Bestemmingsplan Stadscentrum Oldenzaalsestraat 3 7F. Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Stadscentrum Oldenzaalsestraat 3 7F Nota samenvatting en beantwoording zienswijzen Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Afdeling Bestemmingsplannen Mei 2011

2 OVERZICHT NAAR VOREN GEBRACHTE (INGEDIENDE) ZIENSWIJZEN MET BETREKKING TOT HET ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN STADSCENTRUM OLDENZAALSESTRAAT 3 7F. Bestemmingsplan / Locatie Dossiernummer : Oldenzaalsestraat 3 t/m 7F : BWT Het ontwerp-bestemmingsplan "Stadscentrum Oldenzaalsestraat 3-7F" heeft van 10 maart 2011 tot en met 20 april 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen. De ter visie legging van dit bestemmingsplan is van te voren aangekondigd in het plaatselijke Huis-aan-Huis blad en de Staatscourant. Gedurende de periode van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan zijn door onderstaanden zienswijzen ingediend. 1. [ ] 2. [ ] 3. [ ] 2

3 OVERZICHT INHOUDELIJKE PUNTEN UIT ZIENSWIJZEN Appellant 1. Gevreesd wordt dat er ten gevolge van de beoogde ontwikkeling (vestiging van een opvang voor daklozen) overlast zal ontstaan, ook in de directe woonomgeving van appellant. Verder wordt een achteruitgang c.q. verslechtering van de buurt en de leefomgeving verwacht. Van belang voor de doelgroep is dat de vestiging van dit soort instellingen (Humanitas onder Dak Twente ((HODT), Tactus, Leger des Heils) zo dicht mogelijk bij het leefgebied van de gebruikers (stadscentrum) wordt gevestigd. De gebruikers die zich veelal in de binnenstad of de directe omgeving daarvan ophouden kunnen dan op loopafstand gebruik maken van de voorzieningen. Daarnaast kan een stedelijke omgeving als de binnenstad vanwege het gemengde karakter meer aan dan een normale woonwijk. Dit blijkt ook uit ervaringen in andere steden. Een dergelijke voorziening zal altijd andere toeloop kennen dan een wooncomplex, maar juist door de situering in het stadscentrum is het toezicht beter te organiseren. HODT is thans gevestigd aan de overzijde van het Van Goolpand. Van grote problemen met dak- en thuislozen is daar niets gebleken en appellant refereert hier ook niet aan. Hoewel de opvang in het Van Goolpand tien plaatsen meer kent dan in de huidige situatie zal dit niet leiden tot de door appellant verwachte negatieve gevolgen. Dit is mede het gevolg van een goede inrichting van het pand waar gebruikersgroepen waar nodig van elkaar kunnen worden gescheiden en opvang vanaf het eerste moment volledig inpandig mogelijk is. Het gebouw wordt opnieuw ingedeeld en ingericht waardoor ook het toezicht goed is te regelen. Er is sprake van 24-uurstoezicht en er is maar één centrale toegang tot het gebouw, op circa 80 meter gelegen van de woning van appellant. Ruimtes voor het personeel zijn naast de lift gevestigd. Daarmee is een extra controle mogelijk op mensen die op de verdiepingen komen. Andere personeelsruimten zijn verdeeld over de verdiepingen met zicht op de totale gang. Er is gekozen voor een elektronisch toegangssysteem, op de deuren komt een alarm. Naast de ingang met toezicht komt er geen andere reguliere ingang voor de voorziening. In en om het pand geldt een gedragscode, ook wat betreft de gebruikmaking van de buitenruimte aan de voorzijde van het pand. Het personeel van HODT zal hierop ook toezicht houden. Wat in veel gemeenten goed werkt is een beheergroep van belanghebbenden uit de directe omgeving. Er komt sowieso een vast aanspreekpunt binnen HODT voor omwonenden om opmerkingen door te kunnen geven. Tijdens de behandeling van het vorige bouwplan met ruimtelijke onderbouwing bij de Commissie Bezwaarschriften (dd. 8 juni 2009, kenmerk DPGO/JPO/TRB/BZ )) is de Commissie tevens ingegaan op de verwachte overlast. Voor de Commissie werd duidelijk dat klanten van HODT graag in de omgeving van of in het stadscentrum vertoeven. In dat verband kan huisvesting volgens de Commissie juist aan de rand van het centrum gebillijkt worden. De Commissie was van oordeel dat incidentele overlast ongetwijfeld zal voorkomen, maar dat dit ligt binnen het aanvaardbare. Daarbij tekende de Commissie aan dat in het centrum van een grote stad nu eenmaal meer overlast zal zijn dan in een rustige woonwijk. 3

4 Appellant 2. Als de ingang van het parkeerdak naast de ingang van de opvang is, kan men, ook door de lange openingstijd van de toegangspoort van het parkeerdek, eenvoudig bij de woningen boven komen en kunnen onbevoegdigden naar binnen gaan. Gevreesd wordt dat men hier een slaapplaats zal zoeken De ingang van de toekomstige opvang is niet direct gelegen aan de zijde waar zich de toegang tot de woningen boven de Klanderij bevindt. Aan deze zijde (de zuidzijde) komen over bijna de helft van de begane grond kantoren. De ingang van de opvang is hemelsbreed op circa 80 meter gelegen. In en om het pand (dit betreft ook de opgang naar de woningen boven de Klanderij) geldt een gedragscode. Daarnaast wordt de opvang juist gecreëerd om het slapen in de openbare ruimte of entreehallen te voorkomen, de verwachting is dus ook niet dat door de komst van de opvang slapende daklozen in de directe omgeving zullen worden aangetroffen. HODT zal zorgen voor een vast aanspreekpunt voor omwonenden om eventuele signalen door te kunnen geven. 4

5 Appellanten 3 1. De vestiging van HODT is in strijd met de proceduregels op het gebied van de omzettingsvergunning en de Partiële Regionale Huisvestingsverordening 2009 (artikel 9, lid 2c). Een omzettingsvergunning is noodzakelijk indien een woonruimte wordt omgezet van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte. Het bestemmingsplan Stadscentrum Oldenzaalsestraat 3-7F beoogd de bestemming te wijzigen van Kantoren in Maatschappelijk. Een omzettingsvergunning is derhalve niet aan de orde. 2. Er moeten zich op basis van de onder a. genoemde gemeentelijke procedures meer dan twee woningen bevinden tussen twee onderlinge adressen en/of panden ten behoeve van onzelfstandige bewoning. Zie het commentaar onder punt De vestiging van HODT zal leiden tot een ontoelaatbare overlast voor de omgeving (en leiden tot intrekkening van de omzettingsvergunning). De overlast op de huidige locatie overschrijdt reeds de normen en door de toename van de capaciteit in de nieuwe vestiging zal dit alleen maar toenemen. Er is tot op heden nauwelijks tot geen sprake van overlast bij de huidige locatie. Bewoners worden altijd aangesproken op hun gedrag. Er ligt een verklaring van ex-buren (voormalige bewoners de Klomp 38) die aangeven wel overlast te hebben ervaren. Dat er zich incidenten voordoen is nooit helemaal te voorkomen, Humanitas reageert hier altijd op. Ook is een aantal maatregelen genomen (zoals toegang tot de brandtrap) maar om veiligheidsregelen kan deze uiteraard niet volledig afgesloten worden. Dit bewoners van de Klomp 38 waren als het ware ingesloten door twee voorzieningen voor Humanitas, aan de ene zijde de jongerenopvang en aan de andere zijde de 24-uurs opvang. Dat zijn inderdaad geen ideale omstandigheden. Er is nooit sprake van of sprake geweest van wekelijkse politie inzet. De wijkagent zorg van bureau binnenstad is regelmatig aanwezig om aanspreekbaar te zijn voor cliënten en cliënten zo nodig aan te kunnen spreken. Ook neemt de politie deel aan overleggen, b.v. over zorgwekkende zorgmijders die zich in het centrum ophouden, die overleggen worden vaak op de locatie van Humanitas gehouden. 4. HODT biedt geen stabiele huisvesting voor de doelgroep, elke drie maanden komt er een nieuwe lichting. Eventueel gemaakte vorderingen tussen de cliënten en de omwonenden hebben dan geen waarde meer, het begint steeds weer op nul. Door capaciteitsvergroting neemt bovendien het overzicht op nieuwe lichtingen af. De gemeente kan de veiligheid van haar eigen burgers in deze onstabiele situatie niet naar behoren waarborgen. Humanitas biedt geen woon-huisvesting maar tijdelijke opvang, daarbij wordt verschil gemaakt tussen de opvang van jongeren (in principe 3 maanden met intensieve begeleiding) en de opvang van volwassenen (in principe maximaal 9 maanden). Tijdens deze opvangperiode wordt intensief gewerkt aan de aanpak van problemen en belemmeringen. Omdat het geen woonvoorziening is, cliënten hier tijdelijk verblijven, wordt niet gewerkt aan het opzetten van een sociaal netwerk in de directe omgeving, dat gebeurd pas bij doorstroming naar een woning of andere permanente woonvoorziening. 5

6 Omwonenden hoeven dus geen relatie met de wisselende mensen in de opvang aan te gaan, sterker nog: het is zelfs niet de opzet, men moet zich richten op het opbouwen van relaties op de toekomstige woonplek. 5. De kwaliteit van het locatiekeuzeonderzoek is zeer slecht. Een belangrijk punt dat niet is meegenomen is de indeling van Enschede in gebieden waarvoor een bepaalde ruimtelijke kwaliteit geldt (rapport Van Opvang naar Wonen ). Het Van Goolpand bevindt zich in een zogenaamd rood gebied waarvoor in het beleid is gesteld dat de gemeente Enschede hier geen uitbreiding wil van woonzorgvoorzieningen. Verder staat er dat er dat geen buurten mogen worden overbelast. Het locatiekeuzeonderzoek moet opnieuw op wetenschappelijke basis worden uitgevoerd. Het Van Goolpand is gelegen in CBS-buurt City (buurtcode 00). Dit gebied staat in de nota Van Opvang naar Wonen niet op rood. Over het locatieonderzoek is eerder discussie gevoerd met de indieners van de zienswijzen. Over de kwaliteit ervan zullen de meningen blijven verschillen. Er is sprake geweest van een jarenlange zoektocht naar een geschikte locatie, met het van Goolpand meent de gemeente zo n locatie gevonden te hebben. In het rapport van opvang naar wonen wordt gesproken over de uitbreiding van WOONlocaties, in de vorm van wooncomplexen/appartementencomplexen met het oog op permanente bewoning. Daarvoor zijn spelregels opgesteld en zijn enkele gebieden in de stad aangewezen als rood gebied, hier mogen geen locaties bijkomen. Het centrum is daarbij NIET aangewezen als rood gebied. Het van Goolpand bevindt zich in het centrum. Er is bovendien geen sprake van een woonlocatie maar van een opvanglocatie. 6. Het is onverstandig de HODT te vestigen in het zwakste gebied van de binnenstad van Enschede. Ook bij dit punt wordt het onjuiste argument van het rode gebied aangevoerd. De verplaatsing van Humanitas naar de overzijde van de straat zal geen merkbare effecten hebben op dit deel van het centrum. 7. Inspraakprocedures lijken zinloos te zijn, er zijn reeds harde garanties afgegeven door de gemeente Enschede aan Domijn dat HODT zich in het Van Goolpand mag vestigen. De direct omwonenden hebben tot op heden gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de diverse procedures bieden ten aanzien van zienswijzen, bezwaar en beroep. Derhalve kan niet de conclusie getrokken worden dat er geen mogelijkheden tot inspraak zijn. Ook met de ingediende zienswijzen ten aanzien van de bestemmingsplanprocedure wordt zorgvuldig omgegaan, deze worden conform het gestelde in de wetgeving ter afweging voorgelegd aan de gemeenteraad van Enschede. 8. In het beleidsdocument Van Opvang naar Wonen staat dat Enschede zich profileert als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang. Door een grootschalige nieuwe vestiging van HODT ontstaat een aanzuigende werking voor de doelgroep, maar ook op drugsgebruikers en zwervers die buiten de doelgroep vallen. Enschede profileert zich niet als centrumgemeente, Enschede IS door het rijk aangewezen als centrumgemeente, in haar werkgebied bevinden zich ook de gemeenten Losser, Oldenzaal, Hengelo, Borne, Haaksbergen, Dinkelland en Hof van Twente. 6

7 Er is dus geen sprake van aanzuigende werking maar wel van een regionale taak. Er zijn echter ook voorzieningen in Hengelo en Oldenzaal. Bovendien is er een Centrale Intake Maatschappelijke Opvang om te bewaken dat alleen mensen met regiobinding in de Twentse opvanginstellingen geplaatst worden. Het klopt dat tijdelijke bewoners van Humanitas onder dak Twente ook kennissen kunnen hebben onder andere dakloze mensen of mensen die middelen gebruiken, dat is inherent aan de problematiek van dakloze- en verslaafde mensen. Zij zijn juist vaak aangewezen op elkaar. Humanitas onder dak Twente biedt overdag ontmoetings- en activeringsactiviteiten waaraan ook niet bewoners of oudbewoners kunnen deelnemen. Die dagactiviteiten zijn een onderdeel van de opvangtaak van Humanitas. Hiermee wordt tevens voorkomen dat mensen overdag op straat rondhangen. Voor het Leger des Heils aan de Molenstraat zal ook een vervangende locatie worden gezocht, er is dus geen sprake van verplaatsing van Leger des Heils cliënten naar de locatie van Humanitas. 9. De beoogde ontwikkeling is onvoldoende getoetst aan het rijks-, provinciaal en lokaal beleid zoals genoemd in hoofdstuk 3 van de plantoelichting. Op verschillende punten is de ontwikkeling in strijd met het genoemde beleidskader. Het landelijke beleid is in hoofdstuk 3 van de plantoelichting opgenomen om de globale kaders weer te geven. Deze kaders zijn ingevuld door beleid op provinciaal en lokaal niveau, waar het bestemmingsplan vervolgens aan getoetst is. In paragraaf 3.2 zijn wel degelijk de provinciale kaders van toepassing op het plangebied benoemd en is terecht de conclusie getrokken dat de beoogde ontwikkeling hier niet mee in strijd is. De eerst genoemde lokale beleidsdocumenten betreffen documenten die de hoofdlijnen van de ruimtelijke invulling van Enschede weergeven, er zijn hierin niet meer specifiek voor het plangebied van toepassing zijnde uitspraken opgenomen dan genoemd. In de aangehaalde paragraaf ( van de nota van opvang naar wonen) wordt gesproken over de doelgroep die langdurig verblijft in de maatschappelijke opvang, langer dus dan de beoogde periode van maximaal 9 maanden. Deze cliënten zijn toe aan een eigen woonplek, zij kunnen zich binnen de opvang onvoldoende verder ontwikkelen. Bovendien is de opvang niet bedoeld en niet ingericht om in te wonen. Wij verwachten dat bij de nieuwe inrichting van opvanglocaties, met op de individuele mogelijkheden ingerichte ruimtes (eigen kamer, eigen sanitair, eigen keukenblokje) cliënten nog beter kunnen werken aan hun individuele trajectplan en er ruimte en rust geboden kan worden. Meer dan nu het geval is, waarbij cliënten veel van deze voorzieningen moeten delen en men nauwelijks tot geen eigen ruimte tot zijn beschikking heeft. Doordat er onvoldoende passende woonruimte beschikbaar is, wordt de uitstroom uit de voorzieningen belemmerd. De opvang is tijdelijk en het vooruitzicht op een stabiele woonplek (elders) vergroot de effectiviteit van de hulpverlening. 10. Hoofdstuk 7 (Economische uitvoerbaarheid) van de plantoelichting toont niet aan dat het plan economisch uitvoerbaar is, de informatie die er genoemd staat is te summier om deze conclusie te kunnen trekken. Bij het hoofdstuk economische uitvoerbaarheid bij een bestemmingsplan toelichting moet niet worden aangetoond dat het bouwplan financieel uitvoerbaar is maar het bestemmingsplan. Dit is gebeurd door aan te geven dat de kosten (te weten eventuele planschade en proceskosten) door de gemeente Enschede zelf betaald worden uit het budget dat is gereserveerd voor het programma Van opvang naar Wonen welke is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Enschede. 11. In hoofdstuk 8 van de plantoelichting wordt gerefeerd aan een inspraakbijeenkomst van circa drie jaar geleden. Dit is veel te lang geleden, er dient een nieuwe inspraakbijeenkomst georganiseerd te worden. 7

8 Binnen de gemeente Enschede wordt al sinds enige jaren geen inspraak meer toegepast bij bestemmingsplanprocedures. Indien er een wijkraad actief is wordt deze voorafgaand aan de officiële procedure om advies gevraagd. Voor het plangebied van het Van Goolpand is geen wijkraad actief. Volledigheidshalve is genoemd dat er in 2008 overleg is geweest met omwonenden. 8