggen dat er zoveel mogelijk wordt gestreefd naar een beperking van het energieverbruik bij realisatie, dat gebruik gemaakt wordt van herbruikbare grondstoffen en het hergebruik van de bestaande middelen, zoals het gebruiken van de huidige infrastructuur in de fundering. Daarnaast wordt er ook gekozen voor duurzame verlichting met een laag energieverbruik. Echter infrastructurele maatregelen zijn per definitie duurzaam. De civieltechnische maatregelen die worden getroffen hebben een levensduur van minimaal 20 jaar. Ten slotte is het realiseren van een goede infrastructuur in combinatie met een juiste marketing en communicatie, waardoor er een overstap gemaakt wordt van de auto naar de fiets, op zich een duurzaamheidsimpuls. 2.6 Type maatregel De snelfietsroute is in sterke mate gericht op het uitvoeren van infrastructurele maatregelen in het fietsnetwerk. Er wordt aanvullend ingezet op een pakket van promotiemaatregelen, waarmee de potentiële fietsers worden getriggerd om vaker de fiets nemen. Door gerichte communicatie met bewoners, werkgevers en werknemers worden de automobilisten met een herkomst en een bestemming in het doelgebied (korte ritten) verleid tot het gebruik van de fiets. Dergelijke acties zijn rondom de aangrenzende BMR in de afgelopen jaren al met succes uitgevoerd. Naar dit model worden dergelijke acties ook voor de Snelfietsroute F15 IJsselmonde opgezet en uitgerold. Daarnaast worden diverse bestaande fietsstimuleringsmaatregelen onder de aandacht gebracht van potentiële gebruikers van de route. Het kader van de bewoners- en werknemersaanpak wordt gevormd door De aanpak Reisgedrag, zoals die door de Verkeersonderneming wordt uitgerold in de periode tot eind Tijdens BB1 heeft Rotterdam ingezet op een nauwe betrokkenheid van de reiziger bij enerzijds het delen en gezamenlijk vaststellen van mobiliteitsknelpunten en anderzijds bij de oplossing ervan door het faciliteren van dienstverleners uit de markt. Om de betrokkenheid van de reiziger te faciliteren worden Gebiedsaanpakken gehanteerd in díe gebieden waar de meeste mensen heen gaan of vandaan komen die in de files staan. Die gebieden zijn geselecteerd door de resultaten van de Verdiepte Knelpuntanalyse, die voor Beter Benutten Vervolg is uitgevoerd, aan te vullen met herkomst/bestemmingsrelaties volgens de regionale en landelijke verkeersmodellen. De Gebiedsaanpakken zijn geheel gericht op het creëren van afnemersgroepen voor mobiliteitsdiensten. Doelgroepen van de Gebiedsaanpakken zijn individuele reizigers die ofwel bewoner zijn van het betreffende gebied, ofwel werkgever/werknemer. De doelgroep Bezoekers is tijdens Beter Benutten I nog buiten beschouwing gelaten. Onderwijs- en zorginstellingen zijn binnen BB1 in Rotterdam wel als werkgever in beeld gekomen, maar niet vanuit het oogpunt van de bezoekers. Ook in de recreatieve sector in zijn algemeenheid zijn wel pilotprojecten of arrangementen opgezet, maar ook daar ontbreekt het nog aan een beproefde aanpak. SWNL , Pagina 23 van 39

160 Beschrijving van de maatregel/oplossing Instrumenten die worden ingezet, richting individuen, groepen en werkgevers, zijn: het doen van deskresearch naar de sociaaleconomische kenmerken van een gebied: lifestyle, inkomen, typen bedrijvigheid etc., waarvoor o.a. gebruik wordt gemaakt van smart agent -profielen; het inzetten van op de gebieden gerichte beloningsprojecten ( Spitsmijden ) om in de spits weg te blijven van de knelpunten, om daarmee een aanzet te geven tot het nadenken over de eigen vervoerwijzekeuze (van automatisch gedrag naar beredeneerd gedrag); communities en platforms om met individuele reizigers het gesprek te kunnen voeren over hun mobiliteitswensen en triggers voor hun gedrag (voorbeeld uit BB1: nesselandebereikbaar.nl); gebiedsbijeenkomsten (voorbeeld uit BB1: meet and greets met bewoners van Krimpen aan de IJssel in het kader van van de Algera ); aansluiten bij energieke burgers, werkgevers of werknemers die de handen uit de mouwen willensteken (voorbeelden uit BB1: Stedelings in Rotterdam Feyenoord, BereikSpijkWerkt! In Spijkenisse); delen van de verantwoordelijkheid voor de mobiliteitsproblematiek met werkgevers (voorbeeld uit BB1: het netwerkverband R10 met onder meer de werkgevers Erasmus Medisch Centrum, Eneco en Rabobank; samenwerken met bedrijven die de handen uit de mouwen steken, zoals in BB1 bijvoorbeeld het collectief IHC, Hollandia, Alphatron en Van Oord; direct marketing op basis van deskresearch (smart agent) en opgedane kennis van het gebied. De gebiedsaanpak is al gestart en kent voor 2016/2017 een principe van vier fasen. In kort bestek: fase 1: bezoeken van belangrijkste werkgevers, ondernemerskringen en intermediairs, organiseren van een startbijeenkomst met stakeholders (inmiddels gestart); fase 2: uitvoering bedrijfsscans, start MKB-traject, themabijeenkomsten, start crowdsourcing, inzet campagne, identificatie klantgroepen (inmiddels gestart); fase 3: aanbesteding diensten, vastleggen afspraken met werkgevers en intermediairs, inventarisatie motieven afnemersgroepen, opstart communicatie over diensten en uitrol beloningsproject; fase 4: ondersteuning aanbieders mobiliteitsdiensten in contacten met intermediairs en werkgevers en in werving van klanten. Het verloop van deze fases verschilt sterk per gebied, maar de ervaring met de huidige aanpak is dat het één tot anderhalf jaar duurt om een gebied te bewerken voordat fase 4 kan worden ingegaan. Na het ophalen van de behoeftes van de reiziger krijgt deze zelf, rechtstreeks óf via zijn of haar werkgever, toegang tot een hiertoe in de eerste Beter Benutten-periode opgerichte Marktplaats voor Mobiliteit. Deze is via twee Europese aanbestedingen inmiddels gevuld met diverse maatwerkoplossingen in de vorm van 34 anti-filediensten (zie Dit vanuit het gedragswetenschappelijk uitgangspunt dat meer aantrekkelijke maatwerkoplossingen leiden tot minder ongewenst reisgedrag. De dienstverleners ontvangen een vergoeding voor elke structurele spitsmijding naar de geselecteerde gebieden, die zij kunnen aantonen. Geen aangetoonde spitsmijdingen leidt dus tot geen betaling. Na een periode van cofinanciering vanuit Beter Benutten-gelden staan deze dienstverleners vanaf 2016 op eigen benen met een levensvatbare business case. Kort samengevat is de Marktplaats voor Mobiliteit het middel om vraag naar en aanbod van mobiliteit bij elkaar te brengen en de marktwerking te optimaliseren. Daarbij is direct aangehaakt bij ambities van de gemeente Rotterdam op het gebied van luchtkwaliteit en klimaat door vanuit gemeentelijke middelen een deel extra te subsidiëren indien de dienst een etmaalmijding oplevert of als er een extra schoon en zuinig vervoermiddel wordt ingezet, zoals in dit geval het gebruik van de fiets, bij voorkeur over een zo groot mogelijk gedeelte van de snelfietsroute F15 IJsselmonde. SWNL , Pagina 24 van 39

161 Beschrijving van de maatregel/oplossing In voorliggend Plan van Aanpak wordt hierop doorgepakt door een doorgezette Gebiedsaanpak Wonen en Werken (onderhavig Plan van Aanpak) samen te laten oplopen met een nieuwe aanpak gericht op Bezoeken. Bij de laatste gaat het dan om de onderwijssector en in latere instantie wellicht de zorgsector en de recreatieve sector. Deze sectoren zijn ook langs de F15 sterk vertegenwoordigd. In Rotterdam-Zuid liggen grote onderwijsinstellingen en zorgcentra (ziekenhuizen) met een regionale functie die vooral voor Barendrecht en Ridderkerk van groot belang zijn. Aan de andere kant ligt ten zuiden van Barendrecht een groot recreatiegebied dat, vooral ook in de komende jaren door de ontwikkeling van de stad-landverbindingen, goed ontsloten wordt voor de Rotterdamse stedeling. Deze verbindingen vallen overigens samen met de sporten van de ladder van de F15. De aanpak Bezoeken richt zich dan ook op het tegengaan van die spitsdrukte. Beide aanpakken hangen nauw samen, omdat het (in voorkomende gevallen) om dezelfde mensen gaat, én omdat dienstverleners succesvoller kunnen zijn als ook de doelgroep bezoekers voor hen beter bereikbaar wordt. Beide aanpakken vormen een stevige basis voor het marketings- en promotiebeleid en de realisatie daarvan rondom de SFR F15 IJsselmonde. In een eigen communicatiestrategie wordt deze aanpak in de aansluitende jaren onder de aandacht gehouden en in relatie tot de verdere realisatie van de route versterkt. 2.7 Innovaties Binnen het project is ruimte gereserveerd om met moderne middelen aanbodgestuurd de fietsstromen te gaan afwikkelen op kruispunten met VRI s. Dat wil zeggen dat door middel van moderne detectiemethoden (bijvoorbeeld wifi) fietsers of groepen fietsers gedetecteerd kunnen worden en gestuurd kunnen worden om op een voor de fietser zo efficiënt mogelijke wijze door de regeling geloodst te kunnen worden. De technieken hiervoor zijn al voorhanden, de toepassing zal op deze route uniek zijn. 2.8 Nadere afbakening maatregel/project De Snelfietsroute F15 IJsselmonde heeft directe raakvlakken met verschillende BBV-projecten in de regio. Het succes van de snelfietsroute wordt in belangrijke mate door de maatregelen op de route zelf bepaald. Echter juist door de samenhang met de andere projecten kan het succes verder uitgebouwd en vergroot worden. Het is ook de samenhang in de cofinanciering van de verschillende BBV-projecten in de zuidelijke vleugel van Rotterdam en het Havengebied die het succes van de overstap naar de fiets mede gaat bepalen. In dat licht is ook de locatie van de route bepaald en zijn de maatregelen gedefinieerd. Maar het is ook tegen deze achtergrond dat de communicatie en markteling gedurende de komende periode worden opgezet en uitgerold. Alleen door intensief samen te werken in het benaderen van de potentiële doelgroepen kunnen alle keuzereizigers gevonden en benaderd worden. Daar staat echter tegenover dat de verschillende projecten op zich uniek zijn, een eigen insteek kennen en dat de potentiële overstappers in de verschillende gebieden zorgvuldig gelokaliseerd zijn en dat dubbeltellingen met betrekking tot spitsmijdingen niet of nauwelijks voorkomen. De kracht en het uiteindelijke succes zijn dus daadwerkelijk de som der delen en die zal meer zijn dan het uitvoeren van alle losse onderdelen. De eerste relatie ligt met de Beneden Merwederoute. Deze koppeling komt al in 2016 tot stand op basis van een rijksinvestering, alsmede een investering van de Provincie Zuid-Holland op de brug over de Noord. Deze directe relatie zal de groei van het fietsverkeer vanuit het oosten in gang zetten. Aan de oostzijde liggen ook de waterbussen naar Krimpen, Dordrecht en Rotterdam. De afgelopen jaren hebben de waterbussen, door een zorgvuldige locatiekeuze van de halteplaatsen, laten zien dat er een forse groei mogelijk is in het fietsverkeer. Deze aanlegplaatsen zijn dan ook belangrijke voedingspunten van de snelfietsroute. Aan de westzijde is er de link met het project Fietsen om de bereikbaarheid van de haven te verbeteren. Het Havenbedrijf zet in op verbetering van de bereikbaarheid van de haven per SWNL , Pagina 25 van 39

162 Beschrijving van de maatregel/oplossing fiets. De maatregel zet in op een combinatie van vraagbeïnvloeding en investering van infrastructuur. Het pakket van maatregelen richt zich op 4 typen maatregelen: elektrische fiets op de Maasvlakte; verbetering van fietsroutes naar het havengebied (diverse relaties); OV-fiets bij veerponten; havenbrede maatregelen om fietsveiligheid te vergroten (ledmarkering, veiliger maken kruisingen met spoorlijn, vrijliggende fietspaden op industriewegen met een 80 km/uur regime). De Snelfietsroute F15 IJsselmonde kruist ook twee andere snelfietsroutes, de F16 (Dordrecht- Rotterdam) en de Groene Kruisroute. Beide routes naderen hun voltooiing en fungeren niet alleen als belangrijke slagaders in het gebied en verbindingen van Rotterdam met de regio, maar daarmee ook als feeders van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde. Juist de uitwisseling tussen de routes zal een meerwaarde zijn voor de potentiële overstappers van de A16 en de Groene Kruisweg. Daarnaast zijn er nog twee majeure opstappunten voor het regionale openbaar vervoer die van invloed zijn op het gebruik van de snelfietsroute F15 IJsselmonde, te weten het station van Barendrecht en het metrostation van Rhoon. De route loopt direct langs beide stations en de combinatie met het optimaliseren van de stallingsfaciliteiten, zoals dat in het komende jaar in het kader van andere subsidieregelingen wordt opgepakt, zal de aantrekkelijkheid en daarmee het gebruik, van de snelfietsroute vergroten. Zeker voor de inwoners van Ridderkerk die niet over een eigen trein/metrostation beschikken, maar ook de bewoners van Carnisselanden, betekent de F15 een verkorting van de voortransporttijd naar de stations en daarmee naar een groot aantal (werk)bestemmingen in Rotterdam. Met de realisatie van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde ontstaat uiteindelijk een langgerekte verbinding van Gorinchem naar de Tweede Maasvlakte. 2.9 Mogelijke variatie en onzekerheden in de scope Door een zorgvuldige voorbereiding van de locatie van de route, de gekozen oplossingen voor de probleemlocaties, maar ook de inpassing van de maatregelen in de omgeving, het beleid en de financiële kaders en kasritmes van de stakeholders worden geen grote scopeveranderingen verwacht. Alle voorgestelde matregelen zijn reële en in tijd haalbare oplossingen. Dat betekent niet dat het geen ambitieus programma is. Ambitieus in tijd, maar vooral ook in kwaliteit. Op dat laatste punt is de projectgroep niet van plan water bij de wijn te doen. Het zal ten slotte ook mede aan het uiteindelijke hoge kwaliteitsniveau liggen, dat fietsers overstappen en op de lange termijn overgestapt blijven. Ervaringen in Groningen bij de snelfietsroute naar Bedum laten al zien dat de nieuwe gebruikers met trots doorvertellen dat zij een kwalitatief hoogwaardige route hebben en dat die ook netjes onderhouden en bijgehouden wordt. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de belangrijkste werkgevers in het gebied reeds in beeld zijn. De overige werkgevers kunnen via een algemene campagne benaderd worden. Mochten majeure spelers om een of andere reden niet aan willen haken aan het fietsstimuleringsbeleid dat zal extra energie gezet worden om de middengroep van werkgevers over de streep te trekken. De kans bestaat dat dit invloed heeft op het maximaal aantal te behalen overstappers. De realisatie van de maatregelen wordt gestaag uitgevoerd in de periode van 2016 tot De voortgang wordt bepaald door de complexiteit van de maatregel, de beschikbaarheid van de locatie om de maatregel uit te voeren, eventuele aanpalende werkzaamheden (werk met werk maken) en de voortgang in de ruimtelijke procedures en vergunningen. Capaciteit en financiën mogen en zullen geen belemmerende factor zijn in dit proces. Zoals ook bij de quickwins gebleken is, vraagt het op korte termijn starten met het uitvoeren van een dergelijk omvangrijk pakket aan maatregelen veel van de lokale gemeentelijke organisaties. Momenteel is dan ook een apart projectorganisatiemodel in gang gezet om met de Rijksbijdrage gelijk voortvarend van start te gaan. Deze organisatie zal flexibel bemenst worden op basis van de omvang van de uit te voeren werkzaamheden en voldoende mandaat krijgen om het werk SWNL , Pagina 26 van 39

163 Beschrijving van de maatregel/oplossing voortvarend op te kunnen pakken. De organisatie rapporteert rechtstreeks aan de projectgroep van de snelfietsroute en zorgt voor een uniforme en continue kwaliteit van de fietsroute gedurende de looptijd van de uitvoering. SWNL , Pagina 27 van 39

164 3 Aanpak en planning van de maatregel 3.1 Planning/mijlpalen Er is al een aantal maatregelen uit de lijst opgepakt en gerealiseerd; de zogenoemde quickwins. Dit betreft over het algemeen maatregelen die al in de pijplijn zaten en die op basis van een beperkte cofinanciering snel gerealiseerd konden worden. Om deze maatregelen snel ter hand te nemen, is aanvullende financiering voor deze maatregelen verstrekt door provincie Zuid- Holland en in procedure gebracht bij de MRDH. Hiermee is de realisatie van de Snelfietsroute F15 IJsselmonde van start gegaan en laten de verschillende partijen zien dat er, zowel ambtelijk, als ook bestuurlijk draagvlak is voor de snelfietsroute. Mijlpalen tot heden Start Planning Gereed Initiatieffase ( ) Draagvlakverkenning Q Ambtelijke verkenning en vastlegging snelfietsroute Q Verkenning financiële haalbaarheid Q Bestuurlijks besluitvorming (commitment) Q Q Uitwerkingsfase ( ) Vastleggen knelpunten Q Q Opstellen maatregelenlijst inclusief globale kostenraming (definitief) Q Q Reeds gerealiseerde maatregelen (Quickwins) Q Q De komende jaren werken de partijen gezamenlijk door aan een kwalitatief hoogwaardige fietsroute, parallel aan de A15. De tijdshorizon van de gehele route is 2020, waarbij het accent ligt van 2017 tot en met Het tempo van de realisatie wordt in belangrijke mate bepaald door factoren als de beschikbaarheid van middelen, de verwervingsmogelijkheden, groot onderhoud en het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. De zorgvuldige voorbereiding van de afgelopen 2 jaar maakt het mogelijk om de voorgestelde maatregelen ook daadwerkelijk voor eind 2020 te realiseren. Mijlpalen PvA Amendement Hoogland Start Planning Gereed Voorbereiding realisatie fase ( ) Voorbereiding en uitvoering Nul-meting Q Q Voorbereiding kortetermijnmaatregelen die in 2016 gestart zijn Q Q Voorbereiding middellangetermijnmaatregelen Q Q Voorbereiding laatste maatregelen Q Q Voorbereiding en uitvoering Nameting (of 2021 afhankelijk van Realisatie) Q Q Realisatiefase ( ) Marketing in samenspraak met Verkeersonderneming) Q Q Realisatie kortetermijnmaatregelen door betrokken gemeente in samenspraak Q Q met betrokkenen Marketing en communicatie vanuit regionale partijen Q Q Realisatie laatste maatregelen door betrokken gemeente in samenspraak met betrokkenen Q Q SWNL Pagina 28 van 39

165 Aanpak en planning van de maatregel In bijgevoegde maatregelenlijst is onderscheid gemaakt naar reeds gerealiseerde maatregelen op de route (groen), maatregelen die in de aangegeven periode tot en met 2020 worden gerealiseerd (rood) en maatregelen die na 2020 worden gerealiseerd (blauw). Opgemerkt wordt dat 90% van de maatregelen voor eind 2020 gerealiseerd kan worden en dat daarmee aan het eind van deze periode een complete, volwaardige en hoogwaardige snelfietsroute kan worden opgeleverd. Reeds gerealiseerd in periode tot eind 2016 De reeds gerealiseerde maatregelen zijn opgenomen in bijgevoegde maatregelenlijst en zijn als groen gemarkeerd op de maatregelenkaart. In de planning vóór eind 2020 ( ) De partijen hebben met elkaar afgesproken een selectie van maatregelen te maken die in 2017/2020 gerealiseerd worden met een investeringsomvang van 5,5 miljoen. De locatie, aard en kosten van de maatregelen zijn uitgewerkt in bijgevoegde maatregelenlijst. De maatregelen zijn als rood gemarkeerd op de maatregelenkaart. Het voorliggende Plan van Aanpak en investeringsbudget, is voor deze groep van maatregelen van toepassing. Nog openstaand voor periode na 2020 ( ) Van een kleine groep maatregelen is het om diverse redenen, op dit moment niet zeker of zij in de periode gerealiseerd kunnen worden. De gemeente zullen zich inspannen om ook deze maatregelen gedurende deze periode uit te voeren. Het betreft de zogenoemde blauw gemarkeerde maatregelen op de maatregelenkaart. Voor deze groep maatregelen zal aanvullende financiering geregeld moeten worden. Ook daarbij wordt een cofinancieringsmodel, met bijdragen van de gemeenten, de regio en zo mogelijk ook het rijk, gehanteerd. 3.2 Risico s In het algemeen is het risico van de realisatie van het maatregelenpakket beperkt, omdat deze in belangrijke mate valt binnen de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten. Ingewikkelde procedures in het kader van de ruimtelijke ordening zijn niet aan de orde. Uiteraard is voorzien in de gebruikelijke wijze van inspraak naar belanghebbenden. Omdat een belangrijk deel van bepaalde maatregelen op de snelfietsroute gelegen is binnen een dijklichaam met een primaire functie als waterkering is op onderdelen medewerking en instemming van Waterschap Hollandse Delta noodzakelijk. Daarnaast kan het aspect watercompensatie een rol spelen. Bij de ontwikkeling van de plannen is Waterschap Hollandse Delta nadrukkelijk betrokken. Met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de tijdvakken waarin niet in of aan de dijk mag worden gewerkt. In de uitvoeringsplanning wordt hier rekening mee gehouden. SWNL , Pagina 29 van 39

166 Aanpak en planning van de maatregel Risico s Nr. Belangrijkste risico s Kans van optreden Mogelijke gevolgen Effect Tijd Geld in k Beheersmaatregelen 1 Bezwaren tegen de realisatie van de maatregelen Laag Extra effort nodig voor overleg 2 Cofinanciering van partners Laag Tekort aan financiering n.v.t. n.v.t. Geen direct aan- en omwonenden, intensief overleg met het Waterschap en Rijkswaterstaat. n.v.t. 1 mln Alle stakeholders worden actief betrokken, zo ook de overige regionale partners. 3 Kostenoverschrijdingen Gemiddeld Hogere kosten n.v.t. Onbekend In de SSK-ramingen wordt een standaard post onvoorzien opgenomen. 4 Aantal spitsmijding wordt niet gemeten 5 Onvolledige realisatie van de route Laag Hogere kosten n.v.t. Onbekend Vooraf wordt een monitoringsprogramma opgesteld en vastgelegd met de subsidieverstrekkers. Gemiddeld Hogere kosten, uitloop in tijd. Uitloop Onbekend Tijdig signaleren van knelpunten en nemen van passende maatregelen Kosten Voor de maatregelen is een eerste globale kosteninschatting opgesteld. De kosten zijn binnen de eerste fase van de realisatie ( ) betreffende het Amendement Hoogland, ingeschat op 5,5 miljoen. Onderstaand is een indicatieve begroting opgenomen behorende bij de het kostenoverzicht voor de eerste fase van de SFR F15 IJsselmonde. Onderdeel Onderdeel Geraamd Deelraming Betaald door Infrastructuur Projecten Projecten Gezamenlijk Verlichting Gezamenlijk VRI s Gezamenlijk Bewegwijzering Gezamenlijk Communicatie Uit onderdeel projecten Uit onderdeel projecten Monitoring Voor meting Uit onderdeel projecten Na meting Uit onderdeel projecten Evaluatie Marketing P.M. P.M. Verkeers Onderneming Uit onderdeel projecten Financiële bijdragen Ministerie Het ministerie van I&M stelt ten behoeve van het uitvoeren van de snelfietsroute F15 IJsselmonde maximaal 2,5 mln euro (exclusief btw) beschikbaar, onder voorwaarde dat de regionale partijen, bestaande uit in ieder geval de provincie Zuid-Holland, de MRDH en de gemeenten Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard, ten minste hetzelfde bedrag ter beschikking stellen binnen de in dit plan van aanpak aangegeven realisatieperiode van 2017 t/m Het ministerie stelt het bedrag ad 2.5 mln euro beschikbaar volgens onderstaand kasritme. De rijksmidde- SWNL , Pagina 30 van 39

167 Aanpak en planning van de maatregel len worden, uitsluitend voor de afspraken gemaakt in voorliggend Plan van Aanpak, ter afhandeling en verdeling aan de provincie Zuid-Holland verstrekt. Regio De bijdrage van de gemeenten Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard en van MRDH en provincie, in totaal ten minste 2,5 mln euro, wordt door deze partijen gezamenlijk geregeld binnen de in dit plan van aanpak aangegeven realisatieperiode van 2017 t/m De onderlinge verdeling van de inbreng wordt in nader overleg tussen de genoemde regionale partijen bepaald en afgesproken. Het is mogelijk dat aan de regionale middelen ook bijgedragen wordt door derden, als het Waterschap Hollandse Delta, Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard, Verkeersonderneming en andere belanghebbenden in de route. Deze middelen worden ook als onderdeel van de cofinanciering van de aanvraag beschouwd. Voor de realisatie van de maatregelen en het uitvoeren van de communicatie- en marketingwerkzaamheden, maken de gemeenten vooraf concrete werk- en financieringsafspraken met de provincie Zuid-Holland. Taakstellend budget, prognose kasritme en verdeling over de partners Bijdrage van Prognose Kasritme Rijksbijdrage excl. BTW Regiobijdrage excl. BTW Rijksbijdrage Regio Totaal De prognose van het kasritme is indicatief en wordt voor uitgewerkt in een realisatieplan. 3.3 Uitvoeringsorganisatie De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke uitwerking en realisatie van de snelfietsroute. Provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de procesbegeleiding van de realisatie van de snelfietsroute F15 IJsselmonde. 3.4 Contracteringsstrategie Op bepaalde delen van de route lopen reconstructie- of groot onderhoudsprojecten. De voorgestelde opwaardering van de fietsvoorzieningen kan hierin worden meegenomen. Dat geldt ook voor specifieke locaties waar met quickwins kleine infrastructurele maatregelen kunnen worden gerealiseerd. 3.5 Monitoring en evaluatie Door monitoring vanaf het besluit om de fietsroute te verbeteren wordt het effect van de verbeteringen in kaart gebracht en ook het effect van communicatieacties. Het doel van de monitoring is tweeledig. 1. Bepalen in welke mate de fietsroute na het verbeteren meer wordt gebruikt dan daarvoor en in welke mate de extra verplaatsingen met de fiets een vermindering (kunnen) opleveren van het aantal woon-werkverplaatsingen met de auto. 2. Bepalen van de succesfactoren van het project en de voorwaarden waaraan andere locaties moeten voldoen, om ook daar het gebruik van fietsroutes parallel aan filetrajecten op kosteneffectieve wijze te laten toenemen. Daarbij spelen zaken als waardering van de gebruikers van de snelfietsroute, de bekendheid van de snelfietsroute en participatie van het bedrijfsleven. De monitoring is gericht op fietsers en niet-fietsers, daar deze laatste feitelijk de potentiële gebruikers van de route zijn. Er wordt kwantitatief (tellingen) en kwalitatief (enquêtes, gesprekken) onderzoek gedaan: zowel voor realisatie van de maatregelen (nulmeting) als erna (éénmeting). Zo kan worden bepaald welke onderdelen effectief zijn geweest. In eerste instantie richt de mo- SWNL , Pagina 31 van 39

168 Aanpak en planning van de maatregel nitoring zich op het uitvoeren van een nulmeting. Op basis van de nulmeting en in een later stadium de éénmeting worden de fietsers zo nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht. Op basis van deze gegevens kunnen uitspraken gedaan worden over de mogelijke substitutie Nulmeting Het fietsverkeer in de gemeenten werd in het verleden incidenteel geteld. Om het gebruik van de fietsroute in de toekomst te monitoren is ingezet op het uitvoeren van een nulmeting. Daartoe zijn strategische telpunten vastgelegd. Ook de voedingspunten van de snelfietsroute worden in beeld gebracht. Aan de zijde van Ridderkerk zijn dat het Driehoeksveer, de waterbus en de brug over de Noord. Aan de zijde van Albrandswaard is dat de Groene Kruisroute. Daarnaast is er de tak naar de haven. De tellingen vinden bij voorkeur plaats in het zelfde jaargetijde bij voorkeur eind september / begin oktober of april / mei. De nulmeting voor de zuidelijke route is oktober 2014 gehouden. Echter voor een goede meting van het effect van het aantal spitsmijdingen wordt voorgesteld om in het voorjaar van 2017 nogmaals een gedegen nulmeting uit te voeren, inclusief een enquête onder de huidige gebruikers van de route. De tellingen vinden bij voorkeur gelijktijdig plaats met tellingen op andere snelfietsroutes, zoals de BMR of in het Havengebied. De tellussen blijven minimaal 2 weken liggen om de invloed van weersomstandigheden en incidenten te beperken. Voor zowel de nulmeting als de één meting wordt gebruik gemaakt van de, door het Rijk opgestelde en gevalideerde systemethiek voor Snelfietsroutes, de methode Ligtermoet. Deze methode is inmiddels op een aantal snelfietsroutes met succes toegepast en wordt ook voor de SFR F15 op maat gemaakt. De kosten voor het uitvoeren van beide methodes zijn in de totale begroting opgenomen Eenmeting Na het realiseren van de maatregelen wordt een evaluatiemeting gehouden op dezelfde locaties. Analyse van de gegevens geeft een beeld van de ontwikkeling van het fietspotentieel op de route. Om het succes van de snelfietsroute daadwerkelijk in beeld te brengen wordt aanvullend ingezet op een enquête onder fietsers, in combinatie met tellingen op de route, eveneens volgens de methode Ligtermoet. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de nameting in het voorjaar van 2019 wordt uitgevoerd. Dat is dezelfde periode van het jaar als de voormeting en maakt beide metingen vergelijkbaar Voortgang Over de projectvoortgang wordt zo nodig tweemaal per jaar, in februari en augustus, op aanvraag van het ministerie van I&M, gerapporteerd aan de hand van de realisatie van de in het PvA benoemde mijlpalen en de financiële realisatie.. SWNL , Pagina 32 van 39

169 4 Ondertekening Op de volgende pagina s wordt het Plan van Aanpak, met bijbehorende bijlagen, ondertekend door de volgende partijen: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Provincie Zuid-Holland Metropoolregio Rotterdam Den Haag Gemeente Barendrecht Gemeente Albrandswaard Gemeente Ridderkerk SWNL Pagina 33 van 39

170 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Directeur-Generaal Bereikbaarheid M. Frequin Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 34 van 39

171 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door provincie Zuid-Holland. Gedeputeerde F. Vermeulen Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 35 van 39

172 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Voorzitter bestuurscommissie Vervoersautoriteit P.J. Langenberg Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 36 van 39

173 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door gemeente Barendrecht. Wethouder D. Vermaat Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 37 van 39

174 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door gemeente Albrandswaard. Wethouder J. van Leeuwe Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 38 van 39

175 Ondertekening Ondertekening Plan van Aanpak Snelfietsroute F15 IJsselmonde, d.d. 30 november 2016, door gemeente Ridderkerk. Wethouder V.A. Smit Handtekening: Datum:. SWNL , Pagina 39 van 39

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie vergadering 7 december 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom bij de laatste vergadering van de

Nadere informatie

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2018 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH).

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2018 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). Kadernota MRDH begroting 2018 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2018 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1. Inleiding In de Financiële verordening

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG ZITTING 2015-2018 AGENDA 22 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 7 december 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel De heer Rosier geeft aan dat

Nadere informatie

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 15 e vergadering, 13.04.2016, MRDH te Den Haag Aanwezige leden Th.J.A.M. de Bruijn, M.J. Rosier,

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering en meldt dat

Nadere informatie

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur AGENDA Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, 19.30 20.30 uur Locatie: zaal A, MRDH Westersingel 12, Rotterdam Parkeren: kan op het parkeerterrein van de MRDH. Ingang via de poort naast

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M. de Bruijn,

Nadere informatie

Deze is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit

Deze  is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Deze email is ter informatie verzonden aan de MRDHcoördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Ter informatie zijn bijgevoegd:

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft 2017 Versie 3, 2 december 2016

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft 2017 Versie 3, 2 december 2016 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft 2017 Versie 3, 2 december 2016 Het voorliggende document betreft de derde versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Tevens is een eerste doorkijk

Nadere informatie

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH).

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). Kadernota begrotingsuitgangspunten 2016 versie 26 februari 2015 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1.

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag Nr. 1071 25 juli 2018 Besluitenlijst, Bestuurscommissie Vervoersautoriteit, 11 juli

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter Albrandswaard P.J. Langenberg Mw. J.E. de Leeuw e Midden-Delfland Nissew aard H.H.V.

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH. METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 17 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 15 juni 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, J.W. Immerzeel, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag)

Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, J.W. Immerzeel, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag) H.1. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 10 e vergadering, 16 november 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg (voorzitter),

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe Barendrecht

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 18 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 6 juli 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G.

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. BESLUITENLIJST Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. Opening en mededelingen besloten gedeelte 1. Mededelingen en vaststellen agenda PUNTEN VAN BEHANDELING BESLOTEN Verslag besloten

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Het voorliggende document betreft de eerste versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 09.30 uur - 11.30 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam, ruimte A. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2019 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH).

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2019 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). Kadernota MRDH begroting 2019 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2019 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1. Inleiding In de Financiële verordening

Nadere informatie

De eerste twee programma s betreffen de wettelijke taak verkeer en vervoer. Het derde programma betreft de taak economisch vestigingsklimaat.

De eerste twee programma s betreffen de wettelijke taak verkeer en vervoer. Het derde programma betreft de taak economisch vestigingsklimaat. Kadernota MRDH begroting 2020 1. Inleiding In de Financiële verordening MRDH 2015 is opgenomen dat het algemeen bestuur, voorafgaand aan het voor zienswijze bij de gemeenten indienen van de concept begroting,

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 15 juni

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag A. Mededelingen Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, 06.07.2016, MRDH te Den Haag PUNTEN VAN BEHANDELING - BESLOTEN B. Vaststellen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanwezig Plv. voorzitter M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe

Nadere informatie

GeSoand gemeente ^ Postbus CB Den Haag, Onderwerp: Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen.

GeSoand gemeente ^ Postbus CB Den Haag, Onderwerp: Kaderbrief begroting 2018 gemeenschappelijke regelingen. GeSoand gemeente ^ - 1 1 2 1 6 Z o e t e r m e e r e s c a r i u I I 1 6 > Retouradres Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer Bezoekadres Markt 10 Aan het bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur. ZITTING 2015 2018 AGENDA 19 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag)

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag) H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 8 e vergadering, 21 september 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M.

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Aan de colleges van Burgemeester en

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 26 september 2018 09.00-10.50 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Inwerkprogramma: presentatie 'OV hoe werkt het?'

Nadere informatie

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck,

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus 112 3000 AC ROTTERDAM Datum 5 juli 2017 Onderwerp

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Het voorliggende document betreft de vierde versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 10. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter heet de heer

Nadere informatie

Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus AE Hilversum. Geachte heer Korteweg,

Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus AE Hilversum. Geachte heer Korteweg, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus 224 1200 AE Hilversum

Nadere informatie

Zoetermeer,71,17 Z ' Markt 10. Postbus Onderwerp: Kaderbrief begroting 2019 gemeenschappelijke regelingen.

Zoetermeer,71,17 Z ' Markt 10. Postbus Onderwerp: Kaderbrief begroting 2019 gemeenschappelijke regelingen. gemeente GSCCafld Zoetermeer,71,17 Z 1 11 1 ' > Retouradres Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer Bezoekadres Markt 10 Aan het bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) 2711 CZ Zoetermeer Postbus

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, 11.00 tot 12.00 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 16 juni

Nadere informatie

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel:

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel: Deze mail is verzonden aan de colleges van B&W en gemeenteraden van de MRDH-gemeenten, de leden van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de leden van het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit en MRDH-coördinatoren.

Nadere informatie

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld:

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld: Agenda 7 e openbare vergadering algemeen bestuur Metropoolregio Rotterdam Den Haag Vrijdag 4 maart 2016, aanvang 15.00 uur, in de raadszaal van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, Emmastraat 165, 2641 ED Pijnacker

Nadere informatie

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak):

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak): Grote Marktstraat 43 Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12 651 2500 DP DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Beschikking project

Nadere informatie

Nieuwe fase in samenwerking in de regio

Nieuwe fase in samenwerking in de regio Nieuwe fase in samenwerking in de regio Presentatie voor de gemeenteraad Opbouw MRDH en Afbouw Haaglanden 2 september 2014 Aanleiding voor de presentatie MRDH: Consultatiepakket gemeenten om daadwerkelijke

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 G. Opening en mededelingen OPENBAAR De voorzitter opent de openbare vergadering en alle afwezigen zijn gelijk als bij het besloten deel.

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Per brief van 18 november jl. (zie bijlage) heeft u advies uitgebracht aan het algemeen bestuur over de 1 e Bestuursrapportage MRDH 2015. Bijgevoegd

Nadere informatie

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt. COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Besluit tot aanwijzing gebied regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam als kernwerkgebied voor de woningcorporaties Te besluiten om 1. Kennis te nemen van de voorlopige

Nadere informatie

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2017 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH).

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2017 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). Kadernota begrotingsuitgangspunten MRDH begroting 2017 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2017 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1. Inleiding

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Secretaris A.L. Gleijm Nissewaard Mw.

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur AGENDA A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam HTMbuzz B.V. t.a.v. de directie Postbus 45789 2504 BD Den Haag Datum 10 april 2019 Onderwerp

Nadere informatie

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 1 Dag van de Light Rail Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 Inhoud 1. De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag Opheffing stadsregio s Waarom opschaling? 2.

Nadere informatie

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur BEKNOPT VERSLAG algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, 15.00 17.00 uur Raadhuis Krimpen aan den IJssel, raadzaal, Raadhuisplein 2, 2922 AD Dit beknopt verslag wordt toegezonden vooruitlopend

Nadere informatie

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger,

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger, prov.nc,eholland Afd. Geme Deo,/bijlage Productnr. 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Provincie Zuid-Holland Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Gemeenteraad

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, tot uur AGENDA A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, 10.00 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college,

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12651 2500 DP

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Aanw ezig Voorzitter (plv) Albrandswaard OPENBAAR DEEL R. van Asten M. Heezen Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht

Nadere informatie

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA algemeen bestuur 16 e vergadering, donderdag 21 december 2017, 14.30-16.30 uur Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT Opening en mededelingen 1. Mededelingen

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 E-mail: informatie@mrdh.nl Internet: www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Retouradres:

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR Vergadering Datum Tijd Plaats Bestuurscommissie Va 15 juni 2016 9.30 uur MRDH Aanwezig Rotterdam Zoetermeer Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Delft Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december 2013 Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. Over te gaan tot het

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 2017, uur

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 2017, uur AGENDA Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 2017, 14.00 16.00 uur Locatie: Aleidazaal, gemeente Schiedam Adres:, Stadskantoor Schiedam, Stadserf 1, 3112 DZ Schiedam Parkeren

Nadere informatie

Voor het opstellen van de (uitgangspunten) Begroting 2020 wordt bestaand beleid zoals hieronder toegelicht gehandhaafd.

Voor het opstellen van de (uitgangspunten) Begroting 2020 wordt bestaand beleid zoals hieronder toegelicht gehandhaafd. Voorstel Vaststellen Kadernota Begroting 2020 Metropoolregio Eindhoven Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 12 december 2018 AGENDAPUNT 9 Aan het Algemeen Bestuur, Vooraf: Financiële afspraken nieuwe Samenwerkingsakkoord

Nadere informatie

HTM Personenvervoer N.V. T.a.v. de heer G. Boot Postbus KM Den Haag. Geachte heer Boot,

HTM Personenvervoer N.V. T.a.v. de heer G. Boot Postbus KM Den Haag. Geachte heer Boot, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam HTM Personenvervoer N.V. T.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM Den Haag E-mail:

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte Een welkom aan wethouder Arnold de Leeuw (Krimpen aan den IJssel). Verhinderd

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, 10.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. De vergadering start met een besloten deel.

Nadere informatie

inzake vaststelling van de uitgangspunten voor de programmabegroting 2017 van de Metropoolregio Eindhoven

inzake vaststelling van de uitgangspunten voor de programmabegroting 2017 van de Metropoolregio Eindhoven Voorstel inzake vaststelling van de uitgangspunten voor de programmabegroting 2017 van de Metropoolregio Eindhoven Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 16 december 2015 AGENDAPUNT 7 Aan het Algemeen Bestuur,

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG Retouradres: Postbus 12600,2500 DJ Den Haag Colleges van B&W in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag U w brief van U w k enmer k Ons kenmerk Burgemees ter/2013. aanbiedingvoor

Nadere informatie

De eerste twee programma s betreffen de wettelijke taak verkeer en vervoer. Het derde programma betreft de taak economisch vestigingsklimaat.

De eerste twee programma s betreffen de wettelijke taak verkeer en vervoer. Het derde programma betreft de taak economisch vestigingsklimaat. Kadernota MRDH begroting 2020 1. Inleiding In de Financiële verordening MRDH 2015 is opgenomen dat het algemeen bestuur, voorafgaand aan het voor zienswijze bij de gemeenten indienen van de concept begroting,

Nadere informatie

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten.

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten. Algemeen bestuur Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Vergadering 19-12-2014 Agendapunt 8 Economisch Vestigingsklimaat Vaststellen van: 1. De verordening Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat

Nadere informatie

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman Vergaderdatum Regioraad (16-10-2018) Agendapunt CONCEPT Onderwerp Programmabegroting 2019-2022 Portefeuillehouder Dhr. Reneman Van de Regioraad wordt gevraagd: 1 Kennis te nemen van de ontvangen zienswijzen

Nadere informatie

BEHANDELINGSFORMULIER AB

BEHANDELINGSFORMULIER AB BEHANDELINGSFORMULIER AB Onderwerp Portefeuillehouder Beleidstaak Voorgesteld besluit Afkoop besluit Woninggebonden subsidies De heer ir. B. Emmens Vergadering 24-11-2010 Agendapunt 8 Wonen Instemmen met

Nadere informatie

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 Inhoudsopgave 1 2 3 4 1. Wettelijk kader en context Wettelijk kader en begrippen Wet Lokaal Spoor (WLS) Aanleg, beheer,

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westersingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter Albrandswaard Brielle

Nadere informatie

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen.

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen. 2016-03- 03 Aan:. de raden van bestuur van de corporaties die actief zijn in de regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam. de colleges van B&W van de gemeenten waar corporaties die actief zijn in

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 09.00 uur - 11.30 uur Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda Tijdelijk technisch voorzitter

Nadere informatie

Datum: Adviserend

Datum: Adviserend 15 PHO voorstel verlenging Regiotaxi Oplegvel 1. Onderwerp Verlenging Regiotaxi Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Basistaak Efficiencytaak Platformtaak

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 2017, uur

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 2017, uur METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 2 februari 217,14. - 16. uur Locatie: Aleidazaal, gemeente Schiedam Adres:, Stadskantoor Schiedam, Stadserf

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0754 B.18.0754 Landgraaf, 24 april 2018 ONDERWERP: ontwerpbegroting 2019 en meerjarenraming 2019-2023 BsGW Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting 2020 en jaarverslag 2018 Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR)

Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting 2020 en jaarverslag 2018 Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR) Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: BZM/BOA Burgemeester Ter behandeling in de vergadering van: de commissie BZM d.d. 14 mei de Raad d.d. 28 mei 2018 Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 7 juni 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 7 juni 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 7 juni 2017, 10.00 tot 12.00 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Voorafgaand aan de bestuurscommissie vindt van 09.00

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen Parkshuttle

Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen Parkshuttle RAADSVOORSTEL Registratienummer : 1619964 R-nummer : 87.1 Datum besluit B&W : 14 november 2017 Portefeuillehouder : R. van Harten Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 1, december 2018

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 1, december 2018 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 1, december 2018 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Zoetermeer. gemeente. Aan het bestuur van het Stadsgewest Haaglanden (SGH) Postbu s C B Den Haa g

Zoetermeer. gemeente. Aan het bestuur van het Stadsgewest Haaglanden (SGH) Postbu s C B Den Haa g gemeente Zoetermeer > Retouradres Postbus 15, 2700 A A Zoetermeer Aan het bestuur van het Stadsgewest Haaglanden (SGH) Postbu s 66 2501 C B Den Haa g Onderwerp: Kaderbrief begroting 2015 gemeenschappelijke

Nadere informatie

Verslag adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 17 februari 2016

Verslag adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 17 februari 2016 Verslag adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 17 februari 2016 Tijd: 19:00 20:00 uur Locatie: de Aleidazaal van het stadskantoor van de gemeente Schiedam, Stadserf 1 Aanwezig dhr. F.P. van Zaalen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter (plv) M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht P.W.J. Luijendijk

Nadere informatie

SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST

SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST 2017 Gemeenten Voorne- Putten in samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST Een samenwerking tussen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de gemeenten Brielle,

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

S. Nieuwenburg 3580

S. Nieuwenburg 3580 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 5.1 S. Nieuwenburg 3580 Stefan.Nieuwenburg@a2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 250782/250832 portefeuillehouder H. Tindemans Van

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 2017, uur

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 2017, uur METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 017, 14.00-16.00 uur NB Voorafgaand aan de vergadering vindt van 13.30 tot 14.00 uur bespreking

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda o De voorzitter opent

Nadere informatie

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/45 Agendapunt nummer: 16 Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio

Nadere informatie