SCO hoofdpuntenverslag DGO overleg 13 juli 2017

Transcriptie

1 SCO hoofdpuntenverslag DGO overleg 13 juli 2017 Op 13 juli 2017 heeft de eerste formele overlegvergadering plaatsgevonden van het DGO, het departementaal georganiseerd overleg voor Financiën waarin het GOBD en het GOF zijn samengevoegd. De reorganisaties bij enkele centrale stafdirecties zijn besproken in het bijzijn van de verantwoordelijk directeuren. De DG Belastingdienst heeft de adviesaanvraag aan de medezeggenschap over de topstructuur van de Belastingdienst gepresenteerd. Doorstroommogelijkheden bij de Belastingdienst vormden een ander hoofdonderwerp van deze overlegvergadering. De volgende overlegvergadering van het DGO is op 21 september. Departementaal georganiseerd overleg (DGO) Financiën Begin dit jaar is het besluit aangekondigd om het georganiseerd overleg voor de Belas ngdienst (het GOBD) en het georganiseerd overleg voor het zgn. kerndepartement van Financiën (het GOF) samen te voegen in één departementaal georganiseerd overleg (DGO) voor het ministerie vanl Financiën. Inmiddels is er een door de SG getekend besluit waarmee het DGO op 1 juni is ingesteld. Voor de verdere inrich ng zijn er met de centrales afspraken gemaakt. Zoals over het soort onderwerpen en het onderscheid tussen formeel- en technisch overleg. Deze werkafspraken moeten nog, met het reglement, worden vastgesteld. Het vergaderschema voor de rest van het jaar is al wel vastgesteld. In 2017 zijn er nog formele overlegvergaderingen voorzien op 21 september en op 30 november. Het gezamenlijke SCO-vooroverleg van de centrales is dan op 18 september en 27 november. Daarnaast is er gemiddeld om de drie weken een technisch overleg met de directeur bedrijfsvoering Financiën en de directeur HR Belas ngdienst. De DG Belas ngdienst is bij technisch en formeel overleg aanwezig voor onderwerpen zoals nu de adviesaanvraag aan de medezeggenschap over de topstructuur van de Belas ngdienst. Topstructuur Belastingdienst De DG Belas ngdienst wil de top en onderdelen van de Belas ngdienst wijzigen. Daarover is een rapport opgesteld en er is een adviesaanvraag bij de COR en DOR ingediend. In de DGO vergadering is verkennend over deze adviesaanvraag gesproken. De DG belas ngdienst vertelde dat er alleen personele gevolgen voor de huidige directeuren zijn. De centrales adviseren de DG heel duidelijk te zijn over de voor deze groep voorgestelde VWNW procedure. In de adviesaanvraag aan de medezeggenschap is aangegeven dat de hoogste directeursfunc es in de nieuw beoogde organisa estructuur allemaal nieuwe func es zijn die als kwar ermaker/beoogd directeur starten met de verdere uitwerking voor hun nieuw beoogde eenheid. De DG zal daarbij - op voorzet van de centrales - verduidelijken dat het om zgn. sleutelfunc es gaat. Sleutelfunc es in de zin dat die schaarse en unieke kennis en ervaring vragen. En dat er daardoor, mede omwille van con nuïteit, 17 nieuwe directeursfunc es vervuld zouden kunnen worden door huidige directeuren zoals de DG Belas ngdienst in het DGO overleg aangee.

2 De definitieve formele adviesaanvraag aan het DGO moet nog worden opgesteld. Het voorafgaande adviestraject met de medezeggenschap hoopt de DG medio augustus afgerond te hebben. Met dan ook positief DGO advies nog eind augustus. 1 september is namelijk de streefdatum om de nieuw beoogde directeuren als kwartiersmakers van start te laten gaan met de Contourennota s en O&Frapporten voor de nieuwe onderdelen. De centrales geven alvast mee dat dan de uitgangspositie (huidige functie en standplaats) van alle daarin mee te nemen medewerkers, vastgesteld moet zijn voorafgaand aan de start per 1 september. De DG geeft aan dat de functies bij sommige onderdelen nog beschreven zullen moeten worden omdat er geen bruikbaar O&F rapport is om op voort te gaan. Bij onderdelen waar dat wel zo is en waar ook nog eens weinig veranderd hoeft te worden, zal de reorganisatie ook sneller afgerond zijn. Vroegste verwachting is Overige reorganisaties Financiën/Belastingdienst De beoogd hoofddirecteur FEZ (financieel economisch zaken) presenteert als kwartiermaker de Contourennota met het OR advies voor de nieuwe hoofddirectie (nu directie) FEZ. Het DGO wordt advies gevraagd voor een vrijwillige VWNW fase voor drie clustercoördinatoren. Na de toelichting en na nog een toetsing daarop bij de OR, kunnen de centrales daarmee akkoord gaan. Centrales vinden het belangrijk te weten dat de medewerkers in de periode van de tijdelijke werkorganisatie niet van functie kunnen veranderen (alleen van werkopdrachten binnen de functie), niet op elkaar kunnen voorsorteren bij de definitieve plaatsing en niet verdrongen worden door nieuwe medewerkers (die geworven worden voor de voorziene uitbreiding of huidige onderbezetting). De directeur Bedrijfsvoering Financiën geeft een toelichting op de DGO adviesaanvragen voor de eenheden S&P en Informatisering. Bij S&P (staf en programma s) is met drie medewerkers eigenlijk al begin vorig jaar een vrijwillige VWNW fase afgesproken. Eind december dit jaar gaat die over in de verplichte VWNW fase als de medewerker(s) dan nog geen ander werk zouden hebben gevonden. Het DGO stemt er mee in deze afspraak te formaliseren opdat de medewerkers toegang hebben tot de begeleidende VWNW faciliteiten. Afspraak is wel dat medio december in het DGO bezien wordt of de verplichte fase nodig is en of er aanleiding is de vrijwillige fase te verlengen (bijvoorbeeld voor de afronding van een definitieve plaatsing). Bij de eenheid Informatisering van de directie Bedrijfsvoering gaat het om een verlenging van de vrijwillige fase van juli tot half december (na vaststelling O&F rapport en afronding plaatsingsproces). De doelgroep van de VWNW kandidaten is al eerder bepaald en wijzigt nu niet. De OR onderschrijft de argumenten voor de verlenging en het aanstellen van extra sleutelfunctionarissen. De centrales zien geen reden of bezwaar om hier niet in mee te gaan. De overige aangekondigde of al lopende reorganisaties zijn zoals gebruikelijk opgenomen in het Reorganisatieoverzicht. Voorlopig zijn de reorganisatieoverzichten nog gescheiden voor het nu voormalige GOBD en GOF. Bij de bespreking van het GOF-overzicht wordt de centrales toezending toegezegd van de ORadviesaanvraag naar aanleiding van de zgn. DRZ-pilot. Dit is de pilot bij de deurwaarderij waarbij wordt bezien of en in hoeverre de taak executieverkoop in beslag genomen voertuigen om efficiencyredenen en juridisch, kan worden overgedragen aan de directie Roerende zaken. De centrales zijn van mening dat dit soort taken onlosmakelijk onderdeel zijn van het kernproces van belasting heffen en innen dat bij de Belastingdienst hoort. Bij de bespreking van het GOBD-overzicht komt o.a. aan de orde dat de vrijwillige fase van het IVEVreorganisatie traject bij Douane (douanebreed traject getiteld Intern verbeteren extern versterken) mogelijk vervroegd wordt afgesloten. De centrales geven aan dat zij hier desgevraagd mee zouden kunnen instemmen, mits er geen sprake is van het opschakelen naar de verplichte fase. Pagina 2 van 5

3 Bij enkele onderdelen hebben de centrales vraagpunten waar de bestuurder nog op terug zal komen: - de vrijwillige keuze voor Switch bij Schenk- en erfbelasting (wat alleen mogelijk was in de inmiddels afgesloten generieke vrijwillige fase, de zgn. vertrekregeling Investeringsagenda); - het synchroniseren van de standby-vergoeding bij de samenvoeging van SAP expertise (wat wordt daarmee bedoeld) met daarbij de vraag of dit ook een onderwerp is voor DGO overleg; - afbouwregeling onregelmatigheidstoeslag Douane toezicht Zeeuwse stromen (Jan van Gent) vraagt toelichting (de afbouwregeling is anders in geval van reorganisatie). Ook zal de bestuurder signalen opvolgen over het mogelijke gebruik van ARAR artikel 58 bij enkele onderdelen die meegenomen zouden worden in het verdere reorganisatietraject voor CAP (centrale administratieve processen; as is samenvoeging onderdelen B/CA en SMP). De onderdelen binnen CAP waar de inzet van artikel 58 overwogen zou worden, betreffen de voormalige flexpool-teams Doetinchem en Middelburg, DNI Middelburg en toeslagen CAP Heerlen. De centrales hebben ook op andere signalen gewezen, zoals over verplaatsingen door het opdrogen van werk. Is een project afgerond en wacht men op een nieuw project. Of is sprake van het vervallen van werk (wat dan door reorganisatie moet komen) waarbij nog niet duidelijk is of en wat voor nieuw werk er komt. Dit soort signalen zijn mogelijk aanleiding om de reorganisatiespelregels weer een keer onder de aandacht te brengen. Of de mogelijkheden van het opdragen van werkzaamheden binnen de groepsfunctie, wat wellicht van toepassing is op genoemde voormalige flexpoolteams. Doorstroommogelijkheden Belastingdienst In 2016 is bij de stopzetting van de zgn. vertrekregeling in het kader van de Investeringsagenda een werkgroep ingesteld voor onderzoek naar het bevorderen van de doorstroommogelijkheden binnen de Belastingdienst. Na bespreking in de MT s ligt er nu een notitie met acties voor de korte en lange termijn. De bestuurder geeft aan vooral beweging op gang te willen brengen. De mobiliteit blijft achter op de rest van het Rijk. En al bestaande mogelijkheden, zoals de studiefaciliteiten, blijven onderbenut. De centrales geven aan dat de richting wel goed is maar dat de voortvarendheid wat hen betreft onvoldoende is. De SG en de DG zullen daar met de centrales over doorpraten tijdens de heisessie. Die wordt nog ingepland om ook de stand op te maken van de andere punten die vorig jaar in het GOBD zijn afgesproken als gezamenlijk op te volgen thema s (zoals vakmanschap, leiderschap, verbinding en vertrouwen). De centrales herinneren aan de idee om de ruimte die door de uitstroom van de vertrekregeling is ontstaan, te benutten voor interne doorstroom. De zgn. harde diploma-eis is door de werkgroep onderkend als belangrijke belemmering voor interne doorstroom. Anders dan in het verleden en anders dan elders bij het Rijk, wordt standaard naar een diploma gevraagd en vaak ook nog in een specifieke opleidingsrichting. Dat belemmert doorstroom op basis van werkervaring en interne opleidingen. Terwijl de Belastingdienst een geschiedenis heeft van intern functiegericht opleiden. Voor de DG is dat juist de reden terughoudend te zijn met het loslaten van de harde diploma-eis. Een eerste stap is het zoveel mogelijk werken met een diploma-range van meerdere, niet 1 specifieke, opleidingsrichtingen. Maar de in de werkgroep genoemde ideeën voor vervangende tests en interne opleidingen worden eerst nader verkend. Daarbij zou het dan om doorgroei (verticale doorstroom) moeten gaan, waarbij het alsnog moeten halen van het externe diploma niet wordt uitgesloten. De DG wijst op het belang van een extern diploma voor de bredere arbeidsmarktwaarde en mobiliteit van de medewerkers. Interne opleidingen worden niet zondermeer erkend op externe opleidings- en arbeidsmarkt. De centrales pleiten voor de verdere versoepeling van de harde diploma-eis tijdens in elk geval de periode van uitvoering (reorganisaties) van de Investeringsagenda. Medewerkers die juist door de traditie van intern functiegericht opleiding geen extern diploma hebben, kunnen dan ook gemakkelijker doorstromen. Daarmee zou er ook meer ruimte kunnen ontstaan voor doorstroom van de groep B en C medewerkers die het meest geraakt worden door de reorganisaties van de Investeringsagenda. Afgesproken wordt op dit punt een nadere, bredere systeem discussie te voeren tijdens de na de zomer in te plannen heisessie. Pagina 3 van 5

4 Voor de groep B en C medewerkers (medewerkers in de groepsfuncties B en C en individuele schalen 3 tot en met 7) is en wordt gekeken naar extra mogelijkheden voor doorstroom en vervangend werk. De directeur HR Belastingdienst rapporteert dat er medewerkers zijn doorgeleid naar Douane (via de zgn. Douaneklasjes voor C functies bij de Douane). En er gaan medewerkers aan de slag bij Toeslagen (in het kader van de vervanging/uitfasering van uitzendkrachten door vast intern personeel). Ook wordt nu concreet verder onderzocht of er B/C werk is weg te halen bij hoger ingeschaalde functies. Een rijksbreed onderzoek naar administratieve HR lasten in managementfuncties is al aangegrepen om administratief HR werk over te dragen aan HRO-ondersteuners. Zoals in de notitie is aangegeven, wordt er bij de dit jaar te starten pilots over tijdelijke uitwisselingsprojecten met voorrang bezien of dit structurele doorstroommogelijkheden biedt voor de B/C groep. De HR directeur geeft aan dat dit soort acties lang niet genoeg vervangend werk of doorstroom opleveren om VWNW trajecten straks, bij de reorganisaties in het kader van de Investeringsagenda, overbodig te maken. Aanvullende acties zijn het op korte termijn beschikbaar maken van loopbaanscans en vacature-alert om medewerkers zich te laten oriënteren op hun loopbaanwensen en loopbaanmogelijkheden en hen gericht te attenderen op geschikte vacatures. De centrales wijzen erop dat de groep B en C medewerkers het meest te maken zal krijgen met verlies van werk door de Investeringsagenda maar het minst gebruik heeft kunnen maken van de uitstroombevorderende regeling. Met loopbaanscans en vacature-alert worden de medewerkers aangesproken om mobiel te worden. Terwijl de kans op ander B/C werk ook buiten de dienst niet groot is. En terwijl nog steeds niet zeker is wanneer er wat met hun huidige B/C werk gebeurt. De centrales hadden verwacht dat er voor deze groep meer positief perspectief gehaald zou worden uit de door de regeling ontstane ruimte op de andere, hogere werkniveaus. Daarbij zou ook de tijd benut kunnen tot 2023, wanneer de eind 2015 voorziene looptijd van de Investeringsagenda eindigt. In plaats van pas dan te bezien hoe om te gaan met de medewerkers die dan nog in Switch zitten omdat het ook na de verplichte VWNW fase niet gelukt is ander werk te vinden. Concreet idee en voorstel is B/C medewerkers met doorgroeipotentieel, die werk op een hoger niveau aan zouden kunnen, op te leiden voor een hoger functieniveau. Bijvoorbeeld in gecombineerde leer/werk trajecten en dat bijvoorbeeld binnen Switch. De DG ontvangt dit als een origineel idee waar hij zich nader op wil beraden. Niet alleen omdat het een investering van tijd en geld vraagt die een nadere afweging vraagt, zeker als huidige budgetten en capaciteitplanning het kader zijn. Maar ook omdat het volgens de DG een bouwsteen kan zijn in de te vervolgen discussie rondom de diploma-eis. De DG zal daarbij, tijdens de heisessie, een nadere reactie geven op het idee van de centrales. Overige onderwerpen Groepsfuncties is een onderwerp dat al bij het eerdere agendapunt over doorstroommogelijkheden aan de orde komt. Voor de DG is het een element in de bredere discussie rondom de diploma-eis. Volgens hem past het in het oude systeem van intern functiegericht opleiden waarbij de medewerker in een groepsfunctie opgesloten raakt omdat hij of zij alleen belastingdienstspecifieke ervaring opdoet voor de hogere functieniveaus. Dat beperkt de bredere mobiliteit. Groepsfuncties is als eigenstandig agendapunt besproken voor het verloop van de SOR-werkgroep over het onderwerp Functiegebouw Rijk (FGR). De DG stelt vast dat de overgang naar individuele functies nogal wat overgangsproblematiek met zich mee zou brengen, zeker tijdens de reorganisaties in het kader van de Investeringsagenda. De DG stelt ook vast dat partijen in de SOR werkgroep niet tot een haalbaar SOR advies komen over het idee voor ontwikkellijnen van de eerdere GOBD werkgroep. De DG stelt voor het terug te nemen en de centrales gaan daarmee akkoord. De vaste TOD toelage (vaste Toelage Onregelmatige Dienst vanaf 55 jaar) is een onderwerp dat ter vergadering op de agenda wordt gezet. Bij de Douane is onrust ontstaan over het behouden van de vaste TOD-toelage indien men vrijwillig of gedwongen van functie wisselt. Aanleiding daarvoor is een uitspraak van het interdepartementale overleg van arbeidsjuristen (de IPRA) naar aanleiding van een Pagina 4 van 5

5 casus bij een ander rijksonderdeel. Om de onrust weg te nemen is in het DGO overleg afgesproken dat er niets veranderd totdat hierover overleg is gevoerd met de bonden in het DGO. Dit betekent dat medewerkers van 55 jaar of ouder hun vaste TOD-toelage in elk geval behouden indien zij van functie veranderen tot dat overleg heeft plaatsgevonden. In het formele overleg van het DGO op 21 september wordt dit onderwerp verder besproken. Op dat moment zal ook duidelijk worden of de dienstleiding het huidige beleid voor de vaste TOD-toelage wenst te veranderen. Mocht dat zo zijn, dan zijn de gevolgen daarvan in principe ook een onderwerp van verder overleg. Met vriendelijke groet Mieke van Vliet, bestuurder FNV Overheid Gienus Huisman, lid DGO Financiën Fred Peeters, lid DGO Financiën Pagina 5 van 5