Geuronderzoek Hendrix UTD Helmond. Groenkwartier, Helmond

Transcriptie

1 Geuronderzoek Hendrix UTD Helmond Groenkwartier, Helmond

2 Geuronderzoek Hendrix UTD Groenkwartier, Helmond In opdracht van Gemeente Helmond Opgesteld door Auteur SRE Milieudienst Keizer Karel V Singel 8 Postbus AK Eindhoven F. Büchel van Steenbergen F. Lathouwers Projectnummer Datum 22 september 2009 Status definitief 22 september projectnummer

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Toetsingskader geur Geurbeleid Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht (NeR) 5 3. Hendrix UTD Ligging Hendrix UTD Bedrijfsactiviteiten Hendrix UTD Voorschriften vigerende vergunning 7 4. Opzet onderzoek Kentallen geuremissie Rekenmodel Invoerparameters 9 5. Berekeningsresultaten en conclusie Bijlagen Situatietekening Geurcontour Invoergegevens en berekeningsresultaten KemaStacks versie september projectnummer

4 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Helmond is een onderzoek uitgevoerd naar de geurimmissieconcentratie in de omgeving van het veevoederbedrijf Hendrix UTD in Helmond. De gemeente Helmond is momenteel bezig met de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied Groenkwartier in Helmond. In het huidige bestemmingsplan Suytkade is een geurcontour van het veevoederbedrijf Hendrix UTD aan de Rietbeemdweg 3 opgenomen die over een deel van het plangebied is gelegen. De ligging van deze contour is aangegeven in bijlage 6.2. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de geurcontour van veevoederbedrijf Hendrix op basis van de huidige wetgeving en richtlijnen ten aanzien van geur. Het uitgangspunt hierbij is dat Hendrikx UTD niet in de bedrijfsvoering wordt beperkt. De geuremissie is bepaald op basis van de in de huidige milieuvergunning opgenomen productiecapaciteit en de beschikbare emissie kentallen per productsoort voor geur in de Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht. Vervolgens is de geurconcentratie in de omgeving berekend met behulp van het programma Kema-Stacks versie september projectnummer

5 2. Toetsingskader geur 2.1. Geurbeleid In een brief van 30 juni 1995 heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Milieubeheer het geurbeleid in grote lijnen vastgelegd. Deze beleidslijn vormt de basis voor het geurbeleid van het Rijk en geeft richting aan het geurbeleid van gemeenten en provincies. Centraal in het geurbeleid staat het afwegingsproces dat is gericht op het vaststellen van een acceptabel hinderniveau. De essentie van het geurbeleid is het voorkomen van (nieuwe) hinder. Daarvan afgeleid is de volgende beleidslijn geformuleerd: Als er geen hinder is, zijn geen maatregelen nodig. Als er wel hinder is, worden maatregelen op basis van het ALARA principe afgeleid. De mate van hinder kan onder andere worden bepaald via een belevingsonderzoek, hinderenquête, klachtenregistratie etc. Voor bedrijven waarvoor een bijzondere regeling is opgesteld komt het hinderniveau in de bedrijfstakstudie aan de orde. De mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan. De hoeveelheid geur in de leefomgeving wordt weergegeven als een geurbelasting. Dit is een geurconcentratie uitgedrukt in Europese odour units per kubieke meter lucht bij een bepaalde percentielwaarde (ou E /m3 als x-percentiel). Een 98-percentiel waarde geeft bijvoorbeeld aan dat de geurconcentratie 98% van de tijd niet wordt overschreden. Gedurende 2% van de tijd wordt de bewuste geurconcentratie wel overschreden. Of de hinder die mensen ervaren bij de ene geur bij gelijke geurbelasting verschillen van de hinder die mensen ervaren bij de andere geur. Het acceptabel hinderniveau zal per situatie vastgesteld moeten worden door het bevoegde bestuursorgaan Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht (NeR) Voorschriften ten aanzien van geuremissie worden in het algemeen gebaseerd op de Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht (NeR), uitgegeven door Infomil te Den Haag, september De NeR is bedoeld als richtlijn om de vergunningverlening voor het compartiment lucht te harmoniseren. Hoewel de NeR geen wettelijke status heeft blijkt uit jurisprudentie van de Raad van State dat de NeR wordt beschouwd als een belangrijke richtlijn voor de vergunningverlener en dat afwijken van de NeR goed gemotiveerd moet worden. In de NeR is een bijzondere regeling opgenomen voor de diervoederindustrie. Deze regeling is in 2007 gewijzigd. De gewijzigde regeling is gebaseerd op de eindrapportage Herziening bijzondere regeling diervoederbedrijven opgesteld door Buro Blauw in december 2007 (rapportnummer BL ). In de bijzondere regeling is opgenomen op welke wijze de geuremissie en de geurconcentratie ten gevolge van de productie van veevoeders dient te worden berekend. In de regeling is verder opgenomen dat voor bestaande situaties een hinderniveau van maximaal 1,4 ou E /m 3 als 98-percentiel acceptabel geacht wordt. De geuremssie bij de diervoederindustrie wordt voornamelijk bepaald door de emissie van de koelers van de persinstallatie(s) en in beperkte mate door overige emissies. De geuremissiefactoren (ou E /ton product) zijn gebaseerd op de emissie van de koelers van de 22 september projectnummer

6 persinstallatie(s). De geuremissiefactoren zijn berekend volgens de methode die wordt beschreven in Herziening bijzondere regeling diervoederbedrijven. 22 september projectnummer

7 3. Hendrix UTD 3.1. Ligging Hendrix UTD Het veevoederbedrijf Hendrix UTD is gelegen op het gezoneerde industrieterrein Hoogeind te Helmond. De van oudsher meest nabijgelegen woningen van derden zijn buiten het industrieterrein gelegen aan de Kanaaldijk Zuid-West op circa 220 meter afstand van de inrichting. Het plan Groenkwartier is gelegen aan de overzijde van het kanaal Bedrijfsactiviteiten Hendrix UTD Binnen de inrichting van Hendrix UTD Helmond worden diverse veevoeders geproduceerd, zoals rundveebiks, schapenbiks, etc. De vergunde productiecapaciteit bedraagt ton (rund)veevoer per jaar. De hoogte van de centrale uitlaat van de koelers bedraagt 47 meter boven het maaiveld (3 meter boven de dakopbouw van het silogebouw). De dakhoogte van het silogebouw bedraagt 40 meter Voorschriften vigerende vergunning In de vigerende milieuvergunning zijn met betrekking tot het aspect geur de volgende voorschriften opgenomen. 6. MENG-/VEEVOEDERBEDRIJVEN Geuremissie 6.1 De geurconcentratie bij woningen behorende tot de bebouwde kom of lintbebouwing mag, bepaald volgens het rekenmodel Geurnorm voor de mengvoederindustrie niet meer bedragen dan 1 ou E /m 3 als 98-percentiel bepaald overeenkomstig het rekenprogramma Geurnorm voor de mengvoederindustrie, versie 3.0. Ter plaatse van woningen op het industrieterrein moet worden voldaan aan de geurnorm van 1 ou E /m 3 als 95-percentiel bepaald overeenkomstig het rekenprogramma Geurnorm voor de mengvoederindustrie, versie Binnen 3 maanden na het van kracht worden van de vergunning moet door of namens de vergunninghouder worden aangetoond op welke wijze de uitstroomcondities worden verbeterd zodat de in voorschrift 6.1 genoemde geurnorm wordt gehaald. Hierbij dient de maximale situatie zoals aangegeven in de aanvraag als uitgangspunt te worden gehanteerd. Bij het implementeren van maatregelen moet aansluiting worden gezocht bij het Standaardmaatregelenpakket voor de geuremissiebestrijding bij mengvoederbedrijven. 6.3 De maatregelen bedoeld in voorschrift 6.2 dienen binnen 1 jaar na het van kracht worden van de vergunning te worden uitgevoerd. Van deze termijn mag worden afgeweken indien aan het bevoegd gezag wordt aangetoond dat deze termijn redelijkerwijs niet kan worden gevergd. In overleg met bevoegd gezag kan een andere termijn worden bepaald. Van de wijze van uitvoering mag worden afgeweken indien aan het bevoegd gezag wordt aangetoond dat deze wijze van uitvoering redelijkerwijs niet kan worden gevergd. In overleg met bevoegd gezag moet dan een andere wijze worden bepaald. 6.4 De resultaten van voorschriften 6.2 en 6.3 genoemde onderzoeken dienen ter goedkeuring aan het bevoegd gezag worden overgelegd. 22 september projectnummer

8 4. Opzet onderzoek 4.1. Kentallen geuremissie Het berekenen van de geuremissie is gebaseerd op het rapport Herziening bijzondere regeling diervoederbedrijven. In tabel 4.1 is een overzicht opgenomen van de emissiekentallen van de verschillende diervoeders, zoals die in het rapport zijn opgenomen. Tabel 4.1: Geuremissiefactoren per diervoeder. Voersoort Eiwitgehalte Geuremissiefactor (Mou E /ton) Varkens Laag 9 Varkens Hoog 55 Rundvee Laag 12,1 Rundvee Hoog 13,9 Rundvee Laag+hoog 13 Pluimvee Laag 12,3 pluimvee hoog 54,8 Uit het rapport blijkt dat bij varkensvoer en pluimveevoer een significant verschil in geuremissiefactoren is aangetoond tussen voer met een laag eiwitgehalte en voer met een hoog eiwitgehalte. Voor rundveevoeders wordt geen significant verschil in geuremissiefactoren gevonden tussen voer met een laag eiwitgehalte en voer met een hoog eiwitgehalte. Daarom is voor rundveevoeders ook een gemiddelde emissiefactor berekend. In dit onderzoek is uitgegaan van de gemiddelde emissiefactor voor rundveevoeders, namelijk 13 Mou E /ton veevoer. Uitgaande van 6 dagen productie per week (7.488 productieuren per jaar) bedraagt de gemiddelde emissie 520,83 Mou E /uur Rekenmodel De geurconcentratie is bepaald met behulp van het rekenprogramma Kema-Stacks versie conform het Nieuw Nationaal Model (NNM). Met het NNM kan de verspreiding van emissies in de buitenlucht worden berekend. Voor deze berekeningen is een grid vastgesteld. Op deze punten wordt de bijdrage van de bron berekend. Voor de berekeningen met Kema-Stacks is voor een regelmatig rechthoekig rooster gekozen met de coördinaten van meter bij meter, afstand tussen de punten 50 meter en met 529 gridpunten. De immissieniveau s zijn op de gridpunten berekend op een hoogte bepaald door het rekenprogramma aan de hand van de ruwheidslengte, zoals weergegeven in tabel 4.2. De berekeningen zijn uitgevoerd voor het toetsjaar In de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens over een tijdsperiode van , welke voor de prognostische berekeningen gebruikt wordt. 22 september projectnummer

9 4.3. Invoerparameters De invoergegevens zijn tabel 4.2 uiteengezet. Bijlage 6.3. geeft een volledig overzicht van de invoergegevens. Tabel 4.2: Invoergegevens Kema-Stacks model Gegevens Soort bron Puntbron Coördinaten (X,Y) , Tijdsprofiel Invloed bebouwing Ja Bronhoogte (m) 47 Inwendige diameter (m) 1,6 Uitwendige diameter (m) 1,7 Geuremissie (ge/s) Volume flux (Nm3) 25,3 Uittree temperatuur (K) september projectnummer

10 5. Berekeningsresultaten en conclusie In de vigerende vergunning van Hendrix UTD is de 1 ou E /m 3 als 98-percentiel opgenomen als acceptabel hinder niveau. Doel van de berekeningen is de ligging van de geurcontour van 1 ou E /m 3 als 98-percentiel te bepalen. De ligging van de berekende geurcontour is weergegeven in bijlage 6.2. In bijlage 6.2 is tevens de ligging van de geurcontour van 1,4 ou E /m 3 als 98-percentiel weergegeven. Aangezien op basis van de huidige inzichten een geurhinderniveau van 1,4 ou E /m 3 voor bestaande situaties acceptabel wordt geacht. De 1 ou E /m 3 als 98-percentiel contour is hier echter maatgevend aangezien deze norm in de vigerende vergunning van Hendrix UTD is opgenomen. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat op basis van de huidige wetgeving en richtlijnen de geurcontour niet over het plangebied Groenkwartier is gelegen. Dit kan verklaard worden door de wijziging van de bijzondere regeling Diervoederindustrie in 2007, waardoor een lager emissiekental voor de productie van rundveevoeders kan worden toegepast. De 1 ou E /m 3 als 98-percentiel geurcontour van Hendrix UTD vormt geen belemmering voor de realisatie van het plan Groenkwartier. 22 september projectnummer

11 6. Bijlagen 22 september projectnummer

12 6.1. Situatietekening indicatief 22 september Projectnummer:

13

14 6.2. Geurcontour Ligging geurcontour 1 en 1,4 ou E /m ton rundveevoer. als 98-percentiel met een maximale productie van

15 Groenkwartier Helmond Geurcontouren Hendrix UTD T: F: E: I: Legenda Geurcontouren in Ou/m3 oude contour nieuw contouren 1 1,4 Opdrachtgever: Gemeente Helmond Projectnummer: Kaartnummer: 1 Datum: Auteur: FL Formaat: A3 Schaal: 1:2.000 D m Copyright: SRE Milieudienst Eindhoven

16 6.3. Invoergegevens en berekeningsresultaten KemaStacks versie

17 Geurcontour Groenkwartier Helmond_0001.sce KEMA STACKS VERSIE Release 26 mei 2009 Stof-identificatie: GEUR start datum/tijd: :57:42 datum/tijd journaal bestand: :06:54 Percentielen voor 1-uurgemiddelde concentraties In het percentielenbestand is aangegeven op hoeveel uur(blokken) de percentielwaarden betrekking hebben, de hoge percentielen kunnen bij een gering aantal berekeningsuren daardoor minder nauwkeurig zijn! (laatste regel in percentielbestand) Alleen bron(nen)-bijdragen berekend! Meteo Schiphol en Eindhoven, vertaald naar locatiespecifieke meteo De locatie waarop de meteo is bepaald : Voor neerslag bewolking en zoninstraling is Eindhoven gebruikt opgegeven emissie-bestand C:\Stacks91\input\emis.emi Doorgerekende (meteo)periode Start datum/tijd: :00 h Eind datum/tijd: :00 h Aantal meteo-uren waarmee gerekend is : De windroos: frekwentie van voorkomen van de windsektoren(uren, %) op receptor-lokatie met coordinaten: gem. windsnelheid, neerslagsom sektor(van-tot) uren % ws neerslag(mm) 1 (-15-15): ( 15-45): ( 45-75): ( ): ( ): ( ): ( ): ( ): ( ): ( ): ( ): ( ): gemiddeld/som: lengtegraad: : 5.0 breedtegraad: : 52.0 Bodemvochtigheid-index: 1.00 Albedo (bodemweerkaatsingscoefficient): 0.20 Aantal receptorpunten 529 Terreinruwheid receptor gebied [m]: Terreinruwheid [m] op meteolokatie windrichtingsafhankelijk genomen Hoogte berekende concentraties [m]: 1.0 Gemiddelde veldwaarde concentratie [ge/m3]: hoogste gem. concentratiewaarde in het grid: Hoogste uurwaarde concentratie in tijdreeks: Pagina 1

18 Geurcontour Groenkwartier Helmond_0001.sce Coordinaten (x,y): , Datum/tijd (yy,mm,dd,hh): Aantal bronnen : 1 ********* Brongegevens van bron : 1 ** BRON PLUS GEBOUW ** Uitlaat centrale schoorsteen X-positie van de bron [m]: Y-positie van de bron [m]: kortste zijde gebouw [m]: 12.0 langste zijde gebouw [m]: 45.0 Hoogte van het gebouw [m]: 40.0 Orientatie gebouw [graden] : 10.0 x_coordinaat van gebouw [m]: y_coordinaat van gebouw [m]: Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 47.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 1.60 Uitw. schoorsteendiameter (top): 1.70 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3) : Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : Temperatuur rookgassen (K) : Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde Aantal bedrijfsuren: (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (ge/s) Pagina 2