INFORMATIEBUNDEL VACATURE VOLTIJDS STATUTAIR MAATSCHAPPELIJK WERKER

Transcriptie

1 INFORMATIEBUNDEL VACATURE VOLTIJDS STATUTAIR MAATSCHAPPELIJK WERKER DEPARTEMENT MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ALGEMENE SOCIALE DIENST STATUTAIR PERSONEEL WEDDESCHAAL: B1 B2 B3 DATUM: 10/10/2013 PLAATS IN HET ORGANOGRAM De maatschappelijk werker werkt onder de leiding van en rapporteert aan het diensthoofd sociale dienst. 1. FUNCTIE-INHOUD Algemeen De maatschappelijk werker helpt het recht op maatschappelijke dienstverlening te verzekeren met als doel elke persoon in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Specifiek In het kader van de algemene sociale dienst worden de volgende taken, verantwoordelijkheden en bijhorende rollen hierin opgenomen: Opvangen en begeleiden van cliënten en hen ondersteunen in het verminderen of wegwerken van hun problemen. Dit omhelst onder meer de volgende concrete taken en verantwoordelijkheden: verzorgen van de intake en het verrichten van het sociaal onderzoek via een bureelen huisbezoek registreren van de intake analyseren van de problemen en het aanbod van mogelijke begeleiding op diverse vlakken o.a. administratief en psychosociaal vlak, doorverwijzing naar andere diensten, financiële hulpverlening, budgethulpverlening (budgetbegeleiding, budgetbeheer), schuldhulpverlening, praktische hulpverlening, enz advies verstrekken over rechten op sociale uitkeringen en financiële voorzieningen bemiddelen bij andere en/of gespecialiseerde diensten,voorzieningen en instellingen onderzoeken van de dossiers inzake plaatsing van ouderen en hun onderhoudsplichtigen en de opvolging facturen opvolgen van dossiers van vreemdelingen en vluchtelingen verrichten van crisisinterventie opstellen van sociale verslagen en formuleren van voorstellen voor het vast bureau afhandelen van de beslissingen inzake sociale dossiers opmaken van dossiers en het registreren ervan verwerken van de gegevens o.m. via informatica.

2 Leggen van contacten en opbouwen van professionele samenwerkingsrelaties met hulpverleners, instanties en organisaties buiten het OCMW, evenals met het sociale netwerk van de cliënt, om de hulpverlening aan de cliënt te bevorderen en af te stemmen. Dit houdt onder meer de volgende taken en verantwoordelijkheden in: leggen van persoonlijke contacten vervullen van een brugfunctie tussen cliënt en betrokken diensten begeleiden van cliënten bij de doorverwijzing naar andere en/of gespecialiseerde diensten, voorzieningen en instellingen deelnemen aan verschillende overlegmomenten, casusbesprekingen. Verstrekken van nuttige informatie aan het diensthoofd sociale dienst vanuit het werken met cliënten, teneinde het OCMW in staat te stellen het hulpverleningsaanbod te optimaliseren, bij te sturen of uit te breiden. Dit betekent onder meer de volgende taken en verantwoordelijkheden: signaleren van noden, behoeften en tekorten in de hulpverlening informeren van het beleid van algemene sociale problemen, van preventieve actiemogelijkheden en samenwerkingsmogelijkheden met andere diensten, instellingen en personen bijdrage leveren aan beleidsvoorbereidende werkzaamheden, o.m. door het opmaken van onderbouwde nota s voor het diensthoofd sociale dienst, secretaris, managementteam, het vast bureau en de raad meewerken aan de verdere uitbouw van het Sociaal Huis. Onderhouden van contacten en opvolgen van afspraken, met collega`s en andere diensten van het OCMW. Dit houdt onder meer de volgende taken en verantwoordelijkheden in: doorgeven van nuttige kennis en informatie aan collega`s herkennen en doorverwijzen van sommige probleemsituaties aan andere diensten van het OCMW zoals de thuisdiensten participeren aan cliënt- en werkoverleg, intervisie en casusbespreking doorgeven aan de administratie van alle informatie nodig voor de administratieve afwerking van de hulpvragen en hun afhandeling samenwerken en overleggen met andere diensten van het OCMW. Het volgen van opleidingen, uitwisselen van informatie, documentatie teneinde op de hoogte te blijven van de evoluties in de wetgeving en reglementering en de methodieken in het welzijnswerk. Dit omhelst onder meer de volgende taken en verantwoordelijkheden: volgen van opleiding en bijscholing uitwisselen van informatie en ervaring opvolgen van belangrijke wijzigingen in de relevante wetgeving en reglementering. Verrichten van diverse administratieve taken en alle administratieve taken eigen aan de hulpverlening, teneinde de hulpverleningsprocessen zo correct, snel en adequaat mogelijk te laten verlopen.

3 Uitvoeren van andere taken en verantwoordelijkheden zoals: behandelen van pensioendossiers: inlichtingen, aanvragen en ramingen van pensioen enz behandelen van dossiers van personen met een handicap: inlichtingen, aanvragen, herzieningen, parkeerkaarten, sociale voordelen (sociale tarieven, kabeldistributie enz.), kinderbijslag enz behandelen van dossiers mantelzorgpremie conform het OCMW - reglement van de mantelzorgpremie : inlichtingen, aanvragen, herzieningen enz bezoeken verrichten en indicatiestellingen uitvoeren in functie van de mantelzorgpremie van de Vlaamse Zorgverzekering hulp verlenen bij het invullen van formulieren huisvestingspremies, inschrijvingen sociale huisvestingsmaatschappijen en sociaal verhuurkantoor enz verlenen van administratieve steun bij de organisatie van de doelgroep voor personen met een handicap. Uitvoeren van de opgedragen taken en verantwoordelijkheden in het kader van de organisatie van het lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers zoals: organiseren van het lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers volgens de kwaliteitsnormen opgelegd door de hogere overheid opvolgen van de betreffende procedures inzake de opvang van asielzoekers begeleiden van asielzoekers in het lokaal opvanginitiatief o.a. op medisch vlak inzake de inburgering (o.m. cursus), het contacteren van advocaten enz voeren van een sociaal onderzoek in de dossiers van het lokaal opvanginitiatief en opmaken van voorstellen voor de raad en het vast bureau verwerken van de gegevens via informatica administratieve organisatie van het lokaal opvanginitiatief (o.a. de medische kosten) beheren en bewaken van alle administratieve verplichtingen van het lokaal opvanginitiatief naar de hogere overheid toe, in het bijzonder de punctuele opvolging van de subsidieaanvragen voor het lokaal opvanginitiatief. Uitvoeren van andere taken en verantwoordelijkheden opgedragen door het diensthoofd sociale dienst. Voor de functie van maatschappelijk werker die ook kwaliteitscorrespondent van de sociale dienst is: mee opstellen van de doelstellingen kwaliteit voorbereiden van kwaliteitsvergaderingen en aanwezig zijn opvolgen van het documentenbeheerssysteem opvolgen van het meldingssysteem van klachten en verbetersuggesties ondersteunen van de referent kwaliteit inzake de toepassing van geïntegreerd management stimuleren van medewerkers om verbetervoorstellen in te dienen opvolgen van de uitvoering van tevredenheidsonderzoeken opstellen en realiseren van vormingen inzake het kwaliteitsbeleid vorming van nieuwe medewerkers over geïntegreerd management beantwoorden van vragen van medewerkers aangaande het kwaliteitsbeleid en het geïntegreerde managementsysteem.

4 2. COMPETENTIES 2.1. Voortdurend verbeteren: voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Niveau 3: leert over andere vakgebieden, methodes en technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de entiteit - Heeft belangstelling voor 'aanverwante' onderwerpen om zijn kennis te verruimen - Benut informatie die afkomstig is uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren - Onderkent de impact van nieuwe processen, technieken en methodes in andere vakgebieden op de eigen werking - Stuurt de eigen werking proactief bij naar gelang van wijzigingen op het niveau van de entiteit - Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen Klantgerichtheid: met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren Niveau 3: onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren. - Gaat kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd - Onderzoekt gericht (via systematisch onderzoek) de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquêtes, mondelinge enquêtes ) - Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren - Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten - Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk - Onderneemt acties om de dienstverlening aan specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen en behoeften (bv. handicap, allochtonen ). Het begrip klanten moet ruim worden geïnterpreteerd. Naar gelang van de functie het gaat om degenen die het product gebruiken, die een beroep doen op de dienstverlening, die het ontwikkelde beleid moeten toepassen (belanghebbenden) Samenwerken: met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk belang is. Niveau 3: stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit, werkgroepen of projectgroepen - Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren - Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen - Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen - Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben - Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor de

5 verscheidenheid van mensen - Geeft opbouwende kritiek en feedback - Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden Betrouwbaarheid consequent en correct handelen : handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg ). Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid opnemen. Niveau 4: handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat - Blijft correct en integer handelen rond basisregels, sociale en ethische normen, in situaties van grote externe druk - Blijft correct en integer handelen in situaties waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat - Houdt in zijn rol als lobbyist, promotor, onderhandelaar, facilitator het algemeen belang duidelijk voor ogen en gedraagt zich daar ook naar - Weet op een flexibele, maar zorgvuldige, objectieve en correcte wijze om te gaan met bestaande regels en procedures als de situatie dat vereist - Durft op een verantwoorde en onderbouwde wijze een uitzondering maken op de strikte regel, als dat het belang van het OCMW van Scherpenheuvel-Zichem dient Organisatiebetrokkenheid: zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen. Niveau 3: bewaakt en verdedigt op consequente wijze de belangen, de opdracht en de handelwijze van de organisatie - Durft harde standpunten innemen die de gehele organisatie ten goede komen, zelfs als die minder populair zijn binnen de eigen entiteit - Praat over wij in plaats van zij als hij het over de eigen organisatie heeft - Onderkent de belangen van de organisatie en handelt zelf conform die belangen - Legt uit hoe hij tot belangrijke beslissingen is gekomen - Verdedigt de keuzes van de entiteit of organisatie bij collega s, eigen medewerkers en derden - Identificeert zich bij eigen medewerkers en buitenstaanders met de standpunten of beslissingen van de eigen hiërarchie. 2.6.Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: spreken in een taal zodat het publiek tot wie u zich richt u begrijpt. Niveau 3: communiceert vlot met verschillende doelgroepen - Bouwt zijn betoog op een gericht gestructureerde wijze op - Gebruikt herkenbare voorbeelden en vergelijkingen om voorstellen en boodschappen meer kracht bij te zetten - Past zijn woordenschat en spreektempo aan de doelgroep aan - Stemt zijn communicatiestijl af op de specifieke relatie met de doelgroep (bv. formeel, informeel, meer of minder interactief) - Communiceert selectief vanuit zijn inzicht in en inschatting van de situatie, om zo sneller zijn doel te bereiken.

6 Uitdrukkingsvaardigheid benadrukt dat het gaat om de wijze waarop mensen communiceren in een direct contact. Het gaat dus niet om een communicatiestrategie, openheid van communicatie of samenwerking Luisteren: tonen (non-)verbale boodschappen op te nemen en te begrijpen, en doorvragen bij onduidelijkheden. Niveau 3: stimuleert een open dialoog - Luistert actief naar mensen, neemt de tijd en dialogeert met hen - Vraagt door op gegeven informatie - Stelt vragen als iemand er in een gesprek blijk van geeft dat hij nog niet alle gedachten heeft uitgesproken - Reageert inhoudelijk op wat de gesprekspartner zegt - Integreert de inbreng van anderen in zijn eigen uiteenzetting. Tonen in de definitie geeft aan dat het een actief luisteren betreft en niet enkel het receptief zijn ten aanzien van nieuwe informatie. De competentie luisteren verenigt derhalve luisterbereidheid én luistervaardigheid inlevingsvermogen: het vermogen om uitgesproken en onuitgesproken informatie op te pikken en adequaat daarop te reageren ten aanzien van medewerkers, collega s, klanten, hiërarchie. Niveau 3: reageert (via houding en handelen) adequaat op impliciete, onuitgesproken gedachten, gevoelens, behoeften en verwachtingen van anderen - Blijft efficiënt functioneren in een omgeving met onuitgesproken agenda s en weerstanden - Geeft er blijk van de gevoeligheden en de (te verwachten) reacties van het veld goed in te schatten - Speelt gepast in op impliciete en onuitgesproken gevoelens van anderen - Is gevoelig voor de behoeften van de andere entiteiten die in het beleidsdomein verantwoordelijkheid dragen - Voelt aan wat belangrijk is voor de (politieke) opdrachtgever en speelt daarop in. Deze competentie omvat empathie met de extra dimensie dat men de behoeften, meningen enzovoort moet kunnen inschatten van alle relevante actoren (360 ). Typisch voor de overheidscontext is daarbij de politieke feeling, het correct inschatten van wat belangrijk is voor de politieke opdrachtgever (niveau 3) Probleemanalyse (analytisch denken): een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie. Niveau 3: maakt eenvoudige analyses van complexe dossiers - Analyseert complexe dossierproblemen en herformuleert die naar hanteerbare vragen - Houdt bij zijn analyse rekening met verschillende aanknopingspunten - Is in staat inzicht te verwerven in een complexe problematiek - Ziet trends en patronen in ogenschijnlijk niet-gerelateerde feiten - Kan tegengestelde oordelen van anderen betrekken en integreren in de eigen analyse.

7 2.10. Oordeelsvorming (synthetisch denken): meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria. Niveau 3: vormt een goed onderbouwd en geïntegreerd oordeel - Bekijkt een probleem vanuit verschillende invalshoeken - Heeft een veelzijdige, genuanceerde kijk - Heeft oog voor kritieke factoren en activiteiten en benut de mogelijkheden hiervan voor de organisatie - Benoemt van het eigen oordeel of voorstel zowel de positieve als negatieve kanten - Geeft een inhoudelijke meerwaarde aan de thema's die hij naar voren brengt. Oordeelsvorming slaat hier op de capaciteit om de geanalyseerde informatie af te wegen en op grond daarvan tot een synthese of oordeel te komen. Dat oordeel vloeit niet automatisch voort uit de data, maar vergt een interpretatiemoment Initiatief: kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen of ondernemen. Niveau 3: neemt initiatieven die aantonen dat hij anticipeert op gebeurtenissen (proactief) - Speelt spontaan in op kansen die zich aandienen - Anticipeert middels actie op diverse situaties - Neemt initiatief om te vernieuwen - Introduceert verbeteringen in werkaanpak en procedures Resultaatgerichtheid: concrete en gerichte acties ondernemen om doelstellingen te behalen of te overstijgen. Niveau 2: formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen en zet zich ten volle in om die te bereiken. - Legt de lat hoog, formuleert uitdagende (maar haalbare) doelstellingen - Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om die doelen te bereiken, weegt opties tegen elkaar af - Mobiliseert mensen en middelen, ook als hij hiertoe anderen (hiërarchie, collega s) moet overtuigen - Stuurt op regelmatige basis het proces bij, met het oog op het behalen van de doelstellingen - Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven als hij met hindernissen en tegenslagen te maken krijgt. 3. KENNIS Kennis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW s en van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s. Grondige kennis van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW s. Kennis van de opvangwet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen en kennis van de uitvoeringsbesluiten.

8 Algemene kennis en formele detailkennis van de dienstmaterie. Goede kennis van de sociale kaart. Kennis van methodieken van maatschappelijk werk en inzicht in het algemeen maatschappelijk werk. Kennis van de interne organisatiestructuur en cultuur van het OCMW. Kennis van het geïntegreerd managementsysteem en van het kwaliteitssysteem. Kunnen werken met computer: Windows, Word, Excel, Outlook en Internet. Talenkennis (onder andere praktische kennis / basiskennis van het Frans, Engels, enz.).

9 2. EXAMENPROGRAMMA De schriftelijke proef is een competentieproef: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie m.b.t. de inhoudelijke en organisatorische werking van de dienst of afdeling die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De kandidaat tracht een oplossing uit te werken, waarbij de competenties vereist voor de functie op basis van de functiebeschrijving en het competentieprofiel worden getoetst. De mondelinge proef beoogt de evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van zijn motivatie, van zijn persoonlijkheid, eventuele werkervaring, vakkennis en van zijn interesse voor het werkterrein. De geselecteerde competenties worden grondig bevraagd. De puntenverdeling wordt als volgt vastgesteld: 50 punten voor de schriftelijke proef en 50 punten voor de mondelinge proef. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elke proef ten minste vijftig procent van punten behalen en ten minste zestig procent op het geheel van het examen. 3. SALARISSCHAAL Beginsalaris : 2.389,80 euro bruto per maand. Dit beginsalaris kan verhoogd worden indien het personeelslid nuttige ervaring in de openbare sector kan aantonen of maximum 6 jaar nuttige ervaring in de privé-sector of als zelfstandige. Extralegale voordelen: maaltijdcheques, gratis hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding voor woon-werkverkeer, gratis openbaar vervoer voor woon-werkverkeer, glijdende werktijden, gunstige verlofregeling. 4. HOE SOLLICITEREN? Kandidaturen dienen schriftelijk ten laatste op maandag 15 mei 2017 toe te komen bij de voorzitter van het OCMW, Markt 21 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem. Je dient je sollicitatiebrief met de post te verzenden (poststempel geldt als bewijs) of af te geven op de dienst HRM tegen ontvangstbewijs. Je gemotiveerde kandidatuur dient vergezeld te zijn van een uitgebreid cv, een uittreksel uit het strafregister dat minder dan 3 maanden oud is en een kopie van je diploma. Bijkomende informatie over de aanwervingsvoorwaarden en de selectieprocedure kan je aanvragen bij de dienst HRM (Natacha Van Roy) of via personeelsdienst@ocmwscherpenheuvel-zichem.be (geen inschrijvingen).