DE INHOUD VAN DE OPENBARE ORDE IN
|
|
- Mirthe Willemsen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Academiejaar DE INHOUD VAN DE OPENBARE ORDE IN HET BELGISCHE EN HET FRANSE RECHT Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door Lars Hillewaere (studentennr ) Promotor: prof. dr. I. CLAEYS Commissaris: F. BUYSSE
2
3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING: DOELSTELLING EN STRUCTUUR... 1 DEEL I: DEFINIËRING EN BRONNEN VAN DE OPENBARE ORDE EN DE GOEDE ZEDEN... 5 Hoofdstuk 1. Definiëring in Belgische rechtspraak en rechtsleer... 5 A. Wettelijke grondslag... 5 B. Definiëring op grond van het algemeen belang... 6 C. Tussen homogeniteit en heterogeniteit... 9 Hoofdstuk 2. Definiëring in Franse rechtspraak en rechtsleer A. Politieke en morele openbare orde versus economische en sociale openbare orde B. Tekstuele openbare orde versus virtuele openbare orde C. Besluit Hoofdstuk 3. Definiëring van de goede zeden Hoofdstuk 4. Definiëring in het internationaal (privaat)recht Hoofdstuk 5. Algemene beginselen van contractenrecht en de openbare orde A. (De wilsautonomie en) de contractvrijheid B. De goede trouw - Verbod van rechtsmisbruik - Fraus omnia corrumpit C. Andere beginselen van het contractenrecht DEEL II: DE OPENBARE ORDE ALS KWALIFICATIECRITERIUM Hoofdstuk 1. Algemeen A. De openbare orde: formeel of inhoudelijk kwalificatiecriterium? B. Openbare orde-indicatoren bij kwalificatie van een rechtsregel Hoofdstuk 2. Gevolgen van de kwalificatie - Onderscheid met louter dwingend recht A. Absolute nietigheid B. Bevoegdheid tot instellen van de vordering tot nietigverklaring C. Ambtshalve bevoegdheid van de rechter D. Opwerping in elke stand van het geding - Eerste opwerping in cassatie E. (Geen) mogelijkheid tot bevestiging van de nietigheid F. Geen mogelijkheid tot berusting in een beslissing G. Andere gevolgen DEEL III: DE OPENBARE ORDE ALS TOETSINGSCRITERIUM I
4 Hoofdstuk 1. De openbare orde als zelfstandig toetsingscriterium Hoofdstuk 2. Strijdigheid van een overeenkomst met de openbare orde A. Strijdigheid van het voorwerp van de overeenkomst B. Strijdigheid van de oorzaak van een overeenkomst C. Naar een andere aanpak: de gevolg- of doelmatigheidsbenadering DEEL IV: GEVOLGEN VAN DE STRIJDIGHEID VAN EEN OVEREENKOMST MET DE OPENBARE ORDE Hoofdstuk 1. Het uitgangspunt: de absolute nietigheid Hoofdstuk 2. Uitzonderingen: modulering van de nietigheidssanctie A. De partiële nietigheid B. Beperking van de restitutieverbintenissen C. Complementaire schadevergoeding in geval van precontractuele aansprakelijkheid D. Alternatieven voor de nietigheid BESLUIT BIBLIOGRAFIE II
5 INLEIDING: DOELSTELLING EN STRUCTUUR 1. De term openbare orde is een begrip waar nagenoeg elke jurist, reeds vanaf zijn rechtenstudies en zeker later in de gerechtelijke praktijk, mee geconfronteerd wordt. Het is een criterium dat een bijkomende gewichtigheid verleent aan de verplichting die, dan wel het verbod dat, een bepaalde rechtsregel oplegt. Wanneer een norm bekleed wordt met de titel openbare orde, verleent dit deze norm een zeker aura van superioriteit: de erin vervatte regel wordt boven andere geplaatst omwille van belangen die het louter individuele overstijgen. Bovendien leidt de schending van een norm van openbare orde er in principe toe dat de ermee strijdige (rechts)handeling uit de rechtsorde wordt gehaald. Al haar gevolgen dienen in beginsel te worden uitgewist. Ook praktisch is deze notie dus van groot belang. Om de rechtszekerheid te bevorderen, zou het aldus wenselijk zijn dat iedereen, bij het bestuderen van een gegeven wettekst, onmiddellijk zou kunnen afleiden of zijn bepalingen al dan niet tot de openbare orde behoren. Niettemin is het afbakenen van de inhoud van dit concept veel minder vanzelfsprekend als men op het eerste zicht zou denken: er is om te beginnen geen enkele wettelijke definitie van terug te vinden, noch in België, noch in Frankrijk. De wetgever heeft de invulling van deze open notie in principe overgelaten aan de rechtspraak en rechtsleer. Daarnaast krijgt het begrip in verschillende rechtstakken telkens een verschillende invulling naargelang de kenmerken en principes eigen aan elke onderscheiden materie. Bovendien kan binnen eenzelfde wet de ene bepaling van openbare orde zijn, een andere van louter dwingend recht 1 en nog een andere van aanvullend recht. 2 De openbare orde is een notie die doordringt in alle takken van het recht en telkens een verschillende intensiteit kan hebben. Vooral in de rechtsleer zijn er zodanig veel verschillende omschrijvingen van te vinden dat de openbare orde reeds werd bestempeld als zijnde amper of niet definieerbaar. 3 Belangrijk om steeds in het achterhoofd te houden is tevens dat de openbare orde en daarmee ongeveer overeenstemmende termen in andere rechtsstelsels (bijvoorbeeld 1 Wat in het Franse recht ordre public de protection wordt genoemd. Cf. infra. 2 Bijvoorbeeld: X. DIEUX, Le contrat: instrument et objet de dirigisme? in X. DIEUX, M. FONTAINE en P.- A. FORIERS, Les obligations contractuelles, Brussel, Jeune Barreau, 1984, 281, nr. 10; P. WÉRY, "L'essor du droit impératif et ses rapports avec l'ordre public en matière contractuelle", TBBR 2011, 147, nr Zo onder meer P. DE HARVEN, Contribution à l étude de la notion d ordre public (noot onder Cass. 14 januari 1954), RCJB 1954, 259; J. CARBONNIER, La conformité du contrat aux exigences sociales in Théorie des obligations, Parijs, Presses Universitaires de France, 1963, 147, nr. 15; J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable en droit privé français, in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, 78. 1
6 public policy in de common law-landen zoals de VS en Groot-Brittannië), traditioneel zijn gegroeid als nationale begrippen. Hoe deze ideeën worden ingevuld, evenals de concrete gevolgen die eraan worden toegekend, is dus sterk veranderlijk en afhankelijk van de socio-economische en morele context van elk afzonderlijk land. Ook al is de invloed van het internationaal en Europees recht (al dan niet via de directe werking) op dit vlak sterk toegenomen, toch blijven de nationale opvattingen dominant om de openbare orde vorm te geven. Zelfs de internationale openbare orde, een begrip uit het internationaal privaatrecht, is in beginsel een nationaal in te vullen concept. 2. Het doel van deze masterproef is dus niet om tot een exhaustieve lijst te komen van wetten of bepalingen die tot de openbare orde behoren. Bovenstaande uiteenzetting illustreert dat dit onbegonnen werk zou zijn. Het opzet van dit werkstuk is daarentegen om de inhoud van de openbare orde op coherente, systematische en logische wijze uiteen te zetten. Daartoe wordt het begrip op tweeërlei wijze benaderd: eerst aan de hand van definities en abstracte concepten, vervolgens aan de hand van de juridische praktijk. Om een volledig beeld te krijgen van de rol die de openbare orde speelt in het recht, is het immers noodzakelijk om tegelijkertijd de gevolgen ervan te bestuderen in de dagelijkse werkelijkheid. Hierbij wordt vooral dieper ingegaan op de impact die de openbare orde heeft op contractueel geregelde verbintenissen. Meer bepaald wordt gepoogd om een antwoord te geven op verschillende relevante vragen in deze problematiek: hoe verhoudt de openbare orde zich tot de fundamentele principes van het contractrecht? Welke indicatoren zijn er in een concrete situatie om het openbare orde-karakter van een rechtsregel te achterhalen? Wanneer en hoe leidt een overeenkomst tot strijdigheid met de openbare orde? Welke gevolgen heeft dit voor de overeenkomst en zijn er manieren om de strenge hakbijl van de nietigheidssanctie te temperen? Er wordt hiertoe niet louter een studie ondernomen van hoe de Belgische rechtspraak en rechtsleer zich over deze vragen buigen, maar tegelijk wordt er over de grenzen heen gekeken naar de situatie in het Franse rechtssysteem. Hier zijn verschillende grondige redenen voor. Vooreerst is het uitgangspunt - althans wat het gemene burgerlijk recht betreft - identiek, namelijk de sinds 1804 ongewijzigde artikelen uit de Napoleontische Code Civil die het over openbare orde hebben 4. Ondanks het feit dat er in de Franse rechtspraak en rechtsleer (voornamelijk op vlak van terminologie) noemenswaardige verschillen bestaan, blijken er zich daarnaast op verscheidene gebieden toch gelijkaardige tendensen en evoluties voor te doen. Er is ongetwijfeld sprake van kruisbestuiving van ideeën en theorieën bij deze juridische kwesties. Daarom is het 4 Vermeldenswaardig zijn bijvoorbeeld art. 6, art en art BW. 2
7 ook niet meer dan logisch dat er uit rechtsbronnen van beide landen wordt geput om een meer coherent en omvattend beeld te krijgen van de inhoud van de openbare orde. Een vergelijkende studie van de antwoorden die vanuit verschillende maatschappelijke en juridische contexten wordt gegeven op dezelfde rechtsvragen, kan enkel leerrijk en inspirerend werken. 3. De structuur van deze masterproef ziet er uit als volgt: - Deel I: Dit is het meest theoretische en algemene deel van de masterproef. In de eerste hoofdstukken wordt onderzocht hoe de Belgische en Franse rechtspraak en rechtsleer pogen om de openbare orde in het algemeen te definiëren en in te delen. Vervolgens wordt een apart hoofdstuk besteed aan de inhoud gegeven aan de goede zeden door de rechtspraak en doctrine. In de regel worden de goede zeden louter beschouwd als het morele facet van de openbare orde. Ze komen dan ook doorlopend in deze masterproef aan bod. Niettemin zijn er enkele kenmerken specifiek aan dit begrip, wat de afzonderlijke behandeling ervan rechtvaardigt. In het vierde hoofdstuk wordt de inhoud van de openbare orde bestudeerd in een grensoverschrijdende dimensie, namelijk die van het internationaal (privaat)recht. Het vijfde hoofdstuk behandelt tot slot bepaalde bronnen van openbare orde. Meer specifiek wordt stilgestaan bij enkele fundamentele beginselen van het contractenrecht en hoe zij zich verhouden tot de openbare orde. Vooral over de contractvrijheid en de goede trouw is in dit kader veel geschreven. - Na dit deel, waarin de openbare orde vooral als abstract concept wordt benaderd, spitst de masterproef zich toe op de praktische functie die het begrip heeft te spelen in contractuele sferen. Hiertoe volgt de structuur van het werkstuk als het ware het denkproces van een rechter die, in een hem voorgebracht geschil, geconfronteerd wordt met de openbare orde. Vanuit deze logica wordt de masterproef in drie grote luiken onderverdeeld: Deel II: In de eerste plaats moet de rechter nagaan of de in casu relevante rechtsregels al dan niet van openbare orde zijn. Hier functioneert de openbare orde als kwalificatiecriterium, namelijk als antwoord op de vraag of er aan een zekere rechtsregel, al dan niet geschreven, bepaalde bijzondere kenmerken moeten worden toegeschreven omdat ze tot een selecte groep rechtsregels van openbare orde behoort. Daarnaast worden ook de gevolgen van de kwalificatie onder de loep genomen; regels die (meestal door de rechter) tot de openbare orde worden gerekend, onderscheiden zich op verschillende vlakken immers van wat in België louter imperatieve rechtsregels worden genoemd. 3
8 Deel III: Wanneer vaststaat dat er regels van openbare orde in het geding zijn, is het de taak van de rechter om na te gaan of en hoe de overeenkomst in kwestie de openbare orde ook effectief schendt. Dit is de rol van de openbare orde als toetsingscriterium. 5 De openbare orde is namelijk een notie die een essentiële rol speelt om de geoorloofdheid van een overeenkomst aan zekere maatschappelijke opvattingen, vaak - maar niet steeds - veruiterlijkt in wetteksten, te toetsen. Deel IV: Nadat beide vorige stappen doorlopen zijn en vaststaat dat er wel degelijk sprake is van een contract dat de openbare orde schendt, rijst de vraag welke concrete gevolgen deze ongeoorloofdheid teweegbrengt. In de eerste plaats zal een ongeoorloofde overeenkomst absoluut nietig moeten worden verklaard, maar hier vallen enkele belangrijke nuanceringen te maken. In de rechtspraak bestaan sinds recent immers tendensen om de strenge nietigheidssanctie enigszins te verzachten of te moduleren. - Tot slot wordt een besluit geformuleerd over al het voorgaande. 5 Deze termen zijn ontleend aan J. DE CONINCK, Toetsing van de geoorloofdheid van een overeenkomst: de openbare orde herbekeken, TBBR 2004,
9 DEEL I: DEFINIËRING EN BRONNEN VAN DE OPENBARE ORDE EN DE GOEDE ZEDEN HOOFDSTUK 1. DEFINIËRING IN BELGISCHE RECHTSPRAAK EN RECHTSLEER A. WETTELIJKE GRONDSLAG 4. Het Burgerlijk Wetboek hanteert het begrip openbare orde op verscheidene plaatsen, maar geeft er nergens een letterlijke definitie van. De meest algemene regel wordt geformuleerd in art. 6 BW: Aan de wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen, kan door bijzondere overeenkomsten geen afbreuk worden gedaan. Hier worden in één adem zowel de openbare orde als de goede zeden genoemd, twee begrippen die bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. 6 Onmiddellijk wordt de openbare orde eigenlijk geformuleerd als een negatief criterium, een beperking van de contractuele wilsvrijheid voor wat een bepaalde categorie van wetten betreft. Verder zijn de meest belangrijke artikelen van het Burgerlijk Wetboek omtrent openbare orde te vinden onder Boek III, Titel II, Hoofdstuk II (de geldigheidsvoorwaarden van de overeenkomst): Art Een verbintenis, aangegaan zonder oorzaak of uit een valse oorzaak of uit een ongeoorloofde oorzaak, kan geen gevolg hebben. Art De oorzaak is ongeoorloofd, wanneer zij door de wet verboden is, of wanneer zij strijdig is met de goede zeden of met de openbare orde. Hier formuleert de wetgever een regel die tot veel discussie aanleiding heeft gegeven in de rechtsleer. Op te merken valt enerzijds dat er wordt gesproken over de oorzaak van de verbintenis: als deze indruist tegen de openbare orde, is ze ongeoorloofd en kan de verbintenis geen gevolg hebben. Hoewel er geen wetsbepaling is die dit uitdrukkelijk stelt, wordt daarnaast traditioneel aanvaard dat ook het voorwerp van een overeenkomst tot nietigheid van de overeenkomst kan leiden wegens schending van de openbare orde. 7 Anderzijds wordt er hier een onderscheid gemaakt tussen ofwel een inbreuk op de wet, ofwel een strijdigheid met de openbare orde. Deze divergentie tussen de 6 Cf. infra, Deel I, Hoofdstuk 3. 7 Cf. infra, Deel III. 5
10 openbare orde zoals ze vervat ligt in de wet en de openbare orde als dusdanig, los van de letter van de wet, komt verder uitgebreid aan bod. B. DEFINIËRING OP GROND VAN HET ALGEMEEN BELANG 5. Daar een wettelijke definitie van de openbare orde nergens voorhanden is, hebben de rechtspraak en de rechtsleer zich reeds vaak gebogen over de uitdaging om deze zogenaamde open norm op sluitende wijze in te vullen. 8 In België heeft DE PAGE 9 een algemene omschrijving van de openbare orde aangereikt. Deze definitie wordt nog steeds door nagenoeg elke auteur geciteerd bij het schrijven van een verhandeling over dit onderwerp, temeer daar het Belgisch Hof van Cassatie deze bewoording later heeft overgenomen, voor het eerst in een arrest van 9 december Deze definitie stelt dat enkel de wetgeving die de essentiële belangen van de Staat of de gemeenschap betreft of die, in het privaatrecht, de juridische grondslagen vastlegt waarop de economische of morele orde van de samenleving berust, van openbare orde is. Het Hof heeft deze formulering in latere arresten meermaals hernomen en er aldus vaststaande rechtspraak van gemaakt. 11 Het is om te beginnen opvallend dat de openbare orde zich, in tegenstelling tot wat in de negentiende eeuw de opvatting was 12, niet louter beperkt tot regelen van publiekrecht (zoals het grondwettelijk recht, het bestuursrecht, etc.). 13 Er wordt daarentegen een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de respectievelijke rol die de openbare orde speelt in het publiekrecht, dan wel in het privaatrecht. In de ene rechtstak betreft het de essentiële belangen van de Staat of de gemeenschap, in de andere legt het grondslagen vast van de economische of morele orde van de samenleving. Het moge duidelijk zijn dat dit bewust een zeer flexibele, open geformuleerde omschrijving is. 6. De vraag is echter in hoeverre een onderscheid tussen het algemeen of openbaar belang enerzijds en de individuele, particuliere belangen anderzijds, dienstig is om te bepalen of een rechtsregel al dan niet tot de openbare orde behoort. Zowel in de 8 Een Franse auteur haalde uit de rechtspraak en rechtsleer van verschillende landen niet minder dan 22 onderscheiden definities van openbare orde: P. MALAURIE, L ordre public et le contrat, Reims, Matot-Braine, 1953, H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, I, Brussel, Bruylant, 1933, nr. 91; hernomen in H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, I, Brussel, Bruylant, 1962, 111, nr Cass. 9 december 1948, Arr. Verbr 1948, 615; Pas. 1948, I, 699; RCJB Zie onder meer: Cass. 15 maart 1968, Arr. Cass. 1968, 936; Cass. 28 september 1979, Pas. 1980, I, 131; Cass. 10 maart 1994, Arr. Cass. 1994, 236; Cass. 19 maart 2007, RW , F. LAURENT, Principes de droit civil, Brussel, 1878, deel 1, nr. 46 et seq. 13 In Frankrijk: J. CARBONNIER, La conformité du contrat aux exigences sociales in Théorie des obligations, Parijs, Presses Universitaires de France, 1963, 147, nr
11 Franse 14 als in de Belgische 15 rechtsleer hebben kritische stemmen het praktisch nut betwijfeld van dit criterium. Zo heeft ook de Belgische Raad van State al overwogen dat de notie van het openbaar belang op zich eigenlijk geen wettelijke inhoud heeft, en dat geen enkele tekst bijzondere gevolgen verbindt aan wetten die het openbaar belang betreffen. 16 Bij gebreke aan een wettelijke definitie krijgen rechters aldus een aanzienlijke appreciatiemarge. Er is ook niet steeds een strikte scheidingslijn te trekken tussen de belangen van particulieren en het belang van de maatschappij. Ter illustratie het bekende Wagonslits arrest van het Hof van Cassatie 17 : het ging om een wet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in op de beurs genoteerde vennootschappen en tot reglementering van openbare overnameaanbiedingen. Het hof van beroep te Brussel rekende deze wet en zijn uitvoeringsbesluit tot de openbare orde, een beslissing die in cassatie werd bevestigd. De essentie van de motivering van het Hof van Cassatie was dat de noodzaak om in regels van transparantie, informatieverstrekking en gelijke behandeling van aandeelhouders te voorzien, voortvloeide uit de doelstelling van bevordering van de goede werking van de (financiële) markt en derhalve van de economie van het land. Met andere woorden, de bescherming van de individuele belangen van aandeelhouders vond zijn grondslag in de bescherming van het algemeen belang, nl. dat van de markten en de economie. 18 Uit dit arrest blijkt duidelijk dat al deze belangen niet per se met elkaar in conflict hoeven te komen, maar integendeel kunnen overlappen. 19 Bovendien maakt bepaalde rechtsleer de bedenking dat er in de praktijk niet steeds sprake is van een eenvoudige afweging van het algemeen belang tegenover (enkel) het privébelang. Zo wordt gezegd dat deze diametrale tegenstelling lijkt te insinueren dat het algemeen belang een homogeen gegeven is. Het zou immers evenzeer kunnen bestaan uit meerdere fundamentele beginselen die niet noodzakelijk steeds volledig met elkaar overeenstemmen. 20 Ook de rechtszekerheid en de zekerheid van het handelsverkeer, eveneens te beschouwen als publieke belangen, zouden bijvoorbeeld een rol kunnen spelen L. JULLIOT DE LA MORANDIÈRE, L ordre public en droit privé interne, in H. CAPITANT (ed.), Études de droit civil à la mémoire de Henri Capitant, Parijs, Dalloz, 1937, M. COIPEL, Éléments de théorie générale des contrats, Diegem, Story-Scientia, 1999, 61, nr. 74; J. DE CONINCK, Toetsing van de geoorloofdheid van een overeenkomst: de openbare orde herbekeken, TBBR 2004, 306, nr Adv.RvS, Parl. St. Senaat , , Pasin. 1967, Cass. 10 maart 1994, RW , 431. Het betrof een wet die ondertussen reeds volledig is herzien, maar de argumentatie van het Hof blijft niettemin interessant en relevant. 18 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, In dezelfde zin: W. RAUWS, Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst: nietigheid, ontbinding en overmacht, Antwerpen, Kluwer, 1987, J. DE CONINCK, Toetsing van de geoorloofdheid van een overeenkomst: de openbare orde herbekeken, TBBR 2004, 306, nr. 16, vn I. CLAEYS, Nietigheid van contractuele verbintenissen in beweging in P. ARNOU, B. TILLEMAN, M. BOES (eds.), Sancties en nietigheden, Brussel, Larcier, 2003, 281, nr
12 Andere auteurs werpen dan weer op dat het maatschappelijk belang aanwezig is in zowat elke rechtsregel die de bescherming van bepaalde partijen beoogt, daar de wetgever anders niet zou zijn opgetreden. 22 Er zijn dus altijd verschillende belangen in het spel bij de uitvaardiging van dwingende regelgeving. Als de bescherming van private belangen als onmiddellijk en hoofdzakelijk doel centraal staat in een wet, kan ervan worden uitgegaan dat het om een louter dwingende rechtsregel gaat. 23 Ten slotte nog op te merken is dat er niet per se eenheid bestaat in het karakter van een wet. Een wet die bijvoorbeeld bedoeld is om een bepaalde zwakkere partij te beschermen, en die aldus behoort tot het louter dwingend recht, kan toch bepalingen bevatten die wel de openbare orde raken. 24 Het omgekeerde geval, waarbij een wet van openbare orde ook louter dwingende of zelfs aanvullende bepalingen bevat, is eveneens denkbaar. 25 Dit alles maakt het werk van de rechter die een belangenafweging moet doen om het karakter van een wet te bepalen, er allerminst gemakkelijker op. 7. De openbare orde en de goede zeden zijn verder dynamische begrippen, die sterk kunnen verschillen naargelang plaats en tijd. Ze zijn, zoals de contractvrijheid, onderworpen aan ideologische evoluties betreffende de verhouding tussen het belang van de gemeenschap en dat van individuen. 26 Binnen de westerse rechtssystemen valt misschien in de eerste plaats te denken aan gewijzigde maatschappelijke opvattingen inzake seksualiteit, zoals de recente legalisering van het homohuwelijk in België (2003) en Frankrijk (2013), maar ook op andere vlakken kunnen zich opmerkelijke evoluties voordoen. Een voorbeeld: wanneer een schadebeding een zodanig grote financiële last aan een partij oplegt dat er van loutere schadevergoeding geen sprake kan zijn, noemt men dit naar Belgisch recht een strafbeding. Welnu, de regeling inzake strafbedingen werd in 1970 door het Hof van Cassatie nog resoluut aanzien als zijnde van openbare orde 27, maar sinds de wijziging van deze artikelen (bij wet van 23 november 1998) is de discussie in de rechtsleer opnieuw losgebarsten. Zo wordt 22 In het Frans recht: F. TERRE, P. SIMLER, en Y. LEQUETTE, L ordre public et les bonnes moeurs in Droit civil. Les obligations, Parijs, Dalloz, 2002, 384, nr Zie de verwijzingen onder J. DE CONINCK, Toetsing van de geoorloofdheid van een overeenkomst: de openbare orde herbekeken, TBBR 2004, 306, nr Cass. 10 november 1978, RW , 1479, noot A. OEVELEN, Zijn de recente tijdelijke huurwetten van openbare orde?, ; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, J. SCHAMP en M. VAN DEN ABBEELE, La nouvelle réglementation des clauses abusives: champ d application et problèmes de droit transitoire, JT 1992, J. GHESTIN, Réflexions sur la liberté contractuelle et l ordre public in L. SIMONT, (ed.), Liber Amicorum Lucien Simont, Brussel, Bruylant, 2002, Cass. 17 april 1970, Arr. Cass. 1970, 754. Zie ook S. STIJNS, Nietigheid van het contract als sanctie bij zijn totstandkoming in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Totstandkoming van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht, Antwerpen, Intersentia, 2002,
13 door VAN GERVEN betoogd dat het hier duidelijk nog slechts om de bescherming van zuiver individuele private belangen gaat. 28 Wat onder het algemeen belang valt, is dus allerminst vaststaand, maar hangt daarentegen sterk af van de maatschappelijke opvattingen van een gegeven plaats en tijd. Terecht merken sommige auteurs op dat deze veranderlijkheid niet per se als negatief dient te worden aanzien: een kneedbare notie van openbare orde laat de rechtspraak immers toe om het begrip te actualiseren, aan te passen aan de hedendaagse realiteit, en aldus gerechtelijke verstarring en achterhaaldheid te voorkomen. 29 C. TUSSEN HOMOGENITEIT EN HETEROGENITEIT Los van de discussies omtrent de door het Hof van Cassatie gehanteerde definitie, hebben academici steeds geprobeerd om de inhoud van de openbare orde op één of andere wijze af te bakenen. Uit deze pogingen komen twee voorname stromingen in de doctrine naar voren omtrent de benadering van het concept. Sommige auteurs vatten de openbare orde op als een heterogeen gegeven, een geheel van regels die gewoon het predicaat openbare orde opgeplakt krijgen om ze bepaalde eigenschappen te geven waarvan de uitwerking in een gegeven situatie wenselijk is. Hiertoe wordt bijvoorbeeld gewezen op de exceptie van internationale openbare orde in het internationaal privaatrecht (cf. infra), waarbij een regel die niet behoort tot de openbare orde naar intern recht, toch tot de internationale openbare orde kan worden gerekend. De openbare orde zoals bedoeld in het gemeen privaatrecht heeft een andere invulling dan in het gerechtelijk recht, het publiekrecht, het internationaal privaatrecht, enzovoort. De Franse auteurs BATIFFOL EN LAGARDE formuleren het als volgt: il s agit en réalité de[s] [ ] règles différentes ayant leur domaine propre et l expression d ordre public n est qu une analogie trompeuse. 31 De openbare orde is volgens deze 28 Zie W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 81 en de verwijzingen aldaar. Contra S. STIJNS, Nietigheid van het contract als sanctie bij zijn totstandkoming in J. SMITS en S. STIJNS (eds.), Totstandkoming van de overeenkomst naar Belgisch en Nederlands recht, Antwerpen, Intersentia, 2002, 249. Cf. ook infra, Deel IV, Hoofdstuk 2, D. Alternatieven voor de nietigheid. 29 In Frankrijk: J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable, en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, De inhoud van dit onderdeel is, behoudens andere verwijzingen, ontleend aan A.-C. VAN GYSEL en J.-F. ROMAIN, Conclusion générales: l ordre public entre hétérogénéité et homogénéité in J.-F. ROMAIN, M. GRÉGOIRE en V. SIMONART (eds.), L ordre public: concept et applications, Brussel, Bruylant, 1995, Deze tekst formuleert het besluit van het boek, dat bestaat uit verscheidene verhandelingen over onderwerpen van openbare orde door verschillende auteurs, door alle bijdragen kritisch onder de loep te nemen. 31 H. BATIFFOL en P. LAGARDE, Droit international privé, 1981, nr
14 conceptie niet meer dan een homoniem in de verschillende rechtstakken. Het is een begrip dont il est impossible de donner une définition abstraite satisfaisante en de werking ervan is laissé à la libre recherche du juge. 32 Aldus gaat het om een louter functionele notie, ontdaan van enige materiële inhoud of eenvormigheid, waarvan enkel de effecten van tel zijn. De wetgever zou bepalen wat tot de openbare orde behoort in functie van het resultaat dat met de uitgevaardigde rechtsregel wordt beoogd. Deze zienswijze wordt vooral voorgestaan in de klassieke doctrine. 9. Anderen (zoals VAN GYSEL en ROMAIN) geloven dan weer meer stellig in het bestaan van een homogene openbare orde: een hiërarchie van de regels in ons recht, niet enkel op basis van de autoriteit die ze uitvaardigt, maar ook op basis van de inhoud, de belangen die door de regels worden beschermd. Het feit dat de openbare orde veranderlijk is in plaats en tijd, beschouwen de voorstanders van deze opvatting net als een duidelijk teken dat het begrip de weerspiegeling is van de sociale en morele basiswaarden van een samenleving in de juridische orde. Bovendien wijzen ze erop dat het in landen met een gelijkaardige maatschappelijke context enkel de rechtsfiguren, de juridische instrumenten, zijn die onderling verschillen. De doelstellingen en gevolgen ervan zijn vaak gelijkaardig. Een ander argument voor het toekennen van een zekere objectieve inhoud aan de notie openbare orde, is dat er anders sprake zou kunnen zijn van rechtsonzekerheid en willekeur. Als het niet meer is dan een instrument voor de rechter, dan kan deze volledig discretionair oordelen over de verhouding van de hem voorgebrachte feiten tot de openbare orde in functie van het resultaat dat hij voor ogen heeft. Het Hof van Cassatie zou hier in voorkomend geval geen controle op kunnen uitoefenen, omdat het dan zou moeten overgaan tot een beoordeling van de feiten, waartoe het niet bevoegd is. Dit geeft, zo luidt het, te veel vrijheid aan de rechter. De openbare orde is in deze opvatting dus geen louter functionele notie. Deze strekking verzet zich ook tegen het idee van een legalistisch concept van openbare orde, dat qua inhoud en draagwijdte afhankelijk is van de enkele wil van de wetgever. Het staat immers buiten kijf dat de openbare orde minstens een fundamentele, vaste inhoud heeft die als hoeksteen dient van elke democratische staat. Deze harde kern ( noyau dur ) 33 zou alleszins een aantal fundamentele beginselen omvatten, principes die zich zelfs aan de nationale wetgever 32 N. WATTÉ, Quelques remarques sur la notion de l ordre public en droit international privé, RCJB 1989, (66), 82, nr De Franse auteur GHESTIN gebruikt het begrip noyau dur dan weer in een andere context, namelijk als rechtvaardiging voor het toekennen van bepaalde bevoegdheden aan de rechter (ambtshalve opwerping middelen van openbare orde) en het Openbaar Ministerie (ambtshalve optreden in bepaalde gevallen). Ook de onmiddellijke toepassing van nieuwe wetten van openbare orde wordt erop gesteund: J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, 91 et seq. 10
15 tegenwerpen. Te denken valt aan bepaalde (ongeschreven) algemene rechtsbeginselen en, in grensoverschrijdend perspectief, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. 10. Er valt voor beide opvattingen iets te zeggen. Aan de ene kant zorgt de benadering van de openbare orde als een functioneel criterium ervoor dat de rechter flexibiliteit heeft om de gevolgen ervan te bepalen in functie van een concrete situatie. Aan de andere kant is een zekere inhoudelijke invulling van de openbare orde naar mijn mening onontbeerlijk voor de objectieve werking ervan. Het idee van een kern van openbare orde die absolute bescherming biedt tegen willekeur door zowel de rechter als de wetgever, klinkt zeer aannemelijk in theorie. De eerder genoemde kritiek op de definitie van het Hof van Cassatie toont echter duidelijk aan dat een abstracte inhoud geven aan het begrip een erg complexe aangelegenheid blijkt te zijn. 11
16 HOOFDSTUK 2. DEFINIËRING IN FRANSE RECHTSPRAAK EN RECHTSLEER 11. Hetgeen hierboven uiteengezet werd met betrekking tot het Belgisch recht, gaat eveneens in aanzienlijke mate op voor het Frans recht. De gelijkenissen tussen beide rechtsstelsels op bepaalde vlakken werden eerder al toegelicht. Hier wordt dan ook enkel gewezen op een aantal van de meest opvallende verschilpunten met het Belgisch rechtsstelsel. Een voornamelijk theoretisch verschil bestaat erin dat volgens de Franse logica alle bepalingen van imperatief recht tot doel hebben het algemeen belang voorrang te geven op de individuele vrijheden, ook al zijn ze uitgevaardigd ter bescherming van bepaalde categorieën zwakkere partijen. Zo kwalificeert PLANIOL een rechtsregel van openbare orde toutes les fois qu elle est inspirée par une considération d intérêt général qui se trouverait compromise si les particuliers étaient libres d empêcher l application de la loi. 34 In tegenstelling tot wat het geval is naar Belgisch recht, is er geen afweging vereist om te bepalen welk belang wordt geacht te primeren binnen een bepaalde rechtsregel. De loutere aanwezigheid van een overweging van algemeen belang volstaat om een rechtsregel onder de openbare orde te scharen. Vandaar worden alle dwingende rechtsregelen beschouwd als zijnde van openbare orde, zodat dan enkel de interpretatieve en suppletieve wetten hier niet toe behoren. 35 Wanneer in dit onderdeel over openbare orde wordt gesproken, wordt dan ook de ruimere Franse conceptie van de notie bedoeld. Zoals onmiddellijk zal blijken, zijn de gevolgen hiervan echter te nuanceren, want niet elke miskenning van de openbare orde leidt noodzakelijk tot de absolute nietigheid van een overeenkomst. A. POLITIEKE EN MORELE OPENBARE ORDE VERSUS ECONOMISCHE EN SOCIALE OPENBARE ORDE 12. Wat in de eerste plaats vooral opvalt bij een studie van Franse rechtsleer, is dat er veel meer op zoek wordt gegaan naar manieren om de openbare orde in te delen naargelang verschillende criteria. Zo wordt de openbare orde naar zijn inhoud ingedeeld in ordre public politique et moral enerzijds, ordre public économique et social anderzijds. 34 Voor deze en andere definities: P. MALAURIE, L ordre public et le contrat, Reims, Matot-Braine, 1953, J. CARBONNIER, La conformité du contrat aux exigences sociales in Théorie des obligations, Parijs, Presses Universitaires de France, 1963, 147, nr. 115; J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable, en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984,
17 1) De politieke en morele openbare orde is de traditionele openbare orde, zoals deze alleszins al bestaat sinds de negentiende eeuw. Deze omvat bepaalde maatschappelijke pijlers, zijnde de Staat en openbare diensten, de familie en de individuele vrijheid. Ter bescherming en organisatie van de Staat worden alleszins van openbare orde geacht: het grondwettelijk recht, fiscale wetten en strafwetten. In het familierecht ligt de nadruk vooral op de wetten die de familiale structuur organiseren (regelen inzake afstamming, huwelijk, etc.), al behoren ook verscheidene regelen met betrekking tot het familiale vermogen tot de openbare orde. Met betrekking tot het individu kan dit contradictorisch lijken, maar bepaalde beperkingen van openbare orde worden noodzakelijk geacht om de individuele vrijheden te vrijwaren, zo bijv. het verbod op levenslange arbeidsovereenkomsten (art BW). Gezien de verwijzing naar de morele openbare orde, vallen tot slot ook de goede zeden onder deze categorie. 2) Tegenover de klassieke openbare orde is in de twintigste eeuw de economische en sociale openbare orde ontstaan. Binnen deze economische en sociale openbare orde wordt vervolgens nog een belangrijk onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: - Ordre public de protection : hier ligt de klemtoon op het contractuele evenwicht tussen partijen en, zoals de term doet vermoeden, op de bescherming van een bepaalde (economisch) zwakkere partij, bijv. de werknemer, de huurder of de consument. - Ordre public de direction : met rechtsregelen die tot deze openbare orde behoren, beoogt de wetgever een bepaald doel te bereiken dat verband houdt met nationale, (macro-)economische belangen. Hier wordt onder meer het monetair beleid van de overheid toe gerekend. Deze ontwikkeling valt historisch te situeren: waar het liberalisme en de nadruk op de vrije marktwerking in de negentiende eeuw nog de boventoon voerden, is vanaf de twintigste eeuw (door de invloed van het socialisme, de sociaaldemocratie en de vakbonden) de opvatting gegroeid dat de Staat een grotere rol diende te spelen in de goede werking van de markten en de economie. Hierbij werd men zich bewust dat overeenkomsten noodzakelijke instrumenten in het handelsverkeer waren, en dat het imperatief regelen van de vorm en werking ervan de sleutel was om een invloed uit te oefenen op het economisch leven. Vandaar l ordre public de direction. Daarnaast voelde men na de Tweede Wereldoorlog eveneens de nood aan bescherming van bepaalde categorieën economisch zwakkere partijen. Zo is l ordre public de protection gegroeid vanuit specifieke wetten omtrent de bescherming van werknemers enerzijds, de bescherming van consumenten (bijv. bij het aangaan van woninghuur, leningen, verzekeringen) anderzijds. 13
18 Waar de traditionele openbare orde zich vooral beperkt tot het louter opleggen van verbodsbepalingen, heeft de economische en sociale openbare orde veeleer een beschikkend ( dispositief ) karakter. De wetgever gaat de inhoud van overeenkomsten werkelijk moduleren door verplichte (vorm)vereisten op te leggen. 36 Aangezien de economische doelstellingen van de overheid, evenals de middelen om ze na te streven, sterk kunnen verschillen naargelang de omstandigheden, gaat het hier om een categorie van openbare orde met een zeer variabele inhoud. 13. In de Belgische doctrine zijn er auteurs die een gelijkaardige opdeling maken van de openbare orde naar het Franse voorbeeld. 37 In de rechtspraak wordt daarentegen de eenheid van de openbare orde benadrukt, wat wil zeggen dat er geen verschillende gevolgen worden gehecht aan de schending van de openbare orde naargelang het gaat om politieke, morele, economische of sociale openbare orde. Uit een arrest van het Hof van Cassatie 38 blijkt dat het vasthoudt aan het traditionele onderscheid tussen bepalingen van openbare orde, van dwingend recht en van aanvullend recht, ook inzake de wetten betreffende de arbeidsovereenkomst. Hieruit leidt men in de rechtsleer af dat het Hof niet geneigd is om aan de sociale openbare orde een autonoom karakter te geven. 39 Het feit dat de sociale openbare orde in België geen afzonderlijke invulling krijgt, wil uiteraard niet zeggen dat er daarom minder sociaalrechtelijke regels van openbare orde zouden bestaan dan in Frankrijk. In beide landen wordt bijvoorbeeld immers aanvaard dat ook CAO s een bron van openbare orde kunnen zijn. 40 De opmars van de sociale openbare orde in Frankrijk heeft wel geleid tot discussies in de rechtsleer. Meer bepaald zijn sommige auteurs er van mening dat er in arbeidsrechtelijke verhoudingen nog amper kan worden gesproken van contractuele relaties. De wetgever heeft namelijk zodanig veel dwingende regelen opgelegd in deze materie dat het volgens deze doctrine eerder een wettelijk statuut is geworden, louter te aanvaarden door werknemer en werkgever. Dit is echter niet de consensus binnen de rechtsleer en ook de Franse rechtspraak lijkt toch nog steeds vast te houden aan het principe van arbeidsovereenkomsten Waar de miskenning van alle andere vormen van openbare orde de absolute nietigheid met zich meebrengt, leiden schendingen van l ordre public de protection 36 F. TERRE, P. SIMLER, en Y. LEQUETTE, L ordre public et les bonnes moeurs in Droit civil. Les obligations, Parijs, Dalloz, 2002, 376, nr Zo bijvoorbeeld V. SIMONART, L ordre public et le droit des sociétés in J.-F. ROMAIN, M. GRÉGOIRE en V. SIMONART (eds.), L ordre public: concept et applications, Brussel, Bruylant, Cass. 12 december 1973, Arr. Cass. 1974, Zie W. RAUWS, Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst: nietigheid, ontbinding en overmacht, Antwerpen, Kluwer, 1987, en de verwijzingen aldaar. 40 In Frankrijk: J. GHESTIN, Traité de droit civil. Les conditions de la responsabilité, Parijs, LGDJ, 1998, 389, nr J. GHESTIN, Traité de droit civil. Les conditions de la responsabilité, Parijs, LGDJ, 1998, , nr
19 slechts tot een relatieve nietigheid, zoals bij ons het geval is bij regelen van louter dwingend recht. 42 Uiteindelijk komt dit systeem dus grotendeels op hetzelfde neer als in het Belgisch rechtsstelsel; enkel de benaming verschilt wezenlijk. 43 B. TEKSTUELE OPENBARE ORDE VERSUS VIRTUELE OPENBARE ORDE 15. Een andere onderverdeling van de openbare orde steunt op de instantie die het bestaan van de openbare orde vaststelt, hetzij de rechterlijke macht, hetzij de wetgever (in ruime zin). Aan l ordre public judiciaire wordt dan een vrij conservatief en statisch karakter toegeschreven, tegenover l ordre public législatif, die eerder revolutionair en dynamisch zou zijn. 44 Vrij nauw aansluitend met voorgenoemd onderscheid kan een laatste tweedeling in de openbare orde worden gemaakt, waar verder in dit werkstuk nog uitgebreider aandacht aan zal worden besteed. In Frankrijk wordt immers, al veel langer en meer eensgezind dan in België het geval is, erkend dat de rechter een overeenkomst nietig kan verklaren wegens strijdigheid met de openbare orde, zelfs als er geen uitdrukkelijke wettekst wordt geschonden. In deze context wordt dan gewag gemaakt van een jurisprudentieel vormgegeven ordre public virtuel die bestaat naast de door de wetgever in teksten gegoten ordre public textuel. 45 Deze materie komt verder meer uitgebreid aan bod in het kader van de openbare orde als toetsingscriterium. 46 In common law-landen gaat men hier trouwens nog verder in en heeft de public policy, wat ongeveer het equivalent is van het Belgische en Franse begrip openbare orde, niets te maken met de wetten (statutes) van een land, maar is het een zuiver rechterlijke creatie. Er wordt dan ook steeds gesproken over prohibition by statute 42 De inhoud van dit onderdeel is grotendeels ontleend aan de volgende bronnen: J. CARBONNIER, La conformité du contrat aux exigences sociales in Théorie des obligations, Parijs, Presses Universitaires de France, 1963, , nr. 115; J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable, en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, 83-91; F. TERRE, P. SIMLER, en Y. LEQUETTE, L ordre public et les bonnes moeurs in Droit civil. Les obligations, Parijs, Dalloz, 2002, , nr J. DE CONINCK, Toetsing van de geoorloofdheid van een overeenkomst: de openbare orde herbekeken, TBBR 2004, , nr. 15; M. COIPEL, Éléments de théorie générale des contrats, Diegem, Story-Scientia, 1999, 61, nr J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable, en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, 1984, De auteur nuanceert deze verschillen echter onmiddellijk aan de hand van de resultaatsverbintenis wegend op de professionele verkoper om een product te leveren dat geschikt is voor het gebruik waartoe het is bestemd. Dit concept is een creatie van de rechtspraak, maar heeft een vernieuwend effect gehad, mogelijk veel meer dan wanneer de wetgever een reeks dwingende bepalingen omtrent de kwaliteit van producten had uitgevaardigd. 45 J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable, en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, Cf. infra, Deel III, Hoofdstuk 1. De openbare orde als zelfstandig toetsingscriterium. 15
20 versus prohibition by public policy. Door het parlement uitgevaardigde wetteksten vormen het dwingend recht, tegenover de openbare orde, die het exclusieve domein is van de rechterlijke macht. Zo vermijden de landen van de common law het eeuwige probleem waar het Belgische en Franse recht mee kampen, namelijk het afbakenen van het toepassingsgebied van de openbare orde. 47 C. BESLUIT 16. Het is dus duidelijk dat er in het Frans recht vooral een veel uitgebreidere typologie bestaat van categorieën van openbare orde. Meer nog, er zijn in het Franse recht zodanig veel onderverdelingen in de openbare orde dat er door TALLON zelfs wordt gesproken over een crisis van het begrip. Hij wijst erop dat er een verschil is ontstaan tussen hoe de openbare orde in theorie wordt omschreven en hoe ze concreet wordt ingevuld. De klemtoon ligt in de definities van de openbare orde en de goede zeden namelijk altijd min of meer op het fundamentele karakter ervan voor de maatschappij. In de praktijk zijn er echter ondertussen zodanig veel kleingeestige toepassingen van te vinden dat hier amper nog sprake is van behartiging van essentiële belangen van de gemeenschap of grondslagen van de economische, sociale of morele orde. 48 Een gelijkaardige bedenking valt in de Belgische rechtsleer trouwens te horen bij VAN OEVELEN: als elke strafrechtelijk gesanctioneerde rechtsregel moet worden gekwalificeerd als een regel van openbare orde, zoals een groot deel van de Belgische doctrine beweert, riskeert men het begrip zodanig uit te breiden dat de betekenis ervan wordt uitgehold. 49 In Frankrijk kan deze kritiek alleszins worden bijgetreden aangezien de openbare orde er zich, via l ordre public économique de protection, sowieso al uitstrekt tot de bepalingen die in België behoren tot het louter dwingend recht, een nog veel grotere groep rechtsregels. 47 D. TALLON, Considérations sur la notion d ordre public dans les contrats en droit français et en droit anglais in R. SAVATIER (ed.), Mélanges offerts à René Savatier, Parijs, Dalloz, 1965, D. TALLON, Considérations sur la notion d ordre public dans les contrats en droit français et en droit anglais in R. SAVATIER (ed.), Mélanges offerts à René Savatier, Parijs, Dalloz, 1965, Hij haalt het voorbeeld aan van een ministerieel besluit (arrêté) dat de prijs van biefstuk belastte; dit is bezwaarlijk een uitdrukking van de vouloir vivre van de gemeenschap te noemen, zoals de openbare orde door een andere auteur werd gedefinieerd. In dezelfde zin: J. GHESTIN, Réflexions sur la liberté contractuelle et l ordre public in L. SIMONT, (ed.), Liber Amicorum Lucien Simont, Brussel, Bruylant, 2002, , nr A. VAN OEVELEN, De nietigheid van overeenkomsten wegens strijdigheid met de openbare orde of de goede zeden: algemene beginselen en een grondslagenonderzoek, TPR 2011, 1367, nr. 18. Cf. ook infra, Deel II, Hoofdstuk 1, B. Openbare orde-indicatoren bij kwalificatie van een rechtsregel. 16
21 HOOFDSTUK 3. DEFINIËRING VAN DE GOEDE ZEDEN 17. In één adem met de openbare orde worden vaak ook de goede zeden genoemd. Net zoals bij de openbare orde heeft de wetgever eveneens nagelaten het begrip te definiëren om zo de rechtspraak (en doctrine) de vrijheid te geven om deze term zelf een inhoud te geven. Hier volgt voornamelijk een onderzoek naar hoe de goede zeden zich verhouden tot de openbare orde en in hoeverre er eventueel een zelfstandige inhoud aan kan worden gegeven. Eerst en vooral zijn de gevolgen van een miskenning van de goede zeden dezelfde als wanneer er een schending van de openbare orde plaatsvindt. In de eerste plaats leidt een miskenning namelijk tot de absolute nietigheid van een overeenkomst of, desgevallend, een onderdeel daarvan. 50 In verscheidene rechterlijke uitspraken 51 wordt er op beide noties overigens tegelijk beroep gedaan zonder dat er een onderscheid tussen wordt gemaakt. Op vlak van het sanctieregime moeten de goede zeden aldus in elk geval worden vereenzelvigd met de openbare orde. De goede zeden behoren immers ook tot het algemeen belang en zijn te onderscheiden van wetten die voornamelijk de behartiging van individuele belangen beogen. In de in België gangbare definitie van openbare orde door DE PAGE (en het Hof van Cassatie) 52 wordt trouwens onder meer gesproken over wetgeving die, in het privaatrecht, de juridische grondslagen vastlegt van de morele orde waarop de samenleving berust. De goede zeden zouden dus kunnen worden beschouwd als het morele facet van de openbare orde. 53 In het Frans recht acht GHESTIN de goede zeden overigens onafscheidelijk van de openbare orde 54 en ook de Belgische auteurs VAN GYSEL en ROMAIN zeggen dat ze als synoniemen kunnen worden gezien Traditioneel wordt in België voorgehouden dat de goede zeden samengesteld worden door het geheel van principes van loyaliteit, correctheid, waardigheid en eerlijkheid die algemeen worden aanvaard door de burgers van een land, wat ook hun eigen religieuze en filosofische opvattingen mogen zijn. 56 Sommige rechtsleer vindt dit daarentegen een te algemene formulering. Niet elke sociaal incorrect of oneerlijk gedrag brengt immers een juridische sanctie met zich mee, zoals dit wel het 50 Cf. infra, Deel IV, Hoofdstuk 2, A. De partiële nietigheid. 51 Onder meer Bergen 9 september 1975, RGEN 1978, 183; Cass. 24 september 1976, Pas. 1977, I, 101; Kh. Luik 20 januari 1981, JCB 1981, Cf. supra, Hoofdstuk 1. B. Definiëring op grond van het algemeen belang. 53 M. COIPEL, Éléments de théorie générale des contrats, Diegem, Story-Scientia, 1999, 63, nr J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984, A.-C. VAN GYSEL en J.-F. ROMAIN, Conclusion générales: l ordre public entre hétérogénéité et homogénéité in J.-F. ROMAIN, M. GRÉGOIRE en V. SIMONART (eds.), L ordre public: concept et applications, Brussel, Bruylant, 1995, Zie X. DIEUX, Le contrat: instrument et objet de dirigisme? in X. DIEUX, M. FONTAINE en P.-A. FORIERS, Les obligations contractuelles, Brussel, Jeune Barreau, 1984, 268 en de verwijzingen aldaar. 17
22 geval is bij handelingen die strijdig zijn met de goede zeden. Gezien de strenge sanctie verbonden aan de schending van de goede zeden, moet dit begrip dus restrictief worden geïnterpreteerd. Enkel gedragingen die moreel werkelijk onaanvaardbaar zijn in het licht van de geldende maatschappelijke opvattingen, zullen tot hun absolute nietigheid kunnen leiden. Samengevat zijn de goede zeden in deze conceptie op te vatten als een morele minimumnorm waartegen het recht geen uitzonderingen toelaat. 57 La loi a donné délégation aux bonnes moeurs et non aux moeurs. 58 In het Frans recht omschrijft één auteur de goede zeden als zijnde les coutumes des honnêtes gens, spécialement en matière sexuelle, pour un lieu et un temps donnés. 59 In deze opvatting zouden de door de bevolking gebruikelijk beoefende zeden de maatstaf zijn waaraan de rechter een hem voorgebracht geschil moet toetsen. In andere rechtsleer wordt er dan weer op gewezen dat rechters zich nooit louter beperken tot het vaststellen van de gangbare praktijk, maar hun beslissingen steeds een abstracte morele basis proberen te geven. Een dergelijke objectieve invulling van de goede zeden geven, is echter een aartsmoeilijke opdracht. Waar de christelijke moraal vroeger een wijd maatschappelijk draagvlak had, zelfs na de scheiding van Kerk en Staat, is dit - althans in de westerse wereld - geëvolueerd naar een pluralisme aan sociale en religieuze opvattingen. Deze verscheidene denkwijzen en wereldbeelden combineren, is allerminst een gemakkelijke opdracht. Niettemin blijft een bruikbare, aan de maatschappelijke realiteit aangepaste invulling van de goede zeden, nu meer dan ooit, noodzakelijk. Anders riskeert de magistratuur zijn eigen moraal op te leggen aan de samenleving Uit hetgeen hierboven werd uiteengezet, blijkt duidelijk dat een objectieve, uniforme invulling van de goede zeden in de huidige stand van de rechtspraak en rechtsleer niet voorhanden is. Er worden wel pogingen ondernomen om het begrip te omkaderen, maar een definitie formuleren die tegelijk theoretisch sluitend en praktisch bruikbaar is, lijkt een onmogelijke opdracht te zijn. De inhoud van de goede zeden kan daarom mogelijk nuttiger worden afgebakend aan de hand van concrete toepassingsgevallen. Hieronder worden ter illustratie een aantal zaken onder de loep genomen die in deze materie van voornaam belang zijn. In de praktijk komen de goede zeden het vaakst aan bod bij geschillen betreffende het privéleven, meer bepaald seksuele relaties. Zo wees het Belgisch Hof van 57 M. COIPEL, Éléments de théorie générale des contrats, Diegem, Story-Scientia, 1999, 63, nr F. TERRE, P. SIMLER, en Y. LEQUETTE, L ordre public et les bonnes moeurs in Droit civil. Les obligations, Parijs, Dalloz, 2002, 385, nr J. CARBONNIER, La conformité du contrat aux exigences sociales in Théorie des obligations, Parijs, Presses Universitaires de France, 1963, , nr J. GHESTIN, L ordre public, notion à contenu variable en droit privé français in C. PERELMAN en R. VANDER ELST (eds.), Les notions à contenu variable en droit, Brussel, Bruylant, 1984,
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag
Nadere informatieInhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11
Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het
Nadere informatieArbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet
Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald
Nadere informatieSuggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.
Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk
Nadere informatieInleiding tot het recht
1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het
Nadere informatieHoofdstuk I. Algemene inleiding 15
Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.
Nadere informatieRelevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen
Nadere informatieINHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17
INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat
Nadere informatieInleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht
Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven
Nadere informatieInhoud. Inleidende probleemstelling: wederkerige schenkingen... 11. Hoofdstuk 1. De emanatie van twee rechtsfiguren: de oorzaak en de voorwaarde...
Voorwoord...v Dankwoord... vii Inleiding...1 Afdeling 1. Inleiding en situering van het onderwerp...1 Afdeling 2. Afbakening van het onderwerp...5 Afdeling 3. Onderzoeksmethode...5 A. Geïntegreerd onderzoek...5
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/03/2017
Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieINHOUD. Inleiding Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek... 17
INHOUD Inleiding....................................................... 1 1. Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek........................................ 17 2. De
Nadere informatieAdvies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie
Advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 Arbitragecommissie Titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 APRIL 2011 C.10.0183.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0183.N 1. TRADART INSTITUT sa, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te 1204 Genève (Zwitserland), rue du Perron 1, 2. TRADART
Nadere informatieConcubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort
Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve
Nadere informatieDe contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)
De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95
Nadere informatieDe verhouding tussen openbare orde en dwingend recht sensu stricto in het Belgische verbintenissenrecht
PEERAER, F., De verhouding tussen openbare orde en dwingend recht sensu stricto in het Belgische verbintenissenrecht, TPR 2013, 2705-2805. [2705] De verhouding tussen openbare orde en dwingend recht sensu
Nadere informatieVoorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck
stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van
Nadere informatieC.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Nadere informatieNOOT onder Cass. 30 april 2015 C F
NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag
Nadere informatieINHOUDSTAFEL. Inhoudstafel
Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve
Nadere informatieBIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31
De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure
Nadere informatieRechtsmisbruik (muurarrest)
Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT
Nadere informatieDe belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,
Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)
Nadere informatieInhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13
Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 5 september 2016 ADVIES 2016-78 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot het volledige
Nadere informatieWet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten
Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieEuropese krijtlijnen voor een sociaal federalisme
Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme prof. dr. Herwig VERSCHUEREN Universiteit Antwerpen De Europese context Overzicht De Europese spelers en hun instrumenten De Europese juridische krijtlijnen
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33
INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.
Nadere informatieDEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
C.O.B. 11 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES OVER HET WETSVOORSTEL Nr. 51/0122 TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, WAT DE INTERESTEN EN SCHADEBEDINGEN BIJ CONTRACTUELE WANUITVOERING BETREFT
Nadere informatieOnrechtmatige contractuele bedingen
Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in
Nadere informatieARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET
Nadere informatieHandboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...
Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL
Nadere informatieInleiding. 1.1 Probleemanalyse
HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,
Nadere informatieInleiding. Definitie recht
Inleiding Wat is recht? Dat is de centrale vraag in deze cursus. In de inleiding zullen we ons niet al te veel verlaten in een academische waterval aan tekstblokken en moeilijk woorden. We gaan meteen
Nadere informatieDit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker
Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen
Nadere informatieInleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1
iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten
Nadere informatieI n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r
I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/11/2018
Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1
INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.
Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,
Nadere informatieRolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T
Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende
Nadere informatieInhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21
xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk
Nadere informatieMiddag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat
Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans
Nadere informatieADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001).
ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001). Vooreerst verheugt de Hoge Raad voor Vrijwilligers (H.R.V.)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen
Nadere informatieHOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN
HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20171 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kazemi, Hamid Title: Carrier s liability in air transport with particular reference
Nadere informatieRechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Rechtsmisbruik bij contractvrijheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Caroline Coppens (Studentennr. 00705029)
Nadere informatieKNELPUNTEN VERKOOP ONROEREND GOED
KNELPUNTEN VERKOOP ONROEREND GOED REEKS KNELPUNTEN CONTRACTENRECHT BERNARD TILLEMAN Gewoon hoogleraar K.U.Leuven/KULAK ALAIN VERBEKE Gewoon Hoogleraar K.U.Leuven & Universiteit Tilburg Advocaat te Brussel
Nadere informatieDE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS
DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS Bij serviceflats komt het regelmatig voor, dat een ballotageregeling van toepassing is. Wat betekent een dergelijke ballotageregeling eigenlijk? En is een dergelijke
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieINHOUD. VOORWOORD VAN PROF. DR. OTHMAR VANACHTER, PROMOTOR. vii HOOFDSTUK 2. ONDERZOEKSMATIGE UITGANGSPUNTEN... 11
INHOUD VOORWOORD VAN PROF. DR. OTHMAR VANACHTER, PROMOTOR. vii VOORWOORD VAN DE AUTEUR.................................... ix DANKWOORD..................................................... xiii DEEL I.
Nadere informatieISSAI 30 Ethische code
ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk
Nadere informatieHOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN
Nadere informatieRechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek
Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk
Nadere informatieMiddag van het Recht, te Brussel, 15 maart Instituut voor Verbintenissenrecht. Academiejaar
Hoe orde brengen in het verbintenissenrecht? Deel 1: Diagnose en krachtlijnen Prof. dr. Sophie Stijns Gewoon hoogleraar KU Leuven, Middag van het Recht, te Brussel, 15 maart 2019 1. Diagnose van de patiënt
Nadere informatieJ.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen
Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie
Nadere informatieEen verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht
Een verkenning van de van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Prof. dr. Anne Van de Vijver 17 november 2015 Overzicht Inleiding - Probleemstelling: dubbele belasting - Rechtstheoretisch
Nadere informatieRAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN
RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN
Nadere informatieDEEL I. Wat is recht?
12 G DEEL I Wat is recht? 14 Hoofdstuk 1 H E T R E C H T : E E N G E H E E L V A N G E D R A G S R E G E L S AFDELING 1. ENKELE DEFINITIES 1. Een universeel aanvaarde definitie van het recht bestaat niet.
Nadere informatiePUBLIC. Brussel, 5 april 2005 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 7654/05 ADD 11. Interinstitutioneel dossier: 2004/0055 (COD) LIMITE JUSTCIV 63 CODEC 200
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2005 Interinstitutioneel dossier: 2004/0055 (COD) 7654/05 ADD 11 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 63 CODEC 200 NOTA van: de Belgische delegatie aan: het Comité
Nadere informatieOver ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Nadere informatieRolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T
Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21
Nadere informatieRolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T
Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter
Nadere informatieA26a Overheidsprivaatrecht
MONOGRAFIEËN BW A26a Overheidsprivaatrecht Algemeen deel Mr. G. Snijders Raadsheer in de Hoge Raad, Staatsraad in buitengewone dienst Tweede druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD
Nadere informatieNederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen
Nadere informatieBeroepsgeheim, deontologie en antiwitwas
1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieKnelpunten Verkoop onroerend [vol]
24-01-2007 14:04 Pagina 1 Knelpunten Contractenrecht Boek - Knelpunten verkoop onroerend goed Ook al komt de verkoop van onroerend goed in de juridische praktijk haast dagelijks voor, toch is deze overeenkomst
Nadere informatieDe controverse rond de verhouding tussen de artikelen 126 en 134 van bet RV A-Besluit in bet Iicht van de verschillende interpretatiemethodes
De controverse rond de verhouding tussen de artikelen 126 en 134 van bet RV A-Besluit in bet Iicht van de verschillende interpretatiemethodes David D'Hooghe In rechtspraak en rechtsleer is na het Cassatiearrest
Nadere informatieMisbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference
Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Neil Simons Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Ilse Samoy
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/03/2014
Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Vertaling C-650/13-1 Zaak C-650/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Bordeaux
Nadere informatieN.V. Jean VERHEYEN (Verzekeringsagent) Bedrijfspolitiek op het gebied van de belangenconflicten
MiFID Belangenconflicten beleid Versie 18/08/2014 - Deze versie annuleert en vervangt alle vorige versies 1. Inleiding Conform de Europese reglementering (Markets in Financial Instruments Directive, hierna
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 JUNI 2014 C.13.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0549.N HORECA LOGISTIC SERVICES WEST nv, met zetel te 8540 Deerlijk, Diesveldstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieREGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140620-191) betreffende de Klantendienst in de nabijheid van de afnemers - Implementatie Opgesteld op basis
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T
Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieRolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T
Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd
Nadere informatieRolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T
Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te
Nadere informatieRolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T
Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale
Nadere informatieCirculaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering
Circulaire FSMA_2012_14 dd. 12/06/2012 Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Toepassingsveld:
Nadere informatieRolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T
Rolnummer 3134 Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing
Nadere informatieHof van Cassatie, arrest van 10 april 2003
Hof van Cassatie, arrest van 10 april 2003 Internationale adoptie Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikelen 14 en 8 uitwerking in de Belgische rechtsorde
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieRechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten
Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.
Nadere informatieniet verbeterde kopie
Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar
Nadere informatieA D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei
A D V I E S Nr. 1.613 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 5 tot
Nadere informatieInleiding. Geen one size fits all
Kabinetsreactie op advies nr. 27 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties Inleiding In december 2015 heeft het kabinet
Nadere informatieBENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
Nadere informatieDE NIETIGHEID WEGENS SCHENDING VAN FORMALITEITEN IN
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 DE NIETIGHEID WEGENS SCHENDING VAN FORMALITEITEN IN OVEREENKOMSTEN: EEN ONVOLMAAKTE SANCTIE IN EEN ONGEMAKKELIJKE HOOFDROL Masterproef
Nadere informatieZaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)
Nadere informatie