TIJD VOOR TAAL: INBURGEREN MET ontwerp

Transcriptie

1 TIJD VOOR TAAL: INBURGEREN MET ontwerp FEBRUARI 2008

2 TIJD VOOR TAAL: 1 INBURGEREN MET N@TSCHOOL 1 INLEIDING 3 HOOFDSTUK 1 UITGANGSPUNTEN VOOR HET TECHNISCH ONTWERP INS & OUTS 4 INLEIDING MINIMALE SYSTEEMEISEN NATSCHOOL 4 Hardware 4 Software PC VOOR AUTEURS EN ONTWIKKELAARS 5 Hardware 5 Software 5 HOOFDSTUK 2 ONTWERP INRICHTING N@TSCHOOL T.B.V. INS & OUTS 6 HOOFDSTUK 3 PROGRAMMA-ONDERDELEN 9 3.1: INTRODUCTIECURSUS N@TSCHOOL E-LEARNING 9 Inschattting studiebelasting e-learning bij trajecten voor alle vaardigheden: GROEPSBIJEENKOMSTEN NT MAATSCHAPPIJ-ORIËNTATIE KEUZEAANBOD VAKKEN/DUAAL 12 Duaal 12 Keuze aanbod vakken OVERZICHT STUDIEBELASTING VAN 0 A2 12 HOOFDSTUK 4 SAMENHANG PROGRAMMA-ONDERDELEN TAALVERWERVING EN KNS 14 MODULES TAALVERWERVING 15 MODULES KENNIS VAN DE NEDERLANDSE SAMENLEVING (KNS) 15 HOOFDSTUK 5 INTAKE EN NIVEAUBEPALING TIJD VOOR TAAL 16 FASE 1 INTAKE Interview Fluencytoets en Instructiekaart Capaciteiten toets Voorschatter intaketoets NT2 17 FASE 2 INTAKETOETS NT2 17 FASE 3 RAPPORTAGE EN ADVIES 17 HOOFDSTUK 4 BEGELEIDINGSSTRUCTUUR EN ROLLEN INLEIDING COACH DOCENT TUTOREN VRIJWILLIGERS BEHEERDER 20 HOOFDSTUK 4 HUISVESTING 20 PROCEDURE UITSTROOM/UITVAL

3 Inleiding Uitgangspunt bij het inzetten van binnen het project is 1. Binnen worden samenhangende trajecten gebouwd op niveau A1 en A2 van het Europees Raamwerk voor Nederlands als tweede taal, zowel duale als niet-duale trajecten. Doelstelling is om een groot aantal trajecten aan te bieden, waarvan de bouwstenen gevormd worden door standaard -studiewijzers voor onderdelen/blokken content. Uiteindelijk worden deze blokken content per deelnemer gecombineerd in een voor die persoon uniek traject. Voorlopige aanname is dat er minimaal 30 standaard-studiewijzers /studieroutes ontwikkeld moeten worden. 2. De studiewijzers en de begeleidingsstructuur worden binnen aangebracht; dat wil niet zeggen dat de trajecten voor 100 % uit e-learning bestaan: de blended leeromgeving bestaat uit een mix (per subdoelgroep verschillend) van klassikaal/groeps-onderwijs en e-learning. 3. Binnen deze trajecten wordt in principe geen nieuwe content ontwikkeld : er is veel en goed materiaal beschikbaar. Dit is beschikbaar in de vorm van: Totaalmethodes Nederlands als tweede taal Deelmethodes Nederlands als tweede taal (bijv. spelling/schrijven/woordenschat/buitenschoolse opdrachten) Materiaal/cursussen via ETV (educatie televisie via TV West) Materiaal/cursussen maatschappij-oriëntatie en loopbaanoriëntatie. Voor deze materialen worden, net als nu het geval is, licenties aangeschaft. Mogelijk moeten daarbij wel aanpassingen gedaan worden om de verschillende programma s met elkaar te laten praten. 4. De trajecten worden op een groot aantal plaatsen in de stad aangeboden in digitale lokalen en Open Leercentra. De content wordt, net als de elektronische leeromgeving, aangeboden via een hosting partij. Het ROC Leiden neemt het op zich om alle content dusdanig aan te bieden, dat de overige uitvoerende partners geen content/programma's op hun hardware hoeven te installeren. Dit betekent ook dat alle licenties in principe interne licenties van het ROC Leiden zijn. 3

4 Hoofdstuk 1 & Outs Uitgangspunten voor het technisch ontwerp Ins Inleiding Het technisch ontwerp van Natschool moet de volgende (uitgangs)punten ondersteunen: De meeste programma's voor Nederlands als tweede taal zijn niet web-based. Om de programma s bij partners uit te serveren is dit wel een voorwaarde. De programma s moeten dus omgebouwd worden, en zullen vervolgens middels de electronische leeromgeving, die wel webbased is, gedistribueerd worden.. Educatieve content wordt niet geïnstalleerd op de hardware van de diverse partners. We streven naar het realiseren van een single log-in procedure. Dat wil zeggen dat er voor de diverse lesprogramma's niet opnieuw ingelogd hoeft te worden na het inloggen in N@tschool. (Voor IJsbreker en Code gaat dit pas werken vanaf augustus.) Om maximaal maatwerk te kunnen bieden, moeten methodes/programma's in kleinere eenheden aangeboden kunnen worden, zodat deelnemers het programma dat ze volgen zo precies als mogelijk aangeboden krijgen op hun computer. De resultaten (gemaakte opdrachten, toetsen) moeten geïmporteerd kunnen worden in het onderdeel portfolio van N@tschool. Voor de hosting van N@tschool wordt gebruik gemaakt van de diensten van Eduassist. De meeste educatieve software moet gebruik maken van een lokale server. Het netwerk van de diverse partners wordt hier niet voor gebruikt, in verband met de grote beheerslast van het installeren en onderhouden van alle progamma's. Het netwerk van het ROC Leiden wordt hier ook niet voor gebruikt in verband met de beveiliging van het netwerk. De educatieve software zal via een nog te bepalen lokale server, mogelijk bij Eduassist worden gehost. 1.1 Minimale systeemeisen Natschool Hardware Hiervoor dient men over een systeem te beschikken dat minimaal aan de volgende voorwaarden dient te voldoen: Pentium 400 MHz (800 MHz aanbevolen) 64 MB intern geheugen (128 MB aanbevolen) 4 GB Interne Disk 50 MB vrije schijfruimte (100 MB aanbevolen) 56K of ISDN/kabel/ADSL verbinding met het Internet via elke willekeurige provider of indien de server intern staat een LAN verbindingskaart voor aansluiting op de server Schermresolutie 1024 X 768 Software Windows 2000 of Windows XP Browserversie: Microsoft Internet Explorer v6 of hoger 4

5 1.2 PC voor auteurs en ontwikkelaars Hardware Hiervoor dient men over een systeem te beschikken dat minimaal aan de volgende voorwaarden dient te voldoen: Pentium 600 MHz (1000 aanbevolen) 128 MB intern geheugen (256 MB aanbevolen) 4 GB Interne Disk 50 MB vrije schijfruimte (100 MB aanbevolen) ISDN/Kabel/ADSL verbinding met het Intranet via elke willekeurige provider of indien de server intern staat een LAN verbindingskaart voor aansluiting op de server 15 inch beeldscherm met schermresolutie 1024 X 768 Software Windows 2000 of Windows XP Browserversie: Microsoft Internet Explorer v6 of hoger 5

6 Hoofdstuk 2 Ontwerp Inrichting N@tschool t.b.v. Ins & Outs In het studieprofiel staan de competenties die de deelnemer moet verwerven. Achter elke competentie vind de coach een aantal studieroutes met lesmateriaal wat gebruikt kan worden om die specifieke competentie te vewerven. Het studieprofiel wordt inhoudelijk gevuld door twee documenten: 1. De niveau- en vaardigheden indeling zoals beschreven in het taalportfolio Nederlands als tweede taal. 2. Het programma onderdeel maatschappij-orientatie en de daarbij behorende modules. Hierbij wordt het kader genomen van de omschrijving van competenties/eindtermen zoals vastgelegd in de nog aan te nemen wet Inburgering. Het studieprofiel ziet er als volgt uit: Ieder vakje binnen het studieprofiel is een competentie. Op basis van de toetsresultaten worden zogenaamde eerder verworven competenties afgevinkt; het startnivo van de deelnemer wordt aangegeven. Achter iedere competentie in het studieprofiel vind men mogelijke studieroutes. Iedere studieroute bevat eem studiewijzer en digitale content. De studiewijzer is het startdocument van de studieroute. Deze studiewijzers differentiëren tussen: 1. leertempo v deelnemers die weinig begeleiding nodig hebben (zgn. één handje): vaak betreft het hier deelnemers die een hoog opleidingsniveau in eigen land hebben v deelnemers die gemiddelde begeleiding nodig hebben (zgn. twee handjes): het betreft hier deelnemers die bijv een niet-afgemaakte middelbare schoolopleiding hebben in eigen land 6

7 v deelnemers die veel begeleiding nodig hebben (zgn. drie handjes): deze deelnemers hebben meestal niet veel onderwijs genoten in eigen land. 2. perspectief ; v professionele redzaamheid v maatschappelijke redzaamheid v educatieve redzaamheid 3. gewenste taalvaardigheid v mondelinge vaardigheden v schriftelijke vaardigheden v alle vaardigheden. Per competentie worden een groot aantal studieroutes en dus studiewijzers ontwikkeld. De noodzakelijke studieroutes worden per individu gedefinieerd vanuit de toetsresultaten; vervolgens stellen coach en deelnemer een persoonlijk ontwikkelplan op waarin op basis van leertempo, perspectief en gewenste taalvaardigheid een keuze wordt gemaakt uit de beschikbare studieroutes. De studiewijzers die de coach openstelt voor de deelnemer bevatten alle aanwijzingen voor zowel de zelfstudie als de groepsbijeenkomsten. 7

8 De studiewijzers vormen het basisdocument waarbinnen deelnemers werken. Binnen iedere studiewijzer worden deelnemers doorgelinkt naar leswijzers per programma-onderdeel. De keuzemogelijkheden binnen de menustructuur links op het scherm worden teruggebracht tot de noodzakelijke onderdelen in een voor deelnemers overzichtelijke lay-out. 8

9 Hoofdstuk 3 Programma-onderdelen De blended leeromgeving wordt opgebouwd uit de volgende elementen: 1. Introductiecursus N@tschool 2. e-learning 3. groepsbijeenkomsten Nederlands als tweede taal 4. bijeenkomsten en keuze modules Maatschappij orientatie 5. keuzeaanbod vakken/duaal. Het basisprincipe van de blended leeromgeving is: v Er wordt voor zover mogelijk gebruik gemaakt van bestaande methodes Nederlands als tweede taal en maatschappij-oriëntatie. v Er wordt gebruik gemaakt van het vakken/cursusaanbod van de partners in het project. v Er wordt gewerkt met studiewijzers die een gedeelte van de lesstof beslaan. Na iedere studiewijzer is er een expliciet moment van stilstaan bij vorderingen (of het gebrek daaraan), o.a. via contact met de coach en aanvullen portfolio. In N@tschool worden deze studiewijzers ondergebracht in studieroutes. v Er zijn studiewijzers voor deelnemers die veel behoefte aan begeleiding hebben (drie handjes), gemiddeld (twee handjes) en weinig (één handje). v Binnen de kaders van de pilot mag een traject maximaal 2 jaar duren. v De groepsbijeenkomsten worden gelijkmatig verdeeld over de periode die de studiewijzer in beslag neemt, zodat de continuïteit voor de deelnemer gegarandeerd wordt. 3.1: Introductiecursus N@tschool Studiebelastinguren: min. 10 De introductiecursus N@tschool is een cursus op de computer die de deelnemer zelfstandig (al dan niet met begeleiding) kan doorlopen. De cursus op de computer is in het Nederlands, ter ondersteuning krijgt de deelnemer een map met de vertaling (in de belangrijkste steuntalen) op papier. De demo in N@tschool bevat bewegende onderdelen en praktijkopdrachten. 3.2 E-learning In de omschrijving van de e-learning ligt als basisprincipe ten grondslag dat deelnemers een zo groot mogelijk deel van de lesstof via e-learning tot zich nemen. Dat betekent in de praktijk dat er van 50 75% e-learning op het gebied van NT2 mogelijk is. De e-learning kan op verschillende manieren ingevuld worden: v Deelnemers kunnen geheel zelfstandig het programma e-learning doorlopen en om hulp vragen binnen hun eigen netwerk. (Bijv. door thuis het e-learning gedeelte door te werken). v Deelnemers kunnen zelfstandig met hulp binnen handbereik het programma e-learning doorlopen in een digitaal lokaal waar een vrijwilliger, c.q. beheerder hulp kan bieden. 9

10 De e-learning is mogelijk bij de studiewijzers Nederlands als tweede taal en bij het basisprogramma maatschappij-oriëntatie. Bovendien omvat het e-learning programma de voorbereiding en de opdrachten voor buitenschools leren en de cruciale praktijksituaties. De onderwerpen hiervan sluiten aan bij de onderwerpen van de NT2 methodes. Inschattting studiebelasting e-learning bij trajecten voor alle vaardigheden: Veel begeleiding (drie handjes) 400 uur Gemiddelde begeleiding (twee handjes)275 uur Weinig begeleiding (één handje) 150 uur 3.3 Groepsbijeenkomsten NT2 De groepsbijeenkomsten Nederlands als tweede taal worden geclusterd per studiewijzer, en hebben een vast programma. Het aantal groepsbijeenkomsten per studiewijzer verschilt per subdoelgroep: voor de langzaam lerenden is het traject langer, en zijn er meer bijeenkomsten per studiewijzer gepland, voor de snel-lerenden. De groepsbijeenkomsten worden één keer per week gepland, zodat een deelnemer een niet te lange periode zelfstandig werken heeft en bijtijds uitleg/vragen krijgt. De groepsbijeenkomsten duren 2,5 uur. Op de ochtend van uur, s avonds van uur. Het programma richt zich op het bereiken van niveau A2. In het volgende overzicht wordt de frequentie en duur van bijeenkomsten beschreven voor deelnemers die niveauverhoging op alle vaardigheden nodig hebben. Veel begeleiding (drie handjes) Geschatte studiebelasting voor deelnemers aan alle (taal)vaardigheden: 150 in totaal Niveau Aantal studiewijzers Aantal bijeenkomsten 0 A1 3 studiewijzers 3 x 10 bijeenkomsten A1 A2: 3 studiewijzers 3 x 10 Wonen bijeenkomsten A1 A2: 3 studiewijzers 3 x 10 Werken bijeenkomsten SBU s) Theoretische looptjid weken weken weken. De maximale mogelijke looptijd van het traject voor langzaam lerenden is 60 weken. NB: Een groot aantal deelnemers zal op een wat hoger niveau dan 0 instappen, en daarmee wordt het traject verkort. Gemiddelde begeleiding (twee handjes) Geschatte studiebelasting voor deelnemers aan alle (taal) vaardigheden: 100 in totaal Niveau Aantal studiewijzers Aantal bijeenkomsten SBU s Theoretische looptjid 0 A1 2 studiewijzers 2 x weken bijeenkomsten A1 A2: 2 studiewijzers 2 x weken Wonen bijeenkomsten 10

11 A1 A2: Werken 2 studiewijzers 2 x 10 bijeenkomsten weken. De maximale mogelijke looptijd van het traject voor deelnemers met een gemiddelde begeleidingsbehoefte is 40 weken. Weinig begeleiding (één handje) Geschatte studiebelasting: voor deelnemers aan alle (taal)vaardigheden: 50 uur Niveau Aantal studiewijzers Aantal bijeenkomsten Sbu s Theoretische looptjid 0 A1 1 studiewijzer 10 bijeenkomsten weken A1 A2: 1 studiewijzer 10 bijeenkomsten weken De maximale mogelijke looptijd van het traject voor deelnemers die weinig begeleiding nodig hebben is 20 weken. 3.4 Maatschappij-oriëntatie 0 A1 A1 A2 e-learning bijeenkomsten Theoretische looptijd plaats Modules Eerste 40 uur Digitaal lokaal Hulp bij Nederland 0 A1 A1 A2 Wegwijs in Virtueel Inburgeringsloket A1 A2 2 modules m.o. 2x 6 bijeenkomsten 10 uur Digitaal lokaal Buurthuis of ROC Toelichting: Maatschappij-oriëntatie bevat informatie, voor zover mogelijk in de eigen taal, voor alle deelnemers aan het Inburgeringstraject, ongeacht het NT2 niveau waarmee ze instappen. Bovendien volgen deelnemers in aanvulling op hun programma NT2 2 modules gericht op verdieping van hun kennis. Hierbij wordt gebruik gemaakt van programma-onderdelen van ETV. Daarbij kiezen zij modules die aansluiten bij hun perspectief. Sociale redzaamheid: Bibliotheek, Gezondheidszorg, Opvoeden Professionele redzaamheid: Solliciteren, Werk in Nederland, Loopbaanoriëntatie Ondersteuning via tutoren De groepsbijeenkomsten die gekoppeld zijn aan de studiewijzers, beslaag 10 bijeenkomsten. Iedere serie groepsbijeenkomsten wordt aangevuld met 1 bijeenkomst gericht op het ondersteunen van de lessen Nederlands als tweede taal in de eigen taal van de deelnemers. Daarbij is vooral sprake van uitwisselen van ervaring met een tutor die het onderwijssysteem in het land van herkomst kent, en die appeleert aan de eigen verantwoordelijkheid van deelnemers voor het Inburgertraject. De tutor bijeenkomst wordt in de roostering vastgekoppeld aan een studiewijzer. 11

12 3.4 Keuzeaanbod vakken/duaal Op niveau A1 A2 bestaat de mogelijkheid om praktische vaardigheden op te doen op 2 manieren: Duaal Deelnemers combineren hun traject met praktijkopdrachten in het door hen gekozen perspectief. v Professionele redzaamheid: Deelnemers volgen een stage van (maximaal?) 10 weken in een bedrijf. v Educatieve redzaamheid: Deelnemers doen praktijkopdrachten in/van de opleiding die zij willen volgen. v Sociale redzaamheid: Deelnemers bereiden een maatschappelijke activiteit voor (bijv. straatspeeldag, buurtfeest). Keuze aanbod vakken Op de voucher zitten mogelijkheden om een cursus te volgen. Deze wordt bij één van de partners in het project gegeven. Deelnemers kunnen zich hiervoor aanmelden, er worden niet meer cursussen georganiseerd op dit gebied en de coach bewaakt het proces van aanmelden, indien gewenst. LWO: ` Leids Volkshuis: OBL: (Basis) Educatie Fietscursus Opvoeden zo! Computer cursus Klussen voor vrouwen Gym Cursus internet Computercursussen Rijbewijstheorie Omgaan met geld Eigen administratie doen Omgaan met apparaten Ken je eigen stad en land Computercursus 3.5 Overzicht studiebelasting van 0 A2 Weinig begeleiding Gemiddelde Veel begeleiding begeleiding E-learning NT Groepsbijeenkomsten

13 NT2 Tutorbijeenkomsten per locatie e-learning m.o Modules m.o Keuze pakket voucher Duaal SR Duaal ER Duaal PR Totaal minimaal 285 uur 465 uur 645 uur 13

14 Hoofdstuk 4 Samenhang programma-onderdelen taalverwerving en KNS In onderstaand schema staan de onderdelen van het traject..het schema geeft de structuur weer In de uitgewerkte kwalificatie structuur wordt op module niveau in beeld gebracht welke onderdelen gecombineerd kunnen worden binnen een langzaam, gemiddeld of snel traject. Hierin zijn de onderdelen gerangschikt zoals ze in de offerte aangeboden kunnen worden. Het is dus van belang om ook van deze producten kennis te nemen. Start traject Einde Mentorgroep OGO of werk Modules taalverwerving: Niveau 0 naar A1 Niveau A1 naar A2 OGO Niveau A1 naar A2 Werk Module KNS Basis Modules KNS: Verdieping NB: Keuze bepalen op grond van uitstroomperspectief, EVC s en wensen deelnemer. Start duaal deel van het traject ; te bepalen door coach deelnemer 14

15 Modules taalverwerving Deze zijn gelijk voor zowel deelnemers uit de aanbesteding als de consumenten. De modules taalverwerving zijn, zoals zichtbaar in de verschillende kwalificatiestructuren, onderverdeeld in een langzaam, snel en gemiddeld traject, en in OGO en Werk en A1 en A2. Welke modules opgenomen worden in het trajectplan is afhankelijk van de niveaubepaling uit de intake.. Neem voor de verschillende onderdelen de desbetreffende kwalificatiestructuur bij de hand, en kies het type traject: alle onderdelen die onder het desbetreffende traject staan kunnen in het trajectplan/de offerte opgenomen worden. Gebruik daarbij ook enige voorzichtigheid: neem niet alleen in ogenschouw wat het preciese taalniveau is, maar let ook goed op de persoonlijke omstandigheden van de deelnemer bij het beslissen van aantallen modules. Iedere module duurt 10 weken. Deelnemers die schriftelijk op niveau A2 het examen aangeboden krijgen, moeten een extra module schriftelijke vaardigheden volgen. Dit geldt niet voor de deelnemers aan het snelle traject, die zonder problemen ook op dit gebied A2 kunnen halen. Het is wenselijk dat iedere deelnemer een examentraining volgt. De maximale duur van de modules taalverwerving is 65 weken: dit betreft de deelnemer in een langzaam traject die volledig aan het begin start, en alle modules moet doorlopen. Modules Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) De basismodule kan op niveau A1 worden ingezet: het betreft een module waar wel groepsbijeenkomsten zijn die in het Nederlands gegeven worden, maar waarbij ook een groot deel van het materiaal digitaal in de eigen taal verwerkt kan worden. De basismodule gaat vooraf aan de verdiepende modules: De verdiepende modules zijn gericht op OGO en Werk en hebben onderwerpen zoals : Opvoeding, Solliciteren etc. De verdiepende modules geven een combinatie van taal en KNS, theorie en praktijk!. Een deelnemer hoeft niet alle modules te volgen die bij zijn/haar uitstroomperspectief hoort. Ook is het mogelijk dat iemand die wel vrijstellingen heeft voor de verschillende onderdelen, toch een bepaalde verdiepende module volgt, bijvoorbeeld omdat die persoon stage/opleidings/werkwensen heeft in die richting. Start van de verdiepende modules : Minimaal A1 De modules KNS verlengen het traject NIET: zij worden gecombineerd met de modules taalverwerving, zodat de deelnemer tijdelijk een zwaardere studiebelasting heeft. In bijzondere gevallen (deelnemers met grote lichamelijke klachten) kunnen de modules achter elkaar geplaatst worden in tijd. 15

16 Hoofdstuk 5 Intake en niveaubepaling Tijd voor Taal FASE Onderdelen Middelen Tijd Fase 1 Intake Fase 2 Niveaubepaling NT2 Fase 3 Rapportage en advies Interview Fluencytest en instructiekaart Capaciteiten toets Voorschatter intaketoets NT2 Lezen Schrijven Luisteren Spreken Gesprek Voucher uitreiken Inschrijfformulier Tijd voor taal Trajectkeuzetoets Intaketoets NT2 van het Bureau ICE 1,5 2 uur Intaketoetsen NT2 van het Bureau ICE 1,5 3 uur Adviesformulier STIR Max.1 uur Fase 1 Intake 1.1 Interview De eerste fase bestaat uit het intake-interview. Het intake-interview wordt afgenomen door een professional die is gespecialiseerd in gespreksvoering op een laag taalniveau. In het intake-interview bespreken we in de eerste plaats de levensloop van de inburgeraar, inclusief zijn gevolgde opleidingen. In de tweede plaats bespreken we de mogelijkheden en belemmeringen van de inburgeraar betreffende het te volgen taaltraject. Tenslotte bespreken we de toetsen die worden afgenomen. Het interview duurt ongeveer 30 minuten. 1.2 Fluencytoets en Instructiekaart Onmiddellijk volgend op het interview nemen we de Fluencytoets en Instructiekaart af. Beide toetsen worden door de interviewer op individuele basis afgenomen. Hiermee bepalen we of iemand inderdaad gealfabetiseerd is en stellen we vast in welke mate iemand aanspreekbaar is in de Nederlandse taal. De afname van deze toetsen duurt in totaal 20 minuten. 1.3 Capaciteiten toets Om vast te stellen hoe studievaardig de inburgeraar is; wat zijn/haar capaciteiten zijn in het algemeen, en de taalontwikkelingspotentie in het bijzonder, nemen we de trajectkeuze toets af. Deze toets duurt circa 30/45 minuten en wordt individueel afgenomen. 16

17 1.4 Voorschatter intaketoets NT2 Tot slot nemen we in deze eerste fase de Voorschatter van de Intaketoets NT2 af, om te bepalen of en zo ja welke deeltoetsen van de Intaketoets NT2 we in moeten zetten. De voorschatter maakt deel uit van de landelijke ontwikkelde set intaketoetsen die zijn ontwikkeld door het Bureau ICE. Met de Voorschatter bepalen we bijvoorbeeld ook of de gealfabetiseerde inburgeraars de Nederlandse taal schriftelijk beheersen; zo ja, dan stellen we met de Intaketoets NT2 het NT2 niveau lezen en schrijven vast. De Voorschatter duurt 30 minuten en kan groepsgewijs worden afgenomen. Fase 2 Intaketoets NT2 De gedetailleerde niveaubepaling vindt plaats in de deze fase. Hier nemen we de Intaketoets NT2 af om het NT2 niveau Lezen, Schrijven, Luisteren en Spreken vast te stellen. Vanzelfsprekend zetten we deze toetsen gedifferentieerd in. Als testmateriaal maken we gebruik van de toetsen van het Bureau Ice, voor lezen wordt gebruik gemaakt van ItemDito. De toetsen sluiten aan op de voorschatter. Van personen waarvan in de vorige fasen is vastgesteld dat zij gealfabetiseerd zijn, enige beheersing hebben wat betreft hun lees- en schrijfvaardigheid én aanspreekbaar zijn in de Nederlandse taal, nemen we alle vier de vaardigheden van de Intaketoets NT2 af. Van personen waarvan in de vorige fasen is vastgesteld dat zij niet aanspreekbaar zijn in de Nederlandse taal, maar de Nederlandse taal wel schriftelijk beheersen, nemen we uitsluitend de vaardigheden Lezen en Schrijven van de Intaketoets NT2 af. Personen die noch aanspreekbaar zijn in het Nederlands of de Nederlandse taal niet schriftelijk beheersen hoeven geen vervolgtoets af te leggen. De afname van de Intaketoets NT2 duurt tussen de anderhalf en drie uur, afhankelijk van de af te nemen vaardigheden. Fase 3 Rapportage en advies De resultaten van gesprek en niveaubepaling worden in een (standaard)rapportage vastgelegd, en besproken met de deelnemer. De deelnemer krijgt tijdens dit gesprek ook zijn/haar voucher mee. De rapportage wordt gestuurd naar opdrachtgever, en in het geval van tijd voor taal, doorgestuurd naar de coach. Het advies dat hierin ligt, vormt de basis voor de uitwerking van de verschillende onderdelen van het traject. Hoofdstuk 4 Begeleidingsstructuur en rollen 1.1 Inleiding Iedere deelnemer krijgt een coach. De coach begeleidt de deelnemer van het moment van inschrijving tot het moment van uitstroom naar het Inburgeringsexamen. De coach heeft regelmatig contact met de deelnemer in persoonlijke gesprekken, maar bewaakt de voortgang ook via N@tschool. Bovendien rapporteert de coach aan instanties bij die deelnemers voor wie een traject wordt ingekocht (aan reïntegratiebedrijven, soza, uwv). Daarnaast zijn er andere belangrijke ondersteuners met wie de deelnemer een band opbouwt: 17

18 1. de docent 2. de beheerder/de vrijwilliger in het digitale lokaal. De docenten verzorgen de groepsbijeenkomsten Nederlands als tweede taal, en het programma maatschappij-oriëntatie. Zij rapporteren over aanwezigheid, voortgang en motivatie aan de coach. De tutoren verzorgen groepsbijeenkomsten gericht op het ondersteunen van het leerproces in de eigen taal. De beheerder/vrijwilliger heeft veel contact met de deelnemers. Zij ondersteunen de deelnemer bij de e-learning, stimuleren samenwerken tussen deelnemers onderling (maatjes), en kunnen, binnen de kaders van het programma en het materiaal dat daarbij gegeven wordt, oefenen met deelnemers. Het zwaartepunt van de begeleiding ligt bij persoonlijke gesprekken met de coach, maar ook contact via is mogelijk. Het begeleidingstraject start met het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarna er vervolgens één gesprek per studiewijzer plaatsvindt. Het aantal begeleidingsgesprekken in Ins & Outs is frequenter in vergelijking met trajecten waar veel klassikaal contact is. Voor alle coaches, docenten, tutoren, beheerders, en vrijwilligers geldt dat zij moeten voldoen aan de eisen op het gebied van registratie en rapportage die voor betrokken deelnemers zijn vastgesteld. 1.2 Coach De coaches bewaken en begeleiden de voortgang van de deelnemer. Bij de start van het traject v Stelt hij/zij een ontwikkelingsplan op samen met de deelnemer, en een activiteitenplan. v Hij/zij controleert wekelijks ingelogde uren in het cursistenvolgsysteem van N@tschool en onderneemt actie indien de registratie te veel afwijkt van de voorgenomen planning. v Hij/zij voert minimaal één maal een gesprek met de deelnemer gedurende de looptijd van een studiewijzer (= 1x per 10 weken). v Hij/zij beheert de studieroutes van deelnemers, en zet op het daartoe geschikte moment een nieuwe studieroute open voor deelnemers. v Hij/zij plant toetsen in overleg met de deelnemer. v Hij/zij adviseert over deelname aan de examentraining. v Hij/zij rapporteert aan begeleidende instanties (RIB, UWV, of SOZA). v Hij/zij overlegt voor zover nodig met anderen (tutor, docent, De coach is in staat om deze activiteiten uit te voeren voor deelnemers met verschillende begeleidingsbehoeftes, en verschillende uitstroomperspectieven. In de toewijzing van deelnemers zal wel getracht worden om de heterogeniteit van de groep zoveel mogelijk te beperken. De coach is bereid een scholing te volgen rond het gebruik van Natschool. Gedurende het eerste jaar van het project is er een maandelijks, nog in te richten, overleg. 1.3 Docent De docenten begeleiden groepsbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd rond de opdrachten binnen de methodes Nederlands als tweede taal die begeleiding van een docent vereisen. De lessen hebben naast uitleg, voor een gedeelte ook de functie van inloopspreekuur. Er zijn: 18

19 v groepsbijeenkomsten per studiewijzer v modules maatschappij-oriëntatie De docenten hebben in aanvulling op het voorbereiden en geven van de groepsbijeenkomsten de taak minimaal één keer per studiewijzer de coach te informeren over motivatie en voortgang van deelnemers. De docenten moeten kennis hebben van de studiewijzers, en krijgen een scholing rond het gebruik van N@tschool. De groepen zijn heterogeen binnen de grenzen van de ontwikkelde studiewijzers: Groepen die veel begeleiding nodig hebben, minder dan een half (taal)niveau per groep. Groepen met gemiddelde begeleiding, maximaal een half (taal)niveau per groep. Groepen die weinig begeleiding hebben, maximaal 1 (taal)niveau per groep. De docent kan werken binnen genoemde heterogeniteit van de groep, en kan vanuit de ontwikkelde leswijzers, en het daarbijbehorende groepsprogramma werken. Iedere studiewijzer heeft 10 bijeenkomsten a 2,5 uur per week, d.w.z 25 uur uitvoering. Per jaar worden, bij voldoende aanmeldingen, 4 blokken van tien weken gegeven. In principe is het mogelijk om met een groep mee te lopen naar een studiewijzer op een hoger niveau. 1.4 Tutoren De tutoren zijn docenten/coaches of (ex) deelnemers / mentoren van het ROC Leiden, die de groepen deelnemers in de eigen taal kunnen ondersteunen bij hun leerproces. Zij bespreken overeenkomsten/verschillen tussen onderwijssysteem in eigen land en in Nederland, geven advies in de eigen taal op het gebied van studievaardigheden, en bespreken in algemene zin problemen en oplossingen die voor kunnen komen in het leerproces. De tutorbijeenkomsten worden gekoppeld aan de groepsbijeenkomsten aangeboden: per studiewijzer (= 10 bijeenkomsten) 1 tutorbijeenkomst. v Begeleiden groepsbijeenkomsten: o Gesprekspartner zijn o Signaleren van problemen o Informatie geven o Excursies v Verslag maken voor coach en docent. v Signaleren naar coach via of persoonlijk. Het betreft vermoedelijk groepen in : het Marokkaans en het Turks. De overige taalgroepen zijn afhankelijk van aanmeldingen. 1.5 Vrijwilligers Vrijwilligers begeleiden de deelnemers in de digitale lokalen bij het volgen van hun e-learning. Bij de voorbereiding van de werkzaamheden van de dag hebben zij de volgende taken: Computers aanzetten Computers afsluiten Kijken of er berichten (bijv. mogelijke komst nieuwe cursisten) zijn Lokaal op orde houden Kast met materialen open/dichtdoen. (als er geen beheerder aanwezig is) contact opnemen met Helpdesk Nieuwe deelnemers: 19

20 Rondleiding gebouw/lokaal (toilet/koffie, kast, formulier aanwezigheid etc.) Ondersteunen bij de introductiecursus (wordt een cursus met veel voorbeelden, en zoveel mogelijk in eigen taal, maar zal ongetwijfeld nog voor heel veel vragen zorgen. Deelnemers E-learning: Hulp bij inloggen Hulp bij terugvinden plek in programma Vragen van deelnemers beantwoorden Hulp bij vastlopen Gespreksgroepjes: In kleine groepjes gespreksvaardigheden oefenen. (materiaal wordt georganiseerd.) Maatjes Organiseert het prikbord van vraag en antwoord, om deelnemers zoveel mogelijk samen te laten leren en hun eigen netwerk op te bouwen. 1.6 Beheerder De beheerders hebben net als de vrijwilligers taken rond het beheer van het lokaal, als rond het beantwoorden van hulpvragen. Bij de voorbereiding van de werkzaamheden van de dag hebben zij de volgende taken: Computers aanzetten Computers afsluiten Kijken of er berichten (bijv. mogelijke komst nieuwe cursisten) zijn Lokaal op orde houden Kast met materialen open/dichtdoen. (als er geen beheerder aanwezig is) contact opnemen met Helpdesk Nieuwe deelnemers: Ondersteunen bij de introductiecursus (wordt een cursus met veel voorbeelden, en zoveel mogelijk in eigen taal, maar zal ongetwijfeld nog voor heel veel vragen zorgen. Deelnemers E-learning: Hulp bij inloggen Hulp bij terugvinden plek in programma Vragen van deelnemers beantwoorden Hulp bij vastlopen Hoofdstuk 5 Uitgangspunten en procedures begeleiding 5.1 Procedure aanmelding Inburgeringsexamen Uitgangspunten: De deelnemer meldt zich zelf aan voor het examen. De deelnemer kiest welk onderdeel van het examen hij/zij eerst wil afleggen. Er is geen verplichte volgorde tussen het centrale deel en het praktijkdeel. De coach kan behulpzaam zijn bij het ter beschikking stellen van bijvoorbeeld inschrijfformulieren e.d., maar de coach vult de formulieren zelf niet in! De deelnemers moeten op het niveau van het examen dit zelf kunnen uitvoeren, en zelfstandig om hulp kunnen vragen 20

21 als ze er niet uitkomen. De coach controleert wel samen met de deelnemer of het formulier goed is ingevuld, zodat de aanvraag niet terugkomt. De coach beslist in overleg met de deelnemer wanneer hij/zij zich aanmeldt voor een deel van het examen. De coach overlegt ook voor welke onderdelen en welk niveau de deelnemer zich aanmeldt. Het is mogelijk dat Oudkomers zich toch aanmelden voor alle vaardigheden op niveau A2, omdat zij de Nederlandse nationaliteit aan willen vragen. De coach informeert de deelnemer over de kosten van het examen, en het feit dat bij slagen een vergoeding (met bonus) uitgekeerd wordt. (Folder van servicepunt hierover is nog onderweg. Info op website IBgroep!) De formulieren voor aanmelding zijn te vinden op de speciale website van IB groep, namelijk Praktijkexamen: Ter voorbereiding op het examen: 1. Deelnemers nemen deel aan de tutorbijeenkomsten die regelmatig georganiseerd worden. De tutorbijeenkomsten zijn gericht op uitwisseling en ondersteuning bij het verzamelen van bewijzen voor het portfolio. Daarnaast wordt in de tutorbijeenkomsten geoefend met het panelgesprek. Ook wordt hierin gesproken over welke bewijzen wel en welke bewijzen niet toegelaten worden. 2. De coach heeft het portfolio als gesprekspunt in zijn/haar individuele gesprekken. 3. Indien de deelnemer alle bewijzen heeft verzameld, neemt de coach het portfolio volledig door met de deelnemer, om te kijken of hij/zij voldoende en de goede bewijzen heeft verzameld. 4. Vervolgens meldt de deelnemer zich aan bij de IB-groep voor het praktijkexamen. Centraal deel Ter voorbereiding op het examen volgt de deelnemer een examentraining, waarin alle onderdelen aan de orde komen. De examentraining is gericht op de onderdelen die de deelnemer volgt. 1. De coach bepaalt samen met de deelnemer wanneer hij examen doet, op basis van resultaten en de rapportages van docenten en beheerders. 2. De coach geeft aan Susanne door dat betrokken deelnemer examen moet gaan doen en deel moet nemen aan de examentraining. 3. De coach ondersteunt bij het invullen van de formulieren. Bij navraag bij de IB groep leert dat de te verwachten tijd tussen het invullen van de aanvraag en het af kunnen leggen van het examen ongeveer 6 weken bedraagt. Een en ander is ook afhankelijk van de snelheid waarmee de deelnemer het geld overmaakt. De examentraining omvat alle onderdelen van het exame 5.2 Procedure uitstroom/uitval Omschrijving beginsituatie: 21

22 De deelnemers worden tijdens het traject begeleid door een coach. Deze coach heeft intensief contact en bewaakt de voortgang. Bovendien rapporteert de coach aan het RIB conform eisen UWV en Equal. Procedure Het traject van de deelnemer bestaat uit een combinatie van studieroutes met bijbehorende studiewijzers die vastgelegd zijn in het contract met de afdeling Sociale zaken en het UWV. Als de coach signalen opvangt dat de client niet conform afspraken vastgelegd in het activiteitenplan tijd investeert in zijn/haar traject, volgt een gesprek * en meldt de coach dit aan het RIB. In overleg met het RIB wordt vervolgens vastgesteld welke stappen ondernomen zullen worden. Indien deelnemer het traject vervolgt, rapporteert de coach over voortgang. Bij voldoende voortgang bereidt cliënt zich aan het einde van het traject voor op het Inburgeringsexamen. Hij/zij krijgt een niveau-verklaring waarmee hij/zij zich aan kan melden voor het examen. Bij onvoldoende voortgang neemt de coach in eerste instantie het initiatief om oorzaken te benoemen en te rapporteren. Ook hier wordt in onderling overleg met het RIB vastgesteld of het noodzakelijk is om het traject van betrokken client te wijzigen, of zo nodig te verlengen. Bij voortijdige beëindiging van het traject wordt een deel van de al betaalde som gerestitueerd. Restitutie vindt plaats op volgende wijze: De deelnemer heeft een aantal studiewijzers (c.q. studieroutes) afgerond, deze worden niet gerestitueerd. De studieroute (studiewijzer) die de client aan het doorlopen is, op het moment dat hij/zij uitvalt, wordt in rekening gebracht. De niet gevolgde studieroutes worden gerestitueerd. 22

23 Hoofdstuk 6 Huisvesting In het technisch ontwerp wordt omschreven aan welke eisen de computers moeten voldoen om goed te kunnen functioneren voor het project. Daarnaast zijn er de volgende eisen: 1. Er is ruimte voor een kast, waarin de noodzakelijke materialen opgeslagen kunnen worden. 2. In het geval van ruimte waar vrijwilligers ook ondersteunen bij gespreksvaardigheden, is er ruimte voor één of meerdere tafels, waar gewerkt kan worden zonder computer. 3. Er is een tafel/balie voor de vrijwillier/beheerder bij de ingang om alle administratieve formaliteiten af te kunnen handelen. 4. In het geval van de buurthuizen, is er de mogelijkheid om kinderopvang te creëren. 23