Over je persoonlijke relatie met God: Klopt je hart voor Hem en kennen we nog de eerste liefde?

Transcriptie

1

2 In de gemeente van Bunschoten-West hebben we de goede gewoonte een thema te kiezen om gedurende het seizoen met elkaar te bespreken. Vorig jaar stond het thema Bemoediging centraal, dit seizoen hebben we gekozen voor het onderwerp Hart voor elkaar. Dit thema is opgebouwd rond vijf vragen: Over je persoonlijke relatie met God: Klopt je hart voor Hem en kennen we nog de eerste liefde? Over je relatie met de gemeente: Jezus volgen is anderen ontmoeten: Hoe ben jij betrokken bij de gemeente? Over de relatie met je broeders en zusters: Voelen we ons veilig in de gemeente? Hoe zien we om naar elkaar? Over het spiegelen van relaties: Hoe gaan we om met verschillen in de gemeente: Hebben we geduld voor elkaar? Over het uitbouwen van relaties: Hoe gaan we om met de naasten ver weg en dichtbij? Wat leren we van de Samaritaan in de gelijkenis? Met deze vragen willen we graag met elkaar in gesprek gaan: in de erediensten zal er met enige regelmaat over gepreekt worden, op de verenigingen en in de kring zullen we regelmatig bij deze vragen stil staan. Ook tijdens de ambtsdragersbezoeken, de huisbezoeken van ouderlingen en diakenen, zullen we dit thema bespreken. Niet als een keurslijf, beginnend bij de eerste en eindigend bij de laatste vraag. Maar als leidraad voor een goed gesprek over dié aspecten die in jouw situatie, in jouw gezin, van zo groot belang zijn.

3 Iedereen heeft in het leven veel verschillende relaties. Elke relatie is anders. Als christen heb je daarnaast ook nog een relatie met God. Klopt je hart voor Hem en voor de mensen om je heen? Daar gaat het dit seizoen over. Als we met elkaar spreken over liefhebben, mogen we beginnen bij het liefhebben van God. Hij heeft door Christus zijn liefde ons laten zien. Hij is de Bron van ons leven (Johannes 4). Door Zijn liefde is er hoop. Door Zijn liefde mogen wij elkaar bemoedigen. Het vraagt inspanning om met je hart steeds dicht bij God te blijven. Dat gaat niet vanzelf! Dat vraagt om trouw. Trouw om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Je herkent vast wel iets in een van de coupletten van het lied Herstel m n eerste liefde 1 : De drukte van het leven trok mij met zich mee. De liefde die vervaagde, de passie die verdween. Ik was U niet vergeten maar nam DE TIJD niet meer om in uw woord te lezen bij U te zijn o Heer. God vraagt dat we naar Hem teruggaan. Dat we de eerste liefde weer laten zien (Openbaring 2: 1 7). De eerste liefde: dat is God liefhebben, ontdekken hoe groot en geweldig Hij is. Je kunt daarbij denken aan een jongen en meisje, die verliefd worden en een relatie krijgen. Wat mooi als deze liefde in de jaren daarna verder inhoud krijgt. Is het niet prachtig om te zien hoe twee al jarenlang getrouwde mensen van 70 of 80 jaar nog steeds van elkaar houden? De eerste liefde is gebleven en heeft zich steeds meer verdiept. Hart voor de Heer hebben, maakt ook dat je hart voor elkaar hebt. Het één hoort bij het ander! Door steeds terug te gaan naar Christus en je door zijn Geest te willen vernieuwen, blijft je hart voor Hem en elkaar kloppen. Vader in de hemel die zoveel om mij geeft dat U in Uw genade Uw Zoon gegeven heeft Dank U voor Uw liefde, Uw eindeloze TROUW dat ondanks al MIJN falen U zegt: Ik hou van jou. 1. Dichtbij God blijven en leven. Hoe geef jij daar in je leven invulling aan? 2. Als je je leven overziet en terugkijkt zie je dan ook groei bij jezelf als het gaat om de relatie met God. Waaruit blijkt dat? 3. In hoeverre herken je dat de drukte van het leven zoveel aandacht vraagt dat je verder van God af komt te staan en minder dichtbij hem leeft? 4. Hoe ga je daar als christen mee om: accepteren of manieren bedenken om dat bij te stellen en te veranderen? 5. Welke spanning en/of moeiten ervaar jij in je eigen leven als het gaat om het leven met Christus? 1 Het lied Herstel mijn eerste liefde kun je beluisteren op de site, Surf naar

4 Het hart in je lichaam zorgt voor de voeding van al je organen. Klopt je hart ook voor de gemeente, het lichaam van Christus? Want als je hart klopt voor Hem, dan klopt je hart toch ook voor de gemeente en het werk wat Hij door Zijn Geest in de gemeente doet? Door jouw inzet en door de inzet van alle andere leden is de kerk vitaal en levensvatbaar. Jezus volgen is ook anderen ontmoeten en je openstellen voor die ander. Dan gaat je interesse en je zorg ook naar die ander uit. Daardoor zal de ander gemeenschap ervaren en zullen jullie beiden meer betrokken voelen. God heeft ieder deel van je lichaam een eigen functie gegeven. Ieder deel van je lichaam is belangrijk en uniek. Dat kun je heel mooi lezen in 1 Korintiërs 12 : Dit betekent dat iedereen iets kan betekenen binnen de gemeente. Niet alleen ambtsdragers, predikanten en enkele actievelingen. God heeft aan elk gemeentelid gaven en talenten gegeven om deze te gebruiken (Matteüs 25 : 14 30). Je kunt je talenten inzetten binnen je gezin, je vriendenkring, je werk en de plek in de maatschappij die je inneemt. Maar, en niet in de laatste plaats, ook binnen de gemeente. Dit geldt voor elk gemeentelid! Je plek in de gemeente is niet vrijblijvend, God heeft je met een doel op die plek neergezet en je een opdracht gegeven om in de gemeente je talenten te gebruiken. Je kunt opzien tegen het werk binnen de gemeente, dat verschilt per persoon. Als jouw hart klopt voor de gemeente kan de Geest door jou zijn werk doen. Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor eeuwig. Amen ( 1 Petrus 4 : 10 11). Je kunt schatten verzamelen hier op aarde. Laat de belangrijkste schat die je al hebt gekregen niet liggen: je mag een lid zijn van Zijn gemeente! Maak daarom ruimte in je (geestelijk) leven om je binnen de gemeente van God in te zetten. Stel jezelf maar eens de vraag: wat doe ik al en wat kan ik gaan doen binnen de gemeente? en stel daarbij maar een concreet doel. Door doelen te stellen kun je je hart gaan trainen. Noem het maar fitness voor de ziel. 1. Merk jij dat er in de Immanuelkerk sprake is van betrokkenheid op elkaar? 2. Hoe is jouw inzet en medeleven binnen de gemeente? Welke bijdrage lever jij? 3. Welke talenten heb je gekregen? 4. Als je ze nog niet inzet: wat weerhoud je om die in te zetten? 5. Welke bijdrage zou jij kunnen of willen leveren? 6. Welke kwaliteiten zie je bij je eigen gezin of huisgenoten?

5 In onze gemeente gebeurt veel en iedereen ervaart de gemeente anders. Terwijl de ene heel positief is, is de ander teleurgesteld. Wat je in je dagelijks leven meemaakt, heeft daar ook invloed op. De vraag is: hoe hebben we in de gemeente hart voor elkaar? Kunnen we samen met alle verschillen wel één gemeente zijn? Is daarin voor elkaar en met elkaar bidden niet de basis? Paulus roept in Filippenzen 2 : 4 en 5 de gemeente van Filippi op om niet alleen aan eigen belang te denken, maar juist aan die van een ander. Hij vraagt dat we vanuit een liefdevolle houding leven, zoals Christus deed. Liefde geven in de kerk betekent dat je er wilt zijn voor de ander. Dat je wilt luisteren naar een ander. Dat je je mening durft in te ruilen voor die van een ander. Maar ook dat je je kwetsbaar durft op te stellen, je blijheid en je pijn durft te laten zien. Daarvoor moet wel vertrouwen zijn. Vertrouwen dat er vanuit liefde gehandeld wordt en dat er bijvoorbeeld niet geroddeld wordt. De vereniging, de gemeentekring, de gebedsgroep mogen daarvoor een veilige plek zijn. Daar mag je zijn, zoals we dat lezen in de brief aan de Romeinen: Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, zet uzelf aan tot bescheidenheid. (Romeinen 12 : 15) Dan werk je samen aan veiligheid! Misschien vind je het moeilijk om over jezelf te praten. Laat je daarin door anderen helpen. In Romeinen 14 leren we om elkaar daarin ruimte te geven. Elkaar ruimte geven kan spanning geven. Bijvoorbeeld: hoe gaan we om met verschillende ideeën over de kerkdienst? Geef je de andere ruimte om te proberen of wil je alleen de dingen doen die je zelf prettig vindt? Ieder heeft hierin zijn eigen plek. Ben je sterk, dan houd je rekening met de ander. Dit is je houding. Je hebt uit liefde voor Christus en de gemeente geduld! Als je denkt dat je zwak bent, wil je anderen niet je wil opleggen. Je wilt uit liefde voor God en de gemeente verdraagzaam zijn. Hoe heb je hart voor elkaar? Door te beseffen dat je alles van God krijgt. We hebben allemaal dezelfde Vader. Door zijn liefde mogen wij elkaar liefhebben. 1. In een kerk met zoveel leden is het omzien naar elkaar niet altijd gemakkelijk. Hoe geef jij in je eigen situatie daar invulling aan? 2. We werken sinds twee jaar met kringen. Een groep van 8 10 gemeenteleden die één keer per zes 6 weken bij elkaar komen en een schets of een boek bespreken. Doe(n) jij/jullie ook mee? Waarom wel of waarom niet? 3. Hoe geef jij invulling aan het elkaar helpen in het geloof?

6 Hoe ga je om met verschillen binnen de gemeente? De laatste jaren komen verschillen in meningen en gedrag steeds sterker naar voren. Wat in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog heel duidelijk was, is nu sterk aan het veranderen. In het verleden hoorde je vaak opmerkingen als: Dat doen we hier niet, dat hoort niet of dat zijn we hier niet gewend. Dat was wel duidelijk en voor veel mensen ook heel prettig. Het gaat niet alleen om verschillen in het christelijk leven (bijvoorbeeld de besteding van de zondag), maar ook over de inhoud (bijvoorbeeld het omgaan met overdopen of de plaats van de vrouw in de gemeente). Door de verschillen wordt het in de kerk er vaak niet gemakkelijker op. Het leidt soms tot spanning en conflicten. We kennen allemaal wel voorbeelden uit onze eigen gemeente. In de brief van Paulus aan de christenen in Rome schrijft hij er ook over. In die gemeente zijn de verschillen tussen gemeenteleden heel sterk. Voornamelijk als het gaat over de consequenties van het christelijk geloof (Romeinen 14). Paulus roept op elkaar te respecteren, te helpen en de eenheid te blijven zoeken. Het mondt uit in de oproep: Aanvaard elkaar daarom tot eer van God, zoals Christus u heeft aanvaard (Romeinen 15: 7). Betekent dat je alles maar van de ander moet accepteren? Nee, dat niet, de kern is dat we elkaars standpunten niet altijd hoeven te aanvaarden. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Consequentie is dat de andere broeder of zuster die anders denkt wel een broeder of zuster blijft. Paulus roept op de ander te blijven aanvaarden zoals Christus ons ook heeft aanvaard (Romeinen 7 : 14). De tijd van vandaag vraagt om opnieuw nadenken over een aantal onderwerpen die op ons afkomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de invulling van de zondag, maar ook over inhoudelijke punten zoals omgaan met overdopen, plaats van de vrouw in de kerk en ethische onderwerpen als samenwonen, omgaan met homoseksualiteit en opvoeding. Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven over verschillen en geschillen. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar wel belangrijk. Door het gesprek kunnen vooroordelen verdwijnen. 1. Herken je het dat de verschillen in over hoe we denken en wat we doen de laatste jaren zijn toegenomen? Hoe kijk je daar tegen aan? 2. Ervaar je vrijheid om je mening goed te kunnen geven? Is dat nu meer dan vroeger? 3. Zie je dit als winst of verlies? 4. Vind je het moeilijk om met verschillen om te gaan? Hoe is dat voor jou? Denk je dat je open staat om een ander aan te spreken, maar ook jezelf te laten aanspreken? 5. Hoe ervaar je de aanpak van het omgaan van verschillen binnen onze gemeente? 6. Om een leefbare en levende gemeente van Christus te zijn, zijn er afspraken en regels nodig. Hoe ervaar jij dat?

7 Een bekende gelijkenis is het verhaal van de barmhartige Samaritaan, Lucas 10 : Daar gaat het om de vraag wie je naaste is. Jezus vertelt van een man die is overvallen en langs de kant van de weg ligt. Je zou denken: de priester en hulppriester zullen wel helpen. Helaas. Wie wel helpt is een Samaritaan. Bijzonder. Samaritanen en Joden waren vijanden. Het was dus niet normaal dat Samaritanen Joden hielpen. Jezus wil met deze gelijkenis zeggen dat je vanuit liefde door te helpen de naaste wordt van de ander. Dus dat je als het ware naast de ander gaat staan. Dat betekent heel concreet dat je de ander liefdevol benadert. Denk daarbij aan asielzoekers en vluchtelingen. Mooie voorbeelden hiervan zien we bij broers en zussen die naar het buitenland gaan om te helpen, bijvoorbeeld de jongerenreis naar Roemenië. Dat betekent ook dat je betrokken bent bij het werk van de zendelingen, bijvoorbeeld bij het werk van Utrecht Mission. Denk maar aan de zendingszondagen die we regelmatig in de Immanuelkerk hebben. Maar het hoeft niet altijd ver weg, ook dichtbij kan er van alles gedaan worden: een avond in de buurt organiseren, zodat ook niet-kerkmensen zich welkom weten, ook al weet je elkaars standpunten wel. Een mooi voorbeeld is de inloopmiddag op donderdag. Ook kun in je stilte gezinnen helpen die in financiële en/of maatschappelijke nood zitten. Denk maar aan het initiatief van de Voedselbank. Of wanneer je in aanraking komt met verslaafden en hun omgeving, je de mensen naar de goede opvang brengt (bv Moedige Moeders) Echte naastenliefde is meer dan alleen maar liefhebben als het jou uitkomt, als het leuk is en het je niet te veel kost. Echt liefhebben is offeren. Offeren van je eer, je geld, je bezit, je tijd, je energie, je gemak en desnoods je veiligheid. In het offeren mogen we onze Here Jezus volgen. Zijn offer was onze redding, door zijn bloed zijn wij bevrijd van onze zonden. Dat is het evangelie dat we door mogen geven aan de buitenwereld. Langs de Via Dolorosa, heel die lange lijdensweg, ging de Christus, onze Koning als een lam. Maar omdat Hij van ons hield met heel zijn hart, is Hij gegaan, langs de Via Dolorosa, heel de weg naar Golgotha Wie is jouw naaste of medemens? 2. Wat kun jij van deze gelijkenis van Jezus leren? 3. Wat mag voor jou de hulp voor je medemens kosten? 4. Hoe sta je in je dagelijks leven als gelovige bekend met de mensen om je heen? 5. Hoe zou je betrokken willen worden in het helpen van je naaste? 2 Het lied Via Dolorsa van Sela kun je beluisteren op de site, Surf naar