FORMULIER RAADSVRAGEN

Transcriptie

1 FORMULIER RAADSVRAGEN 11GRIF0342 Datum : Soort : RvO 37 (schriftelijk beantwoorden) Vragensteller : Paul Smink en Hilde Kaemingk (CDA) Onderwerp : alcoholverstrekking aan jongeren VRAAG Onlangs werd een tweetal jongeren tijdens het uitgaan per ambulance afgevoerd vanuit de Zeister Dorpsstraat. Beide jongeren hadden zich door drankgebruik in een dergelijk kennelijke staat gebracht dat medisch ingrijpen noodzakelijk was. Beide jongeren waren voorafgaand in cafe La Dada geweest. Enig omvragen leerde ons dat in ieder geval in die inrichting alcohol wordt verstrekt aan jongeren. 1) Is het College bekend met de schending van artikel 20, eerste en tweede lid van de Drank- en Horecawet? 2) Op welke wijze vindt handhaving van de Drank- en Horecawet plaats? 3) Ook in de Welkom in Zeist, mede vanuit de horecasector opgesteld, wordt aangedrongen op het naleven van de Drank- en Horecawet. Kan het College, mede naar aanleiding van deze, aangeven of ieder horecabedrijf kan instemmen met deze? 4) Heeft het College nagedacht over de mogelijkheid om, gelet op artikel 20 lid 6 van de Drank- en Horecawet, hogere leeftijden voor bepaalde horecagelegenheden in te stellen? ANTWOORD Alvorens in te gaan op de gestelde vragen attenderen wij erop dat wij, omdat het drinkgedrag van jongeren in Nederland zorgen baart, ook in Zeist beleidsmatig actief zijn op dit terrein via het lokale gezondheidsbeleid. In samenwerking met de GGD Midden Nederland worden diverse preventie activiteiten uitgevoerd gericht op bewustwording van de gevaren van (overmatig) alcoholgebruik op jonge leeftijd. In een achter deze beantwoording gevoegde bijlage treft u ter informatie een overzicht van de (uitgevoerde) activiteiten op dit vlak uit en aan. De aanpak van drankmisbruik door jongeren is een lastige problematiek, waarvoor in eerste instantie de jongeren zelf en zijn/haar directe omgeving (ouders, familie, vrienden) verantwoordelijk zijn. Vervolgens heeft de horeca een verantwoordelijkheid aangaande de naleving van de Drank- en Horecawet en tenslotte heeft de overheid (Voedsel en Waren Autoriteit. VWA-, gemeente, politie) een rol wat betreft handhaving bij geconstateerde misstanden binnen de horeca. In het verleden is een aantal keren opgetreden bij overtreding van de bepalingen. Er zijn echter geen recente voorvallen bekend waartegen

2 opgetreden kon worden. Onderstaand gaan wij daar aan de hand van de vragen nog nader op in. 1) Is het College bekend met de schending van artikel 20, eerste en tweede lid van de Drank- en Horecawet? Nee. Ten aanzien van deze locatie is dat gerelateerd aan de genoemde situatie (ook bij navraag bij de politie) niet bekend. Wel zijn er in augustus twee andere situaties (m.b.t. andere gelegenheden) door de politie gemeld die echter niet zijn te herleiden tot strafbaar/onverantwoord gedrag door horeca-ondernemers. In algemene zin: helaas wordt door de politie na het weekend soms melding gemaakt van vormen van overmatig drankgebruik door jongeren. Een patroon is dat een deel van de jongeren thuis of bij de sportvereniging indrinkt. Vervolgens gaat men in een van de horecagelegenheden (doorgaan in gebied Tweede Dorpsstraat dan wel Slotlaan/Steijnlaan) om verder te drinken. Er komt dan een moment dat een grens is overschreden. Hierin hebben velen een verantwoordelijkheid. De jongere zelf, de ouders, de sportvereniging, de horeca-ondernemer maar ook de gemeente (preventie/voorlichting en handhaving). Alcoholische drank mag worden verstrek aan jongeren vanaf 16 jaar; voor sterke drank is de grens 18 jaar. Horecabedrijven die zich niet houden aan de regels ingevolge de Drank en Horecawet krijgen een stevige boete van de Voedsel en Warenautoriteit. Tegen bedrijven die vaker dan wel stelselmatig boetes krijgen kan de gemeente een bestuurlijke maatregel nemen. Op dit moment is dat niet aan de orde. 2) Op welke wijze vindt handhaving van de Drank- en Horecawet plaats? Nu is dat voor wat betreft controle op schenken aan jongeren vooral een taak van de Voedsel en Waren Autoriteit. (VWA). Een aantal taken van de VWA wordt in de toekomst via een wijziging van de Drank en Horecawet overdragen aan de gemeenten, waarbij vanuit het Rijk ook financiering van die taak volgt. Zover is het echter nog niet. Naar verwachting treedt deze wetwijziging niet voor medio 2012 in werking en zullen ook de nadere details en de financiering bekend worden. Daarnaast heeft de politie een algemene opsporingstaak. Ten aanzien van het opsporen van delicten rond schenken aan minderjarigen heeft de politie niet het voortouw omdat de handelwijze van de VWA (undercover door jongere medewerkers) effectiever is en dus meer kans biedt op herkenning van strafbare feiten. 3) Ook in de Welkom in Zeist, mede vanuit de horecasector opgesteld, wordt aangedrongen op het naleven van de Drank- en Horecawet. Kan het College, mede naar aanleiding van deze, aangeven of ieder horecabedrijf kan instemmen met deze? De Welkom in Zeist is een van een zogenaamde kopgroep waarin onder andere enkele horecabedrijven vertegenwoordigd zijn geweest. De heeft echter nog geen instemming van alle horecabedrijven. Binnenkort nemen wij een besluit over het moment en de wijze waarin de aan de inspraak wordt vrijgegeven. Dan zullen ook andere horecabedrijven hun mening kunnen geven al dan niet verenigd in Koninklijke Horeca Nederland afdeling Zeist. 4) Heeft het College nagedacht over de mogelijkheid om, gelet op artikel 20 lid 6 van de Drank- en Horecawet, hogere leeftijden voor bepaalde horecagelegenheden in te stellen?

3 Die mogelijkheid is er; de gemeente kan krachtens lid 5 van de artikel 20 van de drank en Horecawet een Verordening vaststellen; tot op heden is dat niet gebeurd. Over deze bepaling is in de Tweede Kamer een discussie geweest. Moet landelijk een norm worden vastgesteld of moet dat aan gemeenten worden overgelaten? Voor dat laatste is gekozen. Wanneer de gemeente Zeist een hogere leeftijdsnorm zou opleggen, bijvoorbeeld 18 jaar dan kan het resultaat zijn dat veel jongeren elders buiten Zeist uitgaan. Onderzoek naar aanleiding van deze vraag leerde dat er in den lande maar enkele gemeenten zijn met een dergelijke verordening (waar aan de burgemeester een bevoegdheid wordt toegekend). Op dit moment zien wij in een hogere leeftijdsgrens meer nadelen dan voordelen. De nadelen zijn: * Jongeren zullen eerder naar andere gemeenten gaan, waar geen Verordening geldt, met gevaarzetting voor henzelf (verder reizen); * Ook een andere leeftijdsgrens vraagt controle en kan ontduiking aanmoedigen; * Past niet in de gedachte van eigen verantwoordelijkheid aan actoren in de samenleving/wens tot deregulering. In Bijlage 1 treft u de wettekst aan In Bijlage 2 treft u de activiteiten in en vanuit het gezondheidsbeleid aan.

4 Bijlage 1 In zijn met betrekking tot het preventie van alcoholgebruik onderstaande activiteiten uitgevoerd: Door de GGD is het preventieprogramma De Gezonde school en Genotmiddelen ingezet op basisscholen in Zeist. Dit preventieprogramma richt zich op het voorlichten en aanleren van vaardigheden bij leerlingen uit groep 7/8 van het basisonderwijs. Daarnaast wordt voorlichting gegeven aan ouders op ouderavonden, als een school daarvoor kiest. De inzet van het project De Gezonde school en Genotmiddelen wordt bekostigd uit het volksgezondheid plustakenbudget. Door Centrum Maliebaan is voorlichting gegeven op middelbare scholen. Centrum Maliebaan geeft uitvoering aan het digitale en fysieke informatiepunt B-Open, waar jongeren terecht kunnen voor informatie, advies en hulp met vragen en problemen omtrent middelengebruik. Ook jongeren uit Zeist kunnen terecht bij B- Open. Via Sportservice Zeist zijn barvrijwilligers bij sportorganisaties getraind door middel van de Instructie Verantwoord Alcoholgebruik (IVA). In worden de activiteiten uit gecontinueerd. In het uitvoeringsplan alcoholpreventiebeleid staan voor de volgende te ontwikkelen activiteiten benoemd: 1. Uniforme boodschap, slogan, logo 2. Oudercommissie/panel/community 3. Gezonde school een genotsmiddelen 4. Betrekken alcoholverstrekkers 5. Voorlichten trainen alcoholverstrekkers 6. Zichtbaar uitdragen alcoholbeleid alcoholverstrekkers 7. Stimuleren pre-mixen uit supermarkt 8. Specifiek alcoholbeleid opnemen in reglementen en structureel beleid 9. Intensivering toezicht 10. Handhaving opgenomen in alcoholbeleid 11. Versterken vroegsignalering 12. Versterken aanbod GGD en centrum Maliebaan 13. Stimuleren samenwerking politie en alcoholverstrekkers

5 z.o.z

6 Deze activiteiten worden ten uitvoer gebracht middels interventies/activiteiten die staan weergegeven in de onderstaande tabel. Strategie Interventies en activiteiten Budge t Het creëren van breed publiek draagvlak (1.1) De Gezonde school en Genotmiddelen (3, 12) Trainen barvrijwilligers sportverenigin gen (4,5) Pilot Verzetswijk ( 3)* (1,2,7) Uitvoer ende partij GGD Sportse rvice Zeist Diverse organis aties Plusta ken Prestati e- indicato r Aantal scholen Aantal cursuss en Aantal IVA Certific aten NVT Start activitei ten Evalua tie mome nt Het opstellen van een normenkader van regelgeving en beleid (1.2) Gedragsvera ndering door voegsignaleri ng en door toeleiden naar hulp (1.3) Beleids horecabeleid (10) Horecaconven ant (4,6,8, 10,13) B-Open (11, 12) Boete- of kanskaart (11) Gemee nte Politie, OM, gemeen te, KHN. Centru m Malieba an Bureau Halt Conven ant Handhaving inzetten om het effect van preventiebel eid te vergroten. (2.1) Stimuleren samenwerking politie en alcoholverstek kers (9,13) Politie, OM, gemeen te, KHN.

7 Bijlage 2 Hieronder ter informatie het nu geldende artikel 20 van de Drank en Horecawet Artikel 20 1.Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.2.het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van sterke drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. 3.Het is verboden in een slijtlokaliteit de aanwezigheid toe te laten van een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, anders dan onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder. 4.De vaststelling, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, blijft achterwege, indien het een persoon betreft die onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt. De vaststelling geschiedt aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht, dan wel een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen document. 5.Bij gemeentelijke verordening kan worden verboden dat in de gemeente of een bij de verordening aangewezen deel daarvan, in een horecalokaliteit van een bij de verordening aangewezen aard de aanwezigheid wordt toegelaten van personen beneden een bij die verordening te bepalen leeftijd welke echter niet hoger mag zijn dan 21 jaar. 6.Op plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, alsmede bij de toegang tot een slijtlokaliteit, dient duidelijk zichtbaar en goed leesbaar te worden aangegeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden. Onze Minister kan daaromtrent nadere regels stellen en modellen voorschrijven. 7.Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.

8