Louis Ide: jaarverslag

Transcriptie

1 Louis Ide: jaarverslag Opgemaakt door Kelly Dermul Hier vindt u een overzicht van het politieke en parlementaire werk van Louis Ide gedurende het afgelopen jaar. L o u i s I d e H u i s d e r P a r l e m e n t s l e d e n N a t i e p l e i n B r u s s e l 0 2 / j u l i

2 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave Inleiding Parlementair werk Parlementaire vragen Commissiewerk - dossiers Wetsvoorstellen en resoluties Quaestuur Activiteiten Interparlementaire Unie (IPU) Palfijnfractie Netwerkevent Overige activiteiten Ebbenhouten spoor Website (columns) Allerlei: voordrachten ontmoetingen studies Media Lokaal werk Uitsmijters

3 1. Inleiding Het afgelopen jaar, was mijn 10 e jaar als politicus en sinds kort ben ik ook aangesteld als ondervoorzitter van de Senaat in opvolging van Danny Pieters. Het bleek opnieuw een druk en gevuld jaar. Eerst en vooral door de gemeenteraadsverkiezingen van Gemeentepolitiek is een vak apart en vergt bijzonder veel inspanningen. Voor mij als nieuwe Zwalmenaar betekende dit het opbouwen van een compleet nieuwe afdeling. Tot voor kort vertoefde N-VA Zwalm onder de Zuid-Oost-Vlaamse koepel. Nu staat N-VA Zwalm op zichzelf. We wilden dan ook zelfstandig en met een volledige lijst (19 personen) naar de kiezer trekken maar dit vergde bijzonder veel voorbereiding. Zeker omdat we de Zwalmse kiezer een gedetailleerd en goed overdacht inhoudelijk aanbod wilden doen. Een programma van niet minder dan 40 pagina s, met Programma gemeenteraadsverkiezingen 2012 N-VA Zwalm daarin een gedetailleerde analyse van de huidige situatie en met toekomstvisie voor Zwalm voor de volgende jaren, was het resultaat van maandenlang werk. Het resultaat mocht er dan ook zijn: voor de eerste keer in de geschiedenis van Zwalm, zitten er twee Vlaams nationalisten in de gemeenteraad, waaronder ikzelf. Het bijkomend mandaat als lokaal politicus vraagt een ander gezichtspunt en het werk mag dan ook niet onderschat worden. Ik heb dan ook al getracht om maandelijks constructieve voorstellen te doen om het leven in Zwalm en daarbuiten te verbeteren. Enkele voorstellen waren het vastleggen van een vaste dag voor de gemeenteraad, het organiseren van een 11-juli viering, de organisatie van een wekelijkse markt in Zwalm, het beter en meer promoten van bloeddonatie, enz. Het feit dat een groot deel van de voorstellen werd aanvaard door de meerderheid, toont aan dat we lokaal goed werk leveren. Daarnaast was er ook het intensieve parlementaire werk: het stellen van parlementaire vragen, uitwerken van wetsvoorstellen en resoluties, het opvolgen en opbouwen van dossiers (alternatieve geneeskunde, domperidone, internering, enz.), het onderhouden van contacten met het veld, enz. Ten slotte vergt ook de voorbereiding het grote ledencongres dat begin volgend jaar zal plaatsvinden heel wat werk. Samen met collega Danny Pieters heb ik de krijtlijnen uitgetekend van de toekomstvisie op sociale zaken, volksgezondheid en sociale zekerheid. Louis Ide tijdens de plenaire vergadering in de Senaat ( Guy Goossens) 3

4 Axis Title Louis Ide: jaarverslag juli Parlementair werk 2.1. Parlementaire vragen 1 In de Senaat kan je drie soorten vragen stellen: schriftelijke vragen (deze peilen naar een cijfermatige stand van zaken en overzicht van een bepaald beleidsdomein binnen een bepaalde administratie), vragen om uitleg (deze worden rechtstreeks gesteld aan de bevoegde minister in de commissie) en mondelinge vragen (deze handelen over meer acute en actuele problemen waarbij dringende behandeling een belangrijke rol speelt en deze worden gesteld aan de minister tijdens de plenaire vergadering). Het afgelopen jaar stelde ik 418 vragen, waarvan 223 schriftelijke, 190 vragen om uitleg en 5 mondelinge vragen. Het grootste deel van mijn vragen zijn schriftelijke aangezien ik vooral cijfermateriaal opvraag. Echter, dit jaar stelde ik ook relatief veel vragen om uitleg. Door middel van de antwoorden op deze vragen kan ik meer inzicht verwerven in bepaalde onderwerpen en mijn dossiers grondig onderbouwen. Parlementaire vragen ( ) SV VoU MV Zoals bovenstaande grafiek aantoont, zit er toch wel wat variatie in het aantal vragen dat ik per jaar stel. Zoals kan gezien worden, stelde ik vooral in relatief weinig vragen. Dit is niet toevallig. In die periode hield ik me vooral bezig met de regeringsonderhandelingen en het schrijven en analyseren van nota s. Hierdoor kwam het parlementaire werk op een tweede plaats. Gedurende en kon ik me hier dan ook weer ten volle aan wijden. 1 Anno 15/07/2013 4

5 2.2. Commissiewerk - dossiers Mijn dossiers en commissiewerk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als lid van de commissie voor Sociale Aangelegenheden hou ik me voornamelijk bezig met het aspect gezondheidszorg. Mijn dossiers zijn dan ook vooral vanuit dat oogpunt geïnspireerd. Sommige dossiers blijf ik constant actief opvolgen, andere kunnen even naar de achtergrond verdwijnen om later weer te worden opgenomen. Door deze dossiers jaar na jaar te blijven opvolgen, kan ik kennis van zaken opbouwen. Zoals gezegd, hielp dit me ook bij de regeringsonderhandelingen. Heel wat dossiers mondden uit in wetsvoorstellen, anderen in vragen aan de minister. Al dan niet met of zonder succes. Een overzicht van de meest belangrijke dossiers die het voorbije jaar aan bod kwamen, vindt u hieronder. Bloeddonatie: Eén van de dossiers waar ik me steevast met bezighoud, is dat omtrent bloeddonatie. Twee jaar geleden werd mijn wetsvoorstel omtrent het optrekken van de leeftijdsgrens voor bloeddonatie, goedgekeurd door zowel de Senaat als Kamer. De vroegere leeftijdsgrens werd wetgevend arbitrair op 65 gelegd, maar dit sloot tal van betrouwbare donoren uit. Met de vergrijzing indachtig werd het dan ook dringend tijd deze leeftijdsgrens op te trekken. Dit realiseerde ik via een wetsvoorstel. De nieuwe wetgeving zet de leeftijd op het einde van het 70 ste levensjaar. Dit was mijn eerste gerealiseerde wetsvoorstel en onlangs bleek nog dat dit zijn vruchten afwerpt. Zo blijkt uit het jaarverslag 2012 van het Rode Kruis dat 65-plussers nu 0,94% uitmaken van de donorpopulatie. En nog recentere cijfers wijzen eveneneens op een positieve trend voor Zo staat de teller al op 1,9% of extra donoren. Tegelijk ijver ik er momenteel ook voor om personen met hemochromatose niet langer uit te sluiten als bloeddonor. Campagne Rode Kruis voor bloeddonatie n.a.v. goedgekeurde wetsvoorstel van Louis Ide Asbest: Reeds sinds de start van mijn senatorschap ligt de asbestproblematiek en het Asbestfonds me nauw aan het hart. Na enkele getuigenissen van slachtoffers stelde ik me vragen bij de efficiëntie van het Asbestfonds. Vooral de wachttijden voor de behandeling van een dossier liepen serieus op. Deze vertragingen werden meermaals aangekaart, met als gevolg dat de achterstand van het Asbestfonds zo goed als verdwenen is! En zo moet het ook zijn. Mensen met een asbestgerelateerde ziekte hebben in de meeste gevalle nog bitter weinig tijd over en verdienen dan ook steun op elk mogelijk vlak, dus ook op financieel vlak. 5

6 Louis Ide tijdens de hoorzittingen asbest ( Guy Goossens) Dit alleen is echter niet genoeg. Zo ijverde ik er ook voor dat de financiële compensatie ook zou moeten gelden voor niet-samenwonende erfgenamen. Na ettelijke vragen hieromtrent werd deze regeling opgenomen. Echter, enkel voor overlijdens vanaf 1 januari 2009, terwijl het eigenlijk zou moeten gelden met terugwerkende kracht tot de oprichting van het fonds op 1 april Dit probeer ik tot nog toe nog steeds te bekomen. Het asbestfonds is de voorbije jaren dus al veel rechtvaardiger geworden, maar toch kan het nog beter. In die zin diende ik afgelopen jaar dan ook twee wetsvoorstellen in. Een eerste om het de asbestslachtoffers, die reeds een vergoeding krijgen in het kader van het Asbestfonds, mogelijk te maken om hiernaast ook nog te procederen tegen de vervuiler. Tot nog toe wordt dit niet toegelaten. Via een tweede wetsvoorstel tracht ik te bekomen dat de werkgevers, van wie bewezen is dat zij asbest producerend of verwerkend waren, een grotere bijdrage moeten leveren tot het Asbestfonds. Volgens de huidige regeling moeten alle werkgevers 0,01% tot het fonds bijdragen. Graag had ik gezien dat deze bijdrage voor asbest producerende of verwerkende werkgevers zou verhoogd worden tot en met 0,1%. Echter, beide wetsvoorstellen werden enkele maanden geleden door de meerderheid in de Senaat voor advies naar de Raad van State gezonden en aldus op de lange baan geschoven. Vandaar dat ik onlangs nog een nieuw compromis wetsvoorstel indiende waarbij de kerngedachte van de vervuiler betaalt behouden blijft maar waar ook tegemoetgekomen wordt aan de opmerkingen van de andere partijen. Zo hoop ik alsnog dat deze wet er door raakt! Contingentering en numerus clausus: Zoals u waarschijnlijk weet, is de contingentering en de numerus clausus één van mijn stokpaardjes. Dit dossier omhelst vele facetten: 1. Ten eerste is er het systeem van de contingentering in het algemeen. Dit werd ingevoerd om het aantal artsen te beperken teneinde het overaanbod en overconsumptie van geneeskundige zorg te beperken. Daarom trad de numerus clausus dan ook in voege. In Vlaanderen wordt sindsdien een toelatingsproef voor studenten geneeskunde en tandheelkunde georganiseerd. In Wallonië nog steeds niet. Gevolg is dat het aantal studenten geneeskunde in Franstalig België alsmaar meer de spuitgaten uitloopt. Ook aan de uitstroom wordt er, hoewel dit zou moeten, geen beperking opgelegd. Dit door de steevaste verhoging van de contingenten en door de invoering van het lissage-systeem waardoor toekomstige RIZIV-nummers voor erkenning reeds nu worden opgebruikt. Dit heeft onvermijdelijk gevolgen voor enerzijds de kwaliteit van de opleiding en anderzijds voor de betaalbaarheid van de gezondheidszorg op lange termijn. Intussen pleit minister Onkelinx voor de gehele afschaffing van de contingentering 2. Een ander probleem is de discrepantie tussen het systeem bij de (tand)artsen en kinesitherapeuten. Terwijl het systeem van contingentering voor artsen en tandartsen dus heel flexibel blijkt (steevaste verhoging van de contingenten en 6

7 lissage-systeem), wordt het heel rigide toegepast op de kinesitherapeuten. Jaarlijks komen er van deze doelgroep slechts een beperkt aantal afgestudeerden in aanmerking die kunnen erkend worden als zelfstandig kinesitherapeut. Dit wordt beslist via een uitgangsexamen. Het gevolg is dat er jaarlijks een honderdtal, Vlaamse, afgestudeerden te horen kregen dat ze enkele jaren verspild hadden aan «nutteloze» studies. In tegenstelling tot Vlaanderen, studeerden er in Wallonië tot voor 2010 namelijk niet teveel kinesitherapeuten af. Omwille van het feit dat een examen, georganiseerd na afloop van de studies, in se onrechtvaardig is, ijver ik reeds enkele jaren voor de afschaffing van het uitgangsexamen kinesitherapie. Daartoe diende ik reeds tweemaal een wetsvoorstel in (1 ste maal in 2008). Mijn voorstel werd echter tot op heden nog nooit behandeld. Nu er recentelijk teveel Franstalige kinesitherapeuten afstudeerden, verandert de houding van de minister ten aanzien van het uitgangsexamen. Daar waar in Vlaanderen afgestudeerden onverbiddelijk de toegang tot het beroep werd ontzegd, is dit nu in Franstalig België niet het geval. De voorlopige RIZIV-nummers worden a.h.w. ad eternam verlengd. Van twee maten en gewichten gesproken Ik stelde daarop verschillende parlementaire vragen. Antwoord was dat de minister voorstander was van de afschaffing van het examen. Nu dus wel 3. Verder is er noodzaak aan een degelijk en gedetailleerd kadaster van de medische beroepen om zo het zorgaanbod voor de komende jaren beter te kunnen plannen. Afgaand van de laatste berichten, waarbij Onkelinx voorstander blijkt te zijn van een gehele afschaffing van de contingentering, blijkt dit kadaster nu meer dan ooit nodig te zijn! Op mijn vragen omtrent het kadaster, gesteld in maart vorig jaar, kreeg ik enkel oppervlakkige en nietszeggende antwoorden. Artikel La Libre (26 september 2012) Internering: Sinds een tweetal jaren volg ik ook de problematiek inzake internering op. In België bulkt het van de systematische levenslange interneringen en deze hebben tot gevolg dat zieke mensen in de gevangenis wegkwijnen, niet behandeld worden en uiteindelijk nooit gereïntegreerd geraken in de maatschappij. Dit goed beseffende dat sommige mensen nooit in de maatschappij mogen en kunnen terugkeren. Bovendien blijken er grote verschillen onderling tussen de verschillende instanties (CBM s) die moeten beslissen over eventuele internering. Het is ongelooflijk hoe deze problemen nog kunnen bestaan in een 21-eeuws 7

8 modern en democratisch land. Als arts is het mijn plicht om hierom bekommerd te zijn en daarom stel ik sindsdien geregeld vragen naar de wijze waarop men oordeelt of iemand al dan niet geïnterneerd moet worden, naar de werking van CBM s, naar cijfergegevens omtrent het aantal interneringen, reïntegraties, enz., naar de lacunes in de wetgeving aangaande internering, enz. Deze problematiek kwam onlangs nog uitgebreid in de media toen ik publiek had gemaakt dat een geïnterneerde een Artikel het Nieuwsblad (9 september 2012) vraag tot euthanasie had ingediend wegens ondraaglijk psychisch lijden. Sindsdien stel ik hier enorm veel vragen om. Echter, de minister is een grootmeester in het geven van vage en ontwijkende antwoorden en beschouwt de problematiek duidelijk niet als een prioriteit. Zo gaat ze niet in onderhandeling met Nederland waar er een overschot is aan opvangplaatsen zonder een duidelijke reden aan te geven. Het non-beleid voor geïnterneerden haalde zelfs de aandacht van onze Noorderburen, waar ik werd uitgenodigd door Een Vandaag, de Nederlandse evenknie van ons Ter Zake, om deze problematiek te komen toelichten. Domperidone: Het afgelopen jaar wees ik ook de gevaren verbonden aan geneesmiddelen met domperidone, zoals Motilium. Studies wezen namelijk uit dat er jaarlijks zo n 300 doden vallen in België ten gevolge van domperidone (plotse hartdood). Het leek me dan ook abnormaal dat medicijnen met domperidone als werkzaam bestanddeel nog steeds vrij konden verkocht worden in België. Vandaar dat ik een heuse vragenronde aan de minister ben gestart. Mede hierdoor startte het FAGG een onderzoek en werd beslist om alle geneesmiddelen met domperidone enkel nog maar op Artikel Het Nieuwsblad (23 januari 2013) voorschrift te laten verkrijgen. Parlementair werk loont dus! Echter, dit betekent niet dat het thema nu van de baan is. Zo vraag ik me nog steeds af hoe het komt dat bvb. Motilium nooit verkrijgbaar was op de Amerikaanse markt, net wegens de gevaren, maar wel op de Europese markt? Zijn er hier fouten gemaakt en hoe kunnen we deze in de toekomst vermijden, daar gaat het om. Ook hoop ik dat er een onderzoek komt naar de werkzaamheid van domperidone, die volgens sommige studies onbestaande is. Ik zal dit dossier dus ook het volgende jaar verder opvolgen. Augmentin : Ik kaartte ook het probleem inzake Augmentin aan. Zo werd eind 2012 bekend dat het bedrijf GKS, dat het meest bekende en veelvuldig gebruikte antibioticum Augmentin (de intraveneuze vorm) produceert, zijn contracten met de ziekenhuizen eenzijdig stopzette, waardoor heel wat ziekenhuizen om middenlange termijn in de problemen kwamen en dus 8

9 halfsoverkop op zoek moesten naar andere leveranciers. Dit legde de problematiek van bevoorradingsproblemen van essentiële geneesmiddelen bloot en maakte duidelijk dat het niet kan om slechts op één fabrikant te rekenen voor een bepaalde essentieel geneesmiddel. Om dit in de toekomst te vermijden is er nu een task force opgericht bij het FAGG. Ik zal dan ook niet nalaten om deze task force op te volgen en hun aanbevelingen van nabij te bestuderen. De verloning van ziekenhuisdirecties: Ik lanceerde dit jaar het wetsvoorstel om de lonen van ziekenhuisdirecteurs te beperken tot dat van de minister-president van Vlaanderen, zijnde euro per jaar. Uit bepaalde studies bleek namelijk dat de doorsnee directeur van een algemeen ziekenhuis in Vlaanderen jaarlijks zo n euro verdient, maar dat er ook uitschieters zijn tot Ziekenhuisdirecteurs hebben een loodzware verantwoordelijkheid en moeten daar ook naar betaald worden, maar de excessen moeten eruit. Een populaire maatregel zal het niet worden, maar het is wel de juiste keuze. In Nederland is dit ook sinds enkele jaren van toepassing. Artikel De Standaard (22 april 2013) Alternatieve geneeskunde : In april 2013 maakte N-VA het dossier alternatieve geneeswijzen wereldkundig. Een dossier dat trouwens rekent op de complete steun van de universiteiten en artsenvakbond BVAS. Het dossier werd op wetenschappelijke manier opgebouwd en formuleert, rekening houdende met een maatschappelijke context, enkele aanbevelingen aangaande alternatieve geneeswijzen die zullen uitmonden in wetgevend werk. Het dossier kwam er nadat de minister eerder dit jaar in actie kwam om de alternatieve geneeswijzen (homeopathie, chiropraxie, osteopathie en acupunctuur) te erkennen. N-VA staat hier kritisch tegenover zolang deze disciplines niet voldoen aan de vereisten van de Evidence Based Medicine, wat ten aller tijde ons uitgangspunt is. Zodra er bewijs is dat één van deze therapieën werkzaam is voor (bepaalde aandoeningen) (zoals er bvb. indicaties zijn bij osteopathie), kan er erkenning komen. Zolang zijn wij van mening dat deze disciplines niet mogen erkend worden en zeker niet mogen terugbetaald worden door de ziekteverzekering. 9

10 Naar aanleiding van de hoorzittingen omtrent de erkenning van alternatieve geneeswijzen, organiseerde ik zelfs een eigen symposium: Evidence Based Medicine als richtlijn bij de beoordeling van (alternatieve) geneeswijzen. Het werd me namelijk duidelijk dat blijkbaar niet iedereen weet wat Evidence Based Medicine nu eigenlijk is. Er werd vaak naar de term verwezen, maar te pas en te onpas. Iedereen leek wel zijn eigen interpretatie te hebben van wat EBM is. Zo groei het idee om hier een symposium aan te wijden. Hierbij werd er dieper in gegaan op wat EBM nu eigenlijk is. Gastsprekers waren Dr. Hans Van Brabandt van het Belgisch Centrum voor Evidence Based Medicine (CEBAM), Prof. dr. Bert Aertgeerts van het Belgisch Centrum voor Evidence Based Medicine (CEBAM) en Prof. dr. Edzard Ernst, hoogleraar complementaire geneeskunde, autoriteit op het vlak van onderzoek naar alternatieve geneeswijzen en auteur van het boek bekocht of behandeld?. Mandatenaangifte: Sinds mijn senatorschap heb ik getracht om de wetgeving omtrent de verplichte mandatenaangifte te vereenvoudigen. Het afgelopen jaar werden enkele gekoppelde wetsvoorstellen, waaronder van mezelf, goedgekeurd door Kamer en Senaat en zijn aldus officieel wet. Concreet wordt vanaf 2014 de verplichte aangifte uitgebreid naar alle kabinetsmedewerkers. Het is namelijk niet logisch dat voltijdse adviseurs van de kabinetten niet gecontroleerd worden. Zij zijn immers het vaakst met de inhoudelijke dossiers bezig en staan aldus ook het meeste open voor beïnvloeding. Daarnaast wordt het ook mogelijk deze verplichte aangifte elektronisch te doen. Ook zal de lijst van deze mandaten voortaan op de website van het Rekenhof worden gepubliceerd, en niet langer in het Belgisch Staatsblad. Deze voorstellen zorgen aldus voor een grondige administratieve vereenvoudiging 2.3. Wetsvoorstellen en resoluties Sinds mijn senatorschap diende ik 80 voorstellen in (30 in de eerste legislatuur, 50 in deze legislatuur). Ik dien hierbij wel te vermelden dat sommige voorstellen die niet werden aangenomen tijdens de eerste legislatuur, werden heringediend tijdens de tweede legislatuur. Wanneer we de aard van deze voorstellen bekijken, kan grosso modo gesteld worden dat veruit de meeste van deze voorstellen direct of indirect te maken hebben met ons gezondheidszorgsysteem en het medische. Hieronder vindt u de wetsvoorstellen en resoluties die ik dit jaar indiende. De voorstellen in schreef zijn voorstellen die ik mede ondertekend heb. De andere voorstellen zijn voorstellen van mijn hand als eerste auteur. Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten, met het oog op de invoering van een verplichte gestructureerde informatie-uitwisseling voorafgaand aan elke vruchtbaarheidsbehandeling Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie teneinde een administratieve geldboete in te voeren ten aanzien van de arts die de aangifteplicht niet naleeft 10

11 Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie met betrekking tot de procedure voor de registratie van wilsverklaring Wetsvoorstel houdende wijziging van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen met het oog op de invoering van een veralgemeende derdebetalersregeling Voorstel van resolutie betreffende de alternatieve geneeswijzen Wetsvoorstel tot oprichting van een Orde van Vlaamse apothekers en een Orde van Franstalige en Duitstalige apothekers Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, met betrekking tot de verloning van ziekenhuisdirecties Voorstel van resolutie betreffende de implementatie van het poliklinisch bevallen Voorstel van resolutie tot het bevorderen van EBM en HTA in het beslissingsproces in de tegemoetkoming van geneesmiddelen rekening houdende met de noodzakelijke patiëntenparticipatie 2.4. Quaestuur Sinds 11 oktober 2011 ben ik aangesteld als quaestor van de Senaat. Als quaestor sta ik samen met mijn twee collega s in voor het organisatorisch en financieel beleid dat gevoerd wordt in de Senaat. Concreet kan dit gaan over beslissingen inzake de oppensioenstelling van personeelsleden, de keuze van traiteur voor het bedrijfsrestaurant, het goedkeuren van promoties, het beslissen over cumulaanvragen van personeelsleden, en vooral over het doorvoeren van besparingen. De Senaat gaat immers al jaar na jaar in het rood. Sinds een N-VA er mee aan tafel zit worden de tekorten fors teruggeschroefd. In 2014, na drie jaar quaestuur mag de Senaat niet meer deficitair draaien en zal ze schuldenvrij zijn. In 2014 zal dan ook de Senaat hervormd worden zoals de meerderheidspartijen dit willen. Vanuit mijn functie als quaestor moet ik proberen om er voor te zorgen dat er voor bijna 354 personeelsleden van de Senaat een oplossing komt. Als quaestor maak ik ook deel uit van het bureau en het beperkt bureau van de Senaat. Dit komt wekelijks bijeen om de werkzaamheden te regelen. Er wordt o.a. geoordeeld over de ontvankelijkheid van de mondelinge vragen en vragen om uitleg die de parlementsleden aan de ministers wensen te stellen. Door mijn recente aanstelling als ondervoorzitter van de Senaat, zal ik volgend parlementair jaar niet langer deel uitmaken van de quaestuur Activiteiten Interparlementaire Unie (IPU) Sinds mijn herverkiezing in 2010, ben ik ook toegetreden tot de Belgische Groep van de IPU (Interparlementaire Unie). Via bilaterale secties (vriendschapsgroepen) onderhouden we nauwe contacten met buitenlandse parlementen en met de diplomatieke vertegenwoordiging van de landen in kwestie in Brussel. 11

12 Zelf ben ik voorzitter van de regionale groep IPU Afrika, dat 16 bilaterale secties omhelst. Ik ben tevens voorzitter van de sectie IPU Jemen en ondervoorzitter van de sectie IPU Rwanda. In dit kader had ik dit jaar een ontmoeting met een delegatie uit Jemen en Rwanda. Ook had ik het afgelopen jaar een delegatie uit Somaliland, met o.a. Edna Adan op bezoek Palfijnfractie Netwerkevent Gezien de versnippering van de beleidsdomeinen die te maken hebben met de gezondheidszorg van de Vlamingen is het niet altijd eenvoudig om te zien waar collega s in de andere parlementen met bezig zijn op het vlak van gezondheidszorg. Via het oprichten van de fractie gezondheidszorg trachtte ik alle mandatarissen bezig met dit beleidsdomein bij elkaar te brengen om op een open manier te discussiëren over hangende of nieuwe De leden van de Palfijnfractie initiatieven van onze of andere partijen. Intussen werd dit wekelijks overleg de Palfijnfractie gedoopt. De Palfijnfractie brengt steeds interessante invalshoeken met zich mee. Orgaandonatie was een eerste dossier dat tot stand kwam in samenwerking met de studiedienst. Dit dossier vond uiteindelijk zijn weg naar het parlement in drie concrete wetsvoorstellen. Een tweede en derde dossier volop in ontwikkeling is Discreet Bevallen en Draagmoederschap van de hand van senator en gynaecologe Elke Sleurs. Op tijd en stond werd een update gegeven via de fractie gezondheidszorg aan de andere parlementairen. Nieuwe invalshoeken en ideeën werden gegeven. Het dossier Discreet Bevallen kent een bijzonder rijke inhoud, passeerde reeds het partijbestuur en werd intussen ook als wetsvoorstel ingediend. Dit wordt dus een van de prioriteiten voor het volgende parlementaire jaar. Ook de thuisverplegingssector kreeg aandacht via een dossier opgesteld door vooramalig Kamerlid Manu Beuselinck en diens medewerker. Voornamelijk de zelfstandige thuisverpleging moet gelijke rechten bekomen inzake accreditatie, opleiding enz. Reinilde Van Moer bestudeerde het dossier van de Interculturele Bemiddelaars. Voor dit dossier bleek het parlementsoverschrijdende karakter van de fractie zijn nut te bewijzen aangezien deze problematiek het federale niveau overstijgt en ook ingrepen vereist in het Vlaamse domein. Zoals gezegd, was één van de belangrijkste dossiers die we het het afgelopen jaar behandelenden in de Palfijngroep, dat van de alternatieve geneeskunde. Voor het dossier omtrent de taalvereisten van buitenlandse gezondheidswerkers rekenden we op onze Europese collega s Frieda Brepoels en sinds dit jaar Mark Demesmaeker. Europese richtlijn 2005/36 inzake de erkenning van beroepskwalificaties wordt herzien en 12

13 daarbij willen wij dat er bijzondere aandacht komt voor taalvereisten voor gezondheidswerkers. Juist en correcte communicatie is namelijk noodzakelijk bij het behandelen van een patiënt. Andere belangrijke dossiers die we op Europees vlak trachten te beïnvloeden zijn die inzake de herziening van de tabaksricdhtlijn; medische hulpmiddelen; en grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid. Bij de gezamenlijke bespreking van deze dossiers is de bijdrage van onze fractiemedewerkers en studiedienst onontbeerlijk. Alle leden van de Palfijngroep krijgen ook onnoemelijk veel vragen en uitnodigingen tot een gesprek vanuit het werkveld zelf. Na een eerste netwerkevenement in 2012, organiseerden we daarom dit jaar een echt werkevenement. Hierbij konden alle ingeschreven zorgverstrekkers (kinesitherapeuten, artsen, tandartsen, verpleegkundigen, radiologen, enz.) ervaringen uitwisselen en aanbevelingen doen omtrent de organisatie van het eerste- en tweedelijns gezondheidsbeleid aan onze parlementairen. De onlogische indeling van bevoegdheden in de gezondheidszorg was een van de belangrijke thema s, maar ook specifieke knelpunten zoals drugs, problemen in woonzorgcentra, optimalisatie van de organisatie in ziekenhuizen, contingentering, radiologie, psychologisch consult, verpleegkundige taken en informatisering kwamen aan bod. Senator Louis Ide in overleg met enkele deelnemers op het werkevenement van de Palfijngroep 13

14 3. Overige activiteiten 3.1. Ebbenhouten spoor Sinds het begin van mijn senatorschap, heb ik het initiatief genomen om elk jaar de Ebbenhouten Spoor uit te reiken. Doel van deze prijsuitreiking is om een nieuwe Vlaming in de bloemetjes te zetten. Het gaat dan telkens om iemand die door zijn doen en laten een bijdrage heeft geleverd aan Vlaanderen, het heeft verrijkt en zo een toonvoorbeeld is voor lotgenoten. Op deze manier willen we positieve voorbeelden van integratie extra in de verf zetten in de hoop dat deze personen andere nieuwe Vlamingen en Vlamingen in het algemeen inspireren om hetzelfde te bereiken of op zijn minst na te streven. Intussen hebben we deze prijs reeds kunnen uitreiken aan een indrukwekkend lijstje laureaten zoals Gilbert Nyantanyi, bokser Sugar Jackson, chirurg Nasser Nadjmi, atlete Svetlana Bolshakova en cardioloog Pedro Brugada. Het afgelopen jaar hebben we iemand uit de culturele wereld in de bloemetjes gezet, namelijk intendant van de Vlaamse opera, Aviel Cahn. Deze Zwitser kwam in 2009 aan het hoofd van de Vlaamse opera in Antwerpen en Gent. Hij werd daarmee de jongste intendant van Europa. De directeur wordt niet alleen gehuldigd omwille van zijn snelle integratie, hij spreekt nagenoeg accentloos Nederlands, maar ook voor de nieuwe wind die hij door de opera laat waaien. Hij verlaagde de drempel en doet er alles aan om nieuw publiek aan te boren. Ebbenhouten Spoor 2013 (v.l.n.r.: Bart De Wever Louis Ide Aviel Cahn Bénédict de Cerjat, Ambassadeur van Zwitserland te Brussel 14

15 3.2. Website (columns) Sinds drie jaar staat de webstek volledig op punt. De bedoeling is een mooi overzicht te geven van al mijn bezigheden. Je vind er artikels, dossiers, het integrale eerste boek, foto s van de verschillende activiteiten, gestelde vragen, voordrachten, toespraken en wetenschappelijk werk. De meest actuele informatie wordt weergegeven onder nieuws of blikvangers. De webstek telt gemiddeld genomen 655 unieke bezoekers per maand. Website Indien de agenda het toelaat, schrijf ik regelmatig een stukje voor mijn digitaal dagboek. Intussen voegde ik hier reeds 133 stukken aan toe. Ook probeer ik van tijd tot stond een opiniestuk te schrijven, die relatief vaak worden opgenomen door de pers. Het afgelopen jaar schreef ik vijf opiniestukken: Doodstraf op aanvraag komt dichterbij (o.a. verschenen in Tertio) Bepaalt de omtrek van je buik straks je verzekeringspremie? (o.a. verschenen in Artsenkrant) Fusie tussen de koepels van de openbare en christelijke zorginstellingen. Alsof Miecke van Hecke de baas wordt van het gemeenschapsonderwijs. (o.a. verschenen in De Morgen) De Conrad is goedkoper dan sommige ziekenhuizen! (o.a. verschenen in Artsenkrant) Bedelen (o.a. verschenen in Kerk en Leven) Is er een osteopaat in de zaal? (o.a. verschenen in Artsenkrant) Tevens wil de webstek ook dienst doen als een open forum voor belangrijke spelers in de gezondheidszorg. Zij krijgen vrij spel om hun visie op gezondheidszorg via een column uit de doeken te doen. Tot dusver kwamen volgende klinkende namen aan bod: Peter Degadt, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet Vlaanderen Philippe Vandekerckhove, gedelegeerd bestuurder van het Rode Kruis Vlaanderen Hendrik Verbrugge, oud-cd&v burgemeester Alken en nefroloog in het Sint-Trudo Ziekenhuis Frank Robben, administrateur-generaal bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Geert Verrijken, hoofdredacteur de Specialisten Lieven Annemans, hoogleraar gezondheidseconomie en senior fellow bij Itinera Renaat Peleman, hoofdarts UZ Gent Guy Peeters, voorzitter Socialistisch Ziekenfonds Jürgen Constandt, algemeen directeur van het Vlaams en Neutraal Ziekenfonds Intussen werd ik het afgelopen jaar ook actief op twitter. Je kan mij volgen op twitter.com/louis_ide 15

16 3.3. Allerlei: voordrachten ontmoetingen studies Ik hou ook regelmatig voordrachten voor serviceclubs, artsen, politieke partijen, enz. Ik doe dit kosteloos. Wel vraag ik steeds een vrijwillige bijdrage voor het IMPORE project in Rwanda, een project omtrent basisgezondheidszorg en opleidingsprogramma s. De voordrachten die ik het laatste jaar gaf, handelden voornamelijk over de onderhandelingen en over de Vlaamse gezondheidszorg en welke weg we hiermee Louis Ide op gespreksavond te Evergem opgaan en op zouden moeten gaan. Deze voordrachten zijn ook steeds een uitgelezen kans om de onderhandelingen extra te duiden. Maar de thema s gaan breder dan dat. Zo gaf ik aan de universiteit Gent voor de derde maal een gastcollege. Dit jaar was ik ook te gast als spreker op het symposium contingentering: zegen of vloek?, georganiseerd door het Vlaams Geneeskundigenverbond. Onder de aanwezigen bevond zich een schare van decanen, artsen, enz. Andere gastsprekers waren Prof. Dr. Bernard Himpens (voorzitter Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België), Prof. Dr. Renaat Peleman (hoofdarts UZ Gent) en Dr. Robrecht Vermeulen (voorzitter Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen). Hierna volgde ook een panelgesprek met o.a. Peter Degadt (voorzitter Zorgnet Vlaanderen), Prof. Dr. Joke Denekens (vice-rector UA), Prof. Dr. Alain Dupont (decaan faculteit Geneeskunde VUB) en Dr. Marc Moens (voorzitter BVAS). Mijn eigen uiteenzetting Contingentering: bepalende factor voor de gezondheidszorg handelde zowel over het aantal tandartsen, kinesitherapeuten en artsen als het aantal studenten in deze disciplines en de gevolgen hiervan. Het afgelopen jaar organiseerde ik, zoals eerder gezegd ook zelf het symposium: Evidence Based Medicine als richtlijn bij de beoordeling van (alternatieve) geneeswijzen, naar aanleiding van de hoorzittingen omtrent de erkenning van alternatieve geneeswijzen waarbij het me alsmaar duidelijker werddat blijkbaar niet iedereen weet wat Evidence Based Medicine nu eigenlijk is. 16

17 Hiernaast heb ik regelmatig ontmoetingen met diverse spelers: journalisten, mensen uit de Vlaamse Beweging, mensen uit de gezondheidssector, artsensyndicaten, verzekeringswereld, farmaceutische industrie, ziekenfondsen, politici, enz. Als arts mocht ik dit jaar dan weer gaan spreken voor de Pharma Executive Club (PEC) in de Club van Lotharingen. Dit is een gezamenlijk initiatief van ActuaMedica, de groep rond Artsenkrant, IMS en Quintiles, dat vier keer per jaar de ceo s van de Belgische farmabedrijven rond de tafel brengt voor een informeel debat met een opinion maker over de toekomst van de sector. Eind 2012 was het aan mij. Hierbij blikte ik terug op de onderhandelingen voor de federale regeringsvorming in 2011 en waar de sector zich alvast op moet voorbereiden indien N-VA in 2014 het mandaat van de kiezer krijgt: de decentralisering van de zorg. Naast mijn parlementaire werk, heb ik echter ook nog steeds mijn professionele bezigheid: de klinische biologie. Ook hieromtrent geef ik af en toe lezingen. Ik ben en blijf dan ook actief microbioloog en schrijf dan ook regelmatig wetenschappelijke artikels. Ik behoud mijn job omdat ik er van hou, om mijn wetenschappelijke kennis up to date te houden en om contact te blijven houden met de gezondheidszorgsector. Enkel door erin te staan blijf je beter op de hoogte. Ook ontvang ik nu reeds enkele jaren het Klein Seminarie Roeselare in de Senaat. Deze school houdt jaarlijks een project met eigen studenten en buitenlandse gaststudenten. Doel is dat deze jongeren ontdekken hoe democratie werkt. Daartoe creëren ze hun eigen politieke partij, met eigen maatschappelijke standpunten. Als slot Louis samen met de deelnemers van het project Building wordt er dan een echte plenaire vergadering Europe, georganiseerd door Klein Seminarie Roeselare gehouden in het halfrond van de Senaat waarbij ik als voorzitter alles in goede banen leid. 17

18 4. Media Sinds mijn senatorschap haalde ik al ruimschoots de pers. Als politicus wil je immers je visie en ideeën kenbaar maken. Ik werd bijzonder veel vermeld in de kranten, haalde al enkele malen de voorpagina, mocht regelmatig mijn zegje doen op radio 1 en werd ook uitgenodigd bij de Zevende Dag. Vooral in Artsenkrant en de Specialist kom ik veel aan bod. In de wetenschap dat dit geen dagbladen zijn maar respectievelijk wekelijks en tweewekelijks verschijnen, is de verschijningsratio in deze vakpers bijzonder hoog. De informatie die ik vergaarde via mijn politieke bezigheden gaven aanleiding tot een bijna wekelijkse publicatie. Deze vakbladen hebben enkel de artsen als doelgroep waardoor dit voor mijn politiek doelpubliek een bijzonder interessant medium is. Mijn verschijningen in de populaire pers zijn, hoewel minder frequent dan in de vakpers, toch bemoedigend. Zo haalde ik vaak De Morgen, De Standaard en zelfs een paar keren Knack. Toch dient gezegd dat gezondheidszorg niet het meest mediagenieke onderwerp is waardoor de aandacht soms minimaal is ondanks het belang van het onderwerp. Ook in de audiovisuele pers is dezelfde trend terug te vinden als bij de geschreven pers. De vakpers (Artsenkrant TV) vertoont de meeste interesse in mijn politieke werk. Louis Ide in de Zevende Dag: Debat met Marc Justaert (CM) inzake van de Vlaamse hospitalisatieverzekering 18

19 5. Lokaal werk 2012 was een belangrijk jaar voor N-VA. Gemeentepolitiek is een vak apart en vergt bijzonder veel inspanningen. Voor mij als nieuwe Zwalmenaar betekende dit het opbouwen van een compleet nieuwe afdeling. Tot voor kort vertoefde N-VA Zwalm onder de Zuid-Oost-Vlaamse koepel. Nu staat N-VA Zwalm op zichzelf. We trokken dan ook zelfstandig met een voltallige lijst naar kiezer en met een goed resultaat. Ikzelf werd samen met de nummer twee op de lijst, Gerda Van Den Bulcke, verkozen tot gemeenteraadslid. We kregen ook één ocmw-raadslid, Willy de Vleeschauwer. Te meer omdat de VU of N-VA nog nooit in de Zwalmse gemeenteraad heeft gezeteld, zijn dan we dan ook bijzonder tevreden met dit resultaat. De laatste jaren is er hard gewerkt geweest aan de uitbouw van de Zwalmse afdeling en ik mag gerust stellen dat het resultaat er mag zijn. Mede met de hulp van de overige leden van het bestuur bereikten we volgende resultaten: Twee gemeenteraadsleden en één ocmw-raadslid voor Programma gemeenteraadsverkiezingen 2012: Maandenlang heb ik naarstig gewerkt aan het programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober Het is uiteindelijk een lijvig document van niet minder dan 40 pagina s geworden. Het is de eerste keer dat een dergelijk inhoudelijk aanbod rechtstreeks aan alle Zwalmse kiezers werd gedaan. Het programma bevat een gedetailleerde analyse van de huidige situatie in Zwalm en onze toekomstvisie voor Zwalm: wat kan beter en vooral, hoe kan het concreet beter. Zo hielden we bij het uitschrijven van het programma ten allen tijde rekening met het kostenplaatje van onze voorstellen. Het programma werd integraal bedeeld over de 3576 bussen van Zwalm. 19

20 Ledenaantal en bestuursploeg: Ons ledenaantal heeft intussen de kaap van vijfenzeventig leden gehaald en onze bestuursploeg is al uitgebreid tot en met elf leden. Met een mix van deze mensen werd er in Zwalm voor het eerst met een zuivere N- VA lijst naar de kiezer gestapt. Zelf fungeerde ik als lijsttrekker. 8 huis-aan-huis-bladen: Februari 2011 bracht N-VA Zwalm haar eerste huis-aan-huis-blad uit. Intussen viel het zevende blad al in de bussen. Alle bladen worden bedeeld over de brievenbussen in Zwalm en worden gevuld met interessante artikels met een weerslag op de lokale politiek alsook verslagen en aankondigingen van activiteiten. Zwalmse enquête: In mei 2012 peilden we naar de mening en opinie van de inwoners via een grootschalige Zwalmse enquête Iedereen Burgemeester. Via deze gaven we de inwoners de kans om in de rol van de burgemeester te kruipen en om opmerkingen en suggesties te formuleren i.v.m. het gemeentebeleid. Website: Intussen staat onze eigen afdelingswebsite op punt. Op deze site vind je informatie over de bestuursleden en het programma terug. Ook persberichten en mediaberichten over N- VA Zwalm worden op deze site geplaatst. Verder dient deze site ook vooral om activiteiten aan te kondigen. De verschillende foto-albums illustreren onze toffe activiteiten. 4 lichtmiswandelingen: Deze activiteit is intussen een echte traditie geworden. Telkens wordt een prachtige wandeling doorheen het landelijke Zwalmse landschap voorbereid. Begin en eindpunt zijn telkens een lokaal Zwalms cafeetje. Onderweg wordt de innerlijke mens versterkt met een drankje en achteraf kan jong en oud genieten van enkele versnaperingen! 20

21 6 aperitiefgesprekken: Met deze zondagse bijeenkomsten trachten we een interessante spreker naar t Casino in Dikkele te lokken. In een gezellig en intiem decor krijgt de spreker een vrije tribune om zijn kennis van zaken uit de doeken te doen. Achteraf is er uiteraard plaats voor vragen allerhande. Intussen mochten we reeds de volgende sprekers ontvangen: N-VA ondervoorzitter Ben Weyts.; Gedelegeerd bestuurder van het Rode Kruis Vlaanderen Phillippe Vandekerckhove; Acteur en cultureel veldwerker Guy Van Sande; Dominee te Horebeke Tihamer Buzogany; Algemeen directeur bij het Vlaams en Neutraal Ziekenfonds Jürgen Constandt; en N-VA Kamerlid Sarah Smeyers 2 zomerse barbecues: Samen met N-VA Zottegem organiseerden we reeds tweemaal een barbecue ter ere van 11 juli. We mochten bij de laatste editie maar liefst 700 sympathisanten ontvangen voor een bijzonder lekker maaltijd. Ikzelf nam de tombola voor mijn rekening, de andere bestuursleden hielpen aan de toog of aan de ijskar. Dank aan alle medewerkers. Volgend jaar zal Zwalm volledig zelf de handen uit de mouwen steken en een echte Zwalmse barbecue organiseren. Grote prijs Senator Ide : Sinds 2012 reik ik tijdens Dikkele Koers de prijzen uit aan de eerste wielrenners van WAOD en toeristen die de eindmeet haalden. 1 spaghettifestijn: Dit jaar vond voor het eerst het spaghettifestijn van N-VA Zwalm plaats. Plaats van afspraak was De Zwaluw in Munkzwalm. Het festijn werd een groot succes. Niet minder dan 300 personen kwamen smullen van de spaghetti, waaronder een veertigtal kinderen die zich nadien konden laten schminken of konden deelnemen aan de kinderanimatie. Achteraf kon iedereen ook nog genieten van een huisbereide tiramisu! 21

22 6. Uitsmijters «De Wever is een paar maten te groot voor zijn partij, zijn partijgenoten vooral. Toegegeven, hier en daar loopt wel een talent rond, of op zijn minst een apart figuur. Jan Jambon heeft uitstekende contacten in de Vlaamse Volksbeweging. Louis Ide en Danny Pieters zijn geduchte specialisten in sociale zekerheid (en vooral de splitsing ervan).» (artikel De Morgen) «Louis Ide est un homme de très grandes qualités, mais qu il a des convictions fortes. Il veut régionaliser les soins de santé en nous ne sommes pas d accord.» (Laurette Onkelinx op Mediplanet TVG) «Meneer Ide zou deze vraag even goed kunnen beantwoorden als de minister zelf». (repliek van wijlen Berni Collas, MR, op mijn tussenkomst inzake de numerus clausus) «Een peiling naar de kiesintenties van de artsen uitgevoerd door Artsenkrant Le Journal du Médecin in de tweede helft van mei 2009, leverde in Vlaanderen ongewone resultaten op. Met 28,8 % van de artsen 30,2 % bij de huisartsen en 27,0 % bij de specialisten die zeggen op de Nieuw-Vlaamse Alliantie te zullen stemmen staat de N-VA afgetekend op kop. De actieve aanwezigheid van collega Louis IDE speelt ongetwijfeld mee in het fenomeen dat N-VA de oude rol van de Volksunie als Vlaamse "dokterspartij" overneemt. Dokter Vic ANCIAUX was VU-voorzitter van 1979 tot 1986.» (dr. Marc Moens in het VBS jaarverslag) «Louis Ide staat op de 34 ste plaats van machtigste personen in de Belgische gezondheidszorg» (Enquête van De Huisarts en Knack, afgenomen bij huisartsen en specialisten) «Het Riziv zag in dat er iets mis liep met de halfjaarlijkse audits die men sinds 2006 publiceert. Er schort iets aan de bronnen, zo luidt het. Mede door dokter Ide is onze frank gevallen. Het kan inderdaad een stuk transparanter. Wel wijst het Riziv erop dat de inhoud van de financiële audits wettelijk werd vastgelegd. Hoofddoel is een financiële analyse van de sector. Hoe zit het met de begroting en de evolutie van de uitgaven? Wat is de impact van beleidsmaatregelen? Regionale uitgavenverschillen zijn uiteraard ook interessant. Daarom zullen ze in de toekomst op een meer structurele manier aan bod komen.» (De RIZIV-administratie) «Aha, de terreur van de Senaat!» (Patrick Dewael bij het zien van Louis Ide in de koffiekamer van het parlement) 22