HET BESTRIJDEN VAN WITWASSEN IN BELGIË

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET BESTRIJDEN VAN WITWASSEN IN BELGIË"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR HET BESTRIJDEN VAN WITWASSEN IN BELGIË Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Bedrijfseconomie De Vos Lode Onder leiding van Prof. Dr. Rudi Vander Vennet en Dr. Gudrun Vande Walle

2 Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. De Vos Lode

3 WOORD VOORAF Deze scriptie vormt het sluitstuk van mijn eenjarige master in de bedrijfseconomie. Het was een leuk en hoogst interessant jaar waar ik met veel plezier op terugkijk. Ik zou graag een aantal mensen willen bedanken die hebben bijgedragen aan de realisatie van deze scriptie. Mijn promotor Prof. Dr. Rudi Vander Vennet en co-promotor Dr. Gudrun Vande Walle voor de goede raad bij het schrijven van mijn scriptie. Ingrid Janssens, Verantwoordelijke Preventie & Detectie Witwassen Compliance Dexia Bank, voor de boeiende uiteenzetting van de functie van compliance officer. Commissaris Debacker, voor het verschaffen van enkele inzichten m.b.t. de bestrijding van het witwassen van geld. Mijn ouders en vriendin. Doorheen mijn studies hebben zij steeds gezorgd voor de nodige steun en raad. I

4 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF...I INHOUDSOPGAVE...II LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... V LIJST VAN TABELLEN...VI LIJST VAN FIGUREN...VII 1. ALGEMENE INLEIDING HET FENOMEEN WITWASSEN INLEIDING GESCHIEDENIS DEFINITIE KENMERKEN FASEN TECHNIEKEN Als omzet boeken De loan-back methode Verrichtingen in casino s Het aankopen van goederen Prepaid-kaarten Internationale handel IMPACT Het ondermijnt de geloofwaardigheid en integriteit van de financiële sector Het beïnvloedt het economisch beleid Het is schadelijk voor de reputatie van een land Het infiltreert in de ontwikkelende markten Het zorgt voor de verdringing van de legitieme private sector Het verstoort de economie van een land en het creëert instabiliteit Het voedt criminele activiteit BESLUIT WETGEVEND KADER INLEIDING REPRESSIEVE WETGEVING PREVENTIEVE WETGEVING ALGEMEEN II

5 RATIONAE PERSONAE RATIONAE MATERIAE WETGEVING INZAKE VERBEURDVERKLARING DE VERBEURDVERKLARING DE WETGEVING BESLUIT ACTOREN IN DE BESTRIJDING VAN WITWASSEN INLEIDING INTERNATIONALE ACTOREN FAG-FATF EGMONT GROUP EU RAAD VAN EUROPA VN IMF/WERELDBANK NATIONALE ACTOREN CFI Politionele of administratieve model? Samenstelling Opdrachten Beroepsgeheim Statistieken BANKSECTOR CBFA Compliance officer CDGEFID De Cel Witwassen COIV BESLUIT HARDNEKKIGE KANTEN VAN HET WITWASSEN INLEIDING BANKGEHEIM ONDERGRONDS BANKIEREN OFFSHORE TAX HAVENS ONTWIKKELING VAN NIEUWE TECHNIEKEN GLOBALISATIE III

6 5.7. BESLUIT ALGEMEEN BESLUIT BIBLIOGRAFIE... VIII BIJLAGE 1: BASISCONCEPT VAN EEN FINANCIAL INTELLIGENT UNIT (FIU)... XVIII BIJLAGE 2: ORGANIGRAM VAN HET CDGEFID... XIX IV

7 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN CBFA CDGEFID CFI COIV CRP EU FATF IMF OESO REDSOP VN Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie Cel voor Financiële Informatieverwerking Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring Committee to Re-elect the Presedent Europese Unie Financial Action Task Force Internationaal Monetair Fonds Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking Resultaat door snel optreden Verenigde Naties V

8 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1: Evolutie meldingen laatste vijf jaar Tabel 2: Evolutie over de 5 laatste jaren Tabel 3: Lopende dossiers per afdeling CDGEFID VI

9 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: Spreiding van het aantal meldingen per sector Figuur 2: Aantal doorgemelde dossiers aan het parket per meldende instelling Figuur 3: Indeling van de dossiers volgens de aard van de belangrijkste verrichtingen Figuur 4: Verdeling van de doorgemelde dossiers volgens witwasstadium Figuur 5: Verdeling van de doorgemelde dossiers volgens de belangrijkste onderliggende criminaliteit VII

10 1. ALGEMENE INLEIDING Recent kwam in het nieuws dat er ernstige aanwijzingen zijn dat prostitutienetwerken uit Ecuador en Albanië en mensenhandelaars uit China hun vuil geld proberen wit te wassen via de Belgische financiële sector. Het parket ontving van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) namelijk een recordaantal witwasdossiers m.b.t. deze steeds vaker voorkomende vormen van criminaliteit. Het feit dat ze hier trachten hun geld wit te wassen, wil echter niet zeggen dat ook hun criminele activiteiten in ons land plaatsvinden. Dit zou vooral gebeuren in de rest van Europa. Dit is typisch voor de hedendaagse witwassers: de financiële stromen kunnen een heel andere weg volgen dan de criminele activiteiten (Vanbrussel, 2008). Het witwassen van geld is een globaal fenomeen dat vaak een complexe reeks van verscheidene financiële transacties inhoudt waarbij heel wat landen aangedaan worden. Dit maakt het heel moeilijk om deze vorm van criminaliteit op te sporen en te vervolgen (Buchanan, 2003). Hoewel het witwassen van geld de laatste twee decennia steeds meer aandacht geniet van de nationale politiek en internationale organisaties, wordt de omvang en de ernst van deze problematiek nog steeds onderschat door de media en het grote publiek. Dit is vooral te wijten aan het feit dat wanneer er melding wordt gemaakt van een witwasmisdrijf, dit vaak in associatie gebeurt met een onderliggend misdrijf zoals terrorisme of drugshandel. Het misdrijf witwassen wordt dan als bijkomstig beschouwd waardoor het niet de nodige aandacht krijgt die het verdient (Nederlandse Ministerie van Financiën, 2006). Witgewassen geld kan nochtans opnieuw aangewend worden om misdrijven te plegen, waaronder terrorisme (Ponsaers en Ruggiero, 2002). Ook brengt het witwassen van geld heel wat negatieve economische consequenties met zich mee (Quirk, 1997). In deze scriptie wordt aan de hand van een literatuuronderzoek nagegaan hoe de strijd wordt aangegaan met het witwassen van geld. Er wordt hierbij aandacht besteed aan het wetgevend kader, de belangrijkste actoren in de strijd tegen het witwassen van geld en enkele hardnekkige problemen waarmee men wordt geconfronteerd. Echter, om hier over te kunnen oordelen moet eerst het antwoord worden gezocht op twee vragen: wat houdt het fenomeen witwassen juist in en wat is de (economische) impact van dit fenomeen? Om deze reden werd de scriptie opgedeeld in vier stappen. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 nagegaan hoe het witwassen van geld juist in zijn werk gaat en welke gevolgen dit fenomeen met zich meebrengt. Dit laatste is noodzakelijk om een exact beeld te krijgen van de ernst van deze problematiek. In dit hoofdstuk wordt eerst even stilgestaan bij de nog zeer jonge geschiedenis van het fenomeen. Vervolgens wordt een blik geworpen op enkele courante definities die het mogelijk maken een idee te vormen van wat verstaan mag worden onder het witwassen van geld. Daarna wordt de focus gelegd op het eigenlijke witwasproces, waarbij dieper wordt ingegaan op de verschillende fasen en technieken. Om te eindigen wordt aandacht besteed aan de (economische) gevolgen die het witwassen van geld met zich meebrengt. 1

11 Vervolgens wordt de wetgeving betreffende de bestrijding van het witwassen van geld onder de loep genomen in hoofdstuk 3. In België en heel wat andere landen is er sprake van een tweesporenbeleid bestaande uit een preventieve en repressieve benadering. De preventieve benadering richt zich in de eerste plaats op het voorkomen van witwassen en dit vooral door het misbruik van financiële instellingen tegen te gaan. De strafrechtelijke benadering richt zich eerder op het repressief beteugelen van witwassen (Stessens, 1997). In dit hoofdstuk wordt naast de preventieve en repressieve wetgeving ook de wetgeving inzake verbeurdverklaring besproken. In een vierde hoofdstuk wordt de focus gelegd op de internationale en nationale actoren die betrokken zijn bij de bestrijding van het witwassen van geld. Omdat deze scriptie vooral betrekking heeft op de situatie in België en beperkt is in omvang, wordt meer aandacht besteed aan de nationale dan aan de internationale actoren. Op internationaal niveau worden achtereenvolgens kort aangehaald: het FATF, de Egmont Group, de Raad van Europa, de VN, het IMF en de Wereldbank. Vervolgens worden op nationaal niveau de volgende actoren onder de loep genomen: het CFI, de banksector, het CDGEFID en het COIV. Tenslotte wordt in een laatste hoofdstuk dieper ingegaan op de belangrijkste problemen waar men mee geconfronteerd wordt in de strijd tegen het witwassen van geld. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan het bankgeheim, het ondergronds bankieren, offshore tax havens, de ontwikkeling van nieuwe technieken en de globalisatie. 2. HET FENOMEEN WITWASSEN 2.1. INLEIDING In dit hoofdstuk wordt het fenomeen witwassen van naderbij bekeken. Om te beginnen, wordt een blik geworpen op de nog zeer jonge geschiedenis van het fenomeen. Vervolgens worden enkele courante definities aangehaald die het mogelijk maken een idee te vormen van wat begrepen mag worden onder het witwassen van geld. Daarna volgt een ruime uiteenzetting van de verschillende witwasfasen en enkele belangrijke witwastechnieken. Om het hoofdstuk af te sluiten wordt aandacht besteed aan de (economische) gevolgen die het witwassen van geld met zich meebrengt GESCHIEDENIS Het witwassen van geld is een probleem dat de laatste twee decennia prominent aanwezig is op de internationale en politieke agenda. Dit heeft geleid tot heel wat vernieuwingen in het strafrecht, het strafprocesrecht en ook het financieel recht (Stessens, 1997). De term witwassen stamt uit de tijd van de drooglegging, toen alcohol in de VS verboden was. De Amerikaanse maffia verkreeg in die tijd hoge sommen cash geld afkomstig van afpersing, prostitutie, gokken 2

12 en het clandestien stoken en verkopen van alcoholische drank. Om vrijuit te gaan, was het noodzakelijk dat ze in staat waren om een legitieme bron aan te duiden voor hun illegaal verworven geld. Ze verwezenlijkten dit o.a. door hun illegale inkomsten te vermengen met hun legale inkomsten uit de door hen aangekochte legitieme handelszaken. Men koos in die tijd vooral voor wasserettes omdat in deze zaken met cash geld werd gewerkt. De meest bekende maffiabaas die op deze manier te werk ging, was Al Capone. Hij werd veroordeeld voor belastingsontduiking (en niet voor witwassen hoewel hij dit wel deed) in oktober 1931 en werd opgesloten in Alcatraz. Hiermee werd echter het startschot gegeven voor de grote doorbraak van witwaspraktijken. Meyer Lansky (de zogenaamde boekhouder van de maffia ) was vastbesloten om niet hetzelfde lot te ondergaan als Al Capone en zocht naar mogelijkheden om het geld te verbergen. Hij maakte gebruik van Zwitserse faciliteiten en paste een van de eerste witwastechnieken toe, nl. de leenterugleenmethode. Bij deze methode brengt de crimineel zijn illegaal verworven geld in een bedrijf onder en leent daarna dan voor hetzelfde bedrag bij dit bedrijf. Dit creëert de illusie dat het geld een legitieme oorsprong heeft ( In die tijd werd echter nog geen gebruik gemaakt van de term witwassen. Deze term werd voor zover bekend voor het eerst vermeld in een artikel in 1973 over het Watergate-schandaal. Grote sommen geld van illegale en criminele oorsprong werden via allerlei wegen heimelijk ingezameld door het CRP, Committee to Re-elect the President, en daarna via allerlei operaties teruggepompt in de legale economie. Dit schandaal heeft geleid tot de aftreding van toenmalig president Nixon (Robison, 1994). De grote doorbraak van het begrip witwassen komt er op het eind van de jaren tachtig met de war on drugs en de grote winsten die de internationale drugshandel opleveren (Verrest en Scheepmaker, 2006). Op het eind van de jaren tachtig volgde dan ook een internationale reactie op de internationale drugshandel met het VN Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen uit 1988 (Mahieu, 2005). Dit verdrag bevat als eerste een strafbaarstelling van het witwassen van (drugs)gelden en een regeling voor de confiscatie van de opbrengsten (Verrest, 2006). Daarna kwam een rollercoaster op gang van internationale en nationale initiatieven inzake de bestrijding van het witwassen van geld. Dit was ook het geval in België met de wet van 17 juli 1990 waardoor het witwassen van geld strafbaar werd gesteld. Een eerste proces in België kwam er in 1992 met de zaak-cockx. Hij waste geld wit dat afkomstig was van een Nederlandse XTC-bende (Eerste Belgisch witwasproces moet jurisprudentie scheppen, 1992). In de jaren 90 waren de internationale en nationale initiatieven vooral gericht tegen het witwassen door criminele organisaties. Een belangrijke verschuiving in de internationale aandacht die men gaf aan het fenomeen witwassen, kwam er met de aanslagen van 11 september Na deze dramatische gebeurtenis verschoof alle aandacht naar de bestrijding van terrorisme en de financiering ervan. Witwassen wordt vanaf dat moment vooral gekoppeld aan terroristische i.p.v. criminele organisaties (Biersteker en Eckert, 2008). Deze verschuiving vind je ook terug in de cijfers van het CFI (Cel voor Financiële Informatieverwerking). Sedert haar oprichting in 93 tot 11 september 2001 had de Cel 6 dossiers doorgemeld waarin sprake was van witwasverrichtingen die verband hielden met terrorisme. Na de terroristische aanslagen van 11 september

13 nam dit type dossiers toe tot 49 voor de periode van 11 september 2001 tot 31 december 2002 (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Deze verschuiving heeft echter geen enkel gevolg gehad voor het belang dat wordt gehecht aan de bestrijding van witwassen. Alleen het venster van waaruit naar het witwassen van geld wordt gekeken, is gewijzigd (Verrest, 2006) DEFINITIE Het ultieme doel van de meeste criminelen is het verdienen van geld (Wright, 2003). Misdadigers die door hun activiteiten over enorme illegale vermogensvoordelen komen te beschikken, dienen deze wit te wassen. Hiermee worden twee zaken beoogd: enerzijds vermijden dat het vuile geld als bewijs kan dienen voor de gepleegde misdaden en anderzijds de mogelijkheid creëren om ongestoord van de geldsommen te genieten (Stessens, 1997). Witwassen wordt in de literatuur op veel verschillende wijzen omschreven maar hier beperken we ons tot drie definities die vaak worden aangehaald. Een eerste definitie is een zeer eenvoudige omschrijving van witwassen waarin precies wordt uitgedrukt wat er gebeurt: Het wassen van illegaal of zwart geld via een aantal transacties, zodat het er aan de andere kant als legaal, of wit geld uitkomt. M.a.w., de bron van op illegale wijze verkregen gelden wordt verduisterd d.m.v. een reeks overboekingen en transacties, zodat hetzelfde geld uiteindelijke weer als legale inkomsten te voorschijn komt. (Robinson, 1994, p.9) Een tweede omschrijving werd geformuleerd door de door Ronald Reagan opgerichte President s Commission on Organized Crime in haar tussentijds rapport The Cash Connection: Organized Crime, Financial Institutions, and Money Laundering in 1985: Money laundering is the process by which one conceals the existence, illegal source, or illegal application of income, and then disguises that income to make it appear legitimate. (Stessens, 1997, p ) Een laatste vaak aangehaalde omschrijving is afkomstig uit het rapport van de Canadese Sollicitor-General (1990): Money laundering is the conversion of illicit cash into another asset, the concealment of the true ownership of source of the illegally acquired proceeds, and the creation of the perception of legitimacy of source and ownership. (Stessens, 1997, p.103) Deze definities tonen aan dat er twee essentiële aspecten aanwezig zijn in een witwasoperatie: in de eerste plaats moet de illegale oorsprong van de vermogensvoordelen verborgen worden en vervolgens moet er aan de vermogensvoordelen een legitieme schijn worden gegeven zodat ze opgenomen kunnen worden in de legale 4

14 economie zonder enig argwaan van de overheid of andere instanties (Stessens, 1997). Uit deze definities blijkt daarnaast ook dat het witwasmisdrijf als eigenschap heeft dat het steeds verband houdt met een ander misdrijf, waarvan het witgewassen geld afkomstig is (Spreutels en Mûelenaere, 2003) KENMERKEN FASEN Elke witwasoperatie kan algemeen in drie fasen worden opgedeeld. Deze fasen moeten worden doorlopen om het geld volledig wit te wassen. In een eerste fase (placement) moet het illegaal verworven vermogen in het geldcircuit worden gebracht. Dit gebeurt in het gros van de gevallen door contant geld te storten op een bankrekening (Groenhuijsen en van der Landen, 1995). Naar aanleiding van deze handeling kan men het geld ook nog eens voorwassen. Dit kan bv. door het omwisselen van kleine bankbiljetten uit de drugshandel in grotere bankbiljetten (gemakkelijker en minder opvallend te verplaatsen), omwisselen van geld in een andere valuta,. (Unger, 2006). In deze fase is de witwasser het meest kwetsbaar. Hij moet namelijk een beroep doen op een reguliere instantie (bv. een bank) om deze fase tot een goed einde te brengen. Het is dan ook in deze fase dat de meeste witwasoperaties worden ontdekt (Gesprek met mevrouw Janssens, 19/03/2008, Brussel). Om deze kans te minimaliseren, maken witwassers vaak gebruik van de techniek smurfing. Hierbij worden stromannen met kleinere bedragen naar de bank gestuurd zodat het storten van het illegale geld minder opvalt (Mul, 1999). Vervolgens wordt in een tweede fase (layering) de criminele oorsprong van het ingebrachte geld via een hele reeks op elkaar volgende transacties verdoezeld. Door het paper trail zoveel mogelijk trachten te doorbreken of dwaalsporen aan te leggen, worden opsporingen serieus bemoeilijkt. Men maakt hierbij vooral gebruik van verschillende rekeningen in verschillende landen. Een veel gebruikte methode is het opsplitsen van het totale bedrag in een aantal deelbedragen en deze vervolgens overschrijven naar verschillende buitenlandse rekeningen. Dit proces kan meerdere keren worden herhaald. Ook kan het geld worden opgevraagd om het daarna terug te storten op een andere rekening (Groenhuijsen en van der Landen, 1995). Een laatste fase (integration) bestaat erin het criminele geld, dat nu een legale schijn heeft, te integreren in de legale economie. Dit gebeurt pas op het moment wanneer de herkomst van het geld (bijna) niet meer te achterhalen is (Mul, 1999). Deze opdeling is echter voor een deel achterhaald, want in de praktijk blijkt dat de bovenstaande fasen niet altijd allemaal worden doorlopen. Het kan in bepaalde gevallen voldoende zijn om het geld te verplaatsen over de landgrenzen heen om er zonder zorgen van te genieten. Ook spenderen veel criminelen hun illegaal verworven geld aan dure auto s, luxe eten en drinken, enz. (Verrest, 2006). 5

15 TECHNIEKEN De wijzen waarop geld kan worden witgewassen zijn talrijk. Er is echter één gemeenschappelijk factor: het profiteren van een gebrek aan inzicht van de kant van de overheid in transacties of economische sectoren waarin grote marges mogelijk zijn. (Verrest en Buruma, 2006, p.56) Het fenomeen witwassen is sterk aan verandering onderhevig. Wordt een bepaalde witwasmethode enkele malen ontdekt dan zal de volgende keer een andere methode worden aangewend. Daarnaast zorgen ook wijzigingen in de internationale of nationale regelgeving ervoor dat witwassers hun werkwijze aanpassen. Zo is er bijvoorbeeld een duidelijke verschuiving merkbaar naar het ondergronds bankieren als gevolg van de ingevoerde meldingsplicht voor de reguliere banken (Verrest en Buruma, 2006). De flexibiliteit die echte witwassers kenmerkt, maakt het voor de overheid en de verscheidene handhavinginstanties zeer moeilijk om het witwassen van geld te bestrijden. Degene die opgepakt worden, zijn slechts het topje van de ijsberg. Een echte witwasser is namelijk altijd een stapje voor (Gesprek met mevrouw Janssens, 19/03/2008, Brussel). In wat nu volgt, zal een kort overzicht gegeven worden van enkele van de veel voorkomende technieken bij het witwassen van geld. Het is onmogelijk om ze allemaal te vermelden aangezien witwassers nooit stil staan en steeds nieuwe technieken ontwikkelen om hun praktijken tot een goed einde te brengen. Heel wat technieken zijn zelf nog niet gekend bij de overheid Als omzet boeken Een van de meest eenvoudige methoden om geld wit te wassen is het opzetten of aankopen van een bedrijf waarin veel contant geld omgaat, zoals bv. in de horeca, een wassalon,. Het criminele geld wordt dan samen met het legaal verworven geld als omzet geboekt. Dit maakt het moeilijk voor controle-instanties om te achterhalen of het nu gaat om legale of illegale inkomsten (Groenhuijsen en Van der landen, 1995). Een bekend voorbeeld is dat van het restaurant dat blijft bestaan ondanks het feit dat er nooit klanten over de vloer komen. Dit kan er op wijzen dat er illegale activiteiten aan de gang zijn De loan-back methode Bij deze methode stort een witwasser zijn illegale vermogens op een rekening bij een bank in een belastingsparadijs. Deze bankrekening staat op naam van een door de witwasser gecontroleerde rechtspersoon. Deze rechtspersoon vraag dan een lening aan in bv. België en wordt hierbij ondersteund door een bankgarantie die werd verkregen bij de bank in het belastingsparadijs. De bank kent de lening vervolgens toe en de witwasser neemt het geld op. Daarna verzaakt hij de lening terug te betalen waardoor de Belgische bank zich gaat wenden tot de bank in het belastingsparadijs. Deze betaalt de Belgische bank terug waardoor het geld 6

16 wordt witgewassen. De witwasser beschikt nu over een schijnbaar legitiem vermogen (Groenhuijsen en Van der landen, 1995) Verrichtingen in casino s Een crimineel kan met zijn illegale vermogens terecht in casino s om te gokken. Bij het binnenkomen, ruilt hij het geld om in fiches. Daarna gaat hij voor een bepaalde tijd spelen aan verschillende tafels en machines. Hij speelt tot op het moment hij bijvoorbeeld 10% van zijn initiële vermogen verloren heeft. Vervolgens ruilt hij de fiches terug om in geld waardoor het geld wordt witgewassen (Kennedy, 2005) Het aankopen van goederen Het aankopen van auto s, antiek, kunst, edelstenen, villa s wordt frequent toegepast met de bedoeling om geld wit te wassen. De verkoper verkoopt deze goederen vaak zonder zich vragen te stellen over de oorsprong van het geld van de koper. Sommige criminelen houden deze goederen dan voor zichzelf, anderen verkopen deze door. Bij het doorverkopen ontvangt de crimineel wit geld (Kennedy, 2005) Prepaid-kaarten Een recent ontdekte techniek is het gebruik van prepaid-kaarten om geld wit te wassen. Deze kaarten zijn beschikbaar voor iedereen, vaak anoniem en zijn nog niet sterk gereguleerd in vergelijking met andere financiële producten. Met behulp van deze kaarten kan geld gemakkelijk worden verscheept over de nationale grenzen heen ( Internationale handel Een andere recent ontdekte techniek is de manipulatie van de prijzen bij het voeren van internationale handel. Een goed voorbeeld is het verkopen van supergesofisticeerde stylo s aan 100 euro/stuk. Aan de factuur is niets op te merken en het is onmogelijk voor de overheid en financiële instellingen om telkens al deze goederen te gaan controleren (Gesprek met mevrouw Janssens, 19/03/2008, Brussel). Naast deze methoden wordt ook zeer vaak gebruik gemaakt van schermvennootschappen, offshorecentra en undergroundbanking. Hier wordt in het laatste deel van de scriptie dieper op ingegaan IMPACT In tegenstelling tot wat heel veel mensen denken is het witwassen van geld geen slachtofferloos misdrijf. Het is hier onmogelijk een individueel slachtoffer aan te duiden maar er is wel sprake van collectief 7

17 slachtofferschap. Zo wordt o.a., doordat witwassers voordeel halen op illegale wijze, de vrije markt geschaad. Door deze illegale handeling worden de concurrentieverhoudingen vervalst omdat reguliere ondernemers hier geen beroep op doen. Ook moet er rekening worden gehouden met het feit dat witwassen in essentie een misdrijf is dat volgt op een zogenaamd onderliggend misdrijf. Illegaal verkregen financiële middelen uit bv. wapenhandel, drugshandel, mensenhandel, worden via diverse financiële transacties in de legale economie gepompt. Deze onderliggende misdrijven zorgen wel voor individueel slachtofferschap. Ook kunnen deze witgewassen gelden dan opnieuw gebruikt worden om misdrijven te plegen, waaronder terrorisme (Ponsaers en Ruggiero, 2002). De omvang van het fenomeen witwassen kan men alleen maar schatten. Enkel deze witwasmisdrijven die men kan opsporen zijn gekend. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat dat er jaarlijks voor 2-5% van het wereldwijde BBP wordt witgewassen. De eerste die een serieuze poging ondernam om de omvang van witwassen in te schatten was John Walker. Hij schatte de omvang van witwassen over de hele wereld op 2, 85 biljoen dollar (Nederlandse Ministerie van Financiën, 2006). Dit brengt heel wat negatieve economische consequenties met zich mee (Quirk, 1997). Hieronder worden enkele van de belangrijkste aangehaald Het ondermijnt de geloofwaardigheid en integriteit van de financiële sector Om goed te kunnen functioneren, moet de financiële sector het vertrouwen genieten van de klanten. Witwaspraktijken, wanneer ze worden ontdekt, ondermijnen het vertrouwen en kunnen zeer schadelijk zijn voor de financiële sector (Pratt, 2004). Daarnaast tasten witwaspraktijken de financiële instellingen van binnenuit aan. Er bestaat namelijk een correlatie tussen het witwassen van geld en frauduleuze praktijken door werknemers (Nederlandse Ministerie van Financiën, 2006). Dit brengt zware gevolgen met zich mee aangezien de financiële sector een zeer belangrijke rol speelt in de economische groei van een land (Bartlett, 2002) Het beïnvloedt het economisch beleid In sommige ontwikkelingslanden, waarin de markten zich ook nog aan het ontwikkelen zijn, bestaat de kans dat de aanwezige illegale vermogens van criminelen het budget van de overheid overtreffen. Dit kan dan resulteren in een verlies van controle door de overheid op het economisch beleid. In vele andere landen is de situatie niet zo erg, maar is er toch ook een invloed waarneembaar op het economisch beleid (McDowell en Novis, 2001) Het is schadelijk voor de reputatie van een land Vandaag de dag, in een globale economie, kunnen landen en hun financiële instellingen het zich niet permitteren om te worden geassocieerd met het witwassen van geld. Een negatieve reputatie zorgt voor een daling van de globale marktkansen en de groeimogelijkheden van een land. Daarnaast worden ook internationale criminele organisaties aangetrokken die de nationale economie nog meer infiltreren en zo komt 8

18 men in een vicieuze cirkel terecht. Eens de reputatie van een land is geschaad, wordt het zeer moeilijk om ze terug te herstellen. Dit kan enkel met efficiënte anti-witwasmaatregelen (McDowell en Novis, 2001) Het infiltreert in de ontwikkelende markten Het witwassen van geld vormt niet enkel een probleem in de grootste financiële markten van de wereld maar ook steeds meer in de ontwikkelende markten zoals bv. Latijns-Amerika en China. Ieder land dat ervoor opteert zich te integreren in het internationale financiële systeem, kan het doelwit worden van witwassers. Wanneer de ontwikkelende markten hun economieën en financiële sectoren openstellen, worden zij zeer kwetsbaar voor de infiltratie van crimineel geld. Door een steeds betere regulering en controle van de grootste financiële markten vindt er namelijk een verschuiving plaats naar de ontwikkelende markten, die op dat vlak nog niet zo ver staan (McDowell en Novis, 2001) Het zorgt voor de verdringing van de legitieme private sector Witwassers maken vraag gebruik van front companies, die de illegale inkomsten vermengen met de legale en zo het geld witwassen ( Deze illegale inkomsten maken het voor de front companies mogelijk om hun producten en diensten aan te bieden onder de marktprijs en in sommige gevallen onder de kostprijs. Dit zorgt ervoor dat ze een enorm competitief voordeel hebben op de legale bedrijven. Dit maakt het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, voor de legale bedrijven om te concurreren met de front companies en zo kan het gebeuren dat de hele private sector na een tijd wordt gedomineerd door criminele organisaties (Wereldbank, 2002). Gresham s wet die aangeeft dat het goede geld wordt verdreven door het slechte geld, is dus ook van toepassing op het witwassen van geld (Nederlandse Ministerie van Financiën, 2006) Het verstoort de economie van een land en het creëert instabiliteit Wanneer witwassers hun illegale vermogens investeren, zijn zij niet echt geïnteresseerd in de winst die zij daarmee genereren. Met hun keuze trachten ze in de eerste plaats controles en detectie te vermijden. Dit zorgt ervoor dat hun investeringen niet noodzakelijk economische voordelen meebrengen voor het desbetreffende land. Daarnaast gaat het vaak om investeringen van een lage kwaliteit, wat slecht is voor de economische groei. Zo werden bijvoorbeeld bepaalde landen vol geplaatst met hotels, niet op basis van de vraag, maar door de interesse op korte termijn van witwassers. Wanneer ze hun interesse daarna verliezen, trekken ze zich terug en stort de sector in elkaar (McDowell en Novis, 2001). 9

19 Het voedt criminele activiteit Het witwassen van geld is noodzakelijk voor de financiering van heel wat criminele activiteiten zoals terrorisme en georganiseerde misdaad. Hoe meer geld kan worden witgewassen, hoe meer economische macht de criminelen in handen krijgen en hoe meer men kan spenderen aan bv. het plegen van terroristische aanslagen. Deze criminele activiteiten brengen op hun beurt ook terug economische consequenties met zich mee. Zo kunnen terroristische aanslagen ervoor zorgen dat de toeristische sector van een bepaald land ineenstort (Lenain, Bonturi en Koen, 2002). Daarnaast trekt de aanwezigheid van grote hoeveelheden crimineel geld in een land ook nog eens nieuwe criminelen van buitenaf aan (Unger, 2006) BESLUIT De erkenning van witwassen als een vorm van criminaliteit is een zeer recent fenomeen. Het kent zijn oorsprong in de tijd van de drooglegging in de VS maar kwam pas de laatste twee decennia op de politieke en internationale agenda terecht. Twee aspecten zijn essentieel om te kunnen spreken van een witwasoperatie: de illegale oorsprong van de vermogensvoordelen moet worden verborgen en er moet een legitieme schijn aan worden gegeven. Elke witwasoperatie kan algemeen in drie fasen worden opgedeeld (placement, layering, integration). De problematiek van het witwassen van geld wordt vaak onderschat omdat er geen sprake is van individueel maar van collectief slachtofferschap. Een nadere analyse toont echter aan dat het een economie en een land in het algemeen zware schade kan toebrengen 3. WETGEVEND KADER 3.1. INLEIDING Er zijn drie mogelijkheden om de strijd aan te binden met het witwassen van crimineel geld. Het strafbaar stellen van het witwassen van geld is een eerste mogelijkheid. Daarnaast kunnen ook instrumenten ontwikkeld worden om de criminele winsten af te nemen. Een laatste mogelijkheid is de preventie van witwassen door het uitoefenen van toezicht op de financiële sector en het bevorderen van transparantie in het betalingsverkeer (Verrest en Scheepmaker, 2006). Er heeft zich dan ook een tweesporenbeleid ontwikkeld waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de repressieve benadering, ingebed in het strafrecht, en de preventieve benadering, ingebed in het financieel recht. Deze benaderingen mogen echter niet los van elkaar worden gezien. De preventieve benadering richt zich in de eerste plaats op het voorkomen van witwassen en dit vooral door het misbruik van financiële instellingen tegen te gaan. De strafrechtelijke benadering richt zich eerder op het repressief beteugelen van witwassen (Stessens, 1997). Naast de preventieve en repressieve wetgeving wordt ook de wetgeving inzake verbeurdverklaring besproken. 10

20 3.2. REPRESSIEVE WETGEVING Het witwassen van geld werd bij de Wet van 17 juli 1990 strafbaar gesteld door het wijzigen van artikel 505 van het strafwetboek dat handelt over heling. Witwassen wordt in de strafwetgeving gezien als een variant op het misdrijf heling. Men spreekt hierbij van verruimde heling. Net als bij de preventieve wetgeving, die werd ingevoerd in 1993, is deze wetswijziging het resultaat van internationale teksten en werkzaamheden m.b.t. het fenomeen witwassen (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Oorspronkelijk stond in artikel 505 dus alleen maar een bepaling met betrekking tot heling, nl.: Art Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot honderdduizend frank of met een van die straffen alleen worden gestraft: 1 zij die weggenomen, verduisterde of door misdaad of wanbedrijf verkregen zaken of een gedeelte ervan helen; Met de wet van 17 juli 1990 werd artikel 505, 2 toegevoegd. Hierdoor worden de volgende gedragingen ook als witwassen gezien: 2 zij die zaken bedoeld in artikel 42, 3, kopen, ruilen of om niet ontvangen, bezitten, bewaren of beheren, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen, de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen; Artikel 42, 3, betreffende de vermogensvoordelen voortkomend uit een misdrijf, geeft aan dat er slechts sprake kan zijn van witwassen wanneer de handeling betrekking heeft op een vermogensvoordeel dat rechtstreeks of onrechtstreeks uit een misdrijf is verkregen (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Dit werd ook ingevoerd door de wet van 17 juli 1990 maar op artikel 42 wordt later dieper ingegaan. Artikel 505 werd daarna nog gewijzigd door de wet van 7 april 1995 die nog twee andere gedragingen toevoegde, nl.: 3 zij die zaken, bedoeld in artikel 42, 3, omzetten of overdragen met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit deze zaken voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden; 4 zij die de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van de in artikel 42, 3, bedoelde zaken verhelen of verhullen, ofschoon zij op het ogenblik van de aanvang van deze handelingen de oorsprong van die zaken kenden of moesten kennen; De in 3 en 4 beoogde misdrijven blijven bestaan, ook indien ze gepleegd worden door de dader of mededader van, respectievelijk de medeplichtige aan het misdrijf waaruit de zaken bedoeld in artikel 42, 3 voortkomen. 11

21 De zaken bedoeld in 1, 2, 3 en 4 van dit artikel maken het voorwerp uit van de misdrijven die gedekt worden door deze bepalingen, in de zin van artikel 42, 1, en zij worden verbeurdverklaard, ook indien zij geen eigendom zijn van de veroordeelde, zonder dat deze verbeurdverklaring nochtans de rechten van derden op de goederen die het voorwerp kunnen uitmaken van de verbeurdverklaring schaadt. Poging tot een van de misdrijven bedoeld in 2, 3 en 4 van dit artikel worden bestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijftigduizend frank of met één van die straffen alleen. De personen die krachtens deze bepalingen worden gestraft, kunnen bovendien veroordeeld worden tot de ontzetting, overeenkomstig artikel 33. Door deze wijziging kan het misdrijf witwassen voortaan ook gepleegd worden door de pleger van het basismisdrijf. Elke persoon die een van de handelingen beschreven in artikel 505, 2, 3 en/of 4 stelt, kan dus als de dader van een witwasmisdrijf beschouwd worden. Ook wordt de poging tot witwassen strafbaar gesteld. Men kwam met deze wijziging tegemoet aan de omschrijving van witwassen in internationale verdragen en men zocht ook een betere aansluiting bij de wet van 11 januari 1993 die op vlak van witwasgedragingen ruimer was (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Artikel 505 werd recent nog gewijzigd door de Wet van 10 mei 2007 houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming. Dit gebeurde met het oog op meer efficiëntie en een grotere rechtszekerheid. De draagwijdte van het artikel werd nader gespecificeerd om het in overeenstemming te brengen met de internationale verplichtingen die België moet nakomen. Er werden slechts enkele kleine aanpassingen aangebracht. Waar als laatste ook nog rekening mee moet worden gehouden, is de invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen door de wet van 4 mei Door de invoering van artikel 5 in het strafwetboek kan de dader van een witwasmisdrijf nu ook een rechtspersoon zijn. De rechtspersoon wordt beschouwd als een maatschappelijke realiteit en men neemt aan dat deze rechtspersonen ook eigen fouten kunnen begaan (Van den Wyngaert, 2003) PREVENTIEVE WETGEVING ALGEMEEN Aan de basis van de preventieve wetgeving in België ligt de Europese Richtlijn 91/308/EEG van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. Deze richtlijn was een eerste stap naar een gemeenschappelijk beleid m.b.t. het bestrijden van witwassen binnen de Europese Unie. De richtlijn verplicht de leden van de Europese Unie om een anti-witwaswetgeving aan te nemen (Spreutels, 2003). Deze richtlijn werd in 2001 en 2005 aangepast wat leidde tot wetswijzigingen in 2004 en 2007 voor 12

22 België. Het is hier ook belangrijk om te vermelden dat de wetgever bij de wetswijziging in 2004 ook rekening heeft gehouden met de 40 aanbevelingen van de FATF (Financial Action Task Force) tegen het witwassen en de 9 bijzondere aanbevelingen van de FATF tegen het terrorisme (Stessens, 2006). De wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme heeft de Europese Richtlijn van 1991 geïntegreerd in de Belgische wetgeving. Aan de grondslag van deze wetgeving ligt de overweging dat de bestrijding van witwassen niet alleen strafrechtelijk moet verlopen maar ook preventieve maatregelen noodzakelijk zijn. Deze maatregelen bestaan vooral uit de medewerking van alle ondernemingen en personen vermeld in de wet aan de strijd tegen het witwassen (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). In de laatste 15 jaar werd de wet meerdere malen gewijzigd. Met deze wet werd ook de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) opgericht (infra, p. 21) RATIONAE PERSONAE De artikelen 2, 2bis en 2ter van de wet duiden aan op welke ondernemingen en personen de wet van toepassing is en onderworpen zijn aan een meldingsplicht. Het betreft hier voornamelijk financiële instellingen zoals de Nationale Bank van België, de Post, kredietinstellingen, wisselkantoren, Toch gaat het niet uitsluitend om financiële instellingen maar bv. ook om handelaren in diamant, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bedrijfsrevisoren, accountants, advocaten, Dit zijn beroepen die ook bijzonder geschikt zijn om voor het witwassen van geld te worden misbruikt (Chong en López-de-Silanes, 2007). De (Europese) wetgever beoogde hiermee een verschuivingseffect in het fenomeen witwassen te ondervangen. Toch blijkt uit het jaarverslag van 2006, opgesteld door het CFI, dat misdadigers steeds vaker een beroep doen op de deskundigheid van vakmensen (advocaten, notarissen, boekhouders, ) om meer ingewikkelde werkwijzen te ontwikkelen. Deze trend doet zich voor op internationaal vlak en komt ook steeds vaker voor in België ondanks pogingen van de wetgever om dit te verhinderen ( Tenslotte moet er nog op gewezen worden dat de ondernemingen en personen in artikel 2bis en vooral in artikel 2ter aan een lichter regime zijn onderworpen op het gebied van de meldingsplicht dan deze in artikel 2 (Stessens, 2006). Echter, niet iedereen is opgetogen met de meldingsplicht. Zo stapten de advocaten, die reeds aan een lichter regime onderworpen zijn, naar het Grondwettelijk Hof omdat zij de meldingsplicht als een fundamentele aantasting van hun beroepsgeheim zien. Op 23 januari 2008 besliste het Hof dan ook dat de vrijstelling van meldingsplicht niet alleen geldt wanneer de advocaat zijn cliënt verdedigt of in rechte vertegenwoordigt, maar ook wanneer hij zijn cliënten informeert over de wetgeving die van toepassing is op hun persoonlijke situatie of op de activiteiten die zij beogen. Ook advies over de manier waarop de cliënt die activiteiten binnen de grenzen van de wet kan uitvoeren, valt onder het beroepsgeheim (Brewaeys, 2008). Volgens het CFI maakt dit arrest weinig verschil omdat advocaten voordien ook nooit iets hebben gemeld (Gesprek met de heer Debacker, 15/02/2008, Brussel). 13

23 RATIONAE MATERIAE Artikel 3 omschrijft wat er moet begrepen worden onder het begrip witwassen van geld en, sinds de wet van 12 januari 2004, ook onder het begrip financiering van terrorisme. Het eerste lid omschrijft de materiële handelingen die als witwassen worden beschouwd, terwijl het tweede lid de strafbare feiten omschrijft waaruit het witgewassen geld moet afkomstig zijn om te kunnen spreken van witwassen volgens deze wet (Stessens, 2006). De witwashandelingen, vervat in artikel 3, lid 1, stemmen overeen met de omschrijving van witwassen in artikel 505, 2, 3, en 4 van het Strafwetboek (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Volgens artikel 3, lid 1 van deze wet wordt verstaan onder witwassen van geld : - de omzetting of overdracht van geld of activa met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit dit geld of deze activa voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden; - het verhelen of verhullen van de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; - de verwerving, het bezit of het gebruik van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; - de deelneming aan, de medeplichtigheid tot, de poging tot, de hulp aan, het aanzetten tot, het vergemakkelijken van of het geven van raad betreffende een van de in de drie voorgaande punten bedoelde daden. Er is echter een opmerkelijk verschil tussen de strafrechtelijke en financieelrechtelijke definitie. Het misdrijf omschreven in artikel 505, 2, 3 en 4 Sw. is van toepassing op vermogensvoordelen uit om het even welk misdrijf, terwijl dit in de wet van 11 januari 1993 wordt beperkt door een aantal zeer ernstig geachte misdrijven. In de strafwetgeving werd er dus voor gekozen om witwassen niet te koppelen aan een basisdelict en wordt het dus niet meer gezien als een gevolgmisdrijf. Het toepassingsveld van de preventieve wetgeving is dus veel beperkter dan de strafwetgeving (Stessens, 2006). Volgens artikel 3, lid 2 van de preventieve wetgeving is er pas sprake van witwassen als de gelden afkomstig zijn uit één van de volgende misdrijven: - 1 een misdrijf dat in verband staat met: terrorisme of de financiering van terrorisme; georganiseerde misdaad; illegale drughandel; illegale handel in wapens, goederen en koopwaren; handel in clandestiene werkkrachten; mensenhandel; exploitatie van de prostitutie; illegaal gebruik bij dieren van stoffen met hormonale werking of illegale handel in dergelijke stoffen; illegale handel in menselijke organen of weefsels; fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen; ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend; verduistering door personen die een openbare functie uitoefenen en omkoping; ernstige milieucriminaliteit; namaak van muntstukken of bankbiljetten; namaak van goederen; zeeroverij; 14

24 - 2 een beursmisdrijf, het ontwettig openbaar aantrekken van spaargelden of het verlenen van beleggingsdiensten, diensten van valutahandel of van geldoverdracht zonder vergunning; - 3 een oplichting, een misbruik van vertrouwen, een misbruik van vennootschapsgoederen, een gijzeling, een diefstal of afpersing met geweld of bedreiging, of een misdrijf dat verband houdt met de staat van faillissement WETGEVING INZAKE VERBEURDVERKLARING Tot twee decennia terug, konden criminelen onder de meeste strafrechtssystemen ongestoord genieten van de vermogensvoordelen afkomstig van hun misdrijven (Stessens, 1997). Eind jaren 80 groeide internationaal het besef dat de georganiseerde criminaliteit een ernstige bedreiging vormde voor de wereldeconomie. Witwassen impliceert namelijk dat criminele vermogensvoordelen in de legale economie worden geïnjecteerd en men vreesde dat dit zou zorgen voor een scheeftrekking van de marktverhoudingen. Toen men hierover begon te brainstormen werd ingezien dat wanneer de opbrengsten uit criminele activiteiten zouden worden afgeroomd, de belangrijkste drijfveer voor misdadige praktijken zou verdwijnen. Men concentreerde zich aanvankelijk op het witwassen van drugsgelden maar later werd de interessesfeer verruimd tot de opbrengsten van alle misdrijven. Deze internationale ontwikkeling leidde in België tot de wet van 17 juli 1990 waardoor, naast de toen reeds bestaande klassieke verbeurdverklaring, ook de verbeurdverklaring van criminele vermogensvoordelen werd ingevoerd (Rozie, 2005). Tevens werd artikel 505 aangepast waardoor het misdrijf witwassen ontstond in de strafwetgeving. Met deze wet werd een belangrijke stap voorwaarts gezet inzake de verbeurdverklaring van criminele vermogensvoordelen en de bestrijding van witwassen. België liep tot 1990 een eind achterop doordat de verbeurdverklaring geen betrekking had op onrechtmatig verkregen winsten en er geen strafbaarstelling was gekend voor het misdrijf witwassen (Rozie, 2005). Daarna volgden nog twee belangrijke wetswijzigingen in 1997 en In wat nu volgt wordt eerst even kort aangehaald wat we moeten verstaan onder verbeurdverklaring en daarna wordt dieper ingegaan op de wetgeving DE VERBEURDVERKLARING De verbeurdverklaring of confiscatie is een essentieel instrument in de strijd tegen het witwassen van geld. In artikel 505 van het strafwetboek dat betrekking heeft op het witwassen van geld, vind je dan ook regelmatig een verwijzing naar artikel 42 dat deel uit maakt van de wetgeving betreffende de verbeurdverklaring. Met dit instrument worden de criminele vermogensvoordelen, voortspruitend uit misdrijven, terug afgenomen van de criminelen. Hiermee wordt de criminaliteit geraakt in het diepste van haar wezen (Stessens, 1997). Er zijn drie internationale instrumenten die aanleiding hebben gegeven tot de wet van 17 juli 1990, nl. het Sluikhandelverdrag, het Europees Witwasverdrag en de Aanbevelingen van de Financial Action Task Force. In de eerste twee instrumenten wordt telkens een definitie gegeven van verbeurdverklaring. In het Sluikhandelverdrag wordt verbeurdverklaring als volgt gedefinieerd: 15

25 het permanent ontnemen van eigendom op bevel van een rechter of van een andere bevoegde autoriteit (Stessens, 1997, p. 38) Het Europees Witwasverdrag heeft het over: een straf of maatregel opgelegd door een rechter na een procedure in verband met één of meer strafbare feiten, welke straf of maatregel leidt tot het blijven ontnemen van de beschikkingsmacht over voorwerpen (Stessens, 1997, p. 38) De definities verschillen van elkaar maar het resultaat is hetzelfde, nl. het verlies van de eigendom van goederen. Het is belangrijk erop te wijzen dat het in België gaat om bijzondere verbeurdverklaring. Algemene verbeurdverklaring wordt namelijk verboden door artikel 17 van de Grondwet. De rechter kan dus niet de algemeenheid van de goederen van een veroordeelde verbeurdverklaren. Daarnaast gaat het om een bijkomende straf die enkel kan worden opgelegd wanneer ze gepaard gaat met een hoofdstraf. De confiscatie onderscheidt zich ook van de inbeslagneming. Deze laatste is een maatregel die wordt genomen in het vooronderzoek maar heeft geen eigendomsoverdracht tot gevolg (Van den Wyngaert, 2003) DE WETGEVING Voor 1990 was er enkel sprake van de gewone of klassieke confiscatie (art.42,1 en 2 Sw.). Deze verbeurdverklaring wordt altijd uitgesproken bij een veroordeling voor een wanbedrijf of misdaad (art.43 Sw. al.1). Bij een overtreding is dit slechts mogelijk in de gevallen door de wet bepaald (art. 43 Sw. al.2). De verbeurdverklaring wordt toegepast op (Vandermeersch, Dejemeppe en Francis, 2004): Zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken (objectum sceleris); Zaken die gediend hebben om het misdrijf te plegen (instrumentum sceleris); Zaken die uit het misdrijf voortkomen (productum sceleris). Ook indien het productum sceleris eigendom is van een derde, kan het worden verbeurdverklaard. Bij het objectum sceleris en het instrumentum sceleris is dit normaal niet het geval, maar er zijn uitzonderingen, zoals bij het misdrijf witwassen (Van den Wyngaert, 2003). Zoals hierboven reeds aangegeven, werd met de wet van 17 juli 1990 een belangrijke stap voorwaarts gezet. Dankzij deze wet werd de confiscatie van criminele vermogensvoordelen of voordeelsontneming mogelijk (art.42, 3 ). Het toepassingsgebied van de verbeurdverklaring werd verruimd tot de vermogensvoordelen (lucra sceleris) die rechtstreeks of onrechtstreeks uit een misdrijf zijn verkregen. Dus ook bv. auto s die werden gekocht met witgewassen geld kunnen worden verbeurdverklaard (Spreutels, 2003). Voor het ontstaan van deze wet was de aanwezigheid van een nauw verband tussen de verbeurdverklaarde zaken en het gepleegde misdrijf noodzakelijk. Daarnaast maakt het andere nieuwe artikel 43bis Sw. het mogelijk om over te gaan tot 16

26 een verbeurdverklaring bij equivalent. Het is vaak zeer moeilijk om bv. witgewassen geld op te sporen en daardoor was het vroeger niet altijd mogelijk om de verbeurdverklaring uit te spreken. Met de invoering van dit artikel kan de rechter een raming maken van de criminele vermogensvoordelen en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend bedrag. Zo ontloopt de dader zijn straf niet. Deze raming is echter niet altijd gemakkelijk omdat het bij witwassen vaak voorkomt dat legale en illegale vermogensvoordelen vermengd raken (Van den Wyngaert, 2003). Vervolgens kan in tegenstelling tot de gewone confiscatie, de confiscatie van vermogensvoordelen worden toegepast op alle misdrijven. Ten slotte kunnen de vermogensvoordelen van derden ook bij de voordeelsontneming verbeurdverklaard worden. Deze nieuwe bepalingen kaderen in de zogenaamde buitgerichte aanpak die wil verhinderen dat criminelen profiteren van hun verworven criminele vermogensvoordelen (Rozie, 2005). Daarna volgde de wet van 20 mei 1997 die het mogelijk maakt om de bijzondere verbeurdverklaring uit te spreken t.a.v. goederen die zich in het buitenland bevinden (art.43ter Sw.) (Van den Wyngaert, 2003). Een laatste wijziging kwam er met de wet van 19 december 2002, de zogenaamde Kaalplukwet, die gezorgd heeft voor een verruiming van de mogelijkheden m.b.t. het verbeurdverklaren van criminele vermogensvoordelen of voordeelsontneming (art. 43quater Sw.). De mogelijkheid tot verruimde confiscatie wordt hier wel beperkt tot personen, veroordeeld wegens een reeks in de wet bepaalde ernstige misdrijven (Van den Wyngaert, 2003). Ook deze wet ligt volledig in de lijn van de intentie van de regering om buitgericht op te treden tegen zware en georganiseerde criminaliteit (Rozie, 2005). Er wordt een aparte buitgerichte procedure ingevoerd waarbij de confiscatieprocedure wordt afgesplitst van de zaak waarin uitspraak wordt gedaan over de schuld (Van den Wyngaert, 2003). Daarnaast wordt de band tussen het bewezen misdrijf en de verworven vermogensvoordelen doorgeknipt. Vermogensvoordelen afkomstig uit andere identieke feiten dan diegene waarvoor de betrokkene werd veroordeeld, kunnen nu ook in bepaalde gevallen worden verbeurdverklaard. Dit is zeer handig wanneer men iemand vangt die al vele jaren bezig is met het witwassen van geld. Ten slotte wordt de bewijslast verdeeld m.b.t. deze criminele vermogensvoordelen tussen het openbaar ministerie en de veroordeelde. Het Openbaar Ministerie moet aantonen dat er ernstige en concrete aanwijzingen zijn dat bepaalde vermogensvoordelen een illegale oorsprong hebben. De verdachte moet daarna trachten de rechter ervan te overtuigen dat de zaken niet afkomstig zijn uit de feiten waarvoor hij wordt vervolgd of uit andere identieke feiten ( Ten slotte kan de verbeurdverklaring ook worden toegepast als beveiligingsmaatregel met de bedoeling om het uit de omloop nemen van schadelijke en/of verboden voorwerpen. Deze kan worden uitgesproken wanneer de beklaagde wordt vrijgesproken of als de strafvordering vervallen is, of de verdachte niet kan worden geïdentificeerd (Van den Wyngaert, 2003). 17

27 3.5. BESLUIT In België zijn er dus drie wetgevingen van belang in de strijd tegen het witwassen van geld: de strafwetgeving, de preventieve wetgeving en de wetgeving inzake de verbeurdverklaring. Allen zijn ze het resultaat van internationale teksten en werkzaamheden m.b.t. het fenomeen witwassen. Ook werden ze allen meermaals gewijzigd in de laatste vijftien jaar om beter te kunnen inspelen op de problematiek. Het witwassen van geld werd in 1990 strafbaar gesteld door het wijzigen van artikel 505 van het strafwetboek dat handelt over heling en wordt gezien als een variant op het misdrijf heling. Men spreekt hierbij van verruimde heling. Daarnaast werd, uit de overweging dat ook preventieve maatregelen van belang zijn, in 1993 de wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme ingevoerd. Men vraagt hierbij de medewerking van financiële en niet-financiële instellingen en beroepen in de strijd tegen het witwassen van geld. Op deze manier krijgen witwassers het heel wat moeilijker om misbruik te maken van deze instellingen en beroepen om hun geld wit te wassen. Ook werd met deze wet het CFI opgericht als zelfstandige administratieve overheid. Een laatste belangrijke wetgeving die werd ingevoerd in 1990, is deze inzake de verbeurdverklaring. Ook de verbeurdverklaring of confiscatie is een essentieel instrument in de strijd tegen het witwassen van geld. Met deze wetgeving wordt vermeden dat criminelen ongestoord kunnen genieten van hun verkregen vermogensvoordelen uit misdrijven. Men richt zich hierbij op de belangrijkste drijfveer van criminelen, nl. het verwerven van vermogen. 4. ACTOREN IN DE BESTRIJDING VAN WITWASSEN 4.1. INLEIDING Er zijn heel wat internationale en nationale actoren betrokken bij de bestrijding van het witwassen van geld. Omdat deze scriptie vooral betrekking heeft op de situatie in België en beperkt is in omvang, wordt in dit hoofdstuk voornamelijk aandacht besteed aan de nationale actoren. Op internationaal niveau worden achtereenvolgens kort aangehaald: het FATF, de Egmont Group, de Raad van Europa, de VN, het IMF en de Wereldbank. Vervolgens worden op nationaal niveau de volgende actoren onder de loep genomen: het CFI, de banksector, het CDGEFID en het COIV INTERNATIONALE ACTOREN Het witwassen van geld is een internationaal fenomeen dat internationaal moet worden aangepakt. Wanneer een bepaald land individueel beslist om zijn regulering aan te scherpen, zullen witwassers hun activiteiten snel verplaatsen naar landen waar de controle en wetgeving van een mindere kwaliteit zijn. Ook een land dat gekenmerkt wordt door weinig criminaliteit moet dus actie ondernemen om de immigratie van het fenomeen witwassen te voorkomen ( Dit alles maakt duidelijk dat internationale samenwerking noodzakelijk is bij het bestrijden van witwassen (Vanempten en 18

28 Verduyn, 1995). Sinds eind jaren 80 werd de strijd tegen het witwassen dan ook enorm opgevoerd. De internationale reactie kwam op gang onder een aantal verschillende vormen, waaronder multilaterale verdragen, regionale akkoorden en internationale organisaties (Schroeder, 2001). In wat nu volgt, wordt een blik geworpen op de belangrijkste internationale en regionale organisaties inzake het bestrijden van witwassen FAG-FATF De Financiële Actiegroep (FAG) ter bestrijding van het witwassen van geld werd in juli 1989 te Parijs opgericht tijdens een bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de 7 meest geïndustrialiseerde landen ter wereld (G7) (van der Krans, 2005). De FAG staat onder toezicht van de OESO en haar opdracht bestaat erin internationale normen inzake witwasbestrijding te formuleren en erop toe te zien dat landen doeltreffende maatregelen nemen. Sinds de aanslagen van 11 september ziet de FAG ook toe op de uitvoering van een actieplan inzake de strijd tegen de financiering van terrorisme ( De FAG heeft 40 aanbevelingen uitgewerkt ter ondersteuning van de strijd tegen het witwassen. Deze aanbevelingen vormen het eerste internationale instrument dat zowel betrekking heeft op de financieelrechtelijke als strafrechtelijke bestrijding van witwassen. Ze worden regelmatig herzien in functie van de evolutie van de witwastechnieken- en tendensen, de laatste maal in In 2001 kwamen daar nog eens 9 bijzondere aanbevelingen bij m.b.t. de bestrijding van terrorisme. Hoewel al deze aanbevelingen niet in een verdragsvorm worden gegoten en dus niet bindend zijn, oefenen ze als geen ander internationaal instrument invloed uit op de bestrijding van witwassen. Zo werden vele nationale regelgevingen opgesteld op basis van deze aanbevelingen (Johnson en Lim, 2002). Daarnaast worden ook werkbezoeken gebracht aan de landen, waarbij wordt overgegaan tot een wederzijdse evaluatie. Ook volgt de FAG de ontwikkeling van nieuwe technieken inzake witwassen op. Zo wordt onderzoek gevoerd naar nieuwe domeinen die gevoelig worden voor infiltratie van crimineel geld en worden hierop dan nieuwe tegenmaatregelen geformuleerd. Een laatste belangrijke taak waarvoor de FAG instaat, is het overtuigen van landen die geen lid zijn, om toch de 40 aanbevelingen tegen het witwassen op te nemen in de nationale wetgeving (Belg wordt in 1997 voorzitter van OESO-werkgroep tegen witwassen, 1996) EGMONT GROUP De Egmont Groep is een informeel internationaal forum dat opgericht werd in 1995 door een aantal Financial Intelligence Units (FIU s), waaronder het CFI. Het hoofddoel van de Egmont Groep is het uitbouwen van een wereldwijd samenwerkingsnet, gericht op het uitwisselen van ervaringen en operationele informatie inzake de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme. In 2007 waren reeds 106 FIU s aangesloten ( De belangrijkste verwezenlijkingen tot nu toe zijn het opstellen van een definitie voor een FIU, een intentieverklaring en principes voor het uitwisselen van informatie tussen de FIU s ( 19

29 EU De Europese Unie heeft sinds het begin van de jaren 90 een sleutelrol gespeeld in het invoeren van preventieve maatregelen in de strijd tegen het witwassen van geld. Zoals hierboven reeds vermeld, is de wet van 11 januari 1993 het resultaat van de in 1991 aangenomen Europese richtlijn 91/308/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. Met deze richtlijn worden de lidstaten van de EU er op gewezen dat enkel een strafrechtelijke aanpak van het fenomeen niet volstaat (Doorenbos, 1992). Hierbij werd ook een Contactcomité opgericht die moet waken over de geharmoniseerde uitvoering van de richtlijn. Voor België nemen vertegenwoordigers van het CFI en het CBFA actief deel aan dit Contactcomité. Dit comité houdt zich vooral bezig met de problematiek van de identificatie van de cliënt van op een afstand en de uitbreiding van het stelsel tot niet-financiële beroepen (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). De werkzaamheden van dit comité hebben geleid tot een actualisering van de oorspronkelijke richtlijn in 2001 en 2005 door respectievelijk de Europese richtlijnen 2001/97 en 2005/60/EG. Deze laatste richtlijn voorziet o.a. in de vervanging van het Contactcomité door het Comité voor de voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme dat ongeveer dezelfde taken meekrijgt. Deze richtlijnen zijn van zeer groot belang in de strijd tegen het witwassen omdat deze bindend zijn en moeten worden geïntegreerd in de nationale wetgevingen van de landen van de EU. Daarnaast zijn er ook nog andere initiatieven genomen zoals het oprichten van een Multidisciplinaire Groep Georganiseerde Criminaliteit, van Europol, maar hier wordt niet dieper op ingegaan ( RAAD VAN EUROPA De Raad van Europa werd opgericht in 1949 en is de oudste politieke organisatie van het continent. Deze organisatie was er als een van de eerste bij om initiatieven te ondernemen om het witwassen van geld tegen te gaan. De eerste poging van deze organisatie dateert al van het begin van de jaren 80 met de publicatie van enkele aanbevelingen inzake het nemen van maatregelen tegen het transfereren en bewaren van geld met een criminele oorsprong (Valsamis, 2003). Een belangrijke stap werd genomen op 8 november 1990 met het aannemen van het Verdrag van Straatsburg inzake witwassen, de oorsprong, de bevriezing, de inbeslagneming en de verbeurdverklaring van opbrengsten van misdrijven. Vervolgens werd in 1997 het evaluatieprogramma inzake anti-witwasmaatregelen opgestart (Moneyval). Deze organisatie moet erop toezien dat zijn leden efficiënte systemen implementeren om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme tegen te gaan en dat ze de relevante internationale standaarden m.b.t. deze materie naleven ( dghl/monitoring/moneyval/default_en.asp). De Raad van Europa levert daarnaast ook technische bijstand aan de lidstaten opdat ze beter zouden inspelen op witwasrisico s ( =nl&page =intorg_coun_eur). 20

30 VN De VN werden opgericht in 1945 met als doel het bevorderen van de internationale samenwerking op politiek, economisch, cultureel en wetenschappelijk terrein, het versterken van de internationale rechtsorde en het handhaven van internationale vrede en veiligheid ( watisdevn.htm). De VN speelt een actieve rol in de strijd tegen het witwassen van geld met als doel het harmoniseren van de regelgeving en politieke maatregelen en het versterken van de internationale samenwerking. De VN maakt hierbij gebruik van resoluties, wetgevende instrumenten, globale actieprogramma s en beleidsrichtlijnen (Shehu, 2005). Het Verdrag van Wenen van 20 december 1988 inzake de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen werd de eerste bijdrage van de VN en ook het allereerste internationale instrument in de strijd tegen het witwassen van geld. Dit instrument wordt gezien als een mijlpaal in de internationale bestrijding van witwassen. Daarna werden nog een hele reeks initiatieven genomen zoals het oprichten van het Wereldprogramma voor witwasbestrijding (GPML) in 1997, het Verdrag inzake transnationale georganiseerde criminaliteit in 2000, enz. ( lang=nl&page=intorg_uni_nat) IMF/WERELDBANK Het Internationaal Monetair Fonds is een internationale organisatie bestaande uit 185 landen. Ze werd opgericht na WOII met als doel het promoten van een internationale monetaire samenwerking, het creëren van stabiliteit, het bewaken van economische groei en hoge graden van tewerkstelling, en het bieden van tijdelijke financiële hulp aan landen om tekorten op de betalingsbalans te corrigeren ( external/about.htm). De Wereldbank werd net als het IMF na WOII opgericht. Het is een internationale organisatie die financiële en technische ondersteuning biedt aan ontwikkelingslanden. Zo worden leningen met lage intresten, beurzen voor onderwijs, aangeboden ( Beiden zijn echter ook betrokken bij de strijd tegen het witwassen van geld en hun initiatieven zijn op elkaar afgestemd. Zo werd een coördinatiemechanisme opgericht voor het leveren van technische assistentie om zo het economisch, financieel en juridisch systeem in de strijd tegen het witwassen en de financiering van terrorisme van verschillende landen te verbeteren (Shehu, 2005). Sinds 2001 werkt het IMF ook nauwer samen met de Financiële Actiegroep (Pansaerts, 2001). Tenslotte werd in 2002 een evaluatiemethodologie opgesteld om alle landen ter wereld te toetsen aan de internationale standaarden inzake anti-witwasmaatregelen ( 21

31 4.3. NATIONALE ACTOREN CFI De laatste 15 jaar werden er over de hele wereld gespecialiseerde diensten (Financial Intelligent Units of FIU s) opgericht in de strijd tegen het witwassen van geld en andere financiële misdrijven ( Vandaag de dag zijn ze een onmisbare schakel (Witwascel speelt steeds centralere rol in bestrijding van criminaliteit, 1997). In wat nu volgt wordt de Belgische FIU uiteengezet, nl. het CFI Politionele of administratieve model? Bij het oprichten van het CFI moest de keuze worden gemaakt tussen een politionele of administratieve dienst (Bestrijding witwassen geld ligt wettelijk erg moeilijk, 1992). Beiden hebben hun voor- en nadelen. Met het politionele model kan men steunen op een reeds gestructureerde organisatie die beschikt over heel wat knowhow inzake witwassen en over de nodige internationale contacten. Een nadeel verbonden aan dit model is dat het aanleiding kan geven tot wantrouwen van de financiële en andere sectoren waardoor het moeilijk wordt om efficiënt te werken. Een bank zal bijvoorbeeld zomaar zijn beste cliënt niet aan een gerechtelijk onderzoek laten onderwerpen wanneer de kans groot is dat het om een loos alarm gaat (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). In het administratieve model wordt hieraan tegemoet gekomen. De administratieve dienst fungeert dan als tussenschakel (filter) tussen de financiële instellingen en de opsporingsdiensten en kan zelf nagaan welke meldingen gegrond zijn en welke niet. Dit model maakt het ook mogelijk om een vertrouwensrelatie en een specifiekere expertise op te bouwen. Het belangrijkste nadeel van dit model is dat het aanpakken van een dossier heel wat trager verloopt (Stessens, 1997). In België heeft men voor dit laatste model gekozen. Met de wet van 11 januari 1993 werd een administratieve autoriteit met rechtspersoonlijkheid ingesteld, belast met het verwerken en verstrekken van informatie met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (art. 11, 1 lid). De cel werd op 1 december 1993 volledig operationeel (Antiwitwascel begint er eindelijk mee, 1993) Samenstelling Het CFI is samengesteld uit financiële deskundigen aangewezen door de Koning. Deze financiële deskundigen zijn echter geen vertegenwoordigers van de sector waaruit zij afkomstig zijn, maar zijn onafhankelijk. Om dit te garanderen legt de wet hen ook enkele strenge voorwaarden op waaraan zij moeten voldoen (art. 11, 5 lid). De cel staat onder de leiding van een magistraat of een plaatsvervanger die van het parket wordt gedetacheerd (art. 11, 3 lid). Deze keuze voor de leiding werd gemaakt om twee redenen: controle op het verloop van het onderzoek met het oog op later politie- en gerechtelijk werk (moet in overeenstemming met de wet blijven) en de nood aan een goede samenwerking met de gerechtelijke overheden (Stessens, 2006). 22

32 De samenstelling van het CFI wordt verder geregeld in het reeds meermaals gewijzigde koninklijk besluit van 11 juni Met betrekking tot de structuur van de cel moet een onderscheid worden gemaakt tussen de leden van de cel die beslissingsmacht hebben (de financieel deskundigen en de parketmagistraat) en het secretariaat dat belast is met de technische bijstand (secretaressen, documentalisten, juridisch adviseurs, criminologen, ) (Spreutels en De Mûelenaere, 2003) Opdrachten De cel is belast met het ontvangen en analyseren van informatie die haar is meegedeeld. Ze heeft drie soorten van informanten : de meldingsplichtige instellingen en personen van artikel 2, 2bis en 2ter, de toezichthoudende overheden en de buitenlandse overheden die in hun land verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld. Indien nodig kan de informatie dan worden doorgemeld aan de gerechtelijke overheden. De bevoegdheden die de cel heeft m.b.t. het behandelen van de informatie, worden verduidelijkt in de artikelen 12 tot 16 (Stessens, 2006). Bij het opstellen van de wet heeft men een keuze moeten maken uit twee mogelijkheden. Ten eerste kan worden bepaald dat ongewone verrichtingen moeten worden gemeld op basis van een witwastypologie (objectieve criteria). Een tweede mogelijkheid is om de meldingsplichtige organisaties te vragen verrichtingen te melden waarvan dat zij vermoeden dat ze te maken hebben met witwassen. Beide systemen hebben hun voor- en nadelen. In het eerste systeem moet de melder alles doorgeven wat aan de criteria voldoet, waardoor men de melder niets kan verwijten. Nadeel is dat het meldpunt zeer veel informatie zal moeten verwerken. Bij het tweede systeem zullen minder meldingen doorkomen en kan het meldpunt meer aandacht besteden aan een melding. Nadeel is wel dat de melder een witwassituatie over het hoofd kan zien. Daarom is een opleiding van het personeel bij dit systeem nodig (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). In België heeft men gekozen voor het tweede systeem. In wat nu volgt wordt uiteengezet hoe wordt omgegaan met een melding. De cel kan als centrale instantie voor de preventieve maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld slechts optreden en zaken behandelen die haar ter kennis werden gebracht door een instelling, een persoon of een overheid die daartoe gemachtigd is (Spreutels en De Mûelenaere, 2003). Hoe de melding verloopt, is voor een deel afhankelijk van de categorie waartoe de melder behoort. Algemeen kan men stellen dat wanneer de door de wet bepaalde instellingen of personen weten of vermoeden dat een uit te voeren verrichting verband houdt met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, zij, vooraleer de verrichting uit te voeren, dit ter kennis moeten brengen van het CFI (art. 12 tot art. 14quinquis). Het vermoeden verwijst hier naar een subjectieve beoordeling, maar de ondernemingen en personen kunnen ook zelf objectieve criteria invoeren waaraan de verrichtingen worden getoetst (dit wordt o.a. gedaan door het CBFA) (Stessens, 2006). 23

33 Nadat de cel een melding heeft ontvangen van een verdachte verrichting gaat ze over tot het onderzoeken ervan (Bestrijding van witwasgeld neemt een vliegende start, 1993). Ze mag hierbij inlichtingen vragen aan alle instellingen en personen die vermeld staan in artikel 15 (de meldingsplichtigen, politiediensten, gerechtelijke overheden, ). De samenwerking met de politie verloopt vooral via de CDGEFID, die op haar beurt kan samenwerken met andere politiediensten. Alle inlichtingen moeten verplicht worden meegedeeld aan de cel binnen een door haar bepaalde termijn. Indien dit niet gebeurt, kunnen dwangmaatregelen worden getroffen. Het beroepsgeheim van degenen waaraan inlichtingen kunnen worden gevraagd is hier niet geldig (Stessens, 1997). Zodra uit het onderzoek blijkt dat er een ernstige aanwijzing van witwassen van geld of van financiering van terrorisme bestaat, wordt deze informatie aan de procureur des Konings of aan de federale procureur meegedeeld (art. 16). De cel vervult dus een zeer belangrijke filterfunctie doordat enkel de ernstige vermoedens (in de zin van artikel 3) worden doorgestuurd (Stessens, 2006). In bijlage 1 vindt u een basisconcept van een Financial Intelligent Unit (FIU) zoals het CFI Beroepsgeheim Om een goede werking van het CFI te garanderen is het noodzakelijk dat deze instantie aan een beroepsgeheim wordt onderworpen. De doeltreffendheid van het preventieve anti-witwasstelsel is namelijk grotendeels afhankelijk van de vertrouwensrelatie tussen de financiële sector of de andere betrokkenen en het CFI. Daarnaast is er nog een tweede belangrijk argument voor het invoeren van het beroepsgeheim, nl. het recht op privé-leven. Met het vrijgeven van de informatie wordt het recht op privacy van bv. een cliënt van een financiële instelling mogelijks geschonden (Stessens, 1997). Om deze redenen bepaalt artikel 17 van de wet van 11 januari 1993 dat de leden van de cel en de leden van haar personeel (de leden van de politiediensten, de andere ambtenaren die bij haar gedetacheerd zijn en de externe deskundigen waarop zij een beroep doet) de informatie, waarvan zij tijdens de uitoefening van hun beroep kennis hebben gekregen, voor zichzelf moeten houden. Deze geheimhouding vervalt enkel wanneer zij opgeroepen worden om in rechte te getuigen. Er mag dus ook geen informatie worden meegedeeld aan het parket, tenzij er een ernstige aanwijzing van witwassen van geld bestaat. Dit beroepsgeheim zorgt ervoor dat de informatiestroom maar in één richting plaatsvindt, nl. van de betrokken ondernemingen en personen, van de politiediensten en van de overheidsdiensten naar de cel, en niet omgekeerd (Spreutels en De Mûelenaere, 2003) Statistieken Het CFI publiceert jaarlijks een activiteitenverslag en dit bevat heel wat interessante statistieken m.b.t. de strijd van de cel tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Hier wordt even dieper ingegaan op enkele statistieken aanwezig in het activiteitenverslag 2006 ( 2006_nl.pdf). Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat deze statistieken in de eerste plaats een weergave zijn van de werking van het CFI. Deze statistieken geven dus enkel weer wat bekend is door het CFI en kunnen dus verschillen van de realiteit. 24

34 Tabel 1: Evolutie meldingen laatste vijf jaar In deze tabel is te zien dat ondanks een daling van het aantal meldingen, het aantal dossiers is toegenomen. Ook het aantal dossiers dat werd doorgemeld aan het parket is de laatste jaren toegenomen. Dit kan wijzen op een betere werking van de cel of een toename van de witwasactiviteiten. Wat hier wel opvalt, is dat de aangegeven bedragen in 2006 heel wat minder zijn dan in 2002 ondanks een toename van het aantal dossiers. Figuur 1: Spreiding van het aantal meldingen per sector Wisselkantoren en kredietinstellingen nemen het gros van de meldingen voor hun rekening. Dit is niet onverwacht aangezien aan deze sectoren ook het meeste aandacht werd gespendeerd de laatste twee decennia. Figuur 2: Aantal doorgemelde dossiers aan het parket per meldende instelling Bovenstaande vaststelling geldt ook wanneer wordt gekeken naar het aantal doorgemelde dossiers aan het parket per meldende instelling. Vandaag de dag wordt steeds meer aandacht besteed aan de niet-financiële 25

35 ondernemingen en beroepen en hun rol in het witwasproces. De inspanningen hieromtrent zijn echter nog niet terug te vinden in de statistieken. Figuur 3: Indeling van de dossiers volgens de aard van de belangrijkste verrichtingen De belangrijkste verrichtingen waarrond de dossiers worden opgesteld zijn het storten op rekeningen, het verzenden van geld, internationale betalingen en geldopname van een rekening. In 2004 en de jaren hiervoor was de manuele wissel nog een zeer belangrijke verrichting. Het belang hiervan is echter sterk afgenomen door o.a. de invoering van de euro en een betere anti-witwaspreventie van de wisselkantoren ( De verschillen tussen de diverse verrichtingen zijn echter ook voor een deel te danken aan hun detecteerbaarheid. Figuur 4: Verdeling van de doorgemelde dossiers volgens witwasstadium Dit taartdiagram wordt gekenmerkt door een enorme evolutie over de jaren heen. In had 85% van de dossiers betrekking op de inbrengfase. Vijf jaar later was dit percentage gezakt naar 45%. Het aantal dossiers m.b.t. tot de inbrengfase bleef gelijk maar het percentage dossiers m.b.t. tot de circulatiefase was enorm gestegen van 12% naar 50%. Ook het percentage dossiers m.b.t. de investeringsfase was lichtjes toegenomen. In de periode is het percentage dossiers m.b.t. tot de circulatiefase ongeveer gelijk gebleven maar is het percentage dossiers m.b.t. de inbrengfase enorm afgenomen waardoor het percentage dossiers m.b.t. de circulatiefase nog toegenomen is tot 63% ( Tien jaar geleden werden dus het meest verdachte transacties opgemerkt in de inbrengfase, vandaag lijkt de circulatiefase het meest risicovol voor witwassers. In de laatste fase, het investeren van het zwarte geld in de legale economie, is de kans op detectie redelijk klein. Eens de inbreng- en circulatiefase achter de rug zijn is het bijgevolg zeer waarschijnlijk dat de witwasser zal slagen in zijn opzet. 26

Ontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie

Ontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie VR 2016 1612 DOC.1420/2BIS Ontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie

Voorontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie Voorontwerp van decreet houdende een tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; Na beraadslaging, BESLUIT: De

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. ONTSTAAN VAN DE CEL VOOR FINANCIËLE INFORMATIEVERWERKING

HOOFDSTUK I. ONTSTAAN VAN DE CEL VOOR FINANCIËLE INFORMATIEVERWERKING 1 INHOUDSTAFEL VOORWOORD INLEIDING HOOFDSTUK I. ONTSTAAN VAN DE CEL VOOR FINANCIËLE INFORMATIEVERWERKING A. INTERNATIONAAL KADER EN VERGELIJKEND RECHT 1. De eerste internationale teksten 2. Centrale meldpunten:

Nadere informatie

REGULARISATIEAANGIFTE

REGULARISATIEAANGIFTE A. Identificatie van de aangever : Origineel / Duplicaat bestemd voor de aangever ( 1 ) REGULARISATIEAANGIFTE In te dienen bij de Dienst «Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken» Contactpunt regularisaties

Nadere informatie

Origineel / Duplicaat bestemd voor de aangever ( 1 )

Origineel / Duplicaat bestemd voor de aangever ( 1 ) Origineel / Duplicaat bestemd voor de aangever ( 1 ) Nummer:.. ( 2 ) REGULARISATIEAANGIFTE INZAKE DE GEWESTELIJKE BELASTINGEN VAN BRUSSEL - HOOFDSTAD OF WALLONIË (SOMMEN, ROERENDE WAARDEN, UITSPLITSBARE

Nadere informatie

Regularisatieaangifte van Vlaamse gewestelijke belastingen

Regularisatieaangifte van Vlaamse gewestelijke belastingen Regularisatieaangifte van Vlaamse gewestelijke belastingen VLABEL-01-170224 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen

Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen Kris Meskens, Secretaris-generaal CFI Conferentie 8 december 2016 «Strijd tegen het witwassen van geld» Structuur, doelstellingen en huidige werkwijze CFI

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE EF 76 ECOFIN 269 CRIMORG 137 CODEC 744 NOTA van: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

Introductie tot de FIU-Nederland

Introductie tot de FIU-Nederland Introductie tot de FIU-Nederland H.M. Verbeek-Kusters EMPM Hoofd FIU - Nederland l 05-06-2012 Inhoud presentatie Witwassen Organisatie FIU-Nederland Van ongebruikelijk naar verdacht Wat is een ongebruikelijke

Nadere informatie

POLITIEK PROMINENTE PERSONEN Trends en aanwijzingen

POLITIEK PROMINENTE PERSONEN Trends en aanwijzingen Cel voor Financiële Informatieverwerking Gulden Vlieslaan 55 bus 1 1060 Brussel Tel. : +32 2 533 72 11 Fax : +32 2 533 72 00 E-mail : info@ctif-cfi.be POLITIEK PROMINENTE PERSONEN s en aanwijzingen NLtypoPEP

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

De melder als pion in het witwasspel. Overzicht

De melder als pion in het witwasspel. Overzicht www.ctif-cfi.be De melder als pion in het witwasspel Kris Meskens Secretaris generaal CFI I. De CFI Overzicht II. De melders in de preventieve antiwitwaswetgeving III. De melding IV. De rol van de CFI

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf 11 Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf 11 Inleiding 13 Woord vooraf 11 Inleiding 13 DEEL 1. Juridische omschrijving 17 Hoofdstuk 1. Preventieve wetgeving 18 1.1. Nationale wetgeving 18 1.1.1. Wettelijke bepalingen 18 1.1.2. Meldingsplichtigen 20 1.1.3. Verplichtingen

Nadere informatie

Algemeen. Specifieke bepalingen in het Strafwetboek. Strafrechtelijke bepalingen in het Wetboek Vennootschappen

Algemeen. Specifieke bepalingen in het Strafwetboek. Strafrechtelijke bepalingen in het Wetboek Vennootschappen Algemeen Misdrijf................................. 3 Rechtspersoon - strafrechtelijke verantwoordelijkheid................................. 3 Straffen - natuurlijke personen............. 3 Straffen - rechtspersonen..................

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf 11 Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf 11 Inleiding 13 Woord vooraf 11 Inleiding 13 DEEL 1. Juridische omschrijving 17 Hoofdstuk 1. Preventieve wetgeving 18 1.1. Nationale wetgeving 18 1.1.1. Wettelijke bepalingen 18 1.1.3. Verplichtingen 35 1.1.4. Beperking

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Taxforius Imposto Advocaten www.taxforius.be Onderwerp De invoering van het begrip ernstige fiscale fraude naar een strengere aanpak van de fiscale fraude! Datum 6 juni 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

De huiszoeking na PPII

De huiszoeking na PPII Wetswijzigingen eerste wijziging: artikel 28 septies Sv. schrapt de woorden en de huiszoeking. met andere woorden deze onderzoeksmaatregel kan voortaan bij wijze van mini-instructie. tweede wijziging:

Nadere informatie

Strafrecht & Strafprocesrecht

Strafrecht & Strafprocesrecht 2004-2005 Strafrecht & Strafprocesrecht Gandaius - Prof. dr. Gert Vermeulen 1 Buitgericht Europees strafrecht Prof. dr. Gert Vermeulen Docent strafrecht en Directeur Institute for International Research

Nadere informatie

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas 1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen

Nadere informatie

De strijd tegen georganiseerde criminaliteit: een nieuw fenomeen?

De strijd tegen georganiseerde criminaliteit: een nieuw fenomeen? De strijd tegen georganiseerde criminaliteit: een nieuw fenomeen? 1.Inleiding: Het witwassen van crimineel geld wordt al geruime tijd als zeer ongewenst beschouwd. Regeringen, politie en justitie investeren

Nadere informatie

FSMA_2016_16 dd. 20/09/2016

FSMA_2016_16 dd. 20/09/2016 FSMA_2016_16 dd. 20/09/2016 Deze mededeling is bestemd voor de niet-exclusieve verzekeringstussenpersonen die bemiddelen in levensverzekeringsovereenkomsten. De wet AML/CFT (de antiwitwaswet van 1993)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep materieel

Nadere informatie

Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten

Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten Jan Van Droogbroeck Juridische Dienst IAB Deze bijdrage onderzoekt in welke mate

Nadere informatie

De strijd tegen witwassen. De aanpak van het fenomeen door de federale gerechtelijke politie.

De strijd tegen witwassen. De aanpak van het fenomeen door de federale gerechtelijke politie. Vakgroep Strafrecht en criminologie De strijd tegen witwassen. De aanpak van het fenomeen door de federale gerechtelijke politie. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Claes Onderwerp De nabije toekomst: derde Europese antwitwasrichtlijn Datum Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten

Nadere informatie

De wetgeving inzake witwassen van geld

De wetgeving inzake witwassen van geld De wetgeving inzake witwassen van geld In 1993 beoogde de anti-witwaswet preventieve maatregelen te installeren ten aanzien van ondernemingen en personen die een financieel beroep uitoefenen. Deze wet

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep drugshandel Ontwerp-aanbeveling van de Raad over de noodzakelijke

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JANUARI 2017 P.16.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0184.N N. B. F. F., beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jacques Vandeuren, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

(B.S., 14 november 1998)

(B.S., 14 november 1998) Wet 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (B.S., 14 november 1998) HOOFDSTUK I. Voorafgaande

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie

Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Circulaire FSMA_2013_20 d.d. 18/12/2013 Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Toepassingsveld: Alle ondernemingen die onder toezicht staan van de Nationale Bank van België en de Autoriteit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 433 Besluit van 30 oktober 2007, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 004 Commissie verzoekschriften 009 9.0.007 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 077/007, ingediend door Dominique Voillemot (Franse nationaliteit), hoofd van de Franse delegatie

Nadere informatie

DE TYPOLOGIEËN VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN VAN DE FINANCIERING VAN TERRORISME. Nathalie Laukens Criminologe CFI-CTIF IBR -17 oktober2008

DE TYPOLOGIEËN VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN VAN DE FINANCIERING VAN TERRORISME. Nathalie Laukens Criminologe CFI-CTIF IBR -17 oktober2008 DE TYPOLOGIEËN VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN VAN DE FINANCIERING VAN TERRORISME Nathalie Laukens Criminologe CFI-CTIF IBR -17 oktober2008 CFI? eenheid van financiële informatieverwerking; opgericht bij

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE DROIPE 28 CORDROGUE 38 RESULTAAT BESPREKI GE van: de Groep

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) 12122/1/05 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) 12122/1/05 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) 12122/1/05 REV 1 LIMITE CRIMORG 89 NOTA van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

MELDPUNT ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES

MELDPUNT ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES MELDPUNT ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES Dick van den Ham 30 juni 2011 INHOUDSOPGAVE MELDPUNT ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES (MOT) WITWASSEN EN TERRORISMEFINANCIERING FILM: TAKE ACTION AGAINST ML AND TF RISICO

Nadere informatie

Circulaire. Toepassingsveld. Samenvatting/Doelstelling. Brussel, 18 december 2013. Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie

Circulaire. Toepassingsveld. Samenvatting/Doelstelling. Brussel, 18 december 2013. Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Circulaire Nationale Bank van België n.v. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be FSMA Congresstraat 12-14

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0414 (COD) 9718/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad nr. vorig doc.: 9280/17 Nr. Comdoc.: 15782/16 Betreft:

Nadere informatie

voor de Politie Trends en Ontwikkelingen in Ondermijning

voor de Politie Trends en Ontwikkelingen in Ondermijning het Tijdschrift voor de Politie T r e n d s e n CO enn ttwr iu km k evl oi no gr epn o li in t ioe ns dt ue dr mi ei s j nvi zn w g Jaarcongres van het Tijdschrift voor de Politie Dag van de Ondermijning:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.09.2005 COM(2005) 426 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr.

Nadere informatie

DOORGEMELDE DOSSIERS IN VERBAND MET CORRUPTIE TYPOLOGISCHE ASPECTEN

DOORGEMELDE DOSSIERS IN VERBAND MET CORRUPTIE TYPOLOGISCHE ASPECTEN Cel voor Financiële Informatieverwerking Gulden Vlieslaan 55 bus 1 1060 Brussel Tel. : +32 2 533 72 11 Fax : +32 2 533 72 00 E-mail : info@ctif-cfi.be DOORGEMELDE DOSSIERS IN VERBAND MET CORRUPTIE TYPOLOGISCHE

Nadere informatie

(COM(2001) 259 C5-0359/2001 2001/0114(CNS))

(COM(2001) 259 C5-0359/2001 2001/0114(CNS)) P5_TA(2002)0195 Illegale drugshandel * (procedure zonder debat) Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare

Nadere informatie

CELLULE DE TRAITEMENT DES INFORMATIONS FINANCIERES Avenue de la Toison d Or 55 boîte BRUXELLES Tél.: 02/

CELLULE DE TRAITEMENT DES INFORMATIONS FINANCIERES Avenue de la Toison d Or 55 boîte BRUXELLES Tél.: 02/ CELLULE DE TRAITEMENT DES INFORMATIONS FINANCIERES Avenue de la Toison d Or 55 boîte 1-1060 BRUXELLES Tél.: 02/533 72 11 Fax: 02/533 72 00 E-mail: info@ctif-cfi.be NL1237bnl April 2006 NOTARISSEN EN WITWASBESTRIJDING

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen...

INHOUDSOPGAVE. III. Drugwet: 24 februari 1921 A. Inleiding 28 1. Algemeen... 28 2. Afbakening... 30 B. Wat is strafbaar?... 30 1. Algemeen... INHOUDSOPGAVE I. Beleid A. Situering van het drugbeleid...1 B. De parlementaire werkgroep Drugs...2 C. De Federale Beleidsnota Drugs...4 D. Invloed van de wetswijziging in 2003...5 E. De richtlijn van

Nadere informatie

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden.

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden. MODEL 3 SI Wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument. Aanvraag om inschrijving van een natuurlijk persoon als minnelijke invorderaar van schulden. 1.

Nadere informatie

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 12 oktober 2017 Recente ontwikkelingen omtrent de meldingsplicht van financiële instellingen De begrippen «vermoeden» en «goede trouw»

Nadere informatie

Voorgestelde aanpassing van de witwaspreventiewet door het wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding

Voorgestelde aanpassing van de witwaspreventiewet door het wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding Voorgestelde aanpassing van de witwaspreventiewet door het wetsontwerp houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding : wetgevend initiatief schiet zijn doel voorbij! 1. De witwaspreventiewet 1

Nadere informatie

DE EVOLUTIE INZAKE DE WITWASWETGEVING

DE EVOLUTIE INZAKE DE WITWASWETGEVING FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT GENT ACADEMIEJAAR 2008-2009 DE EVOLUTIE INZAKE DE WITWASWETGEVING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Annelies De Bruycker Stamnummer:

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp

Instantie. Onderwerp Instantie Cel voor Financiële Informatieverwerking Onderwerp 14e Activiteitenverslag 2007 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1,

RICHTLIJNEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1, L 284/22 Publicatieblad van de Europese Unie 12.11.2018 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1673 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep Drugshandel Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende de noodzaak

Nadere informatie

7768/15 ADD 1 REV 1 mak/hh 1 DPG

7768/15 ADD 1 REV 1 mak/hh 1 DPG Raad van de Europese Unie Brussel, 17 april 2015 (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2013/0025 (COD) 7768/15 ADD 1 REV 1 CODEC 463 EF 65 ECOFIN 235 DROIPEN 30 CRIMORG 32 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft:

Nadere informatie

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder FIU-Nederland Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder Inhoud FIU-Nederland Definitie witwassen. Van ongebruikelijk naar verdacht. Wat is een ongebruikelijke transactie? Kengetallen Toezichthouders Vragen

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 33, 35, 39 en 134; Gelet

Nadere informatie

Crypto's (bitcoins) en witwassen

Crypto's (bitcoins) en witwassen & University of Curaçao mei 2018 9 Crypto's (bitcoins) en witwassen Rutger de Doelder (r.dedoelder@law.eur.nl) Geld? Bitcoin is traag en kost veel energie (>40 TWh per jaar) Geld? Geen centrale bank dus

Nadere informatie

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST NIBE-SVV 1. Een beleggingsonderneming overtreedt meerdere regels uit de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hieronder volgen twee beweringen over

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2015 P.15.0890.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0890.N I W J J H, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Michael Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent, tegen Michiel VERRAES,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

Waar blijft het geld?

Waar blijft het geld? Waar blijft het geld? Uitkomsten v/d vierde Monitor Georganiseerde Criminaliteit Edwin Kruisbergen 13 maart 2013 Structuur De Monitor Georganiseerde Criminaliteit Criminele inkomsten: Verdienen Verdelen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2016 P.15.1312.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1312.N 1. M L M D C, beklaagde, 2. A F F D C, beklaagde, 3. G M C D C, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord Wat witwassen is. 2 De strijd tegen witwassen. 3 De FATF

Inhoudsopgave. Voorwoord Wat witwassen is. 2 De strijd tegen witwassen. 3 De FATF Inhoudsopgave Voorwoord 13 1 Wat witwassen is 1.1 Inleiding 17 1.2 Definitie van witwassen 18 1.3 Misdaad mag niet lonen 21 1.4 Het witwasproces 23 1.5 Witwassen en zwart geld 33 1.6 Terrorismefinanciering

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Indeling. 1. Onderscheid belastingontduiking en belastingvermijding

Indeling. 1. Onderscheid belastingontduiking en belastingvermijding Indeling BELASTINGVERMIJDING, BELASTINGONTDUIKING EN HET WITWASSEN VAN ZWART GELD Frans Vanistendael gewoon hoogleraar K.U.Leuven 1. Onderscheid en belastingvermijding 2. Bestrijding van Administratieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 APRIL 2014 P.14.0083.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 Nr. P.14.0083.N I P W M, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen, II 29 APRIL 2014 P.14.0083.N/2

Nadere informatie

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

DOORGEMELDE DOSSIERS IN VERBAND MET CORRUPTIE

DOORGEMELDE DOSSIERS IN VERBAND MET CORRUPTIE CEL VOOR FINANCIELE INFORMATIEVERWERKING Gulden Vlieslaan 55 bus 1-1060 BRUSSEL Tel.: 02/533 72 11 Fax: 02/533 72 00 E-mail: info@ctif-cfi.be NlcorruptionNL-version3 03/05/2007 DOORGEMELDE DOSSIERS IN

Nadere informatie

EUROPEES ARRESTATIEBEVEL 1

EUROPEES ARRESTATIEBEVEL 1 EUROPEES ARRESTATIEBEVEL 1 Dit bevel is uitgevaardigd door een bevoegde rechterlijke autoriteit. Ik verzoek om aanhouding en overlevering van de hieronder genoemde persoon met het oog op strafvervolging

Nadere informatie

Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld*

Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld* Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld* HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Deze wet past de richtlijn toe van de Raad 91/308/EEG

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Cel voor Financiële Informatieverwerking

Cel voor Financiële Informatieverwerking Cel voor Financiële Informatieverwerking 20e jaarverslag 2013 Inhoudsopgave I. VOORWOORD VAN DE VOORZITTER... 5 II. SAMENSTELLING VAN DE CFI... 11 III. STATISTIEKEN... 13 1. KERNCIJFERS... 13 1.1. Aantal

Nadere informatie

Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld

Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld RICHTLIJN VAN DE RAAD van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Cel voor Financiële Informatieverwerking Onderwerp Toelichtingsnota bestemd voor advocaten Datum 24 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.3.2017 C(2017) 1951 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 24.3.2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling

Nadere informatie

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 november 2009 (30.11) (OR. en) 16542/2/09 REV 2 JAI 868 DROIPEN 160 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 16542/1/09 REV 1 JAI 868 DROIPEN 160

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1952 Vragen van de leden

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0208 (COD) 10678/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 6 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EF 208 ECOFIN

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD 28. 6. 91 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L * 166/77 II (Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 10 juni 1991 tot voorkoming

Nadere informatie