Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

Transcriptie

1 Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie Crebonummer: Niveau 4: 95294: Sport- en bewegingscoördinator/trainer-coach Kwalificatiedossier Sport en bewegen: 2014 Versie : 2014 id: v: Naam: Opleiding: Groep:

2 Inhoudsopgave Overzicht Algemene informatie De opdracht Uitwerking van de onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid Cesuur en waardering Beoordelingscriteria Beoordelingsinstructie Beoordelingsprotocollen Ontwikkeld in opdracht van CIOS Nederland in samenwerking met SB Achterban Deze proeve is ontwikkeld door een constructiegroep die bestaat uit: Ap te Winkel, Graafschap College, opleiding Sport en Bewegen Bert Geenen, Uitgeverij Angerenstein Gerald Oude Alink, ROC van Twente, opleiding Sport en Bewegen Jesus Hernandez, Nova college, CIOS Haarlem Joost Philipsen, Frieslandcollege, CIOS Heerenveen Koen Francissen, Rijn-IJssel, CIOS Arnhem Nels Rijvers, ROC Zeeland, CIOS Goes Breda Peter Opheij, Leeuwenborgh Opleidingen, CIOS Sittard- Venlo Bij de constructie zijn regelmatig vertegenwoordigers vanuit het werkveld geconsulteerd in de verschillende regio s van de opleidingen. Deze proeve is vastgesteld op basis van dekking, cesuur, transparantie, toetstechnische kwaliteit en beoordelingswijze door een vaststellingscommissie die bestaat uit: Albert Zeggelaar, Rijn-IJssel, CIOS Arnhem Bert Hamhuis, Landstede, afdeling Sport en Bewegen Erik Pijs, Uitgeverij Angerenstein Jan Johan Gerritsen, ROC Tilburg, afdeling Sport en Bewegen Jan Minkhorst, Academie voor Sportkader Joris Bouwmeister, VSG Lisanne Kopinga, ROC Eindhoven, afdeling Sport en Bewegen Michael van den Beld, Nationaal Platform Zwembaden NRZ Robert-Jan Janssen, Frieslandcollege, CIOS Heerenveen 2 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

3 Overzicht Crebonummer en 95294: Sport- en bewegingscoördinator/trainer-coach (niveau 4) kwalificatie Kwalificatiedossier 2014 Kwalificerende Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken beoordeling Naam kwalificerend Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie examen Te beoordelen werkprocessen 3.1 Stemt de werkzaamheden af 3.2 Past EHBSO en reanimatie toe 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit 3.5 Onderhoudt contacten met relevante personen en organisaties 3.6 Werkt aan deskundigheidbevordering en professionalisering van het beroep 3.7 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.8 Voert beleidsmatige taken uit 3.9 Evalueert de SB-werkzaamheden Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3

4 1 Algemene informatie Examen in de vorm van een portfolio met gesprek (criteriumgericht interview) De opleiding sport- en bewegingscoördinator ( niveau 4) is opgebouwd uit vijf kerntaken. Om het landelijk erkende MBO-diploma sport- en bewegingscoördinator te behalen, dien je onder andere deze vijf kerntaken te beheersen. Dit examen heeft betrekking op kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Het examen heeft de vorm van een portfolio en wordt afgesloten met een gesprek (criteriumgericht interview). In het portfolio verzamel je bewijslast waarmee je aantoont alle werkprocessen van kerntaak 3 te beheersen. In het afsluitende gesprek laat je zien dat je in staat bent gemaakte keuzes en verrichte werkzaamheden te verantwoorden. In paragraaf 6 vind je meer informatie over het gesprek. In dit examen laat je zien dat je een aantal organisatie- en professiegebonden taken uit kunt voeren. Je kunt hierbij onder andere denken aan het verrichten van beheer- en onderhoudswerkzaamheden, een bijdrage leveren aan de verkoop of verhuur van producten en materialen, de rol van gastheer vervullen, balie- of loketwerkzaamheden uitvoeren, het onderhouden van contacten en werken aan deskundigheidsbevordering en kwaliteit. Kerntaken en werkprocessen De kerntaken zijn opgedeeld in belangrijke onderdelen. Deze onderdelen worden werkprocessen genoemd. Kerntaak 3 (Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken) bestaat uit de volgende werkprocessen: 3.1 Stemt de werkzaamheden af. 3.2 Past EHBSO en reanimatie toe 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken. 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit. 3.5 Onderhoudt contacten met relevante personen en organisaties. 3.6 Werkt aan deskundigheidbevordering en professionalisering van het beroep. 3.7 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. 3.8 Voert beleidsmatige taken uit. 3.9 Evalueert de SB-werkzaamheden. Om de kerntaak te behalen, moet je aantonen dat je alle werkprocessen van deze kerntaak bestaat beheerst. Dit betekent dat je op alle negen de werkprocessen afzonderlijk beoordeeld wordt. Uiteindelijk leiden deze negen beoordelingen tot een eindbeoordeling voor kerntaak 3. In paragraaf 4 tot en met 7 vind je hier meer informatie over. Werkprocessen en competenties Voor elk werkproces is beschreven wat het gewenste resultaat moet zijn. Je komt tot dit gewenste resultaat als je over bepaalde competenties beschikt. Zo dien je voor werkproces 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken te beschikken over onder andere de competenties Materialen en middelen inzetten, Formuleren en rapporteren en Instructies en procedures opvolgen. Je vindt de competenties die je moet laten zien terug in de beoordelingsprotocollen (paragraaf 7). 4 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

5 Onderdelen van het portfolio Aan elk werkproces is een opdracht gekoppeld. In totaal bestaat dit examen dan ook uit negen onderdelen. Afhankelijk van de aard van het werkproces en de opdracht wordt het onderdeel beoordeeld aan de hand van een schriftelijk verslag of aan de hand van een beoordeling van de uitvoering (praktijkbeoordeling). Werkproces 3.9 Evalueert de SB-werkzaamheden wordt getoetst in de vorm van een criteriumgericht interview. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 5

6 2 De opdracht De opdracht In dit portfolio moet je aantonen dat je alle werkprocessen van kerntaak 3 beheerst. Aan elk werkproces is dan ook een aparte opdracht gekoppeld. Bij elke opdracht wordt aangegeven binnen welke context deze uitgevoerd dient te worden. De opdrachten kunnen binnen de beroepspraktijkvorming (BPV) uitgevoerd worden, maar ook in een andere realistische beroepscontext. Overzicht van de opdrachten: Werkproces Opdracht 3.1 Stemt de werkzaamheden af Opdracht 1 Organiseer een activiteit waarbij sprake is van afstemming van werkzaamheden en begeleiding van medewerkers, vrijwilligers of stagiaires Zie bladzijde Past EHBSO en reanimatie toe Opdracht 2 Pas EHBSO en reanimatie toe Zie bladzijde Verricht beheer- en onderhoudstaken Opdracht 3 Verricht planmatig beheer- en onderhoudstaken Zie bladzijde Voert frontoffice-werkzaamheden uit Opdracht 4 Verricht frontoffice-werkzaamheden Zie bladzijde Onderhoudt contacten met relevante personen en organisaties 3.6 Werkt aan deskundigheidbevordering en professionalisering van het beroep 3.7 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Opdracht 5 Neem deel aan overleg en werk samen met externe relaties Zie bladzijde 11 Opdracht 6 Werk gericht aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep Zie bladzijde 11 Opdracht 7 Lever een bijdrage aan kwaliteitszorg Zie bladzijde Voert beleidsmatige taken uit Opdracht 8 Voer beleidsmatige taken uit Zie bladzijde Evalueert de SB-werkzaamheden Opdracht 9 Verantwoord en evalueer de uitgevoerde opdrachten in een gesprek (criteriumgericht interview) Zie bladzijde 14 6 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

7 Welke stappen dienen doorlopen te worden? Nadat je de opdrachten voor het portfolio van kerntaak 3 ontvangen hebt, doorloop je de volgende stappen. Stap Actie Week 1 De opleiding bepaalt de exacte periode waarover dit examen in de vorm van een 0 portfolio loopt en maakt inzichtelijk welke opdrachten wanneer uitgevoerd dienen te worden. De richtlijn is dat dit examen maximaal 16 weken duurt. 2 Je overlegt met de docent van de opleiding en de begeleider(s) vanuit de 3 stageverlenende instantie(s) welke opdracht je waar uit gaat voeren. Op basis van dit gesprek stel je een plan op waarin duidelijk wordt welke opdrachten je waar en wanneer uit gaat voeren. 3 Je voert de opdrachten volgens plan uit Je levert het complete portfolio (het verslag / bewijs van de uitgevoerde opdrachten 14 en beoordelingsprotocollen) in bij de beoordelaar vanuit de opleiding. 5 Binnen tien werkdagen na het inleveren van het complete portfolio vindt het criteriumgericht interview plaats. Het resultaat van dit examen wordt direct na afloop bekend gemaakt NB 1 NB 2 In de kolom Week staat de planning aangegeven. Aangezien sommige opleidingen bepaalde opdrachten eerder (EHBSO) of later in de opleiding plannen en het om min of meer op zichzelf staande opdrachten gaat, kan hier van afgeweken worden. Bij een aantal opleidingen wordt opdracht 8 (uitvoeren van beleidsmatige taken) later in de opleiding uitgevoerd en valt deze opdracht dus buiten het bestek van de 16 weken. Het resultaat van de Proeve van Bekwaamheid Het examen is voldoende als alle negen werkprocessen met een voldoende zijn beoordeeld. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 7

8 3 Uitwerking van de opdrachten van het portfolio Opdracht 1. Afstemming van werkzaamheden en begeleiding van medewerkers Deze opdracht heeft betrekking op werkproces 3.1. Stemt de werkzaamheden af. Organiseer een activiteit waarbij sprake is van afstemming van werkzaamheden en begeleiding van medewerkers, vrijwilligers of stagiaires. In het vervolg van deze opdracht spreken we over medewerkers, waartoe ook vrijwilligers en stagiaires gerekend worden. Toelichting Met het organiseren wordt bedoeld dat je de activiteit zowel moet voorbereiden als uitvoeren. De activiteit kan zowel een sportief als niet sportief karakter hebben. Als voorbeelden kun je denken aan een sponsorloop, een open dag, een rommelmarkt of aan een clinic/workshop. Uit de opdracht moet duidelijk worden dat je in staat bent om werkzaamheden van verschillende mensen op elkaar af kunt stemmen en dat je in staat bent deze medewerkers te begeleiden. De complexiteit van de activiteit De activiteit dient minimaal één dagdeel te duren. De complexiteit van de activiteit dient zodanig te zijn dat je beoordeelbaar bent op alle competenties van dit werkproces. Bovendien dient de complexiteit van de verschillende activiteiten vergelijkbaar te zijn, zodat de studenten in een vergelijkbare situatie beoordeeld worden. De complexiteit kan vastgesteld worden aan de hand van de volgende criteria: het aantal betrokken medewerkers; het aantal en de complexiteit van de deelnemers (doelgroep); de locatie (accommodatie, grootte, verspreiding); de aard van de activiteit (voorlichting, scholing, sponsoring, ledenwerving); het beschikbare budget. Bij deze opdracht moet je aantonen dat je de competenties die betrekking hebben op werkproces 3.1 beheerst: Begeleiden; Samenwerken en overleggen; Plannen en organiseren. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: afstemmen van de werkzaamheden met het begeleiden van (lerende) medewerkers, vrijwilligers of stagiaires; in overleg met collega s en overige betrokkene maken van een verdeling van de werkzaamheden; aangeven van prioriteiten; onderhouden van contact en begeleiden van de (lerende) medewerkers gedurende het hele traject. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 1 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 8 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

9 1 Een verslag van de voorbereiding van de activiteit waaruit duidelijk wordt hoe de werkzaamheden verdeeld en afgestemd zijn. Uit het verslag moet blijken dat de betrokkenen (medewerkers, vrijwilligers, stagiaires) gedurende het hele trajecten wisten wat ze moesten doen (wie doet wat en op welk moment?). 2 Het beoordelingsprotocol van de uitvoering. 3 Een kort evaluatieverslag van deze opdracht (wat ging er goed, wat ging er minder goed, wat zijn de aandachtspunten/leerpunten voor de volgende keer). Opdracht 2. Toepassen van EHBSO en reanimatie Deze opdracht heeft betrekking op werkproces 3.2. Past EHBSO en reanimatie toe. Bij deze opdracht dien je EHBSO en reanimatie toe te passen in een gesimuleerde situatie. De situatie waarin je dit moet laten zien kan verschillend zijn per opleiding. Bij een aantal opleidingen moet je laten zien dat je voldoet aan de eisen van het diploma Eerste Hulp (Het Oranje Kruis) of aan de eisen van Medic First Aid. Bij andere opleidingen moet je voldoen aan anderszins geformuleerde eisen. Bij deze opdracht moet je aantonen dat je de competenties die betrekking hebben op werkproces 3.2 beheerst: Vakdeskundigheid toepassen; Instructies en procedures opvolgen. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: volgens de geldende procedures en richtlijnen toepassen van EHBSO en reanimatie; contact maken met de persoon en informeren naar de klachten/verschijnselen; systematisch onderzoeken van de persoon en beslissen wat te doen; zo nodig inschakelen van hulp van omstanders; melden en rapporteren van het incident aan de verantwoordelijk functionaris. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? 1 Bewijsmateriaal dat je in staat bent tot het toepassen van EHBSO en reanimatie. Opdracht 3. Verricht planmatig beheer- en onderhoudstaken Deze opdracht heeft betrekking op werkproces 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken. Bij deze opdracht dien je planmatig beheer- en onderhoudstaken te verrichten. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om schoonmaakwerkzaamheden, verhelpen van kleine mankementen en het beheer van accommodatie, materialen en middelen. De opleiding bepaalt in overleg met jou de situatie waarin deze opdracht uitgevoerd dient te worden en stemt de opdracht hier op af. Indien de opdracht binnen een buitensportorganisatie uitgevoerd wordt, kunnen de werkzaamheden betrekking hebben op het beheer en onderhoud van onder andere mountainbikes, klimgordels en kanomateriaal. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je alle competenties van werkproces 3.3 beheerst: Formuleren en rapporteren; Vakdeskundigheid toepassen; Materialen en middelen inzetten; Instructies en procedures opvolgen. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 9

10 Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: verrichten van beheer- en onderhoudstaken; het planmatig verrichten van basisonderhoud zoals schoonmaakwerkzaamheden, het signaleren en verhelpen van kleine mankementen of het geven van opdracht hiertoe; uitvoeren van opruimwerkzaamheden en het toezien op het zorgvuldig, veilig en hygiënisch gebruik van materialen, middelen en accommodatie; op peil houden van de voorraad, controleren en registreren van de kwaliteit van materialen en middelen en het doorgeven van afwijkingen; informeren en rapporteren over de aanschaf van sport- en bewegingsmaterialen; informeren en rapporteren over een veilige, effectieve en efficiënte inrichting van de accommodatie. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 3 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Een verslag van de uitgevoerde beheer- en onderhoudstaken. 2 Het beoordelingsprotocol van de uitvoering. 3 Een kort evaluatieverslag van deze opdracht (wat ging er goed, wat ging er minder goed, wat zijn de aandachtspunten/leerpunten voor de volgende keer). Opdracht 4. Verricht frontoffice-werkzaamheden Deze opdracht heeft betrekking op werkproces 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit. Voor deze opdracht dien je correct frontoffice-werkzaamheden uit te voeren. Je kunt hierbij denken aan het uitvoeren van balie- en loketwerkzaamheden, kassawerk, verkoop of verhuur van producten en materialen, het vervullen van de rol van gastheer en afhandelen van klachten. De opleiding bepaalt in overleg met jou de situatie waarin deze opdracht uitgevoerd dient te worden en stemt de opdracht hier op af. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je alle competenties van werkproces 3.4 beheerst: Presenteren; Formuleren en rapporteren; Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten; Instructies en procedures opvolgen. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: uitvoeren van diverse front- en backofficewerkzaamheden; bekendmaken van SB-deelnemers met de organisatie; voorlichting geven aan ouders en/of begeleiders; geven van voorlichting en advies over producten en diensten van de SB-organisatie; leveren van een bijdrage aan de verkoop of verhuur van producten en materialen; vervullen van de rol van gastheer; registreren van klanttevredenheid; afhandelen van eventuele klachten of het doorverwijzen; verrichten van balie- of loketwerkzaamheden (bijvoorbeeld kassawerk); verrichten van administratieve werkzaamheden en het afhandelen van (wedstrijd)formaliteiten. 10 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

11 Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 4 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Een verslag van de uitgevoerde frontoffice-werkzaamheden. 2 Het beoordelingsprotocol van de uitvoering. 3 Een kort evaluatieverslag van deze opdracht (wat ging er goed, wat ging er minder goed, wat zijn de aandachtspunten/leerpunten voor de volgende keer). Opdracht 5. Deelnemen aan overleg en samenwerken met externe relaties Deze opdracht heeft betrekking op werkproces 3.5 Onderhoudt contacten met relevante personen en organisaties. Voor deze opdracht moet je bewijslast aanleveren dat je in staat bent tot onderhouden van (externe) contacten en kunt samenwerken met verschillende (externe) partijen. De opleiding bepaalt (eventueel in overleg met jou) de situatie waarin deze opdracht uitgevoerd dient te worden en stemt de opdracht hier op af. Wordt de opdracht uitgevoerd bij een sportvereniging dan kan het zijn dat je overleg hebt met sporttechnisch kader, met bestuurlijk kader, medisch kader (verzorger, fysiotherapeut) en sponsors. Je onderhoudt dan contact met andere sportverenigingen, de gemeente, de sponsors, de media, de betreffende sportbond of andere samenwerkingspartners. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je alle competenties van werkproces 3.5 beheerst: Samenwerken en overleggen; Relaties bouwen en netwerken; Overtuigen en beïnvloeden; Presenteren. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: onderhouden van contacten met relevante personen en externe organisaties; deelnemen aan overleg; samenwerken met specialisten, deskundigen en relevant partijen uit de branche; uitwisselen van kennis en informatie met andere bij de organisatie betrokken partijen; in de gaten houden van nieuwe commerciële mogelijkheden voor de SB-organisatie; het bespreken van deze mogelijkheden in het team en/of met de leidinggevende. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 5 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Verslag (onder andere notulen) van het overleg waar je aan deelgenomen hebt. 2 Verslag van de samenwerking met externe relaties. 3 Het beoordelingsprotocol van de uitvoering. 4 Een kort evaluatieverslag van deze opdracht (wat ging er goed, wat ging er minder goed, wat zijn de aandachtspunten/leerpunten voor de volgende keer). Opdracht 6. Werk gericht aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep Deze opdracht heeft betrekking werkproces 3.6 Werkt aan deskundigheidbevordering en professionalisering van het beroep. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 11

12 De bedoeling van deze opdracht is het aanleveren van bewijslast voor het werken aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep. Je moet aantonen dat je in staat bent tot het gericht ontwikkelen van je deskundigheid en professionaliteit. Hiertoe behoort ook het ontwikkelen van je visie. Het is de bedoeling dat je samen met je leidinggevende (BPV-begeleider of docent van de opleiding) een persoonlijk ontwikkelplan opstelt. Op basis hiervan bepaal je met je leidinggevende op welke manier je gaat werken aan je deskundigheidsbevordering. Je kunt hierbij denken aan het bijwonen van scholingsbijeenkomsten, excursies, symposia, het bestuderen van relevante vakliteratuur of het deelnemen aan een discussiegroep en/of intervisiegroep. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je de competentie van werkproces 3.6 beheerst: Vakdeskundigheid toepassen. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: werken aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep; lezen van vakliteratuur en het volgen van bijscholingen; toepassen van geleerde kennis en vaardigheden; vragen van feedback omtrent je eigen functioneren en geven van feedback aan anderen; opstellen en uitvoeren van een persoonlijk ontwikkelplan in overleg met de leidinggevende; deelnemen aan inhoudelijke discussies over het beroep en het leveren van een bijdrage aan visieontwikkeling; uitdragen van je visie op het beroep. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 6 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Het persoonlijk ontwikkelplan bestaande uit: een beschrijving van sterke en minder sterke punten; leervragen waaraan gewerkt gaat worden; concrete acties om de leervragen te beantwoorden. 2 Een verslag van de uitgevoerde acties en de mate waarin ze de leervragen beantwoord hebben. Hierbij kan het gaan om een verslag van de bijgewoonde scholingsbijeenkomsten of excursies, van de bestudeerde literatuur of van de discussie- of intervisie groepen waaraan je deel hebt genomen. 3 Het beoordelingsprotocol van deze opdracht. 4 Een evaluatieverslag van wat je van deze opdracht geleerd hebt. Opdracht 7. Lever een bijdrage aan kwaliteitszorg Deze opdracht heeft betrekking werkproces 3.7 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Voor deze opdracht moet je bewijslast verzamelen waardoor je laat zien dat je in staat bent tot het leveren van een bijdrage aan kwaliteitszorg. Dat kan bijvoorbeeld door te te participeren in een ontwikkel- of intervisiegroep of het systematisch bewaken van de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je de competentie van werkproces 3.7 beheerst: Instructies en procedures opvolgen. 12 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

13 Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door zijn kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten; systematisch bewaken van de kwaliteit van verrichte werkzaamheden en tijdig signaleren en rapporteren van knelpunten; werken met kwaliteitszorgsystemen. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 7 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Een beschrijving van de verrichte werkzaamheden en ondernomen acties gericht op het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. 2 Het beoordelingsprotocol van deze opdracht. 3 Een evaluatieverslag van wat je van deze opdracht geleerd hebt. Opdracht 8. Voer beleidsmatige taken uit Deze opdracht heeft betrekking werkproces 3.8 Voert beleidsmatige taken uit. Voor deze opdracht moet je bewijslast aanleveren dat je in staat bent beleidsmatige taken uit te voeren. De evaluatie komt naar voren bij opdracht 9. Het kan bij deze opdracht onder andere gaan om het signaleren van nieuwe mogelijkheden, trends en ontwikkelingen in de (sport)markt. Dit vormt de basis om te komen tot een nieuw of aangepast beleid of activiteitenaanbod. De opdracht kan eveneens betrekking hebben op het leveren van een bijdrage aan het beleid voor hygiëne, arbo, veiligheid, integriteit of kwaliteit van de betreffende organisatie. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je de competenties van werkproces 3.8 beheerst: Samenwerken en overleggen; Overtuigen en beïnvloeden; Ondernemend en commercieel handelen. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: leveren van een bijdrage aan het beleid voor hygiëne, arbo, veiligheid, integriteit en kwaliteit; signaleren van ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie, in de branche en in de samenleving; vertalen van deze ontwikkelingen naar nieuwe activiteiten en of beleid voor de organisatie; uitwerken van voorstellen; bespreekbaar maken van voorstellen met het team en/of leidinggevende. Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Voor opdracht 8 moet het volgende opgenomen worden in het portfolio: 1 Een verslag van de beleidsvoorbereiding en beleidsontwikkeling. 2 Een beschrijving van de uitgevoerde beleidsmatige taken. 3 Bewijs dat je het beleid uitgedragen hebt (zowel intern als extern). 4 Het beoordelingsprotocol van deze opdracht. 5 Een evaluatieverslag van wat je van deze opdracht geleerd hebt. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 13

14 Opdracht 9. Verantwoord en evalueer de uitgevoerde opdrachten in een gesprek (criteriumgericht interview) Deze opdracht heeft betrekking werkproces 3.9 Evalueert de SB-werkzaamheden. Verantwoord en evalueer de uitgevoerde opdrachten in een gesprek (criteriumgericht interview). Door deze opdracht moet je aantonen dat je de uitgevoerde sb-werkzaamheden kunt evalueren en in staat bent je handelen te verantwoorden. Het gesprek heeft de vorm van een criteriumgericht interview. Bij een criteriumgericht interview wordt beoordeeld of je gemaakte keuzes en uitgevoerde werkzaamheden kan verantwoorden en of je een vertaling (transfer) kan maken naar vergelijkbare situaties die relevant zijn voor het beroepsprofiel. Bij deze opdracht moet je laten zien dat je de competentie van werkproces 3.9 beheerst: Aandacht en begrip tonen; Formuleren en rapporteren. Je moet laten zien dat je in staat bent tot het: periodiek en aan het einde evalueren van zowel het proces als het resultaat van de verrichte SB-werkzaamheden; luisteren naar betrokkenen en reflecteren op eigen werkzaamheden; verzamelen van relevante gegevens voor de evaluatie; mondeling of schriftelijk (evaluatieverslag) evalueren en het bespreken van de resultaten (onder andere verbetervoorstellen) met betrokkenen; in overleg doorvoeren van gewenste veranderingen; Wat moet er in het portfolio worden opgenomen? Om toegelaten te worden tot het criterium gericht interview moet het complete portfolio ingeleverd zijn bij de beoordelaar vanuit de opleiding. 14 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

15 4 Cesuur en waardering De grens tussen voldoende en onvoldoende (cesuur) Je hebt het examen van kerntaak 3 behaald indien je alle negen werkprocessen met minimaal een voldoende hebt afgesloten. Je wordt dus op alle negen werkprocessen apart beoordeeld. Elk werkproces kent dan ook een eigen beoordelingsprotocol. Per werkproces is een grens vastgesteld die aangeeft of het werkproces voldoende of onvoldoende wordt beheerst. Deze grens wordt de cesuur genoemd. De cesuur (grens) tussen voldoende en onvoldoende ligt bij alle werkprocessen op 75%. In de beoordelingsprotocollen is aangegeven wanneer een werkproces behaald is. Van score naar cijfer (waardering) Deze Proeve van Bekwaamheid biedt de mogelijkheid om de eindscore om te zetten in een cijfer: Indien de PvB behaald is en de student dus alle negen werkprocessen voldoende heeft afgesloten, kan de eindscore volgens de tabel (bijlage 1) omgezet worden in een cijfer. Zo leidt een score van 72 tot het cijfer 5.5, een score van 86 tot het cijfer 7.5 en een score van 104 tot een 10. Indien het examen niet behaald is, kan het resultaat als volgt vertaald worden naar een cijfer: - 1 of 2 werkprocessen onvoldoende = 5.0; - 3 of 4 werkprocessen onvoldoende = 4.0; - 5 of 6 werkprocessen onvoldoende = 3.0; - 7 of 8 werkprocessen onvoldoende = 2.0; - 9 werkprocessen onvoldoende = 1.0. Werkproces 3.8 Voert beleidsmatige taken uit Bij een aantal opleidingen wordt deze opdracht (opdracht 8) later in de opleiding uitgevoerd. Om te voorkomen dat pas na het afronden van opdracht 8 het cijfer bepaald kan worden, kan de opleiding in het examenreglement opnemen dat deze opdracht behaald moet worden, maar niet meetelt voor het eindresultaat. Na het behalen van opdracht 8 kan de examencommissie het resultaat van kerntaak 3 vaststellen, maar hoeft het resultaat in het cijfersysteem niet aangepast te worden. In dit geval dient de omrekentabel in bijlage 2 gebruikt te worden. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 15

16 5 Beoordelingscriteria Je moet laten zien dat jij de werkprocessen van kerntaak 3 beheerst. Voor elk werkproces is beschreven wat het gewenste resultaat moet zijn (zie paragraaf 3 uitwerking van de onderdelen). Je komt tot dit gewenste resultaat als je over een bepaald aantal competenties beschikt. Zo dien je voor werkproces 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken te beschikken over onder andere de competenties Materialen en middelen inzetten, Formuleren en rapporteren en Instructies en procedures opvolgen. Je laat zien dat je over de vastgestelde competenties beschikt door te voldoen aan de zogenaamde prestatie indicatoren. Je laat zien dat je de competentie Materialen en middelen inzetten beheerst door onder andere deze materialen en middelen doelmatig, doeltreffend en zorgvuldig te gebruiken. Deze indicatoren zijn terug te vinden in het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7). Per werkproces is aangegeven op welke competenties je beoordeeld wordt. 16 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

17 6 Beoordelingsinstructie Overzicht van op welke manier de opdrachten (werkprocessen) beoordeeld worden Opdracht Verslag: beoordeling door opleiding Uitvoering: beoordeling door werkveld 1 Organiseren activiteit X X 2 EHBSO en reanimatie toepassen X 3 Beheer- en onderhoudstaken X X 4 Frontoffice-werkzaamheden X X 5 Deelnemen aan overleg, samenwerken met externen X Criteriumgericht interview Beoordeling door opleiding en/of werkveld 6 Deskundigheidsbevordering en professionalisering 7 Bijdrage leveren aan kwaliteistzorg X 8 Uitvoeren beleidsmatige taken X 9 Evalueren, verantwoorden X X X Beoordelingsinstructie van de opdrachten Algemene instructie geldig voor de beoordeling van de werkprocessen Onafhankelijkheid en het vier-ogen-principe De kracht van de beoordeling neemt toe indien er sprake is van een onafhankelijke beoordelaar en wanneer meerdere beoordelaars (vier-ogen-principe) jou beoordelen. Deze principes kunnen in elk onderdeel (planning, uitvoering en verantwoording) terugkomen, maar ook in een of meerdere onderdelen. Zo kan de uitvoering beoordeeld worden door een onafhankelijke beoordelaar en vindt het criteriumgericht interview plaats met twee beoordelaars. De concrete invulling en de verantwoording is de verantwoordelijkheid van de betreffende opleiding. Instructie Het is belangrijk dat de beoordelaar voor de afname het beoordelingsprotocol goed doorneemt, zodat de beoordelaar goed op de hoogte is van de onderdelen die beoordeeld moeten worden. Het verdient de voorkeur om tijdens de uitvoering te rapporteren hoe de werkzaamheden door de deelnemer worden uitgevoerd. Op basis van deze aantekeningen wordt dan het beoordelingsprotocol (uitvoeringsgedeelte van protocol) ingevuld. Vierpuntsschaal De beoordelingen gebeuren aan de hand van beoordelingsprotocollen (zie paragraaf 7) op basis van een vierpuntsschaal. Ter bepaling van de score (1, 2, 3 of 4) dient door de beoordelaars het onderstaand schema gebruikt te worden. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 17

18 Niveau van beheersing Niveau typering Niet beoordeelbaar Handelt / beschrijft / communiceert ONDER DE MAAT. Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Handelt / beschrijft / communiceert ZWAK. Behoeft kleine verbeteringen Handelt / beschrijft / communiceert meestal VOLDOENDE. Voldoet volledig Handelt / beschrijft / communiceert ADE- QUAAT. Handelt / beschrijft / communiceert niet adequaat op dit onderdeel. Handelt / beschrijft / communiceert niet binnen het toelaatbare van de kwaliteitseisen. Handelt / beschrijft / communiceert zoals van een beginnend beroepskracht verwacht wordt. Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie beter dan van een beginnend beroepskracht vereist is. Is niet zeker van zichzelf. Twijfelt erg. Is zeker van zichzelf. Is vastberaden en daadkrachtig. Schiet te kort op onderdelen. Zijn optreden is nauwelijks adequaat. Zijn optreden is meestal adequaat. Zijn optreden is naar verwachting en sterk. Er is niet / nauwelijks resultaat. Het resultaat is onbevredigend. Het resultaat voldoet aan de minimale eisen. Het resultaat stijgt boven de minimale eisen uit. slecht onvoldoende voldoende goed Opdracht 1 Organiseren van een activiteit waarbij sprake is van afstemming van werkzaamheden en begeleiding van medewerkers, vrijwilligers of stagiaires. De uitvoering van opdracht 1 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De verslaglegging van opdracht 1 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit de opleiding. Na beide beoordelingen vult de beoordelaar vanuit de opleiding de totaalscore in. Het protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. Opdracht 2 Toepassen van EHBSO en reanimatie. Bij een aantal opleidingen wordt gewerkt volgens de procedures van het diploma Eerste Hulp (Het Oranje Kruis) of volgens die van Medic First Aid. Hierbij is een onafhankelijke beoordeling door meerdere beoordelaars geborgd. In overige gevallen is het aan te bevelen de beoordeling eveneens plaats te laten vinden door twee beoordelaars. De diverse instanties gebruiken verschillende beoordelingsprotocollen. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de student al dan niet voldaan heeft aan de eisen. Aan het eind is het van belang de score en de uitslag over te nemen op het competentiegerichte beoordelingsprotocol van werkproces 3.2 conform het kwalificatiedossier (zie paragraaf 7). Dit dient als volgt te gebeuren: bij een onvoldoende beoordeling (O) dient de score 1 ingevuld te worden; bij een voldoende beoordeling (V) dient de score 4 ingevuld te worden. Opdracht 3 Verricht planmatig beheer- en onderhoudstaken. De uitvoering van opdracht 3 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De verslaglegging van opdracht 3 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit de opleiding. 18 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

19 Beide beoordelingen gebeuren aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na beide beoordelingen vult de beoordelaar vanuit de opleiding de totaalscore in. Het protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. Opdracht 4 Verricht frontoffice-werkzaamheden. De uitvoering van opdracht 4 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De verslaglegging van opdracht 4 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit de opleiding. Beide beoordelingen gebeuren aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na beide beoordelingen vult de beoordelaar vanuit de opleiding de totaalscore in. Het protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. Opdracht 5 Neem deel aan overleg en werk samen met externe relaties. De uitvoering van opdracht 5 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De beoordeling gebeurt aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na de beoordeling vult de beoordelaar de totaalscore in en wordt het beoordelingsprotocol ondertekend. Opdracht 6 Werk aan je deskundigheid en professionalisering van je beroep. De uitvoering van opdracht 6 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De verslaglegging van opdracht 6 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit de opleiding. Beide beoordelingen gebeuren aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na beide beoordelingen vult de beoordelaar vanuit de opleiding de totaalscore in. Het protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. Opdracht 7 Een bijdrage leveren aan kwaliteitszorg. De uitvoering van opdracht 7 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De beoordeling gebeurt aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na de beoordeling vult de beoordelaar de totaalscore in en wordt het beoordelingsprotocol ondertekend. Opdracht 8 Uitvoeren van beleidsmatige taken. De uitvoering van opdracht 8 wordt beoordeeld door een beoordelaar vanuit het werkveld. De beoordeling gebeurt aan de hand van een vierpuntsschaal, zoals uitgelegd aan het begin van deze paragraaf. Na de beoordeling vult de beoordelaar de totaalscore in en wordt het beoordelingsprotocol ondertekend. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 19

20 Opdracht 9 Verantwoord en evalueer de uitgevoerde opdrachten in een gesprek (criteriumgericht interview). Om toegelaten te worden tot het criterium gericht interview moet het complete portfolio ingeleverd zijn bij de beoordelaar vanuit de opleiding. Het criteriumgericht interview wordt beoordeeld door bij voorkeur twee beoordelaars. Bij het verantwoordingsgesprek wordt beoordeeld of jij in staat bent de verrichte werkzaamheden te evalueren en te verantwoorden. Bovendien wordt beoordeeld of jij in staat bent een vertaling (transfer) te maken naar vergelijkbare situaties. Instructie Het is belangrijk dat de beoordelaar voor de afname het beoordelingsprotocol (zie paragraaf 7) goed doorneemt, zodat de beoordelaar goed op de hoogte is van de onderdelen die beoordeeld moeten worden. Het verdient de voorkeur om tijdens het gesprek nauwkeurig te rapporteren wat letterlijk gezegd wordt door de deelnemer. Dit kan gebeuren aan de hand van de bijlage STAR(R)T-rapportage. Op basis van deze aantekeningen wordt dan het beoordelingsprotocol door de beoordelaars onafhankelijk van elkaar ingevuld. Hierbij is het belangrijk dat de beoordelaars tussentijds geen overleg met elkaar hebben. Vervolgens vindt er overleg plaats tussen de twee beoordelaars en komt men tot één beoordeling van de uitvoering. Het protocol dient door beide beoordelaars ondertekend te worden. STAR(R)T-methode Bij voorkeur dienen de beoordelaars gebruik te maken van de STAR(R)T-methode. De letters staan voor de fases waaruit het beoordelingsgesprek is opgebouwd in deze methode. Eerst wordt de Situatie verkend, vervolgens de Taken van de student, dan de Acties en de Resultaten van die acties. Daarna worden eventueel de Reflectie en de Transfer besproken. Onvoldoende beoordeling Indien je een of meer opdrachten (werkprocessen) onvoldoende hebt gescoord, is het examen niet behaald en dien je te herkansen. Afhankelijk van de onvolkomenheden in de opdracht(en) bepaalt de opleiding, eventueel in overleg met het werkveld, wat de nieuwe/gewijzigde opdracht wordt. Ook kan de opleiding aangeven op welke manier je aanvullende bewijslast moet leveren om aan te tonen dat je (het) onvoldoende gescoorde werkproces(sen) wel beheerst. Dit geldt ook voor opdracht 9 (criteriumgericht interview). Afhankelijk van de aard van de gebreken tijdens dit gesprek bepaalt de opleiding op welke manier je aanvullende bewijslast moet leveren om aan te tonen dat je wel bewust bekwaam bent. 20 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

21 7 Beoordelingsprotocollen 1 Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces Beoordelingsprotocol werkproces 3.9 Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 21

22 1. Beoordelingsprotocol werkproces 3.1 Stemt de werkzaamheden af Opdracht 1. Organiseer een activiteit waarbij sprake is van afstemming van werkzaamheden en begeleiding Datum: Gewenst resultaat De medewerkers, vrijwilligers en stagiaires zijn gemotiveerd, ze voelen zich gewaardeerd, weten wat er van hen wordt verwacht gedurende het gehele uitvoeringstraject en krijgen passende begeleiding van de trainer-coach. Bijzonderheden: Naam deelnemer: Naam beoordelaar: Handtekening beoordelaar : Beoordeling: Beoordeling aan de hand van het verslag 1 Plannen en organiseren heeft de te verrichten werkzaamheden in kaart gebracht heeft de werkverdeling helder in kaart gebracht, zodat het gedurende de uitvoering duidelijk is wie, wat, wanneer moet doen heeft heldere (werk)instructies geformuleerd heeft werkoverleg (briefing) gepland en uitgevoerd Beoordeling tijdens de uitvoering 2 Begeleiden geeft tijdig juiste en relevante informatie zorgt dat instructies en aanwijzingen door de vrijwilligers/medewerkers begrepen en uitgevoerd worden enthousiasmeert en motiveert de vrijwilligers/medewerkers heeft zijn begeleidingswijze afgestemd op de individuele vrijwilliger/medewerker 3 Samenwerken en overleggen stemt met de vrijwilligers/medewerkers af wat ieders taak en verantwoordelijkheid is stimuleert eigen inbreng toont waardering voor de vrijwilligers/ medewerkers overlegt regelmatig met vrijwilligers/ medewerkers laat zien dat uit de wijze waarop de vrijwilligers/ medewerkers hun taken verrichten, blijkt dat ze weten wat ze moeten doen Om werkproces 3.1 te behalen, moet je voldoen aan de volgende eis: 1 Voor alle drie de competenties moet de score 3 of 4 behaald worden. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom opmerkingen worden gebruikt. Eindoordeel werkproces 3.1 Stemt de werkzaamheden af NB Neem het eindoordeel over op het document eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid Totaalscore werkproces 3.1 Stemt de werkzaamheden af Behaald Niet behaald 22 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

23 2. Beoordelingsprotocol werkproces 3.2 Past EHBSO en reanimatie toe Opdracht 2. Pas EHBSO en reanimatie toe Datum: Gewenst resultaat De trainer-coach heeft volgens geldende procedures en richtlijnen de juiste hulpverlening op een efficiënte wijze geboden aan de SBdeelnemer/betrokkene. Bijzonderheden: Naam deelnemer: Naam beoordelaar : Handtekening beoordelaar : Beoordeling: Beoordeling tijdens de uitvoering 1 Vakdeskundigheid toepassen schat de situatie juist in en beslist wat te doen voert de hulpverlening vakkundig uit, zodat de hulpverlening doelmatig en efficiënt is 2 Instructies en procedures opvolgen houdt zich bij de hulpverlening aan voorgeschreven procedures, zodat de betrokkene de juiste hulpverlening krijgt past EHBSO volgens de richtlijnen toe past reanimatie volgens de richtlijnen toe Om werkproces 3.2 te behalen, moet je voldoen aan de volgende eis: 1 Voor alle twee de competenties moet de score 3 of 4 behaald worden. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom opmerkingen worden gebruikt. Eindoordeel werkproces 3.2 Past EHBSO en reanimatie toe NB Neem het eindoordeel over op het document eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid Totaalscore werkproces 3.2 Past EHBSO en reanimatie toe Behaald Niet behaald Let op: De diverse instanties gebruiken verschillende beoordelingsprotocollen. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de student al dan niet voldaan heeft aan de eisen. Aan het eind is het van belang de score en de uitslag over te nemen op bovenstaand protocol. Dit dient als volgt te gebeuren: bij een onvoldoende beoordeling (O) dient de score 1 ingevuld te worden; bij een voldoende beoordeling (V) dient de score 4 ingevuld te worden. Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 23

24 3. Beoordelingsprotocol werkproces 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken Opdracht 3. Verricht planmatig beheer- en onderhoudstaken Datum: Naam deelnemer: Gewenst resultaat De beheer- en onderhoudstaken zijn volgens plan vakkundig, efficiënt en zorgvuldig uitgevoerd. Middelen, materialen en accommodatie zijn klaar voor goed, efficiënt en veilig gebruik en de eindverantwoordelijke is op de hoogte van de verrichte werkzaamheden en weet welke materialen en middelen zijn aangeschaft of eventueel aangeschaft moeten worden. Bijzonderheden: Naam beoordelaar : Handtekening beoordelaar : Beoordeling van het verslag Beoordeling: 1 Formuleren en rapporteren rapporteert correct en volledig aan eindverantwoordelijke over de aanschaf van materialen en middelen. rapporteert correct en volledig aan eindverantwoordelijke over de verrichte werkzaamheden 2 Vakdeskundigheid toepassen beschrijft welke controles periodiek uitgevoerd dienen te worden beschrijft veel voorkomende reparaties beschrijft het onderhoudsplan en schoonmaakplan van materialen en accommodatie vanuit het oogpunt van veiligheid en hygiëne Beoordeling tijdens de uitvoering 3 Vakdeskundigheid toepassen voert reparaties goed, efficiënt en veilig uit voert onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden correct uit, zodat materialen en middelen efficiënt en veilig gebruikt kunnen worden 4 Materialen en middelen inzetten gebruikt bij beheer- en onderhoudstaken gereedschappen en middelen efficiënt en effectief. gebruikt gereedschappen en middelen op een duurzame, spaarzame manier, verspilling wordt voorkomen. 5 Instructies en procedures opvolgen werkt conform het beheer- en onderhoudsplan van de organisatie houdt zich aan de veiligheidsvoorschriften en voorkomt dat zijn veiligheid en die van anderen in gevaar komt voert de werkzaamheden planmatig uit 24 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

25 Om werkproces 3.3 te behalen, moet je voldoen aan de volgende eis: 1 Voor minimaal vier van de vijf competenties moet de score 3 of 4 behaald worden. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom opmerkingen worden gebruikt. Eindoordeel werkproces 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken NB Neem het eindoordeel over op het document eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid Totaalscore werkproces Behaald 3.3 Verricht beheer- en onderhoudstaken Niet behaald Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 25

26 4. Beoordelingsprotocol werkproces 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit Opdracht 4. Verricht frontoffice-werkzaamheden Datum: Naam deelnemer: Gewenst resultaat De SB-deelnemers voelen zich welkom in de SBorganisatie, zij worden juist en volledig geïnformeerd en zijn tevreden over de benadering. De administratie is op orde en formaliteiten zijn afgehandeld. Bijzonderheden: Naam beoordelaar: Handtekening beoordelaar : Beoordeling van het verslag Beoordeling: 1 Formuleren en rapporteren registreert relevante gegevens nauwkeurig en volledig heeft zijn administratieve gegevens, formaliteiten en eventueel kassawerk op orde Beoordeling tijdens de uitvoering 2 Presenteren presenteert zich als ter zake kundig presenteert zich representatief voor de organisatie heeft een zelfverzekerde houding heeft klanten die tevreden ogen over zijn benadering 3 Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten staat SB-deelnemers correct te woord en vraagt naar hun wensen en verwachtingen heet mensen welkom, toont zich klantvriendelijk, respectvol attendeert en informeert SB-deelnemers correct over producten en diensten handelt eventuele klachten correct af 4 Instructies en procedures opvolgen houdt zich aan de voorgeschreven (werk)procedures houdt zich aan de instructies vanuit de organisatie (leidinggevende) voert de werkzaamheden naar de wens van de organisatie (leidinggevende) uit Om werkproces 3.4 te behalen, moet je voldoen aan de volgende eis: 1 Voor minimaal drie van de vier competenties moet de score 3 of 4 behaald worden. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom opmerkingen worden gebruikt. 26 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie

27 Eindoordeel werkproces 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit NB Neem het eindoordeel over op het document eindbeoordeling Proeve van Bekwaamheid Totaalscore werkproces Behaald 3.4 Voert frontoffice-werkzaamheden uit Niet behaald Kwalificerende beoordeling kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 27

28 5. Beoordelingsprotocol werkproces 3.5 Onderhoudt contacten met relevante personen en organisaties Opdracht 5. Neem deel aan overleg en werk samen met externe relaties Datum: Gewenst resultaat De trainer-coach heeft een actieve inbreng in overleggen, externe samenwerkingsrelaties verlopen soepel, hij draagt een positief beeld uit van de SB-organisatie en maakt effectief gebruik van zijn netwerk. Bijzonderheden: Naam deelnemer: Naam beoordelaar : Handtekening beoordelaar : Beoordeling: Beoordeling tijdens de uitvoering 1 Samenwerken en overleggen schakelt tijdig de hulp in van deskundigen en specialisten deelt kennis, ervaringen en inzichten voldoende (kwalitatief en kwantitatief) met anderen werkt constructief en prettig samen met deskundigen 2 Relaties bouwen en netwerken investeert in het opbouwen van contacten reageert actief op (regionale) initiatieven en ontwikkelingen levert een bijdrage aan de samenwerking (in de BOS-driehoek) 3 Overtuigen en beïnvloeden komt actief met ideeën, standpunten en/of voorstellen verdedigt genomen beslissingen gebruikt steekhoudende argumenten in het overleg met externen heeft een actieve inbreng ((kwalitatief en kwantitatief) bij extern overleg 4 presenteren formuleert kernachtig richt zich op de hoofdpunten presenteert zich als ter zake kundig stemt de stijl van presenteren en communiceren af op het publiek met als resultaat dat hij een bijdrage levert aan (het verbeteren van) het imago van de SB-organisatie of bepaalde sporters Om werkproces 3.5 te behalen, moet je voldoen aan de volgende eis: 1 Voor minimaal drie van de vier competenties moet de score 3 of 4 behaald worden. Indien het werkproces als onvoldoende is beoordeeld, moet er sprake zijn van een degelijke onderbouwing. Hiervoor kan de rechterkolom opmerkingen worden gebruikt. 28 Kwalificerend portfolio Kerntaak 3 Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie