VERSCHILLEN TUSSEN PROBLEMATISCHE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE LEEFGEBIEDEN VAN DE EUROPASI:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSCHILLEN TUSSEN PROBLEMATISCHE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE LEEFGEBIEDEN VAN DE EUROPASI:"

Transcriptie

1 FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN ACADEMIEJAAR VERSCHILLEN TUSSEN PROBLEMATISCHE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE LEEFGEBIEDEN VAN DE EUROPASI: Een kwantitatieve studie binnen de residentiële alcohol- en drughulpverlening Debora Van der Jeught Promotor: Begeleidster: Prof. Dr. E. Broekaert Kathy Colpaert Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van master in de pedagogische wetenschappen, orthopedagogiek

2 Debora Van der Jeught Promotor: Prof. Dr. Eric Broekaert Begeleidster: Kathy Colpaert Master Pedagogische Wetenschappen, Orthopedagogiek Academiejaar VERSCHILLEN TUSSEN PROBLEMATISCHE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE LEEFGEBIEDEN VAN DE EUROPASI: ABSTRACT Een kwantitatieve studie binnen de residentiële alcohol- en drughulpverlening Hoewel sommige psychosociale behandelingen gefocust zijn op de aanpak van alcoholproblemen om zich te onderscheiden van drugproblemen, zijn er toch heel wat voorzieningen die zowel alcohol- als drugproblemen behandelen (Ellingstad, Sobbel, Sobell & Planthara, 2002). Een duidelijk beeld van de gelijkenissen en verschillen tussen de alcohol- en drugpopulatie die een residentiële behandeling volgen, ontbreekt tot nog toe (Weisner, 1992). De vraagstelling van mijn onderzoek luidt als volgt: wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen mensen die voornamelijk alcohol misbruiken en mensen die voornamelijk drugs misbruiken. Meer specifiek worden de socio-demografische kenmerken onderzocht bijvoorbeeld geslacht, leeftijd en opleiding. Daarnaast worden ook de verschillende probleemgebieden, zoals lichamelijke gezondheid, familie en sociale relaties, psychische gezondheid en dergelijke van de beide groepen met elkaar vergeleken. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de EuropASI. Aan het onderzoek werd eveneens een doelstelling gekoppeld. De verschillen en gelijkenissen tussen beide doelgroepen zouden ons in staat moeten stellen om huidige knelpunten en problemen binnen de hulpverlening op te sporen. De behandeling en begeleiding van mensen met een alcohol- of drugprobleem zou op termijn moeten aansluiten bij de gevonden gelijkenissen en verschillen. Er werden 74 respondenten geïnterviewd aan de hand van de EuropASI. Daaruit is gebleken dat mensen die voornamelijk in behandeling zijn voor hun alcoholproblemen gemiddeld ouder zijn, een hoger diploma hebben en vaker getrouwd zijn of met een partner samen wonen dan cliënten die voornamelijk afhankelijk zijn van drugs. Tevens is gebleken dat mensen die in

3 opname zijn voor hun afhankelijkheid van tenminste één illegaal middel meer problemen hebben op het vlak van arbeid, opleiding en inkomen; justitie en politie en familie en sociale relaties. Ze zouden eveneens meer moeite hebben hun agressie onder controle te houden en vaker zelfmoordgedachten hebben. Dit maakt dat er wel degelijk een verschil tussen beide groepen vast te stellen is en dat hulpverlening rekening moet houden met verschillende noden en behoeften van beide doelgroepen.

4 FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN ACADEMIEJAAR VERSCHILLEN TUSSEN PROBLEMATISCHE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIKERS MET BETREKKING TOT DE LEEFGEBIEDEN VAN DE EUROPASI: Een kwantitatieve studie binnen de residentiële alcohol- en drughulpverlening Debora Van der Jeught Promotor: Begeleidster: Prof. Dr. E. Broekaert Kathy Colpaert Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van master in de pedagogische wetenschappen, orthopedagogie

5 WOORD VOORAF Deze masterproef is het sluitstuk van een vijf jaar durende opleiding. Het is voornamelijk een individueel werk, maar is mede tot stand gekomen dankzij de inzet en steun van vele mensen. Graag wil ik dan ook iedereen, die aan dit onderzoek een bijdrage leverde, van harte bedanken. Dank aan Prof. Dr. Eric Broekaert voor het opnemen van het promotorschap van mijn masterproef. mijn begeleidster Kathy Colpaert voor de wekelijkse afspraken, de fantastische begeleiding en de raad die het mogelijk maakten om deze masterproef tot een goed einde te brengen. mijn ouders, voor hun medeleven en steun bij het schrijven van deze masterproef, maar ook voor de kansen die ik gedurende deze opleiding van hen heb gekregen. de psychiatrische ziekenhuizen en alle respondenten voor hun medewerking en de mogelijkheid die zij mij gaven om interviews af te nemen. alle anderen die niet mogen vergeten worden, vrienden en familie, die steeds klaar stonden met een vriendelijk woord en een schouderklop als het al eens moeilijk was.

6 INHOUDSOPGAVE Pagina Inhoudsopgave 1 Overzicht tabellen 4 Inleiding 5 Deel 1 : Methodologie Inleiding Probleemstelling Kadering van het onderzoek binnen de orthopedagogiek De keuze voor kwantitatief onderzoek Samenstelling van de onderzoeksgroep Groepsindeling Procedure Dataverzameling EuropASI Procedure Enkele methodologische criteria Betrouwbaarheid Validiteit Enkele ethische overwegingen 18 Deel 2 : Theoretisch kader Inleiding Problematisch alcoholgebruik Inleiding Begripsomschrijving Verschillende verklaringsmodellen 25 1

7 2.2.4 Prevalentie Hulpverlening Problematisch druggebruik Inleiding Enkele definities Prevalentie in Europa en Amerika Prevalentie in België Hulpverlening Mensen in behandeling, een vergelijking Inleiding Wanneer zet men de stap naar behandeling? Demografische kenmerken van gebruikers in behandeling Functioneren op verschillende leefgebieden Conclusie 48 Deel 3 : Resultaten Beschrijving van de onderzoeksgroep Socio-demografische kenmerken Gebruik, misbruik en afhankelijkheid De stap naar behandeling Verschillen tussen demografische kenmerken Geslacht Leeftijd Opleiding Beroep Familiale status Verschillen tussen ernstscores Lichamelijke gezondheid Arbeid, opleiding, inkomen Alcohol Drugs 59 2

8 3.4.5 Justitie, politie Familie, sociale relaties Psychische en emotionele gezondheid 63 Deel 4: Conclusie en discussie Bespreking van de resultaten Sterke punten en beperkingen van het onderzoek Aanbevelingen voor praktijk en verder onderzoek 69 Referentielijst 72 3

9 Overzicht tabellen Pagina Tabel 1: Definiëring misbruik volgens DSM-IV 23 Tabel 2: Definiëring afhankelijkheid volgens DSM-IV 24 Tabel 3: Socio-demografische kenmerken 51 Tabel 4: Gebruik 53 Tabel 5: Vergelijking socio-demografische kenmerken 56 Tabel 6: Lichamelijke gezondheid 57 Tabel 7: Arbeid, opleiding, inkomen 58 Tabel 8: Alcohol 59 Tabel 9: Drugs 60 Tabel 10: Justitie en politie 61 Tabel 11: Familie en sociale relaties 63 Tabel 12: Psychische en emotionele gezondheid 64 4

10 Inleiding INLEIDING Vandaag de dag zijn er heel wat vormen van behandeling die tegemoetkomen aan de hulpvraag van mensen met een alcohol- en/of drugproblematiek. Sommige psychosociale behandelingen zijn gefocust op de behandeling van alcoholproblemen om zich te onderscheiden van voorzieningen die zich toeleggen op de aanpak drugproblemen. Toch zijn er heel wat voorzieningen die zowel alcohol- als drugproblemen behandelen (Ellingstad, Sobbel, Sobell & Planthara, 2002). In België wordt de behandeling van deze problematiek voor een groot deel gescheiden (Kinnunen & Nilson, 1999), maar er zijn toch centra die beide doelgroepen opnemen, bijvoorbeeld Centra Geestelijke Gezondheidszorg. Een duidelijk beeld van de gelijkenissen en verschillen tussen de alcohol- en drugpopulatie in behandeling ontbreekt tot nog toe (Weisner, 1992). Er zijn maar weinig onderzoeken die specifiek de nadruk leggen op de gelijkenissen en de verschillen tussen mensen die in behandeling gaan en die voornamelijk alcohol misbruiken en diegenen die voornamelijk drugs misbruiken. Het is belangrijk dat we hier op zoek naar blijven gaan, zodat men klinische implicaties kan formuleren voor verder behandeling en dat men op termijn andere accenten kan leggen in aanpak van deze problematiek. We moeten deze doelgroep kunnen opvangen in een netwerk van hulpverlening waarin kan gekeken worden naar de noden en behoeften van de cliënten. Verschillende studies hebben de afgelopen jaren in beperkte mate getracht enige verschillen en gelijkenissen tussen alcoholgebruikers en druggebruikers te achterhalen. Hierbij valt op dat de grens tussen beiden niet altijd eenvoudig te trekken is. Personen die een drugafhankelijkheid hebben, gebruiken dikwijls ook nog eens problematisch alcohol of zijn afhankelijk van alcohol (Gossop, Marsden, Stewart & Rolfe, 2000). Hubbard vond zelfs dat 84% van de mensen die een drugbehandeling volgen daarnaast nog alcohol drinken. Van de mensen die in een alcoholbehandeling zitten, zijn er 60% die nog een andere drug gebruiken of misbruiken (Hubbard, 1990; Tuchfeld, McLeroy & Waterhouse, 1975). Hoewel sommige behandelingen voor verslavingsproblematiek zich richten op ofwel alcoholmisbruik ofwel drugmisbruik, maken de meeste geen onderscheid (Ellingstad, Sobell, Sobell & Planthara, 2002). Weisner wees op het feit dat er een conceptueel kader en een duidelijke afbakening moet worden gevonden om gecombineerd gebruik aan te duiden (Weisner, 2000). Dat geldt dan eveneens voor mensen met een primair druggebruik en mensen met een primair alcoholgebruik, die dikwijls ondergebracht worden in dezelfde behandeling ondanks het feit dat het om een heterogene groep gaat (Hubbard, 1990). Binnen het wetenschappelijk 5

11 Inleiding onderzoek is er echter een gebrek aan kennis over de verschillen en de gelijkenissen tussen deze twee groepen. In 2006 werd een studie uitgevoerd waarin men primaire druggebruikers en primaire alcoholgebruikers onder adolescenten met elkaar ging vergelijken en waarbij men tot de vaststelling kwam dat beide groepen van elkaar te onderscheiden zijn, bijvoorbeeld op familiaal vlak. De klemtoon werd vooral gelegd op het geslacht om van daaruit te vertrekken naar het gebruik van beide middelen (Slesnick, 2006). Bij volwassenen beweert men dat primaire druggebruikers meer problemen ervaren dan primaire alcoholgebruikers. Ze vertonen meer sociale en psychologische problemen op medisch, wettelijk, familiaal en arbeidsgerichte domeinen (Cooke, Kelley, Stewart & Golden, 2004). Tam en collega s leggen ook de nadruk op het belang van de leeftijd en psychiatrische en sociale problemen in hun onderzoek naar het verschil tussen alcoholgebruiker en alcoholgebruikers die daarnaast nog een andere illegale drug nuttigen. Zij stelden vast dat socio-demografische kenmerken voorspellers kunnen zijn van het type afhankelijkheid (Tam, Weisner, Mertens, 2000). Met deze conceptuele achtergrond kunnen we ons enkele belangrijke vragen stellen: kunnen we cliënten onderscheiden aan de hand van hun primair afhankelijkheidsprobleem en wat zijn dan de specifieke kenmerken en karakteristieken van deze twee groepen. We verwachten dat de primaire druggebruikers meer problemen zullen vertonen op verschillende leefgebieden van de EuropASI (Cooke, Kelley, Stewart & Golden, 2004). Het achterliggende doel van dit onderzoek is om een bijdrage te leveren aan de behandeling van mensen met alcohol- of drugproblemen. Mijn interesse voor dit onderwerp werd doorheen de opleiding orthopedagogiek aangewakkerd. Mensen op zoek blijven gaan naar middelen, al dan niet legaal, die het bewustzijn in zekere zin beïnvloeden. De gevolgen voor de persoon in kwestie, maar ook voor familie en vrienden zijn soms niet te overzien. De verslaving treft dus niet alleen de persoon zelf, maar ook de naaste omgeving die hier vaak machteloos tegenover staat. Zoals hierboven reeds aangehaald, ziet men dat ook binnen het wetenschappelijk onderzoek getracht wordt om zo goed mogelijk aan de noden en behoeften van mensen met een verslaving tegemoet te komen. Het is vanuit deze overweging dat deze masterproef vorm krijgt. Het is een uitdaging om op zoek te gaan naar de verschillen en gelijkenissen tussen mensen met voornamelijk een alcoholprobleem en mensen met voornamelijk een drugprobleem om op termijn de behandeling en begeleiding hierop af te stemmen. 6

12 Inleiding Deze masterproef is opgebouwd uit vier delen: Deel 1 behelst de methodologie van dit onderzoek. De probleem- en doelstelling worden gemotiveerd alsook de keuze voor kwantitatief onderzoek. Ook de samenstelling van de onderzoeksgroep en de informatieverzameling komen hier uitgebreid aan bod. Tenslotte volgt nog een verduidelijking van enkele ethische overwegingen die in het empirisch luik van deze masterproef in acht werden genomen. In Deel 2 wordt het theoretisch kader beschreven. Dit onderdeel valt uit elkaar in drie hoofdstukken: In het eerste deel wordt dieper ingegaan op het problematisch alcoholgebruik. Zowel de geschiedenis als de begripsomschrijving komt hier uitvoerig aanbod. Tevens wordt getracht een antwoord te formuleren op de vragen hoeveel problematische alcoholgebruikers er precies zijn en welke voorzieningen tegemoetkomen aan de problematiek van deze mensen. In het tweede deel gaan we de nadruk leggen op het problematisch druggebruik. Ook hier wordt aandacht besteed aan de definiëring, prevalentie en hulpverlening. In het derde deel worden alcohol- en druggebruikers binnen de residentiële voorziening besproken. Er wordt nagegaan of er verschillen en/of gelijkenissen zijn tussen beide doelgroepen aan de hand van socio-demografische kenmerken en ernstscores van de verschillende leefgebieden van de EuropASI. Dit is een vragenlijst die de verschillende leefgebieden van de cliënten in kaart brengt. Deel 3 omvat de resultaten. Hiervoor werden 74 cliënten geïnterviewd en aan de hand daarvan wordt getracht aan de probleemstelling tegemoet te komen. Er wordt gekeken naar socio-demografische kenmerken zoals geslacht, leeftijd en opleiding en vervolgens worden de ernstscores die voortvloeien uit de EuropASI uitvoerig besproken. In deel 4 of de discussie wordt getracht om de literatuurstudie en de resultaten aan elkaar te koppelen en met elkaar te vergelijken. Kritisch worden de uitkomsten van dit onderzoek en voornamelijk de analyse van de resultaten besproken. Ook de beperkingen van het onderzoek worden in kaart gebracht. Tevens worden aanbevelingen gesuggereerd naar de hulpverlening en naar verder onderzoek. De referentielijst voldoet aan de APA (American Psychological Association) normen. 7

13 Deel 1: Methodologie DEEL 1 : METHODOLOGIE 1.1 Inleiding Wetenschap is een bewegend beeld van de werkelijkheid. Als een voleindigde gedachtegang, een verhaal dat nog niet aan zijn ontknoping toe is, groeit het beeld en ondergaat het gedaanteverwisselingen. (Broekaert, De Fever, Schoorl, Van Hove & Wuyts, 1997). Zowel alcohol- als druggebruik vormen een belangrijk volksgezondheidsprobleem in heel wat Westerse landen. Illegale drugs zoals heroïne, cocaïne, amfetamines en cannabis worden wereldwijd misbruikt, maar de koploper van de misbruikte middelen is alcohol. Uit onderzoek is immers gebleken dat 8.5% van de populatie in de Verenigde Staten een alcoholprobleem zou hebben, tegenover 2% met een drugprobleem (NIAAA, 2008) In onze maatschappij is er een blijvende aandacht voor dergelijke problematiek. Er wordt geïnvesteerd in allerhande maatregelen om problematisch middelenmisbruik aan te pakken. Preventie, behandeling, schadebeperking en re-integratie in de maatschappij zijn dan ook enkele pijlers die men binnen het gezondheidsperspectief voorop stelt (Broekaert & Vanderplasschen, 2008). De aanpak van het probleem kan verschillende vormen aannemen. Repressieve maatregelen hebben doorheen de jaren in verschillende landen behoorlijk wat aandacht gekregen. Preventiemaatregelen werden vanaf de jaren 70 eveneens op touw gezet met de bedoeling mensen bewust te maken voor het gevaar van overmatig gebruik van middelen. Harm reduction of schadebeperkende maatregelen hebben als doel de schadelijke gevolgen van het gebruik te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn spuitenruilprogramma s, gebruikersruimten, gecontroleerde heroïneverstrekking, enzovoort (Broekaert & Vanderplasschen, 2008). Verder zijn er nog de verschillende behandelvormen, zoals ambulante, semi-residentiële en residentiële programma s. De evaluatie van bijvoorbeeld langdurige residentiële programma s heeft sterk uiteenlopende resultaten, maar we kunnen hier wel een algemene lijn in detecteren: 30 tot 50% van de personen die een dergelijke langdurig programma starten, ronden dit ook succesvol af (EMCDDA, 2002). Een opmerkelijk fenomeen in België is dat de behandeling van alcohol- en drugproblematieken voor een groot deel gescheiden wordt (Kinnunen & Nilson, 1999). In 8

14 Deel 1: Methodologie heel wat andere landen zoals Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten is dit niet het geval. Alcohol- en druggebruikers kunnen er dikwijls in dezelfde programma s terecht. De scheiding die we in ons land vaststellen lijkt eveneens voorbij te gaan aan het feit dat polidruggebruik eerder een regel aan het worden is dan een uitzondering (Broekaert & Vanderplasschen, 2008). In België komt het grootste deel van de mensen met een drugverslaving die hulp zoeken in een voorziening terecht met een RIZIV-conventie. Dit zijn bijvoorbeeld de dagcentra, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, therapeutische gemeenschappen en dergelijke. Zij hebben als opdracht het specifiek aanbod aan drughulpverlening binnen de geestelijke gezondheidszorg te organiseren (VVBV, 2003). Dit is pas in de jaren 70 op gang gekomen. Daarvoor bestonden er enkel de traditionele gezondheidscentra die zich focusten op mensen met een alcoholprobleem en die niet de intentie hadden om cliënten met een drugprobleem op te vangen. In 1972 en 1975 openden twee therapeutische gemeenschappen voor het eerst hun deuren. Niet veel later ontstonden ook crisiscentra, dagcentra en andere voorzieningen die zich specifiek richtten op mensen met drugproblemen. Vanaf de jaren lieten de traditionele gezondheidscentra, die hiervoor enkel mensen met een alcoholprobleem opvingen, stelselmatig mensen die afhankelijk zijn van illegale middelen toe (Vanderplasschen, De Bourdeaudhuij & Van Oost, 2002). Een deel van deze mensen die de dag van vandaag hulp zoeken, wordt dus ondergebracht in Centra Geestelijke Gezondheidszorg, Psychiatrische Verzorgingstehuizen of units voor verslavingszorg binnen Psychiatrische Ziekenhuizen. Het is binnen deze laatste categorie dat men vaak te maken heeft met een gemengd publiek. Mensen met een alcoholprobleem zitten dikwijls in dezelfde leefgroep van mensen met een drugprobleem. Het is binnen deze context dat dit onderzoek zich situeert. 1.2 Probleemstelling De probleemstelling binnen een onderzoek kunnen we opsplitsen in twee delen: de vraagstelling, waar we een antwoord op zullen vinden aan de hand van onze gegevens, en een doelstelling, die aangeeft wat een onderzoeker uiteindelijk wenst te bereiken (Maso & Smaling, 1998). De vraagstelling van mijn onderzoek luidt als volgt: wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen mensen die alcohol misbruiken en mensen die voornamelijk drugs misbruiken binnen de residentiële behandelingscontext waar beide groepen samen worden behandeld. Meer 9

15 Deel 1: Methodologie specifiek zullen we de socio-demografische kenmerken onderzoeken bijvoorbeeld geslacht, leeftijd en opleiding. Daarnaast werden ook de verschillende probleemgebieden, zoals lichamelijke gezondheid, familie en sociale relaties, psychische gezondheid en dergelijke van de beide groepen met elkaar vergeleken. Aan het onderzoek werd eveneens een doelstelling gekoppeld. De verschillen en gelijkenissen tussen beide doelgroepen zouden ons in staat moeten stellen om huidige knelpunten en problemen binnen de hulpverlening op te sporen. De behandeling en begeleiding van mensen met een alcohol- of drugprobleem zou op termijn moeten aansluiten bij de gevonden gelijkenissen en verschillen. 1.3 Kadering van het onderzoek binnen de orthopedagogiek Orthopedagogiek is de wetenschap van het handelen in moeilijke opvoedingssituaties (Broekaert, De Fever, Schoorl, Van Hove & Wuyts, 1997). Aan de hand van dit onderzoek proberen we de werkelijkheid in kaart te brengen. We gaan na wat de kenmerken zijn van alcohol- en druggebruikers die in een residentiële setting verblijven en die samen worden behandeld voor hun problematiek. Wetenschappelijk onderzoek kan zich in principe richten op alle aspecten van een problematische opvoedingssituatie. We moeten ons wel blijven afvragen waar de orthopedagogische relevantie van een onderzoek gelegen is dat afhankelijk is van de mate waarin het kan bijdragen aan het veranderingsproces en aan het optimaliseren van het professioneel handelen in deze situaties (Ruijssenaars, van den Bergh & Schoorl, 2008). Door de verschillen en gelijkenissen tussen alcohol- en druggebruikers in behandeling te detecteren, kunnen we een bijdrage leveren aan de reeds bestaande hulpverlening door deze op de resultaten af te stemmen. Wanneer bijvoorbeeld druggebruikers het moeilijker hebben om hun agressie onder controle te houden dan mensen met een primair alcoholprobleem, dan kan gesuggereerd worden om een specifieke module te creëren voor deze groep die de agressiviteit van de druggebruikers specifiek gaat aanpakken. 1.4 De keuze voor kwantitatief onderzoek Wanneer je een onderzoek wil opzetten, moet je voor jezelf uitmaken wat soort gegevens je wil gaan verzamelen. Leg je de nadruk op het beschrijven en verklaren van de details van 10

16 Deel 1: Methodologie individuele onderzoekselementen of ga je aan de hand van een hele reeks gegevens en cijfermateriaal op zoek naar algemene wetmatigheden? Volgens De Fever kunnen we de keuze tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek niet echt baseren op de superioriteit van één van beide, maar moeten we rekening houden met methodisch technische overwegingen. De keuze is onder andere afhankelijk van de vraagof probleemstelling, van de situatie, de condities of omstandigheden, van het onderwerp of het doel en van de voorkennis (Broekaert, De Fever, Schoorl, Van Hove & Wuyts, 1997). Het echte probleem situeert zich dus niet volledig bij de keuze tussen de kwalitatieve en de kwantitatieve methode, maar hoe orthopedagogische onderzoekers hun onderzoek in functie van de vraagstelling kunnen verrichten. We mogen het handelen, zoals Broekaert in zijn definitie gebruikt, eveneens niet uit het oog verliezen. Het handelen vormt namelijk de basis binnen de orthopedagogiek. Dat handelen zal mee bepaald worden door ons nadenken over bepaalde fenomenen en door onze reflecties op de werkelijkheid. Dit laatste kunnen we pas uitvoeren wanneer we over voldoende materiaal en elementen beschikken die ons tot nadenken aanzetten. Pas daarna kan men als reflective practitioner het eigen handelen in vraag stellen en proberen achterhalen hoe men dat handelen kan verbeteren. Hij reflecteert voortdurend over het werk dat hij reeds gedaan heeft en zal nadenken over hoe hij dat werk kan optimaliseren. Het is dus een voortdurend kritisch kijken naar het eigen handelen en de effecten hiervan (Jenner & Segraeus, 2005). In deze studie werd gekozen voor een kwantitatieve onderzoeksmethode. Hierbij heeft de onderzoeker oog voor het analytische. Men neemt een bepaald deeltje van de werkelijkheid onder de loep en men probeert beetje bij beetje de werkelijkheid te omvatten (Broekaert, De Fever, Schoorl, Van Hove & Wuyts, 1997). Er zijn verschillende voor- en nadelen verbonden aan de keuze voor een kwantitatief onderzoeksopzet. Een voordeel kan bijvoorbeeld zijn dat je de mogelijkheid hebt tot het verzamelen van veel items. Wanneer je als onderzoeker voldoende mensen bevraagd hebt, kan je als het ware een generalisatie naar de populatie maken. Hoe meer respondenten je hebt, hoe groter de kans dat je uitkomst representatief is voor de populatie. Aan de andere kant mis je bij kwantitatief onderzoek de subjectiviteit in de resultaten. Het unieke verhaal van de respondenten doet er minder toe, waardoor je minder zal gefocust zijn op details die belangrijk kunnen zijn voor het onderzoek (Baarda & De Goede, 2006). 11

17 Deel 1: Methodologie 1.5 Samenstelling van de onderzoeksgroep De gegevens die verzameld werden, komen respectievelijk van cliënten die op dat moment in opname waren in Ontwenningskliniek De Pelgrim in Oosterzele, het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Amandus (Reigerlo B) in Beernem en het Psychiatrisch Ziekenhuis Heilig Hart (De Wending 1) in Ieper. Er wordt hier voor de benaming cliënten en niet voor patiënten. Cliënt is afkomstig van het Latijnse woord cluere wat betekent luisteren. Patiënt vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord pati wat letterlijk lijden betekent. Vanuit mijn eigen orthopedagogische achtergrond ben ik eerder geneigd om een terminologie te gebruiken waarin een belangrijk kenmerk van de hulpverlening naar voor komt, namelijk luisteren naar de mensen (Imrie, 1994). Ontwenningskliniek De Pelgrim is een gespecialiseerde open psychiatrische dienst die personen behandelt die omwille van alcohol, medicatie of andere drugs problemen hebben. Men heeft een capaciteit van 60 volwassenen (ouder dan 18 jaar) en biedt de mogelijkheid aan om als koppel te worden opgenomen. Zowel groeps- als individugericht wordt er gewerkt aan het verslavingsprobleem. Daarnaast zijn een aangepast behandelingsplan en ontslagmanagement pijlers binnen deze voorziening (De Pelgrim, 2007). Het Psychiatrisch ziekenhuis Sint-Amandus is gelegen in Beernem. Binnen het ziekenhuis heeft men een afzonderlijke afdeling die de naam Reigerlo B draagt. Daar biedt men intensieve psychiatrische verslaafdenzorg voor volwassen personen die met diverse verslavingsproblemen en onderliggende psychiatrische problemen te kampen krijgen (comorbiditeit). Men legt het accent voornamelijk op behandeling en hervalpreventie. Men heeft er een gesloten afdeling, waar de nadruk gelegd wordt op een gesloten behandeling op het moment dat de mensen het meest kwetsbaar zijn. Men heeft er ook een open deel waarbij men de deur letterlijk open zet en mensen dus meer vrijheid krijgen mits het nakomen van verschillende afspraken (Sint-Amandus, ). Tot slot komen de cliëntgegevens van mensen die behandeld werden in het Psychiatrisch Ziekenhuis Heilig Hart. De Wending 1 vormt binnen het ziekenhuis een afzonderlijke opnameafdeling waar mensen die ernstige problemen hebben door het misbruik van middelen, vooral alcohol- en medicatiegebruik, terecht kunnen. De behandeling voor illegaal druggebruik wordt echter beperkt tot lichamelijke ontwenning en dit gedurende twee weken. Daarna zal men gericht doorverwijzen naar een ander centra (Heilig Hart, 2007). 12

18 Deel 1: Methodologie We werken met cliënten die een residentiële behandeling zijn gestart omwille van hun alcohol- en/of druggerelateerde problemen. Er zijn echter enkele criteria waar deze mensen aan moeten voldoen alvorens te mogen deelnemen aan het onderzoek. Ze moeten ouder dan 18 jaar zijn. Kinderen en jongvolwassenen worden dus niet in deze studie opgenomen. Aangezien de interviews in het Nederlands worden afgenomen, is het een vereiste dat de cliënten de Nederlandse taal eigen zijn. Daarnaast is het eveneens noodzakelijk dat ze in eerste instantie opgenomen zijn voor hun alcohol- en/of drugprobleem. Als laatste criterium moeten ze minstens 7 dagen en maximaal 21 dagen op de afdeling verblijven. Cliënten die dus niet kunnen deelnemen aan het onderzoek zijn diegenen die niet opgenomen zijn voor hun alcohol- en/of drugprobleem, maar waar een ander probleem de prioriteit krijgt (bijvoorbeeld medicatie). Een ander exclusiecriterium is dat de cliënten niet residentieel verblijven in de afdeling, maar een dagbehandeling volgen. Wanneer de cliënt lijdt aan het syndroom van Korsakoff of over zeer beperkte cognitieve mogelijkheden beschikt dan kan hij of zij ook niet deelnemen evenmin als mensen met acute psychotische symptomen. 1.6 Groepsindeling Vervolgens gaan we mensen die afhankelijk zijn van drugs vergelijken met diegenen die afhankelijk zijn van alcohol. Uit de voorgaande beschrijving is duidelijk geworden dat deze twee doelgroepen niet zo eenvoudig af te bakenen zijn. Verschillende mensen, namelijk 47 van de 74, zijn in opname voor hun alcoholafhankelijkheid. Daarnaast zijn er 16 mensen die enkel afhankelijk zijn van illegale middelen en hiervoor werden opgenomen. Dan blijven er nog 11 mensen over in de restgroep die afhankelijk zijn van een combinatie van twee of drie middelen, namelijk alcohol en illegale middelen en/of benzodiazepines. In voorgaande studies, zoals deze van Slesnick en collega s werden twee groepen vergeleken die op basis van hun primaire probleem werden onderscheiden (Slesnick, Bartle-Haring, Glebova & Glade, 2008). Men had aan de ene kant de alcoholgebruikers, diegenen die als voornaamste probleem alcohol hadden opgegeven, en aan de andere kant de druggebruikers, die als voornaamste probleem een illegaal middel hadden opgegeven. Het was in deze studie mogelijk dat alcoholgebruikers naast alcohol ook nog illegale middelen gebruikten en dat druggebruikers eveneens alcohol dronken naast het gebruik van drugs. In een studie van Tam, Weisner en Mertens werden alcoholgebruikers vergeleken met alcohol & druggebruikers, waarbij het ook mogelijk was dat deze laatste groep medicatie misbruikte (Tam, Weisner & Mertens, 2000). Op basis van deze studies werd de steekproef in dit onderzoek in twee 13

19 Deel 1: Methodologie groepen verdeeld. De eerste groep zal bestaan uit mensen die enkel in opname zijn voor hun alcoholafhankelijkheid (n=47) en de tweede groep uit mensen die in opname zijn voor een illegaal middel of een combinatie van illegale middelen en alcohol en/of medicatie (n=27). In het vervolg van deze studie zullen we het respectievelijk hebben over groep A en groep D. 1.7 Procedure Alle statistische analyses werden uitgevoerd met behulp van het programma SPSS- Statistical Programme for Social Sciences. Diegenen die afhankelijk zijn van alcohol worden in het onderzoek vergeleken met diegenen die voornamelijk afhankelijk zijn van drugs. Hiervoor maken we gebruik van de Student t-test en de X²-test. De t-test is bedoeld om op een verantwoorde manier steekproefresultaten te generaliseren naar de populatie. Voor het nagaan van significante verschillen tussen twee variabelen van nominaal en/of ordinaal niveau werd gebruik gemaakt van de Pearson X²-test. Verschillen werden als significant beschouwd vanaf een p-waarde kleiner of gelijk aan 0.05 (Schuyten, 2005). 1.8 Dataverzameling Voor mijn eigen onderzoek heb ik gekozen voor de EuropASI. Deze zal ik vervolgens toelichten gevolgd door het beschrijven van de procedure van het afnemen van deze vragenlijst en de voor- en nadelen die verbonden zijn aan het interview Europ-ASI De Addiction Severity Index (ASI) is een betrekkelijk korte, semi-gestructureerde vragenlijst die ontworpen is met de bedoeling belangrijke informatie te verschaffen over de aspecten die bijgedragen hebben tot het alcohol- of drugmisbruik van een bepaalde cliënt. De Europ-ASI is de eerste stap in het ontwikkelen van een profiel van de desbetreffende cliënt dat op die manier een meerwaarde kan bieden voor onderzoek of voor de verfijning van de behandeling (McLellan, Luborsky, Woody & O Brien, 1980). De vragenlijst bestaat uit zeven leefgebieden die bevraagd zullen worden: lichamelijke gezondheid; arbeid, opleiding en inkomen; alcohol; drugs; justitie en politie, familie en sociale relaties en psychische en emotionele klachten. Zo gaat men voor het domein lichamelijk gezondheid na wat de chronische klachten zijn, welke medicatie men hiervoor 14

20 Deel 1: Methodologie inneemt, hoeveel ziekenhuisopnames men heeft gehad enzovoort. Aan het einde van ieder leefgebied vraagt men aan de cliënt in welke mate hij of zij last heeft van de desbetreffende problemen: 0 staat voor helemaal geen last, 1 voor een beetje last, 2 voor nogal wat last, 3 voor tamelijk veel en 4 voor erg veel. Op dezelfde manier wordt bevraagd in welke mate de cliënt extra behandeling voor deze problemen noodzakelijk vindt. Na het stellen van de vragen wordt door de interviewer een inventarisatie gemaakt van de positieve en negatieve elementen uit elk domein, waarna een subjectieve inschatting gemaakt wordt van de ernst van de problematiek en de nood aan een eventuele behandeling. Het volgende is een algemene richtlijn voor het inschatten van de problemen: 0-1 Niet werkelijk een probleem; behandeling niet nodig 2-3 Klein probleem; behandeling waarschijnlijk niet nodig 4-5 Redelijk ernstig probleem; enige behandeling is wel nodig 6-7 Behoorlijk ernstig probleem; behandeling noodzakelijk 8-9 Extreem ernstig probleem; behandeling beslist noodzakelijk Men bekomt per leefgebied één cijfer dat aangeeft hoe ernstig de noodzaak van hulp bij de problemen aangewezen is door de interviewer. Voor de afname van een volledige vragenlijst, mag men al gauw 45 tot 60 minuten aanrekenen (EuropASI handleiding De Sleutel). De vragenlijst is bovendien semi-gestructureerd. Dat wil zeggen dat de gegevens die eruit verkregen worden overal op dezelfde manier verzameld worden. Indien de interviewers goed zijn opgeleid, dan heeft deze vragenlijst een goede betrouwbaarheid en validiteit waardoor deze breed kan ingezet worden voor klinische doeleinden (DeJong, Willems, Schippers & Hendriks, 1995) Procedure De afname van de vragenlijsten vond plaats tussen de maanden augustus en december Zelf stond ik gedurende deze maanden iedere dinsdag ter beschikking en heb hierdoor 15 interviews kunnen afnemen. Aan het afnemen van interviews zijn er altijd een aantal voor- en nadelen verbonden. Zo kan een respondent zich bijvoorbeeld niet altijd bewust zijn van zijn/haar gedrag en dus een foutief antwoord geven. Wanneer je iemand bijvoorbeeld bevraagd naar zijn/haar druggebruik 15

21 Deel 1: Methodologie dan kan het zijn dat dit gebruik zo een gewoonte in diens leven is geworden dat de persoon in kwestie zich niet meer bewust is van het feit dat het problematisch is. Mensen hebben ook een selectief geheugen. Gebeurtenissen die ze zich niet willen herinneren, laten ze weg uit het verhaal, waardoor het niet meer volledig is. Een tweede nadeel van een interview kan zijn dat de respondent sociaal wenselijke antwoorden gaat geven. Als ik mensen bevraag naar de last die ze ondervinden bij hun druggebruik geven velen aan hier geen last meer van te hebben, terwijl ze enkele vragen ervoor vertelden dat ze nog veel aan hun druggebruik dachten. Alle interviews werden persoonlijk afgenomen en ook daar zijn enkele nadelen aan verbonden: het vergt wat tijd van de onderzoekers om alle interviews gedaan te krijgen, soms is dit moeilijk te organiseren aangezien je met verschillende instanties moet samenwerken en dus met verschillende agenda s rekening moet houden. Het is ook niet strikt anoniem aangezien je met de respondenten in contact komt. Naast de nadelen van het afnemen van interviews zijn er ook een reeks voordelen aan verbonden: je kan veel vragen stellen, je loopt minder kans dat mensen bepaalde vragen niet willen of kunnen invullen, je hebt een goede controle op het invullen en je kan een woordje uitleg geven als de mensen iets niet begrijpen (Baarda & De Goede, 2006). Dit alles was van toepassing in het onderzoek. 1.9 Enkele methodologische criteria Betrouwbaarheid Betrouwbaar zijn waarnemingen, die dezelfde resultaten opleveren nadat de onderzoeker het onderzoek opnieuw uitvoert met eenzelfde aanpak (De Laet, Offermans & Toye, 2004). Onderzoeksmetingen kunnen afhankelijk zijn van het toeval. Hoe minder ze van het toeval afhankelijk zijn, hoe betrouwbaarder de metingen zullen zijn. Het is noodzakelijk na te gaan hoe het zit met de betrouwbaarheid van deze metingen (Schuyten, 2005). We moeten tijdens ons onderzoek rekening houden met enkele factoren die de betrouwbaarheid nadelig kunnen beïnvloeden. De omgeving waar het interview afgenomen wordt, kan hier een belangrijke rol in spelen. Wanneer het rumoerig is, bestaat de mogelijkheid dat de persoon in kwestie zich minder goed kan concentreren en daardoor de vragen niet representatief beantwoordt. De interviews die ik persoonlijk heb afgenomen, gebeurden in een kleine bibliotheek van de voorziening. Niemand die kon passeren of die binnen en buiten liep. De kans dat de antwoorden verstoord werden door omgevingsfactoren 16

22 Deel 1: Methodologie is met andere woorden miniem. Tijdens de afname van mijn interviews heb ik niet onmiddellijk moeilijkheden ondervonden of factoren tegengekomen die erop wezen dat mensen zich niet op hun gemak voelden en daarom geen consistente antwoorden konden geven. We kunnen spreken van interne betrouwbaarheid: de gegevensverzameling, data-analyse en de conclusies binnen het onderzoek zelf moeten consistent zijn. Wanneer een andere onderzoeker binnen hetzelfde onderzoek tewerkgesteld wordt, dan moet deze op dezelfde manier de gegevens verzamelen, analyseren en conclusies trekken. De interviews die door andere onderzoekers werden afgenomen, gebeurden op dezelfde manier. Daarnaast heeft men de externe betrouwbaarheid: twee onderzoekers moeten, als ze alles op dezelfde manier uitvoeren, tot vergelijkbare resultaten komen (Baarda & De Goede, 2006). Op die manier hebben we binnen dit onderzoek tegemoet kunnen komen aan de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. De ernstscores werden aan het einde van ieder leefgebied door mijzelf bepaald. Op de vakgroep werden deze scores, onafhankelijk van mijn resultaten, door Kathy Colpaert opnieuw opgesteld en vergeleken met mijn bekomen resultaten. Bij twijfel werd een derde onafhankelijke persoon ingeschakeld Validiteit Zijn de conclusies getrokken uit het onderzoek juist? (Schuyten, 2007) Onze uitkomsten moeten een weerspiegeling zijn van datgene wat we wilden meten. Als we iets willen weten over bijvoorbeeld het geslacht van de mensen die drugs misbruiken en opgenomen zijn in een residentiële setting dan wordt er van onze resultaten ook verwacht dat zij ons hier een antwoord zullen op geven. We onderscheiden ook hier opnieuw twee soorten validiteit. De interne validiteit is de mate waarin het redeneren binnen het onderzoek correct is uitgevoerd. We stellen ons dus de vraag of onze probleemstelling opgelost of beantwoord kan worden aan de hand van dit onderzoeksopzet. Kunnen we verschillen en gelijkenissen tussen mensen die in behandeling zijn voor hun alcoholprobleem en mensen die in behandeling zijn voor drugproblemen achterhalen aan de hand van dit onderzoek? De interne validiteit kan gewaarborgd worden aan de hand van enkele mogelijkheden zoals het maken van (veld)notities of het bijhouden van een dagboek. De belangrijkste kenmerken van de geïnterviewde personen werden genoteerd. Ook overleg met andere onderzoekers zorgt voor een interne validiteit. Het was te allen tijde 17

23 Deel 1: Methodologie mogelijk om de gevonden resultaten te bespreken met iemand van de vakgroep. Het verzamelen van uitgebreid contextmateriaal en het inschakelen van mede-informanten was niet aan de orde (Schuyten, 2007). Binnen ons onderzoek is deze interne validiteit eerder beperkt. Volgens Maso en Smaling kan interne validiteit vooral gegarandeerd worden door bijvoorbeeld kwalitatieve gevalsstudies. Tijdens ons onderzoek hadden we niet de ruimte en de tijd om mensen uitvoerig te gaan observeren of om een kwalitatieve dialoog uit te bouwen (Maso & Smaling, 1998). Naast de interne validiteit hebben we ook de externe validiteit waarmee we de mate bedoelen waarin de conclusies toegepast kunnen worden op de gehele populatie, m.a.w. de generaliseerbaarheid van de resultaten (Boeije, 2005). We willen met ons onderzoek uitspraken gaan doen over alcohol en druggebruikers die opgevangen worden in een residentiële setting. Het is onmogelijk om al deze mensen te gaan bevragen, dus moesten we een steekproef trekken. Relevante verschijnselen uit de populatie moeten ook en verhoudingsgewijs in onze steekproef terug te vinden zijn (Schuyten, 2005). Zo vindt men in de literatuur bijvoorbeeld dat mannen meer vertegenwoordigd zijn dan vrouwen in de residentiële verslavingszorg. Ook in dit onderzoek was dat het geval. Ook mensen uit verschillende leeftijdcategorieën komen in dit onderzoek aan bod. De steekproef moet eveneens voldoende groot zijn. Als deze te klein is dan gaat dit gepaard met onbetrouwbare schattingen of toetsingen waardoor foute conclusies worden getrokken en verkeerde adviezen worden gegeven. Voor mijn onderzoek werden 74 interviews gebruikt wat het betrouwbaar maakt om de gevonden conclusies te veralgemenen naar de populatie, aangezien de steekproef groter is dan 30 (Schuyten, 2005) Enkele ethische overwegingen Het onderzoek loopt in overeenstemming met de Wet ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (08/12/1992, gewijzigd op 11/12/1998) en met de Wetgeving op het Beroepsgeheim (Art. 458 van het Strafrechtboek). Het beroepsgeheim van de participanten wordt met andere woorden gerespecteerd. Het empirisch luik van mijn masterproef kadert in een doctoraatsonderzoek van Kathy Colpaert. Het globale onderzoeksproject werd binnen dit onderzoek goedgekeurd door de Commissie Ethiek van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Gent en door de Commissie Ethiek van het UZGent. 18

24 Deel 1: Methodologie Het principe van de geïnformeerde toestemming of informed consent probeert ons te verzekeren dat de onderzochten vrijwillig aan het onderzoek deelnemen en dat deze de eventuele risico s of verplichtingen die eraan verbonden zijn, kennen (Bogdan & Biklen, 1998). Daarvoor wordt bij aanvang van het interview gevraagd om een formulier in te vullen met betrekking tot deze toestemming. We maken hier binnen dit onderzoek eveneens gebruik van. De persoon in kwestie kan dus weigeren om aan het onderzoek deel te nemen of beslissen om tijdens het onderzoek zijn deelname te beëindigen. Volgens Faden en collega s zijn er drie principes aan de geïnformeerde toestemming verbonden, namelijk: het principe van de autonomie. Dit wil zeggen dat de participant vrij is om te kiezen of hij al dan niet deelneemt. Ook de privacy valt hieronder. Verder hebben we het principe van de heilzaamheid wat staat voor het feit dat het welzijn van de mens voorop staat. En het laatste principe is dat van de gerechtigheid (Faden, Beauchamp & King, 1986). In welke mate is het gerechtvaardigd dat iemand deelneemt aan het onderzoek. We geven hier nog even aandacht aan het feit dat er geen consequenties vasthangen aan het feit of iemand al dan niet deelneemt aan het onderzoek. Voordelen, nadelen en wederkerigheid worden eveneens in rekening gebracht tijdens deze studie. Welke meerwaarde heeft dit onderzoek voor de onderzochten? Hoeveel tijd en energie moeten ze in dit onderzoek steken? Is er een evenwichtige balans? Het voordeel voor deze mensen is niet dat ze een beloning ontvangen voor hun deelname. Het is eerder een voordeel op lange termijn, namelijk dat we aan de hand van dit onderzoek de hulpverlening op het vlak van alcohol- en druggebruik kunnen optimaliseren. Er is echter ook een directere positieve ervaring voor hen weggelegd, namelijk dat er iemand is die geïnteresseerd is in hun verhaal. Iemand luistert naar wat ze te zeggen hebben. Eerlijkheid en vertrouwen, het akkoord dat de onderzochten geven over wat er met de data gaat gebeuren en wie er allemaal toegang toe heeft, zijn ook hier belangrijke pijlers. Een onderzoeker zal echter moeilijk kunnen achterhalen of iemand de waarheid spreekt of niet. Het is echter zo dat als een participant zich goed of op zijn gemak voelt bij de onderzoeker, het meer waarschijnlijk is dat deze eerlijk en oprecht op de vragen zal antwoorden (Bogdan & Biklen, 1998). Naast vertrouwen en eerlijkheid is ook de anonimiteit een belangrijk element in om het even welk onderzoek. De gegevens worden anoniem verwerkt en zullen enkel voor dit doeleinde gebruikt worden. Er zullen geen namen van personen vermeld worden tijdens het verwerken van de data of het formuleren van conclusies en adviezen. 19

25 Deel 2: Theoretisch kader DEEL 2: THEORETISCH KADER 2.1 Inleiding In dit deel wordt er gekeken naar wat wetenschappelijk onderzoek reeds aan informatie bij elkaar heeft gebracht. Een theoretisch kader wordt geschetst aan de hand van drie onderdelen: In deel 1 wordt dieper ingegaan op problematisch alcoholgebruik om een antwoord te kunnen formuleren op de vraag hoeveel de alcoholconsumptie bedraagt binnen de populatie. Alvorens hier effectief op in te gaan, wordt een korte geschiedenis weergegeven. Vervolgens zal het begrip alcohol verder worden ontleed aan de hand van enkele definities en de DSM-IV definitie voor misbruik en afhankelijkheid. In het laatste onderdeel staat de hulpverlening centraal. In deel 2 wordt dezelfde onderverdeling aangehouden voor het beschrijven van het problematisch druggebruik. Een korte schets van de geschiedenis, de begripsomschrijving, de prevalentie van verschillende middelen en tenslotte de hulpverlening komen hier aan bod. Deel 3 zal tenslotte de nadruk leggen op alcohol- en druggebruikers die de stap naar de residentiële hulpverlening hebben gezet. Er wordt nagegaan wanneer mensen precies de hulp inroepen van professionelen. Vervolgens worden de socio-demografische verschillen en gelijkenissen van deze doelgroep besproken aan de hand van de variabelen geslacht, leeftijd, opleiding, werk, familiale status en criminele activiteiten. Er wordt afgesloten met een overzicht van de ernstscores van de EuropASI voor deze cliënten. 2.2 Problematisch alcoholgebruik Inleiding Alcohol is door vele onderzoekers en wetenschappers bestudeerd en onderzocht. Om helemaal correct te zijn, moeten we eigenlijk spreken van ethylalcohol (ethanol) i.p.v. alcohol. Het is een natuurlijk product dat ontstaat uit de gisting (fermentatie) van suikerhoudende producten. Micro-organismen halen de suikerhoudende stoffen uit vele fruitsoorten om deze af te breken en er energie uit halen. Als bijproduct ontstaat dan alcohol. We kunnen dus 20

26 Deel 2: Theoretisch kader stellen dat zowel mens als dier in de loop van de eeuwen regelmatig met alcohol in contact is gekomen. We kunnen ons niet altijd baseren op geschreven bronnen, maar er wordt verondersteld dat tot ongeveer tienduizend jaar geleden de mensen enkel die alcoholhoudende producten gebruikten die ze al dan niet per toeval in de natuur vonden. De eerste alcoholische dranken werden dan ook gemaakt van bessen en honing. Men vindt deze nog in verschillende stammen terug, bijvoorbeeld bij de Maya s. In de Westerse wereld werden alcoholische consumpties al gauw een veilig alternatief voor water. We moeten hier wel bij vermelden dat het alcoholpercentage in de dranken behoorlijk laag lag in die tijd. Vanaf 1300 tot 1650 kon men in de Nederlanden een enorme toename constateren van ambachtelijke brouwerijen. In de loop van de tijd werden dan ook allerlei regels, wetten en richtlijnen uitgeschreven om het gebruik van alcohol binnen de perken te houden. In Amerika steeg al heel gauw het gebruik van alcohol, maar ook in Europa werd een duidelijke stijging vastgesteld vanaf de jaren zestig. Dit had onder andere te maken met de verhoogde levensstandaard en de spectaculaire verruiming van het aanbod (Dom, 2000). Studies tonen aan dat het gebruik van middelen die ons bewustzijn beïnvloeden onze interesse altijd hebben opgewekt. De voorkeur voor een bepaald product veranderde doorheen de tijd, maar de vraag naar psychoactieve middelen is echter nooit afgenomen (Broekaert & Vanderplasschen, 2008). Het was reeds ten tijde van de Grieken en Romeinen dat men alcohol ging gebruiken voor zijn opwekkende en kalmerende eigenschappen. De problemen die hiermee samenhingen werden pas besproken rond de periode van de industriële revolutie (Van Epen, 1988). De volgende hoofdstukken zullen een overzicht geven van de centrale aspecten van het fenomeen problematisch alcoholgebruik. Er wordt eerst dieper ingegaan op de verschillende verklaringsmodellen die doorheen de tijd over alcoholgerelateerde problemen werden ontwikkeld. Verder zal er gebruik gemaakt worden van twee classificatiesystemen om duidelijkheid te scheppen in de terminologie misbruik en afhankelijkheid. Vervolgens wordt er een hoofdstuk besteed aan de prevalentie van alcoholproblemen om een zicht te krijgen op het voorkomen in de algemene bevolking. Aangezien er een percentage van de problematische alcoholgebruikers beroep doet op de hulpverlening wordt er als laatste even stilgestaan bij de hulpverlening. 21

27 Deel 2: Theoretisch kader Begripsomschrijving In de literatuur wordt niet zo vaak het onderscheid beschreven tussen het gebruik en het misbruik van middelen. Er zijn talloze studies die een uiteenzetting geven over de prevalentie van alcohol en druggebruik (Midanik, Tammy & Weisner, 2007). Anderen zullen het algemene misbruik binnen de samenleving schetsen (Mann, Rootman, Shuggi & Adlaf, 2006). De World Health Organization (WHO) definieert zware drinkers als diegenen die binnen de 24 uren minstens 6 alcoholische consumpties nuttigen en dit minstens één maal per week. Gevaarlijke drinkers zijn diegenen die 4 glazen alcohol drinken op minstens 21 dagen van de maand of 6 glazen op minstens 9 dagen van de maand. Een hevige episodische drinker zal bij iedere drankgelegenheid minstens 6 glazen nuttigen (WHO, 2004). Een duidelijker onderscheid tussen welk gebruik nu problematisch is en welk gebruik niet wordt gegeven door De Donder en Lambrechts (De Donder & Lambrechts, 2002): Niet-problematisch gebruik: het gaat hier over een gematigd en verantwoord drinken dat geïntegreerd is in de samenleving. Men spreekt ook wel over sociaal drinken. Dit drinkpatroon geldt voor de meerderheid van de bevolking. Problematisch gebruik: dit kan enerzijds omschreven worden als een proces dat kan leiden tot afhankelijkheid. In dat geval is het vooral een gezondheidprobleem met een (ernstige) weerslag op andere domeinen (gezin, werk, ). We spreken anderzijds ook van problematisch gebruik wanneer men drinkt in een verkeerde situatie (bijvoorbeeld in het verkeer) of op een verkeerd tijdstip (bijvoorbeeld op het werk). In de meeste gevallen speelt de hoeveelheid een belangrijke rol, al kan in sommige settings een geringe hoeveelheid al voor problemen zorgen. Hieronder worden twee belangrijke begrippen beschreven die in het kader van problematisch gebruik van middelen niet weg te denken zijn, namelijk misbruik en afhankelijkheid (zie kader). Ze werden gedefinieerd door de DSM-IV, wat staat voor Diagnostic and Statistical Manual, Fourth Edition. Het is een classificatiesysteem, uitgegeven door de American Psychiatric Association. Het geeft een overzicht van alle psychiatrische stoornissen, waaronder de aan middelen gebonden stoornissen (Hasin, Hatzenbuehler, Keyes & Ogburn, 2006). Deze stoornissen kunnen we vervolgens opdelen in twee grote groepen, namelijk de stoornissen in het gebruik van een middel en de stoornissen door het gebruik van een middel 22

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen Jachna Beck Evelien Van Rompaye Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5 Pagina: 1 van 5 Het ondervragen van patiënten in het kader van een eindwerk voor het bekomen van een graad van bachelor of bachelor na bachelor komt neer op een prospectieve verzameling van gegevens met

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht

tiemap Ira Insp ge jla BI materialenoverzicht BIJLAGE inspiratiemap Materialenoverzicht drugs 1 1. Brochures of affiches Hieronder vindt u een lijst met informatieve materialen over cannabis en andere drugs De materialen zijn verkrijgbaar bij VAD.

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen

Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen CAPRI Universiteit Antwerpen INFORMATIEBRIEF VOOR DEELNEMERS Versie voor patiënten Versie 3 22/04/2015 Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17 Inhoud Lijst met afkortingen 13 Voorwoord 15 Inleiding 17 DEEL 1 TRENDS IN CIJFERS OVER ILLEGALE DRUGS IN VLAANDEREN/BELGIË 1997-2007 19 HOOFDSTUK 1! ILLEGALE DRUGS. SITUERING EN DEFINIËRING 21 1.1 Wat

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies.

gegeven met informatie over risico, complexiteit, duur, ernst en een doorverwijzingsadvies. Geachte, Pearson start een onderzoek naar Innerview. Innerview is een beslissingsondersteunend instrument (BOI) voor doorverwijzing in de geestelijke gezondheidszorg en is uniek in zijn soort als het gaat

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

Verstandelijke beperking en middelengebruik. Een folder voor mantelzorgers en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking

Verstandelijke beperking en middelengebruik. Een folder voor mantelzorgers en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking Verstandelijke beperking en middelengebruik Een folder voor mantelzorgers en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking Johan woont al enkele jaren zelfstandig. Als begeleider ga jij twee

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

De SEM-J in cijfers. Wat is de SEM-J?

De SEM-J in cijfers. Wat is de SEM-J? De SEM-J in cijfers 12-18 jaar Wat is de SEM-J? individuele begeleidingscontext op eenvoudige en gebruiksvriendelijke manier: een ernstinschatting maken van het middelengebruik van de jongere & nood aan

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik. Samenvatting In Nederland gebruikt ongeveer 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Veel vrouwen staken het alcoholgebruik zodra ze zwanger zijn of eerder al, als ze zwanger

Nadere informatie

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken

Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis Druggebruik van hun kant bekeken Freya Vander Laenen FADO Utrecht 20/11/08 1 1. Achtergrond Klassieke drugpreventie en drugpreventieonderzoek Specifieke

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Lea Maes, PhD Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Health literacy health literacy represents

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I

Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I Deze leidraad heeft tot doel om studenten uitleg te geven bij het opmaken van hun onderzoeksvoorstel voor de masterscriptie. Er wordt

Nadere informatie

DEELNEMEN AAN ONDERZOEK

DEELNEMEN AAN ONDERZOEK DEELNEMEN AAN ONDERZOEK DRAAG BIJ AAN DE WETENSCHAP Een bijdrage leveren aan de wetenschap? Dat kan! De KU Leuven doet onderzoek naar cognitieve beperkingen ten gevolge van een beroerte. Wij zijn steeds

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg,

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg, De verscheidenheid aan wachtlijsten bij de palliatieve eenheden in Vlaanderen Een onderzoek naar de achterliggende oorzaken van wachtlijsten bij palliatieve eenheden en hun ethische impact op de betrokken

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Alcoholgebruik bij helft van de studenten niet zonder risico

Alcoholgebruik bij helft van de studenten niet zonder risico Derde grote bevraging brengt middelengebruik bij Vlaamse studenten in kaart Alcoholgebruik bij helft van de studenten niet zonder risico De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) en onderzoekers

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Alcohol- en druggebruik bij Vlaamse jongeren

Alcohol- en druggebruik bij Vlaamse jongeren Alcohol- en druggebruik bij Vlaamse jongeren VAD-leerlingenbevraging Doel: aanvullend bij educatieve pakketten een zicht geven op middelengebruik bij leerlingen Survey, o.b.v. vragenlijst Gebaseerd op

Nadere informatie

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête?

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête? FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Het gaat om een enquête die georganiseerd wordt door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid die verantwoordelijk

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017

Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 Model informatiebrief medisch onderwijsonderzoek Met voorbeeldpassages versie juli 2017 De brief kan voor studenten op HBO/WO niveau geschreven worden omdat de doelgroep in onderwijsonderzoek meestal studenten

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Ervaren problemen door professionals

Ervaren problemen door professionals LVG en Verslaving Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Ervaren problemen door professionals Kennisdeling 11 november 2010, Koos de Haan, deel 2 1 Wat komt aan bod? Onderzoek naar problemen door professionals ervaren

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Patiënteninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Onderzoek naar ervaringen van mensen met MS

Patiënteninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Onderzoek naar ervaringen van mensen met MS Patiënteninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Onderzoek naar ervaringen van mensen met MS Inleiding Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoeksgroep LUCAS Participatie en betrokkenheid in een ontmoetingshuis voor patiënten met ernstige en langdurige psychische

Nadere informatie

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007)

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007) in Nederland (1998-2007) Juni 2009 In het kort Het aantal 55-plussers met een alcoholhulpvraag is sinds 1998 met 130% gestegen (89% gecorrigeerd voor vergrijzing). Het aandeel alcoholcliënten van 55 jaar

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Ouders over tevredenheidmetingen.

Ouders over tevredenheidmetingen. Vzw Roppov Martelaarslaan 212 9000 Gent tel 09/224.09.15 fax 09/233.35.89 e-mail info@roppov.be web www.roppov.be Mei 2009 december 2010 Ouders over tevredenheidmetingen. Dit is een bundeling van bemerkingen

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Elke Denoo Eline Grouwels Ruth Jamers Sarah Van Leuvenhaege

Elke Denoo Eline Grouwels Ruth Jamers Sarah Van Leuvenhaege Elke Denoo Eline Grouwels Ruth Jamers Sarah Van Leuvenhaege Slotconferentie GoLeWe Antwerpen, 20 mei 2011 Als het op leren aankomt: beter vandaag dan morgen, maar uiteindelijk toch overmorgen! Deel 1 Reële

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: M. Hoekstra Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Verpleegprobleem

Nadere informatie

The Symphony triple A study

The Symphony triple A study Patiënten informatie en toestemmingsverklaring The Symphony triple A study USING SYMPHONY AS AN ADJUNCT TO HISTOPATHOLOGIC PARAMETERS WHEN THE DOCTOR IS AMBIVALENT ABOUT THE ADMINISTRATION AND TYPE OF

Nadere informatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

IVO onderzoek De kaarten op tafel. Rapport juni 2010. Samenvatting en conclusies. o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend?

IVO onderzoek De kaarten op tafel. Rapport juni 2010. Samenvatting en conclusies. o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend? IVO onderzoek De kaarten op tafel Rapport juni 2010 Samenvatting en conclusies o Onderzoeksvraag 1: In welke mate is poker verslavend? Poker bevat onmiskenbaar elementen van een verslavend spel. Het kan

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Psychosociale ondersteuning en faciliteiten in het hoger onderwijs.

Psychosociale ondersteuning en faciliteiten in het hoger onderwijs. Bijlage V: Informed consent stageplaats Titel onderzoek : Psychosociale ondersteuning en faciliteiten in het hoger onderwijs. Externe onderzoeker (naam, organisatie, adres, telefoonnummer, emailadres)

Nadere informatie

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist

Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Gedwongen opname en verslaving Dr Anne Van Duyse - De Sleutel en PC Sint Jan Baptist Deel 1: Wet op de gedwongen opname Deel 2: problematisch middelengebruik Toetsing van de wet bij verslaving Geesteszieke

Nadere informatie

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN

FACTSHEET HULPVERLENING VLAANDEREN VLAANDEREN juli 2017 Deze factsheet presenteert cijfers over de hulpverlening bij problemen met alcohol of andere drugs op basis van de belangrijkste cijfergegevens uit de TDI-registratie in Vlaanderen

Nadere informatie

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE PREVALENTIE EN GEVOLGEN OP HET WERK Marie-Claire Lambrechts 1,2 Dr. Lieve Vandersmissen 3 Prof. Dr. Lode Godderis 1,3 Brussel, FOD WASO 21/12/2017 1 KU

Nadere informatie

A nimal A ssisted T herapy

A nimal A ssisted T herapy C l i ë n t i n f o r m a t i e A nimal A ssisted T herapy b i j o n d e r z o e k s p r o j e c t bij volwassenen met een autismespectrumstoornis bij volwassenen met een autismespectrumstoornis Cliënteninformatie

Nadere informatie

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis Voor u ligt de vragenlijst Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis. Deze vragenlijst wordt u aangeboden door [instantie].

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie

Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie Behandeling van problematisch middelengebruik van leefstijltraining naar cognitieve gedragstherapie Dr Wencke de Wildt Directeur behandelzaken Jellinek GZ psycholoog VGCT 2016 Inhoud 15 jaar cognitieve

Nadere informatie

Ontwenningskliniek De Pelgrim

Ontwenningskliniek De Pelgrim Ontwenningskliniek De Pelgrim Historiek VZW 1972 I.A.T. CAT Gent 1 januari 1973 KLINIEK DE PELGRIM T.G. De Kiem AUTONOOM 1978 Historiek VZW 1992 VZW DE KIEM VZW DE PELGRIM 2006 NIEUWBOUW 2002 NIEUWBOUW

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie

Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie TELSTAR: Treatment of ELectroencephalographic STatus epilepticus After cardiopulmonary Resuscitation (ABR 46296) Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

(Net)werking van een PAAZ

(Net)werking van een PAAZ (Net)werking van een PAAZ Frederic Ulburghs (hoofverpleegkundige) en Henrik Palmans (psychiatrisch verpleegkundige) Voorstelling PAAZ Enkele cijfers: +/- 13 FTE verpleegkundigen +/- 3 FTE psychologen +/-

Nadere informatie

HypoBewust: een educatief groepsprogramma met internet voor diabetespatiënten met hypoproblematiek. Een studie naar de kosteneffectiviteit.

HypoBewust: een educatief groepsprogramma met internet voor diabetespatiënten met hypoproblematiek. Een studie naar de kosteneffectiviteit. HypoBewust: een educatief groepsprogramma met internet voor diabetespatiënten met hypoproblematiek. Een studie naar de kosteneffectiviteit. HypoAware: a combined group and online educational program for

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving

Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving Leven in Herstel : onderzoek naar de hersteltrajecten van mensen met een drugsverslaving LORE BELLAERT (DOCTORANDA) H O O F D P R O M O T O R : P R O F. D R. W O U T E R V A N D E R P L A S S C H E N V

Nadere informatie