agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden BELEIDSREGEL GRONDWATERONTTREKKING EN INFILTRATIES Datum 12 mei 2015

Transcriptie

1 agendapunt 3.a Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden BELEIDSREGEL GRONDWATERONTTREKKING EN INFILTRATIES Portefeuillehouder Middendorp, A.J. Datum 12 mei 2015 Aard bespreking Besluitvormend Afstemming Bijlagen 3 Zaaknummer Gremia Datum Aard Advies/ Parafering besluit PFO Ber B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Harmelen, W. van D&H H Conform Geparafeerd door: Harmelen, W. van Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden Beslispunt 1: De beleidsregel grondwateronttrekkingen en infiltratie vast te stellen Beslispunt 2: De beleidsregel grondwateronttrekkingen en infiltratie in werking te laten treden Beslispunt 3: De leidraad grontwateronttrekkingen en infiltratie in te trekken Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden

2

3 Beleidsregel Grondwateronttrekkingen en infiltraties 1. Probleemstelling - context Het onttrekken dan wel infiltreren van grondwater heeft effect op de grondwaterstand. Deze verandering van grondwaterstand kan negatieve gevolgen voor de omgeving veroorzaken. Dit is voor Delfland aanleiding om regels te verbinden aan het onttrekken en infiltreren van grondwater. Het doel van het grondwaterbeleid is om zo effectief en efficiënt mogelijk met grondwater om te gaan en het voorkomen van negatieve effecten door grondwateronttrekkingen en infiltraties. Voor het gebruik van grondwater door onttrekkingen en infiltraties is de Beleidsregel grondwateronttrekkingen en infiltraties opgesteld. In de Beleidsregel zijn bepalingen opgenomen die gelden in het kader van de vergunningverlening en handhaving op grond van de Keur. Voorgesteld wordt de Beleidsregel grondwateronttrekkingen en infiltraties vast te stellen en in werking te laten treden. 2. Beoogd effect De Beleidsregel grondwateronttrekkingen en infiltraties (hierna Beleidsregel) vast te stellen en in werking te laten treden en de huidige Leidraad grondwateronttrekkingen en infiltraties (hierna Leidraad) in te trekken. 3. Kernboodschap Met deze Beleidsregel maakt Delfland voor alle betrokkenen intern en extern, duidelijk op welke wijze invulling wordt gegeven aan de bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water in de bodem. Tevens draagt de beleidsregel bij aan een eenduidige, efficiënte en effectieve vergunningverlening en handhaving. Afweging voor vergunningsplichtig grondwateronttrekkingen en infiltraties vindt plaats op basis van de uitgangspunten een duurzaam beheerd grondwatersysteem met behoud van aanwezige strategische voorraad zoet grondwater en een inrichting van het watersysteem die mede gebaseerd is op de kenmerken van het grondwater. 4. Historie - eerdere besluitvorming Met het inwerking treden van de Waterwet is in 2009 het grootste gedeelte van het grondwaterkwantiteitsbeheer overgegaan van provincie naar waterschappen. De huidige Leidraad geeft regels voor het gebruik van grondwater door onttrekkingen en infiltraties in het beheersgebied van Delfland.

4 Het operationele beleid voor grondwateronttrekkingen van Delfland zoals in de Leidraad beschreven is, is destijds grotendeels overgenomen van het operationele beleid zoals de provincie Zuid-Holland dat tot en met 2009 toepaste. Uit praktijkervaringen die Delfland inmiddels heeft opgedaan met grondwater blijkt dat de Leidraad op sommige punten onduidelijkheden bevat en daarmee niet alle risico s goed zijn afgedekt. Daarnaast diende de Leidraad herzien te worden om goed te kunnen aansluiten bij de nieuwe versie van Algemene Regels behorend bij de Keur Delfland voor grondwateronttrekkingen. Op 24 juni 2014 heeft het college de ontwerp-beleidsregel vrijgegeven voor ter inzagelegging en voor het indienen van zienswijzen. De terinzagelegging was van 24 juni 2014 tot en met 5 augustus Naar aanleiding van de ontwerp-beleidsregel zijn geen zienswijzen ingediend. De Beleidsregel wordt ongewijzigd vastgesteld. Omdat er een samenhang bestaat tussen de Beleidsregel en de Algemene regels behorend bij de Keur Delfland is op 27 oktober 2014 tijdens een pfo voorgesteld om met de vaststelling van de Beleidsregel te wachten tot het moment dat deze gezamenlijk met de nieuwe Algemene regels kan worden vastgesteld. 5. Regelgeving en Beleid Besluitpunt 1: vaststellen beleidsregel Op grond van artikel 4.4 van de keur is het verboden zonder watervergunning van het bestuur grondwater te onttrekken of water in de bodem te infiltreren, omdat dit in beginsel niet wenselijk is voor het in stand houden van het grondwatersysteem. Gezien de maatschappelijke wensen en belangen kan onder voorwaarden met een onttrekking worden ingestemd. In de beleidsregel wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze bevoegdheid. Het kader van het Delflandse grondwaterbeheer is verwoord in de Beleidsnota Grondwaterbeheer Delfland De hoofdlijnen op basis waarvan de afweging voor vergunningsplichtige grondwateronttrekkingen plaatsvindt, zijn een duurzaam beheerd grondwatersysteem met behoud van aanwezige strategische voorraad zoet grondwater en een inrichting van het watersysteem die mede gebaseerd is op de kenmerken van het grondwater. Evaluatie van de Beleidsnota Grondwaterbeheer Delfland heeft inmiddels plaatsgevonden. Besluitpunt 2: de beleidsregel in werking te laten treden De beleidsregel treedt in werking na kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland. Besluitpunt 3: intrekken van de Leidraad Regulering Grondwateronttrekkingen en Infiltratie Met het inwerking treden van de nieuwe beleidsregel is bovengenoemde leidraad achterhaald en overbodig. Derhalve kan de leidraad worden ingetrokken. 6. Financiën Niet van toepassing 2

5 7. Duurzaamheid Met deze Beleidsregel wordt gestreefd naar een duurzaam grondwaterbeheer met behoud van aanwezige strategische voorraad zoet grondwater. Uitgangspunt bij het toestaan van onttrekkingen en infiltraties is dat de initiatiefnemer de onttrekkingshoeveelheid moet beperken en waar mogelijk waterbesparende maatregelen neemt. Indien grondwater van goede kwaliteit gebruikt wordt, wordt dit zoveel mogelijk teruggebracht in de bodem. De Beleidsregel draagt dan ook bij aan een duurzaam grondwaterbeheer. 8. Organisatorische en personele consequenties Niet van toepassing 9. OR/GO Niet van toepassing 10. Risico- en beheersmaatregelen Risico: De resultaten van de evaluatie van de Beleidsnota Grondwaterbeheer Delfland sluiten niet aan bij Beleidsregel. Beheersmaatregel: Tijdens de projecten heeft afstemming plaatsgevonden. Voor zover relevant zijn de stukken op elkaar aangepast. Resultaat: Evaluatie beleidsnota grondwaterbeheer Delfland en de Beleidsregel zijn op elkaar afgestemd. 11. Communicatie (in- en extern) Conform de gebruikelijke weg zullen stappen worden gezet zoals bekendmakingen, vaststelling door het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden en terugkoppeling hiervan. 12. Bekendmaking en vervolgprocedure Vaststelling van de Beleidsregel wordt bekendgemaakt doorkennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan in het digitale Waterschapsblad en op de website van Delfland. Er is geen bezwaar of beroep mogelijk tegen de beleidsregel 13. Bevoegd orgaan Op grond van artikel 4.1 van de Keur Delfland 2010 is het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden bevoegd om watervergunningen voor het onttrekken of infiltreren van grondwater te verlenen, wijzigen of weigeren. Ingevolge artikel 4:81 van de Awb is het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden derhalve bevoegd de Beleidsregel Grondwateronttrekkingen en infiltraties vast te stellen. De leidraad is door D&H vastgesteld en wordt via dezelfde route ingetrokken. 3

6 14. Toelichting De Beleidsregel is mede gebaseerd op de model beleidsregels behorende bij het Keurkwartet van de Unie van Waterschappen waarin model beleidsregels zijn opgesteld voor grondwateronttrekkingen en infiltraties. Daarnaast heeft inhoudelijke afstemming plaatsgevonden met de buurwaterschappen het Hoogheemraadschap van Rijnland, Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. De Beleidsregel geeft in samenhang met de Keur Delfland 2010 een concrete uitwerking aan het te hanteren vergunningen- en handhavingsbeleid ten aanzien van de grondwateronttrekkingen en infiltraties. In tegenstelling tot de oude Leidraad zijn de grenswaarden van vrijstelling, meldplicht en vergunningsplicht niet meer in de Beleidsregel genoemd. De grenswaarden van vrijstelling, meldplicht en vergunningsplicht en de voorwaarden waaraan deze onttrekkingen moeten voldoen staan namelijk al vermeld in de Algemene Regels. Het meenemen van de grenswaarden in de beleidsregel is dan ook overbodig. In de nieuwe beleidsregel is een duidelijke scheiding aangebracht tussen enerzijds de toets criteria en anderzijds een toelichting op de indieningsvereisten om de aanvraag of melding te onderbouwen. In deze beleidsregel staat concreet beschreven hoe getoetst wordt aan de principes van een duurzaam beheerd grondwatersysteem en inrichting van het watersysteem die mede gebaseerd is op de kenmerken van het grondwater. Ondermeer door permanente onttrekkingen van grondwater voor het droog houden van civieltechnische en bouwkundige werken niet toe te staan en bij (langdurige) onttrekkingen de gevolgen van het stopzetten of verminderen van de onttrekking of infiltratie te beoordelen. Voor het infiltreren van water in de bodem zijn nu expliciete regels gesteld om nadelige effecten op het grondwater te voorkomen. Het te infiltreren hemelwater mag niet vermengd zijn met condenswater van het kasdek of ander (potentieel) verontreinigd water. Aan het te infiltreren hemelwater worden kwaliteitseisen gesteld en de hoeveelheid en kwaliteit van het te infiltreren hemelwater wordt gemonitord. Voordelen beleidsregels Beleidsregels zijn een vertaalslag van het strategische beleid naar de overwegingen bij de concrete beoordeling van vergunningaanvragen, of het invullen van de vergunningvoorschriften. Door toepassen van beleidsregels kan op grond van artikel 4:82 van de Awb bij de motivering van besluiten over vergunningaanvragen worden volstaan met het verwijzen naar de relevante gedragsbepaling (beleidsregel) in plaats van het volledig opnemen van de motivering. Dit bespaart tijd en zorgt voor een sterkere positie bij eventuele bezwaaren beroepsprocedures en draagt zo bij aan besparing in bestuurslasten. Beleidsregels zorgen voor eenduidigheid over wat wel en niet is toegestaan en onder welke voorwaarden. Hierdoor wordt willekeur voorkomen en de rechtszekerheid gediend. Door het vaststellen van beleidsregels gaat een zekere signaalwerking uit. Als overheid maak je via beleidsregels bekend hoe je met de regels omgaat: proactief handelen naar toekomstige vergunning aanvragers in plaats van reactief. Nadelen beleidsregels Het opstellen van beleidsregels is een intensief en vaak tijdrovend proces. Beleidsregels dienen met een zekere regelmaat geactualiseerd te worden 4

7 15. Bijlagen 1. Ontwerp beleidsregel Grondwateronttrekkingen en infiltraties 2. Bijlage I bij ontwerp beleidsregel: Milieubeschermingsgebieden vastgesteld door PZH 3. Bijlage II bij ontwerp beleidsregel: Strategische zoetwatervoorraad vastgestelde door PZH 5

8 Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur Kenmerk VV : ** Vergaderdatum : Beleidsveld : Agendapunt : ** De Verenigde Vergadering van Delfland, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van (datum collegevergadering), kenmerk (BIS-zaaknummer D&H besluit); gelezen het positieve/negatieve (bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s) (commissie noemen); overwegende dat: - (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: - artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); - artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); - alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren). Aldus besloten in de openbare vergadering van (datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. M.A.P. van Haersma Buma