Levensfasebewust personeelsbeleid. Een Flitspanelonderzoek onder overheidspersoneel over de behoefte aan en beschikbaarheid van HRM-voorzieningen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Levensfasebewust personeelsbeleid. Een Flitspanelonderzoek onder overheidspersoneel over de behoefte aan en beschikbaarheid van HRM-voorzieningen."

Transcriptie

1 Levensfasebewust personeelsbeleid Een Flitspanelonderzoek onder overheidspersoneel over de behoefte aan en beschikbaarheid van HRM-voorzieningen. Juni

2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting Inleiding Doel van het onderzoek Recent Onderzoek Zeven clusters van werknemers Sectoren gekenmerkt door specifieke personeelsopbouw (On)beschikbaarheid van HRM-voorzieningen Algemene mening over (on)beschikbaarheid (On)beschikbare voorzieningen volgens clusters Belangrijke HRM-instrumenten naar leeftijd, geslacht en werkgebied Scholingsbehoefte Verschillen per leeftijdsgroep Verschillen per cluster Aantal dagen scholing per opleiding Functiegerichte of toekomstgerichte cursussen Organisatie en tevredenheid over functie- of loopbaanmogelijkheden De mening volgens de clusters De mening sectorbreed Verandering noodzakelijk in de organisatie? De tevredenheid over de ontwikkelingsmogelijkheden Extra onderzoek bij oudere werknemers Pensioen Te oud voor de functie? Obsoletie Ontziemaatregelen Meningen over ouderen Conclusies en aanbevelingen Bijlagen A. Responsverantwoording B. Vragenlijst C. Begeleidingsgroep VSO

3 Samenvatting Inleiding Het Verbond Sectorwerkgevers Overheid heeft aan de Directie Arbeidszaken Openbare Sector (AOS) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om onderzoek te doen naar de beleving van het personeel bij overheidsorganisaties over levensfasebewust personeelsbeleid. AOS heeft daarop een internetenquête uitgezet onder de deelnemers aan het Flitspanel. Dit voor Nederland unieke panel bestaat uit ruim overheidswerknemers uit alle overheidssectoren. De respons op dit onderzoek was hoog: 55 procent (9507 panelleden) van het Flitspanel heeft de enquête volledig ingevuld. De gepresenteerde resultaten zijn zowel representatief per overheidssector als voor de openbare sector als geheel. In dit onderzoek is een dwarsdoorsnede van overheidswerknemers ondervraagd. Inhoudelijk blijken de resultaten te worden ondersteund door de uitkomsten van recente onderzoeken onder markt- en overheidswerkgevers (Onderzoek van OSA/Universiteit van Utrecht) en specifiek onder beleidsmedewerkers, P&O en werkgevers in de publieke sector (de Vergrijzingsmonitor). Doel van het Flitspanelonderzoek naar levensfasebewust personeelsbeleid is een beeld te krijgen van de ideeën van overheidswerknemers ten aanzien van hun scholingsbehoefte en (loopbaan)ontwikkelmogelijkheden, evenals hun opvattingen over de beschikbaarheid en motiverende kracht van verschillende HRM-voorzieningen. Daarnaast zijn enige additionele vragen gesteld aan het overheidspersoneel dat 45 jaar en ouder is over hun visie op kennisveroudering (obsoletie) en ontziemaatregelen. Om de resultaten hanteerbaar te maken voor beleidsontwikkeling hebben de onderzoekers op basis van statistische analyses zeven categorieën personeel onderscheiden: Starters Carrièremakers binnen de organisatie Carrièremakers buiten de organisatie Vertrekkers Blijvers Ouderen Uittreders (pensioengangers). De clustering laat duidelijke verschillen in personeelsopbouw zien. De groep blijvers komt veel voor in de sectoren Rechterlijke Macht, Politie, Primair en Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Universitaire Medische Centra. Bij de sectoren Rijk, Gemeenten, Wetenschappelijk Onderwijs en de Onderzoeksinstellingen is juist de groep werknemers die verwachten nog maar maximaal vier jaar in de huidige functie bij de huidige werkgever te werken relatief groot. Bij sectoren zoals Waterschappen, Primair en Voortgezet Onderwijs en Middelbaar en Hoger Beroepsonderwijs zijn relatief veel ouderen werkzaam. Starters zijn in relatief grote getale terug te vinden Rijk, Wetenschappelijk Onderwijs, Politie en Defensie. (On)beschikbaarheid HRM-voorzieningen Gevraagd naar de aanwezigheid van verschillende HRM-voorzieningen zeggen veel overheidswerknemers op de hoogte te zijn van het bestaan van de levensloopregeling, de mogelijkheid tot deeltijd werken en het betaald ouderschapsverlof. 3

4 De meeste overheidswerknemers stellen dat er voldoende HRM-voorzieningen aangeboden worden om de komende vijf jaar gemotiveerd te kunnen blijven werken. Vooral opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden zijn in dat kader van belang. Aan doorgroeimogelijkheden, functiemobiliteit, loopbaancoaching en thuiswerkmogelijkheden bestaat eveneens veel behoefte, maar dergelijke voorzieningen zijn om soms voor de hand liggende redenen niet altijd bereikbaar of beschikbaar voor overheidspersoneel. Een nadere analyse biedt de volgende aanknopingspunten voor (de doorontwikkeling van) HRM-beleid in de overheidssectoren: Starters noemen opleidingsmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden belangrijk om de komende jaren gemotiveerd aan het werk te blijven. Ouderen noemen vaak flexibele werktijden, naast mogelijkheden tot thuiswerken en/of deeltijdwerken. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn betrekkelijk klein. Mannen zijn meer gefocust op doorgroeimogelijkheden, vrouwen meer op deeltijdwerken. Als er onderscheid wordt gemaakt naar de werkvelden Openbaar Bestuur, Veiligheid en Onderwijs, dan valt op dat Veiligheid kiest voor doorgroeimogelijkheden, opleidingsmogelijkheden en functiemobiliteit. Openbaar Bestuur vindt flexibele werktijden, functiemobiliteit en thuiswerkmogelijkheden erg belangrijk. De Onderwijssectoren noemen juist deeltijdwerken en thuiswerken. Scholingsbehoefte De meeste overheidswerknemers (75-80%) geven aan behoefte te hebben aan een of andere vorm van (bij)scholing. In het onderzoek is daarbij onderscheid gemaakt tussen zogenoemde functiegerichte dan wel loopbaangerichte scholing. Het blijkt dat jongere overheidswerknemers beide vormen van scholing erg belangrijk vinden. Naarmate men meer jaren heeft gewerkt, verandert de aard van de scholingsbehoefte: ouderen geven aan functiegerichte scholing meer geëigend te vinden. Zoals mocht worden verwacht, geeft een groot deel van de zogenoemde vertrekkers behoefte te hebben aan loopbaangerichte scholing (30%). Zeer veel overheidswerknemers (90%) hebben het afgelopen jaar een cursus of opleiding gevolgd. Er is nauwelijks verschil tussen de zeven groepen personeel die zijn onderscheiden. Overheidspersoneel dat kort in dienst is de starters - heeft vaker een langduriger cursus of opleiding (langer dan 10 dagen) gevolgd dan de overige groepen personeel. Organisatie en tevredenheid over functie- of loopbaanmogelijkheden Ongeveer de helft van de overheidswerknemers zegt geheel zelfstandig zónder enige ondersteuning door P&O-functionarissen of van hun direct leidinggevenden - aan hun ontwikkeling in huidige functies en/of hun loopbaanontwikkeling te werken. Net als in het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2006 komt naar voren dat meer (manifeste) betrokkenheid van de leidinggevende bij de functie- of loopbaangerichte ontwikkeling gewenst is. In ieder geval is het zo dat de werknemers van mening zijn dat er weinig veranderd hoeft te worden aan de organisatie van de functie- en loopbaanbegeleiding zodra hun leidinggevende daar direct bij betrokken is. De waardering voor de ontwikkelmogelijkheden valt in dat geval eveneens hoger uit. Werknemers die vinden dat ze te weinig ondersteuning krijgen bij hun ontwikkeling (in functie en loopbaan) zijn van mening dat de rol van de direct leidinggevenden en die van de HRM- 4

5 deskundigen binnen hun organisaties groter behoort te zijn. Deze overheidswerknemers waarderen de ontwikkelmogelijkheden binnen hun organisatie laag. Jong(er) overheidspersoneel dat nog maar kort in dienst is, merkt op dat de leidinggevende meestal wel direct betrokken is bij de functie- en loopbaanontwikkeling van de jongeren. Het zijn veelal de ouderen die het idee hebben hierin alleen te staan. De waardering van de ontwikkelmogelijkheden is bij de eerst genoemde werknemers ook aanzienlijk hoger dan diegenen die langer in dienst zijn. Extra onderzoek bij oudere werknemers Aan werknemers van 45 jaar en ouder zijn enkele additionele vragen gesteld over onder meer het verwachte moment van pensionering en het al dan niet verouderen van hun kennis. De helft van de oudere overheidswerknemers zegt met pensioen te gaan op de leeftijd waarop dat op grond van hun opgebouwde (pre)pensioen verwacht mag worden: tussen het 63 e en 65 e levensjaar. Slechts 5 procent geeft aan na hun 65 e nog door te willen werken. Opmerkelijk is dat de meerderheid van de leeftijdgroep van 45 t/m 54 jaar eerder wil stoppen met werken dan de voor hen geldende (pre)pensioenleeftijd van 63 jaar. Van de 55-jarigen en ouder wil tweederde stoppen op de verwachte pensioenleeftijd. De oudere overheidsmedewerker vindt dat zijn manier van werken up-to-date is en ook de wil om betrokken te zijn bij vernieuwingen is nog volop aanwezig, Dit geldt evenzo voor de wil om zich te ontwikkelen. Dat blijkt evenzeer uit hun hoge scholingsbehoefte. De helft is echter van mening dat daarvoor te weinig mogelijkheden zijn. Ook leeft de mening bij ouderen dat er tegenwoordig minder een beroep wordt gedaan op hun specifieke kwaliteiten en vaardigheden. Dit geldt vooral voor diegenen die al lang een bepaalde functie uitoefenen. Zij zeggen minder plezier in hun werk te hebben en ook de waardering van de ontwikkelmogelijkheden is in dat geval vaak lager. Oudere werknemers in onderwijssectoren (veelal de docenten in het Primair en Voortgezet Onderwijs en in het Middelbaar Beroepsonderwijs) geven vaker dan in andere sectoren aan dat zij het werk fysiek en mentaal minder goed aankunnen. Zij willen ook eerder met (pre)pensioen, omdat ze het werk te zwaar vinden. Voor veel ouder personeel zijn ontziemaatregelen die gericht zijn op minder uren werken, populair om gemotiveerd aan het werk te blijven. Dit kan volgens veel overheidswerknemers echter niet de enige op deze levensfase gerichte HRM-maatregel zijn. Vooral veel hoger opgeleiden zijn van mening dat het huidige personeelsbeleid voor oudere werknemers te veel gericht is op ontziemaatregelen. Opmerkelijk is dat een ruime meerderheid van de alle respondenten vindt dat ouderen meer als coach ingeschakeld moeten worden. 5

6 Aanbevelingen Op basis van de bevindingen van dit Flitspanelonderzoek onder overheidswerknemers naar de behoefte aan en bereikbaarheid van op de levensfase gerichte HRM-voorzieningen, kunnen de volgende aanknopingspunten voor sectoraal beleid worden geformuleerd: Het te voeren personeelsbeleid welke HRM-voorzieningen moeten beschikbaar zijn voor welke groepen werknemers moet meer toegespitst worden op de samenstelling van het personeel in de betreffende sector (levensfasebewust personeelsbeleid avant la lettre). Organisaties moeten helder en transparant aan werknemers duidelijk maken van de mogelijkheden tot verticale dan wel horizontale mobiliteit zijn. Zowel HRMfunctionarissen als leidinggevenden zullen (pro-)actief werknemers moeten begeleiden bij hun keuzes aangaande hun loopbaanontwikkeling. Horizontale mobiliteit moet daarbij als een serieuze en volwaardige stap worden gestimuleerd. Het loont voor overheidswerkgevers om ouderen (45 plus) functiegericht bij of om te scholen. Ouderen hebben vaak nog een flinke arbeidzame periode voor de boeg. Vaak zijn ze als blijver te typeren dus zal het rendement van dergelijke scholing voor de organisatie groot zijn. Tevens worden oudere werknemers zo beter inzetbaar voor andere functies. Dit is vooral van belang voor organisaties die een grote interne (en externe) mobiliteit voorstaan. Met de opbouw van het huidige personeelsbestand als uitgangspunt zijn er sectoren waarin afgaande op de behoefte bij een belangrijk deel van de onderscheiden clusters personeel winst te behalen valt door thuiswerkmogelijkheden te verruimen, meer flexibele werktijden toe te staan en deeltijd te bevorderen. Belangrijk is dat het personeel niet te lang in een bepaalde functie blijft werken; er is een duidelijke behoefte aan mobiliteit. Dit betekent dat organisaties moeten investeren in een robuust of strategisch personeelsbeleid dat een grotere mobiliteit van werknemers mogelijk maakt en ondersteund. Aandachtspunt bij het streven naar een verhoogde mobiliteit is een goede borging van kennis 1 binnen de organisatie. 1 Zie ook de Vergrijzingsmonitor (KMPG e.a.): gebrekkige kennisborging en onvoldoende interne mobiliteit zijn problemen binnen overheidsorganisaties. 6

7 1. Inleiding De vergrijzingsproblematiek zal de komende jaren hoog op de agenda blijven staan. Het kabinet heeft al een groot aantal maatregelen genomen om de vergrijzingsproblematiek te verlichten, onder meer door werknemers te stimuleren om langer aan het werk te blijven. De noodzaak om te investeren in het behoud van personeel heeft in combinatie met het langer doorwerken de ontwikkeling van levensfasebewust personeelsbeleid op de agenda gezet. In het beleidsprogramma dat het kabinet Balkenende IV heeft gepubliceerd, wordt dit bevestigd en het kabinet wil de sociale partners spreken over ( ) het stimuleren van leeftijdsbewust beleid ( ). Ook zal de arbeidsdeelname van ouderen na hun 65 ste jaar verder worden aangemoedigd; 2. De voorliggende rapportage weerspiegelt de mening van het overheids- en onderwijspersoneel 3 over de behoefte aan en de bereikbaarheid van HRM-voorzieningen. Daarmee biedt het inzicht in de mate waarin overheidswerkgevers erin slagen personeelsbeleid vorm te geven dat adequaat inspeelt op de behoeften aan scholing en loopbaanontwikkeling die werknemers in de verschillende levensfasen (kunnen) hebben. De resultaten van het onderzoek kunnen door sectoren en organisaties worden gebruikt om waar nodig hun personeelsbeleid nader af te stemmen op specifieke deelpopulaties binnen hun personeelsbestand. De rapportage is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 gaat allereerst kort in op recent vergelijkbaar onderzoek. Daarna wordt op basis van het onderzoek een onderverdeling van overheidspersoneel in zeven clusters (van starter tot uittreder) gepresenteerd. Dit biedt inzicht in de samenstelling van het personeel bij de verschillende overheidssectoren en is een daarmee een handvat voor toekomstig HRM-beleid van werkgevers binnen die sectoren. Hoofdstuk 2 schetst een beeld van de HRM-voorzieningen die voor de verschillende clusters van overheidspersoneel van belang en motiverend zijn. Hoofdstuk 3 legt de focus op de opleidingsbehoefte van het overheidspersoneel. Hoofdstuk 4 gaat in op de werktevredenheid en loopbaanmogelijkheden van het overheidspersoneel. Hoofdstuk 5 biedt de resultaten van het specifieke deelonderzoek onder oudere werknemers, met nadruk op de zogenoemde ontziemaatregelen. Hoofdstuk 6 bevat aanbevelingen. 2 Kabinet Balkenende IV, Beleidsprogramma , een uitwerking van het Centraal Akkoord, pijler 4, hfdst 4.2., derde bullit., juni Als in het vervolg van de tekst wordt gesproken van overheidspersoneel, dan wordt - analoog aan het begrip overheidswerknemer - personeel bedoeld dat afkomstig is uit alle overheids- en onderwijssectoren. 7

8 1.1 Doel van het onderzoek Het Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) heeft enige tijd geleden een handleiding uitgebracht over levensfasebewust personeelsbeleid 4. De schrijvers van dat rapport zijn uitgegaan van de volgende definitie van Levensfasebewust personeelsbeleid, die aansluit bij de ROP 5 -definitie: Beleid dat is gericht op duurzame inzetbaarheid van alle werknemers, door rekening te houden met hun leeftijd en daarbij behorende kenmerken en behoeften. Hierbij worden maatregelen getroffen o.a. op het terrein van gezondheid, flexibel werken, ontwikkeling van de medewerker en mobiliteit. Het rapport geeft een aantal handvatten voor overheidswerkgevers om het levensfasebewust personeelsbeleid te versterken. Om meer inzicht te krijgen welke behoeften er onder het overheidspersoneel leven over levensfasebewust personeelsbeleid (toegespitst op de door personeel ervaren beschikbaarheid van HRM-voorzieningen), heeft het VSO een verzoek aan directie Arbeidszaken Openbare Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingediend om dat beleid via het zogenoemde Flitspanel 6 nader te onderzoeken. Met behulp van enerzijds de handleiding van het VSO en anderzijds de resultaten van het Flitspanelonderzoek kunnen overheidsorganisaties hun levensfasebewust personeelsbeleid adequater afstemmen op de behoeften die het personeel heeft. Een begeleidingsgroep met daarin vertegenwoordigers van sectoren, VSO en AOS heeft de vragenlijst die aan het panel is voorgelegd, ontwikkeld en is nauw betrokken geweest bij de uitwerking van de resultaten ervan. De meeste vragen zijn aan een dwarsdoorsnede van het overheidspersoneel gesteld. Bij oudere overheidswerknemers (de leeftijdsgroep van 45 jaar en ouder) is specifiek ook aandacht besteed aan de mate waarin deze groep nog mee kan en wil komen in hun huidige baan en hoe deze groep aankijkt tegen ontwikkelingsmogelijkheden en ontziemaatregelen. Een deel van de vragen die aan ouderen is gesteld, werd door de Universiteit van Utrecht ontwikkeld en meten het begrip obsoletie (veroudering in relatie tot het werk. De onderzoekers van de universiteit hebben die vragen eerder in verschillende marktsectoren uitgeprobeerd en gevalideerd. 1.2 Recent Onderzoek Er is de afgelopen jaren zeer veel onderzoek gedaan naar HRM-beleid en levensfasebewust personeelsbeleid. Het voert te ver om al dat onderzoek te bespreken, maar op twee recent gehouden onderzoeken gaan we wat dieper in. De resultaten van het Flitspanelonderzoek sluiten namelijk aan bij een tweetal andere onderzoeken: de Vergrijzingsmonitor en het Universiteit van Utrecht/OSA-onderzoek. 4 VSO, Levensfasebewust personeelsbeleid, Kenniskring LBP, VSO 06/0190, juni zie ROP-advies: Vluchten kan niet meer, Raad voor het Overheidspersoneel, september Dit is een internetpanel, waar ruim overheidswerknemers aan deelnemen. Het panel is representatief voor de totale populatie van werknemers bij de overheid (rijk, provincies, gemeenten, rechterlijke macht, defensie, politie, waterschappen en onderwijs). 8

9 De Vergrijzingsmonitor is gehouden onder werkgevers, P&O functionarissen en beleidsmedewerkers in de publieke sector (met inbegrip van de zorgsector). De resultaten zijn pas onlangs gepresenteerd. Qua opzet lijkt de Vergrijzingsmonitor op het Flitspanelonderzoek: er is gewerkt met een via het internet afgenomen vragenlijst (respons n=3692). De monitor is een initiatief van het Netwerk Organisatie & Vergrijzing, een samenwerkingsverband van Kluwer, KPMG en Randstad 7. Dit Netwerk concludeert onder meer dat de publieke sector de toenemende vergrijzing en de problemen die daarmee samengaan nauwelijks serieus neemt. Een meerderheid van de organisaties erkent dat vergrijzing ingrijpende gevolgen kent, maar heeft nog geen strategische beleidsplannen. De problemen spitsen zich toe op kennisverlies, het hebben en houden van voldoende werknemers en de verstarring van organisaties als gevolg van beperkte doorstroommogelijkheden. Vergrijzing heeft ook geen duidelijke probleemeigenaar: het hoger management wijst naar P&O en P&O wijst weer terug naar de leidinggevenden. Deze resultaten van het onderzoek van KMPG c.s. komen op een aantal punten redelijk overeen met de resultaten van een vergelijkend vragenlijstonderzoek onder werkgevers (markt en overheid) dat door de Universiteit van Utrecht/OSA ( ) 8 is uitgevoerd. Uit dit onderzoek van Schippers blijkt dat de overheidswerkgevers zich goed bewust zijn van de vergrijzingproblematiek. Vergrijzing is nu al knelpunt nummer 1, maar wordt alleen maar pregnanter de komende jaren, samen met werkdruk en het vinden van nieuw personeel. Het onderzoek laat ook zien dat overheidsorganisaties wat optimistischer zijn over de gevolgen van vergrijzing dan marktorganisaties, ondanks dat overheidsorganisaties vaker vergrijsd zijn dan marktorganisaties. Voorts blijkt uit het onderzoek dat in vergelijking met bedrijven in de markt de overheid meer regelingen kent die ouderen faciliteren om langer te blijven werken, variërend van ergonomische aanpassingen tot opleidingsplannen of demotie. In een kort tijdsbestek zijn dus drie grote onderzoeken uitgevoerd: aan beleidsmedewerkers, P&O-mensen, leidinggevenden in de zorg- en overheidssectoren is de problematiek van de vergrijzing voorgelegd, zoals kennisverlies en verstarring (Vergrijzingsmonitor, 2007) aan werkgevers in de markt en bij de overheid is gevraagd naar de mate waarin zij vinden dat de vergrijzing een probleem voor hun organisatie is (Universiteit van Utrecht/OSA, 2007) een groot deel van de overheidswerknemers is hun mening gevraagd over levensfasebewust personeelsbeleid (Flitspanel, 2007). 1.3 Zeven clusters van werknemers Inzicht in de loopbaanambities van groepen werknemers kan voor de organisatie houvast zijn om gericht HRM-beleid te voeren. Personeel dat aangeeft binnenkort te vertrekken, vergt een andere aanpak dan personeel dat aangeeft bij de organisatie te blijven of over enige tijd - met pensioen te gaan. 7 Netwerk Organisatie & Vergrijzing; Vergrijzingsmonitor, Schippers J. Worstelen met Abraham; de overheid als werkgever en als beleidsmaker. Lezing themabijeenkomst van het A+O-fonds Rijk, Fair Play for Older Workers, 19 april

10 In de opzet van de vragenlijst is vooraf geen onderscheid gemaakt tussen groepen respondenten. Om de resultaten van het onderzoek makkelijker te kunnen interpreteren, zijn de volgende indicatoren voor de loopbaanambities van overheidspersoneel onderscheiden: 1. Het verwachtingspatroon van de werknemers ten opzichte van de huidige baan en de huidige werkgever: hoeveel jaar verwacht de medewerker de huidige functie te blijven vervullen en hoeveel jaar verwacht de medewerker nog te blijven werken bij de huidige werkgever? 2. Het arbeidsverleden van de medewerker met betrekking tot de huidige baan en de huidige werkgever: hoeveel jaar werkt de medewerker in de huidige functie en hoeveel jaar is de medewerker werkzaam bij de huidige werkgever? 3. De leeftijd van de overheidsmedewerker. Op basis van bovenstaande drie factoren is door middel van clusteranalyse 9 bekeken of samenhangende groepen te formeren zijn binnen de overheidswerknemers die hebben gerespondeerd. Op basis van deze analyse zijn zeven clusters aan te duiden: 1. Overwegend jonge overheidswerknemers die maximaal twee jaar werkzaam zijn in de huidige functie en vaak ook bij de huidige werkgever (starters). 2. Overheidswerknemers die verwachten nog maximaal twee jaar de huidige functie te blijven vervullen en meestal ook verwachten binnen twee jaar te vertrekken bij de huidige werkgever (vertrekkers). 3. Overheidswerknemers die verwachten nog twee tot vier jaar de huidige functie uit te voeren bij de huidige werkgever (carrièremakers buiten de organisatie). 4. Overheidswerknemers die verwachten meer dan tien jaar bij de huidige werkgever in dienst te blijven maar niet noodzakelijk in de huidige functie (carrièremakers binnen de organisatie). 5. Overheidswerknemers die verwachten meer dan tien jaar de huidige functie te blijven vervullen, hoofdzakelijk bij de huidige werkgever (blijvers). 6. Overwegend oudere overheidswerknemers die verwachten nog vijf tot negen jaar bij de huidige werkgever de huidige functie te vervullen. Een ruime meerderheid is ouder dan 55 jaar (ouderen). 7. Overheidswerknemers die verwachten binnen vijf jaar met pensioen te gaan (uittreders / pensioengangers). Werknemers van 45 jaar en ouder zijn in ruime meerderheid aanwezig in de clusters blijvers, ouderen en uittreders. Werknemers die jonger zijn dan 45 jaar zijn in meerderheid aanwezig binnen de clusters starters, carrière binnen organisatie en de vertrekkers. In de indeling is duidelijk het patroon herkenbaar dat oudere werknemers vaak verwachten nog lang de huidige functie bij de huidige werkgever/organisatie te zullen vervullen. Het korte(re) arbeidsverleden blijkt alleen binnen de cluster starters een doorslaggevende rol te spelen. Bij de overige clusters zijn vooral het verwachtingspatroon en de leeftijd bepalende factoren. 9 In bepaalde onderzoeken kan het zinvol zijn om na te gaan of de respondenten kunnen worden verdeeld in een aantal groepen, zodanig dat de respondenten binnen de groepen op elkaar lijken maar de groepen van elkaar verschillen. Clusteranalyse is een statistische techniek om aan de hand van een aantal kenmerkende variabelen, die groepen (clusters) te onderscheiden. 10

11 1.4 Sectoren gekenmerkt door specifieke personeelsopbouw Tabel 1 geeft een overzicht van bovenstaande indeling per sector. Bij het Rijk zijn verhoudingsgewijs meer starters, vertrekkers en carrièremakers buiten de organisatie. De clusters met oudere werknemers (zowel werknemers die verwachten binnen vijf jaar met pensioen te gaan en zij die verwachten de huidige functie meer dan vijf jaar te vervullen) zijn bij het Rijk kleiner in vergelijking met het totaalbeeld. Het is opvallend dat de groep starters bij de sector Provincies zeer groot is. De starters in deze sector wijken af van de starters uit de overige sectoren in de zin dat zij gemiddeld ouder zijn. Verder zijn er minder werknemers die verwachten langere tijd bij de organisatie te blijven dan in de andere sectoren het geval is: zowel de carrièremakers binnen de organisatie als blijvers komen minder vaak voor. Bij de Rechterlijke Macht zijn juist die clusters met werknemers die verwachten lange tijd te blijven juist wel in ruime mate vertegenwoordigd. De cluster vertrekkers is zeer klein binnen deze sector. Het Primair Onderwijs kent relatief veel oudere werknemers. Ook blijvers zijn in vergelijking met de andere sectoren in ruime mate aanwezig. Het profiel van het Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs lijkt sterk op die van het Primair Onderwijs met als verschil dat bij het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroepsonderwijs de oudere clusters nog prominenter aanwezig zijn. In het Hoger Beroepsonderwijs zijn relatief veel ouderen: zowel de cluster ouderen als de cluster met de uittreders zijn relatief groot. Verder is de cluster met werknemers die verwachten lange tijd binnen de organisatie te werken relatief klein. Bij Wetenschappelijk Onderwijs zijn relatief veel starters, ook het aandeel vertrekkers is relatief groot. Onder de vertrekkers in deze sector heeft de meerderheid een tijdelijk contract zonder uitzicht op een vaste aanstelling. Ook onder starters zijn veel werknemers met een tijdelijk contract zonder uitzicht op een vaste aanstelling. Verklaring hiervoor is dat binnen deze sector veel Aio s werkzaam zijn. Bij de Onderzoeksinstellingen is iets vergelijkbaars aan de hand. Ook hier zijn relatief veel werknemers die verwachten nog maximaal twee jaar in de huidige functie bij de huidige werkgever te blijven werken. Het aandeel starters is echter wel lager in vergelijking met wetenschappelijk onderwijs. Binnen de sector Politie is de cluster dat verwacht nog lang bij de huidige organisatie te blijven zeer groot. Het aantal werknemers dat verwacht binnen twee jaar in een andere functie te werken bij een andere werkgever is juist weer zeer klein. Verder zijn de clusters waarin voornamelijk oudere werknemers vertegenwoordigd zijn wat kleiner in vergelijking met het totaalbeeld. Ook bij Defensie zijn veel werknemers die verwachten nog lange tijd binnen de organisatie te blijven werken. Deze cluster bestaat binnen deze sector voor het grootste deel uit Beroepsmilitairen met een contract voor Onbepaalde Tijd (BOT). Anderzijds is ook het aantal werknemers dat verwacht binnen vier jaar een andere functie te hebben bij een andere werkgever groot (vertrekkers en carrière buiten organisatie). Hier betreft het juist in meerderheid beroepsmilitairen met een contract voor bepaalde tijd (BBT). 11

12 Bij de sectoren Gemeenten, Universitaire Medische Centra en Waterschappen komt de verdeling over de zeven clusters ongeveer overeen met het totaalbeeld. Bij de sector Gemeenten is de groep werknemers die verwachten lange tijd binnen de eigen organisatie te blijven werken relatief klein, terwijl het percentage werknemers dat verwacht de organisatie op korte termijn te verlaten juist weer iets groter is, in vergelijking met het totaalbeeld. Bij de Waterschappen zijn vooral de clusters waarin vooral ouderen vertegenwoordigd zijn relatief groot. Bij de Universitaire Medische Centra is alleen de cluster met werknemers die verwachten nog lange tijd (tot aan hun pensioen) binnen de organisatie werkzaam te zijn, iets groter in vergelijking met het totaalbeeld. 12

13 Tabel 1. Indeling clusters naar sector 10 Starters Carrière binnen organisatie Vertrekkers Carrière buiten organisatie Blijvers Ouderen Uittreders Rijk 20% + 23% 15% + 18% + 10% - 10% - 4% - Gemeenten 15% - 18% - 15% + 17% + 14% 13% 8% Provincies 32% + 13% - 10% 17% 8% - 9% 10% Rechterlijke Macht 10% 30% 3% - 13% 20% 13% 10% Waterschappen 13% 24% 6% - 13% 17% 18% 10% Primair Onderwijs 9% - 25% 7% - 10% - 22% + 16% 12% + Voortgezet Onderwijs 13% - 21% 6% - 9% - 21% + 19% + 11% + Middelbaar Beroepsonderwijs 11% - 21% 7% - 10% - 20% + 21% + 11% + Hoger Beroepsonderwijs 16% 17% 12% 12% 13% 17% + 12% + Wetenschappelijk Onderwijs 26% + 14% - 18% + 14% 12% 10% 7% Onderzoekinstellingen 17% 17% 17% 17% 11% 11% 11% Universitaire Medische Centra 16% 26% 10% 13% 20% + 9% 5% Politie 15% 38% + 6% - 12% - 12% 10% 7% Defensie 19% 27% + 19% + 23% + 7% - 3% - 3% - Totaal 15% 23% 11% 14% 16% 13% 8% 10 Percentages waar een + of een achter staat geven aan dat het gestandaardiseerde residu in die cel een waarde heeft die hoger is dan 2 (+) of een waarde lager dan -2 (-). Dit betekent dat het aantal waarnemingen in die cel meer dan twee standaarddeviatie-eenheden afwijkt van de verwachte waarde. 13

14 2. (On)beschikbaarheid van HRM-voorzieningen In dit hoofdstuk wordt de beschikbaarheid van HRM-voorzieningen bezien. Respondenten kregen de vraag voorgelegd welke voorzieningen in hun ogen belangrijk zijn om goed gemotiveerd te kunnen (blijven) werken. Ook deden de respondenten een uitspraak over de beschikbaarheid of de bereikbaarheid van voorzieningen; met beschikbaarheid of bereikbaarheid wordt hier bedoeld of de respondent de mogelijkheid krijgt van zijn werkgever om een aanspraak te doen op de voorziening. Deze vragen zijn vervolgens nader geanalyseerd naar de onderscheiden clusters. 2.1 Algemene mening over (on)beschikbaarheid Veruit de meeste overheidswerknemers zijn van mening dat de levensloopregeling (86 procent), in deeltijd kunnen werken en betaald ouderschapsverlof beschikbaar zijn (beide 77 procent, zie figuur 1). Opleidingsmogelijkheden zijn er ook voor de meeste overheidswerknemers, maar deze zijn vaker in minder ruime mate beschikbaar: 41 procent geeft zelfs aan dat deze voorziening beperkt aanwezig is. Thuiswerkmogelijkheden en loopbaancoaching zijn volgens overheidswerknemers veel minder gemeengoed: thuiswerkmogelijkheden zijn voor 50 procent van de overheidswerknemers niet beschikbaar en loopbaancoaching is voor 65 procent niet of slechts in geringe mate beschikbaar. Meer dan de helft van de overheidswerknemers (54 procent) vindt dat er weinig doorgroeimogelijkheden zijn. Figuur 1. Beschikbaarheid HRM-voorzieningen Levensloopregeling In deeltijd kunnen w erken Betaald ouderschapsverlof Betaald zorgverlof Opleidingsmogelijkheden Flexibele w erktijden Meer uren w erken Functiemobiliteit Loopbaancoaching Doorgroeimogelijkheden Thuisw erkmogelijkheden 0% 20% 40% 60% 80% 100% Beschikbaar In geringe mate beschikbaar Niet beschikbaar 14

15 HRM-voorzieningen die het meest helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven zijn voor veel overheidswerknemers opleidingsmogelijkheden (44 procent, zie figuur 2) en doorgroeimogelijkheden (43 procent). Doorgroeimogelijkheden worden daarbij meestal als eerste genoemd. Betaald ouderschapsverlof, levensloopregeling, meer uren kunnen werken en betaald zorgverlof worden maar weinig genoemd (minder dan 8 procent). Figuur 2. HRM-voorzieningen belangrijk om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven Opleidingsmogelijkheden Doorgroeimogelijkheden Flexibele w erktijden Functiemobiliteit Thuisw erkmogelijkheden In deeltijd kunnen w erken Loopbaancoaching Betaald ouderschapsverlof Meer uren kunnen w erken Levensloopregeling Betaald zorgverlof 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% eerste keus tweede keus derde keus Vervolgens is de vraag voorgelegd in hoeverre die HRM-voorzieningen naar de mening van het personeel voor hen ook daadwerkelijk worden ingezet. In de meeste gevallen zijn de HRM-voorzieningen die de werknemers helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven in meer of mindere mate beschikbaar (zie figuur 3). Voor een aanzienlijke groep overheidswerknemers (11 procent) zou een doorgroeimogelijkheid extra motiveren om binnen de organisatie te werken, maar in de praktijk is deze mogelijkheid vaak niet aanwezig. Twee andere voorzieningen die vaak wel gewenst zijn bij overheidswerknemers maar die vaak niet beschikbaar zijn, zijn thuiswerkmogelijkheden en loopbaancoaching. Thuiswerkmogelijkheden zijn voor 8 procent van de overheidswerknemers niet beschikbaar, terwijl men deze wel heeft benoemd als voor hen belangrijke voorzieningen. Loopbaancoaching is door 9 procent genoemd. Andere voorzieningen die nogal eens niet beschikbaar zijn, maar wel worden geduid als motiverend zijn flexibele werktijden en functiemobiliteit Onder functiemobiliteit wordt verstaan het rouleren van personeel tussen functies (al dan niet geregisseerd door de organisatie). 15

16 Figuur 3. Beschikbaarheid van HRM-voorzieningen die helpen om werknemers gemotiveerd te houden. Opleidingsmogelijkheden Doorgroeimogelijkheden Flexibele werktijden Functiemobiliteit In deeltijd kunnen werken Thuiswerkmogelijkheden Loopbaancoaching Ouderschapsverlof Meer uren kunnen werken Levensloopregeling Zorgverlof 0% 10% 20% 30% 40% 50% Niet beschikbaar maar wel motiverend Beschikbaar en motiverend 2.2 (On)beschikbare voorzieningen volgens clusters Opleidingsmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden zijn door starters veruit het meest genoemd als belangrijke motieven om bij die organisatie te werken (zie figuur 4). Ook in de clusters waar jongere werknemers het meest vertegenwoordigd zijn, zijn dit veel genoemde HRM-voorzieningen. Voor de clusters waar oudere werknemers in meerderheid aanwezig zijn (blijvers, ouderen en uittreders) worden deze duidelijk minder vaak geopperd. Deze groepen noemen juist vaak flexibele werktijden. Voor de ouderen en uittreders zijn thuiswerkmogelijkheden en deeltijdmogelijkheden daarenboven ook nog belangrijk. Vertrekkers en carrièremakers buiten de organisatie noemen vaak doorgroeimogelijkheden, functiemobiliteit en loopbaancoaching Onder loopbaancoaching wordt verstaan een HRM-voorziening die regelt dat een personeelslid wordt begeleid in zijn loopbaan opdat de organisatie als het personeelslid hiervan kunnen profiteren. 16

17 Figuur 4. Voorzieningen die het meest helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven uitgesplitst naar cluster 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 17 Ouderschapsverlof Doorgroeimogelijkheden Opleidingsmogelijkheden Functiemobiliteit Flexibele werktijden Loopbaancoaching Thuiswerkmogelijkheden meer uren kunnen werken In deeltijd kunnen werken Zorgverlof Levensloopregeling Starters Carrière binnen organisatie Vertrekkers Carrière buiten organisatie Blijvers Ouderen Pensioengangers

18 Nu volgt een specificatie van voorzieningen die naar de mening van de verschillende clusters niet beschikbaar zijn; ze bestaan wel, maar men kan daar om welke reden dan ook geen aanspraak op maken. Het gaat om doorgroeimogelijkheden, functiemobiliteit, loopbaancoaching en thuiswerkmogelijkheden. Per cluster wordt bekeken in hoeverre deze voorzieningen de maatregelen beschikbaar zijn (groene versus rode en oranje tinten) en in hoeverre aanwezig zijn wanneer deze zijn aangemerkt als maatregel/voorziening die helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven (rode versus groene tinten). Uit figuur 4 blijkt dat vertrekkers de HRM-voorziening doorgroeimogelijkheden heel belangrijk vinden voor het werk. Vooral deze groep geeft aan dat deze voorziening vaak niet beschikbaar is (zie figuur 5). Dit is een reden om weg te gaan. Dat hoeft overigens niet altijd het geval te zijn: onder overheidswerknemers die denken binnen vier jaar te vertrekken(carrières buiten de organisatie), speelt namelijk ook mee dat zij veelal een tijdelijk contract hebben waarvan bekend is dat deze niet verlengd wordt. Dit is het geval voor overheidswerknemers uit de sectoren Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoeksinstellingen. Bij Defensie komen groepen met tijdelijke contracten eveneens vaak voor: de zgn. BBT-ers. Ook voor de ouderen geldt dat doorgroei naar een hogere functie er vaak niet meer inzit. Van de clusters blijvers, ouderen en uittreders geldt dat deze voorziening in 30% van de gevallen niet (meer) beschikbaar is, ongeacht of deze is aangemerkt als maatregel om gemotiveerd aan het werk te blijven. Van het aandeel ouderen dat aangeeft dat deze maatregel helpt om gemotiveerd aan het werk te blijven, blijkt voor bijna de helft dat deze niet beschikbaar is. Figuur 5. Doorgroeimogelijkheden en de beschikbaarheid Starters Carrière binnen Vertrekkers Carrière buiten Blijvers Ouderen Pensioengangers Beschikbaar en motiverend Beschikbaar maar niet aangemerkt als motiverend Doorgroeimogelijkheden Niet beschikbaar en niet aangemerkt als motiverend Niet beschikbaar maar wel motiverend Functiemobiliteit is een voorziening die vertrekkers vaak hebben aangemerkt als motiverend, maar dit is kennelijk niet bereikbaar voor die groep (zie figuur 6). Voor ouderen (diegenen die nog vijf tot negen jaar blijven werken in de huidige functie) blijkt deze voorziening ook weinig beschikbaar, terwijl deze wel als motiverend is benoemd. 18

19 Figuur 6. Functiemobiliteit en de beschikbaarheid. Starters Carrière binnen organisatie Vertrekkers Carrière buiten organisatie Blijvers Ouderen Pensioengangers Beschikbaar en motiverend Beschikbaar maar niet aangemerkt als motiverend Functiemobiliteit Niet beschikbaar en niet aangemerkt als motiverend Niet beschikbaar maar wel motiverend Loopbaancoaching is een voorziening die vooral overheidswerknemers aanspreekt die verwachten binnen vier jaar in een andere functie bij een andere werkgever te werken. Voor slechts de helft van deze cluster blijkt deze voorziening beschikbaar te zijn (zie figuur 7). Dat geldt ook voor blijvers geldt dat evenzeer, althans voor diegenen die de voorziening motiverend vinden. Figuur 7. Loopbaancoaching en de beschikbaarheid. Starters Carrière binnen organisatie Vertrekkers Carrière buiten organisatie Blijvers Ouderen Pensioengangers Beschikbaar en motiverend Beschikbaar maar niet aangemerkt als motiverend Loopbaancoaching Niet beschikbaar en niet aangemerkt als motiverend Niet beschikbaar maar wel motiverend 19

20 Thuiswerkmogelijkheden worden door ouderen vaak aangemerkt als motiverend. Er zijn weinig verschillen waarneembaar tussen de verschillende clusters voor wat betreft de beschikbaarheid ( zie Figuur 8). Figuur 8. Thuiswerkmogelijkheden en de beschikbaarheid Starters Carrière binnen organisatie Vertrekkers Carrière buiten organisatie Blijvers Ouderen Pensioengangers Beschikbaar en motiverend Beschikbaar maar niet aangemerkt als motiverend Thuiswerkmogelijkheden Niet beschikbaar en niet aangemerkt als motiverend Niet beschikbaar maar wel motiverend 20

21 2.3 Belangrijke HRM-instrumenten naar leeftijd, geslacht en werkgebied Doorgroeimogelijkheden en opleidingsmogelijkheden zijn HRM-voorzieningen die zowel oudere als jongere overheidswerknemers veel noemen. Ruim 50 procent van de jongere en ruim 40 procent van de oudere overheidswerknemers vinden deze voorzieningen motiverend. Oudere overheidswerknemers noemen thuiswerkmogelijkheden en functiemobiliteit (zie figuur 9) vaker dan de jongeren. Figuur 9. Voorzieningen die het meest helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven, uitgesplitst naar leeftijd Doorgroeimogelijkheden Opleidingsmogelijkheden Flexibele w erktijden Functiemobiliteit Loopbaancoaching In deeltijd w erken Thuisw erkmogelijkheden Betaald ouderschapsverlof Meer uren w erken Betaald zorgverlof Levensloopregeling 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Jonger dan 45 jaar Ouder dan 45 jaar 21

22 Mannelijke overheidswerknemers noemen vaak doorgroeimogelijkheden motiverend (46 procent bij de mannen tegen 40 procent bij de vrouwen, zie figuur 10). Vrouwen vinden in deeltijd kunnen werken belangrijker dan mannen (28 procent van de vrouwen noemt dit tegen 17 % bij de mannen). Figuur 10. Voorzieningen die het meest helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven, uitgesplitst naar geslacht Doorgroeimogelijkheden Opleidingsmogelijkheden Flexibele w erktijden Functiemobiliteit Thuisw erkmogelijkheden Loopbaancoaching In deeltijd kunnen w erken Meer uren kunnen w erken Levensloopregeling Betaald ouderschapsverlof Betaald zorgverlof 0% 10% 20% 30% 40% 50% Man Vrouw In figuur 11 worden de voorzieningen geclusterd naar het werkgebieden: Openbaar Bestuur (Rijk, Gemeenten, Waterschappen en Rechterlijke Macht) Onderwijs (PO, VO, MBO, HBO, WO, UMC en OI) veiligheid (Defensie, Politie). Overheidswerknemers die werkzaam zijn in de veiligheidssectoren zijn heel eenduidig in welke HRM-voorzieningen voor hen het meest stimulerend zijn: doorgroeimogelijkheden (67 procent, zie figuur 11), opleidingsmogelijkheden (55 procent) en functiemobiliteit (41 procent). Deze worden veruit het meest genoemd. Voor Openbaar bestuur zijn flexibele werktijden (40 procent), functiemobiliteit (37 procent) en thuiswerkmogelijkheden (29 procent) relatief belangrijk. De onderwijssectoren noemen deeltijdmogelijkheden (31 procent) en thuiswerkmogelijkheden (26 procent). Thuiswerken wordt ook vaak genoemd door overheidswerknemers die werkzaam zijn in het hoger onderwijs (Hoger Beroepsonderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs) en door werknemers van onderzoeksinstellingen. Werknemers uit de overige onderwijssectoren (Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs) vinden deeltijdmogelijkheden belangrijker. 22

23 Figuur 11. Voorzieningen die het meest helpen om de komende vijf jaar gemotiveerd aan het werk te blijven, uitgesplitst naar werkgebied Opleidingsmogelijkheden Doorgroeimogelijkheden Flexibele w erktijden Functiemobiliteit Thuisw erkmogelijkheden In deeltijd kunnen w erken Loopbaancoaching Betaald ouderschapsverlof Meer uren kunnen w erken Levensloopregeling Betaald zorgverlof 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Openbaar bestuur Onderwijs Veiligheid 23

24 3. Scholingsbehoefte 3.1 Verschillen per leeftijdsgroep Onder overheidswerknemers hebben jongere leeftijdsgroepen (tot 45 jaar) meer behoefte aan scholing (80%) dan oudere leeftijdsgroepen (zie figuur 12). Opmerkelijk is dat van de oudste groep (de 55-plussers) 50 procent nog aangeeft geschoold te willen worden. Het verschil in opleidingswensen wordt mede veroorzaakt door het soort scholing. De jongere leeftijdsgroepen noemen vaker loopbaangerichte scholing en juist minder specifiek functiegerichte scholing. De ouderen noemen veel minder vaak loopbaangerichte scholing. De opleidingsbehoefte van de oudere werknemers is daarentegen voornamelijk functiegericht. Figuur 12. Scholingsbehoefte per leeftijdscategorie tm 54 jaar 35 tm 44 jaar jaar 0,0% 20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0% functiegericht functiegericht en loopbaangericht loopbaangericht 3.2 Verschillen per cluster Wanneer we de clusters bekijken dan zien we een genuanceerd beeld (zie figuur 13). In zijn geheel genomen is de scholingsbehoefte onder de uittreders het laagst. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat deze groep nauwelijks nog belang heeft bij loopbaangerichte scholing: verondersteld mag worden dat zij nagenoeg aan het eind van hun loopbaan zijn. Als er een opleidingswens is dan is deze vooral functiegericht. Bij de andere clusters waarin veel ouderen vertegenwoordigd zijn (blijvers en ouderen), is de scholingsbehoefte hoger. Ook in deze groepen wil men vooral functiegerichte scholing. Vertrekkers willen wel meestal loopbaangerichte scholing. In mindere mate kan dat ook gezegd worden voor carrièremakers buiten organisatie Medewerkers die verwachten over 2 à 4 jaar iets anders te gaan doen 24

25 Figuur 13. Scholingsbehoefte per cluster. Uittreders Ouderen Blijvers Carrière buiten organisatie Vertrekkers Carrière binnen organisatie Starters 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Functiegericht Functiegerichte en loopbaangericht Loopbaangericht Ook voor andere achtergrondvariabelen is onderzocht of er verschillen zijn met betrekking tot het soort scholingsbehoefte. Zo is de opleidingsbehoefte van mannen en vrouwen vergelijkbaar. Er zijn ook nauwelijks verschillen waarneembaar in het soort opleiding waaraan men behoefte heeft. Wanneer de sectoren worden vergeleken dan valt op dat de totale scholingsbehoefte het grootst is bij de Rechterlijke Macht (84 procent) en bij de Politie (82 procent). Bij de Rechterlijke Macht is daarbij veruit de meeste behoefte aan functiegerichte scholing (56 procent). Bij Politie en Defensie is juist de behoefte aan loopbaangerichte scholing het grootst (25 procent). 3.3 Aantal dagen scholing per opleiding Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat 90 procent het afgelopen jaar een cursus of opleiding heeft gevolgd. Het aantal dagen dat men een cursus heeft gevolgd verschilt per leeftijdsgroep en het aantal jaar dat men in functie is (zie figuur 14). Jongere leeftijdgroepen (t/m 44 jaar) die korter dan vijf jaar in functie zijn, hebben vaker een langdurige opleiding (meer dan 10 dagen) gevolgd, namelijk 27 procent. In de andere groepen is dit percentage niet hoger dan 17 procent. Figuur 14. Aantal dagen dat men een opleiding gevolgd heeft naar leeftijd en het aantal jaren dat men werkzaam is in functie. ouder dan 45 jaar jonger dan 45 jaar meer dan 5 jaar in functie minder dan 5 jaar in functie meer dan 5 jaar in functie minder dan 5 jaar in functie 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2 dagen of minder 3-10 dagen meer dan 10 dagen 25

26 Wanneer we het aantal dagen dat men een cursus heeft gevolgd uitsplitsen naar de gevormde clusters, dan zien we dat verschillen vooral te vinden zijn in het percentage werknemers dat meer dan 10 dagen een cursus heeft gevolgd. Deze is het hoogst bij de starters (23 procent) en bij de werknemers die verwachten lang binnen de organisatie te blijven (carrière binnen organisatie, 20 procent). Vooral bij de clusters uittreders, ouderen en blijvers is het percentage dat meer dan 10 dagen een opleiding gevolgd heeft lager, dan in de clusters waarin jongere werknemers in meerderheid vertegenwoordigd zijn. Bij de oudere clusters is dit percentage maximaal 12 procent. Figuur 15. Aantal dagen dat men een opleiding gevolgd heeft, naar leeftijd en het aantal jaren dat men werkzaam is in functie Uittreders Ouderen Blijvers Carrière buiten organisatie Vertrekkers Carrière binnen organisatie Starters 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2 dagen of minder 3-10 dagen meer dan 10 dagen 3.4 Functiegerichte of toekomstgerichte cursussen Het merendeel van de cursussen die overheidswerknemers het afgelopen jaar hebben gevolgd is gericht op de huidige functie. Vooral in de oudere leeftijdsgroepen is de inhoud van de cursus vaker puur gericht op de huidige functie (zie Figuur 16). Figuur 16. Functiegerichtheid of toekomstgerichtheid van cursussen uitgesplitst naar leeftijdscategorie tm 54 jaar 35 tm 44 jaar jaar 0% 20% 40% 60% 80% 100% Op de huidige functie Beide Op een toekomstige functie 26

27 Binnen alle clusters geldt dat de meerderheid functiegerichte cursussen volgt (zie figuur 17). Opvallend genoeg geldt dat ook voor de vertrekkers. Dit beeld komt niet overeen met de daadwerkelijke scholingsbehoefte. Figuur 17. Functiegerichtheid of toekomstgerichtheid van cursussen uitgesplitst naar cluster. Uittreders Ouderen Blijvers Carrière buiten organisatie Vertrekkers Carrière binnen organisatie Starters 0% 20% 40% 60% 80% 100% Op de huidige functie Beide Op een toekomstige functie 4. Organisatie en tevredenheid over functie- of loopbaanmogelijkheden De meerderheid van de werknemers geeft aan dat zij geen steun krijgen bij hun loopbaanontwikkeling; ze moeten het zelf doen (zie Tabel 2). Bij de ontwikkeling in de functie wordt de rol van de direct leidinggevende groter: in dat geval geeft meer dan eenderde van de respondenten aan dat vooral de direct leidinggevende zich daarmee bemoeit. Opmerkelijk is dat HRM-deskundigen weinig genoemd worden als zelfstandig opererend op deze gebieden. Tabel 2. Wie houden zich vooral bezig met uw loopbaanontwikkeling en de ontwikkeling in de functie? Mijn direct leidinggevende HRMdeskundigen Het management Leidinggevende, deskundigen en management De medewerker zelf Wie houden zich vooral bezig met uw loopbaanontwikkeling? Wie houden zich vooral bezig met uw ontwikkeling in uw functie? 27% 2% 7% 7% 56% 38% 1% 8% 7% 47% 27

28 4.1 De mening volgens de clusters Ook als we uitsplitsen naar de zeven clusters geeft de meerderheid aan dat zij hun loopbaanontwikkeling zelf ter hand moeten nemen (zie figuur 18). Vooral onder vertrekkers (werknemers die verwachten binnen twee jaar een in andere functie bij een andere organisatie te werken) is dit aandeel hoog: tweederde is deze mening toegedaan. Werknemers die verwachten nog lang binnen de organisatie werkzaam te zijn (blijvers en carrièremakers binnen de organisatie) geven iets vaker aan dat de leidinggevende zich hiermee bezighoudt. Figuur 18. Wie houden zich vooral bezig met de loopbaanontwikkeling uitgesplitst naar clusters 14. Uittreders Ouderen Blijvers Carrière buiten organisatie Vertrekkers Carrière binnen organisatie Starters 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Direct leidinggevende Alleen mederwerker zelf Alle drie Management HRM-deskundigen Bijna de helft van de starters (49 procent) geeft aan dat de direct leidinggevende betrokken is bij de ontwikkeling in functie (zie figuur 19). Dit aandeel is daar aanzienlijk hoger dan in de andere clusters. Bij de ouderen en de uittreders is meer dan de helft vooral zelf bezig met de ontwikkeling in een functie, dus zonder ondersteuning. Ook bij de werknemers die verwachten binnen twee jaar in een andere functie in een andere organisatie te werken, geeft meer dan de helft dat aan. 14 In legenda wordt met Alle drie bedoeld: Direct leidinggevende, HRM-deskundigen en het management van de organisatie houden zich in gelijke mate daar mee bezig. 28

Levensfasebewust Personeelsbeleid?

Levensfasebewust Personeelsbeleid? Levensfasebewust Personeelsbeleid? Overheidspersoneel spreekt zich uit! Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Openbare Sector Afdeling Kennisinfrastructuur en Analyse

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Vertrekredenen jonge docenten in het vo

Vertrekredenen jonge docenten in het vo Vertrekredenen jonge docenten in het vo 1 Inhoudsopgave Inleiding I. Willen jonge personeelsleden het vo verlaten? II. Waarom verlaten jonge docenten het vo? Rob Hoffius, SBO Januari 2010 2 Verlaten jonge

Nadere informatie

Trendrapportage PoMo. Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017

Trendrapportage PoMo. Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017 Trendrapportage PoMo Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017 In opdracht van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS maart 2016 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Mobiliteit in het primair onderwijs Deborah van den

Nadere informatie

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Delta Lloyd is continu bezig het pensioenbewustzijn te

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage WENB

Onderzoeksrapportage WENB Onderzoeksrapportage WENB Wendbaarheid onder werknemers Afval & Milieu 2017-116/MvE/MS/eb 11 oktober 2017 Auteurs: Marieke van Essen & Moon Stroes Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Onderzoeksverantwoording en

Nadere informatie

Formele gesprekken in het onderwijs

Formele gesprekken in het onderwijs Formele gesprekken in het onderwijs Invloed van onderwijsontwikkelingen op de gesprekkencyclus en persoonlijke ontwikkelingsplannen in het primair en voortgezet onderwijs Formele gesprekken in het onderwijs

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Active Ageing in het Primair en Voortgezet Onderwijs

Active Ageing in het Primair en Voortgezet Onderwijs Nederlandse ArbeidsmarktDag 2009 Arbeid in crisis? Terugkijken en vooruitzien 14 oktober 2009 SER Den Haag Active Ageing in het Primair en Voortgezet Onderwijs Auteurs: Sil Vrielink, Jo Scheeren Karin

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Active Aging bij Overheid en Onderwijs

Active Aging bij Overheid en Onderwijs Active Aging bij Overheid en Onderwijs Vernieuwend omgaan met vergrijzing Jasper van Loo Andries de Grip Raymond Montizaan Active Aging bij Overheid en Onderwijs Vernieuwend omgaan met vergrijzing Jasper

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Contractcatering In samenwerking met: Rijnland Advies 1 Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA. 14 februari 2018

Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA. 14 februari 2018 Rapportage Peiling Duurzame Inzetbaarheid onder leden van SIGRA 14 februari 2018 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Aandacht voor duurzame inzetbaarheid... 3 2.2 Directie is enthousiast over

Nadere informatie

Starters-enquête. 9 september 2014. Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

Starters-enquête. 9 september 2014. Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat Starters-enquête 9 september 2014 Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat 1 EEN STROEVE START Een fantastische baan, maar heel erg zwaar. De Groene Golf de jongerenafdeling

Nadere informatie

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) De overheidswerkgevers verenigd in de Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), te weten de werkgevers van het personeel

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

WERKEN AAN INZETBAARHEID

WERKEN AAN INZETBAARHEID ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers WERKEN AAN INZETBAARHEID Onderzoek naar professionalisering en inzetbaarheid van personeel in het primair onderwijs april 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

Behoefte aan Ondernemersopleiding

Behoefte aan Ondernemersopleiding Behoefte aan Ondernemersopleiding Digitaal Werkgevers - Panelonderzoek 13 Digitaal Werknemers Panelonderzoek 9 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, Februari 2006 In geval van overname van het datamateriaal is

Nadere informatie

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Versie geldig vanaf 01 februari 2003 De minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Onderwijs,

Nadere informatie

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Arbeidsmarkt & mobiliteit Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen? Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over hoe bewust werknemers zich voorbereiden op hun pensioen op verschillende thema s, waaronder aanpak werkgevers bij langer doorwerken. In opdracht van

Nadere informatie

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Representativiteit 4 2 Resultaten 5 2.1 Werken tot aan het pensioen 5 2.2 Aandacht

Nadere informatie

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning? 5 Het energielabel In het tweede kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan de respondenten. Deze vragen gingen over het energielabel. De resultaten van deze vragen worden in dit hoofdstuk

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Cao enquête. Cao 2017 enquête. Algemene Onderwijsbond

Cao enquête. Cao 2017 enquête. Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête 1 Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête 2 Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête AOb-leden: prioriteit bij werkdruk en salaris Eén op de acht werknemers in het onderwijs is actief op

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Barometer Ziekenhuissector. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Barometer Ziekenhuissector. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016 Barometer Ziekenhuissector Samenvattend rapport Kenmerk: 20378 December 2016 1 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Danielle van Essen Conclusies 5 Resultaten 7 Steekproef en verantwoording 15 2 Inleiding

Nadere informatie

Levensfasebewust personeelsbeleid. Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren!

Levensfasebewust personeelsbeleid. Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren! Levensfasebewust personeelsbeleid Jong geleerd is oud gedaan, maar. nooit te oud om te leren! Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Uitgangspunten... 4 De verschillende rollen... 4 2. De leeftijdsopbouw... 5

Nadere informatie

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit Datum 30 maart 2010 Colofon Uitgave Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Onderzoek vertrekredenen

Onderzoek vertrekredenen Gemeente Utrecht Onderzoek vertrekredenen een notitie van Onderzoek 17 februari 2015 1 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Zeeland, West Brabant, die op basis van de resultaten van het

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers.

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers. BIJLAGEN Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers Inhoud Bijlage A Gebruikte databestanden. 2 Bijlage B Tabellen en figuren.

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

Loopbanen van geowetenschappers

Loopbanen van geowetenschappers Loopbanen van geowetenschappers Midden 4 is een grootschalig onderzoek naar de loopbanen van geowetenschappers afgerond. Dit onderzoek is uitgevoerd op initiatief en onder begeleiding van GAIA, het netwerk

Nadere informatie

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden In opdracht van: Contactpersoon: CNV De heer P. Hazenbosch Utrecht, mei 2009 DUO MARKET RESEARCH drs. Vincent van Grinsven Henk Westerik

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Watersportindustrie / HISWA

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Watersportindustrie / HISWA Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Watersportindustrie / HISWA In samenwerking met: Rijnland Advies 1 Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de

Nadere informatie

Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013

Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013 Samenvatting opleidingsinitiatieven waterschappen 2013 Introductie In dit rapport wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten die naar voren zijn gekomen n.a.v. de enquête over opleidingsinitiatieven

Nadere informatie

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5 Panel V&V 50-plussers in de zorg: loopbaanbegeleiding en maatwerk Werken in de zorg is interessant,

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan

Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan Talent draagt in grote mate bij aan loopbaan NRC Carrière heeft onderzoek laten uitvoeren naar talent en talentontwikkeling. Dit onderzoek is uitgevoerd door Motivaction International onder hoogopgeleiden

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I Opgave 1 Solidariteit in het pensioenstelsel Bij deze opgave horen tabel 1, tekst 1, figuur 1 en figuur 2. Inleiding Vanaf het moment van pensionering heeft iedereen recht op een AOW-uitkering (Algemene

Nadere informatie

Onderzoek vitaliteit en arbeidsmotivatie in de zorg Achtergrond van het Odyssee onderzoek

Onderzoek vitaliteit en arbeidsmotivatie in de zorg Achtergrond van het Odyssee onderzoek Onderzoek vitaliteit en arbeidsmotivatie in de zorg Achtergrond van het Odyssee onderzoek Bij onze opdrachtgevers en relaties in de zorg zien wij een veelheid aan discussies en projecten die ons inziens

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4%

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4% & 2% Trends Cijfers 54 Werken in de publieke sector 2016 93,5%,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 30% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5% 11% 54,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 2% 30% 93,5% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5%

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Haal het beste uit uw mensen. Vandaag èn morgen. Rapportage 2 medewerkersenquête. September 2013

Haal het beste uit uw mensen. Vandaag èn morgen. Rapportage 2 medewerkersenquête. September 2013 1 Haal het beste uit uw mensen. Vandaag èn morgen Rapportage 2 medewerkersenquête September 2013 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 1 De respons... 5 2 Overzicht van de rapportcijfers...

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Medewerkersonderszoek 2012/2013. Hoofdrapportage MBO branche

Medewerkersonderszoek 2012/2013. Hoofdrapportage MBO branche Medewerkersonderszoek 2012/2013 Hoofdrapportage MBO branche Inleiding Voor u ligt het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) in het bekostigd middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Dit eerste MTO is sectorbreed

Nadere informatie

Trends & Cijfers. Deel: Trends

Trends & Cijfers. Deel: Trends Werken in de publieke sector 2015 f i ers TrendsC Trends & Cijfers Deel: Trends 1 2 Overheid maakbaar? Er is veel -en vaak ook met het nodige cynisme- geschreven over de maakbaarheid van de samenleving

Nadere informatie

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd 5 augustus 2017 Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

5 Starters op de markt voor koopwoningen

5 Starters op de markt voor koopwoningen 5 Starters op de markt voor koopwoningen In het derde kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan personen die op dit moment een woning huren en zich oriënteren op een koopwoning. Dit

Nadere informatie

Ervaringen van vrijwilligers

Ervaringen van vrijwilligers Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs Rapport Tevredenheid met Veilig, gezond & vitaal werken werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten in het voortgezet onderwijs Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten

Nadere informatie

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs?

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Artikel pag. 5-8 Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Opzet en verantwoording van het onderzoek In de afgelopen maanden heeft een projectgroep vanuit de redactie van DRS Magazine

Nadere informatie

Internationaal ondernemen

Internationaal ondernemen Nationaal onderzoek Declarant De belangrijkste resultaten uit het nationaal onderzoek Declarant 2017 Internationaal ondernemen Altijd als eerste op de hoogte van ontwikkelingen in het internationale handelsverkeer

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS

Subsidiënt: Ministerie van VWS De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Ruim de helft van de interne oproepkrachten in de verpleging en verzorging vindt voordelen van flexibel

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Noord-Holland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008

Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008 Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector Afdeling Analyse, Arbeidsmarkt en Macro-Economische Advisering

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo

Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo Uitstroom richting pensioen in het po, vo en mbo - EINDRAPPORT - Auteurs Hedwig Rossing Bjørn Dekker Amsterdam, 12 juni 2019 Publicatienr. 19064 2019 Regioplan,

Nadere informatie

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN?

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN? DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN? Rapport van ILC Zorg voor, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100) Wanneer onderwijspersoneel geheel of gedeeltelijk werkloos wordt, kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. Het aantal nieuwe WWuitkeringen in het onderwijs

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten

Onderzoeksresultaten Onderzoeksresultaten - 25-01-2013 Onderzoeksnaam 20130116 Arbeidsparticipatie (st1) Selectie alle vragen Selectiedatum 16/01/13-25/01/13 1. Heeft u na uw 50e een betaalde baan gehad? Aantal respondenten

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Erkenningsrapport Maatwerken ANBO. 13 september 2012

Erkenningsrapport Maatwerken ANBO. 13 september 2012 Erkenningsrapport Maatwerken ANBO 13 september 2012 2 Toekenning erkenning Maatwerken Op basis van de audit Maatwerken die binnen uw organisatie is uitgevoerd, wordt de erkenning Maatwerken aan ANBO toegekend.

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens 1/12

Persoonlijke gegevens 1/12 Levensfasen - Gezond en plezierig werken [1] Persoonlijke gegevens 1/12 1. Wat is uw geslacht? Vrouw Man 2. Wat is uw leeftijd? 3. Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgemaakt? Basisschool Lager beroepsonderwijs

Nadere informatie

Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis juni 2013 Samenvatting Een derde ervaart vaker stress dan 3 jaar geleden» Een derde van de werkende bevolking geeft aan dat ze regelmatig

Nadere informatie