Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Transcriptie

1 Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten technologische opvoeding: integratie van vakoverschrijdende eindtermen (2007) 1e graad Vakoverschrijdende eindtermen LEREN LEREN 1 Het domein van de uitvoering 01 Zich in goed gestructureerde samenhangende informatie oriënteren door het aanwenden van vormkenmerken: titels, subtitels, afbeeldingen en tekstmarkeringen. Tijdens de eerste les worden concrete afspraken gemaakt rond de werking binnen het vak: de LOTUS-methode wordt systematisch aangepakt. De structuur van het werkboek wordt overlopen. Via kleuren worden de titels, subtitels samenvattingen, trefwoorden, en vragen aangeduid. 02 Goed gestructureerde informatie begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden. Zakwoordenboek ligt altijd binnen handbereik en woordenlijst wordt systematisch aangelegd. Trefwoorden worden gestuurd aangeduid in eigen kleurtje. 03 Bij het instuderen van een behandelde leerinhoud de noodzakelijke voorkennis opnieuw opzoeken in leerboek, werkboek of notities. De leerlingen krijgen een vragenreeks per thema. Veel belang hechten aan de samenvattingen. 04 Bij het oplossen van een probleem: het probleem herformuleren; onder begeleiding een oplossingsweg bedenken en verwoorden; de gevonden oplossingsweg bedenken en verwoorden; de gevonden oplossingsweg toepassen en op correctheid inschatten. Het technologisch proces dat over alle thema's heen aangebracht wordt vooral bij informatietechnologie. 05 Inhoudsbronnen adequaat raadplegen: inhoudstafel en register gebruiken; elementen uit audiovisuele en geschreven media gebruiken; een documentatiecentrum of een bibliotheek raadplegen. Inhoudsopgave bij elk nieuw thema consulteren. Videosamenvattingen maken a.d.h.v. een vragenreeks. Gebruik maken van mediatheek en zo mogelijk internet bij het projectwerk. 2 Het domein van de regulering 06 Zichzelf sturen met behulp van een antwoordblad, een correctiesleutel, die aanwijzingen van de leraar of de doelstellingen.

2 - 2 Kleine toetsen worden steeds onmiddellijk verbeterd via antwoordblad. Lesdoelstellingen kunnen via vragen na iedere les opgelost worden. Zelfevaluatie blad systematisch gebruiken. Differentiatieoefeningen van technisch communiceren, infotec worden met antwoordblad verbeterd. 07 Onder begeleiding de eigen werkwijze vergelijken met die van anderen, aangeven waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden Mogelijke oplossingen worden met transparanten door leraar aangebracht. Leerlingen verbeteren met rood of groen (opvallender). 3 Het domein van de attitudes, leerhoudingen, opvattingen en overtuigingen 08 De leerlingen zijn bereid zelf naar oplossingen te zoeken en durven leer- en studieproblemen signaleren en uitleg of hulp vragen. Alle opdrachten van informatietechnologie dienen op die manier aangepakt te worden. Leerlingen mogen vrije oefeningen thuis maken en afgeven. Projectwerk wordt na iedere vakantie besproken. 09 Zijn bereid ordelijk, systematisch en regelmatig te werken. IKZ wordt benadrukt. Ergonomisch werken wordt iedere les zoveel mogelijk toegepast. Meerdere kleine toetsen en taken dienen gedaan te worden. SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 De ontwikkeling van een voldoende ruim gamma van relatiewijzen 01 Zich als persoon present stellen: uitkomen voor een eigen mening en deze beargumenteren. Algemene doelstellingen van TO Leren inzien hoe en waarom de technologische dingen om ons heen gemaakt worden. Een eigen mening vormen over wat goed en wat niet goed is in de technologie Zelfstandig technologische problemen te kunnen oplossen. Je beroepskeuze helpen bepalen. 02 Respect en waardering voor anderen opbrengen, de eigenheid van medeleerlingen accepteren en waarderen. De leerlingen werken per 2 aan didactische panelen om samen tot een besluit te komen en de juiste oplossing te bouwen. 03 Zich dienstvaardig tegenover anderen opstellen; het bijstaan van medeleerlingen bij schooltaken en activiteiten Projectwerk moet verdeeld woorden. Een medeleerling is verantwoordelijk voor het vak en moet afwezige leerling informeren en gegevens doorgeven. 04 In groepsverband meewerken en een toegewezen opdracht uitvoeren. Het klaarzetten en opruimen van de het didactisch materiaal bij begin en einde van de les. 05 Bij een gegeven taak verantwoordelijkheid dragen.

3 - 3 Logboek correct invullen. Afwezige leerling bijstaan. 2 De beheersing van het communicatieve handelen of het omgaan met elkaar 06 De leerlingen beheersen elementen van het communicatieve handelen. Actief luisteren en weergeven wat een ander inbrengt. Toegankelijk zijn en feedback geven over eigen gevoel. Verduidelijken waarom zij voor een bepaald gedrag gekozen hebben. Effectbesef hebben EN over hun eigen gedrag reflecteren. Anderen de kans geven om te reageren. De gemaakte afspraken die bij het begin van ieder thema meegeven worden nakomen. GEZONDHEIDSEDUCATIE Veiligheid en E.H.B.O. 01 Inzien dat hun gedrag invloed heeft op de eigen veiligheid en die van anderen. Batterijen zijn niet ongevaarlijk. Spanning van meer dan 50V zijn gevaarlijk. Veilig omgaan met elektrische toestellen (kopie). Voorzichtig omspringen met gereedschap zoals tangen, schroevendraaiers, snijmes, enz. 02 Enkele veilige en onveilige situaties in hun eigen leefomgeving identificeren en kunnen voorbeelden geven van preventieve maatregelen. Veilig omgaan met elektriciteit. Keurmerken herkennen. Kortsluiting vermijden. Bijsluiters systematisch eerst leren lezen voor het gebruik. Het belang van zekeringen, verliesstroomschakelaar, aarding inzien. 03 Op een efficiënte manier hulp kunnen inroepen in een noodsituatie. Video elektrocutie. MILIEUEDUCATIE Lucht, water en bodem 01 Voorbeelden kunnen geven van oorzaken van lucht, of water of bodemverontreiniging en de gevolgen aangeven voor mens, plant en dier in de eigen leefomgeving aanwijzen. Thema Technologie thuis: invloed van elektriciteitsopwekking en het milieu; zure regen; broeikaseffect; waterverontreiniging; wegwerpbatterijen; afval. 02 Voorstellen kunnen formuleren om in de eigen leefomgeving de kwaliteit van lucht, en /of water of bodem te behouden of te verbeteren.

4 Gebruik maken van adapter of transformator. Leerlingen zoeken welke apparaten men thuis en op school kan aansluiten op een adapter. Goede oriëntering van een woning. Carpool en taxistop. Gebruik maken van openbaar vervoer. Alternatieve energiebronnen ontdekken (zonnecellen) Zorgzaam omgaan met lucht, water en bodem in de eigen leefomgeving: waterbesparingstips; tips om thuis energie te besparen (kopie); warmteverlies tegengaan, isolatie. Samenleving en ruimtegebruik 03 Kunnen milieuproblemen en landschapsveranderingen in verband met het lokale ruimtegebruik kritisch onderzoeken. Ontleden van gewestplannen, A.P.A, B.P.A. Inzien dat men een woning ook kan huren, of gebruik maken van een bestaande woning i.p.v. ieder zijn eigen woning. Nut van bouwvergunning. Afval 04 Voorbeelden geven waarop de eigen leefomgeving door voorkomen van afval en door hergebruik kunnen /kan bijdragen tot beperking van de afvalproductie en passen dit toe. Papierrecyclage en wegwerpbatterijen verzamelen in de klas. 05 Kunnen uitleggen wat er met niet-gerecycleerd afval gebeurt/ op welke manier het afval uit hun eigen omgeving verwerkt wordt/ in de eigen gemeente wordt verwerkt. Taak afval thuis. Hoe selectief men thuis al dan niet moet te werk gaan. OPVOEDEN TOT BURGERZIN De klas en de school 01 Kunnen op een verdraagzame manier omgaan met verschillen in sekse, huidskleur en etniciteit. Tijdens de les moet er op verschillende momenten samengewerkt worden om technologische problemen op te lossen. Gezinsvormen en eigen leefkring 02 Leerlingen maken kennis met de activiteiten van technische beroepsbeoefenaars, zowel mannen als vrouwen. Zij leren het belang erkennen van de technische beroepen en van technische vaardigheden in de huidige samenleving, zowel voor mannen als voor vrouwen. Bij de verschillende thema's komen meerdere beroepen aan bod waardoor leerlingen kunnen ervaren - vooral bij de praktische vaardigheden - dat een bepaalde beroepskeuze hen ligt of niet ligt. - 4

5 - 5 ALGEMENE DOELSTELLINGEN TO 1 Je moet kunnen inzien hoe en waarom technologische dingen om je heen gemaakt worden; 2 je moet je een eigen mening kunnen vormen, over wat goed of niet goed is in de technologie; 3 je moet technologische middelen leren kennen en gebruiken; 4 zo zul je ook leren om een technologisch probleem zelfstandig op te lossen: dus probleemoplossend leren denken en doen; 5 het kan je helpen om je beroepskeuze te bepalen. De pedagogisch begeleider TO Tine Feyaerts Bosstraat Bertem Tel.: tine.feyaerts.mb@kerknet.be P.S. Raadpleeg ook onder Vademecum de belangrijkste aandachtspunten voor het vak technologische opvoeding tijdens het lopende schooljaar.