VOORKENNIS WISKUNDE Inleidende begrippen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOORKENNIS WISKUNDE Inleidende begrippen"

Transcriptie

1 VOORKENNIS WISKUNDE Inleidende begrippen Voor studenten in de Toegepaste Economische Wetenschappen L.Motmans

2 WOORD VOORAF In het eerste jaar van de bacheloropleiding toegepaste economische wetenschappen is Wiskunde voor bedrijfseconomen een belangrijk ondersteunend vak. Daarom wordt van de beginnende student een behoorlijke vaardigheid in elementaire rekentechnieken en een basiskennis van de fundamentele wiskundige begrippen verwacht. De cursustekst Voorkennis wiskunde, Inleidende begrippen wil een hulpmiddel zijn bij het opfrissen van een aantal onderwerpen die werden behandeld in het secundair onderwijs, zonder evenwel diep op de inhoud in te gaan. Naast het zelfstandig doornemen van deze tekst wordt aan beginnende studenten de mogelijkheid geboden over deze materie vier lesdagen te volgen (september, vóór de start van het academiejaar). Een lesdag is opgesplitst in een uiteenzetting in de voormiddag, gevolgd door een oefeningensessie in kleine groepjes in de namiddag. Vooral studenten die in het verleden een beperkt wiskundepakket hebben gevolgd worden verwacht op deze lessencyclus. Ook anderen, met een grondigere wiskundevorming, zijn welkom indien zij bij het doornemen van de leerstof (en vooral bij het maken van de opdrachten) problemen ondervinden. Het gebruik van het grafisch rekentoestel TI - 84 Plus is louter eemplarisch. De student kan blijven werken met het GRT waar hij vertrouwd mee is. L. Motmans Mevr. V. Mebis stond in voor het zeer verzorgde tikwerk, waarvoor hartelijk dank.

3 INHOUD Veeltermen ontbinden in factoren. Gemeenschappelijkefactor(en)afzonderen.... Merkwaardigeproducten....3 Ontbinden van a + b + c (a = 0)....4 HetalgoritmevanHornerendereststelling Een factor van de vorm a afzonderen Opdrachten... 6 Sommatieteken, faculteit, binomiaalcoëfficiënt 0. Het sommatieteken (met ééninde) De begrippen faculteit en binomiaalcoëfficiënt....3 Opdrachten Vergelijkingen 7 3. Eerstegraadsvergelijkingen (met éénonbekende) Tweedegraadsvergelijkingen Vergelijkingenherleidbaartotvierkantsvergelijkingen Vergelijkingenmetvierkantswortels Opdrachten Stelsels van lineaire vergelijkingen 7 4. Substitutiemethode Combinatiemethode EliminatiemethodevanGauss CanonieketrapvormenGRT Opdrachten... 34

4 5 Enkele basisbegrippen over reële functies van één reële veranderlijke Definitiesenvoorbeelden De inverse van een functie in IR Opdrachten Constante functies, eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, homografische functies Constantefuncties Eerstegraadsfuncties Tweedegraadsfuncties Homografischefuncties Opdrachten Richtingscoëfficiënt (helling) van een rechte Voorbeeld Algemeen Gevolgen Opdrachten Veeltermongelijkheden en rationale ongelijkheden in één onbekende Algemenewerkwijze Voorbeelden Praktische werkwijze voor het tekenonderzoek van een veelterm of vaneenbreukvanveeltermen Opdrachten Absolute waarde van een reëel getal Definitieengevolgen Eigenschappen... 65

5 9.3 Opdrachten Eponentiële en logaritmische functies Machten van een reëelgetal Eponentiëlefuncties Logaritmen Logaritmischefuncties Eponentiëlevergelijkingen Logaritmischevergelijkingen Opdrachten De voornaamste begrippen uit de goniometrie 80.Inleiding Metenvaneenhoek Goniometrische getallen van een hoek / Goniometrische functies Sinusvaneenhoek/Sinusfunctie Cosinusvaneenhoek/Cosinusfunctie Tangensvaneenhoek/Tangensfunctie Overigegoniometrischegetallen Opdrachten Limieten 9. De verzameling IR... 9.Informeleinvoeringvanhetlimietbegrip Limietstellingen Praktischeberekeningvanlimieten Opdrachten Asymptoten bij de grafiek van een functie 3 3.Verticaleenhorizontaleasymptoten...3

6 3.Schuineasymptoten Opdrachten... 4 De natuurlijke eponentiële en logaritmische functies 3 4. Het getal e De natuurlijke eponentiëlefunctie Denatuurlijkelogaritmischefunctie Opdrachten...9 Oplossingen 3 Appendi: TI-84 Plus: een kennismaking 44

7 Veeltermen ontbinden in factoren Een veelterm ontbinden in factoren betekent de veelterm schrijven als een product van veeltermen die een lagere graad hebben dan de gegeven veelterm. Elke veelterm kan ontbonden worden in factoren van de eerste graad en factoren van de tweede graad met (strikt) negatieve discriminant. Soms is het wel moeilijk om deze ontbinding te vinden. We beschrijven enkele werkwijzen.. Gemeenschappelijke factor(en) afzonderen Voorbeelden ) 3 + = ( +) ) a( y)+3(y ) =( y)(a 3) 3) a + ay + b + by = a( + y)+b( + y) =( + y)(a + b). Merkwaardige producten In sommige gevallen kan men gebruik maken van één van de volgende formules. (a + b)(a b) =a b (a + b) = a +ab + b (a b) = a ab + b (a + b) 3 = a 3 +3a b +3ab + b 3 (a b) 3 = a 3 3a b +3ab b 3 (a b)(a + ab + b )=a 3 b 3 (a + b)(a ab + b )=a 3 + b 3 (a + b + c) = a + b + c +ab +ac +bc

8 Voorbeelden ) 5 36 = (5 6)(5 +6) ) 6a 4ab +4b =6(a 4ab +4b )=6(a b) 3) 8a 3 7b 3 =(a 3b)(4a +6ab +9b ) 4) 5 3 +=(5 + )(5 5 +) 5) 4 + y y +3 y = ( 3 +3 y +3y + y 3 )=( + y) 3 6) 3 +=( +)( +) 7) r 3 5 5=r 3 ( 5) 3 =(r 5)(r + 5r +5).3 Ontbinden van a + b + c (a = 0) Men berekent de discriminant D = b 4ac. Als D<0danisa + b + c onontbindbaar in IR. Als D 0danisa + b + c = a( )( )waarbij, = b ± D a Voorbeelden ) D =49 4 = 5, = 7 ± = ( +)=(3 +)( +)

9 ) + + is onontbindbaar in IR want D = 4= 3 < 0.4 Het algoritme van Horner en de reststelling Dit algoritme kan gebruikt worden voor het delen van een veelterm door een veelterm van de vorm a, zoals bijvoorbeeld 5, +,, 7 3. Voorbeeld tedelendoor (dus a =) Schema Q() = R = Werkwijze - Deeltal rangschikken volgens dalende machten van. Schrijf de coëfficiënten op in deze volgorde (eventuele nullen niet vergeten). -Bepaala. - Maak de berekeningen zoals aangegeven in het schema. - Op de laatste regel lezen we : de coëfficiënten van het quotiënt Q() ende rest. Omdat in het algemeen geval, waarbij een veelterm D() wordt gedeeld door een veelterm d()(metd() verschillend van de nulveelterm en met grd D() graad d()), geldt dat D() =d() Q()+R() met grd R() <grdd() vindenwenu: 3

10 ) grd Q() =grd D() ) de rest is een constante. Voorbeeld 3 7 y +7y y 3 te delen door y Schema 7y 7y y 3 y 4y 6y y 3 3y y 0 Q() = 3y + y R =0 Voorbeeld 3 a 4 + a b + b 4 te delen door a + b Schema 0 b 0 b 4 b b b b 3 b 4 b b b 3 3b 4 Q() =a 3 a b +ab b 3 R =3b 4 Bij een deling van een veelterm door a zijn we soms enkel geïnteresseerd in de rest. In dergelijke gevallen is de reststelling interessant. 4

11 Reststelling De rest bij deling van een veelterm V () door a is gelijk aan de getalwaarde van die veelterm in a, dus V (a). Voorbeeld V () = tedelendoor R = V () = 8 Gevolg Een veelterm V () isdeelbaar door a als en slechts als V (a) =0..5 Een factor van de vorm a afzonderen Als we voor een veelterm V () een deler van de vorm a hebben gevonden dan is V () =( a)q() zodat V () geschrevenisalshetproductvandeveeltermen a en Q(), waarbij Q() met het algoritme van Horner kan bepaald worden. Probeer nu Q() verder te ontbinden. Om delers van de vorm a van een veelterm V () optesporen(metzowela als alle coëfficiënten van de veelterm V () gehele getallen) gaat men als volgt tewerk : ) Als de constante term in V () nul is, dan kunnen we afzonderen. ) Schrijf alle gehele delers op van de constante term in V (). Deze waarden zijn kanshebbers voor a. 3) Controleer met behulp van de reststelling of de rest bij deling door a nul is. 5

12 Voorbeeld V () = del( 8) = {,,,, 3, 3, 6, 6, 9, 9, 8, 8} deler? V () = 6 = 0 is geen deler deler +? V ( ) = = 0 + is geen deler deler? V () = 0 is een deler Vandaar : (Horner) Q() = = ( )( +6 +9)=( )( +3) In het algemeen zal men de werkwijze om a af te zonderen blijven herhalen totdat de laatste factor van graad twee is. Het teken van de discriminant geeft dan aan of er nog verder kan ontbonden worden..6 Opdrachten De inleidende oefeningen en hebben als doel het rekenen met gebroken vormen op te frissen. Soms zal er gebruik gemaakt worden van merkwaardige producten.. Vereenvoudig : a b b a ; y y ; a b (b a) ; a b (a + b) ; (a + b) (a b) ab ; a ; a Werk uit : a) + y + y y 6

13 b) c) d) e) +a + a +a + 4 a 3a a a f) am b m a n b n g) an b n a m b m a + b a b a b a + b a + b ab h) (a + b) c a + ab ac a (a + c) b (a b) c ab b bc i) (a + b) : j) a 4 a 3 3 : k) a + b a + 3 a + a + a + ab : b + b a b a b l) a + 3 a m) a n) + a a + b ab a 3a +3a : a + b ab + 7

14 3. Bereken met behulp van merkwaardige producten : a) ( 4) 3 b) ( +3) 3( +) 3 +3( +) 3 3 c) ( + + ) 4. Bepaal rest en quotiënt met de regel van Horner : ( ) :( +) ( ):( ) (3a 5 7a 3 +9a 0a +0):(a +) ( y 4 +y 6 4y 7 ):( 3y) ( ):( ) 5. Bepaal p zodat volgende delingen opgaan (zonder de deling uit te voeren) : (p 3 7p 0) : ( ) ( 3 +(p ) p +):( +) 6. Bepaal a en b zodat volgende delingen opgaan (zonder de deling uit te voeren) : (a 3 +b 4 a) :[( +)( )] (5 3 + a b +):[( )( +)] 7. Ontbind in factoren : a) 3 4 b) a( y) 7( + y) c) d) (y +) e) 64a 3 5b 3 f) g) 50a a b +0ab 4 +6b 6 8

15 h) a a +9a i) j) 4 3 k) l)

16 Sommatieteken, faculteit, binomiaalcoëfficiënt. Het sommatieteken (met één inde) Voorbeeld De som behulp van het sommatieteken S), namelijk kanopeenkortemaniergenoteerdwordenmet (of sigmateken, de Griekse hoofdletter voor 5 i= We maken dus de som van de termen i,voori gaande van tot en met 5. i De sommatie-inde i begint te lopen met de waarde die onder het sommatieteken vermeld staat, maakt telkens sprongen met één, en houdt op met de waarde die boven het sommatieteken geschreven staat. In plaats van i mag ook een andere letter gebruikt worden : 5 i = i= 5 5 j = n =... j= n= (= ) Voorbeeld k i = k (met k N 0 ) i= Voorbeeld 3 k i=k i = k + k k (met k,k N en k k ) 0

17 Het is ook mogelijk dat elke term dient berekend te worden met behulp van de waarde van de sommatie-inde (zie voorbeelden 4, 5, 6, 7). Voorbeeld 4 5 i = =6 i= Voorbeeld 5 0 n= n = =55 Voorbeeld 6 4 n= ( ) n n n + = = 3 60 Voorbeeld = = 5.3 = 5 n= n = n = n =3 n =4 n =5 Eigenschappen Veronderstel dat n N 0 en a, b IR ) ) 3) 4) n a = na i= n a i = a n i= i i= n ( i + a) =na + n i= i i= n (a i + by i )=a n i + b n i= i= y i i=

18 . De begrippen faculteit en binomiaalcoëfficiënt Definitie faculteit (a) Het product van de eerste n van nul verschillende natuurlijke getallen noteert men n! enleestmenals n faculteit. n! = 3... (n ) n (b) 0! = lees nul faculteit. Voorbeelden! =! = = 3! = 3=6 4! = 3 4=4 5! = = 0 Controleer deze resultaten met behulp van een grafisch rekentoestel (GRT). Eigenschap n IN 0 geldt dat n! =n (n )! Definitie binomiaalcoëfficiënt Voor n, p IN met n p definieert men de binomiaalcoëfficiënt p ) als volgt : n p = n! p!(n p)! n p (lees n over

19 Voorbeelden 5 3 = 5! 3!(5 3)! = 5! 3!! = 3! 4 5 =0 3! 0 =! 0!! = 3 3 = 3! 3!0! = =!!! = 4 0 = 4! 0!4! = =!!0! = 4 = 4!!3! =4 3 0 = 3! 0!3! = 4 = 4!!! =6 3 = 3!!! =3 4 3 = 4! 3!! =4 3 = 3!!! =3 4 4 = 4! 4!0! =.3 Opdrachten. Gegeven i i Bereken de getalwaarde : a) 0 i i= b) 7 i i=5 3

20 c) 3 d) 0 e) i i=3 i i= 4 i i= f) 0 g) ( i +) i= 4 i+ i=. Bereken de getalwaarde : a) b) 3 n n=0 4 (n ) n= 3. Is de volgende bewering waar? Voor elke n N 0 geldt dat n n i = i. i= i= Zo ja : bewijs. Zo neen : geef een tegenvoorbeeld. 4. Schrijf voluit : a) b) c) d) 3 a k k k= n b j= 3 (y i a) i= 3 y i a i= 4

21 e) 5 n= n f) 3 ( ) n+ 5 n n=0 5) Bereken : 4! + 3! 5! 4! 0! 6! 6! 7! 8!!! 3! 4! 8! 0! gebruik een GRT controleer met een GRT n n 3 n! n=0 3 3 p p=0 3 p 3 p 5

22 6) Vereenvoudig : n! (n +)! = (n )! (n +)! = n! (n)! = (n +)! (n)! = ((n + ))! (n)! = (n +)! (n +3)! = (3n +3)! (3n)! (3n )! (3n)! = = (n!) n = 6

23 3 Vergelijkingen Een vergelijking is een gelijkheid die slechts geldt voor geschikte waarden van de letters die er in voorkomen. Deze letters noemt men onbekenden. Bekomt men voor een stel waarden van de onbekenden van een vergelijking dezelfde getalwaarde voor beide leden dan heet dit stel getallen een oplossing. Een vergelijking oplossen is al haar oplossingen bepalen. 3. Eerstegraadsvergelijkingen (met één onbekende) Standaardvorm : a + b =0 (a = 0) Oplossing : = b a In feite vindt men de oplossing door gewoon te rekenen. Voorbeelden ) = (termen met in ste lid) = = 96 = =4 Oplossingsverzameling = {4}. ) 3 = (noemers wegwerken) 4( ) 6( ) =3(5 36) = = = 40 = 40 5 =8 Oplossingsverzameling = {8}. 7

24 Opdracht Los de vergelijkingen in deze voorbeelden op met behulp van een GRT. Gebruikde optie Solver. Opmerking Indien een vergelijking geen reële oplossing heeft, dan spreekt men van een valse vergelijking. Indien een vergelijking voldaan is voor elke reële waarde van de veranderlijke, dan spreekt men van een identiteit. Voorbeelden ) = = = geen oplossingen (valse vergelijking) Oplossingsverzameling = φ. ) 3 +5= = = = 0 elke voldoet (identiteit) Oplossingsverzameling = IR. Opdrachten ) Ga na dat in voorbeeld het gebruik van een GRT leidt tot de melding: ERR: no sign chng. ) Los voorbeeld op met een GRT. Gebruik eerst de (standaard) startwaarde 0. Merk op dat als oplossing 0 wordt gegeven. Geef nu een andere willekeurige 8

25 startwaarde in, bijvoorbeeld.345. Nu wordt.345 als oplossing voorgesteld. Of bijvoorbeeld de startwaarde π geeft als antwoord π. Inderdaad, uit de manuele berekeningen weten we dat elk reëel getal een oplossing is. Laat je dus niet op het verkeerde been zetten door je GRT. 3. Tweedegraadsvergelijkingen Synoniemen voor tweedegraadsvergelijkingen zijn : vierkantsvergelijking. kwadratische vergelijking en Standaardvorm : a + b + c =0 (a = 0) Oplossingen : als D = b 4ac 0dan, = b ± b 4ac a D = b 4ac wordt de discriminant genoemd. als b 4ac < 0dangeenreële oplossing Voorbeelden ) 3 5 =0, = 5 ± = 5 ± 7 6 Dus : =; = 3 Oplossingsverzameling = {, 3 }. ) 4 4 +=0, = 4 ± = 9

26 Oplossingsverzameling = { }. 3) + +=0 D = b 4ac = 3 dus geen reële oplossing (valse vergelijking) Oplossingsverzameling = φ. 4) k + k = breng in de standaardvorm k + k =0 D =5 k, = ± Oplossingsverzameling =, 5. 5) Los op naar : + y = y y Eerst brengen we deze vergelijking in de standaardvorm : + y +y +=0 a b c D =4y 8(y +)= y 8 < 0 Oplossingsverzameling = φ. 6) 7 = 0 (de gewone werkwijze is nu omweg!) = 7 = en = 7 7 Oplossingsverzameling = 7, 7 0

27 7) 5 +8 = 0 (zelfde bemerking!) ( 5 +8)=0 =0 en = 8 5 Oplossingsverzameling = 0, 8 5. Opdracht Los de vergelijkingen in de voorbeelden op met behulp van een GRT. Gebruik de optie Solver. Om de tweede oplossing te vinden in de voorbeelden en 4 gebruik je als startwaarde een schatting van het resultaat. In deze cursus gaan we niet in op het vinden van gepaste startwaarden. Evenmin maken we bij vergelijkingen die moeilijker zijn een studie om vooraf het precieze aantal oplossingen te bepalen. Opmerking Men kan eenvoudig nagaan dat voor de twee oplossingen en van een vierkantsvergelijking a + b + c =0(metD 0) geldt dat s = + = b a en p = = c a Soms (bijvoorbeeld als a = en b, c Z) kan deze eigenschap handig zijn om een vierkantsvergelijking op te lossen.

28 Voorbeeld Los op : 3 +=0 s = b a =3 p = c a = = = Opmerking (zie ook voorbeeld 6) Als k 0 dan geldt : = k = ± k 3.3 Vergelijkingen herleidbaar tot vierkantsvergelijkingen a) Vergelijkingen van de vorm a n + b n + c =0 Om een dergelijke vergelijking op te lossen voert men een hulponbekende n = y in zodat de gegeven vergelijking overgaat in een vierkantsvergelijking ay + by + c =0. Als nu y een oplossing van deze vergelijking is, dan vindt men door de n-de machtswortel(s) van y te bepalen. Voorbeeld =0 Substitutie : 3 = y zodat y +7y 8 = 0 met als oplossingen y =en y = 8. Uit : 3 =en 3 = 8 volgt =en =. Oplossingsverzameling = {, }. b) Vergelijkingen van de vorm a[f()] + bf()+c =0

29 Voorbeeld ( ) 4( ) + 3 = 0 Substitutie : = y zodat y 4y + 3 = 0 met als oplossingen y =en y =3 Uit : =en =3volgt =; = en 3 = ; 4 = 3 Oplossingsverzameling =,,, 3 Opdracht Los de vergelijking in dit voorbeeld op met behulp van een GRT (optie Solver ). 3.4 Vergelijkingen met vierkantswortels Om een dergelijke vergelijking op te lossen zal men : ) de voorwaarden opschrijven waaraan moet voldoen om de uitdrukkingen onder de worteltekens niet negatief te maken; ) door opeenvolgende afzonderingen en kwadrateringen de vergelijking wortelvrij maken; 3) bij elke kwadratering de voorwaarden opschrijven waaraan moet voldoen (uitdrukken dat beide leden hetzelfde teken hebben); 4) de eindvergelijking oplossen en alleen die oplossingen behouden die aan alle beperkende voorwaarden voldoen. Opmerking Men kan ook tijdens de berekeningen de voorwaarden over het hoofd zien, en achteraf, via invullen in de opgave, nagaan welke gevonden waarden ook echt oplossingen zijn. 3

30 Voorbeelden ) + 3 += Bestaansvoorwaarde : 3 Omvorming : 3 += Kwadrateringsvoorwaarde : 0 of Kwadratering : 3 += + 5 =0 Dit geeft : =0 en = 5 (te verwerpen) Oplossingsverzameling = {0}. ) += Bestaansvoorwaarde : Omvorming : + + 3=4 Geen kwadrateringsvoorwaarde Kwadratering : ( +)( 3) = 6 ( +)( 3) = 8 3 Kwadrateringsvoorwaarde : Kwadratering : 4( +)( 3) = (8 3) =0 Dit geeft : =4 en = 84 (te verwerpen) Opdracht Oplossingsverzameling = {4}. Los de vergelijking in voorbeeld op met behulp van een GRT (optie Solver ). 4

31 Merk op dat de startwaarde, in overeenstemming met de hogervermelde bestaansvoorwaarde, groter of gelijk aan 3 moet zijn. Zoniet verschijnt de melding: ERR: NON REAL ANS. Dit dient geïnterpreteerd te worden als: geen reële oplossing te vinden met deze startwaarde. Fout is denken dat er geen reële oplossingen zijn voor de vergelijking! 3.5 Opdrachten. Los op : a) = 7 b) 3 4 = 4 3 c) 6 0, 5 3 = d) 4+ 3 = Los op : a) ( 3) +( ) = b) 4 a +9(a b )=0 c) + 3 =5 d) a a = a a e) (3 ) 5(3 ) 4 = 0 5

32 f) =0 g) + = a + a h) ( + +) =4( + +)+5 3. Los op : a) 4+3= + b) = Controleer de gevonden oplossingen met behulp van een GRT (optie Solver ). 6

33 4 Stelsels van lineaire vergelijkingen Lineaire vergelijking : de onbekende(n) komen voor in de eerste graad. We bespreken vier methodes. 4. Substitutiemethode 3 4y =5 +7y =0 gegeven de tweede vergelijking lossen we op naar 3 4y =5 =0 7y we substitueren door 0 7y in de e vergelijking 3(0 7y) 4y =5 =0 7y de eerste vergelijking is een vergelijking in één onbekende! y = =0 7y we vervangen y door in de e vergelijking. =3 oplossing y = Oplossingsverzameling = {(3, )} 4. Combinatiemethode Principe : een vergelijking van het stelsel mag vervangen worden door een lineaire combinatie van deze vergelijking en een andere vergelijking. 7

34 + 3 4y =5 +7y =0 3 4y =5 3 y 5y = 30 = 5 ( 3) y = Vervang één der vergelijkingen (liefst de moeilijkste!) door y = y = +7y =0 we vervangen y doorindeevergelijking =3 oplossing y = Oplossingsverzameling = {(3, )} 4.3 Eliminatiemethode van Gauss Werkwijze Gegeven is een stelsel van lineaire vergelijkingen, bijvoorbeeld + 3 = = =3 De gezochte oplossingen zijn geordende drietallen (,, 3 ) welke aan de drie vergelijkingen voldoen. ) Schrijf de uitgebreide matri op, d.w.z. vorm een matri met alleen de getallen van het stelsel. 8

35 ) Pas elementaire rij-operaties toe totdat we een trapvorm bekomen. Onder een elementaire rij-operatie verstaan we één van de volgende bewerkingen: - het verwisselen van twee rijen; - een rij vervangen door een niet-nul veelvoud van zichzelf; - bij een rij een veelvoud van een andere rij tellen. Een matri in trapvorm is een matri die voldoet aan de volgende voorwaarden: - eventuele nulrijen staan onderaan in de matri; - het eerste niet-nulelement van een niet-nulrij ligt links t.o.v. het eerste niet-nulelement der volgende rijen. Toegepast op het voorbeeld: R /R R R 3 /R 3 +R 9

36 trapvorm! Het stelsel is nu + 3 = 5 () +3 3 =3 () 3 3 =9 (3) 3) Pas nu achterwaartse substitutie toe: Uit (3) volgt: 3 =3 Uit () volgt: = 6 Uit () volgt: =4 We hebben dus precies één oplossing gevonden nl. het geordend drietal (4, 6, 3). Besluit: oplossingsverzameling = {(4, 6, 3)}. In het algemeen kunnen we, i.v.m. het aantal oplossingen van een stelsel van lineaire vergelijkingen, drie gevallen onderscheiden. - Er zijn geen oplossingen. Dit geval treedt op wanneer de trapvorm een rij van de vorm c met c = 0bevat. -Erisjuistéén oplossing. Dit geval doet zich voor wanneer het aantal vergelijkingen in het stelsel in trapvorm gelijk is aan het aantal onbekenden. - Er zijn oneindig veel oplossingen wanneer het aantal vergelijkingen in het stelsel in trapvorm kleiner is dan het aantal onbekenden. 30

37 Voorbeelden +3y = ) 6y = R /R +R trapvorm ) Uit de laatste rij volgt dat 0 +0 y = dus een vergelijking die nooit voldaan kan zijn. Besluit: het gegeven stelsel heeft geen oplossingen. + y +3z = 3 +4y +z =3 +3y z = R /R 3R R 3 /R 3 R R 3 /R 3 R 3

38 trapvorm! Het stelsel is nu te schrijven als + y +3z = y 7z = 3 Dit is een stelsel met 3 onbekenden en slechts vergelijkingen. Neem bijvoorbeeld z als nevenonbekende en de veranderlijken en y als hoofdonbekenden. De nevenonbekende kan vrij worden gekozen. Vervolgens kunnen de andere onbekenden worden berekend in functie van die vrij gekozen veranderlijke. z = t met t IR y =7t 3 = 0t +5 Besluit: oplossingsverzameling = {( 0t +5, 7t 3,t) t IR}. 4.4 Canonieke trapvorm en GRT Bij het toepassen van de eliminatiemethode van Gauss is het mogelijk rij-operaties toe te passen tot we de canonieke trapvorm bekomen. De canonieke trapvorm van de uitgebreide matri is die trapvorm waarbij - de leider in elke rij gelijk is aan (een leider is het eerste element in een rij van een matri dat niet nul is); - boven de leiders zijn alle elementen in dezelfde kolom van die gelijk aan nul. 3

39 Toegepast op het voorbeeld: (zie hoger) R 3 / R /R R R /R +4R 3 R /R 3R Besluit: oplossingsverzameling= {(4, 6, 3)}. Aangezien met een GRT de canonieke trapvorm van een matri gemakkelijk kan gevonden worden met de optie rijgereduceerde echelonvorm (rref), biedt dit mogelijkheden voor het oplossen van een stelsel van lineaire vergelijkingen. 33

40 Opdracht Los het stelsel uit de inleiding en de twee stelsels uit de voorbeelden op m.b.v. een GRT. Indien nodig, pas achterwaartse substitutie toe. 4.5 Opdrachten. Los de volgende stelsels manueel op: 7y = a) 8 +y =50 3y =5b a b) 3 y = a +5b 5 +3y z =3 c) 9y =8z 3y +4z =5 = d) = =4. Los de volgende stelsels op door gebruik te maken van een GRT: 4 +y +5z = a) 3 +6y + z =3 +8y +3z =37 +4y +7z =8 b) 6 3y + z = +y 5z = 7 34

41 5 Enkele basisbegrippen over reële functies van één reële veranderlijke 5. Definities en voorbeelden Definities Een functie van E IR naar IR is een relatie die aan elk reëel getal uit E juist één beeld toekent. Zulk een functionele relatie noemt men een reëlefunctievanéén reële veranderlijke (in t vervolg kortweg : functie). Notatie : f : E IR IR : f() E noemt men het domein van f, ook genoteerd dom f dom f = { IR : y IR : y = f()} Verder definieert men het beeld van f als bld f = {y IR : E : f() =y} α is een nulpunt van f f(α) =0 α is een oplossing van de vergelijking f() =0. Voorbeelden ) f :[0, 0] IR : f : IR + IR : Merk op dat f en f niet dezelfde functies zijn : de beide functies hebben wel hetzelfde voorschrift, maar dom f = dom f. Het grootst mogelijke domein in IR waarvoor het voorschrift trek de vierkantswortel uit zinvol is, is IR +. We spreken af dat, als we het grootst mogelijk domein in IR bedoelen, we gebruik maken van de verkorte notatie : y = f() =. 35

42 ) Met de verkorte notatie y = f() = bedoelen we f : IR 0 IR : omdat IR 0 het grootst mogelijke domein in IR is. In deze cursus zullen we enkele belangrijke reële functies van één veranderlijke behandelen zoals constante functies, eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, goniometrische, logaritmische en eponentiële functies. 5. De inverse van een functie in IR De inverse van een functie f in IR is een relatie f in IR diewebekomendoorin alle koppels van f de twee elementen onderling te verwisselen. Bijgevolg geldt dat dom f = bld f en bld f = dom f Voorbeeld f : IR IR : 0 f() De twee getallen in de koppels onderling verwisselen geeft f () 0 Berekenen van het nieuwe voorschrift : y = = ± y herletteren nl. y = ± 36

43 dus f : IR IR : ± Merk op dat dom f = IR = bld f en bld f = IR + = dom f Verbandtussendegrafieken van f en f Welnu, (a, b) f (b, a) f y y a (b,a) f - f b (a,b) b a Vandaar (we werken in een orthonormaal assenstelsel) : De grafieken van twee relaties die elkaars inverse zijn, zijn symmetrisch t.o.v. de eerste bissectrice. In het besproken voorbeeld blijkt dat f geen functie is, want bijvoorbeeld 4 4 Het is duidelijk dat de inverse relatie f van een functie f in IR is een functie ASA f is een bijectie van dom f op bld f. 37

44 5.3 Opdrachten. Gegeven : f : IR IR : Gevraagd : a) dom f b) nulpunten van f Gegeven : f : IR IR : Gevraagd : a) bld f b) nulpunten van f 3. Gegeven : f : IR IR : + 3 Gevraagd : a) f b) nulpunten van f c) nulpunten van f 38

45 6 Constante functies, eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, homografische functies 6. Constante functies Definitie Een functie die elk reëel getal afbeeldt op a met a IR, noemt men een constante functie. Dit betekent dat y = f() =a met a IR. Voorbeelden y = f() =3 y = f() = 3 4 Eigenschappen ) Het domein van een constante functie is IR. ) Het beeld van een constante functie is een singleton nl. bld f = {a}. Grafiek De grafiek van een constante functie is een rechte evenwijdig met de -as. De grafiek van y = f() =a is de rechte l : y = a y (0,a) l 39

46 Nulpunt(en) De verzameling der nulpunten van een constante functie is ofwel de lege verzameling ofwel IR. Verklaar! Tekenonderzoek Bij een constante functie hebben de beelden van alle elementen hetzelfde teken. Voorbeeld y = f() =3 f() + 6. Eerstegraadsfuncties Definitie Een functie die elk reëel getal afbeeldt op a + b met a IR 0 en b IR noemt men een eerstegraadsfunctie of een lineaire functie. Dit betekent dat y = f() =a + b met a IR 0 en b IR. Voorbeelden Tegenvoorbeelden y = f() = 3 +6 y = f() =7 y = f() = 5 + y = f() = + y = f() = Eigenschappen ) Het domein van een eerstegraadsfunctie is IR. ) Het beeld van een eerstegraadsfunctie is IR. Verklaar! 40

47 Grafiek De grafiek van een eerstegraadsfunctie is een rechte die beide assen snijdt. Voorbeeld y = f() = 3 +heeftalsgrafiek de rechte l : y = 3 + y (0,) l (,-4) Opmerking Niet alle rechten zijn grafieken van eerstegraadsfuncties. Inderdaad, ) De rechte l : y = is geen grafiek van een eerstegraadsfunctie maar van de constante functie f met f() =. ) De rechte k : =3isgeengrafiek van een eerstegraadsfunctie maar van de relatie {(3, 0), (3, ),...} diegeenfunctieis. Besluit : De rechten die evenwijdig zijn met de -as of de y-as zijn geen grafieken van eerstegraadsfuncties. 4

48 Nulpunt(en) De verzameling der nulpunten van een eerstegraadsfunctie y = f() =a + b is het singleton b. a Voorbeeld y = f() =3 +6 Om het nulpunt te bepalen, moeten we de vergelijking = 0 oplossen. Het nulpunt is dus. Tekenonderzoek Voor y = f() = 4 onderzoeken Voor y = f() = + 4 onderzoeken we voor welke getallen geldt : we voor welke getallen geldt : f() =0,f() > 0, f() < 0. f() =0,f() > 0, f() < 0. y _ + y + _ y = y =

49 Men kan algemeen bewijzen dat het tekenonderzoek van de ste graadsfunctie y = a + b als volgt verloopt : b/a y = f() =a + b tegengesteld teken van a 0 teken van a In de praktijk is het echter handiger om het teken te bepalen via het invullen van een (gemakkelijke) -waarde. Voorbeeld y = f() = 4 nulpunt? 4 = 0 dus = y = neem voor bijvoorbeeld de waarde 0 het beeld van 0 is 4 dus in dit gebied zijn de beelden negatief. Opdracht Gebruik een GRT om de grafiek van de functie f() = 4teplotteninhet interval [, 3]. Kies voor 0: ZoomFit. Volg met trace de grafiek en bereken met calc het nulpunt. 6.3 Tweedegraadsfuncties Definitie Een functie die elk reëel getal afbeeldt op a + b + c met a IR 0 en b, c IR noemt men een tweedegraadsfunctie of een kwadratische functie. Dit betekent dat y = f() =a + b + c met a IR 0 en b, c IR. 43

50 Voorbeelden y = f() =6 5 + y = f() =3 +7 y = f() = Eigenschap Het domein van een tweedegraadsfunctie is IR. Grafiek De grafiek van de tweedegraadsfunctie y = f() =a + b + c is een parabool waarbij de rechte s : = b de symmetrie-as is. a Het snijpunt van de symmetrie-as met de parabool noemt men de top van de parabool. De coördinatenvandetopzijndus b b a,f. a Voorbeelden We tekenen de grafiek van y = f() = y = f() = +4 3 s : = s : =+ Enkele koppels van f : Enkele koppels van f : y = y =

51 y y De top van de parabool is (, ) De top van de parabool is (, ) We merken op dat a>0 de functie bereikt een minimum a<0 de functie bereikt een maimum Nulpunten Om de nulpunten te bepalen van de functies y = f() =a + b + c met a IR 0 en b, c IR lost men de vergelijking a + b + c =0opinIR. We weten dat als ) D>0, de vierkantsvergelijking a + b + c = 0 twee oplossingen heeft nl. = b D a en = b + D a ) D = 0 de vierkantsvergelijking a + b + c =0slechtséén oplossing (of twee samenvallende oplossingen) heeft nl. = = b a 45

52 3) D<0, de vierkantsvergelijking a + b + c = 0 geen oplossing heeft. Vandaar de volgende mogelijkheden : y y y D > 0 D = 0 D < 0 a > 0 = y y y a < 0 = 46

53 Tekenonderzoek Voor wat betreft het tekenverloop van een tweedegraadsfunctie leren bovenstaande figuren : D>0 teken van teken van a 0 teken van a 0 teken van a y = a + b + c D =0 = teken van teken van a 0 teken van a y = a + b + c D<0 teken van y = a + b + c y heeft steeds het teken van a Deze drie gevallen kunnen tot één vuistregel worden teruggebracht : y = a +b+c heeft overal het teken van a,behalveals tussen de (eventuele) nulpunten ligt. Toegepast op de voorbeelden: 3 3 y = y =

54 Opdracht Gebruik een GRT om de grafiek van f() = +4 3 te plotten in het interval [, 5]. Kies voor 0:ZoomFit. Volg met trace de grafiek en bereken met calc de nulpunten en de maimale waarde. 6.4 Homografische functies Definitie Een functie die een reëel getal afbeeldt op a + b c + d met c IR 0 en a, b, d IR en ad bc = 0 noemt men een homografische functie. Dit betekent dat y = f() = a + b c + d met c IR 0 en a, b, d IR en ad bc = 0. Voorbeelden + y = f() = 3 7 y = f() = y = f() = y = f() = + Tegenvoorbeeld y = f() = 3 6 is geen homografische functie want ad bc =3 ( ) ( 6) =0. Wat is de grafiek van deze functie? 3( ) y = f() = dom f = IR\{} 48

55 y 3 f Bemerk dat deze grafiek duidelijk afwijkt van de grafieken van de homografische functies (zie verder). Eigenschap Het domein van een homografische functie is IR\ d.gana! c Grafiek De grafiek van een homografische functie y = f() = a + b is een hyperbool waarbij c + d de rechte = d c een verticale asymptoot (V.A) en de rechte y = a een horizontale c asymptoot (H.A) is (zie hoofdstuk asymptoten). Voorbeeld We tekenen de grafiek van y = f() = 3 + V.A : = H.A : y = 3 49

56 Enkele koppels van f : y = / 5 6 y Opdracht Gebruik een GRT om de grafiek van f() = 3 te plotten in het kader [ 4, 3] + [, 5]. Maak dus enkel gebruik van [window] (en niet van [zoom]). 50

57 6.5 Opdrachten. In welk punt snijdt de rechte gegeven door de vergelijking y = a + b de -as. a) y = 3 + b) y =3 c) y =. Zoek het snijpunt van de twee rechten waarvan de vergelijkingen gegeven zijn. a) y =3 y = b) y = y = c) y = y = 3. Maak het tekenonderzoek a) y = 5 +7 b) y = c) y = m + n (m, n IR 0 ) 4. a) De functie y = f() = + p 5 heeft een maimum voor =. Bereken p en de maimale functiewaarde. b) De functie y = f() =p +4 + p heeft een maimum. De maimale functiewaarde is 3. Bereken p. 5. a) Maak de grafieken van de functies y = f() = 4 +en y = g() =3. Gebruik een GRT. 5

58 b) Volg met trace één van de grafieken en bereken met calc de snijpunten vanderechteendeparabool.berekendesnijpuntenookmanueel. 6. Zelfde vraag als 5. met y = f() = eny = g() =. 7. In welke punten snijdt de parabool, gegeven door de kwadratische functie y = f(), de -as. a) y = f() = b) y = f() = +3 c) y = f() = +4 d) y = f() = e) y = f() =4 f) y = f() = Maak het tekenonderzoek. a) y = f() = 3 + b) y = f(t) = t c) y = f() = d) p = f(q) =9q +6q + 9. Teken de grafiek van de functies y = f() = en y = g() =. Bereken de snijpunten van de hyperbool y = en de rechte y =. 0. Zelfde vraag als 9. met y = f() = + en y = g() =3. 5

59 7 Richtingscoëfficiënt (helling) van een rechte 7. Voorbeeld y (3,7) (,5) ( 3,4) (0,) a (,0) Voor de rechte a geldt dat de verhouding verticale verandering horizontale verandering constant is. Zo is bijvoorbeeld = (= ). We zeggen dat de richtingscoëfficiënt van de rechte a is. 53

60 7. Algemeen y (,y ) (,y ) ( 4,y 4 ) ( 3,y 3 ) Voor de twee (verschillende) punten (,y )en(,y ) op een rechte a (niet evenwijdig met de y-as) geldt dat () de verhouding y y dezelfde waarde aanneemt voor alle mogelijke puntenparen op de rechte a; () de verhouding y y dezelfde waarde aanneemt voor alle mogelijke puntenparen op een rechte evenwijdig met a. Deze verhouding y y, die dus enkel afhankelijk is van de steilte van de rechte a, wordt de helling van de rechte a of de richtingscoëfficiënt van de rechte a genoemd. 54

61 7.3 Gevolgen ) Elke rechte evenwijdig met de -as (bv. door de punten (, 4) en (, 4)) heeft een richtingscoëfficiënt nul. ) Wanneer de formule wordt gebruikt voor twee punten gelegen op een rechte evenwijdig met de y-as (bv. (3, ) en (3, 5)), dan komt er een nul in de noemer. Vandaar : een rechte evenwijdig met de y-as heeft geen richtingscoëfficiënt. 3) Als de richtingscoëfficiënt van een rechte positief (resp. negatief) is, dan stijgt (resp. daalt) de rechte. Hoe groter de absolute waarde van de richtingscoëfficiënt, hoe steiler de rechte. 4) Opstellen van de vergelijking van een rechte (niet evenwijdig met de y-as) waarvan een punt (,y )enderichtingscoëfficiënt m is gegeven. Welnu, als (, y) een willekeurig punt is op de gevraagde rechte dan weten we : y y = m Herschrijven geeft y y = m( ) 5) Elke rechte niet evenwijdig met de y-as, heeft een vergelijking die kan geschreven worden in de vorm y = m + n waarbij m de richtingscoëfficiënt is en (0,n) het snijpunt met de y-as. 6) Om de richtingscoëfficiënt van een rechte te bepalen vertrekkende van de vergelijking a + by + c = 0, zal men proberen de vergelijking te herschrijven tot y = m + n. Indien dit mogelijk is, dan is m de richtingscoëfficiënt 55

62 van de rechte. Als men hier niet in slaagt, dan betekent dit dat de rechte evenwijdig is met de y-as. Voorbeelden : a) 5 +y +=0 y = 5 m = 5 b) y +8=0 y =0 +4 m =0 rechte // -as c) 7 +3=0 7 +0y +3=0 0y = 7 3 y =... is onmogelijk De rechte is evenwijdig met de y-as (de vergelijking is = 3 7 ) 7) Wanneer op een rechte a de punten (,y )en(,y )zó worden gekozen dat = + dan is de richtingscoëfficiënt m = y y = y y + = y y 56

63 y y m y m.a.w. : met een horizontale toename van correspondeert een verticale verandering gelijk aan de richtingscoëfficiënt m. 7.4 Opdrachten. Stel de vergelijkingen op van de rechten die aan de volgende voorwaarden voldoen. Eerste reeks Tweede reeks (,y ) behoort tot de rechte (,y )en(,y ) behoren tot de rechte rc (,y ) vergelijking (,y ) (,y ) vergelijking a 3 (, ) a (, ) (3, 4) b (0, 6) b (, 3) (, 6) c 0 (3, 4) c (5, 6) (3, 0) d (0, 0) d (, 3) (, 9) e ( 4, 5) e (0, 6) (4, 0) d 5 (6, ) f (, 3 ) ( 3 4, 5 6 ) 57

64 . Stel de vergelijking op van de rechte door (, ) en (3, 4). Gebruik hiervoor een GRT. Verifieerofhetresultaatovereenstemtmethetantwoorduitde vorige oefening. Plot ook deze rechte in het interval [, ]. Kies voor een orthonormaal assenstelsel. (Zoom/ZSquare). 3. Gegeven : a : y = 4 +3 Stel de vergelijking op van de rechte b als je weet dat b a en (, 4) b. 4. Teken de rechte a (zonder de vergelijking te zoeken) als je weet dat de rechte a de y-as snijdt in (0, 4) en dat de richtingscoëfficiënt 3 is. 5. Zelfdevraagvoorderechtebmetsnijpunty-as is (0, ) en richtingscoëfficiënt is Bepaal de richtingscoëfficiënt van de volgende rechten. a) + y 5=0 b) 7 =3 c) y + =+ + y 58

65 8 Veeltermongelijkheden en rationale ongelijkheden in één onbekende 8. Algemene werkwijze Bij het oplossen van een veeltermongelijkheid of een rationale ongelijkheid kan de volgende werkwijze worden gevolgd : Maak één lid nul; Schrijf het andere lid als een breuk van twee veeltermen; Ontbind de teller (respectievelijk de noemer) in factoren van de eerste en de tweede graad; Zoek van alle factoren de nulpunten; Gebruik nu een tabel om te komen tot het tekenverloop. Wanneer de opgave eenvoudig is, zijn sommige stappen natuurlijk overbodig. 8. Voorbeelden () Los op : Oplossingsverzameling = { IR 4 } () Los op : < 5 6 3(3 5) (4 5) < < 50 59

66 5 <60 <3 Oplossingsverzameling = { IR <3 } Bemerk dat we in de voorbeelden () en () de oplossingsverzameling vinden door gewoon te rekenen! (3) Los op : ( 3 + )( 8) < 0 We onderzoeken het teken van ( 3 + )( 8) De nulpunten zijn 4 en ( 3 + )( 8) Besluit : Oplossingsverzameling = { IR <4 >9 } (4) Los op : 3 4 +< 0 We zoeken de oplossingen van 3 4 +=0 D =4> 0; = 3 en = / Besluit : Oplossingsverzameling = { IR 3 << } (5) Los op :

67 nulpunten teller : 3 en nulpunten noemer : en 5 5 3/ Besluit : Oplossingsverzameling = { IR 5 < 3 } Opdracht Zoek het teken van voor elke kolom in de tabel door de waarde +4 5 te zoeken van voor bijvoorbeeld = 6, = 3, =, = Gebruik een GRT. Creëer eventueel een tabel met functiewaarden. Kies voor Indptn:Ask. 8.3 Praktische werkwijze voor het tekenonderzoek van een veelterm of van een breuk van veeltermen Om snel en vlot te komen tot het tekenverloop van een veelterm a n n + a n n a + a 0 (met a n =0) maken we gebruik van de volgende bedenkingen : - nul voor de nulpunten; 6

68 - voor voldoende grote heeft de veelterm hetzelfde teken als de coëfficiënt van de hoogstegraadsterm a n ; -alswe laten veranderen van groot naar klein dan verandert het teken van de veelterm wanneer we voorbij een nulpunt met oneven multipliciteit gaan. Tekenverloop van een breuk van veeltermen : - bestaat niet voor de -waarden waarvoor de noemer nul wordt; - nul voor de nulpunten van de teller die geen nulpunten zijn van de noemer; - wat de plustekens en de mintekens betreft merken we op dat het teken van A() (een breuk van veeltermen) gelijk is aan het teken van de veelterm B() A() B() zodat de vorige werkwijze kan worden gevolgd. Voorbeeld Geef het tekenverloop van A() B() = ( )4 ( + + )(3 ) 3 ( ) 4 ( +7)( ) 5 ( ) 7 / 3 A() B() de coëfficiënt van de hoogstegraadsterm in A() B() is 5 dus positief. Toemaatje De beschreven praktische werkwijze geldt natuurlijk ook voor veeltermen van de eerste of tweede graad. 6

69 Voorbeelden Opdrachten Los de volgende ongelijkheden op : () < 3 () (5 )(7 4) > 0 (3) ( )( +)( +3) 0 (4) ( 3)( +4) ( 3)( 3 +9) (5) (6) ( )( ) < 0 (7) > 0 (8) ( + +5)(3 + +5)< 0 (9) + + > 0 (0) ( )( 3) > 0 63

70 9 Absolute waarde van een reëel getal 9. Definitie en gevolgen Definitie Voor a IR definiëren we de absolute waarde van a (genoteerd door a ) als volgt : als a 0dan a = a als a<0dan a = a Voorbeelden 3 =3; 5 =5; 3 = 3 ; 3 = 3 Onmiddellijke gevolgen () De absolute waarde is nooit negatief a 0 () a =0 a =0 (3) De absolute waarde van een product is gelijk aan het product van de absolute waarden ab = a b (4) a = a (5) De absolute waarde van een quotiënt is gelijk aan het quotiënt van de absolute waarden. a b = a b 64

71 9. Eigenschappen () Als a 0 dan geldt a a a gebied voor -a 0 a We merken op dat een die voldoet aan de ongelijkheid op minder dan een afstand a van 0 gelegen is. Voorbeeld : () Als a 0 dan geldt a a of a -a 0 a We merken op dat een die voldoet aan de ongelijkheid op meer dan een afstand a van 0 gelegen is. Voorbeeld : 3 > 3 < of 3 > >5 of < (3) Driehoeksongelijkheid : a + b a + b Voorbeeld :

72 (4) Als a 0 dan geldt a a Voorbeeld : 9 3 () 3 3 (5) Als a 0 dan geldt >a > a Voorbeeld : > 4 > () < of> 9.3 Opdrachten. Los op (met IR). () 4 < () + < 5 (3) + 5 (4) ( ) < 9 (5) (3 ) (6) 3 > (7) + < (8) < (3 4). Maak de grafiek van de functie () f() = () f() = + (let op: dom f = IR 0 ) Plot, ter controle, de grafieken met een GRT. 66

73 0 Eponentiële en logaritmische functies 0. Machten van een reëel getal Definities ) Voor a IR en n IN 0,steltmen Voor a IR 0 stelt men a n = a a...a n maal a 0 = ) Voor a IR 0 en n IN, steltmen a n = a n 3) Als a, b IR en n IN 0,dannoemtmenb een n-de machtswortel van a als b n = a. Voorbeeld : is de 5-de machtswortel uit 3 omdat 5 =3 en zijn beide 4-de machtswortels van 6 omdat 4 =6en( ) 4 =6. Notatie : Als n oneven is, dan heeft elk reëel getal a juist één n-de machtswortel, genoteerd door n a Als n even is, dan - hebben de negatieve getallen geen n-de machtswortel; 67

74 - hebben de positieve getallen twee n-de machtswortelsdie tegengesteld zijn. We noteren de positieve n-de machtswortel door n a de negatieve n-de machtswortel door n a Opmerkingen: () n 0=0 () Voor de -de machtswortel schrijven we a i.p.v. a. 4) Als a IR 0 + en m, n IN (n = 0)dansteltmen a m n = n a m. a m n = a m n = n a m Voorbeeld : 3 7 = 3 7 ; 3 7 = 3 7 ; 0 3 = 3 0 5) Het machtsbegrip kan nog verder uitgebreid worden zodat bv. ook 3 en 4 π een betekenis krijgen (dit wordt hier niet behandeld). Eigenschappen Als a, b IR + 0 en, y IR dan geldt ) a a y = a +y ) a a y = a y 3) (a ) y = a y 68

75 4) (ab) = a b 5) a b = a b 0. Eponentiële functies We noemen eponentiële functie met grondtal a de functie f : IR IR met a IR + a 0 \{} Voorbeelden y = f() = y y = f() = ( ) y a > a < 69

76 Algemeen y y grafiek van y = a met a > grafiek van y = a met 0 < a < - dom f = IR - bld f = IR 0 + (dus a > 0voorelke IR) -grafiekgaatdoor(0, ) -alsa> dan is de functie stijgend als a< dan is de functie dalend. Opmerkingen ) Let op het verschil tussen bijvoorbeeld de eponentiële functie met grondtal nl. en de kwadratische functie (met als grafiek een parabool). ) Alsweindedefinitie a toch gelijk aan nemen d.w.z. f : IR IR : = dan bekomen we dus de constante functie op. 3) Zoals reeds werd vermeld gaan we op de preciese betekenis van bijvoorbeeld 3 7 en π (de eponenten zijn irrationale getallen) niet in. 70

77 0.3 Logaritmen Definitie De a-logaritme van een reëel getal is gelijk aan y a.s.a. we aan a de eponent y moeten geven om te bekomen. Of log a = y = a y De a in log a heet het grondtal van de logaritme. Men neemt steeds een grondtal a dat reëel is, strikt positief en verschillend van. Bijgevolg geldt : negatieve getallen en het getal 0 hebben geen logaritme want als a>0isooka y > 0. Voorbeelden log 8=3want8= 3 log 8= 3 want8= 3 log 3 3= want 3=(3) Eigenschappen Stel, y IR + 0, r IR, a IR+ 0 \{} 7

78 log a ( y) =log a +log a y log a =log y a log a y log a ( r )=r log a log a = log b log b a Deze laatste formule geeft het verband aan tussen de logaritmen van eenzelfde reëel getal t.o.v. twee verschillende grondtallen. Opmerkingen () Voor de 0-logaritme van schrijven we log i.p.v. log 0. () Voor praktische berekeningen zal men veelal gebruik maken van een rekentoestel en de formule log a = log log a of log a = ln (zie verder). ln a 0.4 Logaritmische functies De functie f : IR IR : log a met a IR 0 + \{} noemen we de logaritmische functie met grondtal a. 7

79 Voorbeelden y = f() = log y y y = f() = log a > a < Algemeen y y grafiek van y = log a met a > grafiek van y = log a met a < 73

80 - dom f = IR bld f = IR -grafiekgaatdoor(, 0) -alsa> dan is de functie stijgend als a< dan is de functie dalend. - De logaritmische functie met grondtal a is de inverse functie van de eponentiële functie met grondtal a. Dit wordt verduidelijkt door volgende tabellen (neem a =): log 0 De grafiek van y =log is dan ook het spiegelbeeld t.o.v. de eerste bissectrice van de grafiek van y =. 0.5 Eponentiële vergelijkingen Een eponentiële vergelijking in IR is een vergelijking in IR waarbij de onbekende in de eponent voorkomt. We beschrijven aan de hand van voorbeelden drie methodes om een dergelijke vergelijking op te lossen. 74

81 . Door overgang op logaritmen Voorbeeld 7 =9 log 7 = log 9 = log 9, 9 log 7 Voorbeeld 5 = 3 log 5 =log 3 ( ) log 5 = ( 3) log (log 5 log ) = log 5 3log = log 5 log 3 log 5 log 0, 53. Beide leden schrijven als machten van eenzelfde constant grondtal Voorbeeld =8 = 3 =3 Voorbeeld + = += = = 75

82 Voorbeeld 3 8 =4 ( 3 ) = 3 3 = waaruit 3 3=of = Invoering van een nieuwe onbekende (substitutie) Voorbeeld = = 0 of = 0 Stel : = y Zo ontstaat de vierkantsvergelijking 4y +8y 30 = 0 of y +y 80 = 0 met als oplossingen : y =8eny = 0 Dit geeft nog op te lossen : =8 en = 0 = 3 Valse vergelijking =3 0.6 Logaritmische vergelijkingen Een logaritmische vergelijking in IR is een vergelijking in IR waarbij de onbekende achter een logaritme-teken of in het grondtal van de logaritme voorkomt. Voorbeeld log log 6=log +log (7 ) 76

83 Bestaansvoorwaarden : IR 0 + IR 0 + \{} 7 > 0 Samengevatte bestaansvoorwaarde : ]0, 7[ \{}. Oplossing van de vergelijking (formules gebruiken) log log 6=log +log (7 ) log log 6 log =log +log (7 ) log 6=log ((7 )) 6=(7 ) =0 ( )( )( +3)=0 = te verwerpen = = 3 teverwerpen 0.7 Opdrachten. Vereenvoudig (a, b, c IR + 0 ) ( 8) 3 ( 8) (5. ) 3 ( ) 4 (.3 ) 5 56a 35 c a 6 3 n a 6n+ b ab 3 c 7 5. ab 7 77

84 . Bereken (zonder gebruik te maken van een rekentoestel) () log 3 (7) log (3) log 4 8 () log 64 (8) log 5 5 (4) log (3) log 3 (9) log 64 (5) log 3 8 (4) log 4 (0) log 0, (6) log π π (5) log 4 8 () log 3 00 (7) log 0,5 0, 5 (6) log () log 9 3 (8) log Bereken, als () log 5 = (3) log = 3 (5) log 4= () log = (4) log = 3 (6) log 3 = 4. Maak de oefeningen uit opgave 3. opnieuw, maar gebruik nu een GRT (optie Solver ). Hint: log 5 = verander van grondtal log log 5 = + log log 5 =0 78

85 neem een strikt positieve startwaarde, bijvoorbeeld. Hint: denk per oefening na over een geschikte startwaarde, rekening houdend met de bestaansvoorwaarden. 5. Los op naar, eerst manueel, vervolgens m.b.v. een GRT (optie Solver ). () =8 () 0, 86 =0, 079 (3) =8 (4) =7 (5) log 4=log 4 (6) log (log 8) = 6. Maak de grafiek van y = f() =3. 79

86 De voornaamste begrippen uit de goniometrie. Inleiding Teken in het vlak, voorzien van een orthonormaal assenstelsel, een cirkel met straal en met de oorsprong als middelpunt. y 0 Indien we naar deze cirkel willen verwijzen, zullen we spreken van de goniometrische cirkel. Zij nu α een georiënteerde hoek : a We plaatsen de georiënteerde hoek α in het vlak, zodanig dat het hoekpunt samenvalt met de oorsprong en de eerste halfrechte samenvalt met de positieve -as : y 0 a a 80

87 De georiënteerde hoek α wordt nu ondubbelzinnig voorgesteld door het punt a. Afspraak : in t vervolg bedoelen we met hoek steeds georiënteerde hoek. Bemerk dat de assen de goniometrische cirkel in vier kwadranten verdelen : y kwadrant II kwadrant III kwadrant I kwadrant IV. Meten van een hoek Meten van een hoek in graden We verdelen de cirkel in 360 gelijke delen die we graden noemen. We doorlopen de cirkel in positieve zin (tegenwijzerzin) : 90, 450,..., -70,... 35,... 45,... 80, 540,..., -80,... 0, 360, 70,..., -360,... 5,... 35,... 70, 630,..., -90,... Meten van een hoek in radialen Als men de straal (radius) tot lengte-eenheid kiest om de cirkel te meten dan is de lengte van de cirkel gelijk aan πrad. Wedoorlopendecirkelinpositievezin: 8

88 0 p, 5p,..., 3p,... 3p,... p, p, 3p,..., -p,... 0, p, 4p,..., -p,... 5p 4,... 7p 4,... 3p, 7p,..., p,... Afspraak : we vermelden de lengte-eenheid niet als deze de radiaal is. Opmerkingen Maatgetallen die een geheel veelvoud van 360 (= πrad) van elkaar verschillen, duiden dezelfde georiënteerde hoek aan. Zo is bijvoorbeeld π 4 5π 4... Bemerk dat we elk reëel getal kunnen opvatten als het maatgetal (in radialen) van een hoek. 8

89 Verband graad-radiaal: π 360 π 80 π π Goniometrische getallen van een hoek / Goniometrische functies.3. Sinus van een hoek / Sinusfunctie Definitie y sin a 0 a a - We beschouwen de (georiënteerde) hoek α en het corresponderend punt a op de goniometrische cirkel. De y-coördinaat van het punt a noemen we de sinus van de hoek α. 83

90 Gevolgen van de definitie () α 0 π π 3π π sin α () sin α (3) Het teken van de sinus in de verschillende kwadranten : Grafiek van y =sin y + p -p p 0 p 3p p 5p - Opgelet : moet worden uitgedrukt in radialen. De sinusfunctie is periodiek met periode π. Opdracht Gebruik een GRT om de grafiek van de sinusfunctie te plotten (Zoom/7:ZTrig). 84

91 .3. Cosinus van een hoek / Cosinusfunctie Definitie De -coördinaat van het punt a noemen we de cosinus van de hoek α. y a - 0 cos a a Gevolgen van de definitie () α 0 π π 3π π cos α 0 0 () cos α (3) Het teken van de cosinus in de verschillende kwadranten : (4) Grondbetrekking van de goniometrie : cos α +sin α = (cf. stelling van Pythagoras!) 85

92 Hierbij is cos α, respectievelijk sin α, de notatie voor (cos α), respectievelijk (sin α). Voorbeeld cos π π +sin =0 + = Grafiek van y =cos y + 0 -p p p 3p p 5p p 3p - De cosinusfunctie is periodiek met periode π. Opdracht Gebruik een GRT om de grafiek van de cosinusfunctie te plotten (Zoom/7:ZTrig)..3.3 Tangens van een hoek / Tangensfunctie Definitie y a 0 tan a - 86

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Theorie 1

Inhoudsopgave. I Theorie 1 Inhoudsopgave I Theorie 1 1 Verzamelingen 3 1.1 Inleiding........................................ 3 1.2 Bewerkingen met verzamelingen........................... 6 1.2.1 Vereniging (unie) van twee verzamelingen.................

Nadere informatie

1.1.2. Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

1.1.2. Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling Examen Wiskunde: Hoofdstuk 1: Reële getallen: 1.1 Rationale getallen: 1.1.1 Soorten getallen. Een natuurlijk getal is het resultaat van een tellg van een edig aantal dgen. Een geheel getal is het verschil

Nadere informatie

Standaardfuncties. x c

Standaardfuncties. x c Standaards Constante Parameter We geven in dit document een overzicht van een aantal veelvoorkomende s. We geven steeds het voorschrift en de grafiek. (Ter herinnering: het domein vermelden we niet, het

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie

H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie H. 8 Kwadratische vergelijking / kwadratische functie 8. Kwadratische vergelijking Een kwadratische vergelijking (of e graadsvergelijking) is een vergelijking van de vorm: a b c + + = Ook wordt een kwadratische

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN...1 2. FUNCTIES...2 3. ARGUMENT EN BEELD...3 4. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...4 5. DE FUNCTIEWAARDETABEL...5 6. DE GRAFIEK...6 7. FUNCTIES HERKENNEN...7 8. OPLOSSINGEN...9

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048

Schooljaar: Leerkracht: M. Smet Leervak: Wiskunde Leerplan: D/2002/0279/048 Blz: 1/5 04 09 09 1.1 STELLING VAN PYTHAGORAS ouwregel tot Pythagoras: formulering. 07 09 09 11 09 09 14 09 09 18 09 09 21 09 09 22 09 09 25 09 09 29 09 09 01 10 09 02 10 09 06 10 09 08 10 09 09 10 09

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken). Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie

Nadere informatie

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1] 4. Vergelijkingen en herleidingen [] Er zijn vier soorten bijzondere vergelijkingen: : AB = 0 => A = 0 of B = 0 ( - 5)( + 7) = 0-5 = 0 of + 7 = 0 = 5 of = -7 : A = B geeft A = B of A = - B ( ) = 5 ( )

Nadere informatie

Te kennen leerstof wiskunde voor het toelatingsexamen graduaten. Lea De Bie lea.debie@cvoleuven.be

Te kennen leerstof wiskunde voor het toelatingsexamen graduaten. Lea De Bie lea.debie@cvoleuven.be Te kennen leerstof wiskunde voor het toelatingsexamen graduaten Lea De Bie lea.debie@cvoleuven.be SOORTEN GETALLEN (Dit hoofdstukje geldt als inleiding en is geen te kennen leerstof). Natuurlijke getallen

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/7 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Algebra en meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 25 april 2018 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal beschikbaar

Nadere informatie

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0. Gegeven is de functie.0 Voorkennis Deze functie bestaat niet bij een van. Invullen van = geeft een deling door 0. De functie g() = heeft als domein R en is een ononderbroken kromme. Deze functie is continu

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 13 Ongelijkheden en absolute waarde (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 13 Ongelijkheden en absolute waarde (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 13 Ongelijkheden en absolute waarde (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 De relaties en < in R 2 2 Oplossen van ongelijkheden met behulp van het

Nadere informatie

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm

Veeltermen. Module 2. 2.1 Definitie en voorbeelden. Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm Module 2 Veeltermen 2.1 Definitie en voorbeelden Een veelterm met reële coëfficiënten in één veranderlijke x is een uitdrukking van de vorm a 0 +a 1 x+a 2 x 2 + +a n x n met a 0,a 1,a 2,...,a n Ê en n

Nadere informatie

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B... Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B 0. voorkennis In klas 3 heb je hoofdstuk 10 over algebraische vaardigheden gedaan. Hieronder zie je daarvan een

Nadere informatie

Te kennen leerstof Wiskunde

Te kennen leerstof Wiskunde - 1 - Te kennen leerstof Wiskunde Wiskundeproeven voor de faculteit sociale en militaire wetenschappen (SSMW) en voor de polytechnische faculteit (POL) De te kennen leerstof is gebaseerd op de richtingen

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

1 Overzicht voorkennis algebraïsch rekenen

1 Overzicht voorkennis algebraïsch rekenen 1 Overzicht voorkennis algebraïsch rekenen 1 Merkwaardige producten, ontbinden in factoren 1.1 Merkwaardige producten ( ) ( ) a+ b = a + ab+ b a b = a ab+ b ( ) ( ) a+ b = a + ab+ ab + b a b = a ab+ ab

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

INLEIDENDE CURSUS WISKUNDE

INLEIDENDE CURSUS WISKUNDE INLEIDENDE CURSUS WISKUNDE Deze begeleidende tekst is een handleiding bij de inleidende cursus wiskunde in de opleiding Handelswetenschappen. Het gebruikte handboek [WBT] is: Verheyen, P. & Janssens, D.,

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

REËLE FUNCTIES BESPREKEN

REËLE FUNCTIES BESPREKEN INLEIDING FUNCTIES 1. DEFINITIE...3 2. ARGUMENT EN BEELD...4 3. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...5 4. DE FUNCTIEWAARDETABEL...7 5. DE GRAFIEK...9 6. FUNCTIES HERKENNEN...12 7. OEFENINGEN...14 8. OPLOSSINGEN...18

Nadere informatie

1 Inleiding. Zomercursus Wiskunde. Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie.

1 Inleiding. Zomercursus Wiskunde. Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Poolcoördinaten (versie 27 juni 2008) Inleiding Y y p o θ r X fig In fig worden er op twee verschillende manieren coördinaten gegeven aan het punt p Een eerste

Nadere informatie

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde. 5.0 Voorkennis Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde. Vermenigvuldigen is eponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Leerkracht: Koen De Naeghel Schooljaar: 2012-2013 Klas: 5aLWi8, 5aWWi8 Aantal taken: 19 Aantal repetities: 14 Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Taken Eerste trimester: 11 taken indienen op taak

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde B

Samenvatting Wiskunde B Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar Hoofdstuk 5 - machten, eponenten en logaritmen rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar 0. voorkennis HERLEIDEN VAN MACHTEN - rekenregels voor machten Bij het vermenigvuldigen van

Nadere informatie

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast

Nadere informatie

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1 Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 500765005 Haags Montessori Lyceum (c) 06 Inleiding In de leerroute transformaties van grafieken gaat het om de karakteristieke eigenschappen

Nadere informatie

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost.

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost. SBC AMDG Ma 13/12/04 klas : 5WEWI8 5GRWI8 Van Hijfte D. toegelaten : grafisch rekentoestel Examen Wiskunde deel I (90p) Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een

Nadere informatie

Goniometrische functies

Goniometrische functies Goniometrische functies gonè (Grieks) = hoek metron (Grieks) = maat Goniometrie, afkomstig van de Griekse woorden voor hoek en maat, betekent letterlijk hoekmeetkunde. Daarmee wordt aangegeven dat het

Nadere informatie

Extra oefeningen goniometrische functies. Juist of fout? Leg uit. Indien fout, volstaat het een tegenvoorbeeld te geven. ...

Extra oefeningen goniometrische functies. Juist of fout? Leg uit. Indien fout, volstaat het een tegenvoorbeeld te geven. ... Extra oefeningen goniometrische functies Oefening 1: Juist of fout? Leg uit. Indien fout, volstaat het een tegenvoorbeeld te geven. a. Elke periodieke functie heeft een (kleinste) periode. b. Er bestaat

Nadere informatie

Verloop van goniometrische en cyclometrische functies

Verloop van goniometrische en cyclometrische functies Verloop van goniometrische en cyclometrische functies Meetkundige definitie Definities sin tan cos cos cot sin sec cos csc sin Hoofdformules sin + cos tan + sec cos cot + csc sin cot tan sin 0 cos tan

Nadere informatie

1.1 Definities en benamingen 9 Oefeningen Cirkel door drie punten 13 Oefeningen 14

1.1 Definities en benamingen 9 Oefeningen Cirkel door drie punten 13 Oefeningen 14 INHOUD 1 De cirkel 9 1.1 Definities en benamingen 9 Oefeningen 11 1.2 Cirkel door drie punten 13 Oefeningen 14 1.3 Onderlinge ligging van een rechte en een cirkel 20 1.3.1 Aantal snijpunten van een rechte

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/34 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Veeltermen en analytische meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 29 april 2015 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: functieverloop. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: functieverloop 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Calculus I, 19/10/2015

Calculus I, 19/10/2015 Calculus I, 9/0/05. a Toon aan dat de rationale functie f = 3 + 3 + voor alle 0 bekomen wordt via volgende procedure: Start met een gelijkbenige rechthoekige driehoek OAB, met B het punt, 0 op de -as,

Nadere informatie

Goniometrische functies - afstandsleren 48

Goniometrische functies - afstandsleren 48 Goniometrische functies - afstandsleren 48 9 GONIOMETRISCHE FUNCTIES De goniometrische functies leer je kennen via de tool exe-leren en applets die je vindt in de cursus op Blackboard. De applets zijn

Nadere informatie

Voorwoord Rekenvaardigheden

Voorwoord Rekenvaardigheden Voorwoord In het middelbaar onderwijs hebben zich de laatste jaren grote veranderingen voltrokken: de tweede fase met de daaraan verbonden profielkeuze en het studiehuis zijn ingevoerd. In sommige opzichten

Nadere informatie

2.1 Lineaire functies [1]

2.1 Lineaire functies [1] 2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

12. Uitwerkingen van de opgaven

12. Uitwerkingen van de opgaven 12. Uitwerkingen van de opgaven 12.1. Uitwerkingen opgaven van hoofdstuk 3 Opgave 3.1 3,87 0,152 641, 2 Bereken met behulp van Maxima: 2,13 7,29 78 0,62 45 (%i1) 3.87*0.152*641.2/(2.13*7.29*78*0.62*45);

Nadere informatie

Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/.

Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/. Softmaths 1 Softmaths Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/. De code kan je bekomen op de school. Goniometrie en driehoeken Oplossen van driehoeken - Start van het programma:

Nadere informatie

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5-3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 3 = -15 Voorbeeld 4: -5 3 9 2

Nadere informatie

Eerste deel van de cursus Algebra

Eerste deel van de cursus Algebra Eerste deel van de cursus Algebra Procentrekenen Toename met p%: groeifactor = 1 + p% Afname met p% : groeifactor = 1 p% Toename in procenten = Afname in procenten = toename beginwaarde afname beginwaarde

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen 0

Nadere informatie

Hierbij geven we de antwoorden en bewijzen we meteen ook hoe de constanten kunnen bepaald worden.

Hierbij geven we de antwoorden en bewijzen we meteen ook hoe de constanten kunnen bepaald worden. WISKUNDE IS (EEN BEETJE) OORLOG Onder dit motto nodigde de VVWL alle wiskundeleraren uit Vlaanderen en Nederland uit om deel te nemen aan een wiskundewedstrijd. De tien vragen van de eerste editie, waarbij

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 3.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R - 229 - Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R Definitie: Een eerstegraadsfunctie in R is een functie met een voorschrift van de gedaante y = ax + b (met a R 0 en b R ) Voorbeeld 1: y = 2x Functiewaardetabel

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45 15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] 1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2

Nadere informatie

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Checklist Wiskunde B HAVO HML Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten

Nadere informatie

Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35

Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35 Algebra, Les 18 Nadruk verboden 35 18,1 Ingeklede vergelijkingen In de vorige lessen hebben we de vergelijkingen met één onbekende behandeld Deze vergelijkingen waren echter reeds opgesteld en behoefden

Nadere informatie

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen

META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen META-kaart vwo3 - domein Getallen en variabelen In welke volgorde moet ik uitwerken? */@ Welke (reken)regels moet ik hier gebruiken? */@ Welke algemene vorm hoort erbij? ** Hoe ziet de bijbehorende grafiek

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn Codelijst: : de dynamisch gegenereerde waarde van INVUL: invuloefening ( Short answer ) KLEUR: gebruik kleur! MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn MC: multiple

Nadere informatie

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A.

Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A. Wiskunde voor het hoger onderwijs deel A Errata 00 Noordhoff Uitgevers Correcties en verbeteringen Wiskunde voor het Hoger Onderwijs, deel A. Hoofdstuk. 4 Op blz. in het Theorieboek staat halverwege de

Nadere informatie

Wiskundige notaties. Afspraken. Associatie K.U.Leuven

Wiskundige notaties. Afspraken. Associatie K.U.Leuven Wiskundige notaties Afspraken Associatie K.U.Leuven Tim Neijens Katrien D haeseleer Annemie Vermeyen Maart 2011 Waarom? Wiskundetaal gebruikt veel woordenschat, dat weet elke student. Het is niet altijd

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( ) Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen ).

Nadere informatie

ProefToelatingstoets Wiskunde B

ProefToelatingstoets Wiskunde B Uitwerking ProefToelatingstoets Wiskunde B Hulpmiddelen :tentamenpapier,kladpapier, een eenvoudige rekenmachine (dus geen grafische of programmeerbare rekenmachine) De te bepalen punten per opgave staan

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Definitie Betekenis van de afgeleide 1 2 Standaardafgeleiden

Nadere informatie

Didactische wenken bij het onderdeel analyse

Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse 1/21 1. Eindtermen analyse Eindtermen ASO tweede graad ET 22 3 (4) aspecten van een functie ET 23 Standaardfuncties

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

Rekenen met cijfers en letters

Rekenen met cijfers en letters Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 009 c Swier Garst - RGO Middelharnis Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Poolcoördinaten 1 2 Poolvergelijkingen 3 21 Cartesiaanse coördinaten versus poolcoördinaten

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

3.1 Kwadratische functies[1]

3.1 Kwadratische functies[1] 3.1 Kwadratische functies[1] Voorbeeld 1: y = x 2-6 Invullen van x = 2 geeft y = 2 2-6 = -2 In dit voorbeeld is: 2 het origineel; -2 het beeld (of de functiewaarde) y = x 2-6 de formule. Een functie voegt

Nadere informatie

Delta Nova. Delta Nova Analyse deel 1 3 lesuren. Delta Nova bestaat voor de eerste en tweede graad uit:

Delta Nova. Delta Nova Analyse deel 1 3 lesuren. Delta Nova bestaat voor de eerste en tweede graad uit: Delta Nova bestaat voor de eerste en tweede graad uit: Delta Nova Eerste graad Delta Nova a leerboek en werkboek Delta Nova b leerboek en werkboek Delta Nova a leerboek en werkboek Delta Nova b leerboek

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden 10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn

Nadere informatie

Grafieken van veeltermfuncties

Grafieken van veeltermfuncties (HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback IJkingstoets juni 4 - reeks - p. / Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op juni 4: algemene feedback In totaal namen studenten deel aan deze ijkingstoets industrieel ingenieur

Nadere informatie

1 Complexe getallen in de vorm a + bi

1 Complexe getallen in de vorm a + bi Paragraaf in de vorm a + bi XX Complex getal Instap Los de vergelijkingen op. a x + = 7 d x + 4 = 3 b 2x = 5 e x 2 = 6 c x 2 = 3 f x 2 = - Welke vergelijkingen hebben een natuurlijk getal als oplossing?...

Nadere informatie

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want ANALYTISCHE MEETKUNDE: HERHALING DERDE JAAR OEFENINGEN Lees eerst de formules op het andere blad, en los vervolgens de oefeningen van het bijbehorende deel op. Wanneer je alles hebt opgelost, maak je de

Nadere informatie

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Tweedegraadsfuncties Parabolen maken WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Inleiding In deze les leer je wat systeem brengen in het snel herkennen van tweedegraadsfuncties. Een paar handige trucjes voor het

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: cirkel en parabool 11/5/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: cirkel en parabool 11/5/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: cirkel en parabool 11/5/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie