Amsterdamse Armoedemonitor

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Amsterdamse Armoedemonitor"

Transcriptie

1 DIENST WERK EN INKOMEN Amsterdamse Armoedemonitor nummer 9, augustus 2006 In opdracht van Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door Amsterdam, september 2006

2 Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting 5 Minimahuishoudens in Amsterdam 5 Instrumenten voor financiële ondersteuning 6 Instrumenten om het gebruik van voorzieningen te stimuleren 6 1 Minimahuishoudens in Amsterdam Inleiding Aantal minimahuishoudens Achtergrondkenmerken van huishoudens met een minimuminkomen Achtergrondkenmerken van personen met een minimuminkomen Verdeling minimahuishoudens over de stadsdelen Aantal langdurige minima Aantal minimahuishoudens met schulden Instroom en uitstroom van minima 27 2 Instrumenten voor financiële ondersteuning Huursubsidie Woonlastenfonds Bijzondere bijstand Plusvoorziening Langdurigheidstoeslag Knipkaart bijzondere bijstand Kwijtscheldingsregeling Dienst Belastingen gemeente Amsterdam Schuldhulpverlening Fonds Bijzondere Noden Stadspas Ziektekostenverzekering voor minima PC-Kids regeling School- en Reiskostenvergoeding Cumulatief gebruik van voorzieningen 66 3 Instrumenten om het gebruik van voorzieningen te stimuleren Formulierenbrigade Koppeling en vergelijking van bestanden 74 2

3 Voorwoord Amsterdam is een stad waar mensen hun talenten kunnen ontplooien en vooruit willen komen (het programakkoord spreekt van een emancipatiemachine ). Maar emancipatie en sociale mobiliteit zijn niet vanzelfsprekend. Mensen verdienen steun waar zij zich ontworstelen aan armoede en maatschappelijk isolement. Het Amsterdamse armoedebeleid wordt met het oog hierop vormgegeven. Het is dan ook bemoedigend vast te stellen dat het aantal Amsterdamse minimahuishoudens in 2005 ten opzichte van 2004 licht is gedaald. Uit deze monitor blijkt dat ook het aantal kinderen dat opgroeit in een minimumhuishouden is afgenomen, terwijl er in 2004 nog sprake was van groei. In 2005 is voor deze doelgroep de regeling school- en reiskosten ingevoerd. Deze is bedoeld om te investeren in de toekomst van deze jongeren door een deel van de schoolkosten of vervoerskosten naar school te vergoeden. In 2006 worden de vergoedingen voor schoolgaande kinderen aanzienlijk uitgebreid: ook kosten van het basisonderwijs en van culturele en sportieve activiteiten worden vergoed. De nieuwe regeling wordt aangeboden onder de naam Scholierenvergoeding. Zorgwekkend is dat het aantal langdurige minima opnieuw is gestegen. Onder huishoudens met een inkomen uit AOW of bijstand is het aantal langdurige minima het hoogst. Voor de ouderen onder hen is de Plusvoorziening 65+ in 2006 verhoogd en gelijkgetrokken met de langdurigheidstoeslag. Voor langdurige minima tussen de 23 en 65 jaar is in 2005 de knipkaart voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen ingevoerd. Deze is gericht op een vereenvoudiging en uitbreiding van het gebruik van bijzondere bijstand. Amsterdam wil dat alle Amsterdammers aan het werk zijn of op een andere manier maatschappelijk participeren. Daarom intensiveert de gemeente haar inspanningen om iedereen die aan de kant staat actief bij het maatschappelijk leven te betrekken. Daarnaast wordt het armoedebeleid voortdurend aangepast aan maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Om meer inwoners te kunnen ondersteunen bij het zich ontworstelen aan een uitzichtloze situatie is het toetsbedrag van het gemeentelijke armoedebeleid in 2006 opgehoogd. De inkomensgrens van minimahuishoudens is opgetrokken van 105 tot 110% van het Wettelijk Sociaal Minimum. Hiermee kunnen ook mensen met een bescheiden inkomen een beroep op de voorzieningen doen. Amsterdam blijft geld uittrekken om inwoners die (voorlopig) van een minimuminkomen moeten rondkomen een steuntje in de rug te bieden. A. Aboutaleb Wethouder Werk en Inkomen 3

4 4

5 Samenvatting Minimahuishoudens in Amsterdam In 2005 hebben Amsterdamse huishoudens een inkomen op of onder 105% van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM). Dit zijn er 1,1% minder dan in De daling is voor een deel veroorzaakt door een wijziging in de registratie van minimahuishoudens. In 2005 zagen ruim personen hun inkomen onder de minimumgrens zakken, terwijl eveneens ruim personen hun inkomen juist tot boven het minimum wisten te brengen. Hiermee is het aantal inkomenswijzigingen tot onder of boven 105% WSM in balans. Door inkomenswijzigingen nam in 2003 en 2004 het aantal minima nog toe met respectievelijk ruim en personen. Binnen de groep Amsterdamse minimahuishoudens zijn de volgende ontwikkelingen waar te nemen: Het aandeel langdurige minima neemt toe. In 2003 leefde 65% van de minimahuishoudens drie jaar of langer van een minimuminkomen. In 2005 gaat het om 72%. Onder de jongeren die in een minimumhuishouden opgroeien steeg het percentage langdurige minima in deze periode van 64% tot 71%. Steeds minder minimahuishoudens hebben een bijstandsuitkering. In 2005 nam het aantal minimahuishoudens met een bijstandsuitkering met (10%) af tot In dezelfde periode steeg het aantal minimahuishoudens met een ander inkomen dan de bijstand of AOW met (12%) tot Het aandeel minimahuishoudens met een schuld is in 2005 verder toegenomen tot 19%. In 2002 had 12% van de minimahuishoudens een schuld en in %. Onder Marokkaanse huishoudens is het aandeel minimahuishoudens in 2005 licht gestegen (+2,3%). Onder Surinaamse, Turkse en Zuid-Europese huishoudens bleef het aandeel minimahuishoudens ongeveer gelijk. Bij de Antilliaanse, Nederlandse en overige buitenlandse huishoudens nam het aandeel minima af met respectievelijk 1,9%, 2% en 2,1%. Onder de 65-plussers blijft het aandeel minimahuishoudens langzaam toenemen. In 2003 ging het om 25% van de ouderen en in 2005 om 26%. Onder de 18 tot 65-jarigen daalde het aandeel minimahuishoudens in 2005 licht, maar bleef door afrondingen op 17%. Het aantal personen in de Amsterdamse minimahuishoudens ( ) ligt in ,4% lager dan in Het aantal jongeren tot 18 jaar dat opgroeit in een minimahuishouden is iets minder sterk gedaald (0,6%). Van de ruim minimajongeren (28,4% van alle jongeren) is ruim een kwart Marokkaans (27%). Onder de etnische minderheden varieert het aandeel jongeren dat opgroeit in een 5

6 minimahuishouden van 32% onder de overige buitenlanders tot 46% onder de Marokkanen. Van de Nederlandse jongeren behoort 13% tot de minima. Onder eenoudergezinnen is het aandeel minimahuishoudens veruit het hoogst (39%). Bij alleenstaanden ligt dit percentage op 18%, bij de stellen met kinderen gaat het om 16% en van de stellen zonder kinderen hoort 10% tot de minima. Instrumenten voor financiële ondersteuning Voor Amsterdammers met een laag inkomen bestaan er diverse voorzieningen om hun financiële lasten te verlichten of hun inkomen te verhogen. In onderstaande tabel staat weergegeven hoeveel minima(huishoudens) gebruik maken van deze regelingen. Het gebruik van de Huursubsidie, kwijtscheldingsregeling voor de gemeentebelastingen, Langdurigheidstoeslag en het Fonds Bijzondere Noden is het afgelopen jaar toegenomen. Van het Woonlastenfonds, de Bijzondere bijstand en de Plusvoorziening 65+ werd juist minder vaak gebruik gemaakt. Het gebruik van de Huursubsidie is met 80% van de minimahuishoudens het grootst, gevolgd door de kwijtscheldingsregeling (68%) en de Stadspas (60%). Aantal minima(huishoudens) dat gebruik maakt van Armoedebestrijdingsvoorzieningen, eenheid aandeel minimahuishoudens met voorziening 2005 Huursubsidie huishoudens n.b % Bijzondere bijstand huishoudens % Kwijtscheldingsregeling personen % Woonlastenfonds huishoudens % Plusvoorziening 65+ huishoudens n.v.t. n.v.t % 65+-minima Langdurigheidstoeslag huishoudens n.v.t % Fonds Bijzondere Noden personen % Stadspas personen % Ziektekosten AV (plus) personen % personen in minimahuishoudens PC-Kids huishoudens n.v.t % gezinnen Leermiddelenvergoeding huishoudens n.v.t. n.v.t. n.v.t % gezinnen Reiskostenvergoeding huishoudens n.v.t. n.v.t. n.v.t % gezinnen Van de minimahuishoudens maakt 86% gebruik van minimaal één van de volgende voorzieningen: de Stadspas, de Plusvoorziening 65+ of de Langdurigheidstoeslag, het Woonlastenfonds, de kwijtscheldingsregeling en de Bijzondere bijstand. Het cumulatief gebruik van deze voorzieningen is in 2005 licht gedaald van 1,89 naar 1,85. Instrumenten om het gebruik van voorzieningen te stimuleren De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk minimahuishoudens gebruik maken van de inkomensvoorzieningen waar zij recht op hebben. Zo wordt er gebruik gemaakt van bestandskoppeling om doelgroepen van bepaalde regelingen gericht en pro-actief te kunnen benaderen. Mensen die moeite hebben met het invullen van aanvraagformulieren 6

7 kunnen terecht bij de Formulierenbrigade. In 2005 werden ruim Amsterdammers geholpen door de Formulierenbrigade. Dit is een stijging van 25% ten opzichte van

8 1 Minimahuishoudens in Amsterdam 1.1 Inleiding Het armoedebeleid van de gemeente Amsterdam richt zich op huishoudens met een inkomen tot 105% van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM). 1 Dit komt neer op een netto jaarinkomen van maximaal voor een alleenstaande. Voor een stel met of zonder kinderen ligt de grens bij Netto jaarinkomen tot 105% van het Wettelijk Sociaal Minimum voor personen tot 65 jaar, 2005 alleenstaande ,05 alleenstaande ouder ,06 gezin ,90 Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling en achtergrondkenmerken van de Amsterdamse minimahuishoudens. Hierbij is alleen rekening gehouden met zelfstandig wonende huishoudens. Studentenhuishoudens en minima die in instellingen of tehuizen wonen zijn buiten beschouwing gelaten. In paragraaf 1.4 wordt ingegaan op het aantal personen dat in een huishouden met een minimuminkomen leeft. 1.2 Aantal minimahuishoudens Het aantal minimahuishoudens 2 in Amsterdam ligt de laatste twee jaar rond de Dit houdt in dat bijna één op de vijf Amsterdamse huishoudens (18,1%) een inkomen op of onder 105% van het WSM heeft. In 2003 en 2004 nam het aantal minimahuishoudens nog toe met respectievelijk 2,6% en 5,2%. 1 Met ingang van 2006 wordt deze grens opgetrokken naar 110% WSM. 2 Bij de methode om vast te stellen of een huishouden tot de minima behoort is uitgegaan van voorzieningengebruik. Huishoudens met een laag inkomen die nooit een voorziening hebben aangevraagd blijven buiten beschouwing. 3 De lichte daling van het aantal minima in 2005 (1,1%) is mogelijk beïnvloed door een wijziging in de registratie. Sinds 2005 worden personen waarvan de bijstand tijdelijk is stopgezet niet meer automatisch tot de minima gerekend. Alleen wanneer deze personen gebruik maken van andere inkomensvoorzieningen waaruit blijkt dat hun inkomen onder 105% WSM ligt, worden zij als minima geregistreerd. 8

9 Tabel Amsterdamse huishoudens naar inkomen onder of boven 105% van het wettelijk sociaal minimum, minima bovenminima totaal aantal huishoudens aantal % aantal % aantal % , , , , bron: DIA, bewerking O+S 1.3 Achtergrondkenmerken van huishoudens met een minimuminkomen Aantal bijstandsgerechtigden verder gedaald Bijna de helft van de minimahuishoudens (46%) heeft als voornaamste bron van inkomen een bijstandsuitkering. In 2003 ging het nog om 54% en in 2004 om 50% van de minimahuishoudens. Het aantal bijstandsuitkeringen daalt de laatste twee jaar. In 2004 was de afname 3% en in 2005 nam het aantal bijstandsgerechtigden met 10% af tot Het aantal minimahuishoudens met als voornaamste inkomensbron de AOW stijgt de laatste jaren. In 2005 ging het om een kleine toename van 186 huishoudens (1,2%) tot In totaal ontvangt 22% van alle minimahuishoudens AOW. Een derde van de minimahuishoudens (32%) heeft een inkomen uit de categorie anders. Het gaat hierbij om inkomen uit werk of een andere uitkering dan bijstand of AOW. Sinds 2004 neemt deze groep sterk in grootte toe. Na een groei van 24% in 2004 nam hun aantal in 2005 met 12% toe tot Tabel Minimahuishoudens naar belangrijkste inkomensbron, bijstand AOW anders totaal bron: DIA, bewerking O+S Vier van de tien eenoudergezinnen hebben een minimuminkomen De verdeling van de minima over de verschillende type huishoudens is in 2005 ongeveer hetzelfde als in Ruim de helft van de minimahuishoudens (55%) betreft een alleenstaande, bij 20% van de gevallen gaat het om een eenoudergezin, 14% bestaat uit een gezin met meerdere volwassenen en kinderen en 11% van de minimahuishoudens is een stel zonder kinderen. Voor verschillende huishoudtypes geldt dat het aantal minimahuishoudens het afgelopen jaar licht is gedaald. 9

10 Tabel Minimahuishoudens naar huishoudtypen, meerpersoons meerpersoons alleenstaand eenouder zonder kinderen met kinderen totaal aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % , , , , , , , , , , , , , , , , bron: DIA, bewerking O+S De volgende figuur geeft weer hoeveel procent van de verschillende huishoudtypes in Amsterdam tot de minima wordt gerekend. Onder eenoudergezinnen is het aandeel minima met 39% veruit het hoogst, terwijl meerpersoonshuishoudens zonder kinderen het minst vaak van een inkomen op of onder het sociaal minimum leven (10%). Van de alleenstaanden in Amsterdam behoort 18% tot de minima en van de stellen met kinderen 16%. Figuur Huishoudtypes naar aandeel minima, % minimahuishoudens gemiddeld alleen eenouder gezin zonder kinderen gezin met kinderen bron: DIA, bewerking O+S 4 In 2004 is de samenstelling van de huishoudens op een andere wijze vastgesteld dan in de voorgaande edities van de Armoedemonitor. In deze tabel zijn de cijfers over 2002 en 2003 vergelijkbaar met die in latere jaren. 10

11 Ouderen horen relatief vaak tot minima Van de meeste minimahuishoudens (78%) heeft het oudste lid een leeftijd tussen 18 en 65 jaar en bij 22% is dit een 65-plusser. Er zijn slechts enkele zelfstandige minimahuishoudens in Amsterdam waarvan het oudste lid jonger dan 18 jaar is. Tabel Aantal minimahuishoudens naar leeftijd van het oudste lid van het huishouden, < 18 jaar 18 tot 65 jaar 65-plus Hoewel de meeste minima een leeftijd tussen 18 en 65 jaar hebben gaat het slechts om 17% van alle Amsterdammers in deze leeftijdscategorie. Onder 65-plussers ligt het aandeel minima met 26% flink hoger. Daarnaast is het de enige leeftijdscategorie waarbinnen het aantal minima toeneemt. Figuur % Aandeel minimahuishoudens per leeftijdscategorie van het oudste lid van het huishouden, 2003, 2004 en gemiddelde tot 18 jaar 18 tot 65 jaar 65 jaar en ouder bron: DIA, bewerking O+S Aantal Marokkaanse minimahuishoudens blijft langzaam toenemen In tabel zijn de minimahuishoudens ingedeeld aan de hand van de etnische achtergrond van het oudste lid van het huishouden. De drie grootste etnische groepen onder de minima zijn Nederlanders (40%), de verzamelgroep overige buitenlanders (22%) en Surinamers (15%). 11

12 In totaal is het aantal minimahuishoudens in 2005 met 1,1% afgenomen. Ook binnen de verschillende etnische groepen hebben er geen grote toe- of afnames van het aantal minimahuishoudens plaatsgevonden. Wel valt op dat alleen het aantal Marokkaanse minimahuishoudens enigszins is toegenomen (2,3%), terwijl bij de overige groepen het aantal minimahuishoudens min of meer gelijk is gebleven of licht is afgenomen. Tabel Minimahuishoudens naar etniciteit van de oudste bewoner, verandering aantal % aantal % aantal % t.o.v Surinamers , , ,9 - Antillianen / Arubanen , , ,5 -/- 1,9% Turken , , ,3 - Marokkanen , , ,7 + 2,3% Zuid-Europeanen , , ,2 - overige buitenlanders , , ,3 -/- 2,1% Nederlanders , , ,1 -/- 2,0% totaal /- 1,1% bron: DIA, bewerking O+S In de volgende figuur wordt per etnische groep weergegeven hoeveel procent van de huishoudens een inkomen op of onder het sociaal minimum heeft. Onder Marokkaanse huishoudens is dit aandeel met 36,4% het hoogst. Het is hiermee twee keer zo hoog als het Amsterdams gemiddelde (18,1%). Bijna alle etnische groepen laten een kleine daling zien in het aandeel minimahuishoudens, uiteenlopend van 0,1% onder Marokkaanse huishoudens tot 0,6% onder de restgroep overige buitenlanders. Alleen onder Surinaamse huishoudens is het aandeel minimahuishoudens het afgelopen jaar hetzelfde gebleven (30,6%) Aandeel minimahuishoudens per etnische groep, % gemiddeld Marokkanen Turken Surinamers Antillianen / Arubanen overige buitenlanders Zuid-Europeanen Nederlanders bron: DIA, bewerking O+S 12

13 1.4 Achtergrondkenmerken van personen met een minimuminkomen In de vorige paragrafen is steeds gesproken over de huishoudens in Amsterdam met een minimuminkomen. In deze paragraaf wordt gekeken op het niveau van personen. Eén op de vijf Amsterdammers heeft een minimuminkomen De minimahuishoudens in Amsterdam bestaan uit personen. Dit komt neer op 19,4% van de totale Amsterdamse bevolking. In vergelijking met 2004 is het aantal personen in minimahuishoudens met ruim tweeduizend (1,4%) afgenomen. Tabel Aantal en aandeel Amsterdamse minima, bevolking Amsterdam aantal minima aandeel minima ,4% ,6% ,7% ,4% bron: DIA, bewerking O+S In figuur staat weergegeven hoe de personen met een minimuminkomen in Amsterdam verdeeld zijn over de verschillende huishoudtypes, leeftijdscategorieën, etnische groepen en geslachten. De huidige verdeling lijkt sterk op die van een jaar geleden. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de verschillen tussen de verschillende groepen minima. 13

14 Figuur Overzicht Amsterdamse bevolking levend van minimuminkomen (aantal personen) alle personen in minimahuishoudens jonger dan 18 jaar % 18 tot 65 jaar % ouder dan 65 jaar % éénouder meerdere volwassenen alleen éénouder meerdere volwassenen, geen kinderen meerdere volwassenen, met kinderen alleen meerdere volwassenen, geen kinderen % % % % % % % % m: % v: % m: % v: % m: % v: % m: % v: % m: % v: % m: % v: % S: % A: 900 4% T: % M: % O: % N: % S: % A: 247 1% T: % M: % O: % N: % S: % A: 762 3% T: 910 3% M: % O: % N: % S: % A: 809 4% T: % M: % O: % N: % S: % A: 225 2% T: % M: % O: % N: % S: % A: 344 1% T: % M: % O: % N: % S: % A: 162 1% T: 152 1% M: 244 2% O: % N: % S: 451 9% A: 35 1% T: 403 8% M: % O: % N: % S = Surinaams A = Antilliaans T = Turks M = Marokkaans O = overige buitenlanders N = Nederlands m = mannen v = vrouwen bron: DIA, bewerking O+S Jongeren In Amsterdam groeien ruim jongeren tot 18 jaar op in een minimahuishouden. Dit is 28,4% van alle jongeren in de stad. Het aantal jongeren in een minimahuishouden is het afgelopen jaar met ruim gedaald (0,6%). In 2004 was er nog sprake van een stijging in het aantal Amsterdamse minimajongeren met 3,8%. 14

15 Tabel Amsterdamse jongeren in minimahuishoudens, totaal aantal jongeren tot 18 jaar aantal jongeren in minimahuishoudens aandeel jongeren in minimahuishoudens 28,5% 27,9% 29,0% 28,4% bron: DIA, bewerking O+S De meeste minimajongeren in Amsterdam (84%) zijn allochtoon. Ruim een kwart (27%) is van Marokkaanse afkomst en eveneens een kwart (24%) valt onder de categorie overige buitenlanders. Hierna vormen de Nederlandse en Surinaamse jongeren de twee grootste etnische groepen onder de minimajongeren (beide 16%). De lichte afname van het aantal minimajongeren is terug te zien bij alle etnische groepen. De afname is het sterkst onder de Surinaamse jongeren en de jongeren uit de overige landen en minder sterk bij de Turkse en Marokkaanse jongeren. Tabel Minimajongeren naar etniciteit, aantal % aantal % aantal % aantal % Surinaams , , , ,6 Antilliaans/Arubaans , , , ,9 Turks , , , ,9 Marokkaans , , , ,9 Zuid-Europees 737 1, , , ,6 overige buitenlanders , , , ,3 Nederlands , , , ,7 totaal bron: DIA, bewerking O+S In de volgende figuur staat per etnische groep weergegeven hoeveel procent van de jongeren opgroeit in een minimahuishouden. Het aandeel minimajongeren is het afgelopen jaar bij alle etnische groepen ongeveer gelijk gebleven. Voor alle etnische minderheden geldt dat het aandeel minimajongeren boven het stedelijk gemiddelde van 28,4% ligt. Onder Marokkaanse jongeren is het aandeel minimajongeren met 45,5% het hoogst. Dit percentage is meer dan drie keer zo hoog als onder Nederlandse jongeren (12,6%). 15

16 Figuur Aandeel minimajongeren per etnische groep, % gemiddelde Marokkanen Antillianen / Arubanen Turken Surinamers overige buitenlanders Nederlanders bron: DIA, bewerking O+S Terwijl van alle Amsterdamse jongeren 31% deel uitmaakt van een eenoudergezin, geldt dit voor ruim de helft van de minimajongeren (51%). Het gaat hierbij vooral om Nederlandse en Surinaamse jongeren en jongeren uit de categorie overige landen. Turkse en Marokkaanse minimajongeren komen in de meeste gevallen uit een gezin met twee ouders. Steeds meer langdurige minima onder jongeren Zeven van de tien minimajongeren (71%) leven al meer dan drie jaar op het sociaal minimum. Het aandeel langdurige minimajongeren neemt toe. In 2003 leefde 64% van de minimajongeren langer dan drie jaar in een minimahuishouden. Tabel Minimajongeren naar duur op minimuminkomen, tot 1 jaar 1 tot 3 jaar meer dan 3 jaar bron: DIA, bewerking O+S De volgende kaart laat zien waar in Amsterdam relatief veel of weinig minimajongeren wonen. De zeven wijken met de hoogste aandelen liggen verspreid in het noorden, westen en oosten van de stad. Het gaat om Nieuwendam-Noord, Volewijck, de Indische Buurt West, de Transvaalbuurt, Bijlmer Oost, de Kolenkitbuurt en Overtoomse Veld. 16

17 Figuur Aandeel minimajongeren per buurt t.o.v. het stedelijk gemiddelde (28,4%), 2005 Legenda veel minder dan gemiddeld minder dan gemiddeld meer dan gemiddeld veel meer dan gemiddeld bron: DIA, bewerking O+S 18 tot 65 jaar Zes van de tien minima in de stad (59%) zijn tussen de 18 en 65 jaar. In totaal heeft ruim één op de zes personen in deze leeftijdscategorie (16%) een inkomen op het sociaal minimum. De helft van hen (51%) woont in een huishouden met kinderen. Hiervan gaat in ruim de helft van de gevallen (55%) om een gezin met meerdere volwassenen en bijna de helft (45%) van de minimahuishoudens met kinderen zijn eenoudergezinnen. De minima tussen 18 en 65 jaar zonder kinderen zijn vaak alleenstaand (71%). Ouderen Eén op de acht minima (13%) is 65 jaar of ouder. Bijna een kwart van alle 65-plussers in Amsterdam (24%) behoort tot de minima. Zeven van de tien 65-plussers met een minimuminkomen (68%) zijn vrouwen. Vaak gaat het om alleenstaande vrouwen (52% van alle 65-plus minima). Het aandeel Nederlanders onder de oudere minima neemt langzaam af. In 2002 maakten zij nog tweederde uit van de minima van 65 jaar en ouder en in 2005 ligt dit percentage op 58%. Man/vrouw Onder vrouwen is het aandeel minima hoger (20,9%) dan onder mannen (17,8%). Het verschil tussen beide groepen, dat nu 3,1% bedraagt, neemt langzaam af. In 2002 ging het nog om 3,5%. Vrouwen horen vaker tot de minima doordat zijn zijn oververtegenwoordigd onder eenoudergezinnen en alleenstaande ouderen. 17

18 Tabel Minima naar mannen en vrouwen, totaal mannen vrouwen aantal % bevolking aantal % mannen aantal % vrouwen , , , , , , , , , , , ,9 bron: DIA, bewerking O+S 1.5 Verdeling minimahuishoudens over de stadsdelen In Zuidoost en Amsterdam-Noord wonen relatief veel minimahuishoudens. Gezamenlijk huisvesten deze stadsdelen bijna een kwart van alle minimahuishoudens in Amsterdam. Het totaal aantal minimahuishoudens in de stad nam het afgelopen jaar 1,1% af. Deze lichte afname zien we niet in alle stadsdelen terug. In Westerpark steeg het aantal minimahuishoudens het afgelopen jaar bijvoorbeeld met 2,3%. In andere stadsdelen is de daling in het aantal minimahuishoudens sterker dan gemiddeld. Dat is vooral het geval in Oud-West (-4,0%), maar ook in Oud-Zuid (-2,8%), Centrum (-2,6%), De Baarsjes (- 2,5%), Zuidoost (-2,4%) en ZuiderAmstel (-2,4%). Tabel Aantal huishoudens met een minimuminkomen per stadsdeel, verandering t.o.v Centrum ,6% Westpoort Westerpark ,3% Oud-West ,0% Zeeburg ,0% Bos en Lommer ,3% De Baarsjes ,5% Amsterdam-Noord ,8% Geuzenveld-Slotermeer ,5% Osdorp ,1% Slotervaart ,6% Zuidoost ,4% Oost/Watergraafsmeer ,1% Oud-Zuid ,8% ZuiderAmstel ,4% totaal ,1% bron: DIA, bewerking O+S In Bos en Lommer wonen relatief gezien de meeste minimahuishoudens (24,5%). Daarna volgen op korte afstand de stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer (24,3%) en Zuidoost (23,9%). ZuiderAmstel is het stadsdeel met het laagste aandeel minimahuishoudens (11,9%). 18

19 Figuur % Minimahuishoudens als percentage van alle huishoudens in het stadsdeel, 2002, 2004 en gemiddelde Bos en Lommer Geuzenveld-Slotermeer Zuidoost Westerpark Amsterdam-Noord De Baarsjes Zeeburg Oost/Watergraafsmeer Osdorp Slotervaart Oud-West Oud-Zuid Centrum ZuiderAmstel De volgende kaart geeft het aandeel minimahuishoudens per buurt weer. In het centrum en het zuiden van de stad wonen de minste minimahuishoudens. De enige concentraties van minima in dit gebied bevinden zich in de Houthavens en de Diamantbuurt. In het oosten van de stad bevindt zich het grootste aantal buurten met relatief veel minima. Het gaat om de Indische Buurt, de Dapperbuurt, de Transvaalbuurt, Betondorp en de Bijlmer. In het westen van de stad hebben de meeste buurten een bovengemiddeld aantal minima, maar alleen de Kolenkitbuurt en Osdorp-Midden horen bij de buurten met een sterk bovengemiddeld aantal minima. In Amsterdam-Noord gaat het om Volewijck en IJplein/de Vogelbuurt. 19

20 Figuur Aandeel minimahuishoudens per buurt t.o.v. het stedelijke gemiddelde (18,1%), 2005 Legenda veel minder dan gemiddeld minder dan gemiddeld meer dan gemiddeld veel meer dan gemiddeld bron: DIA, bewerking O+S In figuur staat per stadsdeel weergegeven hoe de minimahuishoudens verdeeld zijn over de etnische groepen. In ZuiderAmstel, Centrum, Oud-Zuid en Oud-West is meer dan de helft van de minima van Nederlandse afkomst. In Osdorp, Slotervaart, Bos en Lommer en Geuzenveld-Slotermeer bevinden zich relatief veel Marokkanen onder de minima, terwijl in Zuidoost bijna de helft van de minima oorspronkelijk uit Suriname of de Antillen komt. 20

21 Figuur Minimahuishoudens naar etniciteit per stadsdeel, % Nederlanders overige buitenlanders Marokkanen Turken Antillianen / Arubanen Surinamers 0 ZuiderAmstel Centrum Oud-Zuid Oud-West Westerpark Amsterdam-Noord Oost/Watergraafsmeer Osdorp De Baarsjes Slotervaart Zeeburg Bos en Lommer Geuzenveld-Slotermeer Zuidoost totaal Amsterdam bron: DIA, bewerking O+S Ruim de helft van de minimahuishoudens (55%) bestaat uit één persoon. In Centrum, Oud-West, Oud-Zuid, ZuiderAmstel, Westerpark en Oost/Watergraafsmeer is het aandeel alleenstaande minima hoger dan gemiddeld. In Centrum is dit aandeel met 77% het hoogst. Eén op de vijf minimahuishoudens (19%) is een eenoudergezin. In Zuidoost gaat het echter om één op de drie (32%). Andere stadsdelen met relatief veel eenoudergezinnen onder de minima zijn Amsterdam-Noord, Osdorp, Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart. Het aandeel stellen met kinderen en een minimuminkomen is in Slotervaart, Geuzenveld- Slotermeer en Bos en Lommer veel hoger dan gemiddeld (respectievelijk 25%, 24% en 23% tegenover 13% gemiddeld). Andere stadsdelen met bovengemiddeld veel gezinnen met kinderen onder de minima zijn Zeeburg, Amsterdam-Noord en Osdorp. Ruim één op de tien minimahuishoudens (11%) bestaat uit meerdere volwassenen zonder kinderen. Dit aandeel is in alle stadsdelen ongeveer even hoog. 21

22 Figuur Minimahuishoudens naar huishoudtype per stadsdeel, % meerpersoons met kind(eren) meerpersoons zonder kinderen eenoudergezin eenpersoonshuishouden 0 Centrum Oud-West ZuiderAmstel Oud-Zuid Westerpark Oost-Watergraafsmeer De Baarsjes Zeeburg Amsterdam-Noord Zuidoost Osdorp Bos en Lommer Geuzenveld-Slotermeer Slotervaart totaal Amsterdam bron: DIA, bewerking O+S 1.6 Aantal langdurige minima Steeds meer langdurige minimahuishoudens Ruim zeven van de tien minimahuishoudens (72%) hebben in 2005 drie jaar of langer een minimuminkomen. Dit percentage stijgt sinds In dat jaar ging het nog om 65% van de minimahuishoudens. In 2005 zijn er langdurige minimahuishoudens in Amsterdam. Dit zijn er meer dan in 2004, een stijging van 3,5%. In 2004 bedroeg de toename 11%. Het aantal en aandeel huishoudens dat korter dan een jaar een minimuminkomen heeft, neemt sinds 2003 af. Zo zijn er in huishoudens (18%) minder dan in 2004 die korter dan een jaar een minimuminkomen hebben. In 2004 was sprake van een afname van 3%, in 2003 van 11%. Tabel Minimahuishoudens naar duur op het minimuminkomen, tot 1 jaar 1 tot 3 jaar 3 jaar en langer totaal aantal % aantal % aantal % aantal % , , , , , , , , , , , , bron: DIA, bewerking O+S 22

23 Bijna alle minimahuishoudens met AOW hebben langdurig een minimuminkomen (97%). Ook onder huishoudens met een bijstandsuitkering is het aandeel langdurige minima hoog: 81%. Onder de minima met een andere bron van inkomsten ligt het aandeel langdurige minima met 42% veel lager. Figuur Minimahuishoudens per inkomensbron naar duur op het minimuminkomen, % meer dan 3 jaar 1-3 jaar tot 1 jaar 0 bijstand AOW andere bron van inkomen gemiddeld bron: DIA, bewerking O+S Bijna driekwart van de alleenstaanden (74%) en van de eenoudergezinnen (73%) met een minimuminkomen zitten meer dan drie jaar op dit inkomensniveau. Voor de huishoudens met twee volwassenen ligt het aandeel langdurige minima lager (zonder kinderen: 67%, met kinderen: 66%). 23

24 Figuur Minimahuishoudens per huishoudtype naar duur op het minimuminkomen, 2005 % eenpersoonshuishouden eenoudergezin meerpersoons zonder kinderen meerpersoons met kinderen gemiddeld meer dan 3 jaar 1-3 jaar tot 1 jaar bron: DIA, bewerking O+S Tussen de verschillende etnische groepen zijn er geen grote verschillen in het aandeel minimahuishoudens dat langdurig tot deze groep gerekend kan worden. Onder de Turkse minima en die uit de overige landen ligt het aandeel langdurige minima met 69% het laagst en onder de Nederlandse minimagezinnen is dit aandeel het hoogst (74%). Figuur Minimahuishoudens per etnische groep naar duur op het minimuminkomen, 2005 % Surinamers Antillianen / Arubanen Turken Marokkanen Zuid-Europeanen overige buitenlanders Nederlanders gemiddeld meer dan 3 jaar 1-3 jaar tot 1 jaar bron: DIA, bewerking O+S 24

25 In alle stadsdelen is het aandeel langdurige minima het afgelopen jaar toegenomen. Slotervaart kent het hoogste aandeel langdurige minima (77,8%) en wordt op de voet gevolgd door Osdorp (77,5%). Het aandeel langdurige minima is met 65,8% het laagst in Centrum. Figuur % Langdurige minima als percentage van het totaal aantal minima per stadsdeel, gemiddelde Slotervaart Osdorp ZuiderAmstel Amsterdam-Noord Oost/Watergraafsmeer Geuzenveld-Slotermeer Zuidoost Zeeburg Oud Zuid Oud-West Bos en Lommer Westerpark De Baarsjes Centrum 1.7 Aantal minimahuishoudens met schulden bron: DIA, bewerking O+S Deze paragraaf gaat in op het vermogen, het spaargeld, waarover huishoudens met een minimuminkomen beschikken. De tabellen zijn gebaseerd op de gegevens van huishoudens, dat is 96% van alle minimahuishoudens in Amsterdam. Aantal minima met schuld blijft toenemen Bijna één op de vijf minimahuishoudens heeft een schuld (19,2%). Dat is meer dan in de voorgaande jaren. In 2002 ging het nog om 12% van de minimahuishoudens. In tabel is te zien dat gezinnen met kinderen, met name eenoudergezinnen, vaker schulden hebben dan minimahuishoudens zonder kinderen. Tabel Aantal en aandeel minimahuishoudens met een negatief vermogen, aantal aandeel van minima bron: DIA, bewerking O+S 25

26 De meeste minima (63%) hebben een klein vermogen tot Deze groep is iets kleiner dan in 2004 (65%). Alleenstaanden beschikken relatief vaak over een groter vermogen tussen de en Minimahuishoudens met meerdere volwassenen, vooral diegene zonder kinderen, hebben relatief vaak een spaartegoed dat valt in de hoogste categorie van en meer. Tabel Vermogensopbouw van minimahuishoudens per huishoudtype, negatief tot tot en meer aantal % aantal % aantal % aantal % alleenstaand , , , ,1 eenoudergezin , , , ,5 meerpersoons zonder kinderen , , , ,2 meerpersoons met kinderen , , , ,2 totaal , , , ,4 bron: DIA, bewerking O+S Een derde van de minimahuishoudens met een bijstandsuitkering (33%) heeft schulden. Dat is aanzienlijk meer dan in de voorafgaande jaren. In 2004 had ruim een kwart (26%) en in 2003 nog geen vijfde deel (19%) van deze groep schulden. Het aandeel met een hoog vermogen is verder gedaald (van 8% in 2003, naar 4% in 2004, naar 3% in 2005). AOW ers met een minimuminkomen hebben veel minder vaak schulden dan bijstandsgerechtigden: 1 van de 20 (4,9%). Wel wordt dit aandeel elk jaar iets hoger (3,8% in 2004, 2,7% in 2003). De groep AOW ers met een vermogen boven de is het afgelopen jaar kleiner geworden en de groep met een lager vermogen iets groter. De groep van minimahuishoudens met een ander inkomen dan AOW of bijstand heeft vaker schulden dan in het voorgaande jaar: 8,7% tegenover 5,6% in Van 2003 op 2004 was het aandeel met een schuld juist met 1% afgenomen. Tabel Vermogensopbouw in euro s van minimahuishoudens per huishoudtype, 2005 negatief tot tot en meer aantal % aantal % aantal % aantal % bijstand , , , ,8 AOW 736 4, , , ,1 anders , , , ,6 totaal , , , ,4 bron: DIA, bewerking O+S 5 Voor een deel betreft het hier afgeleide gegevens. Als gevolg kunnen de werkelijke vermogens lager zijn dan weergegeven. 26

27 1.8 Instroom en uitstroom van minima Deze paragraaf beschrijft het verloop van de Amsterdamse minima. De instroom van nieuwe minima kan plaatsvinden door een daling in het inkomen, een geboorte in een minimahuishouden of door minima van buiten de stad die naar Amsterdam verhuizen. De uitstroom omvat mensen van wie het inkomen tot boven 105% WSM is gestegen, overleden minima en uit Amsterdam vertrokken minima. Instroom afgenomen en uitstroom toegenomen in 2005 De instroom van minima is in 2005 met bijna personen een kwart minder dan in Het aantal uitstromers nam 20% toe tot ruim personen. In totaal nam het aantal minima met af. In 2003 en 2004 nam het aantal minima toe met respectievelijk en personen. Figuur In- en uitstroom van minima, instroom instroom uitstroom uitstroom saldo in aantallen als % van minima in aantallen als % van minima % % % % % % -/ bron: DIA, bewerking O+S De belangrijkste reden dat er in 2005 niet zoals in de voorgaande jaren veel minima zijn bijgekomen is het feit dat op dit moment het aantal inkomenswijzigingen tot onder of boven 105% WSM in balans is. Ruim personen zagen hun inkomen onder deze grens zakken, terwijl eveneens ruim personen hun inkomen juist tot boven het minimum wisten te brengen. In 2004 lag het aantal personen waarvan het inkomen onder 105% WSM daalde nog ruim hoger dan het aantal waarvan het inkomen juist boven de minimumgrens uitsteeg. In 2003 was dit verschil ruim Net als in voorgaande jaren verlaten meer minima de stad dan dat er naar Amsterdam toe verhuizen. Ook vonden er ook dit jaar meer geboorten dan sterfgevallen plaats onder de Amsterdamse minima. Tabel Aantal in- en uitgestroomde minima, saldo 2003 saldo 2004 saldo 2005 instroom 2005 uitstroom 2005 verhuizing geboorte/sterfte verandering inkomen naar instituut verhuisd totale dynamiek bron: DIA, bewerking O+S 27

28 Samenstelling instroom Amsterdamse minima In figuur staat weergegeven hoe de nieuw ingestroomde Amsterdamse minima zijn samengesteld. De belangrijkste kenmerken worden hieronder beschreven. Acht van de tien minima (78%) stromen in door een verandering in hun inkomen. In 2005 gaat het om personen. De meeste van hen (71%) zijn tussen de 18 en 65 jaar. Net als in 2004 hebben zes van de tien van deze instromers (58%) een inkomen uit de categorie anders. In 2005 zijn minima van buiten de stad in Amsterdam komen wonen. Dit is 13% van de totale instroom. De meesten (79%) zijn tussen de 18 en 65 jaar oud en 19% is jonger dan 18 jaar. Ruim de helft (51%) van deze nieuwe Amsterdammers heeft een bijstandsuitkering. Driekwart van de instromers door verhuizing (73%) is allochtoon. In 2005 zijn minimababy s geboren. Dit is 9% van de totale instroom van minima. De meeste van deze baby s (60%) worden geboren in een huishouden met meerdere volwassenen en 40% bij een eenoudergezin. Ruim een kwart van de nieuwgeboren minima (27%) is van Marokkaanse afkomst en bijna een kwart (23%) is Nederlands. Figuur Samenstelling instroom minima, % < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands geboren naar Amsterdam verhuisd verlaging inkomen bron: DIA, bewerking O+S Samenstelling uitstroom Amsterdamse minima Hieronder worden kort de belangrijkste kenmerken van de uitstroom weergegeven. Zeven van de tien uitstromers stromen uit vanwege een verandering in hun inkomen. In 2005 ging het om personen. De meeste van hen (69%) hadden een minimuminkomen uit de categorie anders. Verder valt op dat de meerderheid van de 28

29 uitstroom huishoudens met kinderen betreft. Het gaat hierbij vaker om gezinnen met twee ouders (37%), maar ook relatief vaak om eenoudergezinnen (24%). Bijna een kwart van de uitstroom (23%) is het gevolg van een verhuizing naar een andere woonplaats dan Amsterdam. In 2005 lag het aantal minima dat de stad verliet met personen hoger dan in voorgaande jaren. Bijna driekwart (73%) van hen is allochtoon. Surinamers en Antillianen, die 17% van alle minima uitmaken, zijn net als in 2004 met 26% oververtegenwoordigd onder de vertrekkers. Van de uitstroom wordt 6% veroorzaakt door sterfgevallen. In totaal zijn in minima overleden. Het gaat hierbij in de meeste gevallen om 65-plussers met AOW en een Nederlandse achtergrond. Figuur Samenstelling uitstroom minima, % < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands < tot alleen eenouder stel zonder kinderen stel met kinderen bijstand AOW anders Sur./Ant./Arub Turks Marokkaans overig Nederlands overleden uit Amsterdam verhuisd verhoging inkomen bron: DIA, bewerking O+S Instroom en uitstroom van minima per stadsdeel In de stad als geheel daalde het aantal minima het afgelopen jaar met 1%. De volgende tabel laat zien dat in 2005 bij 9 van de 14 stadsdelen het aantal minima is afgenomen. In ZuiderAmstel, Oud-West en Centrum was de afname met respectievelijk 5%, 5% en 4% sterker dan gemiddeld. In Westerpark, Zeeburg en Bos en Lommer nam het aantal minima iets toe. In 2004 nam in alle stadsdelen het aantal minima toe. 29

30 Tabel Aantal in- en uitgestroomde minima per stadsdeel, 2004 en 2005 saldo 2004 saldo 2005 instroom 2005 uitstroom 2005 saldo als % van minima in stadsdeel Centrum % Westerpark % Oud-West % Zeeburg % Bos en Lommer % De Baarsjes % Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp % Slotervaart % Zuidoost % Oost/Watergraafsmeer % Oud-Zuid % ZuiderAmstel % totaal % bron: DIA, bewerking O+S Verhuisstromen van minima In 2005 verhuisden er minima naar Amsterdam. Net als vorig jaar komt ongeveer de helft van hen uit het buitenland. Deze nieuwe minima komen van over de hele wereld, maar het vaakst uit Suriname en Marokko (respectievelijk 12% en 10% van de ingestroomde buitenlandse minima). De minima die vanuit een andere Nederlandse gemeente naar Amsterdam zijn verhuisd, komen het vaakst uit de regio of één van de andere grote steden. In totaal zijn minima in 2005 verhuisd naar een woning buiten Amsterdam. Relatief veel minima kozen er dit jaar voor om naar het buitenland te vertrekken. Twee jaar geleden ging het om ongeveer personen en in 2005 om (45% van de minima die de stad verlaten). De minima die kiezen voor een andere gemeente in Nederland blijven in de meeste gevallen in de regio. Almere is het populairst (9%), gevolgd door Zaanstad (5%) en Haarlemmermeer (4%). Het aantal minima dat binnen Amsterdam naar een ander stadsdeel is verhuisd, ligt in 2005 met personen 7% hoger dan in De drie stadsdelen waar de meeste minima heengingen zijn Amsterdam-Noord (12%), Zeeburg (9%) en Geuzenveld- Slotermeer (9%). Amsterdam-Noord trekt relatief veel minima aan uit Zeeburg en Osdorp. Zeeburg zelf is aantrekkelijk voor minima uit Oost/Watergraafsmeer en Zuidoost. Naar Geuzenveld-Slotermeer trekken relatief veel minima uit de omringende stadsdelen Osdorp en Slotervaart. Duur op het minimum en kans op inkomensverbetering De kans op verandering van inkomen waardoor een huishouden niet meer tot de minima gerekend wordt hangt sterk samen met de tijdsduur waarop men op het minimum leeft. 30

31 Van de minima die korter dan 3 jaar op het minimum leven is in 2005 bijna 1 op de 5 (19%) uitgestroomd als gevolg van inkomensverandering 6. Van degenen die langer dan drie jaar op het minimum leven is dat in totaal slechts 7%. Tabel 1.8.xxx Uitstroom van minima naar duur op het minimum (in procenten) beide jaren minima en wonend in Amsterdam uit Amsterdam verhuisde minima overleden minima verandering inkomen totaal minder dan 3 jaar op het minimum langer dan 3 jaar op het minimum totaal bron: DIA, bewerking O+S Niet alleen de duur waarop men van een minimuminkomen leeft is van invloed, ook een aantal achtergrondkenmerken spelen een rol. Ten eerste is het soort huishouden van invloed op het uitstroompercentage. Minima die in een huishouden met twee (of meer) volwassenen wonen hebben de grootste kans op inkomensverbetering, terwijl de uitstroom onder alleenwonenden het laagst is. De hoogste uitstroom (31%) komt voor onder minima die korter dan drie jaar op het minimum leven en deel uitmaken van een huishouden met twee volwassenen. Maar ook als er kinderen zijn kent deze groep een relatief hoog uitstroompercentage: 20%. Onder de langjarige minima hebben samenwonenden ook de hoogste uitstroomkans: ongeacht of er kinderen zijn stroomt 10% uit. Mogelijk speelt bij deze huishoudtypes een rol dat beide partners een baan kunnen vinden met de mogelijkheid van inkomensverbetering. De allerkleinste kans is om uit te stromen geldt voor alleenwonenden die langer dan drie jaar op het minimum leven (4%). Een groot deel van deze groep bestaat uit 65-plussers. De kans op inkomensverandering in deze groep is heel erg klein. Tabel 1.8.xxx Uitstroom percentage als gevolg van inkomensverbetering, naar huishoudtype korter dan 3 jaar op het minimum langer dan 3 jaar op het minimum alleenwonend 17 4 eenoudergezin 15 8 meerpersoons zonder kinderen meerpersoons met kinderen totaal 19 7 Een andere factor die van invloed is op het uitstroompercentage is het soort inkomen waarvan een huishouden leeft. Minima die van de bijstand leven hebben over het algemeen de kleinste kans op inkomensverbetering. Van de langjarige minima is dat 3% en de kortjarige minima is dat 11%. Dit aandeel is lager dan van 65-plussers met alleen 6 In het DIA kan onderscheid gemaakt worden tussen minima die korter dan een jaar en minima die tussen de 1-3 jaar op het minimum leven. Wat uitstroom betreft blijken er in de periode nauwelijks verschillen tussen deze groepen. Van de mensen die korter dan 1 jaar op het minimum leven is 19% uitgestroomd, van degenen die 1-3 jaar op het minimum leven een kleine 20%. Voor de analyse in deze paragraaf zijn deze groepen samengenomen. 31

32 AOW op het minimum (5% resp. 13%). Minima die niet van bijstand of AOW leven hebben de grootste kans op inkomensverbetering. Opvallend is dat het voor deze groep niet uitmaakt hoe lang zij op het minimum leven: of zij nu korter of langer dan 3 jaar op het minimum leven, het aandeel waarvan het inkomen verbetert bedraagt 24%. Tabel 1.8.xxx Uitstroom percentage als gevolg van inkomensverbetering, naar bron van inkomen korter dan 3 jaar op het minimum langer dan 3 jaar op het minimum bijstand 11 3 AOW 13 5 anders totaal 19 7 Voor volwassen minima geldt dat het uitstroompercentage in het algemeen kleiner wordt met het vorderen van de leeftijd. Onder langjarige minima hebben mensen tussen de 20 en 30 jaar de grootste kans om uit te stromen: van hen stroomt 17% uit. Het verlaten van het ouderlijk huis en de grotere kans op het vinden van een baan spelen mogelijk een rol hierbij. Van de jarige langjarige minima stroomt ook een hoger percentage dan gemiddeld uit (12%). Daarna daalt het aandeel tot rond de 2% onder 70-plussers. Alleen onder de jarigen is de uitstroomkans iets hoger: 5%. Bij de mensen die kort op het minimum leven is de uitstroom onder jarigen veruit het hoogst: 30%, daarna daalt dit aandeel tot 15% onder jarigen. De leeftijdgroep daarna kent weer een iets hoger kans om uit te stromen (17%), waarna het weer daalt tot 10% onder de 65-plussers. 32

33 Figuur 1.8.xxx naar leeftijd Uitstroom percentage van volwassen minima als gevolg van inkomensverbetering, % minder dan 3 jaar minima tot 25 jaar 25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 65 tot 70 jaar 70+ meer dan 3 jaar minima bron: DIA, bewerking O+S Tenslotte blijken er geen verschillen in uitstroomkansen te zijn tussen mannen en vrouwen en tussen de verschillende etnische groepen. Als we binnen de langjarige en kortdurende minima naar deze kenmerken kijken zijn de uitstroomkansen voor mannen en vrouwen en voor de etnische groepen gelijk. Dat het aandeel vrouwen en etnische groepen hoger is onder (langjarige) minima heeft dus vooral met een hogere instroomkans van deze groepen te maken. 33

Amsterdamse armoedemonitor

Amsterdamse armoedemonitor Amsterdamse armoedemonitor In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen. Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek. Nummer 10, december 2007. Amsterdamse armoedemonitor Amsterdamse armoedemonitor

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2009

Amsterdamse Armoedemonitor 2009 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek Nummer 13, oktober 2010 Amsterdamse Armoedemonitor 2009 In opdracht van

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor

Amsterdamse Armoedemonitor Amsterdamse Armoedemonitor nummer 7, juni 2004 Om arm Amsterdam Sociale Dienst Amsterdam Jan van Galenstraat 323 1056 CH Amsterdam Telefoon: (020) 346 41 00 Fax: (020) 346 61 91 www.omarm.amsterdam.nl

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor

Amsterdamse Armoedemonitor Amsterdamse Armoedemonitor nummer 8, juli 2005 Project 5114 In opdracht van Om arm Amsterdam Harry Smeets Nienke Nottelman Lieselotte Bicknese Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2011

Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 In opdracht van Dienst Werk en Inkomen. Uitgevoerd door Bureau Onderzoek en Statistiek. Nummer 15, mei 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2011 Nummer 15 Projectnummer 12010

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2012

Amsterdamse Armoedemonitor 2012 Amsterdamse Armoedemonitor 2012 In opdracht van: Dienst Werk en Inkomen Projectnummer: 13010 Merijn Heijnen Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Nienke Nottelman Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2008

Armoedemonitor Den Haag 2008 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Den Haag 2008 Nummer 2. oktober 2008 Opgesteld door KWIZ te Groningen in opdracht van

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de 8 Participatie in welvaart In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de welvaartssituatie van verschillende

Nadere informatie

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding Landelijk beeld: afname Steeds minder mensen in Nederland doen een beroep op de bijstand. Het aantal bijstandsontvangers van 15-64 jaar nam tussen en af van 489.170 tot 334.990, een afname van 31,5%. De

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg

Nadere informatie

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK

BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK Armoedemonitor 2015 gemeente Noordwijk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik

Nadere informatie

Armoedemonitor Zoetermeer 2010

Armoedemonitor Zoetermeer 2010 Armoedemonitor Zoetermeer 2010 mei 2011 Opdrachtgever: Hoofdafdeling Welzijn, afdeling WZI, beleid en implementatie Marieke Bosch Uitvoering: KWIZ, Groningen Databewerking Gemeente Zoetermeer, hoofdafdeling

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG

ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG Armoedemonitor 2016 gemeente Den Haag Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Amsterdamse Armoedemonitor 2016 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: WPI Projectnummer: 17010 Laure Michon Nienke Nottelman Nina Holaind Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam

Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Lage inkomens in Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam, rve Participatie Projectnummer: Laure Michon Nienke Nottelman Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL

ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Armoedemonitor 2015 gemeente Capelle aan den IJssel Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Armoedemonitor Wassenaar 2012

Armoedemonitor Wassenaar 2012 Armoedemonitor Wassenaar 2012 Maart 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Wassenaar structureert (bestaande)

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014 Sociale index, en 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ (en Wmo) en Jeugdzorg.

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015 B A S I S V O O R B E L E I D Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Armoede in de Stad Armoedemonitor Groningen 2015 Erik van der Werff Klaas Kloosterman Onderzoek en Statistiek Groningen, januari

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen Meer of Minder Heden Verschillen tussen, en trends in, de verhouding allochtone en autochtone klanten van de dienst SOZAWE Alfons Klein Rouweler Ard Jan Leeferink Louis Polstra Uitgevoerd in opdracht van

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Betreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden,

Betreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden, Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1340109 Uw kenmerk: Contact: A. van der Plaat Bijlage(n): 3 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007 Fact sheet nummer 2 maart 2007 Autochtonen in Amsterdam De samenstelling van de Amsterdamse bevolking is de laatste jaren sterk veranderd. Het percentage autochtonen neemt af; het percentage allochtonen

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Armoedemonitor Ridderkerk 2009

Armoedemonitor Ridderkerk 2009 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Snouckaertlaan 66 3811 MB Amersfoort Telefoon (033) 4638686 Fax (033) 4632255 Armoedemonitor Ridderkerk 2009 e-mail contact@kwiz.nl

Nadere informatie

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht juni 2017 Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw- Minder overgewicht Het percentage kinderen * met overgewicht (inclusief obesitas) in Nieuw- is tussen en significant

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Participatie in welvaart

Participatie in welvaart 7 Participatie in welvaart Inkomen is een belangrijke hulpbron voor veel vormen van participatie. Amsterdam kent grote inkomensverschillen. In dit hoofdstuk komen zowel de armoede als de welvaart in de

Nadere informatie

Participatie in arbeid

Participatie in arbeid 6 Participatie in arbeid Werken is één van de primaire vormen van participatie. Naast een inkomen, geeft een baan ook toegang tot sociale netwerken en opleidingsmogelijkheden. Nu de economie in zwaar weer

Nadere informatie

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Amsterdamse Armoedemonitor 2017 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: WPI Projectnummer: 18006 Laure Michon Renske Hoedemaker Nina Holaind Clemens Wenneker Jeroen Slot

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor Onderzoek, Informatie en Statistiek

Amsterdamse Armoedemonitor Onderzoek, Informatie en Statistiek Amsterdamse Armoedemonitor 2015 In opdracht van: WPI Projectnummer: 16010 Laure Michon Hester Booi Nina Holaind Nienke Nottelman Jeroen Slot Clemens Wenneker Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon

Nadere informatie

Armoedemonitor Voorschoten 2012

Armoedemonitor Voorschoten 2012 Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017 Armoedemonitor gemeente Leeuwarden 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Leeuwarden. Colofon Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016

Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 Rapportage Cliënten inkomensregelingen Almere 2016 COLOFON Gemeente Almere Onderzoek en rapportage Gemeente Almere / SBC / Team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Fact sheet. Inkomensontwikkeling in Amsterdam. Inkomensontwikkeling sinds 1950. nummer 5 juli 2006

Fact sheet. Inkomensontwikkeling in Amsterdam. Inkomensontwikkeling sinds 1950. nummer 5 juli 2006 Fact sheet nummer 5 juli 2006 Inkomensontwikkeling in Amsterdam Het koopkrachtinkomen ligt in Amsterdam onder het landelijk gemiddelde, maar het verschil met heel Nederland wordt wel steeds kleiner. In

Nadere informatie

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208

aparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208 Samenvatting onderzoeken en resultaten Voorschoten In deze bijlage is kort weergegeven welke twee onderzoeken zijn uitgevoerd en wat de resultaten zijn. Voor de gehele rapportages van de onderzoeken wordt

Nadere informatie

Huishoudens in Leiden

Huishoudens in Leiden 211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN Armoedemonitor gemeente Leeuwarden Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2014

Armoedemonitor Den Haag 2014 Vestiging Groningen (tevens postadres) Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen T: (050) 525 24 73 F: (050) 525 29 73 Vestiging Amersfoort T: (033) 454 66 65 @: contact@kwiz.nl Colofon "Armoedemonitor Den Haag

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016 Armoedemonitor gemeente Losser 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Losser. Colofon Opdrachtgever Gemeente Losser

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Verdieping Amsterdamse Armoedemonitor

Verdieping Amsterdamse Armoedemonitor Verdieping Amsterdamse Armoedemonitor 2000-2010 In opdracht van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) Uitgevoerd door de November 2011 Verdieping Amsterdamse Armoedemonitor 2000-2010 In opdracht van de Dienst

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Februari 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek i.o.v. afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling 1 omvang onbekend Conclusie: rol van verhuizingen in ontwikkeling WWB-bestand

Nadere informatie

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data Armoede niet in beeld, overzicht op basis van CBS-data COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente Almere/ team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Werkloosheid Amsterdam

Werkloosheid Amsterdam Werkloosheid Amsterdam Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9459 Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl Amsterdam, februari Werkloosheid in Amsterdam neemt verder

Nadere informatie

Participatie in welvaart

Participatie in welvaart 9 Participatie in welvaart In Amsterdam wonen veel mensen met een relatief hoog inkomen en veel mensen met een minimuminkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de welvaartssituatie van verschillende

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK

ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK Armoedemonitor 2018 gemeente Ridderkerk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende

Nadere informatie

KERNBOODSCHAP De cijfers in de armoedemonitor laten zien dat we op de goede weg zijn. We continueren daarom de koers die is ingezet.

KERNBOODSCHAP De cijfers in de armoedemonitor laten zien dat we op de goede weg zijn. We continueren daarom de koers die is ingezet. Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1233099 Uw kenmerk: Contact: Mw. A. van der Plaat Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

De Amsterdamse Burgermonitor 2005 De Amsterdamse Burgermonitor 2005 november 2005 Samenvatting van de resultaten Een grotere maatschappelijke en politieke betrokkenheid, maar ook een toenemend gevoel van discriminatie op grond van etnische

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Armoedemonitor Leeuwarden

Armoedemonitor Leeuwarden -s Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Leeuwarden

Nadere informatie

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015). Jeugd in Schildersbuurt-West De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 14.291 inwoners (1 januari 2015). 1 Demografie Demografie Deze paragraaf geeft een beeld van de samenstelling

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2011-1796 Datum November 2011 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten

Nadere informatie

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK Colofon Gemeente Amsterdam Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht Ilona Steenkamer isteenkamer@ggd.amsterdam.nl Sanne Franssen sfranssen@ggd.amsterdam.nl

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR 2016

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR 2016 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR Armoedemonitor gemeente Wassenaar Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Wassenaar. Colofon Opdrachtgever Gemeente Wassenaar

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Sterkste groei bij werknemers

Sterkste groei bij werknemers In 1994 stagneerde de ontwikkeling van de koopkracht nog. In de daarop volgende jaren nam de koopkracht echter steeds sterker toe: met 1% in 1995 tot 1,5% in 1997. De grootste stijging,,7%, deed zich voor

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede 1 Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Demografie in Schildersbuurt-Oost Aantal inwoners Demografie in Schildersbuurt-Oost De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 7.332 inwoners. Aantal inwoners De gemeente Den Haag telde op 1 januari 2015 515.739

Nadere informatie

Amsterdamse Armoedemonitor 2013

Amsterdamse Armoedemonitor 2013 Amsterdamse Armoedemonitor 2013 Foto: Parkeergebouw Europarking aan de Stadhouderskade, fotograaf Edwin van Eis, 15 mei 2002 In opdracht van: Dienst Werk en Inkomen Projectnummer: 14010 Merijn Heijnen

Nadere informatie